tfCctvfó&cicil vüü dct\ GEBROEDERS „GOOCHEM'
1 fi
w
K,
tr™
49
VROOM c DREESMANN
m
16?°
KARPET
2000
37so
29°°
39°°
VROOM e DREESMANN
HEREN
MODE
CHIQUE, KWALITEIT EN REDELIJKE PRIJS
MANTELMAGAZIJN M. B. ELZE
SPECIALE
PRIJZEN
55
VtST». 59
ÏÏ'!"9. VI
53S!
Moquette
Haarvelours
Wilton
Holtap
Axminster
Como
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ÏÏTKÏl| Jan'suitgaans-
atbeteekent het lijden In den
tijd, vergeleken bij het geluk In de
eeuwigheid?
Olie in de woestijn
S
DAMES
97i
MODE
riog «n-<r»a'| 70
PARFUMERIE
HANDSCHOENEN
- BIJOUTERIE
LEDERWAREN
;.i: b.;x 89
290
HAARLEM
BEVERWIJK
f
15
Bij deze
REGENJAS
is een
paraplufe
overbodig
„IMPERIAL-COAT"
(«rote sortering FALCOW-
3assen rail f 19.75 en hoger
zijn de kenmerken van de MANTELS
en JAPONNEN van
Kenaustraat 22 HAARLEM Tel. 15723
BI] AANKOOP VAN EEN KARPET BOVEN 20.00 op ZATERDAG 16,
MAANDAG 18 en DINSDAG 19 MAART, ONTVANGT U EEN
200 x 275 22 50
225 x 325 34 OO
Prima wol in mod. dessins
Zeer zware kwaliteit
200 x 275
225 X 325
200 x 275
225 x 325
Fraai Salonkarpet
Zeer zwaar wol.
200 x 27^ 26 OO
230 x 310 34 OO
Uiterst solide kwaliteit.
200 x 300 42 50
230 x 325 52 50
Zwaar doorgeweven tapijt.
200 x 300 55 00
230 x 325 72 50
BIJ IEDER KARPET VINDT (J BIJ ONS EEN PASSEND TAFELKLEED
HAARLEM BEVERWIJK
Jan Merkens nam eens zonder voorkennis van
z'n vrouw een uitgaansavondje. Dat was zóó ge
komen. Hij had een vriend, Fred Baakers, ont
moet, die hem trachtte te overtuigen dat hij
eens een avondje uit moest.
„Je hebt 't noodig," zei hij. „Je hebt een erg
getrouwd gezicht. De boog kan niet altijd ge
spannen zijn. Bel Tine maar op, dan stel ik 't
program vast."
Jan liet zich overhalen. Zijn huwelijk met
Tine was gelukkig, maar zooals vele jonge vrou
wen had deze bezwaar tegen uitgaansavonden.
1 Werd voor haar man wel wat eentonig, eiken
avond toe te zien als ze jumpers breide, met nu
en dan een schouwburgje ter afwisseling.
Zóó nam Jan Merkens voor t eerst in ander
half jaar z'n toevlucht tot de bekende uitvlucht:
„nog laat werk op 't kantoor." Hij hing de tele
foon weer op, zich een beetje schuldig voelend,
maar innerlijk vroolijk.
„Hoe nam je vrouwtje 't op?" vroeg Fred.
„Heel goed. Ik moest vooral oppassen, dat ik
me niet overwerkte en dat ik geen kou vatte,
want de avonden waren nog al kil."
„Nu, dat treft," meende z'n vriend, die vrij
gezel was. „Maar laten we nu gaan dineeren."
Ze begonnen aan een weelderig diner en Fred
ontvouwde z'n program voor den avond.
„Straks gaan we naar een revue," besloot hij,
een dure sigaar van Jan opstekend.
Hij had al plaatsen genomen en de revue bleek
een aardig amusement. Daarna wachtten ze op
een taxi. Het regende en er stond een heej
rijtje menschen op taxi's te wachten.
Daar zag Jan eensklaps één meter voor hem
een meisje, dat hij kende. Drommels, 't was
Fietje Rengers, waarmee hij vroeger bijna ver
loofd geweest was. Ze had het hem nooit ver
geven, dat hij
aan Tine de voor-
zag! Als ze eens t
»en opgesierd ver- d c OllClJC j
haal van haar :<imi
ontmoeting aan
Tine deed! Jan voelde dat hij bleek werd. Snel
deed hij een stap achteruit, botste tegen een
dame en dook weg achter Fred. Daarna gaf
hü z'n vriend een korten stoot in de ribben.
„Wat is er?" vroeg Fred. „Wat heb je? Je ziet
er ellendig uit."
„Ik voel me niet goed," fluisterde Jan, be
nauwd. Daar vóór me staat een meisje
„In orde, ouwe jongen," zei de vlugge Fred
„Daar had je mee kruinen trouwen, maar je hebt
1 niet gedaan. En ze zou je vrouw opstoken, als
ze je zag. Maak je maar geen zorg. Waar is ze?"
„Daar vlak voor je; lang, blond, met een doek
over d"r hoofd."
„O, dat is Fietje Rengers. Die ken ik. Ze zou
me graag tot man hebben. Een taaie," lachte
Fred. „Laat haar maar aan mij over. Misschien
zal ik haar thuis moeten brengen, dan geef ik
jou lucht."
Jan zag hem tusschen de menschen duiken,
het meisje naderen, hij zag haar glimlachen en
zag ze beiden verdwijnen. Steeds had hij zich
gedekt gehouden achter de forsche dame, tegen
wie hij was opgebotst, zich niet storend aan
haar booze blikken. Nu haalde hij weer vrijer
adem.
Hij stond op 't punt zich van de dame te ver
wijderen, toen opeens z'n volle aandacht naar
haar getrokken werd. Ze had haar hand naar
haar keel gebracht en weer teruggetrokken, on
der t slaken van een schrillen kreet.
„Mijn diamanten hanger! Ik ben hem kwijt 1
Hij is gestolen!" gilde zij en greep Jan bij den
arm.
„Jij hebt 'm gestolen! Ontken maar niet. Je
helst steeds om me heen gedraaid. Politie!"
Binnen een minimum van tijd stond er een
nieuwsgierige menigte om den ongelukkigen Jan
„Hij heeft altijd om me heen gedraaid!" nep
de ongelukkige dame weer. „Ik stond te wachten
op m'n man en een taxi en hij deed erg ver
dacht. En toen was ik ineens m'n hanger kwijt
Hij heeft 'm zeker."
„Ikikverzeker u," stotterde Jan. rood
van schaamte en woede, „dat u zich vergist
Mijn naam
Hij stak z'n handen in z'n zakken en...,
trok ze leeg terug. De hand, die de dame van
haar diamanten sieraad had beroofd, had zieh
blijkbaar ook met hem bezig gehouden. Z'n geld
was weg, z'n portefeuille en alles waarmee hii
z'n identiteit had kunnen bewijzen.
Toen hij dit zei. werd de forsche dame nog
woedender en niemand van de omstanders ge
loofde hem. Allen keken hem vijandig aan;
sommigen zeiden dat hij een gemeene dief was
en smoesjes had verkocht.
Intusschen was de echtgenoote der dame ten
tooneele verschenen.
„Die hanger heeft me 500 gulden gekost,'
tierde hij. „Is de kerel al gefouilleerd? Niet?
Dan zal ik
Op dit oogenblik baande zich een agent door
de menigte. Hij was jong en ijverig. Hij luisterde
naar de forsche dame, naar haar man en naai
Jan. Toen velde hij vonnis.
„Dit staat vast," zei hij tegen Jan, „u hebt
die dame gevolgd en een mannelijke en vrou
welijke medeplichtige hebben zich uit de voeten
gemaakt, even vóór de diefstal ontdekt werd
U zult mee moeten."
Er was inmiddels een tweede agent versche
nen en tusschen beiden in liep Jan Merkens
naar 't politiebureau, 't Leek wel of hij op dien
noodlottigen uitgaansavond door iedereen die
hem kende, moest gezien worden
De eerste was z'n chef, van wien hü in de
naaste toekomst salarisverhooging verwachtte
De groote man keek hem verbaasd en tegelijk
diep verontwaardigd aan, toen hij een lid van
z'n staf aanschouwde, rood, gehavend, zonder
hoed, irf handen van de politie en toen hü door
liep, aan den overkant, voelde Jan dat z'n car
rière naar de maan was.
Maar 't zou nog erger worden. Bij de deur
van het politiebureau gekomen, stiet hij op z'n
ernstigen, zeer achterdoehtigen oom Felix, een
rijk, ongehuwd man, een suikeroom. Deze be
jaarde heer bleef voor het trio staan en vroeg
barsch om verklaring van 't geval. Deze werd
Aem verstrekt door den agent en den echtgenoot
der forsche dame, die mee was geloopen; een
verklaring, waarin de woorden: „diefstal" „mis
handeling" en „dronken" op den voorgrond tra
den.
De verschüning van oom Felix had echter dit
nut, dat Jan's identiteit kon worden vastgesteld
waarop hü z'n vrüheid herkreeg. Juist kwam
toen een agent binnenstormen, met het nieuwtje
dat de echte dief van den diamanten hanger
van 500 gulden gepakt was.
Zich lichamelijk-en geestelijk meer dan ellen
dig voelend, ging Jan Merkens naar huis. Toen
hij den sleutel in de deur van z'n woning stak,
vloog die deur open, het licht klikte aan en
voor hem stond z'n vrouw, doodsbleek en bevena
„Waar ben je geweest?" riep ze. Mevrouw
Bastiaans was vanavond in de bioscoop. Een
half uur geleden heeft ze mij uit bed geklopt en
ze zei dat ze jou gezien heeft tusschen twee
politie-agenten en je zag er uit! Je zei dat je
over moest werken op 't kantoor..—"
.au.i.nmffaa»
De jongens liepen verder, om een geschikt voorwerp te vinden
voor hun volgend experiment. Op den hoek van een stille straat
stond een raam open, waar achter een dikke man zat te dutten.
Voor het raam hing een jaloezie. „Wacht," zei Pat, „die man
zullen We eens aan 't schrikken maken."
HÜ zocht een geschikt plekje op en richtte door rijn brand
glas heen een feilen zonnestraal op het koord, waarmede de
jaloezie werd opgehouden. Pit keek in spanning toe. Het touw
begon te rooken, brandde door en met een donderend geraas
viel de jaloezie naar beneden. Lachend zetten beiden het op een
loopen.
Half versuft vertelde Jan haar alles.
„Nu weet je 't," zei hü. „Als je me nu en dan
een avondje voor me zelf had gelaten, dan haó
zooiets nooit kunnen gebeuren. Nu is er alle
kans dat ik m'n betrekking kwijt raak en dat
oom Felix niets meer van me wil weten. Maai
't kan me ook niet meer schelen hoe 't loopt
Ik ga naar bed."
Den volgenden dag echter keerde het getü-
Jan's chef was ook getrouwd; hü begreep een
en ander en toen de jonge man hem een ge
trouw verslag uitbracht van de gebeurtenissen
van den vorigen avond, zag hij al heel gauw dat
hü niet bang behoefde te zün voor t verlies
van z'n positie en z'n kans op promotie.
Door een gelukkig toevai was Jan tevens in
staat om oom Felix op te bellen en hem een,
belangrijke mededeeling te doen in zake een De-
legging, waarin deze zeer geïnteresseerd was
hetgeen niet weinig bijdroeg tot het herleven
van de goede gezindheid jegens hem van z'n
rüken oom.
Zelf werd Jan ook opgebeld en wel door z'n
vriend Fred.
Deze deelde hem mede, dat hü besloten haó
het vrügezellenleven vaarwel te zeggen, door zich
te verloven met Fientje Rengers. Haa>r moedei
had den datum van 't huwelük al vastgesteld
„Gefeliciteerd, ouwe jongen," riep Jan vroolijk
en belde af.
Toen hü dien avond van 't kantoor thuis
kwam, huppelde Tine, vriendelijk glimlachend
in haar mooiste jurk. hem in de gang tegemoet
„O, lieve Jan," zei ze, „ik ben blij dat je
zoo vroeg thuis komt, want ik heb iets heerlijks
klaar gemaakt voor 't diner. En ik heb al zitten
denken welke avond van de week t beste zou
uitkomen voor je uitgaansavondjes."
(Nadruk verboden)
Het behoeft geen nader betoog meer, dat de
petroleum een van de voornaamste factoren is
waarmede de oorlogvoerenden rekening te hou
den hebben. In onderstaande bijdrage wordt een
antwoord gegeven op de vraag, hoe Engeland
aan zün petroleum komt, die het in reusachtige
hoeveelheden noodig heeft, voor oorlogssche
pen en vliegtuigen.
Wanneer men de kraan in de keuken open
draait, komt het water uit een reservoir, dat
tien of misschien wel vijftien kilometer ver weg
ligt. Maar wat zoudt u er van zeggen, als ik
u het voorstel deed, uw water te betrekken van
een bron, die achttienhonderd kilometer ver
verwijderd ligt? Onmogelük, zult u zeggen.
En toch is dit ongeveer de lengte van de
langste pijpleiding der wereld. Door deze lange
leiding wordt kostbare olie gepompt. De bron
nen bevinden zich in de olievelden van Kirkoek
in Noord-Irak en de kranen zijn de Middel-
landsche Zee-havens Haifa en Tripolis. Daar-
tusschen liggen vele honderden kilometers dorre
woestijn.
Pas in 1927 heeft men de olie in de Kirkoek-
velden gevonden. Om het „vloeibare goud" naar
de Middellandsche Zee te transporteeren, kon
men alleen gebruik maken van een pijpleiding.
De verschillende petroleummaatschappijen, die
erbij geïnteresseerd waren, lieten zich door de
kosten ongeveer 150.000.000 gulden niet
afschrikken. Want door middel van de leiding
zou men vier millioen ton kostbare olie per
jaar kunnen transporteeren. Ook de Britsche
regeering wilde daarmee in de behoeften van
de oorlogsvloot aan vloeibare brandstoffen voor
zien.
Een heel jaar werkten geologen en topografen
onder de verzengende stralen van de woestijn-
zon, om den loop van de toekomstige olieleiding
vast te leggen. Nauwkeurige landkaarten waren
er nog niet. Rooverbenden hinderden het werk.
De streek was onbewoond, water en plantengroei
ontbraken.
Maar tenslotte waren alle moeilükheden over
wonnen en het plan was vastgesteld. Volgens
dit plan moesten de beide olieleidingen eerst
parallel loopen, daarna in Haditha aan den
Tripolis, de andere naar Haifa voeren. De in
totaal achttienhonderd kilometer lange leiding
werd samengesteld uit twaalf meter lange stuk
ken, die een totaal gewicht van 120.000 ton be
zaten, dat is meer dan het dubbele van een
grooten Oceaanstoomer als b.v. de „Europa".
Voor het vervoer van de pijpen over gunstig
terrein bouwde men bijzondere vrachtwagens
met een draagvermogen van 40 ton. Op 'moei
lijk terrein moest men van speciale tractors ge
bruik maken. Voor het op- en afladen moesten
geheele kraaninstallaties worden gebouwd.
De arbeidsvoorwaarden waren uitermate on
gunstig. Zandstormen maakten dagenlang alle
werk pnmogelijk, ze verblindden mensch en
dier, ontnamen hun alle uitzicht zoodat ze nau
welijks enkele meters ver konden zien en be
groeven de machines. In den zomer steeg de
temperatuur tot vijftig graden, om dan in den
winter tot ver onder nul te dalen. Ook de beste
hygiënische maatregelen konden ziekten niet
voorkomen.
Omdat men de pijpleiding niet eenvoudig op
den grond kon leggen en aan den invloed van
het weer en de aanvallen van roofzuchtige
stammen blootstellen, moest ze diep onder den
grond begraven worden. Men bouwde dus ma
chines, die wel iets op baggermolens geleken. Op
zandig terrein bewezen ze goede diensten, maar
in rotsachtig gebied moest men dynamiet ge
bruiken.
Toen alles klaar was, werden telkens tien
buizen van twaalf meter lengte aan elkaar ge
smeed en in den grond neergelaten. En dan
werden de honderdtwintig meter lange stukken
stevig aan elkaar gebonden. Deze groote stalen
buizen waren ongetwijfeld tegen zeer groote
mechanische belasting bestand, maar zü kon
den door chemische stoffen worden aangetast.
Op sommige plaatsen bevonden zich bepaalde
zoutlagen, die het ijzer verwoesten.
Daarom bouwde men nieuwe machines, die
bestonden uit ronde roteerende borstels van
draad en weeke vezels, die zoowel den binnen-
katholieken, God heeft alleen aan onze
Kerk de eenige eeuwige waarheid gegeven
om haar te dienen, te beschermen en te
verspreiden. Waakt en bidt in het vertrou
wen op Christus' woord, dat de poorten der
hel, ondanks alles, haar nimmer zullen over
weldigen.
als den buitenkant der buizen spiegelblank po-
iüstten. Toen bestreek men de buizen met een
beschermende deklaag, waarna ze met een laag
hard emaille werden overtrokken en tenslotte
wikkelde men alles in asbestweefsel, om de bui
zen tegen vuur en hitte te beschermen.
Natuurlijk was een zeer groote kracht noodig,
Euphraat van elkaar scheiden, en de eene naar
om de dikke olie door de meer dan achttien
honderd kilometer lange pijpleiding over ber
gen en dalen te pompen. Een geweldige pomp-
installatie bij de olievelden kon dit niet vol
brengen, omdat de druk by het beginpunt zoo
groot zou zijn, dat zelfs de sterkste buizen zou
den springen. Daarom bouwde men twaalf groo
te pompstations op een afstand van tachtig
tot tweehonderd kilometer van elkaar. Deze zui
gen de olie op en stuwen ze onder grooten druk
weer verder. De hiervoor benoodlgde kracht
wordt door zes Dieselmotoren van ieder honderd
P.K. geleverd; deze zy'n door brandvrije wan
den van de eigenlijke pompinstallatie geschei
den.
De nauwkeurige plaats van deze kleine neder
zettingen midden in de Syrische woestijn werd
niet zoozeer bepaald door technische overwe
gingen als wel door de mogelykheid van wa
tervoorziening. Tallooze malen moest er geboord
worden, tot het grondwater bereikt was. Men
heeft den Ingenieurs en arbeiders het verblijf
in deze pompstations zoo aangenaam mogelük
gemaakt. Zij beschikken daar niet alleen over
electrisch licht en radioverbinding met de bui
tenwereld, maar ook over stroomend water en
zelfs over groote koelruimten.
In Tripolis en Haifa bouwde men in de buurt
van de haven groote oliereservoirs, die elk elf
duizend ton kunnen bevatten, en de raffinade
rij, die dagelijks zesduizend ton kan verwerken.
Maar verreweg het grootste deel van de olie
vloeit direct in de tallooze tankbooten, die haar
naar alle deelen der wereld vervoeren.
De regeering van Irak is sterk geïnteresseerd
geweest bij het tot stand komen van de olie
leiding, want van iedere ton olie ontvangt zü
bijna drie gulden, in totaal ongeveer 11 millioen
gulden per jaar!
De leiding is al vaak het mikpunt en het
slachtoffer geweest van overvallen der Bedoeï-
nen. Men heeft haar op sommige plaatsen weer
vrijgelegd, de buizen met geweerschoten door
boord en de ontsnappende olie aangestoken.
Maar telkens werden de gaten gevonden en
gedicht. De ingenieurs maken zich daarover
niet bezorgd. Waar het om vier millioen ton
per jaar gaat, heeft een verlies van een paar
ton weinig te beteekenen! De olieleiding, die
door de Syrische woestijn voert, is echter de
levensader van het Britsche wereldrijk.
Wanneer het inderdaad ooit tot een ernstige
belemmering van den olietoevoer naar de Mid
dellandsche Zee zou komen, dan liggen de ge
weldige oorlogsschepen en de ny'vere koopvaar
dijschepen stil, dan vormen de vliegtuigen geen
schakel tusschen de continenten meer.... Dan
is de verbinding met de dominions en de kolo
niën in Zuid-Afrika, in Zuid-Azië en Australië
verbroken. De pompinstallaties in de woestün
zijn de polsslag van het Britsche wereldrük, de
olieleiding is beslissend voor de Engelsche po
litiek in het nabye Oosten.
■s.'f»!
ia
BIOEMCORSAGE, een
buitengew tr. coiu
ona X5v-..
SHAWl.
assorti-
1-50.
DAMES VESTEN, geor
getteof piqué ul^
kantbew. 1 45 1
GERUITE lAVAlUHMS
in grote verschelden
OVERHEMDEN, solide kwaliteit,
percal, moderne dess., m
m. 2 boorden 2.60, 2.25, X95
OVERHEMDEN met 2 boorden en
2 pr. afneembare manchetten,
prima popeline coat-
shirt model.. 4.90, 3.90,
OVERHEMDEN met vaste boord,
in effen en fantasie, alle 4
maten 2.90, 1.75, X
EAU DE COIOONE, 90%
alcohol in fr. mm
flacon
FRANSE PAARLOOR-
KNOPPEN met mm
schr. en h. p. p. i <3>
NEN, irrmau»
pass. bij teder
toilet 2.601-95
AARDIGE POEDERDOOS
tev. sigaretten- m
koker, div. kl.
DUBBEL PAARL COLLIER
m. fantasie slui- 4
ting, zeer fraai X 45
VISITE TASSEN lm».
zw. lakleder,
WMOÏ»"S'»
uitvoering
WEEK-END SHIRTS met korte of
lange mouw, de ideale
dracht 3.90, 3.60, ^90
ZELFBINDERS, uitsluitend nieuwe
moderne dessins, prima kwali
teiten, w.o. zuiver zijde AE
2.40 1.75 1.45
HEREN HOEDEN, pracht collectie
nieuwste voorjaarstinten
in haarvilt en wol 4
5.90 3.90 1.95 X45
geisluU. 97 Vi
HEREN REGENJASSEN, dun gummi
in diverse kleuren, absoluut
waterdicht, z. practisch
voor de reis.4.90, 3.50,
HEREN HANDSCHOE-
NEN, solide kwaliteit,
imit. pigskin 4
2.60 - 2.40 - X95
wm>.
ue
is n.l. vervaardigd van prima
macco en voorzien van een on
doordringbare tussenvoering, die
haar absoluut waterdicht maakt.
SPECIALE PRIJS
Herenmodezaak