HOOFD
VERSTOPT?
M isverstanden omtrent
j eugd werkloozenzorg
Verschillen van
opzet en richting
Waarom was er een kabinets
crisis in Frankrijk?
Hitiers Paaschei voor
de Geallieerden
„Meneer d'n dokter"
MISLUKTE
DRIE-IN-DE-PAN
Vicks Va-tro-nol
Vele vragen, weinig
antwoorden
Jeugdregistratie bij Romme en bij Van den Tempel
Buitenlandsch Overzicht
PHILIPS
PHI LI DYNE'
Rijwiellantaarns
Een Limburgsch gedicht op
een tragisch voorval
Kerkelijk leven
VRIJDAG 22 MAART 1940
Landbouwmaatregelen
besproken
Vergadering van het Kon. Ned.
Landbouwcomité
Rolschaatsers krijgen
een straat
De dijkdoorbraak
bij Meppel
OPBRENGST P.T.T.
Prijzen vanaf f. 6.85
MEISJE BIJ AANRIJDING
DOODELIJK GEWOND
OSSENAAR STAAT TERECH'l
H.H. WIJDINGEN
De voorzitter van de Liberale
Staatspartij, Prof. Telders, is een
wonderlijke politieke kok. Voor de
Algemeene Vergadering van zijn partij
heeft hij onlangs een rede gehouden,
Waarin hij het beeld van het staatkun
dig leven in Nederland heeft trachten te
öiisbakken tot een drie-in-de-pan.
„Bevrijd van verouderde leuzen en an
tithesen, van toevallige belangen-con-
flicten en persoonlijke ambities", aldus
beweerde hij, „vertoont het politieke le
ven in Nederland toch een duidelijke
geleding in drieën: de op onze Protes-
tantsch-Christelijke traditie stoelende
öiiddenstof, de radicalen en het politieke
Roomsch-Katholicisme."
Om de liberalen onder te kunnen
brengen bij de op Protestantsch-Chris-
telijke traditie stoelende middenstof,
ftioet hij spreken van het levendig' en
levend besef der Nederlandsche histori
sche traditie, in plaats van van de Pro-
testantsch-Christelijke. De historie en
haar traditie schijnen voor dezen pro
fessor-politicus eerst te beginnen bij de
Reformatie, waarvan de liberalen overi
gens alleen het individualisme hebben
Overgehouden en het Christelijke tot op
een vaag sentiment na hebben verloren.
Rat professor Telders net als de uit de
liberalen voortgekomen N.S.B. over het
Politieke Katholicisme spreekt, behoeft
geen verwondering te baren. De N.S.B.
Viel als appel, althans in dit opzicht, niet
Zoo heel ver van den liberalen boom. Het
tecept van de Nederlandsche politie
ke drie-in-de-pan a la Telders klopt
echter niet, want hij kan in zijn baksel
tie Christelijk-Historischen en de Vrijzin-
Oig-democraten niet thuis brengen. In
Plaats van nu de samenstelling van zijn
baksel te wijzigen en zijn kundigheid
Aan de tastbare werkelijkheid te toet
sen, wordt hij boos op de Christelijk-
Historischen en de Vrijzinnig-democra
ten en maakt hun bittere verwijten,
Omdat zij zich niet laten kneden door de
Politieke knepen van zijn eigen gevon
den kookkunst. In een welgeordend
huishouden zou men een keukenprin
ses, die den tomaten verwijt, dat zij niet
Passen in ossenstaartsoep en aardappe
len wil bakken zonder vet, spoedig als
terzake niet deskundig haar congé ge-
Ven. Maar het liberale politieke huishou
den schijnt niet zoo welgeordend te zijn.
Men heeft daar trouwens het land aan
ordening. De theoretische drie-in-de-
Pan, die prof. Telders voor zijn partij-
genooten opdischte, moet als ondeugde
lijk voor consumptie worden afgekeurd.
Onder leiding van den lieer H. D. Louwes is
dezer dagen de maandelijksche vergadering der
Serste afdeeling van het Kon. Ned. Landbouw
comité te 's-Gravenhage gehouden.
Van verschillende zijden werd er de aandacht
°P gevestigd, dat de maatregelen ten behoeve
van de veehouderij, zooals deze door den minis
ter van Economische Zaken in zijn radiorede
van 11 Maart jl. zijn aangekondigd, wel van
beteekenis kunnen zijn voor de uitkomsten der
Veehouderij, maar toch allerminst een redelijke
belooning voor de veehouders waarborgen. Be
goten werd zich hieromtrent na overleg met de
8nclcre centrale landbouworganisaties telegra-
f'sch tot den minister van economische zaken
'c wenden.
Medegedeeld werd, dat de voorziening der
Veehoudersbedrijven met voerstroo nog steeds
'anieiding geeft tot gerechtvaardigde klachten,
besloten werd deze aangelegenheid opnieuw met
bet rijksbureau voor voedselvoorziening in oor
logstijd te bespreken.
Onder verwijzing naar het officieele pers
bericht betreffende de denaturatie van aard
appelen waarbij kan worden gedenatureerd te-
terr een vergoeding van f 1.50 per 100 kg., werd
°e opmerking gemaakt dat deze vergoeding
'hans onvoldoende is om de door de regeering
bi het uitzicht gestelde garantieprijzen te halen.
Afsloten werd deze aangelegenheid in de ver
tedering met het college van reg. commissaris
sen aan de orde te stellen.
Door een der aangesloten organisaties werd er
°P gewezen, dat de minister van Onderwijs, K.
tb W. bezwaren maakt zijn goedkeuring te
bochten aan het organiseeren van landbouw-
bbishoud-cursussen in plaatsen waar nijver
heidsscholen zijn gevestigd, ter vermijding van
"bderlinge concurrentie.
De vergadering kon zich met het standpunt
^ah den genoemden bewindsman niet vereenigen
eP besloot deze aangelegenheid met de andere
^htrale landbouworganisaties ter hand te ne-
j®n, teneinde gezamenlijk de noodige stappen
doen.
Opnieuw werd het verleenen van zaken-
Verloven aan gemobiliseerde landbouwers
aan de orde gesteld. Besloten werd deze
aangelegenheid nogmaals met den verte-
Êenwoordiger van den minister van Defen
sie te bespreken
v Geklaagd werd over de stijging van de prijzen
ah het hout, dat langzamerhand zoo duur is
borden, dat alle mogelijke reparaties en
"''euwbouw moeten worden uitgesteld.
Haar het schijnt wordt er door militairen niet
u^ads voldoende zorg getoond voor het gras-
9aPd en landbouwgewassen. Besloten werd deze
jaPgeiegenheid bij het overleg met den ver-
8?enwoordiger van defensie aan de orde te
^Üen.
Hekend is gemaakt dat de. teelt van karwij-
vjTl te oogsten in 1941 zal worden beperkt tot
j! HA voor geheel Nederland. Vergeleken
l 6' de teelt in 1937 en 1938 beteekent dat een
^Perking van ongeveer 40 pet. Besloten werd
aangelegenheid met genoemden regeerings-
hrnissaris te bespreken,
ftp, streken waar defensiewerken worden aan-
(tlc8d, wordt algemeen geklaagd over het ont
leken van landarbeiders en knechts aan het
bdbouwbedrijf. In het belang van de voedsel-
t^^iening van Nederland behoort aan dezen
fyjstand een einde te komen. De voor defensie-
(..'ben benoodigde arbeiders dienen via de or-
tL eh der arbeidsbemiddeling te werk te wor-
Ip,'1 Sesteld. Besloten werd omtrent deze aange-
tvu'ihoicl stappen te doen bij den minister van
ehsie
Een paar van deze
druppels—en U
ademt weer vrijuit.
Het is verbazend, hoe snel de ver
velende verstoptheid bij hoofdverkoudheid of
neuscatarrh te verhelpen is wanneer U een paar
druppels Va-tro-nol in de neusgaten doet. U voelt
de tintelende geneeskracht, die zich snel door de
dieper gelegen neuskanalen verspreidt. Spoedig
verdwijnt het hinderlijke slijm en vermindert de
zwelling der slijmvliezen. De irriteerendc prikkeling
in den neus houdt op en het schoonhouden der
neusholte wordt erdoor bevorderd. U kunt weer
frisch en gemakkelijk adem halen.
Voorkomt ook vele verkoudheden
Maar dat is niet alles. Vele verkoudheden kunt U
nu geheel voorkomen of in het eerste stadium
afweren, wanneer U slechts Vicks Va-tro-nol bij
het eerste waarschuwende niezen gebruikt. Dit
merkwaardige middel is speciaal bereid voor neus
en keel, waar verkoudheden ontstaan. In deze
"gevaarzöne" helpt Va-tro-nol de natuur verkoud
heden af te weren, vóórdat zij kunnen doorzetten.
Dl IONDGINOOT VAN VICKS VAPOKUD
B. en W. van Den Haag hebben er
f 1200.voor over
Bij de behandeling van de gemeente-begroo
ting voor 1940 deelden B. en W. van 's-Graven
hage den Raad mede, dat 't in hun voornemen
lag een daartoe geschikte straat in de gemeente
voor het rolschaatsen geschikt te maken.
De keuze was daarbij gevallen op de Esch-
doornstraat. Een asphalt-deklaag op de aanwe
zige klinkerverharding voor deze straat wordt
begroot op f 1200. De straat wordt voor het ver
keer met alle motorrijtuigen, rijwielen en an
dere rij- of voertuigen in beide richtingen ge
sloten verklaard, dan zullen de beoefenaars van
het rolschaatsen een ideale gelegenheid hebben
om deze sport te kunnen beoefenen.
B. en W. stellen den Raad daarom voor hier
toe te besluiten.
Nog steeds stroomt het water door het
18 meter breede gat, dat Donderdagmiddag
in den dijk langs de Oude Vaart, een kilo
meter benoorden Meppel, is ontstaan, den
polder binnen. De heele polder staat blank
en enkele boerderijen, waar het water
reeds in de stallen staat, worden bedreigd.
Door den hoogen waterstand kan men het
gat in den dijk niet met wagens bereiken om
het te dichten. De dijk is ook onbegaanbaar,
daar deze erg oneffen is en bovendien zeer
weeken grond heeft. Men moet dus rustig een
lageren waterstand afwachten. Zoodra de Oude
Vaart weer binnen haar bedding treedt, en het
water niet meer door het in den dijk geslagen
gat stroomt zal men pas tot dichting kunnen
overgaan.
Voor de betrokken landbouwers is dit een
groote tegenslag, daar zij al dien tijd het land
niet zullen kunnen bewerken, waarmede zij
reeds een aanvang hadden genomen, want
over de geheele wateroppervlakte ziet men
vele mesthoopjes uitsteken.
De ondergeloopen polder omvat ongeveer 80
H.A. land en ressorteert onder het waterschap
„Haveltermade".
De opbrengst bij het bedrijf der P. T. T. be
droeg in Januari voor de Posterijen 2.797.004,
voor de Telegrafie 481.310, voor Telefonie
2.640.687, voor den Postchèque- en Girodienst
193.705. De totaalopbrengst was ƒ6.112.706, d.i.
ƒ431.037 meer dan in Januari 1939.
De circulaire, onlangs door den minis
ter van Sociale Zaken tot een 45-tal
gemeentebesturen gericht inzake de
oprichting van jeugdregistratiebureaux, is
aanleiding van veel geschrijf en gewriji
geworden. Vooral de plannen van minister
Romme inzake het jeugdwerkloozenwerk
worden weer ter sprake gebracht. En de
discussies, die het aftreden van minister
De Wilde en daarna van het kabinet-
Colijn IV begeleid hadden, leefden op
nieuw op.
Wat echter opvalt, als men de officieele
stukken, die hierbij in het geding zijn,
nauwkeuriger bekijkt, is de onnauwkeurig
heid, waarmee deze blijkbaar worden gele
zen, het voorbijgaan van essentieele pun
ten, daaruit, en vooral onvoldoende kennis
van alles, wat met dezen betrekkelijk jon
gen tak van overheidszorg samenhangt.
Uit de vele artikelen en artikeltjes, die hier
over in den laatsten tijd gepubliceerd zijn, wil
len we een enkel bij den kop nemen en dit
met de officieele stukken vergelijken.
Zoo bood het nummer van „Herstel" var.
9 Februari 1940 op de voorpagina een spotprent,
waar de heeren Colijn en De Wilde naar een
tweetal onder elkaar geplaatste affiches kijken.
Het bovenste affiche vertoonde het portret van
minister Romme en het onderschrift: Wetsont
werp 411; een en ander is doorgekrast. Het on
derste affiche vertoonde minister Van den
Tempel met het onderschrift: Ministerieele
circulaire aan de Gemeentebesturen inzake
Jeugdwerkloosheidszorg. De twee toeschouwen
de heeren stooten elkaar aan met de woorden.
„Dat lijkt op elkaar Een artikeltje in hetzelfde
nummer, dat overigens reeds als entrefilet in
„De Maasbode" van 30 Januari verschenen was,
meent deze gelijkenis te -kunnen aantoonen. De
strekking van het betoog is dezelfde als van de
prent, dat er n.l. toch niet zooveel verschil is
tusschen de plannen van minister Romme in
zake de jeugdwerkloozenzorg en die van
minister Van den Tempel.
Maar één belangrijk punt wordt in dat
betoog niet genoemd, n.l. de indirecte
dwang, dien minister Romme wilde invoe
ren voor de minderjarige mannelijke ar
beiders om zich te laten inschrijven bij de
jeugdregistratiebureaux. Artikel 7 van het
wetsontwerp 411 inzake het staat-van-
dienstboekje bepaalde n.l.: „Het is verbo
den een jeugdigen persoon in dienst te
hebben, zonder in het bezit te zijn van een
dien jeugdigen persoon betreffend staat-
van-dienst-boekje of van de bij zoodanig
boekje behoorende kaart." Nu is het voor
namelijk tegen deze bepaling geweest, dat
van christelijke zijde en ook van socialis
tische zijde verzet gerezen is, niet tegen de
jeugdregistratie zonder meer.
Daarmee was reeds vanaf 19351936 een
begin gemaakt onder minister Slingenberg,
eerst bij wijze van proef in Breda en
Nijmegen en daarna nog' in een 21-tal
andere middelgroote gemeenten. Deze
jeugdregistratie was echter geheel vrijwil
lig. Noch de patroons, noch de jonge ar
beiders werden op eenigerlei wijze gedwon
gen daaraan hun medewerking te ver
leenen. En het moet gezegd worden, dat
deze medewerking door de patroons over
het algemeen met animo, soms zelfs met
enthousiasme verleend werd en dat ook
van de werkende, zoowel als van de werk-
looze, mannelijke jeugd 99 pCt. vrijwillig
bewogen kon worden zich te laten re-
gistreeren. Voor deze registratie was geen
goedkeuring van de Staten-Generaal noo-
dig, behalve dan dat de credieten voor de
jeugdwerkloozenzorg, waaruit ze bekostigd
werd, door de beide Kamers toegestaan
moesten worden.
Welnu, wat minister Van den Tempel
met zijn circulaire van Januari 1940 be
oogt, is uitbreiding van deze vrijwillige
jeugdregistratie, die al van minister Slin-
genberg's bewindsperiode en dus niet van
minister Romme's tijd dateert, tot nog 45
andere gemeenten en verder eventueel ook
nog tot de drie groote steden.
Het bijzondere van het jeugdregistra-
tie-plan van minister Romme waf
eerstens de indirecte verplichting
voor de jonge arbeiders om zich te laten
inschrijven, tweedens de uitbreiding der
jeugdregistratie tot het geheele land en
ten derde de uitvoering ervan door z.g.
agentschappen van den Socialen Jeugd
dienst.
Wat de uitbreiding tot het geheele land
betreft: als de gemeentebesturen de door
minister Van den Tempel gevraagde mede
werking verleenen, zal de jeugdregistratie
practisch eveneens tot het geheele land
uitgestrekt kunnen worden. De minister
wil n.l. de uitvoering ervan toevertrouwen
aan de arbeidsbeurzen. Al de gemeenten,
waar arbeidsbeurzen gevestigd zijn en
waar de jeugdregistratie tot nu toe nog
niet ingevoerd was, zijn aangeschreven, en
bovendien nog een aantal andere gemeen
ten. Ten aanzien van de groote gemeenten
koestert de minister blijkbaar speciale
plannen. Men kan dus wel zeggen, dat in
alle plaatsen, waar een eenigszins belang
rijke arbeidsmarkt is, jeugdregistratie in
gevoerd zal worden, wanneer de gemeente
besturen daartoe althans bereid zijn.
De uitvoering' zal niet door speciaal op
te richten agentschappen, maar door de
arbeidsbeurzen geschieden, hetgeen van
uit een oogpunt van coördinatie in de be
handeling van de plaatselijke arbeidspro
blemen en van kosten belangrijk is.
In het artikeltje in „De Maasbode" werd ook
nog betoogd: „zelfs het veel gesmade staat-
van-dienst-boekje verwerpt de minister (Van
den Tempel) niet. Zoo men daarmede den in
druk wekt, alsof dit boekje op zichzelf van
minister Romme afkomstig' is, is dat onjuist.
Overal waar reeds vanaf 1936 onder minister
Slingenberg de jeugdregistratie werd ingevoerd,
werden aan de jonge arbeiders staat-van
dienst-boekjes uitgereikt; de ervaring toondt
aan, dat deze boekjes, behoudens uitzonderin
gen, ze zijn wél eens verscheurd op de stoe
pen van een gemeentehuis aangetroffen
zoowel door de jonge arbeiders als door de pa
troons gewaardeerd werden. Eigener beweging
laten de betrokkenen wijzigingen in werkkring
enz. erin aanteekenen.
De jeug'dregistratie-cii'culaire van minis
ter Van den Tempel moet dus niet gezien
worden als een teruggrijpen, zij het in iet
wat gewijzigden vorm, naar het plan van
minister Romme, maar als een aanknoo-
Met een bewonderenswaardige snelheid heeft
Paul Reynaud kans gezien een nieuw kabinet
te vormen. Bij het beschouwen echter van de
ministerlijst vraagt men zich af, waarom Dala-
dier nu eigenlijk als premier is afgetreden,
want veel verschil is er niet tusschen het kabi
net, waarover Daladier twee jaar lang den
scepter zwaaide en dat, waarin Paul Reynaud
thans de leiding heeft. In beide ministeries
worden immers de belangrijkste posten vrijwel
door dezelfde personen bezet. Het eenige ver
schil met het vorig kabinet is, dat het veel meer
leden omvat en op een breedere parlementaire
basis steunt, daar voor het eerst sinds twéé
jaar ook de socialisten weer deel van de regee
ring uitmaken. Maar waar is nu het oorlogs
kabinet, met het beperkt aantal ministers, die
stuk voor stuk krachtfiguren moesten zijn en
dan nog liefst geen politici, maar technici?
Want daar hadden Senaat en Kamer immers
in hun geheime zittingen herhaaldelijk op aan
gedrongen. Zal Reynaud met zoon omvangrijk
in politiek opzicht moeilijk hanteerbaar minis
terie gemakkelijker en sneller beslissingen
kunnen nemen om tot een meer actieve oorlog
voering en diplomatie te geraken? Want ook
dat was immers een der verwijten, welke Senaat
en Kamer tot Daladier richtten.
Reynaud heeft waarschijnlijk verwacht, dat
velen deze vragen zouden stellen en tracht nu
bij voorbaat allerlei critiek op zijn ministerie
te voorkomen. Had ook Clemenceau in den
wereldoorlog niet een kabinet, dat een even
groot aantal leden telde? En bovendien: er
wordt een oorlogscomité ingesteld, bestaande
uit den minister-president, den ondervoorzitter
van den ministerraad, de ministers van Oorlog,
Marine, Luchtvaart, Koloniën, Financiën en
Blokkade, dat driemaal per week zal bijeen
komen; tevens wordt er een interministerieeie
raad gevormd, waaraan de ministers, wier func
ties op financieel en economisch terrein liggen,
zijn verbonden.
Toch blijft men zich afvragen of Daladier
slechts als premier is heengegaan om een der
gelijke reconstructie van het kabinet, waarvan
het nog lang niet zeker is, dat het verbetering
is, mogelijk te maken. Met andere woorden
liggen aan de jongste kabinetswijziging binnen-
landsche of buitenlandsche motieven ten grond
slag? Er zitten thans zes socialisten in de re
geering en dat is zeker van beteekenis. Ieder
een weet, hoe ze er naar verlangd hebben weer
in de regeering een woordje te mogen meespre
ken. Maar ook Daladier had ze bij een recon
structie van zijn kabinet in de regeering kun
nen opnemen.
Is dan misschien toch een verschil in opvat
ting tusschen Chamberlain en Daladier ten aan
zien van de gevolgde politiek in het Finsch-Rus-
sisch conflict, welke op een diplomatiek échec
voor de Geallieerden is uitgeloopen, de oor
zaak geworden van Daladiers heengaan? Het
is wellicht interessant in dit verband nog eens
te herinneren aan de woorden, welke
Fernand—Laurent tot Daladier sprak tij
dens de Kamerdebatten van de vorige
week: het verschil, tusschen het
geen uw hart wil en de diep-droevige situa
tie van het oogenblik toont aan, dat gij op
weerstanden zijt gestooten, die wij wenschen
te kennen om u te helpen ze te overwinnen
Ons gevoelen verlangt te weten, wie u belet
heeft te doen, wat gij had willen doen".
Beteekent de Fransche kabinetscrisis soms
niets anders dan een waarschuwing aan Cham
berlain, dat Frankrijk een andere, meer actieve
politiek wenscht te voeren? Of heeft Duitsch-
land soms een plan in petto dat voor de Geal
lieerden een zoo onaangename verrassing zou
zijn, dat Daladier, die hiervan op de hoogte
was, zich niet sterk genoeg voelde om den slag
op te vangen? De laatste dagen hoort men gere
geld dat Duitschland in samenwerking met
Rusland en Italië de wereld eenige verrassin
gen zal bezorgen.
Wat deze zullen inhouden? Er zou een ac-
coord zijn te verwachten tusschen Berlijn, Mos
kou en Rome, dat ten doel zou hebben den vre
de in Zuid-Europa, waarbij vooral Berlijn en
Rome belang hebben, te handhaven. Roemenië,
dat aan de grootste gevaren is blootgesteld zou
van de drie landen de garantie ontvangen, dat
zijn gebied tijdens den oorlog onaangetast zal
blijven. Boekarest is weliswaar ook door Lon
den en Parijs tegen een Duitsche agressie ge
garandeerd, maar wat beteekent een garantie
der Geallieerden, aldus zullen de Roemenen
zeggen. Polen en in zeker opzicht ook Finland
was een goede les. En dus schijnt Roemenië
zich een garantie van de „groote drie" te la
ten welgevallen. Turkije zou hierdoor op den
Balkan geheel alleen komen te staan en zou
gedwongen worden opnieuw zijn heele politiek,
welke zooals men weet thans volkomen op de
Geallieerden is georiënteerd, te herzien.
Een tweede verrassing zou zijn, dat Molotof,
de Russische volkscommissaris van Buitenland
sche Zaken, naar Berlijn zou komen. Dit zou
het bewijs zijn van de hechte samenwerking
tusschen Duitschland en Rusland. En tenslotte
de derde verrassing: er zou een grootsche mili
taire actie begonnen worden tegen Engeland,
welke actie vooral zou bestaan in het bombar
deeren van Britsche havens en dokken.
Dit zou het paaschei met verrassingen zijn,
dat Hitier den Geallieerden in de Paaschdagen
van plan zou zijn aan te bieden.
ping bij de opvatting der jeugdregistratie
onder minister Slingenberg, welke ook
onder minister Romme geleidelijk zon
der dat dit blijkbaar de aandacht getrok
ken had verder was uitgebreid tot een
totaal van 23 gemeenten en die vermoede
lijk nu binnenkort, steeds volgens den
aanvankelijken opzet wat werkwijze en
karakter van vrijwilligheid betreft, in nog
45 andere gemeenten zal worden ingevoerd.
Nog een enkel woord over de kos
ten. Hieromtrent wordt veelal de
voorstelling gewekt, als zouden hier
mee millioenen gemoeid zijn geweest, al
thans, wanneer het plan van minister
Romme uitvoering had gekregen.
Een geheel scheeve voorstelling geeft hier
van een artikel: „Arbeidsbeurzen en de Jeugd-
bemiddeling" in het tijdschrift: Sociale Zaken
van 10 Januari 1940. „Herinneren we ons wel,'
aldus de schrijver onder de initialen R. U., „dar.
kon er voor den Socialen Jeugddienst, exit, tien
millioen gulden voor één jaar worden aange
vraagd en de „toewijzing" in uitzicht worden
gesteld. Dat zegt wat. Voor zulk een bedrag kar.
een apparaat worden opgebouwd; voor heel veel
minder zag men er blijkbaar geen kans toe."
Den schrijver heeft het bedrag van 10 mil
lioen door het hoofd gespeeld, dat in de mil-
lioenennota van 1938 voor uitbreiding van het
jeugdwerkloozenwerk in zijn geheel in uit
zicht werd gesteld. Toen echter het wetsont
werp 411 werd ingediend, bleek, dat voor 1939
met een extra-bedrag van 5.275.000 kon wor
den volstaan. Maar dit bedrag was niet alleen
noodig voor uitbreiding van de jeugdregistratie
en de oprichting van agentschappen van den
Socialen Jeugddienst', maar óók voor uitbrei
ding van het aantal werkkampen, aankoop van
gronden, vermeerdering van het aantal centrale
werkplaatsen, inrichtingen voor werklooze meis
jes, voorzieningen voor 14-jarige jongens en 14-
en 15-jarige meisjes, die onder het voorgeno
men arbeidsverbod zouden komen te vallen.
Zulks wordt in de Memorie van Toelichting
uitvoerig en duidelijk omschreven.
Tenslotte is ons nog' een uitdrukking' in
het reeds meermalen genoemde entrefilet
in „De Maasbode" opgevallen, n.l. als zou
uit de Memorie van Antwoord van minis
ter Van den Tempel betreffende de be
grooting' van 1940 (Xle Hoofdstuk) blijken,
dat hij de hoofdstrekking' van Romme's
plannen zou aanvaarden.
Let men echter op de verschillende tak
ken of vormen van het jeugdwerkloozen
werk en leest men dan aandachtig de
Memorie van Toelichting van minister
Romme op het wetsontwerp no. 411 en de
bovenbedoelde Memorie van Antwoord, dan
ontdekt men verschillen van strekking, die
niet zonder beteekenis zijn. Het wetsont
werp 411 toont aan, dat een groote uitbrei
ding gegeven en dus een groote beteekenis
gehecht wordt aan het kampwerk, waar
bij de paedagogische leiding van de jonge
werkloozen hoofdzaak is, waar, veel meer
dan zulks met het plaatselijk werk het
geval is, de jonge werkloozen naar alle
zijden onder handen worden genomen. De
arbeidsdienst-idee, voorzoover daarmee ook
een algemeene opvoeding verbonden is.
komt hier sterker naar voren. Ook de ob
jecten, die daar uitgevoerd worden, zijn
veelal van algemeen nut. In het plaatselijk
werk daarentegen, met name in de z.g.
centrale werkplaatsen, wordt vooral de
nadruk gelegd op vakontwikkeling, ten
einde den jongen werklooze in staat te
stellen spoedig een plaats in het bedrijfs
leven te herkrijgen. De algemeene opvoe
ding' wordt in het plaatselijk werk mis
schien zelfs te weinig behartigd.
Welnu, zoowel uit de Memorie van Ant
woord als uit de Kamer-redevoeringen van
minister Van den Tempel blijkt duidelijk
dat hij vooral den nadruk wil leggen op
de vakontwikkeling. In dit licht moet men
dan ook de verklaring bezien, die oud
minister De Wilde onlangs op een vergade
ring van anti-revolutionnairen te Rijns-
burg aflegde en welke, volgens een verslas
van de „N. Leidsche Courant", aldus luid
de: „Bovendien had ik, als A.R.-man, groot
bezwaar tegen dit ontwerp (411), daar dit
de tendenz had de staatsbemoeiing met de
opvoeding uit te breiden."
De jeugdwerkloozenzorg is reeds sedert
1931 door de Overheid ter hand genomen,
maar vooral in de laatste twee, drie jaren
is ze in het centrum der belangstelling
komen te staan. Omdat deze zorg nogal
veelvormig is en tal van problemen ermee
samenhangen, is het gevaar groot, dat men
de verschillende zijden ervan minder goec
uit elkaar houdt. Bovendien heeft minister
Romme ook niet de gelegenheid gekregen
door middel van een Memorie van Ant
woord en een openbare behandeling' in de
Kamer zijn voorstellen toe te lichten en
daartegen gerezen bezwaren te weerleggen
Vandaar dat in de pers voortdurend hier
omtrent misverstanden aan den dag tre
den.
Enkele ervan hopen we door deze uit
eenzetting, die wij aan de hand van de
officieele stukken gaven, voorgoed opge
ruimd te hebben.
H.
Donderdagmiddag is het 7-jarige meisje W. J.
B., wonende aan de Koningin Emmakade te Den
Haag ter hoogte van haar ouderlijk huis zonder
uit te kijken van het trottoir op oen rijweg ge
stapt. Zij werd door een passeerenden auto ge
grepen en zij brak haar linkerarm en linker
been.
Door den geneeskundigen dienst werd zij naar
het ziekenhuis Zuidwal overgebracht, waar zij
in den loop van den avond is overleden.
„Veldeke", het orgaan van de gelijkgenaamde
/ereeniging tot Instandhouding en Bevordering
der Limburgsche Dialecten, is een der weinige
blaadjes, waarin men geregeld nog verzen op
actueele gebeurtenissen aantreft. De landelijke
pothuis-poëzie in dit orgaan is dikwijls geestig
van aard en hartelijk van sentiment. Het dia
lect geeft er een bijzondere regionale bekoring
aan.
In het laatste nummer vonden we een gedicht
in het dialect van Sint Odiliënberg, gewijd aan
de schokkende gebeurtenis die onlangs bij het
grenskantoor te Vlodrop plaats greep, waar dok
ter J. Meuwissen, een bekend arts van Sint
Odiliënberg, bemind in wijden omtrek, wegens
een tragisch misverstand door een schildwacht
in zijn auto werd doodgeschoten.
De heer W. Hermans dicht in zijn zoete
vloeiende streektaal als volgt:
'ne Lange rouwsjtoet in ós dörpke....
'ne Ganse sjtreek hèt geine mood
En mennigein vègt zich door d'auge:
Meneer d'n Dokter dè is dood!
Geer kont noe eindelik ins ruste,
In 't sjtille graaf, hoog oppe berg:
Mer det geer zóó die rus mos kriege.
Meneer d'n Dokter, det is erg!
Wie mennige keer, aan 't bed van kranke
Höb geer gevochte mit d'n dood.
Geer gooft neet op, veur hè belaofde,
Detter de kranke léve loot.
Noe hèt d'n dood van uch gewonne.
Hè hau zoo lang dao op gewach.
Vergèfs! Want hè kos nieks beginne.
Veur Ooze Leeven Heer 't zag.
En noe hèt ziene Baas gesjpraoke!
Dè zach: „Meneer d'n Dokter, KOM".
Waorom zoo jonk? Wèm kan 't begriepe'
Daoveur is oos versjtandj te dom.
Mer geer zach zonger redeneere:
„Ich wèr geroope: Ich mot gaon."
Det woor biej uch van zellef sjprèkend:
Det höb geer twintjig jaor gedaon.
Geer höb altied gereid gesjtange.
Geer gink, egaal woo m'n uch vroog,
Geer ging. en g'r dach neet aan ruste,
Es liejend dao 'ne kranke loog.
Geer gink in hoezer van de rieke,
Geer heurde auch der ermen klach,
Keekt neet nao wèèr, nao wèg of aafsjtandj.
Geer gink, auch midde in de nach.
En euveral brach geer verlichting
En altied weer sjtink geer gereid,
En kranke maakde g'r weer béter,
Mer lenigde auch anger leid!
Veer wete noe, Meneer d'n Dokter,
Al zach geer neemes get dervan,
Det geer zoo veul höb weggegève,
Det mennige erme uch danke kan!
En dök auch woort geer wie 'ne priester.
Es eemes zörg of leid dök droog;
Gesjterkt kos hè weer verder léve:
Geer holp altied. Wat m'n auch vroog'
En auch es Christen woort g'r 'n veurbeeld
Zocht krach sjteeds biej Ooz' Leeven Heer.
Dè eedre Zonjig biej uch rusde
En tusjebei auch mennige keer.
Geer höb d'n dank van al eur dorper,
Geer höb d'n dank van groot en klein,
Van moojers, kinjer, erme, rieke.
D'n hertedank van eederein.
Geer wöort 'ne miens mit groot karakter,
'ne Wirkcr veur der miensen heil,
Noe zect geer Zaal'ge in den Hemel!
En eeuwig loon is noe eur deil
'ne Lange rouwsjtoet in ós dörpke
'ne Ganse sjtreek hèt geine mood
En mennigein vègt zich door d'auge:
Meneer d'n Dokter dè is dood!....
De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft voort
gezet de strafzaak tegen den letterzetter H. B.
te O.ss. aan wien was ten laste gelegd, dat hij
zich in 1938 en 1939 tc Oss op verschillende
tijdstippen geldsbedragen had toegeëigend, in
totaal f 711.93. eigendom van de N. V. Centrale
Volksbank te Utrecht, bij welke hij als agent in
dienst was.
Zooals men zich herinneren zal, had ver
dachte beweerd, dat een bedrag van ruim vijf
honderd gulden aan bankbiljetten zou zijn ver
brand door een toeval. Om het overige tekort te
verklaren, kwam verdachte met een zeer inge
wikkeld exposé voor den dag. Nadat nog drie
getuigen waren gehoord, persisteerde de officier
van Justitie, mr. J. Dubois, bij zijn requisitoir:
zes maanden gevangenisstraf.
Verdediger mr. N. v. d. Heuvel te 's-Herio-
genbosch achtte opzet bij de verdwijning van
het geld niet bewezen en pleitte vrijspraak.
Vonnis op 4 April
Op Paasch-Zaterdag en Eersten Paaschdag
zal Z. H. Exc. Mgr. dr. H. Mekkelholt S. C. J.,
Apostolisch Vicaris van Palembang, in de ka
pel van het Studiehuis St. Jozef van de pries
ters van het H. Hart te Hees-Nijmegen de vol
gende H.H. Wijdingen toedienen:
De vier Mindere Orden aan de fraters Aug.
Fr. Steffens, Gust. Hub. Chappin, Joan. Bon
Paus, Joan. Chr. Blaas, Paul. P. van Leeuwen,
Bern. Plech. Weiman, Ant. St. Ooms. Mart. Jac.
Grootscholten, Bern. Henr. Reerink, Joan.
Ludg. Knirim, Nic. Andr. Veenker, Nic. Hier. de
Goede, Ant. Welling, Herm. Rob. van Wahnem,
Petr. Norb. van den Hof, Agen Andr. Yntema,
Joan. Am. Courage, Nic. Conr. de Haas, Corn.
Petr. Aarden, Mart. Joan. Verrijdt, Petr. Joan.
Coolen, Ant. Joan. v. d. Voort, Corn. Wer. van
Haperen, Adr. Sev. Hop en Jac. Joan. Straat.
Het Subdiaconaat en Diaconaat aan de fra
ters Barth. Clem. Steylen, Jos. Joan. Limpens,
Alph. Franc. Lockefeer, Georg. Ign. Ruyter,
Lamb. Jos, van Pinxteren, Arn. Franc. Burgers,
Car. Ant. van Gisbergen, Arn. Petr. Heijkant,
Ant. Will. Bosch, Petr. Christ, van Leeuwen,
Joan. Aug. Duindam, Ger. Jos. Wubbels, Ant.
Ign. Erftemeijer, Wilh. Guido Schoonebeek. Jac.
Ferd. Vlaar, Jon. Clem. de Visser, Adr. Alph.
Kolk, Wilh. Laur. Jacobs, Herm. Barth. Mek
kelholt, Petr. Leon. Schouten, Leo Joan. Locke
feer, Ger. Al. Oonk, Wilh Hier. van Zwol,
Corn. Ant Konijn, Petr. Renders. Jac. Joan.
Posthuma, Wilh. Joan. Zoontjes. Joan. Matth.
Meex, Mart. Stan. Nelissen, Matth. Gul. Lem-
mens en Hub. Franc. Janssen; allen van de
Congregatie der Priesters van het H. Hart
van Jezus.