D L DE GEBROEDERS „GOOCHEM" SKetveïfiaal aan dm da$ TREDEN I I I De wedstrijd van den dag GRAAL TUR STR1JDEN TEROTTERDAM I DINSDAG 26 MAART 1940 Concordia klopt T.Z.B. met 32 R.K. HAARL. VOETBALBOND Programma Zondag 31 Maart Uitslagen Junioren UTRECHT KEULSCHE KADE D.H.V.B.-UITSLAGEN R.K. Schooltournooi Hill'inenHillegom 12 A.L.O. en Leonidas eindigen gelijk Uitslagen R.K. Bridgeclub Ons Genoegen R.K.S.V. Hercules-Winfried Zilveren feest pastoor Frankenmolen O.F.M. RIJKSVISCH AFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN feuilleton DOOR JOHN BUCHAN Met de zaklantaarn als hulp zette ik mijn fi Het Paaschprogramma. van den D.H.V.B. ver meldde enkele zeer belangrijke wedstrijden en We lieten voor ditmaal ons oog vallen op de ont moeting tusschen de beide sterkste ploegen in afdeeling J. TZB uit Zandvoort en het Hille- gomsche Concordia voeren n.l. in deze afdee ling het voornaamste woord, vooral Concordia, dat door een late indeeling nog een onverwach te kampioenscandidaat bleek te worden. Dat de Hillegommers hier een klasse apart vormen is slechts op te maken uit het feit, dat zij tot nu toe alle wedstrijden wisten te winnen maar in den strijd tegen hun naaste concurrenten is Zulks echter niet gebleken. Integendeel, het spel der Zandvoorters maakte zeker zoo'n soliden indruk als dat von Concordia en het heeft er geruimen tijd naar uitgezien, dat TZB ten slotte den Hillegommers de eerste nederlaag zou toebrengen. Maar er dient dan tevens bij gezegd te worden, dat Concordia dezen middag wel iets onder den gewonen vorm speelde. Misschien Was zij eenigszins verrast door den feilen te genstand dien de Zandvoorters in de eerste helft boden, feit was dat Concordia maar niet op toeren kon komen en hoewel zij er door toe doen van Aerts in slaagde de leiding te nemen, deed dit het enthousiasme der thuisclub niet verflauwen. Spoedig was de score dan ook weer gelijk toen de Zandvoorter midvoor Vader in s'n eentje de Hillegomsche achterhoede passeer de en den doelman geen kans gaf (11). De Strijd ging tot aan de rust vrijwel gelijk op met de Hillegommers weliswaar iets meer in den aanval, maar dit kon gebeuren, omdat zij het Voordeel van den vrij straffen wind, altijd een machtige bondgenoot op het Sportpark aan de Molenwerfslaan, genoten. Eerst kort voor de Pauze hergaf v. d. Hulst met een kopbal zijn vereeniging de leiding en konden de Hillegom mers 'met een schralen 21 voorsprong in de tweede helft tegen dien wind gaan optornen. Dat dit geen kleinigheidje was ondervonden de Hillegommers onmiddellijk aan den lijve, Want de Zandvoorters namen direct het initia tief tot den aanval. Met de gedachte, dat er tliets te verliezen maar des te meer te winnen viel, openden zij een offensief, waaraan de be zoekers maar nauwelijks het hoofd konden bie den. Voortdurend stond het Hillegomsche doel onder zwaren druk en was het schieten der TZB-voorwaartsen wat beter geweest, dan zou het er voor Concordia donker uit hebben ge zien. Nu wist de stoere achterhoede, zij het met moeite, stand te houden en was men zelfs nog in staat diverse tegenaanvallen te ondernemen, Welke vanwege het verre opdringen der TZB- backs niet van gevaar ontbloot waren. Eindelijk boekte TZB succes, al was het geluk in dit geval mèt de Zandvoorters. Bij een der aanvallen maakte de Hillegomsche rechtsach ter ongelukkigerwijs hands in het beruchte ge bied en de toegestane strafschop werd volgens de regelen der kunst in een doelpunt omgezet. En toen de TZB-mid-half Seeders kort hierop wederom een strafschop mocht nemen voor on geoorloofd aanvallen, dacht men aan een ge slagen Concordia. Nu schoot de TZB'er echter het leder via den paal over en kreeg Concordia gelegenheid zich te herstellen. Met tien man (de elfde werd wegens een opmerking aan het adres van den goed leidenden scheidsrechter het veld uitgestuurd) verdedigden de Hillegom mers zich met den moed der wanhoop tegen de steeds maar terugkomende Zandvoorters om den gelijken stand te handhaven en schroomden zelfs niet om nog enkele brutale uitvallen te Wagen. En kort voor tijd werd het spreekwoord van een brutaal mensch heeft de halve wereld bevestigd toen Staats bij een dier aanvallen een kans kreeg en den TZB-doelman met een enorm hard schot passeerde. En dezen 32 voorsprong kon Concordia door kranig verdedigen be houden. 1. TYBBOnze Gezellen, 1.15 uur. Hoofddorp BoysAlliance, 12.30 uur. Santpoort—DSS, 12.30 uur. 3. HBCOIV, 2 uur. a NASDSS, 1.15 uur. ConcordiaDEK, 12.30. 3. TYBBDEK, 2.30 uur. Onze GezellenVCV, 12 uur. TZBSantpoort, 2 uur. 4. TYBB—HBC, 12 uur. Onze GezellenConcordia, 1.15 uur. Alliance—BSM, 2 uur. 5. NAS—DSS, 12 uur. v. NispenVVF, terrein VVF, 2.15 uur. In verband met de school wedstrijden zijn er Voor Zaterdag geen adspiranten-wedstrijden Vastgesteld. I OG—Hoofdd. Boys SantpoortAlliance HBC—TYBB ÏI NAS—Concordia DSS—DEK til TYBB—OG DEK—Santpoort tV HBC—OG BSMConcordia V NAS—v. Nispen 4—1 2—3 5—1 2—4 C—9 0—5 2—3 4—0 4—1 6—2 Adspiranten DEK 3—TYBB 6 TYBB 5—DSS 5 5—1 6—1 Afdeeling Noord A Grash. 1 VIOS 1 4—2 gest. BUSV 1—DEM 2 2—0 2 V'dam 3—NVA 1 2—6 De Meer 2 SDE 1 5—1 D ZAP 1St. Victor 1 41 E W.-Friezen 1 Zouaven 1 24 Union 1 WW 1 62 De Valken 1 Spartanen 1 15 G Zeev. 2—ADO 3 30 I DVO 1— Woudia 1 72 J WBV 1— Strandv. 1 110 Afd. Centrum A RODA 1—The Unity 1 1—2 SVO 1ZPC 1 24 DOSS 2Gez. Vier 1 03 B Alliance 1 TYBB 2 6—4 Vog.zang 1— PFK 1 1—4 Onze Gez. 2 Geel-Wit 1 0—4 C Foreh. 1 DOSR 2 24 Liese 2Alph. Boys 1 53 DNEA 2—RKAV 2 5—1 Or.-Zwart 1St. Pancratius 1 04 RCM 1—St. Ion is 1 110 ODA 1—NAS 1 4—3 EDEM 3—WSB 2 3—7 TYBB 3—HBC 3 2—4 Santp. 3—OIV 2 3—3 F The Unity 2— SVO 2 0—2 DOSS 3— Wilskr. 3 3—2 WA 3—India 2 3—2 GDES 2—De Meer 3 20 Zwal. 2 DOSS 4 5—0 St. Mart. 2— WA 4 1—4 J TZB 1— Concordia 1 23 DEK 2—'TYBB 4 7—2 Geel-Wit 2 HBC 5 0—4 K TYBB 5— Lisse 4 25 HBC 4—Teyl. 3 3—5 L WSB 3SMC 1 4—5 UDO 1—WSB 4 8—0 N St. Pancratius 2 DOSS 5 5—5 De Meer 4 Zwaluwen 3 12 Wilskracht 4 Constantlus 3 41 O Gez. Vier 2 WZ 4 6—1 Or-Zwart 2 Constantius 4 73 ZPC 2— Plirmerend 2 25 P St. Pancratius 3— RODA 3 1—1 The Unity 3 NVA 2 1—3 SVO 3—WA 5 2—2 Afdeelinz Zuid AGDS 1GDA 2 2—1 VHLO 1— Lenig en Snel 1 4—3 Onderstaande wedstrijden zijn nog toege voegd aan het reeds vastgestelde programma, G.L.O. afd. I. terrein R. K. Sportpark. Dinsdag 26 Maart R. K. Schoolver. Jacobaschool 3 uur. Woensdag 27 Maart R. K. Schoolver. Henricus- schOol, 3 uur. Donderdag 28 Maart R. K. Schoolver. Franc. school 3 uur. Vrijdag 29 Maart R. K. Schoolver. Canisius- school 10 uur. Vrijdag 29 Maart R. K. Schoolver. Bavoschool 3 uur. Zaterdag 30 Maart R. K. Schoolver. Albysius- school 10 uur. Zaterdag 30 Maart R. K. Schoolver. Antonius- school 3 uur. Maandag 1 April R. K. Schoolver. R. K. Op - school 10 uur. Hoewel de thuisclub gedurende den geheelen wedstrijd een kleine veldmeerderheid aan den dag legde, en een meer sluitend spel ten beste gaf, is het niet mögen gelukken den return-wed strijd te Winnen en met een 21 overwinning kwam Hillegom zegevierend uit den strijd te voorschijn. Na 20 minuten doelpunt Hillegom door toe doen van haar middenvoor Winkelaar, die uit een kluwen van spelers den bal in doel weet te werken. Felle aanvallen worden op het Hille- gom-doel ondernomen, maar stug verdedigen is oorzaak dat Hillinen niet tot scoren kan ko men. Het is jammer dat de scheidsrechter in die periode unfair aanvallen ongestraft laat. Tien minuten voor rust scoort Hillinen den gelijkmaker uit een vrijen schop door Oudejans. die P. Warmerdam opvangt en inschiet 1—1. In de tweede helft is Hillinen steeds in den aanval geweest en op wonderlijke wijze ontsnapt de Hillegom-doelmond aan doorboring. Reeds is Van Dijk gepasseerd, maar een back redt op het laatste moment. Eén minut voor het einde bemachtigt Winkelaar den bal, op circa 20 meter afstand waagt hij een schot, wat mis lukt; tergend langzaam rolt de bal op Van der Jagt af, die, tot aller verbazing, het leder laat glippen en zoodoende Hillegom aan de over winning helpt. e meest geraffineerde vorm van ijdelheid is prat gaan op zijn bescheidenheid. Voor de zesde maal organiseerde de Sportbond van de Vrouwelijke Jeugdbeweging voor Kath. Actie zijn jaarlijksch turnfestijn. Achtereen volgens waren Rotterdam, Haarlem, Amsterdam, Den Haag en Leiden aan de beurt geweest om de turnsters te ontvangen en nu was Rotter dam weer de aangewezen stad. Het heeft den organisatricen niet meegezeten. De zaal van de St. Jozefgezellen aan het Stationsplein was al weer gereserveerd om evenals in 1935 te dienen voor verzamelplaats. Nu moesten andere gele genheden worden gezocht en daar waren nog al bezwaren aan verbonden. Het toestelturnen werd gehouden in de gymnastiekzalen aan het Afri kanersplein. Deze zijn daar uitstekend voor, al leen de afstand was erg groot. Het eigen geko zen werk had plaats in gebouw „Libelle". Deze zaal was in het geheel niet geschikt. De ruimte om te demonstreeren veel te klein en het pu bliek zat te dicht op de turnsters. Bovendien was de vloer erg glad. Maar het sportbureau Rotterdam treft niet de minste schuld. Integendeel, het heeft ont zettend gewerkt om tenminste de wedstrijden te kunnen laten doorgaan. Het compliment van directeur Vollaerts en het hartelijk applaus was een kleine belooning voor zijn opoffering. Het aantal deelneemsters viel niet mee. Groo- tendeels waren de omstandigheden hier de schuld. Hieraan moet waarschijnlijk ook de minder opgewekte sfeer toegeschreven worden. De algemeene indruk van de morgenwedstrijden was door deze twee factoren dan ook een kleine teruggang bij vorige jaren, maar dat is voor 1940 geen teeken om ongerust te zijn. Alleen de A-wedstrijd verhief zich boven het gemiddelde. Toestelturnen en springen moet bij dames soepel en sierlijk worden uitgevoerd. Alles ging tamelijk onbeheerscht, veroorzaakt ook door de zenuwen. De sportraad, heeft een nieuwe technische commissie gekregen, die tot goede prestaties in staat is, maar haar verantwoordelijkheid is buitengewoon groot om tusschen den chaos van stelsels, stroomingen en opvattingen den juisten weg te bewandelen. De middagwedstrijden hadden een vlot ver loop. De zaal was tot in de uiterste hoeken be zet. In vlot tempo volgden de nummers el kaar op. De turnsters hebben dezen middag den slech ten indruk, dien 't eigengekozen werk in Leiden heeft gemaakt, weer weggevaagd. Wel moet ook hier nogmaals de nadruk val len op de noodzakelijkheid van specifiek vrou welijke oefeningen, die soepel en pittig worden uitgevoerd door turnsters die de oefeningen be leven en daardoor een vroolijken en blijden in druk maken. Het groote bezwaar in 1939 was de keuze van de muziek. De jammerende gramofoonplaten waren nu verdwenen. De uitgezochte muziek voldeed niet geheel, maar de keuze is van te veel factoren afhankelijk. Een der leiders bewees het groote voordeel, wanneer deze zelf begeleiden kan. Dit is ook de eenig juiste oplossing. Ook keerden enkele vereenigingen weer op den ouden weg terug en telden bij hun oefening. Het effect was zeer gnnstig, want de mensche- lijke stem biedt vele mogelijkheden en de lei der kan nu zelf de oefeningen aangeven. Noodzakelijk voor muzikale begeleiding is dat de speler de bewegingen rhythmisch aanvult. Een gramofoonplaat is dus uiteraard niet ideaal. De prestaties F.E.L., Haarlem, opende den middag met een eenvoudige maar goed samengestelde vrije oefe ning. Jammer dat de uitvoering wat sloom ging en dat de zwaaibewegingen niet werden doorgevoerd. Hercules, Haarlem, deed het pittiger, maar hier was 't geheel wat slordig en ook de ver schillende onderdeelen vloeiden niet in elkaar over. Sportief, Roterdam, demonstreerde Vendel- zwaaien. Deze oefeningen kunnen moeilijk al zijdig samengesteld worden. Lichaams- en be- wegingsbeheersching is hier hoofdzaak. De oefening voldeed hieraan. De zaal was evenwel voor dit nummer te klein. Kwiek, Den Haag, kwam op onder het zingen van 't clublied. Ook hier ontbrak zelfs de pit tige uitvoering. Hun bal-oefening was het hoog tepunt van den middag. Hier zag men dames- gymnastiek met de juiste keuze van oefeningen op de juiste manier uitgevoerd. De bal biedt tallooze mogelijkheden. Laten de leiders deze oefenstof eens gaan benutten. Bij Blauw-Wit, Haarlem, pastte de uitstekend spelende pianist zich niet bij de oefening aan. Hij hield het tempo te strak. Spirit, Rotterdam, had zich de laatste we ken toegelegd op een knotsoefening. Hun tijd- opoffering is niet vergeefsch geweest. St. Shristophoor, Halfweg, kwam met een eigen opstelling. De eenheid en gelijke uitvoe ring haperde nog al eens even. V.K., Den Haag, demonstreerde een oefening die een aardig effect had gemaakt als zij ge daan werd door een groep stevige kleuters. De doelstelling was foutief, dit was geen oefening voor een wedstrijd, maar een aardige afwisse ling op een uitvoering. Blauw-Wit, Haarlem, moet genoemd worden na Kwiek, Den Haag. Haar hoepeloefening geeft een tweede serie van goede oefenstof aan. Door de gladde zaal mislukte een gedeelte en de jury zal dat niet hebben meegeteld. Leonidas, Haarlem, wisselde nu af met een vrije oefening. De oefenreeks was evenwel al zoo overstel pend geweest, dat niets nieuws meer geboden kon worden. De gedupliceerde onderbreking vol deed niet. S.O.S., Rotterdam, had de knotsen uitgekozen als materiaal. Deze oefenstof is geheel uitge buit. De variatie van Actief, Leiden, voldeed weer beter. Degenen die het eerste demonstree ren hebben de beste kansen. De baloefening had een uitstekende voorgangster gehad en Actif verknoeide zelf nog veel door te moeilijke stof. Spirit, Amsterdam, sloot den middag. Haar knotsoefening was wel beheerscht, maar de zwaaien gingen te langzaam. Met zwaarder ma teriaal was waarschijnlijk een beter resultaat bereikt. Pastoor G. H. Hubers, districtscommissaris van het sportbureau Rotterdam, had den mid dag geopend. Directeur A. M. A. Vollaerts reik te de prijzen uit. Hij was volkomen tevreden over den dag. Een pluim stak hij op den hoed van de harde werkers en speciaal den voorzit ter van de technische commissie, den heer H. Goris, moest hij noemen. De sportiviteit van de deelneemsters was ge stegen en dat was een verheugend teeken. A.L.O.Rotterdam 518%, Leonidas, Haarlem 51816; If is, A'dam 506. A.L.O. gaf den beker aan Leonidas mee. S.O.S., Rotterdam 515; Sportief, Rotterdam 49616; Hercules, Haarlem 48816; Sportlust, A'dam 483; Spirit, R'dam 474. V. en K., Den Haag 479. Eigen gekozen werk; A. Zwiel, Den Hag 6116; Spirit, A'dam Spirit, R'dam 54; Actief, Leiden 5316. B. Leonidas, Haarlem 58; Blauw-Wit, Haar lem 54; V. en K., Den Haag 5216. A. B. C. 54; De return-wedstrijd „O.G."„Haarlem-N." eindigde met 127—121 m.p. in 't voordeel van O.G. Het was een buitengewoon spannende strijd, wat ook blijkt uit 't eindresultaat. Met 2 punten voordeel op H.N. I gaan wij de 2 resteerende wedstrijden tegemoet. Als wij deze winnen, wat kan, promoveert O.G. naar de 1ste klasse H.B.B. Wij vestigen de aandacht van thuis-bridgers er op, dat te beginnen op Donderdag 28 Maart O.G. les geeft voor beginnende en geoefende bridgers van 8 tot 8.30. R. K. dames en heeren zijn hartelijk welkom. Aan de heeren-tumers berichten wij, dat de turnavond deze week verzet is van Vrijdag- op Dinsdagavond. Tevens vestigen wij de aandacht op den clubavond, die gehouden wordt in gebouw ,Domi" te Overveen. Indien de vooruitzichten niet bedriegen, be looft deze avond een succes te wórden. Een beperkt aantal introducé's kan toege laten worden. Ik „Oogenblikkelijk de deur uitgooien," antwoordde de eigenaar prompt. Pit stond op en terwijl hij zich vlug uit de voeten maakte, zei hij, op Pat wijzend; „Begint U dan maar bij hem, want wij kunnen het niet betalen." De verbijsterde Pat, die nergens op bedacht was, had, vóór hij de deur bereikte, een paar flinke klappen te pakken. Nog wrijvend over de pijnlijke plekken, kwamen z« weer terug op de kermis en liepen achter de tenten om naar het feest terrein. Hier zagen zij een grooten luchtballon, waaronder een gondel, die met een dikken kabel aan den grond geankerd was. Zij keken hun oogen uit, want zooiets hadden zij nog nooit ge zien. Iedereen die Karei Vermegen zag, schudde het hoofd en dacht met medelijden aan zijn vrouw en kinderen. Karei was eerst op een si garenfabriek werkzaam geweest en verdiende een goed loon. Hij was een oppassend man en toen Leentje Dromsen met hem trouwde, dacht zij er ui de verste verte niet aan, dat Karei haar eens zoo diep ongelukkig zou maken. De eerste jaren was alles goed gegaan, maar toen liet Ka- rel zich overha- len, om mee te l gaan simokkelen. Leentje had alles HcUIT StCUil in het werk ge- i steld, om hem i hiervan terug te i houden, maar Karei had zich van haar betoog niets aange trokken. „Je zult je plaats op de fabriek kwijtraken als meneer Van Wijk hoort, dat jij gaat smok kelen. Je begrijpt, dat hij geen smokkelaars op zijn fabriek duldt. Hij zal alleen eerlijke men- schen willen hebben en iemand die smokkelt is niet eerlijk. Ach, Karei, doe het toch niet? Wij zijn nu zoo gelukkig en dit smokkelen wordt onze ondergang. Je zult het zien." „En als ik nu eens niet meer bij Van Wijk mag werken? Wat zou dat dan nog? Ik verdien immers veel meer met smokkelen. Jan Hoor- mans en Hein Aspers hebben deze week ieder wel vijftig gulden verdiend. Daar moet ik op de fabriek bijna veertien dagen voor werken. Zij hebben het op één avond." „Denk dan aan het gevaar, Karei. De kom miezen doen dag en nacht dienst. Ben je ver geten, dat zij verleden jaar nog een smokkelaar hebben doodgeschoten en dat die andere twee nu nog in de gevangenis zitten?" „Dat waren stommeriken. En ik ken de streek hier tot in de kleinste hoeken en gaten. Mij zullen ze nooit snappen." „En dan dit nog, Karei: Ge moet aan onze kinderen denken. Nu zijn ze in het dorp goed gezien, maar als hun vader zich verlaagt toe smokkelaar, dan zal er geen net kind meer met hen mogen spelen. Laten ze die van Hein As- pers ook niet links liggen? Ik heb zélf eens ge hoord, dat ze Jan, den oudsten, nariepen: „Ga maar met je vader smokkelen!" Karei trok onverschillig zijn schouders op „Kinderen onder eikaar.... Toen werd hij nij dig en sloeg met de vuist op tafel: „Maar nu moet het uit zijn!" schreeuwde hij. „Ik ga smokkelen en niemand kan mij daar van terug houden. En of jij mij nu bidt en smeekt, ik ga! Begrepen? En jij hebt je verder met niets te bemoeien." Toen minder driftig: „Jij en het heele huishouden zullen er wel bij varen, als ik wat meer verdien." Leentje had nog aangehaald: „Nu weet je, wat je elke week ontvangt, maar met smokke len niet. En je kunt ook wel gedwongen wor den, door een plotselinge vlucht, je waren te moeten achterlaten. Dan ben je die en al je geld kwijt." „Laat dat maar aan mij overJe zult geen armoe lijden. En nu basta! Ik heb er al lang meer dan genoeg van." Karei was naar de kroeg gegaan, waar hi) wist, zijn nieuwe vrienden te zullen treffen. Het duurde niet lang, of de armoe kwam, on danks zijn bewering „je zult geen armoe lij den," het huis in. Hij gaf zijn volle loon niet meer af, want dit had hij voor drank en smok kelwaar noodig. En kreeg zijn vrouw eens een enkele maal wat meer geld dan hetgeen hij van de fabriek ontving, dan was dit om haar het bewijs te leveren, dat er met den smokkelhandel meer te verdienen was. Maar dikwijls maakte hij ruzie mpt zijn vrouw, omdat ze steeds maar trachtte, hem op het goede pad te houden. Het had niet lang geduurd, of hij werd ontslagen. De sigarenfabrikant had hem gewaarschuwd en bedenktijd willen geven, maar Karei had hem al aanstonds toegesnauwd, dat hij het honger loon van de fabriek niet meer wenschte. Dien avond werd hij dronken thuisgebracht. Leentje, die van een buurman vernomen had, wat er was voorgevallen, had nog getracht. Ka- rel uit de kroeg mee naar huis te krijgen, maar aangespoord door zijn vrienden, had hij haar bij den arm de deur uitgezet. Huilend en de toekomst vol ellende voor zich ziende, had ze thuis op hem zitten wachten. Harry, hun oudste, hij was bijna dertien, be greep den treurigen toestand, waarin zij ver keerden. „Ga maar naar bed, moeder," zei hij, „vader zal nog kwaad worden als je opblijft." Ze had neen geschud en gezegd: „Ga jij maar, jongen. Maar Harry was bij haar gebleven, want het viel wel eens voor, dat vader moeder een klap gaf en dit wilde hij voortaan verhinderen. Dit was echter dien avond niet gebeurd, want Karei werd In hevigen staat van dronkenschap door zijn vrienden op een kruiwagen thuisge bracht en lachend op zijn bed gekwakt. „Jullie moesten je schamen," zei Leentje met bevende lippen, „om hem zóo thuis te biengen. „Hadden wij hem dan op straat moeten laten liggen? vroeg Hein Aspers, zich houdend of hij haar niet begreep. Toen klopte hij Leentje op den schouder, zeggende: „Leen, jü bent altijd een verstandig wijf geweest, bewijs dat nu nog en ga niet tegen Karei in, want smokkelen blijft hij tóch, meiske. Daar haal je hem niet meer vandaan." .Maar daar zijn jullie de schuld van! wond Harry zich op en stond dreigend met zijn vuist voor den smokkelaar. „Vroeger dronk vader nooit en hij sloeg moeder ook nooit en nu wel." Hein spotlachte: „Wie breng je mee, snotter?" En tot de andere smokkelaars: „Die komt pas kijken en wil ons de les lezen." Met een smak werd de deur dichtgetrokken. Dit alles legde een druk op de jonge schou ders van Harry. Het kwam hem voor dat zijn jeugd al voorbij was. Op school onder de les, op straat bij het spel, onder zijn huiswerk kwam soms plotseling de gedachte in hem op: hoe moet het nu met moeder en ons? En dan ver zuchtte hij': „Was ik maar veertien, dan kon ik naar de fabriek en moeder en ik en mijn zusjes en broertjes zouden niet zoo'n armoe hebben." Maar hij was nog geen dertien, dus nog ruim een jaar wachten. Eindelijk was dit voorbij. Karei Vermegen was al een paar maal wegens dronkenschap er, smokkelen tot eenige maanden gevangenisstraf veroordeeld. Hieraan had Harry al dikwijls ge dacht. Wie zou hem. ais zoon van zoo iemand in het werk nemen? Hij sprak er met zijn moe der over. „Je kunt het mijnheer Van Wijk eens vragen," zei ze. „Je hebt een mooi rapport van je school en op jou is niets te zeggen. Maar weet je wat je kunt doen, Harry, ga eens naar den pastoer en vraag hém of hij bij mijnheer Van Wijk niet een goed woordje voor jou wil doen. Zij zijn goede vrienden." „Ja, dat doe ik," zei Harry. Hij trok zijn beste kleeren aan en ging naar den pastoor, die hem vriendelijk ontving en hem vóór zijn vertrek een envelop gaf, waarin hij een briefje gestoken had, om aan Van Wijk te geven. Met kloppend hart stond Harry even later voor den oud-werkgever van zijn vader. Zou hij aangenomen worden? „Heilige Maria. Moeder Gods," bad hij in stilte, „help ons toch. Wtf kunnen er toch niets aan doen dat vader zoo is." De fabrikant haalde het briefje te voorschijn en las: „Zie wat hij is, vraag niet wat zijn vader doet. Opbouwen is onze taak." Bert van Wijk was in beraad, wikte en woog. Harry dacht: ik mag niet. Hij denkt aan vader. Toen zei hij met den moed der wanhoop: „Ik heb mijn schoolrapport meegebracht, meneer. De meester heeft gezegd dat ik er trotsch op mag zijn. Wilt u het eens zien?" Van Wijk keek hem aan en antwoordde: „Dit is niet noodig. Je kunt Maandag beginnen en ontvangt drie gulden per week. Ik vertrouw dat je goed zult oppassen." Dit beloofde Harry; hij had moeite den juich kreet te onderdrukken, die hem naar de keel steeg Toen rende hij naar huis, om moeder het goedé nieuws zoo gauw mogelijk te brengen. „Drie gulden, Harry," was ze blij verrast. „Wat 'n"uitkomst!" Met trots keek ze naar den flin- ken zoon, die zijn wedervaren verder begon te vertellen. Midden Vasten herdacht de Z.E. Pater Fran kenmolen O.F.M., pastoor der St. Franciscus- kerk te Nijmegen, zijn zilveren priesterschap. In verband met den vastentijd werd de officiee- le viering uitgesteld tot eersten Paaschdag. De jubilaris droeg in de rijk versierde kerk'n plechtige H. Mis op met assistentie van de Weleerw. Paters Van Welie O.F.M. uit Wvchen en Zeyn, kapelaan te Nijmegen, als diaken en sub-diaken, en Ten Brink O.F.M. uit Delft als presbyter assistens. De Z.Eerw. Pater C. Bak ker uit Nijmegen was ceremoniarius. Het kerkzangkoor Cantemus Domino, ver sterkt met het koor der Mariacongregatie van het St. Canisius College, voerde uit onder lei ding van den dirigent, den heer Jos. Bartels, de vierstemmige Mis voor gemengd koor Zu Ehre des Heiligen Kreuzes van J. H. Dietrich. Na de H. Mis werd gezongen het vijfstemmige Exsultate van Palestrina. Na de Mis werd in de pastorie een zeer druk bezochte receptie gehouden, waaronder Pater Frankenmolen op ondubbelzinnige wijze mocht ervaren, welk een hoogachting hij geniet onder de Nijmeegsche burgerij. Daar kwamen meer dere deputaties van kerkbestuur, armbestuur, kerkkoor, congregatie, jeugdverenigingen en de St. Franciscus Harmonie den jubilaris ge- lukwenschen. Onder hen, die het felicitatie- register teekenden, was o.a. Mgr. Prof. Dr. Hoogveld. Zondagavond celebreerde de jubilaris een plechtig Lof, waaronder hij zijn dank betuigde aan allen, die hem dezen dag tot een onver- getelijken hadden gemaakt. IJMUIDEN. 26 Maart. Verse he visch. Tarbot 1.301.50, Tong 0.851.35, Heilbot 1.051.30 per ka Griet 24.0042. groote Schol 1216.50. mid del Schol 15.0017, Zetschol 20.0022 kleine Schol 12.0019. Bot 2.104.50, Schar 6.7010, Tongschar 22.0036 Poontjes 8.0013. groote Schelvisch 21.5025. middel Schelvisch 19.5024, kleine middel Schelvisch 15.5025 kleine Schel visch 11.0022, groote Gullen 12.5016. kleine Gullen 11.0020, Wijting 2.90—8.50. Makreel 4.90 7. versche Haring 4.408. per 50 kg. Groote Heek 46.0058 per 125 kg. Kleine middel Heek ■17,00—20. kleine Heek 8.0Ö—15 per 50 kg. Ka beljauw 28.00—62 per 125 kg. Vleet 2—3.70, Leng 1 30—3 Koolvisch 0.30—1.20 per stuk. Rog 6.50— 18 per koop. van de heden aangekomen TREILERS Isabel IJm. 14 225 manden 1780.Maria IJm. 95 375 manden 3090.—, Bruinvisch IJm. 97 140 manden 2820.Reiger IJm. 106 190 manden 6180 Dirkje R. O. 53 430 manden 3480 Glo ria Um. 37 '600 manden 4490.—, Jacquelina Cla- sina IJm. 10 420 manden 3890. LOGGERS K.W.: 155 840.108 450.75 860.105 500.151 900.IJm. 201 880. KOTTERS IJm 210 1090 Onder de menschelijke ondernemin gen, dit durf ik zonder overdrijving zeggen, Is er geen, die hooger en edeler kan genoemd worden, dan de op richting van een Universiteit. Kardinaal Newman In zijn lezing over „Christendom en wetenschap pelijk onderzoek". lldlHWIiWIMIIIWIIIIIIIIimilllllllllllUIIHIHflIIIIMfflIIIIII Vertaald door J. M. Kempees 18 Het was de deur van een muurkast, die ge sloten was. Ik schudde er aan en zij scheen nog al slap. Uit gebrek aan iets beters om te doen probeerde ik mijn kracht op die deur, terwijl ik beter houvast op den knop kreeg door mijn bretels er omheen te slaan. Eindelijk gaf het ding mee met een slag, waardoor, naar Ik dacht, mijn cipiers wel zouden komen onderzoe ken, wat er gebeurde. Ik wachtte een tijdje en begon toen de planken van de kast te onder- Zoeken. Er lag daar een groote hoeveelheid merk waardige dingen. Ik vond een paar losse lucifers in mijn broekzak en streek er één aan. Hij ging in een oogwenk weer uit, maar het licht bad mij één ding getoond. Er lag een klein Voorraadje electrische zaklantaarns op een plank. Ik nam er één op en ontdekte, dat zij werkte. onderzoek voort. Er stonden flesschen en doozen met vreemd ruikende stoffen, ongetwijfeld chemicaliën voor proefnemingen, en er lagen rollen dun koperdraad en balen dunne geoliede zijde. Er was een doos detonators en een heele boel koord voor lonten. Toen, heelemaal achter op een plank, vond ik een stevige bruin-kar tonnen doos en daarin een houten doos. Ik slaagde er in, die open te breken en binnen lagen een half dozijn kleine grijze blokjes, elk een paar duim in het vierkant. Ik nam er één op en ontdekte, dat het mak kelijk afbrokkelde in mijn hand. Toen rook ik er aan en hield het tegen mijn tong. Daarna ging ik zitten om na te denken. Ik was niet voor niets mijningenieur geweest en ik herkende lentoniet als ik het zag. Met één van die blokjes kon ik het huis in gruzelementen laten vliegen. Ik had het goedje in Rhodesië gebruikt en kende zijn kracht. Maar het bezwaar was, dat mijn kennis niet nauwkeurig was. Ik was de juiste lading ver geten en de juiste manier om het klaar te maken en ik was niet zeker van den benoodigden tijd. Ik had ook maar een vaag idee van zijn kracht, want ofschoon ik het gebruikt had, had ik het niet met mijn eigen vingers behandeld. Maar het was een kans, de eenig mogelijke kans. Het was een geweldig risico, maar daar tegenover stond een absolute en afschuwelijke zekerheid. Als ik het gebruikte, zouden de kan sen, zoo berekende ik, ongeveer vijf tegen één zijn, dat ik me zelf de lucht in liet vliegen; maar als ik het niet deed, zou ik waarschijnlijk tegen den avond een g&t van zes voet in den tuin vullen. Zoo moest ik het bekijken. Het vooruitzicht was in beide gevallen nogal on plezierig, maar in ieder geval, er was een kans, zoowel voor mij zelf, als voor mijn land. De herinnering aan den kleinen Scudder deed mij besluiten. Het was zoo ongeveer het af schuwelijkste moment van mijn leven, want ik ben niet erg sterk in die koelbloedige besluiten. Toch slaagde ik er in, den moed bij elkaar te rapen om mijn tanden op elkaar te klemmen en den gruwelljken twijfel die mij dreigde te overweldigen, terug te dringen. Ik sloot een voudig mijn hersens af en deed, of ik een proef nam, even eenvoudig als het afsteken van vuur werk op Guy Fawkes-dag. Ik nam en detonator en bevestigde dien aan een paar voet lont. Toen nam ik een kwart van een blok lentoniet en begroef dat bij de deur onder een van de zakken in een spleet van den vloer, terwijl ik den detonator er aan beves tigde. Voor zoover ik wist, kon de helft van die kisten wel dynamiet bevatten. Als de kast zulke doodelijke explosiestoffen bevatte, waarom de kisten dan niet? In dat geval zou er een prachtige reis naar den hemel gemaakt worden door mij en de bedienden en ongeveer een mor gen van het omringende land. Ook was er het risico, dat de ontploffing de andere blokken in de kast zou doen mee-ontploffen, want ik was vrijwel alles vergeten, wat ik geweten had over lentoniet. Maar het was niet goed te gaan denken over de mogelijkheden. De kansen waren verschrikkelijk, maar ik moest ze waarnemen. Ik verschanste mijzelf precies onder het raamkozijn en stak de lont aan. Toen wacjitte ik eenige oogenblikken. Er heerschte een dood- sche stilte alleen het geschuifel van zware laarzen in de gang en het vredig gekakel van de kippen in de warme buitenlucht. Ik beval mijn ziel aan mijn Schepper aan en vroeg me af, waar ik over vijf seconden zou zijn Een groote hittegolf scheen van den vloer op te slaan en gedurende een oogenblik ver schroeiend in de lucht te hangen. Toen schoot een goudgele vlam uit den muur tegenover mij en deze stortte in elkaar met een oorverdoovend geraas, dat mijn brein tot pulp hamerde. Iets viel op mij en raakte de punt van mijn linker schouder. En toen geloof ik, dat ik het bewustzijn ver loor. Mijn flauwte kan nauwelijks meer dan een paar seconden geduurd hebben. Ik voelde, hoe ik stikte in dikke gele dampen en worstelde me uit de brokstukken tot ik overeind stond. Ergens achter mij voelde ik frissche lucht. De raam lijst was ingevallen en door de onregelmatige scheur stroomde de rook naar buiten in den zomermiddag. Ik stapte over het gebroken kozijn en stond in een hof in een dikken scherpen walm. Ik voelde me heel misselijk en ziek, maar ik kon mijn ledematen bewegen, en ik strompelde blindelings voorwaarts, weg van het 'huls. Een molenbeekje stroomde in een houten aquaduct aan den anderen kant van den hof en hier viel ik in. Het koele water knapte me op en ik had juist nog genoeg hersens over om aan ontsnappen te denken. Ik kroop door het beekje tusschen het glibberige groene slijm, tot ik het molenrad bereikte. Toen werkte ik mij door de as-opening den ouden molen binnen en tui melde op een bed van kaf. Een spijker haakte aan mijn broek en ik liet een stukje stof achter. De molen was sinds lang buiten gebruik. De ladders waren verrot van ouderdom en op den zolder hadden de ratten groote gaten ln den vloer geknaagd. De misselijkheid overmeesterde mij en een. wiel in mijn hoofd bleef maar rond draaien, terwijl mijn linker arm en schouder verlamd schenen te zijn. Ik keek uit het raam en zag nog steeds een nevel hangen over het huls en rook ontsnappen uit een bovenraam. Ik hoopte, dat ik het huis in brand had gestoken, want ik kon verwarde uitroepen van den anderen kant hooren komen. Maar ik had geen tijd om te dralen, aange zien deze molen klaarblijkelijk een slechte schuilplaats was. Ieder, die naar mij zocht, zou natuurlijk het beekje volgen en ik was er van overtuigd, dat het zoeken zou beginnen, zoodra zij ontdekten, dat mijn lijk niet in de provisiekamer lag. Uit een ander raam zag ik, dat aan den anderen kant van den molen een oude steenen duiventil stond. Als ik die kon bereiken zonder sporen achter te laten, zou ik misschien een schuilplaats vinden, want ik rede neerde, dat mijn vijanden, als zij dachten, dat ik me bewegen kon, de gevolgtrekking zouden maken, dat ik ontsnapt was naar het open veld, en dat zij me op de heide zouden gaan zoeken. Ik kroop de gebroken ladder af, terwijl ik wat kaf achter mij aan strooide om mijn voet stappen te bedekken. Ik deed ditzelfde op den molenvloer en op den drempel, waar de deur aan gebroken hengsels hing. Naar buiten "lurend, zag ik, dat tusschen mij en de duiven til een kaal stuk grond lag, met keien gepla veid, waarop voetstappen niet te zien zouden zijn. Bovendien was dat stuk gelukkig door de molengebouwen geheel aan het gezicht onttrok ken. Ik glipte de plek over, kwam aan den achterkant van de duiventil en zocht naar een manier om die te beklimmen. Dat was één van de moeilijkste opgaven, die ik ooit op me genomen heb. Mijn schouder en arm deden gemeen pijn en ik was zoo misselijk en duizelig, dat ik aldoor op het punt stond te vallen. Maar op de één of andere manier speelde ik het klaar. Door mijn voeten te zetten op vooruitstekende steenen en in de gaten van het; metselwerk en door me op te trekken aan een taaien klimopwortel kwam ik eindelijk boven. Er was een kleine borstwering, waardoor ik ruimte vond om te gaan liggen. Toen viel ik op ouder- wetsche wijze in zwijm. Ik werd wakker met een brandend hoofd, ter wijl de zon mij heet in mijn gezicht scheen. Langen tijd lag ik bewegingloos, want die af schuwelijke gassen schenen mijn gewrichten los gemaakt en mijn hoofd verdoofd te hebben. Van den kant van het huis drongen er geluiden tot mij door: het keelgeluid van pratende mannen en het geronk van een stilstaande auto. Er was een kleine opening in de borstwering. Ik kroop er heen en vandaar had ik eenigszins ge zicht op den hof. Ik zag gestalten naar bui ten komen: een bediende met verbonden hoofd en toen een jongeman in plus fours. (Wordt vervolgd) I 1 I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 11