Grenscontrole door
de Gestapo
EIGENWIJZE
Naar een groot-helmond
Kerkelijk leven
ZATERDAG 23 MAART 1940
Van een Poolsche, die spoedig
haar man zal wederzien
Verdwijnt de vos uit
Brabant?
De ,,Phobos" in een
Britsche haven
Met moeite in veiligheid
gebracht
400-jarig Brabantsch
gilde
NAAM- EN RANGLIJST VAN
OFFICIEREN
HET DOODELIJK ONGELUK
TE NIJMEGEN
DOODELIJK MIJNONGELUK
Veilig verkeer
Ons drinkwater moet
deugdelijk zijn
De Kroon waakt voor de gezond
heid van 42 Noorddijkers
Wagon uit de rails
VERVREEMDING VAN
BINNENSCHEPEN
De gediplomeerden van de School
voor Grafische Vakken
Zentgraaff overleden
Bekend figuur in de Indische
journalistiek
Mgr. J. J. J. Noordman
60e verjaardag in een arbeid
zaam leven
AUTO BEGON ONVERWACHT
TE RIJDEN
PAASCHVUUR OP DE
HOOGE VELUWE
De N. S. als huisbaas"
Een surprise voor de stations-
wachten
EEN PAASCHEI VOOR DE
KINDEREN
EM.-PASTOOR A. GOOSSENS
ZILVEREN PROFESSIEFEEST
ZILVEREN KLOOSTERFEEST
&OOR
CURTIS YORKE
in
Men schrijft ons van de grens:
De intrekking van de „toestemmingen'' der
Landrate op de zgn. grenspasjes, welke een
formeele sluiting van het grensverkeer ten
gevolge 00u gehad hebben, heeft voorloopig
een verzachting ondergaan. Wel zijn de toe
stemmingsstrookjes uitgescheurd, maar voor
loopig tot 1 April a.s. is het aan de Gestapo,
die de grenscontrole heeft, overgelaten,
grensbewoners op een gewone grenspas te la
ten passeeren. Men is van de veronderstelling
Uitgegaan, dat de grens-Gestapo de bewoners
aan weerszijden van de landspalen genoegzaam
kent, om de schapen van de bokken te scheiden.
Dat de Gestapo de wederzijdsche grens con
troleert, blijkt herhaaldelijk. Ergens aan de
grens vertoefden dezer dagen een aantal offi
cieren van den Generalen Staf ter inspectie
Van het spoorwegemplacement in verband met
het onderzoek van uit Duitschland komende
treinen, 't Was juist op den tijd, dat een Duit
sche trein binnenliep en het Duitsche personeel
van dien trein de officieren moest opmerken,
tien volgenden morgen verscheen dan ook
Prompt de Gestapo per auto in de Nederland
sche grensstad. We weten natuurlijk niet, of
dit prompte bezioek van de Duitsche politieke
Politie voor haar resultaat heeft opgeleverd,
Piaar opvallend was het zeer zeker.
Dezer dagen kwam bij Overdinkel een
gedeserteerd Duitsch sergeant-vlieger over de
grens en deze werd ter nadere beschikking
eenige dagen in een marechausseekazerne
in bewaring gesteld. Nauwelijks werd dit
over de grens ruchtbaar, of weer verscheen
de Gestapo op Nederlandsch gebied, om
naar een en ander, vooral naar den naam
van den deserteur te informeeren.
Dat deze herhaalde bezoeken van de Duit
sche politieke politie in de grensstad de
aandacht trekken, behoeft geen betoog.
Nog steeds wordt in Duitschland een ze
kere S. uit Losser gevangen gehouden, die
°P een textielfabriek te Nordhorn werkzaam
Zijnde, zich onbehoorlijk had uitgelaten. Dezer
üagen ging het gerucht, dat tegen S. het dood
vonnis geëischt was. Waar de familie sinds
langen tijd niets van hem gehoord heeft, wor
den op het oogenblik van officieele Nederland
sche zijde in Duitschland stappen gedaan, om
informaties te bekomen.
Geregeld geeft Duitschland aan Joodsche
emigranten nog toestemming Duitschland te
Verlaten. Zoo kwamen Woensdagavond een der
tigtal meest bejaarde Joodsche vluchtelingen
over de grens, die passage hadden genomen op
de „Springfontein" van de HollandZiuid-Afri-
ka Lijn, ten einde te emigreeren naar Wind
hoek.
Op dat grensstation troffen we ook een jonge
Poolsche vrouw met een ongeveer twee-jarig
kind aan. Ze was aanvankelijk zeer terughou
dend, maar langzamerhand drong het tot haar
door, dat ze in het vrije Nederland was. en
toen vernamen we dan ook, dat ze de echt-
kenoote was van een officier op de Poolsche
U-boot „Orzel", welke voor twee jaren te Vlis
singen van stapel is geloopen. In dien tijd had
Ze met haar man, die bij de afwerking der
U-beot aanwezig was, te Vlissingen eenigen
tijd gewoond en daar was ook haar kind ge-
horen. Ze had aj de ellende der vernieling van
Polen meegemaakt, had dagenlang in de Pool
sche bosschen rondgezworven, om ten slotte,
daar haar man zou omgekomen zijn, naar Ne
derland te mogen vertrekken.
Welke middelen ze voor het verkrijgen
dezer vergunning gebruikt had, wilde ze
niet vertellen, maar in angst en vrees was
ze door Duitschland gereisd, bang, dat de
positie van haar man, die nu op de „Orzel"
in Poolsch-Engelschen dienst is, zou uitlek
ken. Ze was blij in Nederland te zijn. Voor
haar eigen veiligheid en die van haar man
wilde ze verder niets meedeelen. Nu reisde
ze naar Vlissingen, om vandaar naar En
geland over te steken in de hoop, spoedig
Weer met haar man hereenigd te zijn.
Op het landgoed „Utrecht" te Hilvarenbeek
18 dezer dagen door een jachtopziener een vos
Neergelegd.
Het aantal Reintjes, dat in het hoogere ge
bied van Noord-Brabant wordt waargenomen,
Jhaakt den indruk de laatste jaren sterk ach
teruit te gaan. Een jaar of vijf, tien geleden
kon men herhaaldelijk vernemen, dat vossen
b'erden geschoten. Thans hoort men nog slechts
"ij uitzondering daarvan, aldus onze correspon
dent. Gaat deze typische dierensoort uit de
'auna van het Brabantsche hoogland verdwij
nen? Ingewijden meenen, dat hiervoor inder
daad eenige vrees moet worden gekoesterd, niet
slechts, omdat op de Reintjes jacht wordt ge
blaakt, maar tevens ten gevolge van de vele
°iitginningen, waardoor vossenholen in veel
E'orkere mate dan voorheen door de mensehen
berden ontdekt.
Intusschen rijst de vraag, of niet iets kat;
Geschieden, opdat verhoed worde, dat de vos
definitief verdwijnt uit het Brabantsche na-
Uurleven
Door den gemeenteraad van Helmond is met
blgemeene stemmen instemming betuigd met.
bet door Ged. Staten van Noord-Brabant opge
maakt voorontwerp van wet tot uitbreiding van
de gemeente Helmond met de gemeente Stip
hout en gedeelten der gemeenten Mierlo, Deur-
ne, Bakel en Someren.
In verband met de komende annexatie vra
gen enkele administratieve punten de aandacht
Hieronder behoort het vraagstuk der vergun
ningen volgens de Drankwet in het vergroote
Helmond. Momenteel gaat het aantal dezer
vergunningen niet op en af met het aantal
inwoners. Bleef dit zoo, dan zou, ook na de
samenvoeging, Helmond het huidige aantal ver
gunningen behouden. Voorgesteld wordt thans
tot nadere beslissing aldus te bepalen, dat het
aantal Dranwetvergunningen in Groot-Helmond
zal bedragen het huidige maximum voor Hel
mond, vermeerderd met de vergunningen, aan
wezig op de gebieden, waarmede Helmond wordt
uitgebreid.
Naar Reuter uit Londen meldt, is het
tankschip „Phobos" van de N.V. Neder-
landsch-Indische Tankstoomboot Maat
schappij, dat Woensdagmorgen bij de Brit
sche Zuidoostkust op een mijn is geloo
pen, waarbij zeven personen het leven heb
ben gelaten, vrijdag door sleepbooten een
Britsche haven binnengebracht
Over het in veiligheid brengen van het tank
schip „Phobos", dat Woensdag J.l. op een mijn
is geloopen, wordt nog het volgende gemeld:
Aanvankelijk werd gevreesd^. dat de „Phobos"
zou zinken en de bemanning begaf zich aan
land. Ondanks de ernstige schade, welke het
schip had opgeloopen, bleef het drijven. Red
dingsploegen en duikers begaven zich met sleep
booten naar de plaats waar het schip voor an
ker lag en gingen aan boord. Later keerde ook
de bemanning naar de „Phobos" terug.
Omdat aan boord van het tankschip slechts
één zeewaardige boot was overgebleven de
andere waren door de explosie vernield werd
een reddingboot opgedragen een oogje in het
zeil te houden. Deze reddingboot keerde Vrij
dagavond, na 24 uur in de buurt te zijn geble
ven, in de haven terug. De zee in de omgeving
van het tankschip was bedekt met een dikke
laag olie, welke uit een 20 tot 30 voet groot gat
aan stuurboord stroomde. Het overtrof alle ver
wachtingen, dat de „Phobos" drijvende bleef.
Het was slechts te danken aan de krachts
inspanningen van de leden van de red
dingsploegen en van de duikers, die dag en
nacht aan de pompen bleven en het schip
inmiddels herstelden, dat het gelukt is de
„Phobos" in veilige haven te brengen.
Het St. Laurentius-gilde in het Brabantsche
Maaskantdorp Vierlingsbeek zal dezen zomer zijl;
vierhonderd-jarig bestaan op feestelijke wijze
vieren. Dit gilde behoort tot de meest gerenom
meerde van het Oost-Brabantsche land. De
luisterrijke gildefeesten, welke ter gelegenheid
van het 4e eeuwherdenken worden op touw ge
zet, zullen plaats hebben op Zondag 23 Juni.
Daar de Federatie van Schuttersgilden in
Noord-Brabant haar volle medewerking voor dit
gildefeest heeft toegezegd, staat hier een gilde-
gebeuren te wachten, waarbij, ondanks de bui
tengewone omstandigheden, het historische gil-
dewezen van het Brabantsche land in al zyn
kleur en fleur zal naar buiten treden.
Dezer dagen is bij J. Noorduyn en Zn. te
Groningen verschenen de 104e jaargang van de
Naam- en Ranglijst van officieren. Het werk
bevat de namen, aangevuld met enkele gege
vens omtrent indeeling en data van promoties,
van officieren van het Koninklijk Nederlandsch
Leger en van het Koninklijk Nederlandsch-In-
disch Leger.
Zooals gemeld, werd Donderdagavond te Nij
megen op den Graafscheweg een jong meisje
aangereden door een autobus van den dienst
NijmegenWijchen. Het meisjes werd daarbij
gedood.
Naar eerst Vrijdagmiddag bekend is geworden
was het slachtoffer de 17-jarige dienstbode
Johanna Theodora Feeters uit Nijmegen.
In de mijn Maria-Hauptschacht te Alsdorf bij
Kerkrade is de gehuwde mijnwerker H. Köhne
onder vallend gesteente gedood.
Het Werkboekje-Rijtijdenbesluit is met goed
vinden van Hunne Excellenties, de Ministers
van Sociale Zaken en van Waterstaat, door het
Verbond van Vereenigingen voor Veilig Verkeer
dienstbaar gemaakt aan de belangen van een
veilig wegverkeer. Op de binnenzijde van den
omslag is een aantal bijzonder pakkende ver-
keerswenken opgenomen; ook de onbewaakte
overwegen en het gevaar van lcoholgebruik bij
snelverkeer zijn niet vergeten.
Blijkens het in Stsbl. 2341 afgekondigd
Kon. Besluit zijn niet minder dan 42 beslui
ten van den Raad van Noorddijk vernietigd,
welke besluiten beoogden, vrijstelling te ver-
leenen van de verplichting tot aansluiting
van woningen op de drinkwaterleiding. B. en
W. hadden afwijzend op de verzoekschriften
tot vrijstelling beschikt en daarop had de
Raad een tegemoetkomender standpunt in
genomen.
De Kroon overwoog o.a., dat ingevolge artikel
97 der bouwverordening van Noorddijk, B. en W.
tot wederopzegging vrijstelling kunnen verlee-
nen van den eisch tot aansluiting aan de drink
waterleiding, doch alleen, indien de woning is
voorzien van een middel tot watervoorziening,
dat deugdelijk drink- en huishoudwater in vol
doende mate verschaft. Ondanks dat B. en W.
meenden, dat zulks niet het geval was, ver
leende de raad de gevraagde vrijstelling.
Eén der woningen, welke de vrijstelling be
trof, had slechts een, onder den keukenvloer ge
legen put, welke niet als middel tot watervoor
ziening was aan te merken. De andere wonin
gen (in het geheel ging het om 42 vrijstellingen)
zijn elk voorzien van een middel tot watervoor
ziening, n.l. van een regïhbak, maar de belang
hebbenden hebben nimmer aangetoond, dat die
bakken deugdelijk drinkwater zouden verschaf
fen. Het aldus verkregen water was niet onder
zocht, met name ook niet door of vanwege den
gemeenteraad. Bovendien had deze niet rekening
gehouden met de omstandigheid, dat ten aanzien
van géén van de woningen volledig was vol
daan aan hetgeen artikel 40 der bouwverorde
ning met betrekking tot regenbakken voor
schrijft.
In elk geval aldus oordeelde de Kroon
deed het verleenen van vrijstelling van de
verplichting tot aansluiting van de drink
waterleiding, zonder onderzoek naar de
deug'elijkheid van 't aanwezige drinkwater,
tekort, aan de bescherming, welke de bouw
verordening beoogt te verleenen aan door
haar bedoelde belangen. Op grond hiervan
had de raad gehandeld in strijd met 't alge
meen belang, waarom de Kroon de 42 be
sluiten tot vrijstelling vernietigde.
Vrijdagmiddag te circa 1 uur geraakte bij het
rangeeren van een personenwagen op het em
placement tusschen overweg en station te Den
Helder het achterste wielenstel van den wagon
bij een wissel uit de rails. Nadat de wielen een
tiental meters gereden hadden, kwam de trein
tot stilstand. Na een uur werken slaagde men
er in, den wagon, waarvan het voorste gedeelte
op de linker en het achterste gedeelte op de
rechter spoorbaan stond, van deze laatste te
verwijderen, zoodat het verkeer over één lijn
voortgezet kon worden. De trein van 12.53 uur
vertrok met een uur stagnatie; die welke om
1.33 te Den Helder moet aankomen werd in
Anna Paulowna vastgehouden en kwam met
ruim een. half uur vertraging aan. Ook enkele
treinen hierna ondervonden eenige stagnatie.
De minister van Waterstaat deelt met betrek
king tot de overdracht van binnenschepen het
volgende mede:
De wet Behoud scheepsruimte 1939, die, voor
zooveel binnenschepen betreft, tot dusver slechts
toepassing had gevonden op sleepbooten, is inge
volge beschikking van 20 Maart j.l. met ingang
van 22 dezer ook van toepassing verklaard op
andere binnenschepen, waarbij onder schepen
zijn te verstaan alle vaartuigen, hoe ook ge
naamd en van welken aard ook, derhalve met
inbegrip van drijvende werktuigen en inrichtin
gen.
Het is thans verboden op eenigerlei wijze te
bewerken of er toe mede te werken, dat een in
Nederland thuisbehoorend binnenschip zonder
door of namens den minister van Waterstaat
verleende vergunning zijn hoedanigheid van in
Nederland thuisbehoorend binnenschip verliest,
in eigendom wordt overgedragen dan wel in
gebruik of ter beschikking wordt overgedragen.
Het verbod van overdracht in eigendom resp,
in gebruik of ter beschikking geldt niet bij over
dracht van bepaalde met name genoemde cate
gorieën van binnenschepen en evenmin in ge
val de overdracht op nader omschreven wijze
geschiedt aan in Nederland gevestigde Neder-
landsche personen, vennootschappen, enz.
Voor sleepbooten is het bestaande verbod, zoo
als dit werd uitgevaardigd bij beschikking van
den minister van Waterstaat, d.d. 30 Januari 1.1.,
in zooverre gewijzigd, dat thans geen vergunning
meer wordt vereischt voor het aanvangen of ver
volgen van een reis naar en in het buitenland.
Dientengevolge is tevens de verplichting tot het
stellen van een garantie vervallen. Voor de over
dracht van sleepbooten blijft overigens de be
staande regeling van kracht.
Zooals de schoone dag waarmede gisteren de
Lente anno 1940 begon, de prachtigste belofte
voor een komend ontwakend natuurleven in zich
verborgen hield, was het gisteren eveneens een
dag vol schoone toekomstbeloften voor de jonge
mannen, die als bekroning van hun 3-jarige
studie aan de School van de Grafische Vakkeu.
hun diploma uit de handen van den heer J H.
Th. O. Kettlitz, voorzitter van het schoolbestuur,
ontvingen.
De heer J. H. Th. O. Kettlitz heette de aan
wezigen, bijzonder de ouders, welkom, waarna
werd overgegaan tot voorlezen van de namen
der bevorderden en de plechtige uitreiking der
diploma's, waarbij de heer Kettlitz zijn bevre
diging uitsprak over de behaalde resultaten.
Spr. hoopte, dat de afgestudeerde leerlingen
den band met de school in de toekomst zouden
vasthouden.
De directeur der school, de heer A. Barter;,
richtte voorts nog een behartigenswaardig woord
tot zijn scheidende leerlingen, waarin hij hoopte
dat zij weldra de vruchten van hun studie zou
den mogen plukken en zij door hun gedrag en
wandel zich als oud-leerlingen der Gr. School
waardig zouden toonen.
De heer Scheepers als afgevaardigde van de
Centrale leerlingencommissie, sprak een enkel
woord, meer speciaal tot hen die hun bedrijfs-
diploma gehaald hebben, en tot de patroons
leerlingen.
Gediplomeerd werden:
De zettersleerlingen: P. J. D. M. Weterings,
W. A. Wolterse, P. C. "Veenendaal, I. van Beek
allen te Utrecht; C. A. Levring te Oudenrijn;
P. A. Verheul te Hilversum; A. M. J. van Lith
te Leiden; P. A. Schouten te Gouda. Niet ge
slaagd 3 leerlingen.
De drukkersleerlingen: B. W. Koot, H. Veld
huizen, F. J. Veerman, J. A. Vollewens, allen te
Utrecht.
De patroonsleerlingen: C. J. Lambinon te lei
den; J C. van der Laan, A. H. F. Snelder, bei
den te Utrecht; A. F. van Loosbroek te St. Mi-
chels-Gestel; A. J. M. van der Meer te Baarn;
P. J. M. Staal te 's-Hertogenbosch; M. van der
Wiel te Jutfaas; H. Lenters te Djokjakarta; J.
P Engel te Wassenaar; M. Jens, J. N. J. Veld-
huijsen, beiden te Utrecht; S. G. Schippers te
Wageningen; J. van Goor te Meppel; A. J. A.
Redert te Raamsdonksveer; C. G. Knottnerus
te Soest; J. P. J. M. Tielen te Boxtel.
De boekbindersleerling J. Willems te Zuilen.
Niet geslaagd 2 leerlingen.
De chemigraafleerling E. Lisser te Hilversum.
Namens de leerlingen dankte de heer J. En
gel en namens de ouders de heer van der Meer,
directeur en leeraren voor het genoten onder
wijs.
BATAVIA, 22 Maart. (Aneta). Hedenavond
is, na een kortstondig ziekbed, in het Borro-
meus-ziekenhuis te Bandoeng overlëden de
heer H. C. Zentgraaff, directeur-hoofdredac
teur van het dagblad „De Javabode".
De begrafenis zaj morgenmiddag plaats heb
ben
De journalist Zentgraaff, die in den leef
tijd van ruim 65 jaren is ontslapen, is in de
laatste tien jaren niet alleen de markantste
figuur in de Indische journalistiek geweest,
maar bovendien een zeer opmerkelijke in de
geheele Indische samenleving. Voornamelijk
omdat alle phasen en onderdeeien van die sa
menleving zijn onverdeelde aandacht hadden
Zentgraaff's aandacht beteekende altijd veel.
Het kon onbarmhartige critiek beteekenen,
maar ook hulde en lof. Hij was een uiterst be
kwaam penvoerder en daarom waren zoowel
critiek als lof scherp uitgebeiteld, maar steeds
goed gevormd en bijna altijd sterk van con
structie.
Zoo heeft hij zijn stempel gedrukt op het
Soerabajasch Handelsblad, waarvan hij jour
nalistiek leider was van 1925 tot 1932 en op
de Java-bode die hij tot zijn dood heeft ge
diend.
Zooals gezegd: Zentgraaff beschikte over een
scherpe pen. Maar ook over een bewonderens
waardige kennis van den Indischen archipel,
over een helder inzicht en een geweldige werk
kracht.
Veei critiek heeft hij uitgeoefend doch zij,
die hem goed kenden, beseften dat achter die
critiek liefde schuil ging. Liefde voor Indië,
het land dat hij boven allgs stelde en dat hij
door zijn critiek volgens zijn opvattingen
wilde zuiveren van hetgeen hij minder ge-
wenscht achtte.
Hij is Indië, met pen en hart, trouw geble
ven tot zijn einde omdat dit land hem de ge
legenheid had geschonken uit te groeien tol
wat hij zonder twijfel is geweest: een man
uit-één-stuk.
De Kolonel-Hoofdaalmoezenier van Leger
en Vloot, Mgr. J. J, J. Noordman, hoopt
30 Maart zijn 60en verjaardag te her
denken
28 Maart 1917, twee dagen voor zijn 37sten
verjaardag, werd de toenmalige kapelaan
Noordman, die toen verbonden was aan de St
Joseph-kerk te Haarlem, tot Aalmoezenier be
noemd. Drie en twintig jaar duurt dus reeds
de militaire loopbaan van Mgr. Noordman.
Eerst als majoor-aalmoezenier, later als kolo
nel-hoofdaalmoezenier heeft hij zich vele op
rechte vereerders verworven bij alle deelen van
onze landmacht. Zij zullen hem bij dezen 60en
verjaardag gaarne herdenken.
Zestig jaren! schrijft aalmoezenier J. J
Brouwer in „de Katholieke Militair". Wie den
jarige kent, maar van het getal zijner jaren
niet op de hoogte was, zal misschien met ver
wondering lezen, dat Mgr. Noordman al zestig
jaar wordt.
Het vermoeiend reizeh en trekken al sinds
1917, toen hij in de vorige mobilisatie Aalmoe
zenier werd; de zeer vele en groote zorgen, die
deze mobilisatie voor hem als hoofdaalmoeze
nier meebrengt, nu ook voor 't eerst het Aal
moezeniersinstituut op de volle sterkte werkt
met 70 hulpaalmoezeniers, hebben zijn gezond
en krachtig gestel niet benadeeld en zijn fiere
gestalte niet gebogen.
De hoofdleiding der geestelijke verzorging van
Leger en Vloot in mobilisatie-tijd is van het
allerhoogste gewicht. Aartsbisschop en Minis
ter hebben deze aan Mgr. Noordman toever
trouwd en tientallen van aalmoezeniers pro-'
fiteeren in dezen tijd telkens weer van zijn
rijpe ondervinding en juisten kijk op toestan
den en personen.
In onzen hoofdaalmoezenier zien wij steeds
den geestelijken verzorger, den priester van
grooten stijl en karakter. Waardig draagt nij
het purper en de hooge koninklijke onderschei
dingen, die hem om zijn verdiensten voor Kerk
en Land met zooveel recht zijn toegekend. De
aalmoezeniers van Leger en Vloot, de hulpaal
moezeniers te velde bieden hun hartelijke geluk-
wenschen aan en bidden aan hun altaren den
30sten Maart, dat God hem steeds helpe bü
zijn moeilijk werk.
In hetzelfde nummer schrijft de kapitein van
den Generalen Staf A. H. J. L. Fiévez o. m.:
Ik meen, dat aan dit feit (den 60en verjaar
dag) weinig ruchtbaarheid is gegeven. Dit is
jammer! Want in de 23 jaren van zijn „mili
taire" loopbaan, eerst als majoor-aalmoezenier
bij de le divisie, later als kolonel-hoofdaalmoe-
zenier van Leger en Vloot, heeft Monseigneur
Noordman zich duizenden oprechte vereerders
en vrienden verworven, in alle rangen, bij het
Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger zoowel
als bij de Koninklijke Marine en de KoninklijKe
Landmacht.
En wel zeer zullen dezen het betreuren niet
in de gelegenheid te zijn geweest, den zestig
jarigen hoofdaalmoezenier persoonlijk hun ge-
lukwenschen te kunnen aanbieden. Maar kolo
nel Noordman is ondanks zijn krachtige per
soonlijkheid een bescheiden man, wars van op
hef en weinig gesteld op al te veel eerbetoon.
Hetgeen mij toch niet mag beletten, hem
hier uit naam van alle katholieke officieren
andere categorieën zullen ongetwijfeld haai
eigen vertolkers vinden de. verzekering te
geven onzer groote erkentelijkheid, oprechte
bewondering en warme genegenheid, waaruit
als vanzelfsprekend de wensch voortspruit, dat
den kolonel nog ettelijke tientallen jaren gege
ven zullen zijn en dat hij er hiervan nog vele
moge wijden aan de weermacht en aan de ziel
zorg van de katholieke leden daarvan.
Kolonel, op uw zestigsten verjaardag bidden
wij Gods overvloedigen zegen af over u en over
uw belangrijken arbeid voor Leger en Vloot.
Op den feestdag zelf zal er gelegenheid zijn,
den jarige te feliciteeren in zijn woning Fran-
kenslag 10 te 's-Gravenhage, des middags van
2.30 tot 5 uur. Om 11 uur des morgens zal een
deputatie van de 70 aalmoezeniers den jarige
gelukwenschen komen aanbieden.
Mgr. Noordman werd den 30en Maart 1880
geboren te Woubrugge. Na de lagere school te
hebben doorloopen maakte hij zijn lagere stu
dies te Hageveld en de hoogere te Warmond.
Hij werd den 15en Augustus 1904 priester ge
wijd en zag zich als standplaats achtereenvol
gens aangewezen Amsterdam, waar hij kape
laan was in de Sint Willibrordus, en Haarlem,
waar hij dezelfde functie bekleedde in de Sint
Josephparochie
Zeer spoedig, nadat hij in Haarlem was aan
gekomen, werd hij benoemd tot directeur van
de militaire vereeniging, aldaar. Jarenlang
ijverde hij voor dit werk en besteedde er zijn
beste krachten aah, vooral toen, tengevolge van
de mobilisatie, het tehuis, dat voor de mili
tairen was opgericht, zeer druk werd bezocht.
Hij zag toen in, dat het noodig was dit huis te
vergrooten en wist de noodige gelden daarvoor
bij elkaar te krijgen.
Toen bij het uitbreken van den oorlog in 1914
ook hier te lande het instituut aalmoezenier
werd ingevoerd, trad Mgr. J. Noordman als
hulpaalmoezenier in functie. In Maart 1917
volgde zijn aanstelling tot aalmdfezenier van de
le divisie. Deze functie heeft Mgr. Noordman
behouden tot na de mobilisatie, toen het aan
tal aalmoezeniers kon worden beperkt en hij
benoemd werd tot aalmoezenier bij de eerste
militaire afdeeling, waardoor aan zijn geeste
lijke zorgen werden toevertrouwd niet alleen de
militairen van het geheele bisdom Haarlem,
maar ook van vele garnizoenen van het Aarts
bisdom. Den 31en Augustus 1926 werd hij ver
eerd met de benoeming tot officier in de orde
van Oranje Nassau.
Tijdens de afwezigheid van den hoofdaal
moezenier werd deze functie reeds waargeno
men door aalmoezenier Noordman, evenals dit
voor langeren tijd geschiedde toen de toenma
lige hoofdaalmoezenier Mgr. Evers een reis van
zes maanden maakte naar Indië. Mgr. Noord
man was nog eenigen tijd, namelijk toen Mgr.
Evers zijn Indiëreis maakte, aalmoezenier bij
de Marine, terwijl ook de vereeniging van
marinepersoneel zich er op mag beroemen, hem
als haar geestelijken adviseur te hebben gehad.
Toen Mgr. Evers als hoofdaalmoezenier af
trad is Mgr. Noordman hem opgevolgd.
Vrijdagmiddag om 12 uur was de 62-jarige
chauffeur G. Bras, wonende aan de Claes de
Vrieselaan te Rotterdam, bij een garage in de
Jan van Vuchtstraat bezig met het op gang-
brengen vafi een vrachtauto. De wagen stond,
zonder dat Bras dit wist, in de eerste versnel
ling, zoodat hij, toen de motor aansloeg, plot
seling vooruit reed, den chauffeur met zich
meesleurend.
De auto kwam tot stilstand tegen de pui van
een winkel aan de overzijde van de straat. Deze
gevel werd ernstig beschadigd.
De chauffeur kreeg een der wielen over het
lichaam, waardoor hem de borstkas werd inge
drukt. In zorgwekkenden toestand werd hij
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel overge
bracht, waar hij korten tijd later is overleden.
Evenals vorige jaren zal op de weide voor
het Huis St. Hubertus in het Nationale Park
„de Hooge Veluwe" den tweeden Paaschdag te
gen donker een Paaschvuur worden ontstoken
Als er één bedrijf is, welks werkzaamheden
gekenmerkt worden door gastvrijheid, dan zijn
het zeker de Nederlandsche Spoorwegen. Die
gastvrijheid treft men overal aan: in wachtka
mers, op perrons en in treinen
Nu behooren bij een gastheer gasten en de
gasten van de Nederlandsche Spoorwegen zijn
van zulk een uiteenloopende soort, als men zich
maar denken kan.
Bij al deze verschillende soorten gasten heeft
de mobilisatie thans nog een categorie gevoegci,
die niet alleen de treinen en perrons, maar ook
kantoorgebouwen en seinhuizen is gaan bevol
ken.
Wij bedoelen de militairen.
En waar de N. S. steeds alles in het werk stel
len het hun gasten zoo aangenaam en gemak
kelijk mogelijk te maken, heeft de Directie ge
meend ook voor deze categorie iets te moeten
doen.
In samenwerking met en mei volle medewer
king van O. en O. werd een pakket als Paasch-
verrassing aan ieder van deze landsverdedigers
gezonden.
Een pakket, waarvan de inhoud voor een ge
deelte wel spoedig in rook zal vervliegen en voor
een ander deel slechts op verhooging van uiter
lijk schoon is ingesteld, doch waarin ook nog
andere zaken zijn verpakt, die de militairen zul
len helpen deze dagen prettiger door te komen
en hun eenige uurtjes van afwisseling zullen
bezorgen.
De pakketten bevatten n,l. een spoorwegbouw-
model of -zaagfiguur, wat bloc-notes, legpuzz-
les, sigaretten, scheerzeep en prentbriefkaar
ten.
Voor knutselaars dankbare objecten en voor
hen, die geen knutselaar doch wel „Pater fami
lies" zijn, iets om straks thuis wellicht een flin-
ken robbedoes van een jongen een welkome ver
rassing te bereiden.
Elk pakje is voorzien van een keurige, door
Jo Spier geteekende kaart, waarop de Directie
der N. S. (als huisbaas) en O. en O. (als ma
kelaar) den jongens een prettig Paaschfeest
toewenschen.
Wij mogen verwachten dat deze surprise, die
bedoeld is als bewijs van waardeering voor het
nuttige werk dat door deze militairen wordi
verricht en als dank vdor de buitengewoon pret
tige samenwerking, op prijs zal worden gesteld.
Men verzoekt ons plaatsing van het volgende:
Lieve vrienden en vriendinnetjes.
Als met Paschen de klokken zijn weerge
keerd uit Rome en het Gloria is gezongen, dan
is 't feest en jullie krijgen natuurlijk allemaal
weer van je ouders een Faasch-mand, een cho
coladekip of een zakje met Paascheitjes.
Maar niet alle kinderen zijn zoo gelukkig als
jullie; er zijn er zoo velen, die dat alles mis
sen, ja nog veel erger, die erg zwak zijn en
noodig eens een paar weken naar buiten moes
ten, naar bosch of strand om weer eens echt
gezond en flink te worden, net als jullie.
Ook die kinderen hebben goede ouders, maai
die kunnen dat niet allemaal, al wilden ze ook
nog zoo graag, aan hun kinderen geven.
Nu moeten jullie, die zooveel meer hebt dan
zij, eens goed mede helpen. Hoe dat kan?
Heel gemakkelijk. Als je met Paschen van Je
ouders een Paaschei krijgt, dan vraag je of Je
de waarde van zoo'n Paaschei in 't zaxje mag
doen van de Paaschei-actie van 't Ned. R. K.
Huisvestings-Comité.
Als alle kinderen met Paschen eens zoo'n
klein Paascheitje afzonderden voor 't kleine
zwakke kind, wat zouden er dan vele zwakke
kinderen kunnen worden uitgezonden naar bosch
en strand, om weer gezond en vroolijk bij hun
ouders te komen.
Als je door omstandigheden geen Paaschei-
zakje ontvangt, stuur dan je gift, al is ze nog
zoo klein, aan het Ned. R. K. Huisvestings
comité, Hekellaan 6, Den Bosch, gironummer
34348.
De zeereerwaarde heer A. J. C. Goossens.
emeritus pastoor van Berkel (N.-B.), die in
het liefdegesticht aldaar verblijft, werd Vrijdag
nacht uit voorzorg van de H.H. Sacramenten
der Stervenden voorzien.
Maandag 25 Maart, Tweeden Paaschdag en
feestdag van Maria Boodschap, hoopt de Rev
Soeur M. Hyppolyta, in de wereld mej. A.
Moolhuyzen, uit Rotterdam, hoofd der Lazère-
school voor meisjes te Bergen op Zoom, den
dag te herdenken, waarop zij voor 25 jaren ge
profest werd in het moederhuis der eerw. zus
ters Poenitenten-Recollectinnen te Roosendaal.
Maandag 25 Maart, Tweeden Paaschdag en
feestdag van Maria Boodschap zal het 25_jaat
geleden zijn, dat de eerw. zuster Albine, léera-
resse aan de Kweekschool voor onderwijzeres
sen te Bergen op Zoom. in het moederhuis der
eerw. zusters Franciscanessen te Roozendaal de
H. Geloften heeft afgelegd.
De Rev. Soeur Maria Albine, in de wereld
mej. H. Bollinger, uit Amsterdam, leerares
Middelb. Onderwijs Engelsch en Paedagogiek,
heeft o.m. ook haar aandeel gehad in de sa
menstelling van het cathechismus-leerplan.
(Nadruk verboden)
■kHij ging in een gemakkelijken stoel zitten en
de aardige kamer rond, die al heel gauw
,'Jh goedkeuring had. Anne leunde achterover
een hoek van de rustbank. Voor den toeval-
kSen waarnemer zoo er een was geweest
°hden zij elkander al jaren hebben gekena.
s -'Boxer heeft zichzelf vandaag beslist onder
leiden," zei Anne's gast. „In zekeren zin voel
0 "he verantwoordelijk voor zijn wangedrag. Is
Jurk onherstelbaar bedorven?" voegde hij er
a enkele seconden zwijgen, aan toe.
gJJ-hne was juist bij zichzelf tot de conclusie
men. dat zij met haar overbuurman toch
ingenomen was, en grootmoedig had zij
°ker zijn vernielend werk vergeven. Zij was
h'1 jonge vrouw, die snel reageerde op sympa-
iia en antipathieën; en de baas van Boxer
gratie gevonden in haar tamelijk critische
^®h. Hier glimlachte zij min of meer spijtig.
zal haar naar de stoomerij moeten stu-
zei ze.
is toch wel erg," antwoordde hij. Toen,
op heel anderen toon: „Mag ik me voorstellen?
Het ongeluk schijnt ons hiervoor dicht genoeg
bij elkaar te hebben gebracht. Mijn naam is
Carroll. En, zooals u ongetwijfeld hebt gecon
stateerd, ben ik uw overbuurman. U bent juf
frouw Stafford, dat weet ik."
„Hoe weet u dat?" vroeg zij. „Ik vroeg het
me af, toen u mij den brief bracht. Hij zou
evengoed niet voor mij hebben kunnen zijn."
„Ik ben tamelijk goed van gezicht," antwoord
de hij. „En er zijn van die dikke, langwerpige
pakjes, die, het spijt me het te moeten zeggen,
nu en dan net postduiven zijn ze keeren al
tijd weer op het hok terug en die zich ook
niet leenen om door een gewone brievenbus te
worden geduwd. Een paar avonden geleden,
toen ik een dergelijk pakje van den postbode
aannam, zag ik zoo terloops, dat hij alle brie
ven en dergelijke al had afgeleverd, behalve een
pakje van het soort, dat ik beschreef, en dat ge
adresseerd was aan juffrouw Stafford; en di
rect daarna belde hij mijn werkster noemt
het de „pakjesbel" aan uw deur."
„Maar daarom hoefde ik nog niet juffrouw
Stafford te zijn," antwoordde het meisje, en er
vertoonden zich kuiltjes in haar wangen. „Ik
had wel een nichtje, of een zuster, of een tante
kunnen hebben, die bij me woonde."
„O neen. Ik weet, dat er geen ruimte is voor
een nichtje, of een zuster, of zelfs een tante, in
uw flat," antwoordde hij rustig.
„Hoe weet u, wat de afmetingen zijn van
mijn flat?" vroeg zij, even blozend.
„Omdat ik ze bekeken heb, toen ik kwam hu
ren. Zoodoende weet ik, dat er een kamer min
der is. Maar neem me niet kwalijk; natuurlijk
heb ik niet het recht opmerkingen te maken
over de grootte van uw flat. Ik leef zoo afge
zonderd, dat ik vrees, soms iets van een wilde
te hebben."
„Ik leef ook afgezonderd," zei ze. „Maar ik
vind het niet noodzakelijk, daarom een wilde
te zijn."
„Neen, dat is zoo. Maar u hebt ongetwijfeld
vrienden. Ik niet. Maar neen, ik vergis me. Ik
heb een heel trouwen vriend, wien ik niets kwa
lijk kan nemen. Het is een Iersche terrier en hij
'heet Boxer."
„Waarom hebt u geen vrienden?" vroeg Anne
en het klonk abrupt.
„O, dat is een tamelijk lange geschiedenis,"
antwoordde hij bedaard. Hij stond tegelijk op
en met een ernstige buiging ging hij naar de
deur.
Maar met een licht, aarzelend gebaar van
haar opgeheven hand hield Anne hem tegen.
„Een oogenblik," zei ze, en haar stem had een
ernstigen klank, „u zei iets over dikke, langwer
pige pakjes, die u worden teruggezonden. U
bent ook schrijver?"
„Ja," antwoordde hij, met een lach in zijn
oogen, die zijn lippen niet bereikte. „Ik schrijf
voor een of twee tijdschriften. Soms waardeeren
ze mijn pogingen en somsook niet."
Terwijl hij sprak, was hij weer de kamer in
gekomen en keek nu op haar neer. Het kwam
haar voor, alsof hij heel lang was.
„Ik schrijf korte schetsen," zei ze, met inge
houden zucht. „Maar ze komen altijd terug.
Toen ik voor het eerst hier kwam, zijn er twee
van me aangenomen, en ik dacht al, dat ik op
weg was naar roem en fortuin. Nu nu denk
ik er soms ernstig over, den heelen boel op te
geven."
„Het is altijd te vroeg om zoo iets op te ge
ven," antwoordde hij. Toen voegde hij eraan
toe: „Schrijft u onder uw eigen naam?"
„Ja. En u?"
„Neen. Mijn schuilna'am is Norman Stone."
Haar oogen gingen wijd open.
„O!" riep zij uit. „Bent u Norman Stone? Dan
ken ik uw werk heel goed. En toch," zei ze ver
wijtend, „trachtte u me wijs te maken, dat u
uw manuscripten terugkrijgt.
„Maar ik verzeker u, dat het waar is, ant
woordde hij glimlachend. „Zooals ik u zei, kreeg
ik er nog pas een paar avonden geleden een
terug.
Op hetzelfde oogenblik deed de „pakjesbei"
van den postbode Anne opspringen.
„Het is weer eenpostduif,' zei ze met een
moedeloos schouderophalen.
Het bleek er een te zijn, en de oogen van
den man ontmoetten die van het meisje in
vlugge sympathie.
Toen zij even later samen bij de open deur
stonden, terwijl de echo van de vlugge voet
stappen van den postbode wegstierf, zei Car
roll, met eenige aarzeling in zijn stem en op
treden:
„Ik vraag me af, of u mij uw manuscript
zoudt willen laten zien. Ik zal het u morgen of
overmorgen terugbrengen."
„O, wilt u het lezen?' vroeg ze gretig, en haar
oogen lichtten op.
„Vreeselijk aardig van u. Maar ik ben bang,
dat u het een prul zult vinden."
„In dat geval zal ik het u vertellen," ant
woordde hij, en hij stak zijn hand naar het
pakje uit. „Soms kan ik erg grof zijn."
Maar een paar uur later, toen hij het korte
verhaal gelezen had, dat door den uitgever van
een populair weekblad „onder dankzegging" was
teruggestuurd, vond hij, dat het niet noodig
was, grof te zijn. Integendeel, de stijl van de
schrijfster bekoorde hem, ofschoon de intrige
zwak en afgezaagd was.
Hij stelde buitengewoon veel belang in deze
jonge overbuur, die zoo afwisselend waardig en
kinderachtig kon zijn. Neen, niet kinderachtig
liever kinderlijk. Hij voelde het subtiele ver
schil. Hij verbeeldde zich eveneens, dat zij bij
nadere kennismaking wel innemender zou blij
ken te zijn. Ja, hij stelde werkelijk belang in
haar.
En toch was hij er lang geleden mee opgehou
den in iets of iemand belang te stellen, peinsde
hij somber. Waarom zou hij er dan nu mee be
ginnen? Toen legde Boxer smeekend een poot
op zijn knie en sloeg zijn staart zenuwachtig
tegen den vloer.
„Wel, ouwe jongen, wat is er?" zei Carroll,
terwijl hij het dier met echte genegenheid aan
keek. „Tijd om naar buiten te gaan, hè? Ja,
werkelijk. Ik wist niet, dat het al zoo laat was."
Anne, die haar deur op het nachtslot deed,
hoorde den klik van de tegenovergestelde deur
en het uitgelaten keffen van Boxer, toen hij en
zijn baas de gang doorliepen. j
Een vreemd gevoel van veiligheid kwam over i
Anne, toen zij luisterde naar de stevige, regel
matige voetstappen. Zij was dwaas genoeg om
de overgordijnen in haar zitkamer iets opzij te
schuiven en te gluren tot de man en de hond
naar buiten kwamen. Zij hield van het uiterlijk
van haar nieuw ontdekten buurman. Zij hield
van den stand van zijn hoofd, de breedte van
zijn schouders; zij hield van zijn oogen en zijn
stem. Zij hield van
„Anne Stafford, je bent gek," zei ze minach
tend tegen zichzelf.
En de overgordijnen weer op hun plaats trek
kend, ging zij in de kamer terug en maakte die
in orde voor den nacht. Zij vouwde het mooie
divankleed op en borg de leuke kussens er
onder.
Het duurde dien avond lang, voor zij in slaap
viel. Haar bed stond tegenover het raam, dat
zoo ver mogelijk open was de marquise tot
bovenaan opgetrokken, zoodat zij, waar zij lag,
de eindelooze zee van daken en schoorsteenen
kon zien, die zich tusschen haar en den hori
zon uitstrekte. lederen avond viel zij in slaap
met dat schemerige panorama voor haar slape
rige oogen. Zelfs op de donkerste avonden waren
er kleine lichten en plekken, die haar heel ver
trouwd waren geworden. Den vorigen avond
was alles verduisterd door een hevigen regen.
Op andere avonden was het versluierd door
sprookjesachtige poedersneeuw. Vanavond werd
het beschenen door den zwakken glans van een
met de wolken strijdende en onzeker doende
maan.
(Wordt vervolgd)