VERSOBERING MAKEN HET ZELF EEN RECHT- TWEE A VERECHT Italiaansche meisje Pannekoekenmaand tl LEKO RIJWIELLAMPEN n HOE HET Doe het met lijnolie of andere oliën Heity ZONDAG 3 MAART 1940 Derde voetenstudie gekleed gaat RETRAITE VOOR MEISJES STUDENTEN LEKO LICHT - BETER ZtëHT «ff* Wltm Jonge Zweedsche breistertjes bezig voor Finland SMYRNA HANDWERK VAN DEN BR1EL VERSTER JE VROUW EN HAAR TIJD Dit woord heeft in deze dagen wel geheel bijzondere beteekenis verkregen! Ook in ons land. waar men overigens toch zeker niet be hoeft te klagen, als men denkt aan ontberin gen onder andere Europeesche volkeren. En aangezien het gaat om een zaak van groot Ideëel en practisch belang, die tevens niet het minst de huisvrouw aangaat, heeft het wel licht zijn nut daarover enkele gedachten te uiten. Wij weten allen door ondervinding, dat oor logstijd een gedwongen versobering op velerlei gebied met zich meebrengt. In ons land komt dat gelukkig nog niet tot uiting in het ontbe ren van voedsel, kleeding of brandstof, maar meer in het missen van enkele zaken die men gewend was vrijuit te kunnen koopen. en nu door iets anders moeten worden vervangen. Kleine ..ontberingen", die echter een Nederlan der 1-sche), die vaak een beetje verwend mag heeten, toch moeilijk kunnen vallen, en niet zelden aanleiding geven tot eindelooze jeremia des bij de thee-met-een-biscuitje. Op dit punt nu heeft onze houding wel licht een grondige herziening noodig. Wij knikken allen instemmend als wij hooren of lezen, dat ieder naar vermogen moet bij dragen tot versterking der innerlijke en Uiterlijke volkskracht. Maar raken er te vens niet over uitgejammerd, als de suiker wat eerder opraakt, of wij de soort anthra- ciet niet kunnen koopen waarmee wij al tijd gewend waren te stoken. Reeds uit een oogpunt van gezonden nationalen zin is het gewenscht. de kleine moeilijkheden van dezen tijd opgeruimd en flink te dra gen. De juiste geest is die, waarbij men met een opmerking, welke de algemeené hilari teit gaande maakt, een buitenissig ge recht weet op te dienen, dat de nood der tijden ons gedwongen heeft klaar te ma ken. Verder zijn er, die op grond van een soort „nationale ascese" de versobering aanprijzen als een goed, dat ook vrijwillig, en zonder dat noodzaak aanwezig is, dient te worden nage streefd. In het algemeen kan zulk een streven oflze bewondering niet opwekken. Als men al leen natuurlijke overwegingen laat spreken, is er méér te zeggen voor den raad, gewoon te doen, gewoon te koopen en te verbruiken. Want inderdaad wordt de geheele bevolking 't best gediend door een flinken omzet van de producten, die eigen landbouw, veeteelt en in dustrie opleveren. En ook het koopen van bloemen, van boeken of kunstvoorwerpen is volstrekt geen luxe in dezen tijd, maar kan juist er toe bijdragen, dat de gevolgen van den oorlog, zoowel op economisch gebied als in de stemming der bevolking waartoe we zelf ook behooren! zoo min mogelijk worden. Men kan dan ook zelfs met recht de stelling verdedigen, dat juist in een tijd als deze het soms zijn nut heeft de geldstukken flink te laten rollen, om de bedrijvigheid op eigen bodem te stimulee- ren. Een andere vraag is echter of versobering Om hoogere motieven vaak niet moet worden aangeprezen. Hier past zeker een bevestigend antwoord, dat eigenlijk voor een katholieke vrouw niet verder behoeft te worden verde digd. De Kerk zelf herinnert ons in den vas tentijd dagelijks door haar gebeden aan de ge nezende kracht van een soberheid, die om een hooger doel wordt nagestreefd. Wij kleven nu eenmaal allen wel eens te veel vast aan aard- sche dingen, aan geld en bezit, aan spijs en drank, aan comfort in kleeding en behuizing. En het is zéér goed, noodzakelijk zelfs, dat wij ons minstens enkele weken in het jaar beter bezinnen op de Evangelische waarheid: dat de mensch niet van brood alléén leeft, maar Gods woord vóór al het andere onze zielekrachten moet aantrekken. Zulk een versobering om het Rijk der Hemelen is inderdaad een onmisbare voorwaarde voor verderen opbloei van een hooger zieleleven. Men zou echter naar aanleiding van 't reeds gezegde de vraag kunnen stellen, of het wel redelijk is eenerzijds op normaal verbruik, ook en juist in deze tijden, aan te dringen, en anderzijds de soberheid om hoogere motieven te prijzen. Komt de eerste raadgeving dan niet in conflict met de tweede? Hier blijkt ook weer duidelijk de hooge waar de van de Evangeliewoorden, die zelf tegenover problemen van tijdelijken aard vaak een ge- niaal-eenvoudige oplossing aan de hand doen. Aan de slechte gewoonte, die hier is afgebeeld, maken de ijdelen zich schul dig, die het niet kunnen laten, hun schoenen precies een maat te klein te r.emen. Tijdens het diner, als de voeten buiten spel mogen blijven, wordt dan even verlichting gezocht voor de arme brandende teenen door ze van hun nau we kwelgeesten te verlossen. Als het dan maar niet uw straf is, dat uw tafelbuur man die misschien op het laatste moment een paar schoenen van z'n vriend moest leenen hetzelfde heeft gedaan, zoodat na het dessert, als men gaat opstaan, uw zoekend voetje plotse ling terecht komt in een schoen, die heelemaal niet uw suède pumpje is ceintuur (half Li*K« ■bBB Want is er niet alles voor te zeggen, dat men zich zelf iets ontzegt om een ander te helpen, die in duidelijken nood verkeert? Het verlee- nen van steun aan de slachtoffers van oorlog, mobilisatie, werkloosheid of andere moeilijke omstandigheden, die het bestaan van zoovelen bedreigen zonder dat van eigen schuld mag gesproken worden, is wel een van de beste vor men, waarin de „mobilisatie" kan plaats vin den van geld, dat anders vaak onvruchtbaar blijft liggen. Wil men dus „versoberen", tevens eigen zieleleven rijker maken, anderen 'n grooter levensgeluk bezorgen, en ook de nationale kracht op de beste wijze versterken er bestaat géén beter middel dan tijdig en tactvol steun te verleenen aan de velen, die daarvoor in aanmerking komen. Zulk een „mobilisatie in naam der christelijke lief de" zal tevens, meer dan iets anders ook in staat zijn groote gevaren van ons land af tè wenden in dezen onheils-zwangeren tijd. M. B. Soepele weefsels, die zich willig voegen, hebben nog altijd onze voorkeur. Naas de jersey-achtige stoffen, die in den handel zijn en waar we dit seizoen veel kleeding stukken van gemaakt zien, komt het handgebreide op den voor grond. Of het handgehaakte! Er zijn er onder ons, die liever met de haakpen werken, omdat haar dat eleganter af gaat. Als u het geduld heeft, beschrij ving en werkteekening van boven staand blauw-wit garnituurtje, be staande uit muts, ceintuur en halsver siering, te bestudeeren en het dan na te maken voor Uzelf of uw dochtertje, kunt U daar een wat eentonig jumper- en-rokje geheel mee verlevendigen. De werkwijze zal U geen moeilijkheden ge ven. Wilt U niet alle drie de deelen ma ken, kiest U dan bij voorbeeld alleen de flatteuze halsgarneering Mutsje, halsgarneering en ceintuur, die u op deze foto ziet, kunt u zelf haken met drie kleu ren glansgaren en een haakpen numero acht. Het garnituurtje is in lichtblauw, wit en don kerblauw gehouden. Men heeft noodig: 200 gram lichtblauw garen, 50 gram wit en 25 gram donkerblauw. Voorts een viertal houten ringen, twee houten knoopjes en drie druk- knoopen, wat stevige stof om ceintuur en muts je te voeren. De ceintuur. Deze wordt van lichtblauw glansgaren ge haakt. 22 lossen opzetten. Ie toer: x 6 stokjes, 2 lossen, in de volgende steek 1 vaste, 2 lossen, 1 steek overslaan, vanaf x herhalen. 2e toer: 6 stokjes (in elk stokje van den vorigen toer een stokje) 1 losse, de lossen en vaste van den vorigen toer overslaan, in de volgende 6 stok jes van den vorigen toer 6 stokjes I losse (we derom lossen en vaste van den vorigen toer overslaan), 6 stokjes. 3e toer: x 6 stokjes. 2 lossen, in het gaatje van den vorigen toer 1 vaste, 2 lossen, vanaf x herhalen. 2e en 3e toer afwisselend herhalen Men werkt in dit patroon tot de ceintuur de vereischte lengte heeft. De ceintuur wordt van achteren met drukknoopjes gesloten. Midden voor worden drie met vasten van donkerblauw garen overgehaakte ringen opgenaaid. Naast den middelsten ring haken wij van een twaalf- voudigen werkdraad lossen, en naaien deze volgens afbeelding op. Over den middelsten ring borduren wij met donkerblauw garen span- steken, zoodat het geheel op een gespsluiting lijkt. De kraag Deze wordt van lichtblauw garen gewerkt. Wij zetten veertien lossen op en haken in het boven beschreven patroon tot een lengte van zes en dertig centimeter. Het strikje bestaat uit twee gelijke deelen, waarvan een van licht blauw en het andere van wit met donkerblauw garen gewerkt wordt. Wij zetten dertig lossen op en werken in het bovenbeschreven patroon tot een lengte van zes en dertig centimeter. Bij het van wit garen gewerkte deel haken wij na twee toeren stokjes telkens één toer vasten met donkerblauw garen. Het strikje wordt vol gens afbeelding door een met donkerblauw ga ren overgehaakten ring getrokken. Het mutsje. Dit wordt van donkerblauw garen in hetzelf de patroon geheel volgens patroonteekening gewerkt. De naad komt van achteren te lig gen. Middenvoor wordt de muts iets ingevou- wen en men naait middenvoor twee met don kerblauw garen overgehaakte knoopen met aanhangende lusjes op. Hiervan kunt u den steek afkijken ,Wat ben Je aan t breien?" zegt nu de Zweedsche als ze haar vriendin ontmoet, in plaats van: „dag, hoe gaat het met je." Ik brei wij breien wij hebben gebreid wij zullen breien er is geen tijd van dit nijvere werkwoord, die niet daadwerkelijk met wol en pennen vervoegd is door de Zweedsche vrouwen, die zich eenparig, met hun aangebo ren handigheid en werklust aan het breien gezet hebben voor de Finnen aan het front. Nee, niet alleen voor de Finnen, voor alle strij ders in Finland, want de vrijwilligers, die uit zuidelijker landen komen, hebben warme wol len wanten, mutsen, sokken, kniewarmers, pols moffen, truien nog harder noodig dan de ge- harden uit het land zelf. En niet één paar sok ken of wanten draagt men in die koude, maar minstens twee stel over elkaar; bovendien moet het gesletene telkens door nieuw vervangen worden. Scandinavië's vrouwen kunnen er nau welijks tegenop breien. De Finsche Lotta's doen veel, maar méér kunnen de Noorsche en Zweedsche vrouwen doen. Ook die zijn van kindsbeen af gewend uit de eigen onontvette wol de warme kleedingstukken te breien, die onontbeerlijk zijn in den Noordelijken winter. Er wordt dan ook fanatiek gebreid. Het is voor iedere Zweedsche het hare, dat zij bij draagt als daadwerkelijke hulp aan Finland. Er wordt overal gebreid. In trein, tram en autobus, in de dokterswachtkamer is de ner veuze sfeer gebroken door het huiselijk getik van breipennen en bij den kapper laat niemand zich meer krullen of permanenten in ledigheid. Geen vrouw gaat haar deur uit zonder de brei- tasch aan haar arm, want eiken dag heeft z'n verloren oogenblikjes. Misschien was men er zich nog nooit zoo van bewust, hoe véél uren per dag de handen in ledigheid doorbrengen. „Het komt er maar op aan, geen minuutje te laten glippen," zei een schrijfster tegen den journalist, die haar kwam interviewen. En waarom ook zou ze niet ijverig doorbreien onder het vraaggesprek. Er is trouwens in het Noorden geloof ik niet één vrouw van de pen te vinden, die het door haar geestelijken arbeid zou verleeren met de breipennen om te gaan. Iets, waar haar zusters uit zuidelijker landen niet allemaal op kunnen bogen. Zou men nu in een van Stockholm's eerste restaurants binnenkomen, dan is het doodge woon er in de groote voorname eetzaal aan een der tafeltjes een elegante vrouw in avondtoilet te zien, die tusschen de hors d'oeuvres en de soep zit te breien! En het vlijtig bewegen der breinaalden, waar- Iedere Zweedsche, of ze acht is of tachtig, laat de breinaal den gaan voor de strijdenden in Finland. J aan de grof wollen sok weer enkele centime ters groeit, houdt haar geenszins af van haar mondainen plicht: de charmante dischgenoote te zijn. In een kruidenierswinkel, waar veel klanten geholpen moeten worden, zal niemand zich verwonderen, als de oude vrouw, die er haar beurt staat af te wachten, het breiwerk uit haar tasch neemt en de naalden laat gaan- Een queue, hetzij bij 't wachten op distributie kaarten, hetzij voor de bioscoop, is niet meer bestaanbaar zonder breienden. Ingenieus was de jeugdige bibliothecaresse, die ellenlange telefoongesprekken met haar vele vriendinnen placht te houden. Ze bond den telefoonhoorn met een stevige shawl aan haar hoofd vast en zoo zit ze vele kwartieren te praten in de microfoon met beide handen disponibèl om te breien; tot zelfs de hoofdre dactrice van een veelgelezen tijdschrift heeft in haar bureaulade breipennen liggen en roode wol. Tusschen telefoontjes en conferenties door doet ze enkele steken aan een. paar vuurroode kniewarmers. „Vele kleintjes maken één groo te!" zegt ze. De Zweedsche huisvrouwen hebben van haar moeders die dat weer van haar moeders hebben geleerd, dat men prettiger en beter werkt wanneer men gezamenlijk is. Vandaar dat er legio breiclubs zijn ontstaan van acht, tien of twaalf dames, die een of twee maal in de week bij elkaar komen breien. Officieele co- mité's zijn er niet gevormd; de Noorderlingen houden niet van plechtigheid, maar des te meer van gezelligheid. Bovendien is het voor- deeliger, nu er maar zoo zuinigjes gestookt mag worden, dat men een warm vertrek deelt. Bridge-avonden worden omgezet in brei- avonden, waar het minstens zoo gezellig toe gaat, want de Zweedschen zijn niet alleen goe de gastvrouwen, maar weten ook perfecte gas ten te zijn. In een klein plaatsje in Zuid-Zweden com poneerde iemand zelfs ,een brei-lied echt Scandinaafsch dat vroolijk gezongen wordt op het rhythmisch getikkel der pennen. Maar niet alleen zij, ook hij breit. De man nelijke huisgenooten worden op die breimid- dagen en -avonden zoo aangestoken door den brei-ijver, dat meerdere vaders en zoons zich geduldig het ABC van het „één recht, één averecht" hebben laten uitleggen, om ook het hunne bij te dragen. Duizenden breinaalden in het Noorden ver slinden wol. Wanneer zullen die klikkende pen nen stilgelegd kunnen worden? A. Bgl. Op het eerste gezicht verschilt de kleeding van het Italiaansche kind niet veel van die van het Hollanasche, doch als wij er wat nauwkeuriger op letten, zien wij dat de kleeding onderwor pen is aan een zekere traditie. Een traditie, die op de eerste plaats uitgaat van het stand punt: het bovenlijf moet goed bedekt zijn en de beenen moe ten lucht happen. Vandaar dat men dan ook de kinderen tot twaalf, dei tien jaar toe ziet loo- pen met korte sokjes en met rokjes en broekjes, die op geen enkele Hollandscho zusterschool getolereerd zouden worden. Het geeft je op gure winterdagen 'n gruwelijk koud gevoel en doet ook min of meer onaesthetisch aan, daar het bovenlijfje zoo aangedikt is door wollen hemd jes en truitjes en bovendien nog door het pelsje van schapen bont, dat de armpjes wijd uit staan en het hoofdje nog maar net boven die berg kleeren uit komt kijken. Het pelsje wordt alleen gedragen door kindertjes van een tot drie jaar. Daarna heerscht er een zekere traditie onder de hoogere standen om de meisjes uniform te kleeden, zoo dat een vreemdeling ons eens vroeg of die meisjes allen op een pensionaat waren. In de haren worden twee heel stijve vlechtjes gelegd. Daarboven komt een rond hoedje van donker vilt. Verder een jasje „tailormade" met twee rijen knoopen en een klein ceintuurtje in den rug, glacé handschoentjes alles in beige achtig bruin of bruinachtig beige. Daarondei draagt het kind een plooirokje met bretels en 'n sportblousje. Er zijn maar heel weinig moe ders, die van deze opvatting omtrent aristocra- tische kleeding afwijken. Is het meisje eenmaal dertien, veertien jaar, dan wordt het opeens een dame. De haren worden kort geknipt en gepermanent, het complet is volgens de nieuw ste snit, de beenen zijn in doorzichtige zijden kousen gestoken en het hoedje staat schuin op de donkere lokken. De pop is een vlinder geworden! C. P.—D. In Frankrijk was de afgeloopen maand de pannekoekenmaand, de Fransche traditie wil namelijk, dat in Februari de pannekoek naar voren wordt geschoven in al zijn verschillende vormen: van den eenvoudigen spekpannekoek af tot het meest verfijnde flensje toe. Pannekoeken eten zou in de maand Februari geluk aanbrengen of zelfs, het niet eten van pannekoeken zou tot ongeluk kunnen leiden! Hoe dit „geloof" in de wereld is gekomen is niet met zekerheid te zeggen; ook is niet uitgemaakt of het speciaal voor de Franschen geldt dan wel of er ook bij andere volken re kening mee moet worden gehouden. Eén ding staat echter vast, namelijk, dat pannekoeken-eten geen straf is en dat we de aanmoediging er toe ook zonder bijgedachte aan gelukkige gevolgen dus graag "zullen aanvaarden als een wenk voor welke winter maand ook. Pannekoeken staan bekend als voedzaam en een pannekoekenmaal vraagt dus weinig aan vulling van andere gerechten. Een bijzonder goede combinatie vormt sla met pannekoeken, hetzij beide tegelijk gebruikt worden, hetzij de sla 's winters van Brusselsch lof, roode of savoyekool, veldsla, of aardappelplakjes met biet als vóórgerecht dient, waarop de panne koeken volgen, In het eerste geval worden na tuurlijk de pannekoeken neutraal van smaak gehouden en dus enkel in het beslag van wat zout voorzien; in het tweede voorbeeld dienen de koeken als nagerecht en worden ze dus gepresenteerd met stroop of met suiker. In het eerste geval kan naar onzen persoon lijken smaak velerlei toegevoegd worden, om aan de pannekoeken den gewenschten „harti- gen" smaak te geven, terwijl bij de nagerecht- pannekoeken schijfjes appel op hun plaats zul len zijn; spek laat zich in beide gevallen ge bruiken, immers „spekpannekoeken met stroop" behooren tot de goed-Hollandsche gerechten, maar diezelfde baksels zonder stroop smaken ook uitstekend bij de daareven genoemde win- terslasoorten. Vóór het recept volgt nog dit: Voor het beslag is uit den aard der zaak vloeistof noodig om aan het meel den juisten samenhang te geven. Uit een technisch oog punt nu zou het onverschillig zijn, of water dan wel melk werd gekozen, maar voor de voedings waarde komt het er op aan, dat we het beslag met melk bereiden. En nu nog een wenk: pro beert u eens de algemeen gebruikelijke bloem te vervangen door ongebuild tarwemeel. De pannekoeken winnen er niet alleen bij in voed zaamheid, maar zij zijn ook bijzonder smake lijk. En nu het grond-recèpt, waarvan alle an dere stevige pannekoeksoorten kunnen worden afgeleid; het luidt voor ongeveer vier personen: Een pond bloem of liever nog vier ons tar wemeel met een ons bloem, een liter lauwe melk, een kwart ons gist, een halve afgestre ken eetlepel zout, ongeveer een ons boter. Doe de gist in een beslagpot of een diepe kom en meng ze geleidelijk aan met de helft van de lauwe melk; strooi er het zout in en de geheele hoeveelheid meel en klop het meng sel met een stevigen beslaglepel tot een glad deeg. Verdun dit langzamerhand met de rest van de lauwe melk, leg een deksel over het beslag en zet het op een lauw plekje of in een teiltje met warm water tot het goed gerezen is, ongeveer een uur. Maak in de koekenpan een gedeelte van de boter goed heet, giet er een laagje beslag in en bak dit op een flink vuur aan weerskanten mooi bruin en door en door gaar. Maak voor spek- of appelpannekoeken het laagje beslag in de koekenpan wat dunner, be leg het met uitgebakken stukjes spek of schijf jes appel, giet er een tweede dun laagje over heen en bak verder de koeken op de gewone wijze. Reken echter den baktijd voor deze dik kere pannekoeken wat langer en gebruik in verband daarmee een niet te fel vuur. In de Goede Week zal ook dit jaar in het Cenakel te Tilburg de retraite gehouden wor den voor meisjesstudenten. Ook niet-studee- renden, die echter een middelbare of daarmee gelijk te stellen opleiding genoten hebben, kun nen zich tot een beperkt aantal hierbij aan sluiten. Opening der retraite op 16 Maart des avonds te zeven uur; sluiting Dinsdag 19 Maart des middags twaalf uur. Tot 9 Maart kan men zich opgeven bij mejuffrouw A. J, Wilders, Blauw- kapelscheweg 153, Utrecht. De retraite zal geleid worden door prof. Duynstee C.s.s.R. Heeft u wel eens gezien, hoe een kind doet als het bij zijn moeder op schoot zit en luis tert naar de sprookjes, die ze vertelt. Zoolang ze het heeft over reuzen en heksen en draken zit het kaarsrecht met wijdopen oOgen, maar als de moeder vertelt van geluk en zonne schijn en bloemen, doet het kind z'n oogjes dicht, vlijt het hoofdje tegen z'n moeder aan en slaapt in. selma Lagerlöf, Als u het nog niet deed, probeert u dan eens nieuwe schoenzolen in te smeren met lijnolie. Het houdt niet alleen het vocht tegen, maar maakt de zool veel duurzamer. Met lijnolie, die goedkooper is dan was, kunt u uitstekend uw geoliede iouten vloeren onderhouden. U kunt rauwe lijnolie koopen, die helder geel is, of gekookte, welke bruin van kleur is en een dikkere massa. De ijnolie kan aangelengd worden met petroleum, terpentijn of terpentine (goedkooper dan terpentijn), Is de houten vloer kaal afgeloopen, dan wordt de lijnolie slechts weinig ver dund. Een donkere houten vloer wordt gewreven met gekookte lijnolie, ver mengd met roode terpentijn; een ichten vloer onderhoudt men met ge mokte lijnolie welke met witte terpen tijn is verdund en een blanke vloer wordt mooi met zuivere rauwe lijnolie. Hout- en steengranieten vloeren en ook aanrechten, die na het schoonma ken met water en zeep met lijnolie worden gewreven, glanzen als nieuw. Bovendien vormt de lijnolie een ver- nislaagje, dat het graniet beschermt tegen indringen van vuil. Gebeitst of ongebeitst hout, waarop, na het verwijderen van vlekken, lichte plekken zijn achtergebleven, kan bijge werkt worden met lijnolie. Piepende deuren en kinderwagens, krakende zolen, piepende matrassen en stroeve gordijnroeden geve men een smeerbeurt met lijnolie vermengd met petroleum. Lijnolie reinigt het roestige strijk ijzer. Ook andere oliën bewijzen bij het huisonderhoud hun diensten. Met sla olie wrijft men Chineesch en Japansch akwerk, dat nimmer met water en zeep in aanraking mag komen. Vlekken in gepolitoerd hout trekken weg door er een papje op te leggen van sigarenasch en slaolie. Dit niet te dik wijls doen, want dan wordt het hout dof. Watervlekken in eikenhout behan delt men met wonderolie. En tenslotte is een lapje met een weinigje slaolie het middel om lak schoenen en taschjes van lakleer gaaf en glanzend te houden. COMMISSIE TOT VOORLICHTING OP HUISHOUDELIJK GEBIED |TTTTTTTTVTTTVTTVTTVTTVTT»TTTT7TTTTTTTTT| „Wolta", Ieplaan 25, Haag. Deventer Smyrna- wol, gegar kleurecht, loopt niet plat. Ruime keuze patr- Stramien in alle br. inl. en lev. d. geh. Nederland. (Adv.) Dommelstr. 2 EINDHOVEN DE LINNENWEVERS SINDS 1847 Uevering rechtstreeks aan particulieren van complete HUWELIJKSUITZETTEN en ook van kleine aanvullingen voor Uw linnenkast Vraagt vrijblijvend stalencollectie en reizigersbezoek aan huis Van dg oudste cn meest bekende fabriek in Nederland. Pr. fabrik. VRAAGT UWEN WINKELIER Hoest- bonbons Imp.iRottcrJ, Prod. Mij. WITTE HUIS -Rotterdam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 8