VERSOBERING
MAKEN
HET ZELF
EEN RECHT-
TWEE A VERECHT
Italiaansche meisje
Pannekoekenmaand
tl
LEKO RIJWIELLAMPEN
n
HOE HET
Doe het met lijnolie
of andere oliën
Heity
ZONDAG 3 MAART 1940
Derde voetenstudie
gekleed gaat
RETRAITE VOOR MEISJES
STUDENTEN
LEKO LICHT - BETER ZtëHT
«ff*
Wltm
Jonge Zweedsche breistertjes bezig voor Finland
SMYRNA HANDWERK
VAN DEN
BR1EL
VERSTER
JE VROUW EN HAAR TIJD
Dit woord heeft in deze dagen wel geheel
bijzondere beteekenis verkregen! Ook in ons
land. waar men overigens toch zeker niet be
hoeft te klagen, als men denkt aan ontberin
gen onder andere Europeesche volkeren. En
aangezien het gaat om een zaak van groot
Ideëel en practisch belang, die tevens niet het
minst de huisvrouw aangaat, heeft het wel
licht zijn nut daarover enkele gedachten te
uiten.
Wij weten allen door ondervinding, dat oor
logstijd een gedwongen versobering op velerlei
gebied met zich meebrengt. In ons land komt
dat gelukkig nog niet tot uiting in het ontbe
ren van voedsel, kleeding of brandstof, maar
meer in het missen van enkele zaken die men
gewend was vrijuit te kunnen koopen. en nu
door iets anders moeten worden vervangen.
Kleine ..ontberingen", die echter een Nederlan
der 1-sche), die vaak een beetje verwend mag
heeten, toch moeilijk kunnen vallen, en niet
zelden aanleiding geven tot eindelooze jeremia
des bij de thee-met-een-biscuitje.
Op dit punt nu heeft onze houding wel
licht een grondige herziening noodig. Wij
knikken allen instemmend als wij hooren
of lezen, dat ieder naar vermogen moet bij
dragen tot versterking der innerlijke en
Uiterlijke volkskracht. Maar raken er te
vens niet over uitgejammerd, als de suiker
wat eerder opraakt, of wij de soort anthra-
ciet niet kunnen koopen waarmee wij al
tijd gewend waren te stoken. Reeds uit
een oogpunt van gezonden nationalen zin
is het gewenscht. de kleine moeilijkheden
van dezen tijd opgeruimd en flink te dra
gen. De juiste geest is die, waarbij men met
een opmerking, welke de algemeené hilari
teit gaande maakt, een buitenissig ge
recht weet op te dienen, dat de nood der
tijden ons gedwongen heeft klaar te ma
ken.
Verder zijn er, die op grond van een soort
„nationale ascese" de versobering aanprijzen
als een goed, dat ook vrijwillig, en zonder dat
noodzaak aanwezig is, dient te worden nage
streefd. In het algemeen kan zulk een streven
oflze bewondering niet opwekken. Als men al
leen natuurlijke overwegingen laat spreken, is
er méér te zeggen voor den raad, gewoon
te doen, gewoon te koopen en te verbruiken.
Want inderdaad wordt de geheele bevolking 't
best gediend door een flinken omzet van de
producten, die eigen landbouw, veeteelt en in
dustrie opleveren.
En ook het koopen van bloemen, van
boeken of kunstvoorwerpen is volstrekt
geen luxe in dezen tijd, maar kan juist
er toe bijdragen, dat de gevolgen van den
oorlog, zoowel op economisch gebied als in
de stemming der bevolking waartoe we
zelf ook behooren! zoo min mogelijk
worden. Men kan dan ook zelfs met recht
de stelling verdedigen, dat juist in een
tijd als deze het soms zijn nut heeft de
geldstukken flink te laten rollen, om de
bedrijvigheid op eigen bodem te stimulee-
ren.
Een andere vraag is echter of versobering
Om hoogere motieven vaak niet moet worden
aangeprezen. Hier past zeker een bevestigend
antwoord, dat eigenlijk voor een katholieke
vrouw niet verder behoeft te worden verde
digd. De Kerk zelf herinnert ons in den vas
tentijd dagelijks door haar gebeden aan de ge
nezende kracht van een soberheid, die om een
hooger doel wordt nagestreefd. Wij kleven nu
eenmaal allen wel eens te veel vast aan aard-
sche dingen, aan geld en bezit, aan spijs en
drank, aan comfort in kleeding en behuizing.
En het is zéér goed, noodzakelijk zelfs, dat wij
ons minstens enkele weken in het jaar beter
bezinnen op de Evangelische waarheid: dat de
mensch niet van brood alléén leeft, maar Gods
woord vóór al het andere onze zielekrachten
moet aantrekken. Zulk een versobering om het
Rijk der Hemelen is inderdaad een onmisbare
voorwaarde voor verderen opbloei van een
hooger zieleleven.
Men zou echter naar aanleiding van 't reeds
gezegde de vraag kunnen stellen, of het wel
redelijk is eenerzijds op normaal verbruik, ook
en juist in deze tijden, aan te dringen, en
anderzijds de soberheid om hoogere motieven
te prijzen. Komt de eerste raadgeving dan niet
in conflict met de tweede?
Hier blijkt ook weer duidelijk de hooge waar
de van de Evangeliewoorden, die zelf tegenover
problemen van tijdelijken aard vaak een ge-
niaal-eenvoudige oplossing aan de hand doen.
Aan de slechte gewoonte, die hier is
afgebeeld, maken de ijdelen zich schul
dig, die het niet kunnen laten, hun
schoenen precies een maat te klein te
r.emen. Tijdens het diner, als de voeten
buiten spel mogen blijven, wordt dan
even verlichting gezocht voor de arme
brandende teenen door ze van hun nau
we kwelgeesten te verlossen. Als het dan
maar niet uw straf is, dat uw tafelbuur
man die misschien op het laatste
moment een paar schoenen van z'n
vriend moest leenen hetzelfde heeft
gedaan, zoodat na het dessert, als men
gaat opstaan, uw zoekend voetje plotse
ling terecht komt in een schoen, die
heelemaal niet uw suède pumpje is
ceintuur (half
Li*K«
■bBB
Want is er niet alles voor te zeggen, dat men
zich zelf iets ontzegt om een ander te helpen,
die in duidelijken nood verkeert? Het verlee-
nen van steun aan de slachtoffers van oorlog,
mobilisatie, werkloosheid of andere moeilijke
omstandigheden, die het bestaan van zoovelen
bedreigen zonder dat van eigen schuld mag
gesproken worden, is wel een van de beste vor
men, waarin de „mobilisatie" kan plaats vin
den van geld, dat anders vaak onvruchtbaar
blijft liggen.
Wil men dus „versoberen", tevens eigen
zieleleven rijker maken, anderen 'n grooter
levensgeluk bezorgen, en ook de nationale
kracht op de beste wijze versterken er
bestaat géén beter middel dan tijdig en
tactvol steun te verleenen aan de velen, die
daarvoor in aanmerking komen. Zulk een
„mobilisatie in naam der christelijke lief
de" zal tevens, meer dan iets anders ook
in staat zijn groote gevaren van ons land
af tè wenden in dezen onheils-zwangeren
tijd.
M. B.
Soepele weefsels, die zich willig voegen,
hebben nog altijd onze voorkeur. Naas
de jersey-achtige stoffen, die in den
handel zijn en waar we dit seizoen veel
kleeding stukken van gemaakt zien,
komt het handgebreide op den voor
grond. Of het handgehaakte! Er zijn er
onder ons, die liever met de haakpen
werken, omdat haar dat eleganter af
gaat. Als u het geduld heeft, beschrij
ving en werkteekening van boven
staand blauw-wit garnituurtje, be
staande uit muts, ceintuur en halsver
siering, te bestudeeren en het dan na
te maken voor Uzelf of uw dochtertje,
kunt U daar een wat eentonig jumper-
en-rokje geheel mee verlevendigen. De
werkwijze zal U geen moeilijkheden ge
ven. Wilt U niet alle drie de deelen ma
ken, kiest U dan bij voorbeeld alleen
de flatteuze halsgarneering
Mutsje, halsgarneering en ceintuur, die u op
deze foto ziet, kunt u zelf haken met drie kleu
ren glansgaren en een haakpen numero acht.
Het garnituurtje is in lichtblauw, wit en don
kerblauw gehouden. Men heeft noodig: 200
gram lichtblauw garen, 50 gram wit en 25
gram donkerblauw. Voorts een viertal houten
ringen, twee houten knoopjes en drie druk-
knoopen, wat stevige stof om ceintuur en muts
je te voeren.
De ceintuur.
Deze wordt van lichtblauw glansgaren ge
haakt. 22 lossen opzetten. Ie toer: x 6 stokjes, 2
lossen, in de volgende steek 1 vaste, 2 lossen,
1 steek overslaan, vanaf x herhalen. 2e toer:
6 stokjes (in elk stokje van den vorigen toer
een stokje) 1 losse, de lossen en vaste van den
vorigen toer overslaan, in de volgende 6 stok
jes van den vorigen toer 6 stokjes I losse (we
derom lossen en vaste van den vorigen toer
overslaan), 6 stokjes. 3e toer: x 6 stokjes. 2
lossen, in het gaatje van den vorigen toer 1
vaste, 2 lossen, vanaf x herhalen. 2e en 3e toer
afwisselend herhalen
Men werkt in dit patroon tot de ceintuur de
vereischte lengte heeft. De ceintuur wordt van
achteren met drukknoopjes gesloten. Midden
voor worden drie met vasten van donkerblauw
garen overgehaakte ringen opgenaaid. Naast
den middelsten ring haken wij van een twaalf-
voudigen werkdraad lossen, en naaien deze
volgens afbeelding op. Over den middelsten
ring borduren wij met donkerblauw garen span-
steken, zoodat het geheel op een gespsluiting
lijkt.
De kraag
Deze wordt van lichtblauw garen gewerkt.
Wij zetten veertien lossen op en haken in het
boven beschreven patroon tot een lengte van
zes en dertig centimeter. Het strikje bestaat
uit twee gelijke deelen, waarvan een van licht
blauw en het andere van wit met donkerblauw
garen gewerkt wordt. Wij zetten dertig lossen
op en werken in het bovenbeschreven patroon
tot een lengte van zes en dertig centimeter. Bij
het van wit garen gewerkte deel haken wij na
twee toeren stokjes telkens één toer vasten
met donkerblauw garen. Het strikje wordt vol
gens afbeelding door een met donkerblauw ga
ren overgehaakten ring getrokken.
Het mutsje.
Dit wordt van donkerblauw garen in hetzelf
de patroon geheel volgens patroonteekening
gewerkt. De naad komt van achteren te lig
gen. Middenvoor wordt de muts iets ingevou-
wen en men naait middenvoor twee met don
kerblauw garen overgehaakte knoopen met
aanhangende lusjes op.
Hiervan kunt u den steek afkijken
,Wat ben Je aan t breien?" zegt nu de
Zweedsche als ze haar vriendin ontmoet, in
plaats van: „dag, hoe gaat het met je."
Ik brei wij breien wij hebben gebreid
wij zullen breien er is geen tijd van dit
nijvere werkwoord, die niet daadwerkelijk met
wol en pennen vervoegd is door de Zweedsche
vrouwen, die zich eenparig, met hun aangebo
ren handigheid en werklust aan het breien
gezet hebben voor de Finnen aan het front.
Nee, niet alleen voor de Finnen, voor alle strij
ders in Finland, want de vrijwilligers, die uit
zuidelijker landen komen, hebben warme wol
len wanten, mutsen, sokken, kniewarmers, pols
moffen, truien nog harder noodig dan de ge-
harden uit het land zelf. En niet één paar sok
ken of wanten draagt men in die koude, maar
minstens twee stel over elkaar; bovendien moet
het gesletene telkens door nieuw vervangen
worden. Scandinavië's vrouwen kunnen er nau
welijks tegenop breien. De Finsche Lotta's doen
veel, maar méér kunnen de Noorsche en
Zweedsche vrouwen doen. Ook die zijn van
kindsbeen af gewend uit de eigen onontvette
wol de warme kleedingstukken te breien, die
onontbeerlijk zijn in den Noordelijken winter.
Er wordt dan ook fanatiek gebreid. Het is
voor iedere Zweedsche het hare, dat zij bij
draagt als daadwerkelijke hulp aan Finland.
Er wordt overal gebreid. In trein, tram en
autobus, in de dokterswachtkamer is de ner
veuze sfeer gebroken door het huiselijk getik
van breipennen en bij den kapper laat niemand
zich meer krullen of permanenten in ledigheid.
Geen vrouw gaat haar deur uit zonder de brei-
tasch aan haar arm, want eiken dag heeft
z'n verloren oogenblikjes.
Misschien was men er zich nog nooit zoo van
bewust, hoe véél uren per dag de handen in
ledigheid doorbrengen. „Het komt er maar op
aan, geen minuutje te laten glippen," zei een
schrijfster tegen den journalist, die haar kwam
interviewen.
En waarom ook zou ze niet ijverig doorbreien
onder het vraaggesprek. Er is trouwens in het
Noorden geloof ik niet één vrouw van de
pen te vinden, die het door haar geestelijken
arbeid zou verleeren met de breipennen om te
gaan. Iets, waar haar zusters uit zuidelijker
landen niet allemaal op kunnen bogen.
Zou men nu in een van Stockholm's eerste
restaurants binnenkomen, dan is het doodge
woon er in de groote voorname eetzaal aan een
der tafeltjes een elegante vrouw in avondtoilet
te zien, die tusschen de hors d'oeuvres en de
soep zit te breien!
En het vlijtig bewegen der breinaalden, waar-
Iedere Zweedsche, of ze acht
is of tachtig, laat de breinaal
den gaan voor de strijdenden
in Finland.
J
aan de grof wollen sok weer enkele centime
ters groeit, houdt haar geenszins af van haar
mondainen plicht: de charmante dischgenoote
te zijn.
In een kruidenierswinkel, waar veel klanten
geholpen moeten worden, zal niemand zich
verwonderen, als de oude vrouw, die er haar
beurt staat af te wachten, het breiwerk uit
haar tasch neemt en de naalden laat gaan-
Een queue, hetzij bij 't wachten op distributie
kaarten, hetzij voor de bioscoop, is niet meer
bestaanbaar zonder breienden.
Ingenieus was de jeugdige bibliothecaresse,
die ellenlange telefoongesprekken met haar
vele vriendinnen placht te houden. Ze bond
den telefoonhoorn met een stevige shawl aan
haar hoofd vast en zoo zit ze vele kwartieren
te praten in de microfoon met beide handen
disponibèl om te breien; tot zelfs de hoofdre
dactrice van een veelgelezen tijdschrift heeft
in haar bureaulade breipennen liggen en roode
wol. Tusschen telefoontjes en conferenties door
doet ze enkele steken aan een. paar vuurroode
kniewarmers. „Vele kleintjes maken één groo
te!" zegt ze.
De Zweedsche huisvrouwen hebben van haar
moeders die dat weer van haar moeders
hebben geleerd, dat men prettiger en beter
werkt wanneer men gezamenlijk is. Vandaar
dat er legio breiclubs zijn ontstaan van acht,
tien of twaalf dames, die een of twee maal in
de week bij elkaar komen breien. Officieele co-
mité's zijn er niet gevormd; de Noorderlingen
houden niet van plechtigheid, maar des te
meer van gezelligheid. Bovendien is het voor-
deeliger, nu er maar zoo zuinigjes gestookt mag
worden, dat men een warm vertrek deelt.
Bridge-avonden worden omgezet in brei-
avonden, waar het minstens zoo gezellig toe
gaat, want de Zweedschen zijn niet alleen goe
de gastvrouwen, maar weten ook perfecte gas
ten te zijn.
In een klein plaatsje in Zuid-Zweden com
poneerde iemand zelfs ,een brei-lied echt
Scandinaafsch dat vroolijk gezongen wordt
op het rhythmisch getikkel der pennen.
Maar niet alleen zij, ook hij breit. De man
nelijke huisgenooten worden op die breimid-
dagen en -avonden zoo aangestoken door den
brei-ijver, dat meerdere vaders en zoons zich
geduldig het ABC van het „één recht, één
averecht" hebben laten uitleggen, om ook het
hunne bij te dragen.
Duizenden breinaalden in het Noorden ver
slinden wol. Wanneer zullen die klikkende pen
nen stilgelegd kunnen worden?
A. Bgl.
Op het eerste gezicht verschilt
de kleeding van het Italiaansche
kind niet veel van die van het
Hollanasche, doch als wij er
wat nauwkeuriger op letten, zien
wij dat de kleeding onderwor
pen is aan een zekere traditie.
Een traditie, die op de eerste
plaats uitgaat van het stand
punt: het bovenlijf moet goed
bedekt zijn en de beenen moe
ten lucht happen. Vandaar dat
men dan ook de kinderen tot
twaalf, dei tien jaar toe ziet loo-
pen met korte sokjes en met
rokjes en broekjes, die op geen
enkele Hollandscho zusterschool
getolereerd zouden worden. Het
geeft je op gure winterdagen 'n
gruwelijk koud gevoel en doet
ook min of meer onaesthetisch
aan, daar het bovenlijfje zoo
aangedikt is door wollen hemd
jes en truitjes en bovendien nog
door het pelsje van schapen
bont, dat de armpjes wijd uit
staan en het hoofdje nog maar
net boven die berg kleeren uit
komt kijken. Het pelsje wordt
alleen gedragen door kindertjes
van een tot drie jaar. Daarna
heerscht er een zekere traditie
onder de hoogere standen om de
meisjes uniform te kleeden, zoo
dat een vreemdeling ons eens
vroeg of die meisjes allen op een
pensionaat waren. In de haren worden twee
heel stijve vlechtjes gelegd. Daarboven
komt een rond hoedje van donker vilt.
Verder een jasje „tailormade" met twee
rijen knoopen en een klein ceintuurtje in
den rug, glacé handschoentjes alles in beige
achtig bruin of bruinachtig beige. Daarondei
draagt het kind een plooirokje met bretels en
'n sportblousje. Er zijn maar heel weinig moe
ders, die van deze opvatting omtrent aristocra-
tische kleeding afwijken. Is het meisje eenmaal
dertien, veertien jaar, dan wordt het opeens
een dame. De haren worden kort geknipt en
gepermanent, het complet is volgens de nieuw
ste snit, de beenen zijn in doorzichtige zijden
kousen gestoken en het hoedje staat schuin
op de donkere lokken.
De pop is een vlinder geworden!
C. P.—D.
In Frankrijk was de afgeloopen maand de
pannekoekenmaand, de Fransche traditie wil
namelijk, dat in Februari de pannekoek naar
voren wordt geschoven in al zijn verschillende
vormen: van den eenvoudigen spekpannekoek
af tot het meest verfijnde flensje toe.
Pannekoeken eten zou in de maand Februari
geluk aanbrengen of zelfs, het niet eten van
pannekoeken zou tot ongeluk kunnen leiden!
Hoe dit „geloof" in de wereld is gekomen
is niet met zekerheid te zeggen; ook is niet
uitgemaakt of het speciaal voor de Franschen
geldt dan wel of er ook bij andere volken re
kening mee moet worden gehouden.
Eén ding staat echter vast, namelijk, dat
pannekoeken-eten geen straf is en dat we de
aanmoediging er toe ook zonder bijgedachte
aan gelukkige gevolgen dus graag "zullen
aanvaarden als een wenk voor welke winter
maand ook.
Pannekoeken staan bekend als voedzaam en
een pannekoekenmaal vraagt dus weinig aan
vulling van andere gerechten. Een bijzonder
goede combinatie vormt sla met pannekoeken,
hetzij beide tegelijk gebruikt worden, hetzij
de sla 's winters van Brusselsch lof, roode
of savoyekool, veldsla, of aardappelplakjes met
biet als vóórgerecht dient, waarop de panne
koeken volgen, In het eerste geval worden na
tuurlijk de pannekoeken neutraal van smaak
gehouden en dus enkel in het beslag van
wat zout voorzien; in het tweede voorbeeld
dienen de koeken als nagerecht en worden ze
dus gepresenteerd met stroop of met suiker.
In het eerste geval kan naar onzen persoon
lijken smaak velerlei toegevoegd worden, om
aan de pannekoeken den gewenschten „harti-
gen" smaak te geven, terwijl bij de nagerecht-
pannekoeken schijfjes appel op hun plaats zul
len zijn; spek laat zich in beide gevallen ge
bruiken, immers „spekpannekoeken met stroop"
behooren tot de goed-Hollandsche gerechten,
maar diezelfde baksels zonder stroop smaken
ook uitstekend bij de daareven genoemde win-
terslasoorten.
Vóór het recept volgt nog dit:
Voor het beslag is uit den aard der zaak
vloeistof noodig om aan het meel den juisten
samenhang te geven. Uit een technisch oog
punt nu zou het onverschillig zijn, of water dan
wel melk werd gekozen, maar voor de voedings
waarde komt het er op aan, dat we het beslag
met melk bereiden. En nu nog een wenk: pro
beert u eens de algemeen gebruikelijke bloem
te vervangen door ongebuild tarwemeel. De
pannekoeken winnen er niet alleen bij in voed
zaamheid, maar zij zijn ook bijzonder smake
lijk.
En nu het grond-recèpt, waarvan alle an
dere stevige pannekoeksoorten kunnen worden
afgeleid; het luidt voor ongeveer vier personen:
Een pond bloem of liever nog vier ons tar
wemeel met een ons bloem, een liter lauwe
melk, een kwart ons gist, een halve afgestre
ken eetlepel zout, ongeveer een ons boter.
Doe de gist in een beslagpot of een diepe
kom en meng ze geleidelijk aan met de helft
van de lauwe melk; strooi er het zout in en
de geheele hoeveelheid meel en klop het meng
sel met een stevigen beslaglepel tot een glad
deeg. Verdun dit langzamerhand met de rest
van de lauwe melk, leg een deksel over het
beslag en zet het op een lauw plekje of in een
teiltje met warm water tot het goed gerezen
is, ongeveer een uur.
Maak in de koekenpan een gedeelte van de
boter goed heet, giet er een laagje beslag in en
bak dit op een flink vuur aan weerskanten
mooi bruin en door en door gaar.
Maak voor spek- of appelpannekoeken het
laagje beslag in de koekenpan wat dunner, be
leg het met uitgebakken stukjes spek of schijf
jes appel, giet er een tweede dun laagje over
heen en bak verder de koeken op de gewone
wijze. Reken echter den baktijd voor deze dik
kere pannekoeken wat langer en gebruik in
verband daarmee een niet te fel vuur.
In de Goede Week zal ook dit jaar in het
Cenakel te Tilburg de retraite gehouden wor
den voor meisjesstudenten. Ook niet-studee-
renden, die echter een middelbare of daarmee
gelijk te stellen opleiding genoten hebben, kun
nen zich tot een beperkt aantal hierbij aan
sluiten.
Opening der retraite op 16 Maart des avonds
te zeven uur; sluiting Dinsdag 19 Maart des
middags twaalf uur. Tot 9 Maart kan men zich
opgeven bij mejuffrouw A. J, Wilders, Blauw-
kapelscheweg 153, Utrecht.
De retraite zal geleid worden door prof.
Duynstee C.s.s.R.
Heeft u wel eens gezien, hoe een kind doet
als het bij zijn moeder op schoot zit en luis
tert naar de sprookjes, die ze vertelt. Zoolang
ze het heeft over reuzen en heksen en draken
zit het kaarsrecht met wijdopen oOgen, maar
als de moeder vertelt van geluk en zonne
schijn en bloemen, doet het kind z'n oogjes
dicht, vlijt het hoofdje tegen z'n moeder aan
en slaapt in. selma Lagerlöf,
Als u het nog niet deed, probeert u
dan eens nieuwe schoenzolen in te
smeren met lijnolie. Het houdt niet
alleen het vocht tegen, maar maakt
de zool veel duurzamer.
Met lijnolie, die goedkooper is dan
was, kunt u uitstekend uw geoliede
iouten vloeren onderhouden. U kunt
rauwe lijnolie koopen, die helder
geel is, of gekookte, welke bruin
van kleur is en een dikkere massa. De
ijnolie kan aangelengd worden met
petroleum, terpentijn of terpentine
(goedkooper dan terpentijn), Is de
houten vloer kaal afgeloopen, dan
wordt de lijnolie slechts weinig ver
dund. Een donkere houten vloer wordt
gewreven met gekookte lijnolie, ver
mengd met roode terpentijn; een
ichten vloer onderhoudt men met ge
mokte lijnolie welke met witte terpen
tijn is verdund en een blanke vloer
wordt mooi met zuivere rauwe lijnolie.
Hout- en steengranieten vloeren en
ook aanrechten, die na het schoonma
ken met water en zeep met lijnolie
worden gewreven, glanzen als nieuw.
Bovendien vormt de lijnolie een ver-
nislaagje, dat het graniet beschermt
tegen indringen van vuil.
Gebeitst of ongebeitst hout, waarop,
na het verwijderen van vlekken, lichte
plekken zijn achtergebleven, kan bijge
werkt worden met lijnolie.
Piepende deuren en kinderwagens,
krakende zolen, piepende matrassen
en stroeve gordijnroeden geve men een
smeerbeurt met lijnolie vermengd met
petroleum.
Lijnolie reinigt het roestige strijk
ijzer.
Ook andere oliën bewijzen bij het
huisonderhoud hun diensten. Met sla
olie wrijft men Chineesch en Japansch
akwerk, dat nimmer met water en
zeep in aanraking mag komen.
Vlekken in gepolitoerd hout trekken
weg door er een papje op te leggen van
sigarenasch en slaolie. Dit niet te dik
wijls doen, want dan wordt het hout
dof.
Watervlekken in eikenhout behan
delt men met wonderolie.
En tenslotte is een lapje met een
weinigje slaolie het middel om lak
schoenen en taschjes van lakleer gaaf
en glanzend te houden.
COMMISSIE TOT VOORLICHTING
OP HUISHOUDELIJK GEBIED
|TTTTTTTTVTTTVTTVTTVTTVTT»TTTT7TTTTTTTTT|
„Wolta", Ieplaan 25, Haag. Deventer Smyrna-
wol, gegar kleurecht, loopt niet plat. Ruime
keuze patr- Stramien in alle br. inl. en lev. d.
geh. Nederland. (Adv.)
Dommelstr. 2
EINDHOVEN
DE LINNENWEVERS SINDS 1847
Uevering rechtstreeks aan particulieren van
complete HUWELIJKSUITZETTEN en ook
van kleine aanvullingen voor Uw linnenkast
Vraagt vrijblijvend stalencollectie en
reizigersbezoek aan huis
Van dg oudste cn meest bekende
fabriek in Nederland. Pr. fabrik.
VRAAGT UWEN WINKELIER
Hoest-
bonbons
Imp.iRottcrJ, Prod. Mij.
WITTE HUIS -Rotterdam