De zoutindustrie in Twente Spanje herdenkt het einde van den burgeroorlog Sympathieën gaan twee kanten uit ZIJN ER ZOO MEER? Franco in hei schip der neutraliteit M ZOUT WORDT PEKEL EN PEKEL WEER ZOUT Buitenlandsch Overzicht Juist im be mo zujaoe urem DONDERDAG 28 MAART 1940 Ook Griekenland werkt aan zijn defensie Een Metaxas-linie UXflI Jaarvergadering van R.K. Hotelpersoneel Treilers naar zee vertrokken PRESIDENT HOOGE RAAD WORDT NIET VERVOLGD DISTRIBUTIEGIDS De bodem bevat een Voorraad, die voor duizenden jaren voldoende is Het ongeval te Hoogland Laatste Militieplichtigen-retraite vóór September «I Utrecht middelpunt van de Vierdaagsche Vooraf een stertocht naar de Domstad De roof-overval te Monster Hoofddader legt bekentenis at Land wordt verkocht Merapi stoot lava uit Men herinnert zich de opzienba rende vlucht van den Duitschen groot-industrieel Fritz Thyssen Uit het Derde Rijk naar Zwitserland. Deze vlucht maakte te meer indruk, daar Thyssen, ofschoon katholiek, be hoorde tot de belangrijkste industrie magnaten, die het Hitler-régime steun den en schijnbaar vrijwillig, louter op grond van een veranderd inzicht, met achterlating van een groot deel van zijn enorme bezittingen, de wijk nam. Men had hier nu eens niet te doen met een achtervolgden en opge- jaagden Jood of met een ideologischen Vijand van het nationaal-socialisme, maar met een der economisch en finan cieel machtigste coryphaeën van het Derde Rijk, wien het eenvoudig te bar Werd, zoodat hij liever heel zijn levens- Werk met alles wat hij bereikt had in den steek liet, dan nog langer in het Nazi-paradijs te blijven. Het is natuur lijk mogelijk, dat de van hooger hand geforceerde machtspositie van de Her- mann-Goering-Werke dezen groot-in dustrieel meer dan dwars heeft gezeten en dat hij zich in het buitenland vol doende financieel gedekt had om Duitschland zonder bestaansrisico's den rug te kunnen toekeeren. Zeker echter is, dat Thyssen, om welke reden dan ook, part noch deel meer wenschte te hebben aan zijns inziens niet meer te verant woorden verantwoordelijkheden. Hoe Weinig er omtrent de motieven van Fritz Thyssen's vlucht uit het Derde Rijk ook met zekerheid valt te zeggen, er kan geen twijfel bestaan over het licht, waarin hij zelf wenscht, dat men zijn geste zal zien. Het Duitsche repu- blikeinsche orgaan „Argentinisches Ta- geblatt" publiceert een brief van Thys sen, waaruit Havas het volgende ver taalde: „Hitier miskent alle objectieve en sub jectieve waarheden. Met ons waren alle militaire leiders overtuigd, dat een nieu we oorlog tege.n de geallieerden van 1914 een misdaad en een dwaasheid zou zijn. Geen enkel gevaar bedreigde het rijk. Er is geen woord waar van al hetgeen Hitier ons wil doen gelooven. Alle leu gens over Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Polen, Frankrijk, Groot-Brittannië en de Vereenigde Staten hebben dezelfde Waarde als die, welke hij uitspreekt over de rechtvaardigheid van den oorlog, de Waarde van zijn bondgenootschap met Stalin en zijn liefde voor Mussolini. Wij wenschen geen dictatuur meer, hoch van een partij, noch van het leger, hoch van één enkelen man, noch van de geüniformeerde jeugd. Kracht mag öiet de vreugde vervangen. Nimmer meer pogroms, noch concen tratiekampen, noch kwellingen, geen professoren meer, die met elke misdaad tegen den Europeeschen geest en de christelijke beschaving instemmen en vooral nimmer meer eèn bondgenoot- Schap met het bolsjewisme. Wij willen daartegenover een federa tief Duitschland, ingericht als Zwitser land, wij willen de ontwapening van Europa, zonder gedachte aan wraak of overwinning." "Na te hebben verklaard, dat zijn ver trouwen in de legerleiding dood is en dat de aanval op Finland een eeuwigen haat jegens den Russischen bondgenoot heeft verwekt, besluit Thyssen zijn ver klaring met de woorden: De twee par tijen bezitten gelijke technische hulp middelen, maar de grondstoffenvoorzie- hing is niet gelijk. Duitschland verliest dus den oorlog. Thyssen noodigt de arbeiders uit zich te vereenigen tegen Hitier, den vijand van Duitschland, ten einde den onder gang van dat land te voorkomen." Nu kan men deze aan duidelijkheid niets te wenschen overlatende verklaring van den Duitschen groot-industrieel terzijde trachten te schuiven als een onbetrouwbaar ten dentieuze vertaling van een schrijven, waarvan de authenticiteit in twijfel mag worden getrokken, maar dan zit men met de onoverkomelijke moeilijk heid, dat Thyssen zelf deze in de wereld pers circuleerende uitlatingen niet heeft gedementeerd. Een man, die den moed heeft om door een opzienbarende daad met het Derde Rijk te breken, waarin hij zoo'n glorieuze en vooraanstaande positie innam, moet men ook den moed toeschrijven om eventueel ongewenscht misbruik, dat men van die daad zou trachten te maken, openlijk tegen te gaan, en dit te meer, daar het hier een Duitscher geldt, voor wien „Deutschland liber alles in der Welt'' gaat gelijk het Duitsche volkslied den Duitschers vóór- zingt. Er zijn er niet veel, die hebben gedaan, wat Fritz Thyssen heeft gedaan, maar hoevelen zijn er in het Derde Rijk, die denken als Thyssen denkt, al doen Zij niet gelijk hij? Deze vraag, waarop de Geallieerden tevergeefs een daverend antwoord hoopten te ontvangen, moet echter althans voorioopig onbeantwoord blijven, maar het is wel merkwaardig, dat van Duitsche nationaal-socialisti- sche zijde over het geval Thyssen in alle talen der wereld wordt gezwegen. ATHENE, 28 Maart (Havas). De bladen Publiceeren bijzonderheden over het door de r«geering-Metaxas verrichte werk voor de re organisatie van het leger en de verzekering van de landsverdediging. Sedert het dienstjaar l936-'37 is in l\et geheel voor 6.616 millioen aan buitengewone credieten verstrekt voor de her bewapening. Sinds den zomer van 1936 is gewerkt aan een permanente verdedigingslinie, de „Me taxas-linie", welke 3000 permanente werken van gewapend beton omvat. Vóór Augustus 1936 had Griekenland slechts vier stuks luchtdoelgeschut, thans heeft het er 20G. Het aantal militaire vliegtuigen is' uitge breid. de kazerneering en de organisatie van bet leger zijn verbeterd. VERWEKT GEEN KRAM* Bij apothekers en drogisten In verpakkingen van *0, 30 en 60 tabletten. De Ned. R.K. bond van hotel-, café- en restau rantgeëmployeerden „St. Antonius" heeft te Nijmegen zijn jaarvergadering gehouden. In zijn openingsrede hield de voorzitter o.m. een pleidooi voor de Nieuwe Gemeenschap. In katholiek verband kan 'n goede samenwer king tot stand gebracht worden tusschen de in de Alg. Kath. Werkgeversver. georganiseerde groot werkgevers, de werkgevers, georganiseerd in „St. Jozef", den R.K. Middenstand en het Ver bond. Uit deze samenwerking moge voortvloeien, dat de arbeidsvoorwaarden naar behooren gere geld worden, evenals de rechtspositie, en de loonen, aldus spr. De naleving van een 10-urige nachtrust moge ophouden een strijdpunt te zijn; het fooienstelsel, 't loonstelsel en het vraagstuk vrouwenarbeid, waarover Mgr. Frencken zal spreken, dienen geregeld. Daarna werden de verschillende voorstellen besproken. Ook vanochtend had men nog niets naders over de ramp van de „Protinus'' vernomen, zoo dat men niet weet, wie de vier slachtoffers zijn. Vandaag zijn weer twtee treilers naar zee ver trokken, namelijk de „Dolfijn" IJm. 103 en de „Bruinvisch" IJm. 97. Er liggen nog eenige boo ten gereed om vandaag naar zee te gaan. Namens ir. A. A. Mussert heeft onlangs mi. A. J. van Vessem bij den Officier van Justitie te 's-Gravenhage een klacht wegens laster in gediend tegen mr. L. E. Visser, president van den Hoogen Raad der Nederlanden en vier an dere heeren, te zamen vormende het comité voor bijzondere Joodsche belangen, op grond, dat deze heeren in een door hen uitgegeven en met hun onderteekening verschenen geschrift aan den leider der N.S.B. ten laste hebben ge legd, dat hij van de Duitsche regeering geld zou hebben aangenomen tot het propageeren van anti-semitisme in Nederland. Naar wij thans vernemen, zal naar aanlei ding van deze klacht geen vervolging worden ingesteld. Sedert het uitbreken van den oorlóg zijn ei ten onzent maatregelen getroffen, die ten doei hebben distributie van verschillende goederen te regelen. Dat is gaandeweg een overstelpend? bundel voorschriften geworden, waarin het moeilijk is den weg te vinden, met deze on prettige zijde, dat men door onwetendheid over tredingen kan begaan, met al de onprettige ge volgen van dien. Daarom was het een uitstekende gedachte van het uitgeversbureau J. H. van Lonkhuizen te Zeist, in deze uitgebreide materie eenige overzichtelijkheid te scheppen voor al degenen, die er mee in aanraking komen. Zoo verscheer, het tijdschrift „De Distributie", waarvan een nieuwe aflevering verschijnt, zoodra belangrij ke aanvullingen van reeds bestaande Of nieu we beschikkingen worden uitgegeven. In de nieuwe aflevering wordt ook weer de geheele inhoud van de voorgaande opgenomen, zoodat iedere aflevering telkens geheel compleet is. Op deze wijze werd de zevende aflevering, die thans het licht zag, een handige gids in den doolhof van de vele bepalingen van de distributiebe schikkingen. De tekstwijzigingen in verschillen de wetten werden direct in den oorspronkelij- ken tekst verwerkt, waardoor de raadpleging van de momenteel geldende bepalingen veel eenvoudiger is geworden. In de praktijk is reeds overduidelijk geble ken, dat deze uitgave zoowel voor de bestuurs organen als voor de ondernemingen in een be hoefte voorziet. iÊÊÊÈÊMmemÉ Zoutpan in de fabriek te Boekelo Het moet wel een eigenaardige gewaar wording zijn, als men een paar honderd kilometer van de zeekust verwijderd bij het slaan van een pomp zout water naar boven haalt. Het moet zoo ongeveer dezelfde sen satie geven als wanneer men ergens mid den op zee zou ontdekken, dat zich daar een gebied van zoet water zou bevinden. Dit laatste heeft men echter nog nooit gevon den, terwijl het geval van het zoute water in het binnenland zich heeft afgespeeld in 1885, toen men op het landgoed Twickel bij Delden bezig was met het slaan van een pomp. Men ontdekte, dat het water uit den bodem, althans op bepaalde diepten, zout was en deze vondst is de aanleiding gewor den, dat in Twente, in Boekeloo en Hen- geloo, een industrie is ontstaan, die eenig is in ons vaderland. Er gingen echter nog heel wat jaren over heen voor deze industrie tot stand kwam, want het duurde tot 1918, het laatste jaar van den wereldoorlog, voor men ertoe overging de ge vonden zoutlagen te exploiteeren. Juist door den oorlog werd de aanvoer van zout uit net buitenland vaak gestagneerd en het vinden van zout in eigen land gaf een oplossing, waardoor men in de behoeften zou kunnen voorzien. De zoutlagen, die in dat jaar in exploitatie werden genomen, waren niet dezelfde als die, welke men in 1885 had gevonden. Bij nader onderzoek van deze eerste vondst bleek immers, dat het zout niet meer in den bodem aanwezig was, doch waarschijnlijk was opgelost in het grondwater en op die manier reeds voor het grootste gedeelte verdwenen was. In 1903 kwam de wet op de opsporing van delfstoffen tot stand, waarbij werd bepaald, dat deze opspo ring alleen door of vanwege den Staat zou mo gen geschieden. De boringen in Twente werden voortgezet onder toezicht van den Staat. In 1909 boorde men zoutlagen aan te Winterswijk en in 1911 te Boekeloo. De exploitatie van laatst genoemde lagen begon in 1918 door de inmid dels opgerichte Koninklijke Nederlandsche Zoutindustrie, die eerst een fabriek oprichtte in Boekeloo en later in 1929 in Hengeloo. Hier worden de geweldige hoeveelheden zout verwerkt, die uit den bodem komen en die in de toekomst nog uit den bodem zul len komen, want deze industrie heeft een concessie, die zich uitstrekt over 5000 ha, die een verbijsterenden rijkdom aan zout be vatten. Met de voorraden die hier in den grond zitten zou men immers gedurende onèeveer honderd jaren het gansche wereld- verbruik kunnen dekken, welk verbruik 25 millioen ton per jaar bedTaagt. Het jaar- lijksch verbruik van Nederland bedraagt 180.000 ton, zoodat in onzen vaderlandschen bodem nog voor bijna 14.000 jaar zout aan wezig is voor eigen gebruik. Het zit echter vrij diep in den grond verbor gen en wel ongeveer 325 meter. Bij het boren stiet men hier op een zoutlaag, welke bij elkaar zoowat 60 tot 70 meter dik is. Het ophalen van het zout geschiedt op een zeer vernuftige ma nier. Als het boorgat den onderkant van de laag bereikt heeft, wordt in het gat een stalen buis gedreven tot aan den bovenkant van de laag om instorten te voorkomen. Binnen in deze buis wordt een kleinere pijp gehangen, die reikt tot de onderzijde van de zoutlaag. Door de buitenste buis perst men nu onder vrij hoo gen druk water naar beneden, dat in aanra king komt met het steenzout. Het zout lost op en men krijgt een verzadigde pekel. Doordat men steeds water naar beneden blijft persen, wordt de verzadigde oplossing door de binnen ste buis naar boven gedreven en verzameld in groote tanks. De bewerking en zuivering van het ruwe materiaal zou nu kunnen beginnen, als niet eerst de ambtenaren van vadertje Staat, dat alle gelegenheden tot het heffen van be lasting met zorg en energie uitbuit, hun plicht zouden moeten vervullen. Ze nemen een monster van de pekel, bepalen het zoutgehalte en aan de hand van deze bepaling moet door den fa brikant de accijns op het zout worden voldaan. Dan pas kan men ayanvangen met de zuivering, een proces, dat zich afspeelt in de groote fa briek, waar het zout een weg volgt langs groote en ingewikkelde installaties, door kookketels en door droogtrommels, door pijpleidingen en langs loopende banden tot het eindelijk terecht komt in de groote silo, vanwaar het per schip en per trein verzonden wordt naar de ge bruikers. Allereerst wordt de pekel gezuiverd. Zij komt in een installatie, waar zij wordt geleid door ramen, mét doek bespannen en gevuld met kalk, op dezelfde wijze als men in de suikerfabrie ken de vloeistof eerst door ramen leidt, welke gevuld zijn met actieve kool. Alles, wat er tot nu toe met het zout gebeurd is, heeft zich afge speeld buiten de eigenlijke fabriek. De boor torens staan verspreid over het land; mooi zijn ze niet, maar met hun ruwe en primitieve hou ten omhulsel geven ze aan het landschap een eigenaardige sfeer. De tanks waarin de pekel be waard wordt staan in een apart gebouw en eerst na de zuivering met kalk komt deze in de fabriek terecht, waar het zout wordt inge dampt. Dit indampen kan geschieden op twee wijzen. In Boekeloo worden daarvoor groote ijzeren pannen gebruikt, van boven afgedekt met hou ten luiken. De bodem van de bakken wordt ver hit, het water verdampt en het uitgekristalli seerde zout zakt naar den bodem. Een zieder staat met een langen „aanhaler" een soort schop het zout naar zich toe te halen, waar na hij het met een geperforeerde schop uit het water haalt. Hij legt het op de houten luiken, waar het ongeveer acht uren blijft liggen om uit te lekken en te drogen. Van deze luiken gaat het naar de groote silo's, waar het minstens nog drie weken moet blijven, voor het gereed is voor de verzending. In de fabriek in Hengeloo, die pas een jaar of tien oud is en die dus is voor zien van de allernieuwste en allermodernst*: inrichtingen, geschiedt het indampen in de va- cuumlichamen, waardoor het zgn. vacuumzout verkregen wordt. Deze methode is veel econo mischer, want terwijl bij de pannen de voor het indampen gebruikte warmte in den schoorsteen verdwijnt, wordt deze bij de vacuummethode nog tweemaal aangewend. Het is bekend uit de natuurkunde, dat een vloeistof eerder kookt naar mate de druk geringer is. Van deze eigen schap wordt gebruik gemaakt door een batterij van drie vacuumlichamen achter elkaar tc plaatsen, drie groote ketels, die een inhoud hebben van 60, 70 en 100 kubieke meters. In den eersten ketel kookt de pekel bij atmo- sferischen druk en bij een temperatuur van 108 graden. De waterdamp, die in dezen eersten ke tel ontstaat, wordt naar den tweeden geleid, waai de druk op de pekel geringer is en waar deze vloeistof dus gaat koken bij een lagere tempe ratuur. De waterdamp van den eersten ketel le vert de warmte voor den tweeden, en de water damp die hier weer vrij komt moet dienen om den derden ketel aan het koken te brengen, waar de druk nog geringer is dan in den tweeden. Niet alleen is deze methode economischer dan die in Boekeloo, omdat de warmte beter wordt be nut, maar ook de kwaliteit van het zout, dat men op deze wijze verkrijgt, is aanzienlijk beter dan die van het pannenzout. Men verkrijgt hiel de uiterst fijne zoutkristalletjes, die in dit fa brieksgebouw alles bedekken als een zuiver wit te poedersneeuw, en die alles doen glinsteren door de weerkaatsing van het licht. De kristallen van het vacuumzout hebben een zuiveren ku busvorm, terwijl het pannenzout bestaat uit on gelijkmatige scherpe kristallen. Van deze vacuumketels komt het zout in een centrifuge, waarvan de wand voorzien is van uiterst fijne gaatjes. Door deze gaatjes wordt de pekel weggeslingerd, terwijl het zout, dat dan nog ongeveer drie percent vocht bevat, zich af zet tegen den wand. Hierna gaat bet naar een roteerende trommel, waar het met warme lucht gedroogd wordt. Het wordt getransporteerd naar de zeverij, waar een zeefmachine het zout uit zeeft naar gelang van de grootte der kristallen en het is nu gereed voor het gebruik Een deel van het zout echter wordt verwerkt in de chemische fabriek, waar een groote bat terij cellen staat opgesteld, platte bakken, waar in electroden steken. Deze bakken zijn gevuld met pekel. Aan de negatieve pool ontstaat na tronloog. waarvan een gedeelte wordt verwerkt tot caustic soda. een ander gedeelte met chloor wordt, omgezet in bleekloog, welk product de basis vormt voor de bereiding van bleekwater. Daarnaast worden nog een aantal andere che mische producten vervaardigd, welke in tal var, industrieën toepassing vinden. Hoewel de che mische afdeeling niet zulk een overweldigenden indruk maakt als de eigenlijke ziederij met haar meer dan vijftien meter hooge hal, waarin de twee batterijen vacuumlichamen staan opge steld, is zij toch van zeer groot belang en vormt zij een zeer voornaam onderdeel van de Zout industrie, welke in den vrij korten tijd van haar bestaan is uitgegroeid tot een van de groote in dustrieën van Nederland. Betreffende het ongeluk te Hoogland, waar bij een 72-jarige smid is doodgeschoten, valt nog te melden, dat behalve pastoor De Jong en dokter Verbeek, ook spoedig ter plaatse waren de burgemeester van Hoogland, de heer L. Grippeling en een officier van gezondheid. In den loop van den dag stelde het parket uit Utrecht ter plaatse een onderzoek in. Het lijk van het, slachtoffer heeft dc politie in be- siag genomen; het is voor sectie naar Utrecht overgebracht. Van Maandag 1 April tot Donderdag 4 April zal in het Retraitehuis „Loyola" te Vught een dienstplichtigen-retraite worden gehouden, de laatste vóór September. De Majoor-Aalmoeze nier zal een conferentie geven over 't soldaten leven en alles wat daar rechtstreeks mede samenhangt voor den jongeman als Katholiek Deze dienstplichtigen-retraite is de laatste der serie van 9 militieplichtigen-retraiten vóór 1 September 1940. Laten dus allen, die in de maanden April, Mei, Juni, Juli en Augustus moeten opkomen, zich spoedig opgeven. Op gave tot Maandag 1 April s middags 12 uur. Adres: Directie „Loyola", Vught (N.-B.). De verjaardag van Madrids overgave aan Franco's troepen, die vandaag op het Iberisch schiereiland gevierd wordt, is een her denking, die doet verlangen naar een equiva lent voor geheel Europa, in zooverre als zij eigenlijk het einde beteekende van den Moedi gen Spaanschen burgerkrijg. Hebben de Span jaarden voor zich thans den oorlog veilig ach ter den rug, Europa, althans een zeer aanzien lijk deel ervan, bevindt er zich nog midden in, moet er zelfs de volste zwharte nog van voelen, en is misschien gedoemd om er nog langen tijd onder gebukt te gaan. Zooals in 1914 het geval was, heeft de Spaan- sche regeering ook thans bij het uitbreken van den strijd haar standpunt bepaaid door het af leggen van een neutraliteitsverklaring,hetgeen ditmaal dan zijn beslag kreeg in een door Franco onderteekend decreet. En Spanje heeft twee heel klinkende redenen, vurig te wten- schen, dat het erin slagen zal zich zelf buiten den oorlog te houden. Op de eerste plaats valt er na twee en een half jaar van binnenland&che Generaal Franco, de overwinnaar in den Spaanschen burgeroorlog oorlogvoering en revolutionnair bewind zoo eindeloos veel weer op te bouwen in alle be- teekenissen van het woord dat het voor het land zaak is, op dien arbeid zijn geheele aan dacht en al zijn inspanning te concentreeren. Op de tweede plaats zijn ook zonder die over weging bevolking en regeering de meening toe gedaan, dat in den binnenland,schen krijg Spanje reeds meer dan genoeg heeft geofferd. Spanje heeft van den aanvang af den wensch te kennen gegeven, dat door het tijdig sluiten van een verstandigen vrede Europa de onbe perkte ontketening van de totalitaire oorlogs woede alsnog bespaard zou mogen worden. Door dezen wensch heeft het zijn buitenlandsche politiek laten inspireeren, en daarom de diverse pogingen tot sluiten van een vrede, die door Rome, het Vaticaan, de Koningin van Neder land en den Koning van België werden onder nomen, krachtig ondersteund. De Spaansche vredeswensch is ontegenzeggelijk ingegeven door een oprecht gevoel van menschelijkheid en Europeesch solidariteitsbesef. De officieele re- geeringspolitiek vertolkt op dit punt beslist het volksgevoelen. Daarbij komt, dat de oorlogvoe ring der anderen den Spaanschen wederopbouw aanzienlijke moeilijkheden in den weg legt Want hoe autarkisch men zijn nationale eco nomie ook in elkaar wil zetten, van althans eenig ruilverkeer kan men heel bezwaarlijk ai- zien. De Europe•'Che oorlogvoering zal Spanje nu ongetwijfeld dwingen tot een extra-groote krachtsinspanning in de richting van economi sche zelfgenoegzaamheid, hetgeen voor het land, waar menige tak van industrie tot dus verre zoo goed als braak bleef liggen, niet enkel nadeel behoeft te beteekenen. Als onmiddellijk nadeel blijft slechts bestaan een zeer voelbaai tekort aan verbruiksartikelen en productiemid delen. Nog een reden, waarom het nieuwe Spanje niets liever zou zien, dan dat de drie strijdende Europeesche mogendheden tot een verstandigen vrede kwamen, op basis van o.a. een anti-bolsjewistisch pact, is, dat het in zulk een Europeesch krachtenevenwicht waarschijn lijk den betrouwbaarsten waarborg zou bezitten voor eigen duurzaamheid en ontwikkeling. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat de verstandhouding van Franco's Spanje met Frankrijk een nog al stormachtig karakter droeg. Momenteel zijn de betrekkingen behoor lijk op weg weer goed te worden, misschien zelfs weer vriendschappelijk. Wel zal het to talitaire Spaansche regiem zich zeker verplicht achten, ten aanzien van het democratische Frankrijk altijd een zekere officieele reserve aan den dag te blijven leggen, maar er is toch ook een toenadering te bespeuren, hetgeen o.a. mag blijken uit de recente toekenning van het Spaansche Grootkruis van Militaire Verdien ste aan den Franschen generaal Jouait, die in 1936 militair attaché was van de Fransche ambassade te Madrid en Mj de rooden gevan gen heeft gezeten. De polniek, welke Daladier en Bonnet vorig jaar Februari hebben ingeleid met de benoeming van maarschalk Pétain tot ambassadeur te Madrid heeft in Spanje ten slotte weerklank gevonden en vrucht gedragen voor de beide betrokkenen. Het heeft pchter eenigen tijd geduurd, en veel tact en vaardig heid gevergd, alvorens de oude Pétain zijn moeiten beloond zag met een openlijk en dui delijk niotitienemen van zijn aanwezigheid en zijn werk. Kleine feitjes, zooals bijvoorbeeld de publicatie in de pers van zijn foto met het onderschrift: „een man van eer", geven de veranderde stemming even wc j duidelijk weer. Wanneer men van de Spaansche anti- en sympathieën ten opzichte van de oorlogvoeren den een balans wil gaan opmaken is het toch eigenlijk maar een heel bescheiden saldo dat ten gunste van Duitschland overblijft, en dat voornamelijk wordt verkregen door min of meer schampere uitlatingen ten aanzien van de Britsche oorlogspolitiek. Van een werkelijk, openlijk partijkiezen voor Frankrijk en Enge land aan den eenen of Duitschland aan den anderen kant is geen sprake. In den oorlog van 19141918 was Spanje ook neutraal wat toen echter niet belette, dat de Spanjaarden, voor zoover politiek en wereld gebeuren hen interesseerden, verdeeld waren in twee elkaar hevig bestrijdende kampen, de partijgangers van de Centraien en de partij gangers van de Geallieerden. Het bleef echter lang niet altijd bij een woordenstrijd. Deze sloeg vaak over in een min of meer bloedig handgemeen, zoodat in Madrid het volgende versje circuleerde. „Bent U germanophiel en U francophiel dan roep ik Theodophiel want die verkoopt hydpophiel (bloedstelpen de watten). ■PflMyHATALe. "20(50 UJOQBEri MEnSCUEM ZICH BElüUSl VAJT BEHOEFTE ASn vECTQCUUEn OWOPGOOS BEStEl BEQUM* WH A ER E£h HULP VAN HXCE OIE uer.l-fcXfiyeET EM.uiêAtTcH" DIE UEIZTOoUihOl (JJEET TE iCH&rtKÊrf cCMüT WET WIT-<jE£L KRUIS OSABoef De besprekingen voor de organisatie van een wandelsportevenement ter vervanging van de „Vierdaagsche" worden door de Nederlandsche Wandelsportfederatie met kracht voortgezet. De voorzitter van de N.W.F., de heer K. H. Broekhoff, deelde ons mede, dat men op de volledige medewerking van het gemeentebestuur van Utrecht kan rekenen. De bedoeling is, dat er een centrale commissie wordt samengesteld, die belast zal zijn met de algemëene leiding. Daarnaast komt er natuurlijk ook een werk- commissie, die zich meer met de technische uitwerking van de plannen zal bezighouden Omtrent de wegen is in beginsel reeds mede werking toegezegd van de zijde der militaire autoriteiten. Omtrent den vorm van het sportgebeuren vernemen wij, dat het de bedoeling is een normale „Vierdaagsche" te organiseeren en wel op Dinsdag 23, Woensdag 24, Donder dag 25 en Vrijdag 26 Juli a.s. met Utrecht als middelpunt. Verder wil de N.W.F. in samenwerking met den A.N.W.B. een ster- tocht naar Utrecht organiseeren, welke dus aan de „Vierdaagsche" veoraf gaat. Ook in dezen oorlog gaan ongetwijfeld de sympathieën verschillende kanten uit, zij het minder fel dan voor 25 jaar. Wat echter niet belet dat de Spaansche regeering, beducht op eigen veiligheid, voorzichtig tusschen de klip pen door probeert te zeilen. De hoofddader van den roof-overval op de 75-jarige mej. v. d. Noll te Monster, die tot nu toe ontkende zich hieraan te hebben schul dig gemaakt, heeft thans een bekentenis afge legd tegenover den chef der politie te Mon ster, den heer Van Bemmel. Hierbij is gebleken, dat H. aanvankelijk geen plan had tot den overval. Hij had den bewus- ten dag samen met den eveneens gearresteer den B. een tandem gehuurd, waarna hij eerst naar Leiden was gegaan om familie van zijn meisje te bezoeken. Daarna reed het tweetal naar Monster, waar zij eenigen tijd verbleven. Toen opperde H. het plan een overval op de bejaarde vrouw te plegen, van wie hij dacht, dat zij veel geld in huis had B. weigerde echter beslist hieraan deel te nemen, en daar H. bij zijn plan bleef, ging B. alleen met de tandem terug naar Den Haag. Deze verklaring klopt met het feit, dat enkele personen B. des avonds laat in de richting van de residentie hebben zien rijden. J. H. is vervolgens naar de woning van de bejaarde vrouw gegaan, waar zich het drama heeft afgespeeld. Na zijn terugkeer in de Residentie heeft H. aan zijn meisje en aan B. een deel van het geroofde geld gegeven, van welker herkomst beide personen op de hoogte waren. De Monstersche politie, en in het bijzonder de chef en veldwachter Witteman, hebben met de arrestatie van het drietal goed en snel werk geleverd, dat nu na de bekentenis van H. vol komen gereed is gekomen. Dat H. op zeer brutale en ook rustige wijze te werk is gegaan, blijkt wel uit het feit, dat hij voor zijn daad eerst in de keuken ran de woning van mej. v. d. Noll een bord havermout en een restje aardappelen met postelein ver orberde, alvorens den overval te plegen. Overigens blijkt H. tot het gilde van honge rige inbrekers te behooren, want ook bij reeds vroeger gepleegde inbraken was het zijn ge woonte in de betreffende woningen te eten al vorens met zijn „werk" te beginnen! Dat deze hebbelijkheid aan de politie dadelijk reeds eenig spoor van den dader gaf, laat zich begrijpen. BATAVIA, 28 Maart (Aneta). Het hoogge rechtshof van Ned.-Indië gaf heden de eind beschikking op het verzoek tot openbaren ver koop van de landen Tjampea c.a. Het hof beval over te gaan tot openbaren verkoop ter fine van scheiding en verdeeling ten overstaan van een Vendu-kantoor te Batavia en gelastte, dat deze verkoop zal ge schieden in de tweede helft van Juni. De door mr. P. R. Feith vertegenwoordigde Mij. tot ex ploitatie van onroerende goederen „Tjampea" is gemachtigd, dezen openbaren verkoop te houden. Deze verkoop zal geschieden 22 Juni. Zooals bekend heeft de Javasche Particuliere Landerijen Mij. een minimum-bod gegaran deerd van f 4.096.400. DJOKJAKARTA, 28 Maart (Aneta) Het dagblad „Mataram" meldt omtrent de jongste activiteit van den Merapi nog het volgende: De nieuwe lavadom is sedert 28 Februari van 30 tot 54 meter hoogte gestegen en kwam 16 Maart boven den kraterrand. In verband hier mede worden binnenkort uitstortingen van lava verwacht in de richting van Kalisenowo, Blong- keng en Lamat. Alle voorzorgsmaatregelen zijn genomen. Intusschen stijgt de lavadom nog steeds, het geen gepaard gaat met een zeer sterke ontwik keling van damp en rook. Gistermorgen kon van Djokja uit een geweldige rookkolom worden ge zien, welke zich loodrecht boven den krater verhief. De waarnemingsposten hebben het uitstooten van gloeiende lava waargenomen, die tot dusver steeds weer in den krater terugviel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 9