UIT DEN OMTREK w; DE GEBROEDERS „GOOCHEM" 1! "id vetfiaal den HESA ARNHEM TREDEN de WOENSDAG 6 MAART 1940 AERDENHOUT BENNEBRÖEK BEVERWIJK T uinbouwstudieclub Vruchtboomen in onze tuintjes HILLEGOM VELSEN KATH. VOLKSBOND Jaarvergadering afd. Velsen Burgerlijke stand IJMUIDEN PATER FRUMENTIUS VERTREKT K.R.O.-reportage Aanbesteding Werkloosheid sterk gedaald WIJK-AANZEE J De nieuwe RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN VESTIGINGSWET Aerdenhout's Kindertconeel Op Zaterdag, 30 Maart, zal de vereeniging „Aerdenhouts Kindertooneei" weer in den Stadsschouwburg verschijnen met een werk, thans van de Ne- derlandsche schrijfster Geertruida van Vlade- racken, getiteld „Goudhaartje en de Trouba dour." Ondanks de tijdsomstandigheden heeft het bestuur gemeend, niet stil te moeten blij ven zitten; immers, alle zorgen door de tijds omstandigheden veroorzaakt, gaan gelukkig nog aan de kinderziel voorbij. Zij speelt, zij lacht, zij zingt Onbekommerd voor den dag van morgen; Heeft geen begrip van leed of zorgen. Gelukkig hij, die zoo de kinderziel verstaat! Mevr. v. Kampenv. d. Brink heeft ernstige studie van dit werk gemaakt en zich wederom de medewerking verzekerd van eminente krachten, waaronder mevr. Ruth Tobi, de in Haarlem en omstreken welbekende leerares in lichamelijke opvoeding. „Goudhaartje en de Troubadour" is wel zeer geëigend om de kinderziel in haar fantasie te bevredigen; immers hét tot leven gebracht zien van de figuren uit hun sprookjeswereld maakt op hen in den regel een onuitwischbaren in druk en zal nog lang in hun herinnering blij ven voortleven. Gezien het succes, dat deze vereeniging had met „Asschepoes" in den afgeloopen winter, zullen ook thans zeer zeker weer bevredigende resultaten kunnen worden verwacht. St. Deus Dcdit. Naar aanleiding van het besluit der vorige vergadering om voor de be spreking „gezamenlijken aankoop van plant aardappelen" een extra vergadering te beleggen, kan worden medegedeeld, dat deze vergadering hedenavond 7.30 uur in het R.K. Vereenigings- gebouw zal worden gehouden. Belanghebbenden worden verzocht te komen. Gisteravond hield de Tutnbouwstudieclub Beverwijk en omstreken een druk bezochte le denvergadering in het veilinggebouw 't Centrum. In zijn openingswoord richtte de voorzitter, de heer R'. W. A. Muijen, een bijzonder woord van welkom tot de jonge L. T. B.'ers, die en bloc tot de studieclub zijn toegetreden en de vergadering voor de eerste maal, onder leiding van hun technischen adviseur, den heer Ver- nooy, bewoonden. De heer Vernooy dankte het bestuur voor de royale opvatting, waardoor de L. T.-groep in staat wordt gesteld om aan het nuttige en wetenschappelijke werk van de studieclub deel te nemen. De bedoeling van de jongelieden is hoofdzakelijk om onder leiding van de vetera nen. en vooruitstrevende mannen, die b.v. de schitterende bloemententoonstelling tot stand bAchten, fees te lecren. Het zijn jonge tuinders, die inzien, dat men in den tegen- wcordigen tijd slechts met inzet van zijn ge- heele capaciteit den strijd om het bestaan zal kunnen volhouden. De voorzitter herinnerde hierna aan het suc ces van de bloemententoonstelling, waaraan de studieclub een werkzaam aandeel heeft ge had. De collectieve inzending van de club was een groot succes. Spr. dankte de commissie, die een en ander heeft georganiseerd en voorbe reid, voor haar arbeid. Besloten werd hierna om een excursie te houden naar de bloemententoonstelling „Am- stelflora", welke binnenkort te Amsterdam wordt gehouden. De heer Muijen hield vervolgens een causerie over het kweeken en snoeien van vruchtboomen, een onderwerp, waarvoor vooral in de kringen der liefhebbers met kleine tuintjes bij hun woningen, groote interesse blijkt te bestaan. Allereerst beantwoordde spr. de vraag, of de fruitboom in deze streek op zijn plaats is. Eigenlijk is dat niet het geval. In Kennemer- land is de grondwaterstand te onregelmatig. Pitvruchten vragen in het najaar drogen grond, waardoor het jonge hout goed kan rijpen, hard en gezond wordt. In deze streek nu hebben de boomen in het najaar last van het water. Maar in de kleine tuintjes bij de huizen is de grond meestal opgehoogd en doet zich het bezwaar in vele gevallen niet voor. Spr. behandelde dan de soort van boomen, welke men in de tuintjes kan planten, waarbij gelet moet worden op goede boomen, op den juisten onderstam geënt en dus geen „zaai lingen". Voorts hoe men de boomen, die te wild groeien en weinig vrucht dragen, door het wegnemen van een stukje bast (ringen) weer vruchtbaar kan maken. Hetzelfde effect wordt ook bereikt door de takken naar beneden te buigen. Wat de z.g. vormboomen betreft gaf spr. de voorkeur aan palmet-boomen, boven de waaier vormen, omdat deze laatste moeilijk te be handelen zijn. Breedvoerig behandelde spr. tenslotte het snoeien der toornen, hetgeen een karweitje is dat zorgvuldig en deskundig moet geschieden. De heer Muijen had enkele boomen meege bracht, zoodat hij het verhandelde in de prak tijk kon demonstreeren. De vergadering werd opgeluisterd door een aantal fraaie inzendingen bloemen en bindwerk Bij de keuring werden de navolgende punten toegekend. Bindwerk: schaal Frezia's, A. v. d. Wel, 7% p.; witte tulpen en blauwe druifjes, A. Martens, 8 p.; koperen schaal mét tulpen, G. v. d. Wel, 9% p. Bloemen; C. Hilbers, tulpen, 714 p.; A. Boo gaard, tulpen, 8>j p.; H. Houtwipper, tulpen, 9 p.; A. Martens, tulpen, 8 p.; A. Martens, blauwe druifjes, 6V4 p.; W. Muijen, Cheer Fulnis, 9 p. V. V. V. Dinsdagavond vergaderde de vereeniging van Vreemdelingenverkeer in ho tel Sistermans. De voorzitter, de heer C. J. Bakker, opende de vergadering met een woord van welkom en gaf een kort overzicht van de werkzaamheden in het afgeloopen jaar. Verder herdacht de voorzitter de overleden leden P. D. van Mourik en L. v. d. Linden. Dan deelde de voorzitter mede dat de afdeeling is aangesloten bij den Kring Zuid-Kennemerland. Daarna volgden de notulen en het jaarver slag. Uit het jaarverslag bleek, dat het ledental ongewijzigd bleef. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat de uitgaven waren f 204.18 en de inkomsten f 196.09, alzoo een batig saldo van f 7.59. In de kascommissie werd benoemd de heer Jan Kunst. In het bestuur werden herkozen de heeren M G. Th. Maaskant, J. Veelenturf en gekozen de heer H. Schoonderbeek. Bij de rondvraag werd aangedrongen om meer ledenvergaderingen te houden. Hierna sluiting. L. T. B. De afdeeling Hillegom van deii L. T. B. hield dezer dagen haar jaarvergadering in Hotel Sistermans. Allereerst sprak de voorzitter een woord van welkom tot dén pasbenoemden geestelijken adviseur, kapelaan van der Heyden. Ziynéerw. dankte voor het vertrouwen, dat in hem gesteld wordt en zegde toe dat hij, zoo veel als in zijn vermogen is, de vereeniging met raad en daad zal steunen. Zijneerw. sprak verder zijn verwondering uit over het feit, dat de L. T. B. te Hillegom zoon gering aantal leden telt. Hij had verwacht in een plaats als Hillegom een bloeienden L. T. B. te vinden met minstens een 500-tal leden. Met belangstelling vraagt hij zich af, wat hiervan de reden kan zijn, daar het toch de uitdrukke lijke wensch der kerkelijke overheid is, dat alle katholieke land- en tuinbouwers en bloembollen- kweekers lid van den L. T. B. zijn. De voorzitter antwoordde hierop, dat reeds meerdere malen pogingen zijn aangewend om het ledental uit te breiden, maar steeds zonder resultaat. Men is het in de bloembollen streek in het algemeen niet eens met de werk wijze van den L. T. B. Verschillende grieven komen hiema naar voren, men beklaagt zich vooral, dat de L. T. B. wel.veel doet. voor den tuinbouw, maar te weinig voor de bloembollen streek. De oprichting van den Kring „Bloembol lenstreek": is-een stap in de goede richting en men hoopt dat hierdoor in de toekomst meer bereikt zal worden. Hiema werd de agenda besproken van de ver gadering „Kring Bloembollenstreek" op Zater dag 9 Maarf in de Nagtegaal te Lisse. Daar hier zeer belangrijke onderwerpen ter sprake komen, spoorde de voorzitter de leden aan om allen op deze vergadering aanwezig te zijn. Op de vergadering werd zeer ernstig ge klaagd over het feit, dat men nog steeds in angstige onzekerheid leeft over den regeerings- steun aan het bloembollenvak. Nog steeds staat niet vast of het surplus geheel zal worden uit betaald en of de telers van verschillende bijgoed-artikelen nog op regeeringssteun kunnen rekenen. Men is van meening, dat men in Den Haag niet voldoende bekend is met den nood, welke hier reeds heerscht, hoe n.l. kweekers, die altijd door hard werken in hun eigen onder houd hebben kunnen voorzien, thans gedwongen zijn om aan te kloppen bij het Burgerlijk Arm bestuur of „Bijzondere Nooden". Men moet zelf eens gesproken hebben met deze menschen en hun onzegbaar leed hebben aangehoord om diep bedroefd te zijn over den geringen steun, dien zij genieten, terwijl toch op zooveel ander ge bied veel en veel meer steun in allerlei vorm gegeven wordt. Ook is men zeer teleurgesteld over het feit, dat nog steeds gewacht wordt op uitbetaling van het ingeleverde plantgoed. Besloten werd een en ander ter kennis te bren gen van het hoofdbestuur met het verzoek, bij de regeering nogmaals op steun en uitkee- ring aan te dringen. Bij bespreking actie nieuwe leden werd op voorstel van den heer P. N. Jonkheer besloten, dat gelegenheid wordt geboden, dat de leden van den L. T. B. en introducee's maandelijks bijeen kunnen komen om de vakbelangen te be spreken en om over de vele preblemen, welke zich steeds in ons vak voordoen, van gedachten te wisselen. Verschillende leden zijn van mee ning, dat door dergelijke bijeenkomsten het ledental van den L. T. B. zal kunnen worden vergroot. De Katholieke Volksbond, afdeeling Velsen hield dezer dagen in het Patronaatsgebouw te IJmuiden-Oost haar jaarvergadering. De waarnemende voorzitter, de heer P. de Jong, heette allen welkom en memoreerde in zijn openingswoord de positie van den arbeider in dezen huldigen oorlogstoestand en de verstrekte 5 pCt. duurte-toeslag aan de werkloozen. Spr. spoorden een ieder aan het Kannunk Van Schaickfonds zooveel mogelijk te steunen. Spr. maakten de leden er op attent dat de z.g. neu trale vereeniging voor werkverschaffing „Een dracht maakt Macht", niet neutraal doch com munistisch georiënteerd is. De jaarverslagen van secretaris en penning meester werden goedgekeurd, evenals de begroo ting over 19401941. Met groote meerderheid van stemmen werd de waaraemende voorzitter, de heer P. de Jong, tot voorzitter der afdeeling Vélsen gekozen. In de rondvraag werd medegedeeld dat de heer N. v. Kaam de leiding op zich zou nemen voor het komende Feest var. den Arbeid, dat ditmaal in het centrum van onze gemeente zal worden ge houden. Hierna sluiting. Geboren; G. de BestBroersen d; V. Hout man—Wortel z; J. J. C. WeberDavids z; E. J. PostWiegman d; H. W. VermeulenBlok zijl d; J. Peeneman—Vermerris d; J. K. v. d- HeijdenAckermans z. Overleden: C. Vermeulen, 79 j„ echtg. van C Heekelaar; H. van Slooten, 84 j„ echtg. van K. Visser; J. Botter, 56 j„ echtg. van C. Zomer dijk. Ondertrouwd: H. L. Warnier en H. S. Potjer; E. de Beer en T. Kouwenoord; P. van der Wal en H. Pellikaan. Getrouwd: J. Goos en E. Klinge; A. J. van Kampen en K. J. Bakkernes: G. 1. F. v. d. Linde en J. M. L. Oosterwaal; H. Wezelman en A. Keirsgieter. Naar wij vernemen gaat pater Frumentlus van het Capucijnenklooster tê IJmuiden-Oost de pa rochie van den H, Laurentius van Brindisie ver laten en reeds a.s. Maandag zijn nieuwe functie in het Capucijnenklooster te Babberich bij Ze venaar betrekken. Zooals wij reeds schreven heeft pater Fru- mentius eervol ontslag aangevraagd als aalmoe zenier te velde, welk eervol ontslag hem dezer dagen yerleend is. De hoofdaalmoezenier kolonel Mgr. J. Noordman, heeft pater Frumentius: per soonlijk bedankt voor zijn vele en goede geeste lijke zorg in dit laatste half jaar voor de mili tairen verricht. En thans gaat pater Frumentius de parochie verlaten, hetgeen ongetwijfeld zeer velen zullen betreuren. Vanaf September 1936 tot aan de al- gemeene mobilisatie was pater Frumentius voor namelijk belast met het vrouwelijk jeugdwerk in de parochie. Hij was o.m. directeur der Meisjescongregatie, directeur van de Graal, geestelijk adviseur van den R. K. Vrouwenbond en St. Elisabeth Vereeni ging. Wat pater Frumentius in deze 3 jaren reeds voor deze vereenigingen gedaan heeft en tot stand heeft weten te brengen, is moeilijk in enkele woorden samen te vatten. Dat pater Frumentius ook aan zijn vereeni gingen en werk gehecht was bleek wel toen we gisteravond nog een kort onderhoud met hem hadden. „Ik vind het jammer, ei-g jammer dat ik hier vandaan ga, graag had ik hier gebleven. Maar dat kan ik u wel zeggen, dat een groot stuk van mijn hart hier in IJmuiden-Oost zal blijven...." We vroegen pater Frumentius nog welke func tie hem in Babberich wachtte, doch hierop kon hij zelf nog geen antwoord geven, „Het is mogelijk dat ik aan de parochie daar verbonden zal Worden en misschien kom ik weer in mijn vorige werk, n.l. het geven van Missie oefeningen in Nederland, Triduums enz." Niet alleen zal pater Frumentius nog dikwijls aan zijn parochianen en vereenigingen van IJmuiden-Oost terug denken, doch zeer zeker zullen de parochianen nog dikwijls aan dezen scheidenden priester terugdenken, die voor ieder een, zonder onderscheid des persoons, hartelijk, hulpvaardig en vriendelijk was. Onze beste wenschen vergezellen hem naar Babberich. Gistermorgen bevonden zich een tweetal om roepbedrijven in Ijmuiden. Zoo troffen we aan de Tegeltjesmarkt de reportage-wagen van onze K.R.O. aan die een kruisgesprek opnam tusschen enkele oorlogsbodems, waarvan een der schepen aan de kade van het Staatsvisschershavenbedrijf lag. De Phohi was eveneens present, doch haar belangstelling betrof meer IJmuiden als vissche- rij-centrum van Nederland. Aanbesteed werd het maken van de rioleering in den Wagenweg en omgeving te Haarlen. Laag ste inschrijf ster was de fa. Dienaar en Zn. te IJmuiden voor ƒ52.680. Niet minder dan 327 werkloozen hebben in de afgeloopen week het werk kunnen hervatten, als gevolg van de inmiddels verbeterde weers gesteldheid. Hierdoor is het aantal' ingeschreven werkzoekenden gedaald van 2591 tot 2197. Hier van behoorden tot de bouwvakarbeiders 418, me taalbewerkers 182, houtbewerkers 33, landarbei ders 58, havenarbeiders 201, visschers 267, kan toorbedienden 27, losse arbeiders 670 en uit overige beroepen 239. De totale werkloosheid in de overeenkomstige week van 1939 bedroeg 1850. - ,a. ■- - i- Het zuiderstrand weder opengesteld. Het zuiderstrand, dat door de militaire pverheid is afgezet, zal tijdens het seizoen weder worden opengesteld. ia zich over zijn gelooi schaamt schaamt zich over God Wie zich over God schaamt over dien zei God zich schamen. Den volgenden morgen stonden zij voor den ingang, beiden in keurig livrei achter op het ingespannen rijtuig. De jonk vrouw stapte over het bordes naar buiten en stapte in de koets, gevolgd door een huisknecht. Zij kregen order om naar het naastbijzijnde dorp te rijden. De wegen buiten de stad waren erg modderig en overal lagen groote plassen. Op gevaar af dat de paarden zouden uitglijden, was de koetsier wel verplicht om hierdoor heen te rijden, want de weg was te smal om uit te wijken. Jaak Tersteeg zag er tegen op zijn dochter tjes, ze waren vijftien en veertien, te vertellen, dat hij ging hertrouwen. Beiden hadden veel van haar moeder gehouden en nóg was het dik wijls: „Moeder zou dit, moeder zou dat Moeder was in de oogen van de kinderen iemand, die alles geweten had, die overal raad in kon geven. Moeder was en bleef voor hen de per soon, die moei lijk door een an- 5' dere vrouw, hoe goed die ook was, te vervan- 1 gen zou zijn. MOedeY Dit had hij Ger ry verteld, voor aleer zij hem haar jawoord zou geven. „Schrikt het je niet af?" had nij haar met een bevend hart gevraagd. Haar antwoord was geweest: „Ik zal de vrien din van je kinderen trachten te worden: een goede vriendin, die met hen meeleeft. Ik heb vertrouwen In mijzelf en in de toekomst." „Ze zijn ook wel watbijdehand," voelde hij zich genoodzaakt, haar nog te waarschuwen. „Alle kinderen zijn dit tegenwoordig," had ze gezegd. „Laat mij de foto's van je meisjes nog eens zien, Jaak." Hij toonde haar het portret. „Deze is Nora en dit is Nelly," wist Gerry. „Ja, ze lijken mij nog al erg pienter. Lieve ge zichtjes. Ik kan mij niet voorstellen, dat zij mij het leven onaangenaam zouden kunnen maken." „Zij zijn anders nog al verwend. Eerst door Lotte en later door de tantes, die erg mede lijden met hen hadden." „Mag ik de foto behouden? Mocht ik hen voor mijkunnen winnen, dan zal „ik" mij zeker de gelukkigste van allemaal voelen, Jaak. Ik zal er dan ook alle middelen toe aanwenden." Het was besloten. Jaak zou met Gerry trou wen. Een gansche week liep hij met zijn geheim rond, een gunstige gelegenheid afwachtend, om zijn kinderen van zijn plan óp de hoogte te brengen. Dit gebeurde op een avond. Beide meisjes za ten over haar schoolwerk gebogen. Jaak las de krant. Op een gegeven oogenbik verzuchtte Nora: „Hè, moeder hielp mij altijd zoo fijn, als ik iets niet wist." Toen vond Jaak Tersteeg een goede inleiding en zei: „Kinderen, ik moet jullie wat vertellen. Ik heb voor jullie een nieuwe moeder gezocht, en die heeft de H.B.S. geheel doorloopen, die zal jullie ook wel met je huiswerk helpen." Beiden keken hem met ontzetting aan. Toen zag hij woede in beider blik. En Nora zei op beslisten toon: „Ik wil geen nieuwe moeder, al heeft ze ook nog zoo'n hooge studies gemaakt. Ikik zal mij zelf wel redden." „En ik wil ook geen nieuwe moeder," sloot Nelly zich bij haar zuster aan. „Enals je tóch trouwt, dan ga ik naar tante Margreet. Nu weet je 't paps." „Hoor eens kinderen, of jullie willen of niet, het gebeurt tóch. Er hoort hier een vrouw in huis en .ik laat jullie niet langer verwaarloozen. Vader is hier de baas en niemand anders. Er er wordt niet naar de een of andere tante ge gaan. De moeder, die ik voor jullie gekozen heb, heeft een zeer lief karakter. Hier heb ik speciaal voor jullie rekening mee gehouden. En als moe der de dame gekend had, die nu jullie moedei wordt, dan zou ze mijn keuze zeker goedkeuren. Kijk, hier is haar portret." „Interesseert mij niets," verwees Nora en keurde de foto geen blik waardig. „Mij ook niet," praatte Nelly haar zusje na. Doch Jaak dwong hen naar het portret te kijken en sloeg beiden aandachtig gade. Een- minachtende trek kwam in het gelaat van béide'meisjes. „Ze lijkt mij erg trotsch," critiseerde Nora en boog zich weer over haar wérk. „Ik zal haar toch nooit moeder noemen," zei Nelly haar hoofdje schuddend. „Stel je voor! Zoo'n vreemd mensch!" „Dit hoeft ook niet," weerlegde de vader, die zich begon op te winden. „Zij wil een goede vriendin van jullie worden." Verbaasd staarden beiden hem aan en keken dan tersluiks naar de foto. „Schijnheiligheid," veroordeelde Nora toen. Jaak werd woedend, vertelde hun, met een vuistslag op tafel, dat hij zoo iets niet gedoogde en besloot: „vlug je werk afgemaakt en naar bed. Ik wil gehoorzaamd worden en duld ook geen brutaliteit. Begrepen! Zondag komt jullie aanstaande moeder hier, om met jullie kennis te maken en ik verwacht, dat jullie je zult ge dragen, zooals het hoort." Er werd geen antwoord gegeven. Dieper boger. de hoofden over het schrift, maar zoodra dt vader de kamer verlaten had, werd de pen neer gelegd. Even keken, beiden elkaar aan. Toen kwamen de waterlanders. „Ik zal haar nooit moeder kunnen noemen," snikte Nora. „En ik doe het ook niet! Ik doe het ook niet!" „En ik ook niet," verzekerde Nelly Later op haar kamer werd het geval nog lang besproken en booze plannen gemaakt. Toch wa ren beiden zeer benieuwd. Het was Zondag. Jaak had zijn aanstaande vrouw per auto gehaald. Verscholen achter een gordijn stonden de meisjes op den uitkijk. „Ik geef haar geen hand," zei Nelly. „Dat zou onbeleefd zijn," vond Nora. „Daar kunnen wij niet '>uiten. En, trouwens, vader zou het ons gebieden en dit zou ik heel akelig vinden." „Daar zijn ze. „Zij ziet er als een echte dame uit," was Nora verwonderd. „Dat had ik niet gedacht. „En ze lijkt zoo heel anders dan op de foto. Maar ik zeg later toch niet moeder. Kun je net denken!" En nu stonden ze plotseling voor haar een beetje vijandig, een beetje verlegen. „Wij zullen het saampjes best vinden," zei ze. „Dit zie ik nu al. Ik heb voor jullie, op onze kennismaking, wat moois meegebracht. Ik hoop, dat het naar je zin is." Ze gaf ieder een pakje. „Dank u," prevelden beiden. Zij gebaarden onverschillig te zijn voor het geschenkje, maar twee hartjes popelden van ongeduld, om te weten, wat het pakje inhield. En toen Jaak vroeg, of ze niet moesten kijken, wat er in was, snelden beiden naar haar kanier. Voor ieder een prachtig armbandje. Éven wa ren ze beduusd. „Watwat moeten wij na doen?" stamelde Nora. „Wij dienen haar te be danken, Nel. Geef jij haar dan een zoen?" „En jij?" Ze bekeken het geschenkje weer, pasten het even en waren in dubio over het al of niet be danken met een zoen. Doch dit konden ze, hoe blij zij ook met het armbandje waren, niet van zich verkrijgen. Ze legden het weer in het doos je en gingen naar beneden, waar ze met een handdruk hun dank betuigden. Beiden gunden haar echter niet het genot, hen den armband te zien dragen. Nora had gezegd: „Ze zou den ken, dat wij er erg verrukt over zijn. Dit is ook wel zoo, maar dat wil ik niet toonen," „Doe je hem niet om?" vroeg Jaak. Zij schudden het hoofd en persten de lippen op elkaar. Gerry gaf hem een knipoogje. Ze begreep, wat er in de kinderen omging en dacht: Het kan niet zoo ineens komen. Ik zal echter veel geduld moeten beoefenen, bemerk ik. De trouwdag was voor de meisjes echter een waar feest. De ooms en tantes waren gekomen en Nora en Nelly hadden bruidsmeisjes mogen zijn, hetgeen haar door Gerry gevraagd was. Nora had toen een weinig bits aangehaald en alsof ze een lesje wilde geven: „Als een weduw naar trouwt, is de bruid nooit in het wit en dus zijn er geen bruidsmeisjes noodig." „Dan zullen er nu wél zijn," had Gerry be slist. „Ik l>en nog jong meisje en niemand zal er my een verwijt van maken, dat ik in het wit trouw en jullie mijn bruidsmeisjes zijn." Eerst nog weifelend, of zij wel zouden toe geven, hadden zij zich echter al gauw geest driftig getoond. Toen hadden ze samen de toi letten besproken en Gerry had zich bij de keuze van de meisjes bepaald. Den laatsten tijd verbleef Gerry dikwijls In haar aanstaande woning, want Jaak wilde, dat zij aangaf, hoe enkele kamers veranderd moes ten worden en uitzocht, hetgeen er noodig was. Van deze gelegenheid had ze gebruik gemaakt om wat nader tot de meisjes te komen Ook nad ze, nadat de kamers opnieuw behangen waren, de foto's van de moeder overal weer dezelfde plaats gegeven. De zusjes hadden tot elkaar gezegd: „Je zult zien, dat die ergens opgeborgen worden. Een tweede vrouw duldt nooit de portretten van een eerste in huis." En de oogen hadden hierbij niets goeds voorspeld. Maar toen alles weer was als voorheen, be kenden ze elkaar eerlijk, dat Gerry niet was, zooals zij zich hadden voorgesteld. „Enze weet alles," voegde Nelly er Dy. „Gister heeft ze mij zoo goed met mijn rekenles geholpen." „Ende nuldlng, dien ze gemaakt had, was erg fijn," vond Nora. „Nou en of!" „Misschieimisschien dat wij het tóch met haar treffer., Nel. En je wéét, wat vader gezegd heeft: Moeder zou zijn keus ook goed gevonden hebben, alsals zij Gerry gekend had." „Ja, dat geloof ik ook." „En ze heeft het maar altijd over goede vrien dinnen zijn. Toch wel leuk, vind ik dat. En wat ik ook mooi van haar vind, dat ze ons portret heeft laten vergrooten en dat nu in haar kamer heeft opgeh ngen. Weet je nog, wat ze toen zei?'"- „Ja. Goede vriendinnen hebben altijd elkan ders. foto op haar kamer." Even zaten beiden in gepeinzen verzonken, darf opperde Nora: „Weet je wat wij moesten doen, Nel? Overmorgen komen vader en.... enzij thuis, als wy dan eens een taart be stelden er er op lieten zetten .Welkom Moeder." „Hè, ja!" juichte Nelly. „Wat zal ze biy zijn, want ze heeft natuurlijk graag, dat wij moeder zeggen. Dat snap je toch wel. Noor, al doet ze maar alsof." „En dan ook voor "en bos bloemen zorgen." „Tuurlijk!" Op den avond van de thuiskomst van vader en de nieuwe moeder stonden beide mêisjes een beetje beschaamd maar toch met een gelukkig hart toe te kijken, toen haar vader en Gerry hardop lazen: „Welkom Moeder!" IJMUIDEN, 6 Maart. Versche visch. Tarbot 0.92 1.10, Tong 0.801, Heilbot 0.881 per kg. Groote Schol 11.5015.50 middel Schol 14.00 19, Zetschol 22.5025, kleine Schol 14.0025, Bot 6.5010, Schar 8.0016, Poontjes 9.5011, groO- te Schelvisch 24.007—29 middel Schclvisch 25.00 30, kleine middel Schelvisch 23.0030, kleine Schelvisch 15.0028, groote Gullen 10.5013.50, kleine Gullen 8.60—12.50, Wijting 8.10—10 per 50 kg. Kabeljauw 22.0045 per 125 kg. Vleet 2 3.50, Leng 12.25 Koolvisch 0.301,05 per stuk. Rog 12.0021 per koop. van de heden aangekomen TREILERS Utrecht Urn. 73 450 manden 4730.Uiver IJm. 384 545 manden 5850.—, Libra IJm. 98 580 manden 6630.Poolzee IJm. 77 365 manden 4270Prinses Beatrix IJm. 117 500 manden 5760.—, K.W. 103 115 mand'en 1990.—. LOGGERS K.W.: 76 2490.—, 4 2590.—, 5 2160.—, 165 1400.—. Bch. 15 340.—. VRAAGT ONS PROSPECTUS Middenst.dipl. Manufact.br,, Kruidenierad. (Bekende Schriftalüke Cursus) 39 FEUILLETON iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii DOOR JOHN BUCHAN Vertaald door J. M. Kempees 2 Ik kreeg den indruk, dat de meeste menschen, die erbij betrokken waren, tot dat soort ontwik kelde anarchisten behoorden, die revolutie maken, maar dat daarnaast financiers stonden, die hier een goed zaakje in zagen. Een handig man kan groote winsten maken op een dalende markt en beide partijen hadden er voordeel by, Europa op stelten te zetten. Hy vertelde my eenlge merkwaardige dingen, waardoor veel, waar ik me over verwonderd had, verklaard werd dingen, die in den Balkan oorlog gebeurden: hoe de eene staat plotseling de overhand kreeg, waarom verdragen gesloten en verbroken werden, waarom bepaalde men schen verdwenen en waar het geld van den oor log vandaan kwam. Het doel van de heele samenzwering was Rusland en Öostland tegen elkaar op te zetten. Toen ik vroeg „waarom", zei hy, dat de «oarchistenbende dacht, dat ze daar hun slag mee zouden kunnen slaan. Alles zou dan in den smeltkroes gaan, en zy verwachtten, dat daar een nieuwe wereld uit te voorschijn zou komen De kapitalisten zouden de duiten binnenhalen en fortuinen verdienen door de afbraak op te koopen. Kapitaal, zei hy, heeft geen geweten en geen vaderland. Bovendien, de Jood eat er ach ter, want de Jood haatte Rusland erger dan de hel. „Verbaast u dat?" riep hy uit. En hy gaf een fantastische beschouwing ten beste, die op het volgende neerkwam. „Driehonderd Jaar lang zyn ze vervolgd," zei hy, „en dit is de afbetaling voor de pogroms De Jood heeft het begrepen op het rijk van den Tsaar, omdat zyn tante gemarteld en zyn vader gegeeseld is in een of ander vergeten gat aan de Wolga." Ik kon by dezen theatralcn onzin de spot tende opmerking niet terughouden, dat zyn Joodsche anarchisten eeéi beetje achter ge raakt schenen te zijn. „Ja en neen," zei hy. „zy wonnen tot op zekere hoogte, maar zy stuiten op Iets, dat machtiger is dan geld, iets, dat niet gekocht kon worden, de oude natuuriyke vechtinstincten van den mensch. Als je den dood tegemoet gaat, dan zoek je de een of andere vlag op en een vaderland om voor te vechten, en als je het overleeft, ga jé er van houden. Die stomme duivels van soldaten hebben iets gevonden, waar ze wat voor voelen, en dat heeft het aardige plannetje In de war geschopt, dat in Oostland bedacht was. Maar mijn vrienden hebben nog lang niet hun laatste troef uitge speeld. Zdj hebben het aas nog in handen, en, tenzy ik er in slaag nog een maand te blijven leven, zullen ze die troef uitspelen en winnen.' „Maar Ik dacht, dat u dood was," viel ik hem in de rede. „Mors janua vitae," glimlachte hy. (Ik her kende de aanhaling; het was zoowat al het Latyn, dat ik kende). „Daar zal ik het straks over hebben, maar ik moet u eerst op de hoogte brengen met allerlei dingen. Als u uw krant leest, kent u vermoedeiyk den naam van Constantine Karolides?" Ik spitste myn ooren, want dienzelfden mid dag had ik nog iets over hem zitten lezen. „Dat is de man, die hun telkens een spaak in het wiel heeft gestoken. Hij is de eenige van de heele kliek, die een behoorlijk stel her sens heeft en toevallig Is hü ook eeriyk. Daarom is hy sedert ongeveer een jaar een geteekend man. Ik ontdekte dat; niet, dat het moeiiyk was, want elke dwaas kon het wel gissen. Maar ik ontdekte, op welke manier ze hem te pakken zouden krijgen, en die wetenschap was doodelijk. Daarom moest ik sterven." Ik maakte zelf nog een glas whisky-soda voor hem klaar, want ik begon belang te stellen in den kerel. „Ze kunnen hem In zyn eigen land niet te pakken krijgen, want hy heeft een ïyfwacht van Epiroten, die hun eigen grootmoeders zouden villen. Maar op den vyftienden Juni komt hy hierheen. Het Engelsche ministerie van buitenlandsche zaken heeft de gewoonte aangenomen, internationale theepartytjes te geven, en het grootste zal op dien datum plaats vinden. Nu wordt Karolides beschouwd als de voornaamste gast, en als myn vrienden hun zin krijgen, zal hy nooit meer by zyn bewonderende landgenooten terugkeeren." „Dat is in ieder geval eenvoudig genoeg," zei ik. „U kunt hem waarschuwen en thuis houden." „En in hun kaart spelen?" vroeg hy scherp. „Als hy niet komt, winnen ze, want hy is de eenige man, die het kluwen kan ontwarren. En als zijn regeering gewaarschuwd wordt, zal hy niet komen, want hy weet niet,, hoe groot de belangen zyn, die den vyftienden op het spel staan." „En dB Engelsche regeering dan?" zei ik. „zy zullen niet toestaan, dat hun gasten ver moord worden. Geef ze een seintje, en ze zullen extra voorzorgsmaatregelen nemen." „Dat helpt niet. Ze mogen heel Londen vol stoppen met detectives ln burger en de politie verdubbelen, en nog zou Constantine een ver loren man zijn. Myn vrienden spelen dit spel letje niet voor de aardigheid, zy verlangen een byzondere gelegenheid voor den moord, met de oogen van heel Europa er op gevestigd. Hy zal vermoord worden door een Oostenryker, en er zal volop bewysmateriaal zyn om de mede plichtigheid van de groote hansen in Oostland aan te toonen. Het zal natuurlijk allemaal leu gen zyn, helsche leugen, maar het geval zal er in de oogen van de wereld zwart genoeg uitzien. Ik zit hier geen smoesjes te verkoopen, vriend. Ik weet toevallig ieder détail van den helschen aanslag, en ik kan u verzekeren, dat het het meest volmaakte stukje gemeenheid zal zyn sinds de Borgia's. Maar het zal niet slagen, als een zeker Iemand, die het fyne van de zaak weet, levend hier in Londen is op den vijftien den dag van Juni. En die iemand zal uw dienaar, Franklin F. Scudder zyn." Ik begon het kereltje te mogen. Zyn mond was dichtgeklapt als een rattenval en 't stryd' vuur gloeide in zyn uitstekende oogen. Als hy mij een sprookje zat op te disschen, verstond hy de kunst, het door zyn gebaren aannemelyk te maken. „Waar hebt u die geschiedenis ontdekt?" vroeg ik. „Ik kreeg het eerste vermoeden in een herberg aan de Aachensee in Tyrol. Dat bracht me aan het informeeren, en ik verzamelde eenige andere aanwyzingen in een bontwinkel in het Galicische kwartier van Buda, in een vreemde lingenclub in Weenen en in een klein boeken- winkeltje in de buurt van de Racknitzstraat in Leipzig. Ik completeerde myn bewysmateriaal tien dagen geleden ln Parijs. Ik kan u de détails nu niet vertellen, want dat ls een lang verhaal. Toen ik voor mezelf heelemaal zeker was, oordeelde Ik, dat het zaak was, te verdwijnen, en ik bereikt* deze stad langs een machtig merkwaardigen omweg. Ik verliet Parijs als een flatterige jonge FranschAmerikaan, en ik ging in Hamburg scheep als een Joodsch diamanthandelaar. In Noorwegen was ik een Engelsch Ibsen-vereerder, die materiaal voor lezingen 'verzamelde, maar toen ik Bergen ver liet, was ik een cineast met speciale ski-films. En ik kwam hier van Leith met een bende papiermonsters in myn tasch om aan de Lon- densche kranten voor te leggen. Tot gisteren dacht ik, dat ik myn spoor aardig uitgewischt had, en voelde ik me nogal plezierig. Toen De herinnering scheen hem van streek te maken en hy slokte nog wat whisky naar binnen. „Toen zag ik een man staan in de straat langs dit blok. Ik placht den geheelen dag in mijn kamer te blyven, en pas als het donker was geworden wipte ik er voor een paar uur uit. Ik hield hem een tydje ln de gaten vanuit mijn raam en ik dacht, dat ik hem herkende. Hij kwam naar binnen en praatte met den por tierToen ik gisterenavond terugkwam van myn wandeling, vond ik een kaartje in de brie venbus. Het droeg den naam van den man, dien ik op deze wereld wel het minst van allen ver lang te ontmoeten." Ik geloof, dat de blik in de oogen van myn metgezel, de pure onverbloemde angst op zyn gezicht, mij volledig van zyn eerlijkheid over tuigden. Mijn eigen stem werd wat scherper, toen ik hem vroeg, wat hy toen deed. „Ik begreep, dat ik ingemaakt was, even zeker als een haring in het zuur, en dat er maar één uitweg was. Ik moest sterven. Als mijn vervol gers wisten, dat Ik dood was, zouden zy weer indutten." „Hoe hebt u dat klaargespeeld?" „Ik vertelde den man, die me bedient, dat ik me vry beroerd voelde, en ik bewerkte mijn gezicht een beetje, zoodat ik er dood ziek uitzag. Dat was niet moeiiyk, lk ben geen beginneling, waar het vermommingen betreft. (Wordt vervolgd.) I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 2