UIT DEN OMTREK
w;
DE GEBROEDERS „GOOCHEM"
1!
"id vetfiaal den
HESA ARNHEM
TREDEN
de
WOENSDAG 6 MAART 1940
AERDENHOUT
BENNEBRÖEK
BEVERWIJK
T uinbouwstudieclub
Vruchtboomen in onze tuintjes
HILLEGOM
VELSEN
KATH. VOLKSBOND
Jaarvergadering afd. Velsen
Burgerlijke stand
IJMUIDEN
PATER FRUMENTIUS
VERTREKT
K.R.O.-reportage
Aanbesteding
Werkloosheid sterk gedaald
WIJK-AANZEE
J
De nieuwe
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
VESTIGINGSWET
Aerdenhout's Kindertconeel Op Zaterdag,
30 Maart, zal de vereeniging „Aerdenhouts
Kindertooneei" weer in den Stadsschouwburg
verschijnen met een werk, thans van de Ne-
derlandsche schrijfster Geertruida van Vlade-
racken, getiteld „Goudhaartje en de Trouba
dour." Ondanks de tijdsomstandigheden heeft
het bestuur gemeend, niet stil te moeten blij
ven zitten; immers, alle zorgen door de tijds
omstandigheden veroorzaakt, gaan gelukkig nog
aan de kinderziel voorbij.
Zij speelt, zij lacht, zij zingt
Onbekommerd voor den dag van morgen;
Heeft geen begrip van leed of zorgen.
Gelukkig hij, die zoo de kinderziel verstaat!
Mevr. v. Kampenv. d. Brink heeft ernstige
studie van dit werk gemaakt en zich wederom
de medewerking verzekerd van eminente
krachten, waaronder mevr. Ruth Tobi, de in
Haarlem en omstreken welbekende leerares in
lichamelijke opvoeding.
„Goudhaartje en de Troubadour" is wel zeer
geëigend om de kinderziel in haar fantasie te
bevredigen; immers hét tot leven gebracht zien
van de figuren uit hun sprookjeswereld maakt
op hen in den regel een onuitwischbaren in
druk en zal nog lang in hun herinnering blij
ven voortleven.
Gezien het succes, dat deze vereeniging had
met „Asschepoes" in den afgeloopen winter,
zullen ook thans zeer zeker weer bevredigende
resultaten kunnen worden verwacht.
St. Deus Dcdit. Naar aanleiding van het
besluit der vorige vergadering om voor de be
spreking „gezamenlijken aankoop van plant
aardappelen" een extra vergadering te beleggen,
kan worden medegedeeld, dat deze vergadering
hedenavond 7.30 uur in het R.K. Vereenigings-
gebouw zal worden gehouden. Belanghebbenden
worden verzocht te komen.
Gisteravond hield de Tutnbouwstudieclub
Beverwijk en omstreken een druk bezochte le
denvergadering in het veilinggebouw 't Centrum.
In zijn openingswoord richtte de voorzitter,
de heer R'. W. A. Muijen, een bijzonder woord
van welkom tot de jonge L. T. B.'ers, die en
bloc tot de studieclub zijn toegetreden en de
vergadering voor de eerste maal, onder leiding
van hun technischen adviseur, den heer Ver-
nooy, bewoonden.
De heer Vernooy dankte het bestuur voor de
royale opvatting, waardoor de L. T.-groep in
staat wordt gesteld om aan het nuttige en
wetenschappelijke werk van de studieclub deel
te nemen. De bedoeling van de jongelieden is
hoofdzakelijk om onder leiding van de vetera
nen. en vooruitstrevende mannen, die b.v. de
schitterende bloemententoonstelling tot stand
bAchten, fees te lecren. Het zijn jonge
tuinders, die inzien, dat men in den tegen-
wcordigen tijd slechts met inzet van zijn ge-
heele capaciteit den strijd om het bestaan zal
kunnen volhouden.
De voorzitter herinnerde hierna aan het suc
ces van de bloemententoonstelling, waaraan
de studieclub een werkzaam aandeel heeft ge
had. De collectieve inzending van de club was
een groot succes. Spr. dankte de commissie, die
een en ander heeft georganiseerd en voorbe
reid, voor haar arbeid.
Besloten werd hierna om een excursie te
houden naar de bloemententoonstelling „Am-
stelflora", welke binnenkort te Amsterdam
wordt gehouden.
De heer Muijen hield vervolgens een causerie
over het kweeken en snoeien van vruchtboomen,
een onderwerp, waarvoor vooral in de kringen
der liefhebbers met kleine tuintjes bij hun
woningen, groote interesse blijkt te bestaan.
Allereerst beantwoordde spr. de vraag, of de
fruitboom in deze streek op zijn plaats is.
Eigenlijk is dat niet het geval. In Kennemer-
land is de grondwaterstand te onregelmatig.
Pitvruchten vragen in het najaar drogen grond,
waardoor het jonge hout goed kan rijpen, hard
en gezond wordt. In deze streek nu hebben de
boomen in het najaar last van het water.
Maar in de kleine tuintjes bij de huizen is
de grond meestal opgehoogd en doet zich het
bezwaar in vele gevallen niet voor.
Spr. behandelde dan de soort van boomen,
welke men in de tuintjes kan planten, waarbij
gelet moet worden op goede boomen, op den
juisten onderstam geënt en dus geen „zaai
lingen". Voorts hoe men de boomen, die te wild
groeien en weinig vrucht dragen, door het
wegnemen van een stukje bast (ringen) weer
vruchtbaar kan maken. Hetzelfde effect wordt
ook bereikt door de takken naar beneden te
buigen.
Wat de z.g. vormboomen betreft gaf spr. de
voorkeur aan palmet-boomen, boven de waaier
vormen, omdat deze laatste moeilijk te be
handelen zijn.
Breedvoerig behandelde spr. tenslotte het
snoeien der toornen, hetgeen een karweitje is
dat zorgvuldig en deskundig moet geschieden.
De heer Muijen had enkele boomen meege
bracht, zoodat hij het verhandelde in de prak
tijk kon demonstreeren.
De vergadering werd opgeluisterd door een
aantal fraaie inzendingen bloemen en bindwerk
Bij de keuring werden de navolgende punten
toegekend.
Bindwerk: schaal Frezia's, A. v. d. Wel, 7%
p.; witte tulpen en blauwe druifjes, A. Martens,
8 p.; koperen schaal mét tulpen, G. v. d. Wel,
9% p.
Bloemen; C. Hilbers, tulpen, 714 p.; A. Boo
gaard, tulpen, 8>j p.; H. Houtwipper, tulpen,
9 p.; A. Martens, tulpen, 8 p.; A. Martens,
blauwe druifjes, 6V4 p.; W. Muijen, Cheer
Fulnis, 9 p.
V. V. V. Dinsdagavond vergaderde de
vereeniging van Vreemdelingenverkeer in ho
tel Sistermans.
De voorzitter, de heer C. J. Bakker, opende
de vergadering met een woord van welkom en
gaf een kort overzicht van de werkzaamheden
in het afgeloopen jaar.
Verder herdacht de voorzitter de overleden
leden P. D. van Mourik en L. v. d. Linden. Dan
deelde de voorzitter mede dat de afdeeling is
aangesloten bij den Kring Zuid-Kennemerland.
Daarna volgden de notulen en het jaarver
slag.
Uit het jaarverslag bleek, dat het ledental
ongewijzigd bleef.
Uit het verslag van den penningmeester
bleek, dat de uitgaven waren f 204.18 en de
inkomsten f 196.09, alzoo een batig saldo van
f 7.59.
In de kascommissie werd benoemd de heer
Jan Kunst.
In het bestuur werden herkozen de heeren M
G. Th. Maaskant, J. Veelenturf en gekozen de
heer H. Schoonderbeek.
Bij de rondvraag werd aangedrongen om meer
ledenvergaderingen te houden.
Hierna sluiting.
L. T. B. De afdeeling Hillegom van deii
L. T. B. hield dezer dagen haar jaarvergadering
in Hotel Sistermans.
Allereerst sprak de voorzitter een woord van
welkom tot dén pasbenoemden geestelijken
adviseur, kapelaan van der Heyden.
Ziynéerw. dankte voor het vertrouwen, dat in
hem gesteld wordt en zegde toe dat hij, zoo
veel als in zijn vermogen is, de vereeniging met
raad en daad zal steunen.
Zijneerw. sprak verder zijn verwondering uit
over het feit, dat de L. T. B. te Hillegom zoon
gering aantal leden telt. Hij had verwacht in
een plaats als Hillegom een bloeienden L. T. B.
te vinden met minstens een 500-tal leden. Met
belangstelling vraagt hij zich af, wat hiervan
de reden kan zijn, daar het toch de uitdrukke
lijke wensch der kerkelijke overheid is, dat alle
katholieke land- en tuinbouwers en bloembollen-
kweekers lid van den L. T. B. zijn.
De voorzitter antwoordde hierop, dat reeds
meerdere malen pogingen zijn aangewend
om het ledental uit te breiden, maar steeds
zonder resultaat. Men is het in de bloembollen
streek in het algemeen niet eens met de werk
wijze van den L. T. B. Verschillende grieven
komen hiema naar voren, men beklaagt zich
vooral, dat de L. T. B. wel.veel doet. voor den
tuinbouw, maar te weinig voor de bloembollen
streek. De oprichting van den Kring „Bloembol
lenstreek": is-een stap in de goede richting en
men hoopt dat hierdoor in de toekomst meer
bereikt zal worden.
Hiema werd de agenda besproken van de ver
gadering „Kring Bloembollenstreek" op Zater
dag 9 Maarf in de Nagtegaal te Lisse. Daar hier
zeer belangrijke onderwerpen ter sprake komen,
spoorde de voorzitter de leden aan om allen
op deze vergadering aanwezig te zijn.
Op de vergadering werd zeer ernstig ge
klaagd over het feit, dat men nog steeds in
angstige onzekerheid leeft over den regeerings-
steun aan het bloembollenvak. Nog steeds staat
niet vast of het surplus geheel zal worden uit
betaald en of de telers van verschillende
bijgoed-artikelen nog op regeeringssteun kunnen
rekenen. Men is van meening, dat men in Den
Haag niet voldoende bekend is met den nood,
welke hier reeds heerscht, hoe n.l. kweekers,
die altijd door hard werken in hun eigen onder
houd hebben kunnen voorzien, thans gedwongen
zijn om aan te kloppen bij het Burgerlijk Arm
bestuur of „Bijzondere Nooden". Men moet zelf
eens gesproken hebben met deze menschen en
hun onzegbaar leed hebben aangehoord om diep
bedroefd te zijn over den geringen steun, dien zij
genieten, terwijl toch op zooveel ander ge
bied veel en veel meer steun in allerlei vorm
gegeven wordt. Ook is men zeer teleurgesteld
over het feit, dat nog steeds gewacht wordt op
uitbetaling van het ingeleverde plantgoed.
Besloten werd een en ander ter kennis te bren
gen van het hoofdbestuur met het verzoek,
bij de regeering nogmaals op steun en uitkee-
ring aan te dringen.
Bij bespreking actie nieuwe leden werd op
voorstel van den heer P. N. Jonkheer besloten,
dat gelegenheid wordt geboden, dat de leden van
den L. T. B. en introducee's maandelijks
bijeen kunnen komen om de vakbelangen te be
spreken en om over de vele preblemen, welke
zich steeds in ons vak voordoen, van gedachten
te wisselen. Verschillende leden zijn van mee
ning, dat door dergelijke bijeenkomsten het
ledental van den L. T. B. zal kunnen worden
vergroot.
De Katholieke Volksbond, afdeeling Velsen
hield dezer dagen in het Patronaatsgebouw te
IJmuiden-Oost haar jaarvergadering.
De waarnemende voorzitter, de heer P. de
Jong, heette allen welkom en memoreerde in zijn
openingswoord de positie van den arbeider in
dezen huldigen oorlogstoestand en de verstrekte
5 pCt. duurte-toeslag aan de werkloozen.
Spr. spoorden een ieder aan het Kannunk Van
Schaickfonds zooveel mogelijk te steunen. Spr.
maakten de leden er op attent dat de z.g. neu
trale vereeniging voor werkverschaffing „Een
dracht maakt Macht", niet neutraal doch com
munistisch georiënteerd is.
De jaarverslagen van secretaris en penning
meester werden goedgekeurd, evenals de begroo
ting over 19401941.
Met groote meerderheid van stemmen werd de
waaraemende voorzitter, de heer P. de Jong, tot
voorzitter der afdeeling Vélsen gekozen. In de
rondvraag werd medegedeeld dat de heer N. v.
Kaam de leiding op zich zou nemen voor het
komende Feest var. den Arbeid, dat ditmaal in
het centrum van onze gemeente zal worden ge
houden. Hierna sluiting.
Geboren; G. de BestBroersen d; V. Hout
man—Wortel z; J. J. C. WeberDavids z; E.
J. PostWiegman d; H. W. VermeulenBlok
zijl d; J. Peeneman—Vermerris d; J. K. v. d-
HeijdenAckermans z.
Overleden: C. Vermeulen, 79 j„ echtg. van
C Heekelaar; H. van Slooten, 84 j„ echtg. van
K. Visser; J. Botter, 56 j„ echtg. van C. Zomer
dijk.
Ondertrouwd: H. L. Warnier en H. S. Potjer;
E. de Beer en T. Kouwenoord; P. van der Wal
en H. Pellikaan.
Getrouwd: J. Goos en E. Klinge; A. J. van
Kampen en K. J. Bakkernes: G. 1. F. v. d.
Linde en J. M. L. Oosterwaal; H. Wezelman en
A. Keirsgieter.
Naar wij vernemen gaat pater Frumentlus van
het Capucijnenklooster tê IJmuiden-Oost de pa
rochie van den H, Laurentius van Brindisie ver
laten en reeds a.s. Maandag zijn nieuwe functie
in het Capucijnenklooster te Babberich bij Ze
venaar betrekken.
Zooals wij reeds schreven heeft pater Fru-
mentius eervol ontslag aangevraagd als aalmoe
zenier te velde, welk eervol ontslag hem dezer
dagen yerleend is. De hoofdaalmoezenier kolonel
Mgr. J. Noordman, heeft pater Frumentius: per
soonlijk bedankt voor zijn vele en goede geeste
lijke zorg in dit laatste half jaar voor de mili
tairen verricht.
En thans gaat pater Frumentius de parochie
verlaten, hetgeen ongetwijfeld zeer velen zullen
betreuren. Vanaf September 1936 tot aan de al-
gemeene mobilisatie was pater Frumentius voor
namelijk belast met het vrouwelijk jeugdwerk in
de parochie.
Hij was o.m. directeur der Meisjescongregatie,
directeur van de Graal, geestelijk adviseur van
den R. K. Vrouwenbond en St. Elisabeth Vereeni
ging.
Wat pater Frumentius in deze 3 jaren reeds
voor deze vereenigingen gedaan heeft en tot
stand heeft weten te brengen, is moeilijk in
enkele woorden samen te vatten.
Dat pater Frumentius ook aan zijn vereeni
gingen en werk gehecht was bleek wel toen we
gisteravond nog een kort onderhoud met hem
hadden.
„Ik vind het jammer, ei-g jammer dat ik hier
vandaan ga, graag had ik hier gebleven. Maar
dat kan ik u wel zeggen, dat een groot stuk van
mijn hart hier in IJmuiden-Oost zal blijven...."
We vroegen pater Frumentius nog welke func
tie hem in Babberich wachtte, doch hierop kon
hij zelf nog geen antwoord geven,
„Het is mogelijk dat ik aan de parochie daar
verbonden zal Worden en misschien kom ik weer
in mijn vorige werk, n.l. het geven van Missie
oefeningen in Nederland, Triduums enz."
Niet alleen zal pater Frumentius nog dikwijls
aan zijn parochianen en vereenigingen van
IJmuiden-Oost terug denken, doch zeer zeker
zullen de parochianen nog dikwijls aan dezen
scheidenden priester terugdenken, die voor ieder
een, zonder onderscheid des persoons, hartelijk,
hulpvaardig en vriendelijk was.
Onze beste wenschen vergezellen hem naar
Babberich.
Gistermorgen bevonden zich een tweetal om
roepbedrijven in Ijmuiden. Zoo troffen we aan
de Tegeltjesmarkt de reportage-wagen van onze
K.R.O. aan die een kruisgesprek opnam tusschen
enkele oorlogsbodems, waarvan een der schepen
aan de kade van het Staatsvisschershavenbedrijf
lag.
De Phohi was eveneens present, doch haar
belangstelling betrof meer IJmuiden als vissche-
rij-centrum van Nederland.
Aanbesteed werd het maken van de rioleering
in den Wagenweg en omgeving te Haarlen. Laag
ste inschrijf ster was de fa. Dienaar en Zn. te
IJmuiden voor ƒ52.680.
Niet minder dan 327 werkloozen hebben in de
afgeloopen week het werk kunnen hervatten,
als gevolg van de inmiddels verbeterde weers
gesteldheid. Hierdoor is het aantal' ingeschreven
werkzoekenden gedaald van 2591 tot 2197. Hier
van behoorden tot de bouwvakarbeiders 418, me
taalbewerkers 182, houtbewerkers 33, landarbei
ders 58, havenarbeiders 201, visschers 267, kan
toorbedienden 27, losse arbeiders 670 en uit
overige beroepen 239.
De totale werkloosheid in de overeenkomstige
week van 1939 bedroeg 1850.
- ,a. ■- - i-
Het zuiderstrand weder opengesteld. Het
zuiderstrand, dat door de militaire pverheid is
afgezet, zal tijdens het seizoen weder worden
opengesteld.
ia zich over zijn gelooi schaamt
schaamt zich over God Wie zich
over God schaamt over dien zei
God zich schamen.
Den volgenden morgen stonden zij voor den ingang, beiden
in keurig livrei achter op het ingespannen rijtuig. De jonk
vrouw stapte over het bordes naar buiten en stapte in de
koets, gevolgd door een huisknecht. Zij kregen order om naar
het naastbijzijnde dorp te rijden.
De wegen buiten de stad waren erg modderig en overal lagen
groote plassen. Op gevaar af dat de paarden zouden uitglijden,
was de koetsier wel verplicht om hierdoor heen te rijden, want
de weg was te smal om uit te wijken.
Jaak Tersteeg zag er tegen op zijn dochter
tjes, ze waren vijftien en veertien, te vertellen,
dat hij ging hertrouwen. Beiden hadden veel
van haar moeder gehouden en nóg was het dik
wijls: „Moeder zou dit, moeder zou dat
Moeder was in de oogen van de kinderen iemand,
die alles geweten had, die overal raad in kon
geven. Moeder was en bleef voor hen de per
soon, die moei
lijk door een an- 5'
dere vrouw, hoe
goed die ook
was, te vervan- 1
gen zou zijn. MOedeY
Dit had hij Ger
ry verteld, voor
aleer zij hem haar jawoord zou geven.
„Schrikt het je niet af?" had nij haar met een
bevend hart gevraagd.
Haar antwoord was geweest: „Ik zal de vrien
din van je kinderen trachten te worden: een
goede vriendin, die met hen meeleeft. Ik heb
vertrouwen In mijzelf en in de toekomst."
„Ze zijn ook wel watbijdehand," voelde
hij zich genoodzaakt, haar nog te waarschuwen.
„Alle kinderen zijn dit tegenwoordig," had ze
gezegd. „Laat mij de foto's van je meisjes nog
eens zien, Jaak."
Hij toonde haar het portret.
„Deze is Nora en dit is Nelly," wist Gerry.
„Ja, ze lijken mij nog al erg pienter. Lieve ge
zichtjes. Ik kan mij niet voorstellen, dat zij mij
het leven onaangenaam zouden kunnen maken."
„Zij zijn anders nog al verwend. Eerst door
Lotte en later door de tantes, die erg mede
lijden met hen hadden."
„Mag ik de foto behouden? Mocht ik hen voor
mijkunnen winnen, dan zal „ik" mij zeker de
gelukkigste van allemaal voelen, Jaak. Ik zal
er dan ook alle middelen toe aanwenden."
Het was besloten. Jaak zou met Gerry trou
wen. Een gansche week liep hij met zijn geheim
rond, een gunstige gelegenheid afwachtend, om
zijn kinderen van zijn plan óp de hoogte te
brengen.
Dit gebeurde op een avond. Beide meisjes za
ten over haar schoolwerk gebogen. Jaak las de
krant. Op een gegeven oogenbik verzuchtte
Nora: „Hè, moeder hielp mij altijd zoo fijn, als
ik iets niet wist."
Toen vond Jaak Tersteeg een goede inleiding
en zei: „Kinderen, ik moet jullie wat vertellen.
Ik heb voor jullie een nieuwe moeder gezocht,
en die heeft de H.B.S. geheel doorloopen, die
zal jullie ook wel met je huiswerk helpen."
Beiden keken hem met ontzetting aan. Toen
zag hij woede in beider blik. En Nora zei op
beslisten toon: „Ik wil geen nieuwe moeder, al
heeft ze ook nog zoo'n hooge studies gemaakt.
Ikik zal mij zelf wel redden."
„En ik wil ook geen nieuwe moeder," sloot
Nelly zich bij haar zuster aan. „Enals je
tóch trouwt, dan ga ik naar tante Margreet.
Nu weet je 't paps."
„Hoor eens kinderen, of jullie willen of niet,
het gebeurt tóch. Er hoort hier een vrouw in
huis en .ik laat jullie niet langer verwaarloozen.
Vader is hier de baas en niemand anders. Er
er wordt niet naar de een of andere tante ge
gaan. De moeder, die ik voor jullie gekozen heb,
heeft een zeer lief karakter. Hier heb ik speciaal
voor jullie rekening mee gehouden. En als moe
der de dame gekend had, die nu jullie moedei
wordt, dan zou ze mijn keuze zeker goedkeuren.
Kijk, hier is haar portret."
„Interesseert mij niets," verwees Nora en
keurde de foto geen blik waardig.
„Mij ook niet," praatte Nelly haar zusje na.
Doch Jaak dwong hen naar het portret te
kijken en sloeg beiden aandachtig gade.
Een- minachtende trek kwam in het gelaat
van béide'meisjes.
„Ze lijkt mij erg trotsch," critiseerde Nora en
boog zich weer over haar wérk.
„Ik zal haar toch nooit moeder noemen," zei
Nelly haar hoofdje schuddend. „Stel je voor!
Zoo'n vreemd mensch!"
„Dit hoeft ook niet," weerlegde de vader, die
zich begon op te winden. „Zij wil een goede
vriendin van jullie worden."
Verbaasd staarden beiden hem aan en keken
dan tersluiks naar de foto.
„Schijnheiligheid," veroordeelde Nora toen.
Jaak werd woedend, vertelde hun, met een
vuistslag op tafel, dat hij zoo iets niet gedoogde
en besloot: „vlug je werk afgemaakt en naar
bed. Ik wil gehoorzaamd worden en duld ook
geen brutaliteit. Begrepen! Zondag komt jullie
aanstaande moeder hier, om met jullie kennis
te maken en ik verwacht, dat jullie je zult ge
dragen, zooals het hoort."
Er werd geen antwoord gegeven. Dieper boger.
de hoofden over het schrift, maar zoodra dt
vader de kamer verlaten had, werd de pen neer
gelegd. Even keken, beiden elkaar aan. Toen
kwamen de waterlanders. „Ik zal haar nooit
moeder kunnen noemen," snikte Nora. „En ik
doe het ook niet! Ik doe het ook niet!"
„En ik ook niet," verzekerde Nelly
Later op haar kamer werd het geval nog lang
besproken en booze plannen gemaakt. Toch wa
ren beiden zeer benieuwd.
Het was Zondag. Jaak had zijn aanstaande
vrouw per auto gehaald. Verscholen achter een
gordijn stonden de meisjes op den uitkijk. „Ik
geef haar geen hand," zei Nelly.
„Dat zou onbeleefd zijn," vond Nora. „Daar
kunnen wij niet '>uiten. En, trouwens, vader zou
het ons gebieden en dit zou ik heel akelig
vinden."
„Daar zijn ze. „Zij ziet er als een echte dame
uit," was Nora verwonderd. „Dat had ik niet
gedacht. „En ze lijkt zoo heel anders dan op de
foto. Maar ik zeg later toch niet moeder. Kun
je net denken!"
En nu stonden ze plotseling voor haar een
beetje vijandig, een beetje verlegen.
„Wij zullen het saampjes best vinden," zei
ze. „Dit zie ik nu al. Ik heb voor jullie, op onze
kennismaking, wat moois meegebracht. Ik hoop,
dat het naar je zin is." Ze gaf ieder een pakje.
„Dank u," prevelden beiden. Zij gebaarden
onverschillig te zijn voor het geschenkje, maar
twee hartjes popelden van ongeduld, om te
weten, wat het pakje inhield. En toen Jaak
vroeg, of ze niet moesten kijken, wat er in was,
snelden beiden naar haar kanier.
Voor ieder een prachtig armbandje. Éven wa
ren ze beduusd. „Watwat moeten wij na
doen?" stamelde Nora. „Wij dienen haar te be
danken, Nel. Geef jij haar dan een zoen?"
„En jij?"
Ze bekeken het geschenkje weer, pasten het
even en waren in dubio over het al of niet be
danken met een zoen. Doch dit konden ze, hoe
blij zij ook met het armbandje waren, niet van
zich verkrijgen. Ze legden het weer in het doos
je en gingen naar beneden, waar ze met een
handdruk hun dank betuigden. Beiden gunden
haar echter niet het genot, hen den armband
te zien dragen. Nora had gezegd: „Ze zou den
ken, dat wij er erg verrukt over zijn. Dit is ook
wel zoo, maar dat wil ik niet toonen,"
„Doe je hem niet om?" vroeg Jaak.
Zij schudden het hoofd en persten de lippen
op elkaar.
Gerry gaf hem een knipoogje. Ze begreep, wat
er in de kinderen omging en dacht: Het kan
niet zoo ineens komen. Ik zal echter veel geduld
moeten beoefenen, bemerk ik.
De trouwdag was voor de meisjes echter een
waar feest. De ooms en tantes waren gekomen
en Nora en Nelly hadden bruidsmeisjes mogen
zijn, hetgeen haar door Gerry gevraagd was.
Nora had toen een weinig bits aangehaald en
alsof ze een lesje wilde geven: „Als een weduw
naar trouwt, is de bruid nooit in het wit en dus
zijn er geen bruidsmeisjes noodig."
„Dan zullen er nu wél zijn," had Gerry be
slist. „Ik l>en nog jong meisje en niemand zal
er my een verwijt van maken, dat ik in het wit
trouw en jullie mijn bruidsmeisjes zijn."
Eerst nog weifelend, of zij wel zouden toe
geven, hadden zij zich echter al gauw geest
driftig getoond. Toen hadden ze samen de toi
letten besproken en Gerry had zich bij de keuze
van de meisjes bepaald.
Den laatsten tijd verbleef Gerry dikwijls In
haar aanstaande woning, want Jaak wilde, dat
zij aangaf, hoe enkele kamers veranderd moes
ten worden en uitzocht, hetgeen er noodig was.
Van deze gelegenheid had ze gebruik gemaakt
om wat nader tot de meisjes te komen Ook nad
ze, nadat de kamers opnieuw behangen waren,
de foto's van de moeder overal weer dezelfde
plaats gegeven.
De zusjes hadden tot elkaar gezegd: „Je zult
zien, dat die ergens opgeborgen worden. Een
tweede vrouw duldt nooit de portretten van een
eerste in huis." En de oogen hadden hierbij niets
goeds voorspeld.
Maar toen alles weer was als voorheen, be
kenden ze elkaar eerlijk, dat Gerry niet was,
zooals zij zich hadden voorgesteld.
„Enze weet alles," voegde Nelly er Dy.
„Gister heeft ze mij zoo goed met mijn rekenles
geholpen."
„Ende nuldlng, dien ze gemaakt had,
was erg fijn," vond Nora.
„Nou en of!"
„Misschieimisschien dat wij het tóch
met haar treffer., Nel. En je wéét, wat vader
gezegd heeft: Moeder zou zijn keus ook goed
gevonden hebben, alsals zij Gerry gekend
had."
„Ja, dat geloof ik ook."
„En ze heeft het maar altijd over goede vrien
dinnen zijn. Toch wel leuk, vind ik dat. En wat
ik ook mooi van haar vind, dat ze ons portret
heeft laten vergrooten en dat nu in haar kamer
heeft opgeh ngen. Weet je nog, wat ze toen zei?'"-
„Ja. Goede vriendinnen hebben altijd elkan
ders. foto op haar kamer."
Even zaten beiden in gepeinzen verzonken,
darf opperde Nora: „Weet je wat wij moesten
doen, Nel? Overmorgen komen vader en....
enzij thuis, als wy dan eens een taart be
stelden er er op lieten zetten .Welkom
Moeder."
„Hè, ja!" juichte Nelly. „Wat zal ze biy zijn,
want ze heeft natuurlijk graag, dat wij moeder
zeggen. Dat snap je toch wel. Noor, al doet ze
maar alsof."
„En dan ook voor "en bos bloemen zorgen."
„Tuurlijk!"
Op den avond van de thuiskomst van vader
en de nieuwe moeder stonden beide mêisjes een
beetje beschaamd maar toch met een gelukkig
hart toe te kijken, toen haar vader en Gerry
hardop lazen: „Welkom Moeder!"
IJMUIDEN, 6 Maart. Versche visch. Tarbot 0.92
1.10, Tong 0.801, Heilbot 0.881 per kg.
Groote Schol 11.5015.50 middel Schol 14.00
19, Zetschol 22.5025, kleine Schol 14.0025, Bot
6.5010, Schar 8.0016, Poontjes 9.5011, groO-
te Schelvisch 24.007—29 middel Schclvisch 25.00
30, kleine middel Schelvisch 23.0030, kleine
Schelvisch 15.0028, groote Gullen 10.5013.50,
kleine Gullen 8.60—12.50, Wijting 8.10—10 per
50 kg. Kabeljauw 22.0045 per 125 kg. Vleet 2
3.50, Leng 12.25 Koolvisch 0.301,05 per stuk.
Rog 12.0021 per koop.
van de heden aangekomen
TREILERS
Utrecht Urn. 73 450 manden 4730.Uiver
IJm. 384 545 manden 5850.—, Libra IJm. 98 580
manden 6630.Poolzee IJm. 77 365 manden
4270Prinses Beatrix IJm. 117 500 manden
5760.—, K.W. 103 115 mand'en 1990.—.
LOGGERS
K.W.: 76 2490.—, 4 2590.—, 5 2160.—, 165
1400.—. Bch. 15 340.—.
VRAAGT ONS PROSPECTUS
Middenst.dipl. Manufact.br,, Kruidenierad.
(Bekende Schriftalüke Cursus)
39
FEUILLETON
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
DOOR JOHN BUCHAN
Vertaald door J. M. Kempees
2
Ik kreeg den indruk, dat de meeste menschen,
die erbij betrokken waren, tot dat soort ontwik
kelde anarchisten behoorden, die revolutie
maken, maar dat daarnaast financiers stonden,
die hier een goed zaakje in zagen. Een handig
man kan groote winsten maken op een dalende
markt en beide partijen hadden er voordeel by,
Europa op stelten te zetten.
Hy vertelde my eenlge merkwaardige dingen,
waardoor veel, waar ik me over verwonderd had,
verklaard werd dingen, die in den Balkan
oorlog gebeurden: hoe de eene staat plotseling
de overhand kreeg, waarom verdragen gesloten
en verbroken werden, waarom bepaalde men
schen verdwenen en waar het geld van den oor
log vandaan kwam. Het doel van de heele
samenzwering was Rusland en Öostland tegen
elkaar op te zetten.
Toen ik vroeg „waarom", zei hy, dat de
«oarchistenbende dacht, dat ze daar hun slag
mee zouden kunnen slaan. Alles zou dan in den
smeltkroes gaan, en zy verwachtten, dat daar
een nieuwe wereld uit te voorschijn zou komen
De kapitalisten zouden de duiten binnenhalen
en fortuinen verdienen door de afbraak op te
koopen. Kapitaal, zei hy, heeft geen geweten en
geen vaderland. Bovendien, de Jood eat er ach
ter, want de Jood haatte Rusland erger dan
de hel.
„Verbaast u dat?" riep hy uit. En hy gaf
een fantastische beschouwing ten beste, die op
het volgende neerkwam.
„Driehonderd Jaar lang zyn ze vervolgd,"
zei hy, „en dit is de afbetaling voor de pogroms
De Jood heeft het begrepen op het rijk van
den Tsaar, omdat zyn tante gemarteld en zyn
vader gegeeseld is in een of ander vergeten gat
aan de Wolga."
Ik kon by dezen theatralcn onzin de spot
tende opmerking niet terughouden, dat zyn
Joodsche anarchisten eeéi beetje achter ge
raakt schenen te zijn.
„Ja en neen," zei hy. „zy wonnen tot op
zekere hoogte, maar zy stuiten op Iets, dat
machtiger is dan geld, iets, dat niet gekocht
kon worden, de oude natuuriyke vechtinstincten
van den mensch. Als je den dood tegemoet gaat,
dan zoek je de een of andere vlag op en een
vaderland om voor te vechten, en als je het
overleeft, ga jé er van houden. Die stomme
duivels van soldaten hebben iets gevonden,
waar ze wat voor voelen, en dat heeft het
aardige plannetje In de war geschopt, dat in
Oostland bedacht was. Maar mijn vrienden
hebben nog lang niet hun laatste troef uitge
speeld. Zdj hebben het aas nog in handen, en,
tenzy ik er in slaag nog een maand te blijven
leven, zullen ze die troef uitspelen en winnen.'
„Maar Ik dacht, dat u dood was," viel ik hem
in de rede.
„Mors janua vitae," glimlachte hy. (Ik her
kende de aanhaling; het was zoowat al het
Latyn, dat ik kende). „Daar zal ik het straks
over hebben, maar ik moet u eerst op de hoogte
brengen met allerlei dingen. Als u uw krant
leest, kent u vermoedeiyk den naam van
Constantine Karolides?"
Ik spitste myn ooren, want dienzelfden mid
dag had ik nog iets over hem zitten lezen.
„Dat is de man, die hun telkens een spaak
in het wiel heeft gestoken. Hij is de eenige
van de heele kliek, die een behoorlijk stel her
sens heeft en toevallig Is hü ook eeriyk. Daarom
is hy sedert ongeveer een jaar een geteekend
man. Ik ontdekte dat; niet, dat het moeiiyk
was, want elke dwaas kon het wel gissen. Maar
ik ontdekte, op welke manier ze hem te pakken
zouden krijgen, en die wetenschap was doodelijk.
Daarom moest ik sterven."
Ik maakte zelf nog een glas whisky-soda
voor hem klaar, want ik begon belang te stellen
in den kerel.
„Ze kunnen hem In zyn eigen land niet te
pakken krijgen, want hy heeft een ïyfwacht
van Epiroten, die hun eigen grootmoeders
zouden villen. Maar op den vyftienden Juni
komt hy hierheen. Het Engelsche ministerie
van buitenlandsche zaken heeft de gewoonte
aangenomen, internationale theepartytjes te
geven, en het grootste zal op dien datum plaats
vinden. Nu wordt Karolides beschouwd als de
voornaamste gast, en als myn vrienden hun zin
krijgen, zal hy nooit meer by zyn bewonderende
landgenooten terugkeeren."
„Dat is in ieder geval eenvoudig genoeg,"
zei ik. „U kunt hem waarschuwen en thuis
houden."
„En in hun kaart spelen?" vroeg hy scherp.
„Als hy niet komt, winnen ze, want hy is de
eenige man, die het kluwen kan ontwarren. En
als zijn regeering gewaarschuwd wordt, zal hy
niet komen, want hy weet niet,, hoe groot de
belangen zyn, die den vyftienden op het spel
staan."
„En dB Engelsche regeering dan?" zei ik.
„zy zullen niet toestaan, dat hun gasten ver
moord worden. Geef ze een seintje, en ze zullen
extra voorzorgsmaatregelen nemen."
„Dat helpt niet. Ze mogen heel Londen vol
stoppen met detectives ln burger en de politie
verdubbelen, en nog zou Constantine een ver
loren man zijn. Myn vrienden spelen dit spel
letje niet voor de aardigheid, zy verlangen een
byzondere gelegenheid voor den moord, met
de oogen van heel Europa er op gevestigd. Hy
zal vermoord worden door een Oostenryker, en
er zal volop bewysmateriaal zyn om de mede
plichtigheid van de groote hansen in Oostland
aan te toonen. Het zal natuurlijk allemaal leu
gen zyn, helsche leugen, maar het geval zal
er in de oogen van de wereld zwart genoeg
uitzien. Ik zit hier geen smoesjes te verkoopen,
vriend. Ik weet toevallig ieder détail van den
helschen aanslag, en ik kan u verzekeren, dat
het het meest volmaakte stukje gemeenheid zal
zyn sinds de Borgia's. Maar het zal niet slagen,
als een zeker Iemand, die het fyne van de zaak
weet, levend hier in Londen is op den vijftien
den dag van Juni. En die iemand zal uw
dienaar, Franklin F. Scudder zyn."
Ik begon het kereltje te mogen. Zyn mond
was dichtgeklapt als een rattenval en 't stryd'
vuur gloeide in zyn uitstekende oogen. Als hy
mij een sprookje zat op te disschen, verstond
hy de kunst, het door zyn gebaren aannemelyk
te maken.
„Waar hebt u die geschiedenis ontdekt?"
vroeg ik.
„Ik kreeg het eerste vermoeden in een herberg
aan de Aachensee in Tyrol. Dat bracht me aan
het informeeren, en ik verzamelde eenige
andere aanwyzingen in een bontwinkel in het
Galicische kwartier van Buda, in een vreemde
lingenclub in Weenen en in een klein boeken-
winkeltje in de buurt van de Racknitzstraat in
Leipzig. Ik completeerde myn bewysmateriaal
tien dagen geleden ln Parijs. Ik kan u de détails
nu niet vertellen, want dat ls een lang verhaal.
Toen ik voor mezelf heelemaal zeker was,
oordeelde Ik, dat het zaak was, te verdwijnen,
en ik bereikt* deze stad langs een machtig
merkwaardigen omweg. Ik verliet Parijs als een
flatterige jonge FranschAmerikaan, en ik
ging in Hamburg scheep als een Joodsch
diamanthandelaar. In Noorwegen was ik een
Engelsch Ibsen-vereerder, die materiaal voor
lezingen 'verzamelde, maar toen ik Bergen ver
liet, was ik een cineast met speciale ski-films.
En ik kwam hier van Leith met een bende
papiermonsters in myn tasch om aan de Lon-
densche kranten voor te leggen. Tot gisteren
dacht ik, dat ik myn spoor aardig uitgewischt
had, en voelde ik me nogal plezierig. Toen
De herinnering scheen hem van streek te
maken en hy slokte nog wat whisky naar
binnen.
„Toen zag ik een man staan in de straat
langs dit blok. Ik placht den geheelen dag in
mijn kamer te blyven, en pas als het donker
was geworden wipte ik er voor een paar uur
uit. Ik hield hem een tydje ln de gaten vanuit
mijn raam en ik dacht, dat ik hem herkende.
Hij kwam naar binnen en praatte met den por
tierToen ik gisterenavond terugkwam van
myn wandeling, vond ik een kaartje in de brie
venbus. Het droeg den naam van den man, dien
ik op deze wereld wel het minst van allen ver
lang te ontmoeten."
Ik geloof, dat de blik in de oogen van myn
metgezel, de pure onverbloemde angst op zyn
gezicht, mij volledig van zyn eerlijkheid over
tuigden. Mijn eigen stem werd wat scherper,
toen ik hem vroeg, wat hy toen deed.
„Ik begreep, dat ik ingemaakt was, even zeker
als een haring in het zuur, en dat er maar één
uitweg was. Ik moest sterven. Als mijn vervol
gers wisten, dat Ik dood was, zouden zy weer
indutten."
„Hoe hebt u dat klaargespeeld?"
„Ik vertelde den man, die me bedient, dat
ik me vry beroerd voelde, en ik bewerkte
mijn gezicht een beetje, zoodat ik er dood
ziek uitzag. Dat was niet moeiiyk, lk ben
geen beginneling, waar het vermommingen
betreft. (Wordt vervolgd.)
I