HOOFD VERSTOPT? M isverstanden omtrent j eugd werkloozenzorg Verschillen van opzet en richting Waarom was er een kabinets crisis in Frankrijk? Hitiers Paaschei voor de Geallieerden „Meneer d'n dokter" MISLUKTE DRIE-IN-DE-PAN Vicks Va-tro-nol Vele vragen, weinig antwoorden Jeugdregistratie bij Romme en bij Van den Tempel Buitenlandsch Overzicht PHILIPS PHI LI DYNE' Rijwiellantaarns Een Limburgsch gedicht op een tragisch voorval Kerkelijk leven VRIJDAG 22 MAART 1940 Landbouwmaatregelen besproken Vergadering van het Kon. Ned. Landbouwcomité Rolschaatsers krijgen een straat De dijkdoorbraak bij Meppel OPBRENGST P.T.T. Prijzen vanaf f. 6.85 MEISJE BIJ AANRIJDING DOODELIJK GEWOND OSSENAAR STAAT TERECH'l H.H. WIJDINGEN De voorzitter van de Liberale Staatspartij, Prof. Telders, is een wonderlijke politieke kok. Voor de Algemeene Vergadering van zijn partij heeft hij onlangs een rede gehouden, Waarin hij het beeld van het staatkun dig leven in Nederland heeft trachten te öiisbakken tot een drie-in-de-pan. „Bevrijd van verouderde leuzen en an tithesen, van toevallige belangen-con- flicten en persoonlijke ambities", aldus beweerde hij, „vertoont het politieke le ven in Nederland toch een duidelijke geleding in drieën: de op onze Protes- tantsch-Christelijke traditie stoelende öiiddenstof, de radicalen en het politieke Roomsch-Katholicisme." Om de liberalen onder te kunnen brengen bij de op Protestantsch-Chris- telijke traditie stoelende middenstof, ftioet hij spreken van het levendig' en levend besef der Nederlandsche histori sche traditie, in plaats van van de Pro- testantsch-Christelijke. De historie en haar traditie schijnen voor dezen pro fessor-politicus eerst te beginnen bij de Reformatie, waarvan de liberalen overi gens alleen het individualisme hebben Overgehouden en het Christelijke tot op een vaag sentiment na hebben verloren. Rat professor Telders net als de uit de liberalen voortgekomen N.S.B. over het Politieke Katholicisme spreekt, behoeft geen verwondering te baren. De N.S.B. Viel als appel, althans in dit opzicht, niet Zoo heel ver van den liberalen boom. Het tecept van de Nederlandsche politie ke drie-in-de-pan a la Telders klopt echter niet, want hij kan in zijn baksel tie Christelijk-Historischen en de Vrijzin- Oig-democraten niet thuis brengen. In Plaats van nu de samenstelling van zijn baksel te wijzigen en zijn kundigheid Aan de tastbare werkelijkheid te toet sen, wordt hij boos op de Christelijk- Historischen en de Vrijzinnig-democra ten en maakt hun bittere verwijten, Omdat zij zich niet laten kneden door de Politieke knepen van zijn eigen gevon den kookkunst. In een welgeordend huishouden zou men een keukenprin ses, die den tomaten verwijt, dat zij niet Passen in ossenstaartsoep en aardappe len wil bakken zonder vet, spoedig als terzake niet deskundig haar congé ge- Ven. Maar het liberale politieke huishou den schijnt niet zoo welgeordend te zijn. Men heeft daar trouwens het land aan ordening. De theoretische drie-in-de- Pan, die prof. Telders voor zijn partij- genooten opdischte, moet als ondeugde lijk voor consumptie worden afgekeurd. Onder leiding van den lieer H. D. Louwes is dezer dagen de maandelijksche vergadering der Serste afdeeling van het Kon. Ned. Landbouw comité te 's-Gravenhage gehouden. Van verschillende zijden werd er de aandacht °P gevestigd, dat de maatregelen ten behoeve van de veehouderij, zooals deze door den minis ter van Economische Zaken in zijn radiorede van 11 Maart jl. zijn aangekondigd, wel van beteekenis kunnen zijn voor de uitkomsten der Veehouderij, maar toch allerminst een redelijke belooning voor de veehouders waarborgen. Be goten werd zich hieromtrent na overleg met de 8nclcre centrale landbouworganisaties telegra- f'sch tot den minister van economische zaken 'c wenden. Medegedeeld werd, dat de voorziening der Veehoudersbedrijven met voerstroo nog steeds 'anieiding geeft tot gerechtvaardigde klachten, besloten werd deze aangelegenheid opnieuw met bet rijksbureau voor voedselvoorziening in oor logstijd te bespreken. Onder verwijzing naar het officieele pers bericht betreffende de denaturatie van aard appelen waarbij kan worden gedenatureerd te- terr een vergoeding van f 1.50 per 100 kg., werd °e opmerking gemaakt dat deze vergoeding 'hans onvoldoende is om de door de regeering bi het uitzicht gestelde garantieprijzen te halen. Afsloten werd deze aangelegenheid in de ver tedering met het college van reg. commissaris sen aan de orde te stellen. Door een der aangesloten organisaties werd er °P gewezen, dat de minister van Onderwijs, K. tb W. bezwaren maakt zijn goedkeuring te bochten aan het organiseeren van landbouw- bbishoud-cursussen in plaatsen waar nijver heidsscholen zijn gevestigd, ter vermijding van "bderlinge concurrentie. De vergadering kon zich met het standpunt ^ah den genoemden bewindsman niet vereenigen eP besloot deze aangelegenheid met de andere ^htrale landbouworganisaties ter hand te ne- j®n, teneinde gezamenlijk de noodige stappen doen. Opnieuw werd het verleenen van zaken- Verloven aan gemobiliseerde landbouwers aan de orde gesteld. Besloten werd deze aangelegenheid nogmaals met den verte- Êenwoordiger van den minister van Defen sie te bespreken v Geklaagd werd over de stijging van de prijzen ah het hout, dat langzamerhand zoo duur is borden, dat alle mogelijke reparaties en "''euwbouw moeten worden uitgesteld. Haar het schijnt wordt er door militairen niet u^ads voldoende zorg getoond voor het gras- 9aPd en landbouwgewassen. Besloten werd deze jaPgeiegenheid bij het overleg met den ver- 8?enwoordiger van defensie aan de orde te ^Üen. Hekend is gemaakt dat de. teelt van karwij- vjTl te oogsten in 1941 zal worden beperkt tot j! HA voor geheel Nederland. Vergeleken l 6' de teelt in 1937 en 1938 beteekent dat een ^Perking van ongeveer 40 pet. Besloten werd aangelegenheid met genoemden regeerings- hrnissaris te bespreken, ftp, streken waar defensiewerken worden aan- (tlc8d, wordt algemeen geklaagd over het ont leken van landarbeiders en knechts aan het bdbouwbedrijf. In het belang van de voedsel- t^^iening van Nederland behoort aan dezen fyjstand een einde te komen. De voor defensie- (..'ben benoodigde arbeiders dienen via de or- tL eh der arbeidsbemiddeling te werk te wor- Ip,'1 Sesteld. Besloten werd omtrent deze aange- tvu'ihoicl stappen te doen bij den minister van ehsie Een paar van deze druppels—en U ademt weer vrijuit. Het is verbazend, hoe snel de ver velende verstoptheid bij hoofdverkoudheid of neuscatarrh te verhelpen is wanneer U een paar druppels Va-tro-nol in de neusgaten doet. U voelt de tintelende geneeskracht, die zich snel door de dieper gelegen neuskanalen verspreidt. Spoedig verdwijnt het hinderlijke slijm en vermindert de zwelling der slijmvliezen. De irriteerendc prikkeling in den neus houdt op en het schoonhouden der neusholte wordt erdoor bevorderd. U kunt weer frisch en gemakkelijk adem halen. Voorkomt ook vele verkoudheden Maar dat is niet alles. Vele verkoudheden kunt U nu geheel voorkomen of in het eerste stadium afweren, wanneer U slechts Vicks Va-tro-nol bij het eerste waarschuwende niezen gebruikt. Dit merkwaardige middel is speciaal bereid voor neus en keel, waar verkoudheden ontstaan. In deze "gevaarzöne" helpt Va-tro-nol de natuur verkoud heden af te weren, vóórdat zij kunnen doorzetten. Dl IONDGINOOT VAN VICKS VAPOKUD B. en W. van Den Haag hebben er f 1200.voor over Bij de behandeling van de gemeente-begroo ting voor 1940 deelden B. en W. van 's-Graven hage den Raad mede, dat 't in hun voornemen lag een daartoe geschikte straat in de gemeente voor het rolschaatsen geschikt te maken. De keuze was daarbij gevallen op de Esch- doornstraat. Een asphalt-deklaag op de aanwe zige klinkerverharding voor deze straat wordt begroot op f 1200. De straat wordt voor het ver keer met alle motorrijtuigen, rijwielen en an dere rij- of voertuigen in beide richtingen ge sloten verklaard, dan zullen de beoefenaars van het rolschaatsen een ideale gelegenheid hebben om deze sport te kunnen beoefenen. B. en W. stellen den Raad daarom voor hier toe te besluiten. Nog steeds stroomt het water door het 18 meter breede gat, dat Donderdagmiddag in den dijk langs de Oude Vaart, een kilo meter benoorden Meppel, is ontstaan, den polder binnen. De heele polder staat blank en enkele boerderijen, waar het water reeds in de stallen staat, worden bedreigd. Door den hoogen waterstand kan men het gat in den dijk niet met wagens bereiken om het te dichten. De dijk is ook onbegaanbaar, daar deze erg oneffen is en bovendien zeer weeken grond heeft. Men moet dus rustig een lageren waterstand afwachten. Zoodra de Oude Vaart weer binnen haar bedding treedt, en het water niet meer door het in den dijk geslagen gat stroomt zal men pas tot dichting kunnen overgaan. Voor de betrokken landbouwers is dit een groote tegenslag, daar zij al dien tijd het land niet zullen kunnen bewerken, waarmede zij reeds een aanvang hadden genomen, want over de geheele wateroppervlakte ziet men vele mesthoopjes uitsteken. De ondergeloopen polder omvat ongeveer 80 H.A. land en ressorteert onder het waterschap „Haveltermade". De opbrengst bij het bedrijf der P. T. T. be droeg in Januari voor de Posterijen 2.797.004, voor de Telegrafie 481.310, voor Telefonie 2.640.687, voor den Postchèque- en Girodienst 193.705. De totaalopbrengst was ƒ6.112.706, d.i. ƒ431.037 meer dan in Januari 1939. De circulaire, onlangs door den minis ter van Sociale Zaken tot een 45-tal gemeentebesturen gericht inzake de oprichting van jeugdregistratiebureaux, is aanleiding van veel geschrijf en gewriji geworden. Vooral de plannen van minister Romme inzake het jeugdwerkloozenwerk worden weer ter sprake gebracht. En de discussies, die het aftreden van minister De Wilde en daarna van het kabinet- Colijn IV begeleid hadden, leefden op nieuw op. Wat echter opvalt, als men de officieele stukken, die hierbij in het geding zijn, nauwkeuriger bekijkt, is de onnauwkeurig heid, waarmee deze blijkbaar worden gele zen, het voorbijgaan van essentieele pun ten, daaruit, en vooral onvoldoende kennis van alles, wat met dezen betrekkelijk jon gen tak van overheidszorg samenhangt. Uit de vele artikelen en artikeltjes, die hier over in den laatsten tijd gepubliceerd zijn, wil len we een enkel bij den kop nemen en dit met de officieele stukken vergelijken. Zoo bood het nummer van „Herstel" var. 9 Februari 1940 op de voorpagina een spotprent, waar de heeren Colijn en De Wilde naar een tweetal onder elkaar geplaatste affiches kijken. Het bovenste affiche vertoonde het portret van minister Romme en het onderschrift: Wetsont werp 411; een en ander is doorgekrast. Het on derste affiche vertoonde minister Van den Tempel met het onderschrift: Ministerieele circulaire aan de Gemeentebesturen inzake Jeugdwerkloosheidszorg. De twee toeschouwen de heeren stooten elkaar aan met de woorden. „Dat lijkt op elkaar Een artikeltje in hetzelfde nummer, dat overigens reeds als entrefilet in „De Maasbode" van 30 Januari verschenen was, meent deze gelijkenis te -kunnen aantoonen. De strekking van het betoog is dezelfde als van de prent, dat er n.l. toch niet zooveel verschil is tusschen de plannen van minister Romme in zake de jeugdwerkloozenzorg en die van minister Van den Tempel. Maar één belangrijk punt wordt in dat betoog niet genoemd, n.l. de indirecte dwang, dien minister Romme wilde invoe ren voor de minderjarige mannelijke ar beiders om zich te laten inschrijven bij de jeugdregistratiebureaux. Artikel 7 van het wetsontwerp 411 inzake het staat-van- dienstboekje bepaalde n.l.: „Het is verbo den een jeugdigen persoon in dienst te hebben, zonder in het bezit te zijn van een dien jeugdigen persoon betreffend staat- van-dienst-boekje of van de bij zoodanig boekje behoorende kaart." Nu is het voor namelijk tegen deze bepaling geweest, dat van christelijke zijde en ook van socialis tische zijde verzet gerezen is, niet tegen de jeugdregistratie zonder meer. Daarmee was reeds vanaf 19351936 een begin gemaakt onder minister Slingenberg, eerst bij wijze van proef in Breda en Nijmegen en daarna nog' in een 21-tal andere middelgroote gemeenten. Deze jeugdregistratie was echter geheel vrijwil lig. Noch de patroons, noch de jonge ar beiders werden op eenigerlei wijze gedwon gen daaraan hun medewerking te ver leenen. En het moet gezegd worden, dat deze medewerking door de patroons over het algemeen met animo, soms zelfs met enthousiasme verleend werd en dat ook van de werkende, zoowel als van de werk- looze, mannelijke jeugd 99 pCt. vrijwillig bewogen kon worden zich te laten re- gistreeren. Voor deze registratie was geen goedkeuring van de Staten-Generaal noo- dig, behalve dan dat de credieten voor de jeugdwerkloozenzorg, waaruit ze bekostigd werd, door de beide Kamers toegestaan moesten worden. Welnu, wat minister Van den Tempel met zijn circulaire van Januari 1940 be oogt, is uitbreiding van deze vrijwillige jeugdregistratie, die al van minister Slin- genberg's bewindsperiode en dus niet van minister Romme's tijd dateert, tot nog 45 andere gemeenten en verder eventueel ook nog tot de drie groote steden. Het bijzondere van het jeugdregistra- tie-plan van minister Romme waf eerstens de indirecte verplichting voor de jonge arbeiders om zich te laten inschrijven, tweedens de uitbreiding der jeugdregistratie tot het geheele land en ten derde de uitvoering ervan door z.g. agentschappen van den Socialen Jeugd dienst. Wat de uitbreiding tot het geheele land betreft: als de gemeentebesturen de door minister Van den Tempel gevraagde mede werking verleenen, zal de jeugdregistratie practisch eveneens tot het geheele land uitgestrekt kunnen worden. De minister wil n.l. de uitvoering ervan toevertrouwen aan de arbeidsbeurzen. Al de gemeenten, waar arbeidsbeurzen gevestigd zijn en waar de jeugdregistratie tot nu toe nog niet ingevoerd was, zijn aangeschreven, en bovendien nog een aantal andere gemeen ten. Ten aanzien van de groote gemeenten koestert de minister blijkbaar speciale plannen. Men kan dus wel zeggen, dat in alle plaatsen, waar een eenigszins belang rijke arbeidsmarkt is, jeugdregistratie in gevoerd zal worden, wanneer de gemeente besturen daartoe althans bereid zijn. De uitvoering' zal niet door speciaal op te richten agentschappen, maar door de arbeidsbeurzen geschieden, hetgeen van uit een oogpunt van coördinatie in de be handeling van de plaatselijke arbeidspro blemen en van kosten belangrijk is. In het artikeltje in „De Maasbode" werd ook nog betoogd: „zelfs het veel gesmade staat- van-dienst-boekje verwerpt de minister (Van den Tempel) niet. Zoo men daarmede den in druk wekt, alsof dit boekje op zichzelf van minister Romme afkomstig' is, is dat onjuist. Overal waar reeds vanaf 1936 onder minister Slingenberg de jeugdregistratie werd ingevoerd, werden aan de jonge arbeiders staat-van dienst-boekjes uitgereikt; de ervaring toondt aan, dat deze boekjes, behoudens uitzonderin gen, ze zijn wél eens verscheurd op de stoe pen van een gemeentehuis aangetroffen zoowel door de jonge arbeiders als door de pa troons gewaardeerd werden. Eigener beweging laten de betrokkenen wijzigingen in werkkring enz. erin aanteekenen. De jeug'dregistratie-cii'culaire van minis ter Van den Tempel moet dus niet gezien worden als een teruggrijpen, zij het in iet wat gewijzigden vorm, naar het plan van minister Romme, maar als een aanknoo- Met een bewonderenswaardige snelheid heeft Paul Reynaud kans gezien een nieuw kabinet te vormen. Bij het beschouwen echter van de ministerlijst vraagt men zich af, waarom Dala- dier nu eigenlijk als premier is afgetreden, want veel verschil is er niet tusschen het kabi net, waarover Daladier twee jaar lang den scepter zwaaide en dat, waarin Paul Reynaud thans de leiding heeft. In beide ministeries worden immers de belangrijkste posten vrijwel door dezelfde personen bezet. Het eenige ver schil met het vorig kabinet is, dat het veel meer leden omvat en op een breedere parlementaire basis steunt, daar voor het eerst sinds twéé jaar ook de socialisten weer deel van de regee ring uitmaken. Maar waar is nu het oorlogs kabinet, met het beperkt aantal ministers, die stuk voor stuk krachtfiguren moesten zijn en dan nog liefst geen politici, maar technici? Want daar hadden Senaat en Kamer immers in hun geheime zittingen herhaaldelijk op aan gedrongen. Zal Reynaud met zoon omvangrijk in politiek opzicht moeilijk hanteerbaar minis terie gemakkelijker en sneller beslissingen kunnen nemen om tot een meer actieve oorlog voering en diplomatie te geraken? Want ook dat was immers een der verwijten, welke Senaat en Kamer tot Daladier richtten. Reynaud heeft waarschijnlijk verwacht, dat velen deze vragen zouden stellen en tracht nu bij voorbaat allerlei critiek op zijn ministerie te voorkomen. Had ook Clemenceau in den wereldoorlog niet een kabinet, dat een even groot aantal leden telde? En bovendien: er wordt een oorlogscomité ingesteld, bestaande uit den minister-president, den ondervoorzitter van den ministerraad, de ministers van Oorlog, Marine, Luchtvaart, Koloniën, Financiën en Blokkade, dat driemaal per week zal bijeen komen; tevens wordt er een interministerieeie raad gevormd, waaraan de ministers, wier func ties op financieel en economisch terrein liggen, zijn verbonden. Toch blijft men zich afvragen of Daladier slechts als premier is heengegaan om een der gelijke reconstructie van het kabinet, waarvan het nog lang niet zeker is, dat het verbetering is, mogelijk te maken. Met andere woorden liggen aan de jongste kabinetswijziging binnen- landsche of buitenlandsche motieven ten grond slag? Er zitten thans zes socialisten in de re geering en dat is zeker van beteekenis. Ieder een weet, hoe ze er naar verlangd hebben weer in de regeering een woordje te mogen meespre ken. Maar ook Daladier had ze bij een recon structie van zijn kabinet in de regeering kun nen opnemen. Is dan misschien toch een verschil in opvat ting tusschen Chamberlain en Daladier ten aan zien van de gevolgde politiek in het Finsch-Rus- sisch conflict, welke op een diplomatiek échec voor de Geallieerden is uitgeloopen, de oor zaak geworden van Daladiers heengaan? Het is wellicht interessant in dit verband nog eens te herinneren aan de woorden, welke Fernand—Laurent tot Daladier sprak tij dens de Kamerdebatten van de vorige week: het verschil, tusschen het geen uw hart wil en de diep-droevige situa tie van het oogenblik toont aan, dat gij op weerstanden zijt gestooten, die wij wenschen te kennen om u te helpen ze te overwinnen Ons gevoelen verlangt te weten, wie u belet heeft te doen, wat gij had willen doen". Beteekent de Fransche kabinetscrisis soms niets anders dan een waarschuwing aan Cham berlain, dat Frankrijk een andere, meer actieve politiek wenscht te voeren? Of heeft Duitsch- land soms een plan in petto dat voor de Geal lieerden een zoo onaangename verrassing zou zijn, dat Daladier, die hiervan op de hoogte was, zich niet sterk genoeg voelde om den slag op te vangen? De laatste dagen hoort men gere geld dat Duitschland in samenwerking met Rusland en Italië de wereld eenige verrassin gen zal bezorgen. Wat deze zullen inhouden? Er zou een ac- coord zijn te verwachten tusschen Berlijn, Mos kou en Rome, dat ten doel zou hebben den vre de in Zuid-Europa, waarbij vooral Berlijn en Rome belang hebben, te handhaven. Roemenië, dat aan de grootste gevaren is blootgesteld zou van de drie landen de garantie ontvangen, dat zijn gebied tijdens den oorlog onaangetast zal blijven. Boekarest is weliswaar ook door Lon den en Parijs tegen een Duitsche agressie ge garandeerd, maar wat beteekent een garantie der Geallieerden, aldus zullen de Roemenen zeggen. Polen en in zeker opzicht ook Finland was een goede les. En dus schijnt Roemenië zich een garantie van de „groote drie" te la ten welgevallen. Turkije zou hierdoor op den Balkan geheel alleen komen te staan en zou gedwongen worden opnieuw zijn heele politiek, welke zooals men weet thans volkomen op de Geallieerden is georiënteerd, te herzien. Een tweede verrassing zou zijn, dat Molotof, de Russische volkscommissaris van Buitenland sche Zaken, naar Berlijn zou komen. Dit zou het bewijs zijn van de hechte samenwerking tusschen Duitschland en Rusland. En tenslotte de derde verrassing: er zou een grootsche mili taire actie begonnen worden tegen Engeland, welke actie vooral zou bestaan in het bombar deeren van Britsche havens en dokken. Dit zou het paaschei met verrassingen zijn, dat Hitier den Geallieerden in de Paaschdagen van plan zou zijn aan te bieden. ping bij de opvatting der jeugdregistratie onder minister Slingenberg, welke ook onder minister Romme geleidelijk zon der dat dit blijkbaar de aandacht getrok ken had verder was uitgebreid tot een totaal van 23 gemeenten en die vermoede lijk nu binnenkort, steeds volgens den aanvankelijken opzet wat werkwijze en karakter van vrijwilligheid betreft, in nog 45 andere gemeenten zal worden ingevoerd. Nog een enkel woord over de kos ten. Hieromtrent wordt veelal de voorstelling gewekt, als zouden hier mee millioenen gemoeid zijn geweest, al thans, wanneer het plan van minister Romme uitvoering had gekregen. Een geheel scheeve voorstelling geeft hier van een artikel: „Arbeidsbeurzen en de Jeugd- bemiddeling" in het tijdschrift: Sociale Zaken van 10 Januari 1940. „Herinneren we ons wel,' aldus de schrijver onder de initialen R. U., „dar. kon er voor den Socialen Jeugddienst, exit, tien millioen gulden voor één jaar worden aange vraagd en de „toewijzing" in uitzicht worden gesteld. Dat zegt wat. Voor zulk een bedrag kar. een apparaat worden opgebouwd; voor heel veel minder zag men er blijkbaar geen kans toe." Den schrijver heeft het bedrag van 10 mil lioen door het hoofd gespeeld, dat in de mil- lioenennota van 1938 voor uitbreiding van het jeugdwerkloozenwerk in zijn geheel in uit zicht werd gesteld. Toen echter het wetsont werp 411 werd ingediend, bleek, dat voor 1939 met een extra-bedrag van 5.275.000 kon wor den volstaan. Maar dit bedrag was niet alleen noodig voor uitbreiding van de jeugdregistratie en de oprichting van agentschappen van den Socialen Jeugddienst', maar óók voor uitbrei ding van het aantal werkkampen, aankoop van gronden, vermeerdering van het aantal centrale werkplaatsen, inrichtingen voor werklooze meis jes, voorzieningen voor 14-jarige jongens en 14- en 15-jarige meisjes, die onder het voorgeno men arbeidsverbod zouden komen te vallen. Zulks wordt in de Memorie van Toelichting uitvoerig en duidelijk omschreven. Tenslotte is ons nog' een uitdrukking' in het reeds meermalen genoemde entrefilet in „De Maasbode" opgevallen, n.l. als zou uit de Memorie van Antwoord van minis ter Van den Tempel betreffende de be grooting' van 1940 (Xle Hoofdstuk) blijken, dat hij de hoofdstrekking' van Romme's plannen zou aanvaarden. Let men echter op de verschillende tak ken of vormen van het jeugdwerkloozen werk en leest men dan aandachtig de Memorie van Toelichting van minister Romme op het wetsontwerp no. 411 en de bovenbedoelde Memorie van Antwoord, dan ontdekt men verschillen van strekking, die niet zonder beteekenis zijn. Het wetsont werp 411 toont aan, dat een groote uitbrei ding gegeven en dus een groote beteekenis gehecht wordt aan het kampwerk, waar bij de paedagogische leiding van de jonge werkloozen hoofdzaak is, waar, veel meer dan zulks met het plaatselijk werk het geval is, de jonge werkloozen naar alle zijden onder handen worden genomen. De arbeidsdienst-idee, voorzoover daarmee ook een algemeene opvoeding verbonden is. komt hier sterker naar voren. Ook de ob jecten, die daar uitgevoerd worden, zijn veelal van algemeen nut. In het plaatselijk werk daarentegen, met name in de z.g. centrale werkplaatsen, wordt vooral de nadruk gelegd op vakontwikkeling, ten einde den jongen werklooze in staat te stellen spoedig een plaats in het bedrijfs leven te herkrijgen. De algemeene opvoe ding' wordt in het plaatselijk werk mis schien zelfs te weinig behartigd. Welnu, zoowel uit de Memorie van Ant woord als uit de Kamer-redevoeringen van minister Van den Tempel blijkt duidelijk dat hij vooral den nadruk wil leggen op de vakontwikkeling. In dit licht moet men dan ook de verklaring bezien, die oud minister De Wilde onlangs op een vergade ring van anti-revolutionnairen te Rijns- burg aflegde en welke, volgens een verslas van de „N. Leidsche Courant", aldus luid de: „Bovendien had ik, als A.R.-man, groot bezwaar tegen dit ontwerp (411), daar dit de tendenz had de staatsbemoeiing met de opvoeding uit te breiden." De jeugdwerkloozenzorg is reeds sedert 1931 door de Overheid ter hand genomen, maar vooral in de laatste twee, drie jaren is ze in het centrum der belangstelling komen te staan. Omdat deze zorg nogal veelvormig is en tal van problemen ermee samenhangen, is het gevaar groot, dat men de verschillende zijden ervan minder goec uit elkaar houdt. Bovendien heeft minister Romme ook niet de gelegenheid gekregen door middel van een Memorie van Ant woord en een openbare behandeling' in de Kamer zijn voorstellen toe te lichten en daartegen gerezen bezwaren te weerleggen Vandaar dat in de pers voortdurend hier omtrent misverstanden aan den dag tre den. Enkele ervan hopen we door deze uit eenzetting, die wij aan de hand van de officieele stukken gaven, voorgoed opge ruimd te hebben. H. Donderdagmiddag is het 7-jarige meisje W. J. B., wonende aan de Koningin Emmakade te Den Haag ter hoogte van haar ouderlijk huis zonder uit te kijken van het trottoir op oen rijweg ge stapt. Zij werd door een passeerenden auto ge grepen en zij brak haar linkerarm en linker been. Door den geneeskundigen dienst werd zij naar het ziekenhuis Zuidwal overgebracht, waar zij in den loop van den avond is overleden. „Veldeke", het orgaan van de gelijkgenaamde /ereeniging tot Instandhouding en Bevordering der Limburgsche Dialecten, is een der weinige blaadjes, waarin men geregeld nog verzen op actueele gebeurtenissen aantreft. De landelijke pothuis-poëzie in dit orgaan is dikwijls geestig van aard en hartelijk van sentiment. Het dia lect geeft er een bijzondere regionale bekoring aan. In het laatste nummer vonden we een gedicht in het dialect van Sint Odiliënberg, gewijd aan de schokkende gebeurtenis die onlangs bij het grenskantoor te Vlodrop plaats greep, waar dok ter J. Meuwissen, een bekend arts van Sint Odiliënberg, bemind in wijden omtrek, wegens een tragisch misverstand door een schildwacht in zijn auto werd doodgeschoten. De heer W. Hermans dicht in zijn zoete vloeiende streektaal als volgt: 'ne Lange rouwsjtoet in ós dörpke.... 'ne Ganse sjtreek hèt geine mood En mennigein vègt zich door d'auge: Meneer d'n Dokter dè is dood! Geer kont noe eindelik ins ruste, In 't sjtille graaf, hoog oppe berg: Mer det geer zóó die rus mos kriege. Meneer d'n Dokter, det is erg! Wie mennige keer, aan 't bed van kranke Höb geer gevochte mit d'n dood. Geer gooft neet op, veur hè belaofde, Detter de kranke léve loot. Noe hèt d'n dood van uch gewonne. Hè hau zoo lang dao op gewach. Vergèfs! Want hè kos nieks beginne. Veur Ooze Leeven Heer 't zag. En noe hèt ziene Baas gesjpraoke! Dè zach: „Meneer d'n Dokter, KOM". Waorom zoo jonk? Wèm kan 't begriepe' Daoveur is oos versjtandj te dom. Mer geer zach zonger redeneere: „Ich wèr geroope: Ich mot gaon." Det woor biej uch van zellef sjprèkend: Det höb geer twintjig jaor gedaon. Geer höb altied gereid gesjtange. Geer gink, egaal woo m'n uch vroog, Geer ging. en g'r dach neet aan ruste, Es liejend dao 'ne kranke loog. Geer gink in hoezer van de rieke, Geer heurde auch der ermen klach, Keekt neet nao wèèr, nao wèg of aafsjtandj. Geer gink, auch midde in de nach. En euveral brach geer verlichting En altied weer sjtink geer gereid, En kranke maakde g'r weer béter, Mer lenigde auch anger leid! Veer wete noe, Meneer d'n Dokter, Al zach geer neemes get dervan, Det geer zoo veul höb weggegève, Det mennige erme uch danke kan! En dök auch woort geer wie 'ne priester. Es eemes zörg of leid dök droog; Gesjterkt kos hè weer verder léve: Geer holp altied. Wat m'n auch vroog' En auch es Christen woort g'r 'n veurbeeld Zocht krach sjteeds biej Ooz' Leeven Heer. Dè eedre Zonjig biej uch rusde En tusjebei auch mennige keer. Geer höb d'n dank van al eur dorper, Geer höb d'n dank van groot en klein, Van moojers, kinjer, erme, rieke. D'n hertedank van eederein. Geer wöort 'ne miens mit groot karakter, 'ne Wirkcr veur der miensen heil, Noe zect geer Zaal'ge in den Hemel! En eeuwig loon is noe eur deil 'ne Lange rouwsjtoet in ós dörpke 'ne Ganse sjtreek hèt geine mood En mennigein vègt zich door d'auge: Meneer d'n Dokter dè is dood!.... De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft voort gezet de strafzaak tegen den letterzetter H. B. te O.ss. aan wien was ten laste gelegd, dat hij zich in 1938 en 1939 tc Oss op verschillende tijdstippen geldsbedragen had toegeëigend, in totaal f 711.93. eigendom van de N. V. Centrale Volksbank te Utrecht, bij welke hij als agent in dienst was. Zooals men zich herinneren zal, had ver dachte beweerd, dat een bedrag van ruim vijf honderd gulden aan bankbiljetten zou zijn ver brand door een toeval. Om het overige tekort te verklaren, kwam verdachte met een zeer inge wikkeld exposé voor den dag. Nadat nog drie getuigen waren gehoord, persisteerde de officier van Justitie, mr. J. Dubois, bij zijn requisitoir: zes maanden gevangenisstraf. Verdediger mr. N. v. d. Heuvel te 's-Herio- genbosch achtte opzet bij de verdwijning van het geld niet bewezen en pleitte vrijspraak. Vonnis op 4 April Op Paasch-Zaterdag en Eersten Paaschdag zal Z. H. Exc. Mgr. dr. H. Mekkelholt S. C. J., Apostolisch Vicaris van Palembang, in de ka pel van het Studiehuis St. Jozef van de pries ters van het H. Hart te Hees-Nijmegen de vol gende H.H. Wijdingen toedienen: De vier Mindere Orden aan de fraters Aug. Fr. Steffens, Gust. Hub. Chappin, Joan. Bon Paus, Joan. Chr. Blaas, Paul. P. van Leeuwen, Bern. Plech. Weiman, Ant. St. Ooms. Mart. Jac. Grootscholten, Bern. Henr. Reerink, Joan. Ludg. Knirim, Nic. Andr. Veenker, Nic. Hier. de Goede, Ant. Welling, Herm. Rob. van Wahnem, Petr. Norb. van den Hof, Agen Andr. Yntema, Joan. Am. Courage, Nic. Conr. de Haas, Corn. Petr. Aarden, Mart. Joan. Verrijdt, Petr. Joan. Coolen, Ant. Joan. v. d. Voort, Corn. Wer. van Haperen, Adr. Sev. Hop en Jac. Joan. Straat. Het Subdiaconaat en Diaconaat aan de fra ters Barth. Clem. Steylen, Jos. Joan. Limpens, Alph. Franc. Lockefeer, Georg. Ign. Ruyter, Lamb. Jos, van Pinxteren, Arn. Franc. Burgers, Car. Ant. van Gisbergen, Arn. Petr. Heijkant, Ant. Will. Bosch, Petr. Christ, van Leeuwen, Joan. Aug. Duindam, Ger. Jos. Wubbels, Ant. Ign. Erftemeijer, Wilh. Guido Schoonebeek. Jac. Ferd. Vlaar, Jon. Clem. de Visser, Adr. Alph. Kolk, Wilh. Laur. Jacobs, Herm. Barth. Mek kelholt, Petr. Leon. Schouten, Leo Joan. Locke feer, Ger. Al. Oonk, Wilh Hier. van Zwol, Corn. Ant Konijn, Petr. Renders. Jac. Joan. Posthuma, Wilh. Joan. Zoontjes. Joan. Matth. Meex, Mart. Stan. Nelissen, Matth. Gul. Lem- mens en Hub. Franc. Janssen; allen van de Congregatie der Priesters van het H. Hart van Jezus.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 9