UIT DEN OMTREK DE GEBROEDERS „GOOCHEM" 't Weerzien tusschen Dré III en zijn familie moeheid en slapte, zenuwachtigheid en overspanning: Gemeenteraad van Zandvoort verdubbelt Uw energie! „Ge spaart oe eigen niege spaart oe concurrenten nie: Winnen, winnend VRIJDAG 29 MAART 1940 Verbetering Zeeweg, schuilloop- graven bij scholen en straatverlichting Schuilloopgraven AERDENHOUT 11 BEVERWIJK SLOTWOORD VAN DE TENTOONSTELLING Er is een roep van uitgegaan HILLEGOM BLOEMENDAAL IJMUIDEN TREILERS KIEZEN WEER ZEE BENNEBROEK Donderdagmiddag kwam de raad der ge meente Zandvoort ten Raadhuize in openbare zitting bijeen onder voorzitterschap van burge meester H. van Alphen. De directie van het P.E.N. had bericht, dat het tarief voor de straatverlichting bij besluit van Gedeputeerde Staten met ingang van 1 Januari 1940 wordt verlaagd. Aan den raad werd voorgesteld den burgemeester te machti gen een nieuwe overeenkomst aan te gaan. De heer ELFTERS (Gemeentebelang) vroeg of het niet mogelijk is om nu van deze ge legenheid gebruik te maken om eveneens ver laging te verkrijgen van het tarief voor de extra seizoenverlichting. Voorts vroeg de heer Elffers of het niet zaak is, dat de Zandvoort- schelaan zoo spoedig mogelijk van een andere en betere verlichting voorzien wordt. Het is een ouderwetsche toestand van „paaltjes en draadjes", die dwars over den weg gespannen tijn. Waarom zou de gemeente Zandvoort de kos ten van kabeleering moeten dragen? In de Beemster en vele andere plattelandsgemeenten komt men geen paal meer tegen, alles is daar door het P.E.N. gekabeleerd. Hct__wordt volgens spr. hoog tijd, dat de raad zijn stem hiertegen Verheft. De heer MOLENAAR (Eigen lijst) zag niet alleen gaarne een betere verlichting van de Zandvoortschelaan doch meende dat ook en kele wegen van het circuit dringend verlich ting behoeven. Het is daar des avonds zeer ge vaarlijk. De heer BOLWIDT (Gemeentebelang) heeft bij de des avonds op den Noord Boulevard ge houden harddraverijen een keurige verlichting- gezien. die spr. gaarne het geheele jaar zoo zou willen. Er ging iets fleurigs van uit. Een moderne badplaats dient in de eerste plaats aandacht te schenken aan goede en doelmatige verlichting. Een bespreking met het P.E.N. daaromtrent zou zeker aanbevelenswaardig zijn. De VOORZITTER geeft gaarne toe, dat de verlichting van de Zandvoortschelaan niet in overeenstemming is met de eischen welke het moderne verkeer daaraan stelt. Momenteel is men in Bloemendaal bezig met de verbree ding en verbetering van de Zandvoortschelaan. Wellicht zal men daar overgaan tot aanschaf- fing van natriumverlichting. In verband hier mede dient dus nog even een afwachtende hou ding te worden aangenomen. Deze zaak heeft de volle aandacht van het college van B. en W. en met het P.E.N. zullen de noodige be sprekingen worden gehouden, zegt spr. toe. Het voorstel werd aangenomen. Tot tweeden ambtenaar van den Burger lijken Stand werd benoemd de heer W. B. Wil mink, klerk ter secretarie. Een crediet werd gevraagd van f6000 voor het maken van 29 schuilloopgraven bij de plaatselijke scholen. De heer ELFFERS vraagt zich af of het wel noodig is om tot dezen maatregel over te gaan. Men heeft de duinen in de onmiddellijke om geving en derhalve kan spr. zich niet met het voorstel vereenigen. De heer BOLWIDT zegt, dat hij zonder het advies van een deskundige niet voetstoots zijn stem aan dit voorstel kan geven. Wie is feite lijk de deskundige, dien B. en W. hebben ge raadpleegd? informeert spr. Is deze voldoende bekend met het luchtgevaar en is deze vol doende met de uitwerking van een bombarde ment op de hoogte? (Hilariteit en geroep: „Dan adviseerde hij niet meer....!"). De heer Bolwidt was van meening, dat Indien inderdaad mocht blijken, dat deze schuil loopgraven noodig zijn, een bedrag dat twee maal zoo hoog was gaarne zijn steun zou ver krijgen. Ook al moesten er schuilplaatsen van beton gebouwd worden. De heer KUIPERS (lijst Molenaar) vond het eigenaardig, dat men bij deze loopgraven ge bruik wil maken van boonenstroo, hetgeen vol gens spr. vrijwel voor dit doel ongeschikt is. Boonenstroo neemt zeer snel in kwaliteit af en verpulvert spoedig. Er is volgens spr. toch zand genoeg in de badplaats. De heer MOLENAAR kon zich niet met dit voorstel vereenigen, omdat hij er het nut niet van inziet en zal zijn stem er niet aan geven. De VOORZITTER zegt dat hij er ook niet bepaald voor is om in Zandvoort althans over te gaan tot het bouwen van schuilloopgraven. Het is niet te verwachten, dat Zandvoort het mikpunt zal worden voor een bombardement; hoofdzakelijk zullen het toevaltreffers zijn. Derhalve is Zandvoort ingedeeld bij de derde gevarenklasse, waarmede natuurlijk niet wordt gezegd, dat zulks veel beteekenis heeft. Doch om althans verantwoord te zijn ten opzichte van de scholen komt het college met dit voor stel. Op een vraag van den heer JOUSTRA (C.H.) of er dan geen zand voldoende is voor de loop graven antwoordt de Voorzitter, dat hier stroo gebruikt wordt om het instorten van het zand in de loopgraven tegen te gaan. Wethouder VAN DER MOOLEN (S.D.A.P.) merkt op, dat de Regeering een boekje heeft uitgegeven, waarin wordt aanbevolen om bij de scholen loopgraven aan te leggen. Spr. verde digt met klem het voorstel omdat het nuttig heidseffect z.i. zeer groot is. De heer KEMP (Algemeen Zandvoortsch FVo- lang) vraagt of de kindertehuizen ook voor deze loopgraven in aanmerking komen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat zulks niet tot de taak der gemeente behoort. De VOORZITTER zegt den raad toe, dat al vorens over te gaan tot het bouwen der schuil loopgraven het college zich eerst in verbinding zal stellen met de Ned. Ver. voor Luchtbescher ming en eventueel Binnenlandsche Zaken. Hierna werd het voorstel aangenomen (de heer Joustra tegen). B. en W. stelden voor het perceel Badhuis plein 9 te verhuren aan den heer L. van St.er- kenburg, alhier, voor f 350 per jaar. Aldus be sloten. Verbetering Zeeweg B. en W. stelden den raad voor over te gaan tot het verbeteren en verbroeden van den Zee weg. Dit werk zal geschieden in werkverschaf fing. De heer MOLENAAR zegt, dat hij gaarne had gezien, dat men voor de uitvoering van dit werk een vroeger tijdstip had gekozen. Nu zit men straks in het voorseizoen nog met een opgebroken toegangsweg naar Zandvoort. Waar om niet reeds op 1 October met dit werk be gonnen? Wethouder SLEGERS (R.K.) is het met den heer Molenaar eens, maar de vorstperiode is hiervan de schuld. Inderdaad zou het werk veel vroeger aangevangen' zijn. Juist gisteren had spr. vernomen, dat het voor de Heidemaat schappij zeer bezwaarlijk was om het voorbe reidende werk nog intijds klaar te hebben. Na der zal worden overlegd of op andere wijze het werk toch nog voortgang kan hebben, doch in afwachting daarvan zal nu reeds begonnen worden de slechtste gedeelten van het wegdek te herstellen. Een prae-advies van B. en W. op een voor stel van de organisaties van de kapperspatroons inzake toepassing van de Winkelsluitingswet werd verworpen. Voorstel tot vaststelling van de kosten van het vakonderwijs in 1939; voorstel tot het ver- leenen van een voorschot aan de besturen van de bijzondere scholen voor de kosten van in standhouding in 104P; .voorstel tot, aankopp van een strookje grond gelegen aan den Boulevard Paulus Loot; voorstel tot het verleenen van een crediet voor de voorbereiding der huisves ting der van elders af te voeren burgerbevol king; voorstel tot het invoeren van week abonnementen bij het „Zuiderbad"; voorstel be treffende de verpachting van standplaatsen voor een ijskar en na ampele discussie een voorstel betreffende den concierge van de oude bewaarschool. De raad ging over in besloten zitting. Diefstal van brandstoffen Donderdagmid dag werden door de politie op de Nicolaas Beetslaan, te Aerdenhout, twee jongens aange houden; de 12 jarige S. en de 14 jarige T., uit Zij dreven steeds in dezelfde richting, doch nu met een ver bazende snelheid, daar de wind hoe langer hoe sterker werd. Zij vonden het na een paar uur lang niet meer zoo leuk als in het begin. Pit keek eens over den rand naar beneden en zag tot zijn grooten schrik niets dan water onder zich. „Zoo, 'k geloof dat we boven de zee zitten," zei hij angstig. Pat hield zich groot en beweerde: „Of we nou boven zee of boven land zitten, de lucht is hetzelfde. Maar ik voel regendruppels en er lijkt wel storm op te zetten, dat is veel erger." Haarlem, die een karretje bij zich hadden waar op een zak lag. Bij onderzoek bleek de inhoud te bestaan uit acht papieren zakken, die gevuld waren met anthraciet. Zij gaven op, dat zij oude couranten hadden opgehaald, maar bij onderzoek bleek, dat de politie twee jeugdige dieven te pakken had die de anthraciet bij een tijdelijk onbeheerd perceel hadden gestolen. Bij hun ver hoor bekenden zij, dat zij vroeger meerdere ma len kolen hadden weggehaald, waarbij nog een derde jongen aanwezig was geweest. Deze, de 13 jarige S., werd door de Bloemendaalsche recherche te Haarlem aangehouden. Na verhoor werden zij op vrije voeten gesteld. De anthraciet werd in beslag genomen en een proces-verbaal werd opgemaakt. Een feestelijke naklank van den in Februari gehouden tentoonstelling van bolbloemen was de uitreiking van de prijzen, welke gisteravond in de bovenzaal van het veilinggebouw der Ver- eenigde Veilingen geschiedde in tegenwoordig heid van talrijke inzenders en medewerkers met hun dames. De heer R. W. A, Nuyen, voorzitter van het tentoonstellingscomité, gevormd uit de organi- seerende vereenigingen: Bloemkweekersverceni- ging „Flora", de Tuinbouwstudieclub en de plaatselijke afdeeling van Bloembollencultuur, richtte na het gebruikelijke welkom, woorden van dank tot de schenkers van de talrijke waar devolle prijzen tot de inzenders, die zooveei aan het welslagen van de tentoonstelling hebben bijgedragen. Spr. herinnerde nog eens aan het succes van de expositie, die zoo volkomen aan haar doel beantwoord heeft. Hierna reikte de heer Nuyen de zeer fraaie prijzen met een toepasselijk woord aan de win naars uit, een plechtigheid, die met veel in stemmend applaus gepaard ging. Als blijk van waardeering voor zijn groote medewerking ontving de heer W. de Groot, di recteur van de Vereenigde Veilingen, een foto van de tentoonstelling. Een soortgelijk hulde blijk werd ook ter hand gesteld aan den heer A. J. Martens, den ontwerper van de indeeling der tentoonstelling. Namens de inzenders dankte de heer Jac Groot de commissie voor de vlotte samenwer king, die spr. ten voorbeeld stelde Hij hoopte, dat deze goede verstandhouding zal blijven voortbestaan. De tentoonstellingscommissie zag zich op haar beurt gehuldigd bij monde van den heer C. Broeze, die herinnerde aan de tallooze moei lijkheden, welke moesten worden overwonnen, alvorens de expositie doorgang kon vinden. In dit verband bracht hij bijzondere hulde aan de heeren Martens, Heere en Hommes. Van de tentoonstelling is een groote roep uit gegaan; wat haar inrichting en aankleeding aangaat overtrof zij volgens de vakbladen zelfs de Amstel-Flora. Hoewel de vooruitzichten voor de bloembollen cultuur door het sluiten van de grenzen aller minst gunstig zijn, wekte de heer Broertjes de kweekers op paraat te blijven, om bij het aan breken van betere tijden een belangrijke plaats op de wereldmarkt te kunnen innemen. De heer Marx vertoonde hierna een fraaie collectie lantaarnplaatjes van de tentoonstel ling. Een aantrekkelijk programma, samengesteld door de feestcommissie, heeft de dames en hee ren nog vele uren in feestelijke stemming bij een gehouden. 40 jaar in de bloemen. Donderdag herdacht de heer M. van Ruiten den dag waarop hij voor veertig jaren bij de Naamlooze Vennootschap J. B. van der Schoot in dienst trad. Te elf uur 10-jarig bestaan „Volkszang." Dinsdag 2 April zal het tien jaar geleden zijn dat in Bloemendaal een afdeeling van de Nederland- sche vereeniging tot verbetering van den Volks zang werd opgericht. Het initiatief werd genomen door het bestuur van het Chr. Jeugdwerk, dat op 2 April het werk overdroeg aan het toen officieel gekozen bestuur. De heer P. de Nobel werd bereid gevonden de leiding op zich te nemen, en het is zeer zeker mede aan hem te danken dat Bloemen- daals Volkszang op een dergelijk hoog peil is gekomen en zooveel mooi cultureel werk heeft mogen verrichten. Buiten de gewone wekelijksche zangavonden en de propaganda-avonden, waarvan Kerst- en Lente-avond wel speciaal genoemd mogen wor den, verleende de afdeeling bij verschillende gelegenheden haar medewerking, o.a. op het Provinciaal Ziekenhuis, bij feestelijke gelegen heden in het Vorstelijk Huis enz. Door de tijdsomstandigheden zal de herden kingsavond zeer bescheiden zijn. Vrijdagmorgen is wederom een aantal trai lers ter visscherij uitgevaren. Donderdag voe ren er twee schepen uit, Vrijdag niet minder dan, zeven. Aanvankelijk wilden de visschers eerst nadere berichten vernemen omtrent de oorzaak van de ramp van den treiler „Proti- nus", doch hiervan heeft men nog steeds geen nadere berichten ontvangen. Men verwacht, dat nu ook de andere niet-uitgevaren treilers weer spoedig zee zullen kiezen, waardoor de stagnatie in de Nederlandsche vischvoorziening slechts van korten duur zal zijn. werd de Jubilaris met zijn echtgenoote in het privé-kantoor ontvangen, waar hij door de di rectie en namens de familie van der Schoot en het tuin-, schuur- en kantoorpersoneel harte lijk werd toegesproken en waarbij hem een en veloppe met inhoud benevens bloemen en andere cadeaux werden overhandigd. Zichtbaar ont roerd bracht hij de directie hiervoor dank en bijzonder waardeerde hij de aanwezigheid van de dames van der Schoot. Het was voor hem een onvergetelijk' oogenblik. Inmiddels had het geheele personeel zich in het feestelijk versierde, groote kantoor opgesteld waar den jubilaris eveneens een hartelijke ont vangst werd bereid en tevens ververschingen werden aangeboden. Nog langen tijd bleven de aanwezigen gezellig bijeen, terwijl voor het ver dere deel van den dag vrijaf gegeven werd. Bij hun thuiskomst vonden de jubilaris en zijn echtgenoote hun huis in een waren bloementuin herschapen. Onder de talrijke van alle zijden aangeboden gelukwenschen was er één die wel zeer bijzonder in het teeken des tijds stond, vervaardigd en gedeclameerd door een van de dames van het kantoor. Terwijl de feestelijkheden nog in vollen gang waren bereikte ons de heuglijke mededeeling, hom NOURY F, 1.50 PER FLACON - DUBBELE FLACON F. 2.25 dat het Hare Majesteit de Koningin had be haagd bij koninklijk besluit van 28 Maart 1940, aan M. van Ruiten ter gelegenheid van zijn veertigjarig jubileum te verleenen de zilveren medaille verbonden aan de orde van Oranje Nassau. Deze mededeeling werd met luid ap plaus begroet waarna door alle aanwezigen staande het Wilhelmus met luider stemme ge zongen werd. Onnoodig te zeggen dat het en thousiasme hierdoor tot een hoogtepunt werd opgevoerd. Alle aanwezigen waren diep onder den indruk toen de Directie hiervan, bij monde van den heer A. van der Schoot, mededeeling deed. Openbare verkooping Donderdagavond had de openbare verkooping plaats van de villa, schuren en bloembollenland van de fa. J. Wie- demeijer en Zn., alhier. Perceel 1. De dubbele villa aan den Stations weg werd gemijnd op f 6900 door den heer J. D. Philippo, q.q. alhier. Perceel 2. Het bloembollenland t.g.v. 4.37.21 H.A. met schuren waarin kantoren en pakplaat sen, tevens de te velde staande 650 bed hyacin ten en 450 bed tulpen, aan den Stationsweg, werd gemijnd door de heer G. H. Hermans q.q. op f 67.500. Perceel 3. De bloembollengrond in de Negorij langs den spoorweg t.g.v. 1.83.30 H.A. werd ge mijnd door den heer A. W. Niebering q.q. Een moeilijk geval Donderdagavond reed een vrachtauto van de firma Post en Viootman uit Leiden op de Leidschestraat ter hoogte van de woning van wethouder P. Klaver toen de as van den auto brak. De wagen bleef juist mid den op de rails van de N. Z. H. T. M. staan en daar het wel een paar uur duurde eer de wa gen werd opgeruimd moesten de trampassagiers gedurende den avond in een andere tram over stappen. De bloembollenbcurs De beurs werd be zocht door 110 bezoekers. Er was nogal vraag naar gladiolen. Toch was de grootste drukte weer over. De laatste weken stond de handel in het teeken van het le Duitsche contingent, dat meegevallen is dit voorjaar. Er was een drietal bakjes met mooie Tr. Tul pen van Jonkheer's Bloembollenbedrijf. Deze donkerroode Tr. T. „Tonora" is mooi ge lijk, met stevige stengels. O. en O, Hedenavond en Zaterdagavond om 8 uur wordt in café Oud Berg en Dal een O. en O.-avond gegeven. Op beide avonden zal de speelfilm „Slavenschip" worden vertoond. Kerkconcert In het nog geheel versierde kerkje der Ned Herv. Gemeente werd gisteren avond onder auspiciën van de Ver. voor Her vormde Jongeren een concert gegeven door den heer J. Doorneveld, orgel, Annie de Blinde, viool en Riek v. Veen, alt. Ulvenhout, 28 Maart 1940 Amico, Paaschzaterdag, in den vroegen mergen, was *t hier zenuwachtig getob. Trui kéék heur mansvolk de deur uit, want., zooiank da nie opgeduveld was, kost ze ginnen poot verzetten," verkondigde zij. En, dat mot gezeed zijn, veur Trui stónd veul te wachten! d' Amsterdammers kwamen af, ,om hier den Paasch te vieren! Ge wit: Dré II, Wieske, de kleine Trui 'n heel juffrouwke al! Bart je en „de kleintjes". De kleintjeszoo genoemd deur ons allemaal, van d'ouwe Trui af, tot 't jonge Truike toe, want tusschen Bart en nom- merke vier lee-d-'n leeftijdsverschil van drieën twintig maanden'n Onoverbrugbare kloof veur „de kleintjes" om ooit tot „de grooten" gerekend te worden! Afijn, dat leste tusschen hokskes. Trui stond onder hoogen druk, ze keek ons weg. Ik eigens, 'k had ook m'n handen vol. Zoo 'nen Zaterdag veur twee feestdagen telt letterlijk dubbel veur den groentenwagel. Ik tast te 'm zoo hoog als 't kost, lee onderin de manden eiers, waarop ik, ge verstaat, veul bestellings had gekregen in d'afgeloopen week! 'n Enkel klantje dee nog 'nen zak èèrpel op, hopende daarmee den nuuwen patat te „halen" m'nen wagel was goed gelajen. Maar dat was allegaar nog zoo goed als niks! De twee kleine mannen, Dré III en den Eeker, trokken er vandaag veur den eersten keer uit mee den auto. En dat was iets! „Da ge daar nou sjuust 'nen dag as vandaag veur uit mot zuuken," foeterde Trui: „Hoe haal de 't in oew kersepit?!" „Zulde vanavond nie zeggen," gaf den Dré peerjeus en kortaf te verstaan. „En gif me nou maar veur 'n honderd gulden wisselgeld, aste- blief En fier lag ie 'nen brief van honderd gulden op tafel. d'Oogen weggesluicrd achter de oog- horkes, zoo nam Trui haren kleinzoon 'ns sje- cuur op. Haar mondhoekskes trilden efkes. En—., ze zweeg! Ja, als ge teugenover zoo 'nen jongen veroveraar staat, danja, dan zwijgt Trui zelfs. Efkes tenminste! „Ennevroeg ze toen: „Hoehoe gaat da nou mee demee den ontvangst??" Dan: „Goed beschouwd," toen keek ze mij ook 'ns aan: „Goed beschouwd hebben juilie me overal buiten gelaten." „Alle winst," zee Dré III, terwijl ie 't wissel geld natelde: „Blijft veurloopig in deus gedeelt/' toen knikte-n-ie naar den auto op den erf „in deus gedeelte van ons bedrijf. Onkosten ko men zoo rap meugelijk verom in oew laai, opoe!" „Dusdusas ik 't goed begrijp, ik heb er niks aan?" zee Trui. En den Dré antwoordde kordaat: „Zoo is 't." „Jamaar," zee Trui: „Jamaar Als ze begint te jamaren, amico, dan is dat gewoonlijk 't begin van een veur Trui diepel- matiek succes. Laat ik bekennen: ik ben daar meer dan veertig jaren nie heelegaar onwetend en dikkels veul onwillens ingekuierd! Dré III heeft dat Truuske al deur. En toen Trui „jamaarde," toen draaide-n-ie 't koordeke steuvig om z'n beurs, trok de riemen van z'n beenkappen nog wat aan en zee: „En nou ten aanval!" Z'nen kop stond wat strak, verbeten, vast. „Opoe, wensch me succes!" Wéér stond Trui verreist, weer sluierden haar oogen. Maar dan gaf ze 'm 'n hand en wist nie meer te zeggen dan: „Zulde goed op oew cen ten letten, Dréke?" Hij was te seerjeus om te lachen, maar in z'n oogen blonk toch zoo iets. „Dré III," zoo pakte-n-ik 'm bij de vierkante, ijzerharde schouwers: „Compagnon, m'nen ze gen, kearel! Witte nog wat den Blaauwe oe zee, éen minuut veur oewen grooten peerdencourse, dien ge won?" „Ja, opa: winnen!" „Sjuust!" Toen kneep ik 'm in de schouwers, keek 'm diep in de goudbruine oogen en zee: „Ge spaart oew eigen nie, ge spaart oew con currenten nie en ge houdt één dink in oewen kop! Winnen!! Winnen!!" En heesch, net als dieën eersten Mei van twee jaren gelejen, zee-t-ie na: „Winnen." Ik ree weg, den zwaren Zaterdag in. Maar ik voelde, ik merkte 'm nog nie. 'k Was vol van m'n baaske, dat vandaag den grooten striiri gong aanvangen in den maatschappelijken cfcursel. Ik wist: 't is 'nen winner! Dat had ie, in z'n korte leventjè, me al dikkels getoond! Uit eiken teugenslag tinnnerde-n-ie z'n winst! Dat was gewist op de kleine school, op de groote school, op de kostschool! Dat had ie klaargespuld teu gen z'n vader, als ie twee jaren gelejen in mijn bedrijf kwam! Dat had ie 'm geleverd in zijnen eersten rijcourse, toen ie op Bles als eerste over de eindstreep stoof! Hij was er weer mee doende, want dieën aankoop van d'auto was 't begin van z'n droomen: de affaires uitbreicn tot 'n modern grootbedrijf! Hij had 't bewezen mee den Eeker, dien ie „opgeraapt" had als 'n zwervend, onderkomen hondje en die in twee jaren was gevorderd tot aan 't examen veur schoolmeester. Zoo gongen m'n gedachten, daar over den Ulvenhoutschen keiweg, waarover ik, mee de hulp van m'nen goeien hondebeest, van Blek, den zwaren wagel douwde, richting stad, deur den Paaschzaterdag. Nóg zag ik 'm veur me, als baaske van drie, vier jaren, daarboven op den breejen rug van ons paerd, dat graasde deur de wei. 't Wierd tijd dat ie 'n paerd onder 'm kreeg! Had ie z'n eigen al nie gevochten uit de Nonnekes- school Minister, minstens advocaat zou ie eenmaal worden! Dat wist z'n vader al, als 't manneke te bulken en te trappelen lag in 't witte wiegskc. daar op dat leutige Amsterdamsche boven- huiske! Maar m'n baaske wist mee z'n derde, vierde jaar, als ie kromme beentjes kreeg op 't breeje paerd, dat ie op Ulvenhout zou gera ken alsboer! Engatsamme, daar kwam ie aan! Den glanzenden wagel, waarop fier onzen naam stond, dreunde locht over den weg, vast gestuurd deur Dré III z'n sterke knuis ten. Ik moest wat opzij. Alles blonk! Tot de opgewreven bussen toe, mee den kleurige eti ketten. En in don glans van den voorjaarsdag, in de blinkings van den wagel zag de groente eruit om in te bijten. Wat had ie 't begrepen! iedere pronte huisvrouw, ieder aanstaand klantje moest trotsch zijn om aan zoo 'nen wagel te koopen! Om dat aan de deur te krijgen! Enden koopman eigensLiep er wel 'n welgevorm- der, knapper keareltje? O zoo! Daar gong ie, m'nen winner! Wuifde achter 't blinkende glas. Efkes aagi ik zijnen frisschen kop, onder den zwarten gloea van z'n glanzende haar. Den Eeker, die naast 'm zat, lachte verlegen. Dee 't raamke omlaag, wuifde, wuifde! En 't leste wa'k zag: de witte schijf binnen den koperen rand van z'n mo derne weegschaal, die als 'n klok mee eenen wijzer achter teugen den wagel hong. Maar rap was alles uit 't zichtDie was al bij zijnen eersten klant, als ik de stad nog moest binnen- rijenGod, wat was ik nuuwsgierig naar den avond! Wat 'nen Paasch kost 't worden, als m'n baaske zeggen zou: Opa, 'k heb twin tig, dertig klanten gemokt, 't fondament is ge leed! „Vort, Bleske, hot! Misschien zien we in stad hier of daar onzen jongen baas nog. Hot- hot! Hij is braaf, ja!" En knarsend botste den zwaren wagel over de keien. Ik hoorde 't leer kraken, zoo werkte m'nen goeien Blek daar onder den wagel, in 't gareel. Eigens spande-n-ik m'n knuisten om den burrie, zette m'n voeten schrap op de teenen telkens en zoo ploeterden wij veuruit, naar de klantjes in stad. In stad heb ik de baaskes nie verom gezien. Dré III bleef zoo wijd meugelijk uit mijn ouwe klanten„De nuuwe wijken," had ie altij geroepen, en 'k mot zeggen, hij hield z'n eigen daaraan mee 'n prachtige, sjecure stiptheid! Op m'nen thuisrij mee den leegen wagel, die nou vaneigens liep, zag ik geregeld om, als ik docht 'n auto te hooren. Maar „onzen" glan zenden vrachtwagel was in gin velden of wegels te zien. Toch had ik zoo 't gedacht, dat ie gelijk mee mij thuis zou rijen. Immers.... z'n vader en veural z'n Wieske, z'n broers en zuskes kwa men vanmiddag! Maar als ik den erf opree, dan stond de „garage" nog leeg. Trui, Dré II en Wieske kwamen naar buiten. Mee één vraag: „Hebt ge'm nog gezien?" Wieske was 'n beetje ongerust. Haar jongske mee zoo 'nen kolossalen wagel in 't drukke stadsverkeer, 'nen ganschen dag als deuzen!" 'n Uur later was ie er nog nie! En we gongen eten. Trui's feestmaal stond te verpieteren. Wieske at weinig. Ik zag 't wel, Trui ook, 't goeie, bezurgde welke zat in duuzend angsten. En iederen keer, als 'nen auto den weg over- gong, dan luisterden wij. Allemaal! Maar ginnen wagel kwam den inrij deur. Zeuven uurNiks te bespeuren. Wieske gong even weg. Kwam tien minuten later verom mee dikke oogskes. Dré II dee barsch. Om zij nen onrust te versteken. De kleine Trui was gerust. „Moe, doe niet zoo flauw! Onze Dré is 'nman! En dat wil u maar nooit begrijpen!" Bartje bekeek 't wéér anders. Die stond op het standpunt dat 't eigenlijk 'n schandaal was, dat z'n broer den mooien wagel zoo lank uit Bart's nuuwsgierige gezicht hield. Trui zweeg. Zweeg, zuchtte nou en dan. En hield 't potje warm veur de twee baaskes. „Wat zullen ze toch honger hebben," bromde ze telkens en stelde daarmee 'r eigen gerust. Want zooiank de baaskes honger hadden, kost er toch niks ge beurd zijn?! Even halfacht.... daar ree den wagen toe terend den erf op! En ik wist: de zaxen waren goed geloopen! Want den autotoeter bleirde 't uit! Fel straalden de nikkelen lampen witte bus sels licht den donkeren erf op. Groenten zag ik nieBussen? Er rolden enkelen mee veul lawijt deur den leegverkochten wagel! En on willekeurig spreidde-n-ik m'n armen en m'n baaske sprong om mijnen nek! En in m'n oor voelde-n-ik, zooals vroeger op de kostschool, zijnen heeten asem: „Opa!" 't Jonk was op. 'n Spanning van weken was gebroken, 'nen endeloozen dag van ploeteren ten ende, de verwachtings vervuld. „Opa.... 't is.... héél goed!" De compagnon had 't rapport! Ik was er blij mee als mee 'n onverwacht fortuin. 't Was stil op den donkeren erf. Allen wacht ten efkes op Dré III en Dré I. En allen wisten: 't was „héélgoed." Den Eeker, dat plichtenmanneke, kroop al weer verom in den wagel. Begost 'm leeg te ha len van bennen, weggerolde groentebussen, 'n paar gebroken eiers. „Niks ervan," commandeerde Trui: „Eerst eten, jonk!" „Ja, ma.... maar we motten nog efkes ver om, naar 't fabriek," zee den Eeker bedeesd. En 't bleek, amico, de mannekes hadden zoo- veul verkocht, dat ze voor Dinsdag na Paasch tekort hadden aan verschillende artikelen. En ze hadden onderweug al geklasjeneerd: „Van avond nog, halen waar halen, verom naar de stad! Inkoopen!" Want ze hadden 'nen langen ceel van adressen genoteerd, waar ze verom mochten komen! Klanten! En die moesten rijkelijk keus hebben uit 'nen weelderig-gcsor- teerden wagel, die lijk 'n sieraad veur de huizen kwam. 'k Gaai oe 't weerzien tusgchen Dré III en zijn familie nie beschrijven, ik kwam plek tekort. Maar laat ik iets vertellen van den anderen dag, van Paschen. Als wij na de Paaschmis ons feestelijk ont bijt hadden gehad van Trui, Dré II en ik 'n goeie sigaar hadden aangestoken, de kinders rondsjouwden in de stallen bij de groote run- ders, veur stadskinders altij 'n soortement van circusgenot, als Wieske en kleine Trui opoe hadden meegeholpen mee den omwasch van 't serviesgerei, dan gong Trui, die vandaag vroeg ter kerke was gegaan, zitten „Paaschvieren" in den blinkenden huis, temidden van heur kin ders en kleinkinders. Rozig van plazierige op winding, jong van stil geluk, helder in den hard- gesteven schort en de witte gepijpte muts, zat Trui bij de blinkende plattebuis, nou en dan heur plazierige orders te commandeeren„Allee, Dré, pak nog 'ns 'n versche, vader hee-t-er ge- nogt, horre, en as ze op zijn, in den sigaren winkel verkoopen ze'r nog meer." „Wat denkte gij, Wieske? Zou 'n lekker bakske leut mee 'n snee paaschmik al smaken Zouwen we mergen 'ns gaan rijen mee de sjees?" En zoo verzon ze, van minuut tot minuut plazierige dingskes veur allemaal. Dre III had nog even de boeken op tafel ge- brocht. „Eeker, schrijf de gij efkes 't journaal bij mee de inkoopen van gisteravond. Hier is m'n notitieboekske, de koopbriefkes liggen er in." Dan keerde-n-ie eigens de beurs om, van zijnen eersten ontvangst en nam z'n kasboek, 'n Tafel vol kleingeld lag daar in de zon. En ik had al mee éen oog gezien: daar lag 'nen ont vangst van 'n driehonderd guldenTrui zal ineens mee 'nen aandacht naar de tafel te sta ren, dat ze eigens nie wist hoe fel. Dan keek ze eindelijk mij aan en in heur oogen stond iets..., ja...., watteIk geloof, er stond in: dieën ontvangst is nog grooter dan den jouwen Toen zee ze: „hebben wij.... hebben wij giste ren.... hebben wij op éénen dag.... 'n.... 'n haalf duuzend guldens ontvangenZe had dus ook al geschat wat ik getaxeerd had! Ik knikte. Dré III telde. Lee soort bij soort, mokte rollekes van vijftig centen, honderd dubbeltjes, veertig kwartjes. „Klaar, Eeker? Hier is 't Kasboek, 't is bij, werkte gij even den grootboek nog bij, 't is tien minuten maar, ee?" „óift niks," zee den Eeker: „kom maar op. En ijverig boekte 't manneke, mee z'n mooiste schrift, de zakelijke dingen in de koopmans boeken. Dan gongen de boeken en Dré Hl z'n geldkistje naarTrui! „Opoe wilde dat in de goeie kast leggen, asteblief?" En toen was Trui gerust! Geld in huis, dat nie onder haar hoede is, da's gin geld! En veur 't eerst zag ze ook Dré III zijn affaires veur „vol" aan! Ja, zoo ig ze! Trui mot alles op ge zegeld contract hebben veur ze 't gelooft. En veur ze 'r eigen er aan gift. 'k Heb ze nooit an ders gekend, 't Was, onder ons, al m'n groote verrassing na den trouw, 't Eerste wat ze zee, als we uit de kerk kwamen, was: „Dré, wa stikt m'n eksteroog." En ik antwoordde: „hebt gij 'n eksteroog, Truike?" „Is da zoo gek?" „Dat nie, maar ge hebt me da nooit gezeeden ne.... hij zal toch wel 'ns meer gestoken heb ben, Troel?" „Tuurlijk! Maar toen gong 't jou nog niks aan!" Ja ja! De die? Die verandert gin horke! Van deuzen oogenblik af, dat ze den ont vangst gezien èn opgeborgen had, van 't eigen ste moment af wordt den kleinen Dré mee min stens dezelfde onderscheiding behandeld als ik. amico! Ze zet teugenwoordig twéé paar klompen ge reed veur onze thuiskomst! En zoo zijn er tal looze kleine dingskes, die 'k vroeger nie merkte- endie Dré III nou nie merkt! Maar Trui ziet 'm veur „vol" aan nou en mijn „stripke-veur" is naar den weerlicht. Trui heeft nou twee groote zurgen aan den kop Kom, ik mot er gaan afscheien. Ik kan blijven vertellen. En daar komen meer brieven! Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker en als altij gin horke minder van oewen La. i DRÉ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 9