UIT DEN OMTREK <Kdm&aal den II TREDEN Amerika erkent Wang niet Rook IIP de zachte Virginia sigaret-20 voor 25? de MAANDAG 1 APRIL 1940 BENNEBROEK BEVERWIJK HANDELSAVONDSCHOOL „DE HANZE" Diploma-uitreiking DE WERKLOOSHEID BLOEMBOLLENCULTUUR BURGERLIJKE STAND BLOEMEND AAL HILLEGOM OVERVEEN SANTPOORT IJMUIPEN „AANNEMEN, IK KOM" Slotuitvoering van „Kunst zij ons streven" ZANDVOORT Hoog water in Noord- Caïifornië Belgische journalisten tegen censuur Leerboeken Een manifest van Tokio De S.20 ondergaat den luchtdoop Een nieuw vliegtuig van de Kon. Mij. „De Schelde" ontbijt hij drie heeren £cn oVCVvlocdig aanhield, van wie - !i. FEUILLETON Cursus E. H. B. O. In samenwerking van Witte Kruis en Gemeentebestuur is in onze ge meente een cursus organiseerd voor E. H. B. O. Deze cursus welke geheel gratis wordt gege ven, wordt geleid door Dr. P. v. Aalst, die zich voor dit doel welwillend heeft beschikbaar gesteld. Een 9-tal leden heeft zich aangemeld. In het K.S.A.-gebouw heeft de burgemeester, «nr. H. J. J. Scholtens aan 17 leerlingen van de Handelsavondschool De Hanze het diploma uit gereikt. Nadat de voorzitter van de Hanze, de heer N. J Out 'n welkomstwoord had gesproken en de be- teekenis van 't handelsonderwijs nog eens in 't licht had gesteld, gaf de directeur, de heer A. van Gessel een overzicht van het afgeloopen schooljaar. De school telde 128 leerlingen. Hierdoor was het mogelijk de klassen te splitsen, met een maximum aantal leerlingen van 23. Het ligt voor de hand, dat dit in bet belang van het onderwijs is geweest. Binnenkort zullen 1? leerlingen van de 3e klasse B examen doen voor het vestigings diploma De heer van Gessel wees er tenslotte op, dat- de groote toeloop van leerlingen het bewijs le vert, dat de school in een besliste behoefte voor eiet. Hierna reikte burgemeester Scholtens de di ploma's uit, waarbij hij leerlingen en ouders gelukwenschte. Spr. had de laatste weken reeds verschillende malen diploma's uitgereikt en daarbij kunnen consateeren, dat door Jong Be verwijk -energiek gewerkt wordt. Tenslotte sprak de directeur nog woorden van gelukwensch en dank. Dè gediplomeerden waren: Cathrien van Dorp, Josefien Gilissen. Cilia Jongerden, Corric Schuijt, Jo Spanjaard, Bea Teijken, Ben I'eentjes, Jan de Boer, Herman Delmte, Gerard v. d. Haak, Jan Jansen. Jan Kloes, Wim Lan- gendijk, Harry van Schooten, Nico Smit, Jan Verbeek en Theo Verhoogen. Bevorderd werdenvan 1 A naar 1 BMiep van Buggenum, Ja Maalman, Jan Aardenburg, Cor Bart, Cor Dames, Jacq. Davidson, Joop Duin, Herman Eeken, Evert Gerritsen, Henk Heldoom, Bram Kochx, Arnold van Leeuwen, Jacob Schuijt, Jan Smit en Bernard Vrene- goor. Van 1 B naar 2 B: Sietske de Bie, Miep Braun, Willy Duijn, Janny de Koter, Sjaan v. d. Win kel, Jan Peentjes, Albert Boots, Dirk Blom, Jan Duiker, Henk Duin, Wim de Goede, Karei Half, Theo de Nijs, Cor Stet, Gerard Vendel, Jacob Vrenegoor Van 2 A naar 3: Sabien van Baarsen, L. Bakker, Rika de Bats, Truus Groot, Truus Pleging, Frans de Vries, Jacq. Duin, Cor Lim- men, Jaap Oudendijk, Martin Poncin, Leo Slotemaker, Teun van der Stroom, Klaas Tromp, Dirk de Vries en Jan Zijp. Van 2 B naar 3: Rie Meijer, Gerard Dekker, Theo Duijn, Theo Groen, Piet Gruteke, Theo d. Lem, Jan v. d. Lem, Ben Tromp, Andries ■^e" Vries en Ben Wesseling. Zaterdag stonden bijc'egemeenteijke arbeids beurs ingeschreven 553 werkzoekenden, waar onder 33 uit de gemeente Heemskerk, tegen 462 (29) in ce voorafgaande week. Hiervan waren in werkverschaffing geplaatst te Beverwijk 84 en te Heemskerk 9 personen. In de overeenkomstige week van het vorig jaar bedroeg het aantal werkloozen 930. De plaatselijke afdeeling van de Algem. Ver. voor Bloembollencultuur hield in hotel Terburg een ledenvergadering onder voorzitterschap van den heer C. B. Broeze. Deze wees in zijn openingswoord op den cri- tieken toestand, waarin het bedrijf ver keert. Hij merkte op, dat nog steeds niet be kend is. hoe het met het surplusfonds zal gaan. Evenmin is bekend hoe het zal afloopen met de bijteelten, die noodig zijn door inkrimping van het bollenareaal. Hoewel het reel's eind Maart is, liet Den Haag nog niets van zich hooren. De bij teel tgeschiedenis is voor den bollenkweeker zoo helder als koffiedik. Spr. concludeerde ten slotte, dat de strenge vorst onder het boliengewas niet zooveel schade heeft aangericht, als aanvankelijk werd ge vreesd. Alleen de irissen zijn er minder goed afgèkomen. Eeslot-en werd aan ce Commissie voor een goede waterregeling in Kennemerand een bij drage te verleenen van 10per jaar. ge durende zes jaren. Tot afgevaardigden naar de algemeene ver gadering werden benoemd de heeren Jac. Meyer en A. P. Kochx. Plaatsvervangers zijn de heeren N. S. Boogaard en C. B. Broeze. Ce heer Broeze werd met bijna algemeene stemmen tot bestuurslid herkozen. Nadat de heer Marx een serie fraai ge kleurde lantaarnplaatjes van de onlangs ge houden bolbloemententoonsteiling had vertoond, waarbij de heer A. J. Martens een toslichting gaf, werd door den penningmeester, den heer C. Spruit, het financieel verslag uitgebracht. De rekening sloot met een nadeelig saldo van j 15,78, waardoor het bezit der vereeniging daal de tot 262,12. De rekening werd goedgekeurd. Aan het slot van de vergadering stelde de heer N. Hommes voor om ieder jaar een vak- tentoonstelling te organiseeren, met dien ver stande, dat om de paar jaar eèn grootere ten toonstelling wordt opgezet. Het bestuur zegde toe om tezamen met de Bloemkweekersvereeniging „Flora" en de Tuin- bouwstudieclub de mogelijkheid hiervan te on derzoeken. Geboren: A. M. Bastiaan—de Ruiter, d.; G. Sluitervan Ekeren, z.; S. J- v. d. KolkSalo mons, d.; C. A. Duivenvoorden—Ursem, z.; T. C. Kok—v. d. Zwan, z.; J. A- Veenstra—Schweit zer, d.; M. M. E. v. d. Linden—v. d. Me ij, z.; N. HoogvorstSmallegange, z.; W. S. Doorn bosv. Sweeden, z-: C. SchmitOor, z.; A. K. Bruijns—v. Rijn, z.; Th. J. Cornelisse—Wolter, z. Ondertrouwd: Fr. de Jong en J. E. van der Kolk: Jac. Ruurda en D. p. Poncin; P. J. Hake- mulder en M. Timmerman; A. A. Verbeek en F. M. Ch. Uilenburg; J. M. Arntz en W. C. Pineda; A. J. van Stijn en M. J. Schelvis; H. J. Koelman en J. Pirovano; J. N. Smolenaars en S. Koo-n. Getrouwd: Jac. Nieuwland en M. E. Duiker: H. Lagrand en R. v. d. Vcort; A. van Amers foort en A. M. Molenaar. Overleden: D. Nijman, 65 jaar, echtgen. van M. van Dam, Zeestraat 267. Tóch nog probeeren Zaterdag had bij den spoorwegovergang aan de Kleverlaan een on geval plaats. Een 17-jarig meisje. H. S. uit Santpoort, kwam per fiets op de Kleverlaan. Toen de afsluitboomen neergelaten werden, trachtte zij nog te passeeren. Zij kwam met haar hoofd tegen een paal terecht en bekwam hierdoor een lichte hersenschudding. Dr. Wés tenburg verleende de eerste hulp en nam haar mede naar zijn woning, waarna zij naar haar huis werd vervoerd. Ongeval Hoogc Duin en Daalscheweg Zon dagmiddag vijf uur kwam de 15-jarige J. P. S. per fiets in verboden richting van den Hooge Duin en Daalscheweg. Door de groote snelheid verloor hij de macht over het stuur en reed tegen een ijzeren hek. Hierdoor bekwam hij vrij ernstige wonden aan hoofd en handen. Dr. Immink heeft den jongen verbonden, waarna hij met den politieauto naar het St. Elisabeth Gasthuis te Haarlem -werd overge bracht, waar de wonden werden gehecht. Hoofddorp Boys—Concordia 1—2. Een elf tal speelt zooals de tegenpartij het laat spelen. Duidelijk was dit ook in dezen wedstrijd aan beide zijden te zien. Vooral voor de rust als C tegen wind optornt, gaat de strijd gelijk op, waarbij C. slechts aan de leiding komt door een keurig doelpunt van .Staats. Na de rust heeft C. steeds het initiatief, maar steeds is het schot over of naast, terwijl ook de H.-doelman steeds keurig werk laat zien. Slechts kort voor het einde ziet v. d. Hulst een gaatje als bij een hoekschop verschillende spelers missen en hij dus hard inschiet. Ook de junioren hadden hun dag niet en ver loren beiden, n.l. A met 41 van D.E.K. en B. van O.G. uit met 5—1. HUlegom I—R.C.H. II 3—1. Hillegom speelt het eerst tegen den sterken wind in, wat geen beletsel is om den aanval op te zetten. De gas ten combineeren goed en als de linksbuiten keurig voorzet weet Hoogedoom met een goed schot te scoren: een prachtig doelpunt;. Dit prikkelt de (huisclub en als v. d. Westen een der vele corners, welke hij keurig voor doel brengt, voorzet, weet Nikeman deze schitterend in te koppen en de stand is gelijk. Tot aan de rust is het een gelijk opgaande snelle wedstrijd zonder dat een der partijen meer weet te doelpunten. In de tweede helft zet de thuisclub er alles op en krijgt R.C.H. het hard te verantwoorden. Vooral de keeper weet eenige goede schoten te keerén. Maar dan brengt v. d. Westen goed op, geeft juist op tijd af en Winkelaar kogelt tegen de lat; de terugspringende bal wordt door Schra'ma opnieuw en met succes ingeschoten. Trots tegen den sterken wind in spelen, weten de blauw-zwarten het spel te verplaatsen. Maar in hun voorhoede is geen schutter om voor de doelpunten te zorgen. Na dit overwicht is het weer de thuisclub die het nog eens probeert en als Winkelaar zich er doorheen wringt, schiet hij enorm hard, welk schot via den keeper in het doel springt. Met dezen stand kwam het einde. De verdere uitslagen zijn: Hillegom IIZee meeuwen 4 31; Haarlem c Jun.Hillegom Jun. 2—4; Ripperda 4—Hillegom 3 uitgesteld; Hillegom adsp.D.S.K. adsp. 50. Een afscheid bij de Posterijen De heer G. J. Prenen heeft om gezondheidsredenen eervol ont slag gekregen als besteller bij den P. T. T.- dienst. Men had hem een hartelijk afscheid be reid, want hij bezat een groote populariteit zoo wel bij het bedryf als bij het publiek. Met den heer Prenen is, postaal uitgedrukt, een van de oude garde heengegaan met een prachtigen staat van dienst. Namens de admi nistratie hield de heer de Ruyter, beheerder van het bijkantoor te Overveen, een afscheidsrede „Wij nemen ongaarne afscheid van u", aldus spreker, maar wij willen toch niet nalaten u onzen dank te betuigen voor al uw werken. Het is jammer dat uw ziekte een onverwacht einde aan uw loopbaan heeft gemaakt. Namens supe rieuren en collega's bood spreker een vulpen houder aan, waarna de heer Prenen dankte voor de betoonde sympathie. B. W. Witteman t In den ouderdom van 75 jaar is alhier overleden de heer B. W. Witte man, voorzitter van het parochieel Armbestuur Voor de laatste maal in dit seizoen gaf de R. K. tooneelvereeniging een uitvoering. De ruime zaal van het Patronaatsgebouw was geheel gevuld, zooals wij met de voorstellingen van K.Z.O.S. gewend zijn. De vele leden, donateurs en belangstellenden volgden de opvoering met belangstelling. Trouwens het hartelijk applaus, dat na ieder bedrijf weerklonk, bewees, dat men zich best amuseerde en dat men de wijze, waarop het stuk gespeeld werd, naar waarde wist te schatten. De vertolking liet dan ook niet veel te wenschen over, zoodat de vereeniging op een geslaagde slotuitvoering kan terugzien. Burgerlijke stand Geboren: Anna Rosina, dochter van F. J. Semel en J. C. Duihker, Bil- derdijkstraat 10. Ondertrouwd: J. H. B. Brink en I. M. Ranics, Zandvoortschelaan 7; P. van Duivenboden en M. Koper, Spoorbuurtstraat 10; E Kerkman en A. G. Weber, Diaconiehuisstraat 34; A. G Pellerln en J. Bottema, Slangenkruidlaan 18, Haarlem. Getrouwd: W. H. Wardenier en A. Vorste- veld. Zuiderstraat 7 achter; B. M R. Din- kelaar en F. FuOco, Brederodestraat 124 a. Overleden: J. C. P. van Drunen, oud 83 j., Oosterparkstraat 2; B. H. Koper, 15 jaren, Kruisstraat 16; NV van Walwijk, weduwe van D. H. van Ingen, 84 jaren, Nieuwstraat 10. SAN FRANCISCO, 31 Maart. Zondag zijn voor de tweede maal in één maand overstroo mingen ontstaan in de dalen van Noord-Califor- nië. Gezwollen door reeds een week lang neer- stroomende regens zijn de Sacramento, de Napa en de San Lorenzo met hun zijrivieren buiten hun oevers getreden, terwijl andere stroomen gevaarlijk in peil gestegen zijn, zoodat een her haling van de overstroomingen van het begin dezer maand dreigt. De overstrooming van begin Maart had een schade aangericht, die geraamd wordt op 15 millioen dollar. BRUSSEL, 31 Maart. (Belga). In de verga dering van den algemeenenBelgischen Pers- bond heeft de voorzitter Demarteau verklaard, dat de Belgische pers loyaal wil samenwerken met hen, die verantwoordelijk zijn voor de vei ligheid en het welzijn van het Belgische voik. De Belgische journalisten zullen evenwel ieder voorstel van censuur bestrijden, behalve natuur lijk in geval van oorlog, in welk geval de Bel gische pers zich met vaderlandsliefde zal on derwerpen aan een militaire censuur, evenals in 1914. WASHINGTON, 30 Maart (Reuter). Cordéll Huil heeft verklaard, dat „vanzelfsprekend" de Vereenigde Staten slechts de nationale Chi- neesche regeering te Tsjoenking zullen blijven erkennen en niet de onder Japansche controle staande regeering van Wang te Nanking. Hü voegde hier aan toe, dat de instelling van het regime te Nanking lijkt op een verdere ten uitvoerlegging van het programma, volgens het welk een land door geweld zijn wil aan een buurstaat wil opleggen en een groot gebied van KATECHISMUS VOOR JEUGD- LE1DING door J. P. H. v. d. Broek, Pr. Uitg. L. C. G. Malmberg, Den Bosch. a Deze uitgave is bestemd voor leiders en leid ers van het Katholieke Jeugdwerk. Het geeft cor dezen Aanteekeningen op den Grooten Xatechismus in een mooi geheel van een 60-tal 'essen, welker aandachtige en ernstige bestu deering door genoemde personen ten zeerste mag worden aanbevolen. Waar de zeereerw. voorzitter der Interdiocesane Jeugdcommissie 't boekje met een zeer gunstig Voorwoord inleidt, behoeven we aan hetgeen daarin wordt gezegd de normale betrekkingen met de rest der wereld wil, afsluiten. Ter gelegenheid van de installatie der regee ring te Nanking publiceert de Japansche regee ring een manifest, waarin onder meer gezegd wordt: „Het spreekt vanzelf, dat Japan en de andere staten in het Verre Oosten zeer veel be langstelling toonen voor de ontwikkeling der Chineesche hulpbronnen. Japan is echter niet voornemens derde mo gendheden van de ontginning der economische bronnen in China uit te sluiten. Integendeel, het wenscht met deze mogendheden samen te werken en met haar de weldaden der inter nationale vriendschap té deelen. Het manifest spreekt vervolgens den wensch uit, „dat China tenslotte zijn onafhankelijkheid en vrijheid zal verwerven, steunend op de basis der moraal en in samenwerking met Japan", en besluit met de mededeeling, „dat. Japan niet de wapens zal neerleggen zoolang de pro-com munistische en anti-Japansche krachten niet begrijpen, dat haar drcomen illusoir zijn." Zaterdagmiddag heeft het nieuwe vliegtuig S. 20, gebouwd in de koninklijke maatschappij „De Schelde" door den bekenden vliegtuigcon structeur T. E. Slot, zijn luchtdoop ondergaan. Dit feit was streng geheim gehouden en op het vliegveld Vlissingen werd geen enkele onbevoeg de toegelaten. Onder de aanwezigen behoorden o.a. de di recteuren van de kon. mij. „De Schelde", ir H. C. Wesseling en A. Smit en een groot aantal militaire vliegers. Nadat de S. 20 eerst eenige startproeven had genomen, trok de invlieger de heer Joh. Th. Reintjes, die vergezeld was van een werktuig kundige, het toestel van den grond en vloog laag over het veld, om aan de andere zijde neer te komen. Daarna startte het toestel opnieuw en steeg tot pl.m. 100 meter hoogte. Na drie minuten landde het. Kort daarop bracht de heer Reintjes het toestel opnieuw in de lucht, nu op 300 tot 400 meter hoogte boven de stad Vlissingen, waar de S. 20 groote belangstelling trok. De machine bleef nu tien minuten in de lucht. Zoowel de invlieger als de heer Slot was hoogst tevreden over de wijze, waarop de S. 20 den luchtdoop had ondergaan. niets meer toe te voegen. We lezen o.a. aan het slot: „Naast de vele wrkjes op opvoedkundig (de zetter maakte er opvoedigkundig van!) al gemeen vormend en organisatorisch terrein, bestemd voor leidsters en leiders, verschijnt deze Katechismus voor Jeugdleiding, die in kor te, kernachtige aanteekeningen op den Kate- chismus veel wetenswaardigs geeft. Gaarne wensch ik dit pretentielooze boekje in handen van al degenen, die zich met de wrning der rijpere jeugd bezighouden, maar dai illereerst tot eigen vorming en onderrichting. Us lei draad voor cursussen lijkt het mij uitemate ge schikt." Het werkje van Rector Van den Boek zal dus stellig een welkom onthaal vinden HANDELSCORRESPONDENTIE IN DE MODERNE TALEN. Vig. J. M. Meulenhof), Amsterdam. Deze werkjes worden door den uitgver zélf Ingeleid als een nieuwe Handelscorrespndentie voor de praktijk en ook uit de pratijk, wijl /ele brieven ntoleend zijn aan de kerkelijke correspondentie, die op kantoren gevoed wordt. Voor allen, die op kantoren en hadelshui- zen werkzaam zijn en op de hoogte vllen ko men van de uitdrukkingén in de buitelandsche talen, welke in de correspondentie gebruikt worden, is hier een mentor verschenei die in derdaad volledig en degelijk zal inlinten, en de verwachting van den uitgever, at zoo'n mentor ook bij het onderwijs van nut zal zij.n, zal niet teleurstellen. Want de beide reds uit gegeven deeltjes: „Duitsche Handelsorrespon- dentie in de Practijk" en „Fransche id id." ge ven alles wat de ondertitel vermeldt bank bedrijf, import en export, expeditie, vezekering, scheepvaart, reizigersaankondigingen, restiging, vertegenwoordiging, brieven voor berekking- zoekenden, enz. Het Duitsche werkje verd be zorgd door F. Augustin, het Fransche door dr. Dubosq. Beide werkjes besluiten met een uit stekend alfabetisch register van de worden en uitdrukkingen in de teksten: Nedeiandsche, vertaald in de vreemde taal. Het Duifcch geeft bovendien waardevolle notities aan der, voet der bladzijden het Fransche een lijst vin afkor tingen in Handelsbrieven ten slotte is aan de Duitsche uitgave nog een afzonderijk Aan hangsel toegevoegd, getiteld: „Corresiondentie en voorschriften betreffende Cleariig". Een paar uitgaven, die niet krachtig geioeg voor degelijke en doeltreffende studie kumen wor den aanbevolen. Het gebouwencomplex van de Psychiatrische inrichting St. Willibrordusstichting te Hciloo is door Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibcrs plechtig geconsacreerd en in gebruik genomen De jonge heer Anthony Briscoll, een welge steld jongmensch, die niets omhanden had, wandelde eens op een morgen in de straten van New York. Op den hoek van de 24ste straat trad een man met een verwaarloosd en smerig voor komen hem in den weg, met 't verzoek om een kleinigheid voor eten. „Ik kom heelemaal van Boston," zei de man „en ik heb in een etmaal geen eten geproefd." Ongemerkt verwijderde zich de keurig ge- kleede Anthony een paar passen van den weinig meer dan in lompen gehulden bedelaar en gaf hem ren halven dollar. „Die stakkerd," mompelde hij, z'n weg ver volgend, „stel je voor, een heelen dag zonder eten!" Hij kon zich dat niet voorstellen, en daar hij toch niets te doen had, besloot hij den man op te zoeken en hem nog wat geld te geven. Anthony wist niet, dat er eetgelegenheden waren, waar een kwart-dollar toereikend was voor een completen maaltijd: één vleesch, drie groenten en pudding. Eerst zag hij den bedelaar niet en toen hij hem zag, zag deze hem niét Anthony was er getuige van, dat j er twee hem wat geld gaven. Daar- na trad hij op den jongen man toe en dischte hem hetzelfde verhaal van Boston op Blijkbaar had hij hem niet herkend. Briscoll gaf hem weer een halven dollar en wandelde weer verder, in de vaste meening dat de man nu wel genoeg zou hebben om, al was hij ook nog zoo uitgehongerd, z'n maag behoor lijk te kunnen vullen. Hij had een poosje rondgewandeld, toen hij merkte, dat hij verdwaald was, of liever, dat hij zonder doel rondzwierf. Hij stond op dezelfde plaats, waar hij al gestaan had en keek de lijn van den luchtspoorweg langs, zoekend naar een station, toen de bekende klanken uit den mond van den bedelaar hem opnieuw begroetten. Anthony keek hem aan en de man keek on gerust. Hij scheen in twijfel te verkeeren, of hii dien mijnheer al niet eens had aangesproken. Weer tastte de medelijdende Anthony in z'n zak: „Arme kerel," sprak hij, „in geen 24 uur ge geten. En heb je geen geld ook?" „Geen cent," kreunde de bedelaar, „en ik vai flauw van den honger, mijnheer. Help me toch! Ik vind 't ellendig te moeten vragen. Ik kan niet bedelen, 't Is me niet om 't geld te doen; alleen om een hap eten. Ik verhonger, mijn heer." „Goed," zei de milddadige leeglooper, „als 't je alleen om 't eten te doen is, ga dan maar mee naar binnen, dan kun je ontbijten." Maar de bedelaar scheen onwillig om aan die uitnoodiging gevolg te geven en begon te ker men en te klagen, dat zulke menschen als hij niet in zulke fijne gelegenheden werden toe gelaten. „O, ja, tóch wel," antwoordde Anthony, en keek naar de spijskaart, die buiten 't venster van de eetgelegenheid hing. ,,'t Lijkt me erg goedkoop. Biefstuk bijv. voor 20 cent. Vooruit." vervolgde hij met klem, en ofschoon onwillig moest de bedelaar het eethuis wel binnengaan Anthony vond 't een rare inrichting. De men schen keken niet erg vriendelijk naar hem, naar z'n keurige kleeding, naar z'n handschoe nen naar de bloem in z'n knoopsgat en naar den landlooper, die hem vergezelde. „Ga je voor de tweede maal ontbijten?" vroeg een pootige kellner, grijnslachend, aan den land looper. Deze keek schichtig op en z'n jonge be schermer, die naast z'n stoel stond, glimlachte. „Je vergist je zeker in den persoon," zei An thony tegen den kellner: „deze mijnheer heeft honger; hij heeft in geen etmaal iets gegeten. Geef hem al wat hij vraagt." „De mijnheer" keek kwaad en de kellner grijnslachte weer achter z'n blaadje, waarbij hij tegen Anthony knipoogde. De jonge man gaf hem een halven dollar, waarvoor hij eerbiedig boog! De bedelaar bestelde een glas melk, naar An thony protesteerde heftig daartegen e» bestelde daarop zelf twee biefstukken met gebakken aardappelen, brood, een dubbele omalet, ham met spek en koffie. „Wat denkt u wel van me?" riep de bedelaar woedend. „Dat je honger hebt," antwoordde z'n kwel geest minzaam, óf dat je een bedrieger bent.. En als je dat bent, dan zou ik je aan de politie moeten uitleveren." Daarop ging hij in een hoek staan leunen las de borden langs de muren en hied tegelijk het oog op den politieagent aan den overkant De bedelaar werkte zich intusschcn proppend en vloekend door z'n overvloedig ontbijt heen. 't Scheen hem niet best te bekomen. Als hij even ophield, wees Anthony Briscoll met z'n wan delstok naar een schotel die nog niet leeg was en na een schor protest, begon hij weer te eten. maar met zoo'n tegenzin alsof er vergift in 't kostelijke voedsel was. De overige bezoeker? lachten en de waard achter 't buffet lachte ook. maar zuur. „Allemachies," zei de bedelaar eindelijk, met een diepen zucht, „nou heb ik voor een jaar genoeg. Misschien denk je wel, dat je slim bent, mooie mijnheer," wendde hij zich met een kwaadaardigen blik tot Anthony. „MBar als je zoo'n hoop geld voor die aardigheid over hebt, dan moet je dat zelf weten. Als je maar oppast, dat ik je niet hier in de buurt zie na donker. Nou weet je 't." En hij liep, met door woede verwrongen ge zicht, naar de deur. „Een oogenblikje, vriendlief!" riep Anthony. „Je hebt nog niet betaald!" „Betaald?" schamperde de man. „IK betaald? Je hebt me toch zeker gevraagd, om mee te gaan eten. Ik wou geen ontbijt hebben. Betaal zelf maar voor je pret. anders gooien ze je er uit." „Ik heb je een halven dollar gegeven," ant woordde Anthony, „om een hap eten te koopen. Dit rekensommetje bedraagt slechts 85 cent, en dat vind ik erg goedkoop." Hier boog hij even voor den waard achter 't buffet. „Eenige ande re heeren hebben je ook wat geld gegeven voor een ontbijt, omdat je beweerde, dat je uitge hongerd was. Dat geld heb je in je zak. Dus, betaal dadelijk wat je schuldig bent, anders moet ik aan dien agent aan den overkant ver tellen wat ik weet, en dan ziet 't er voor jou niet te best uit." „Je mag voor mijn part in de lucht vliegen!" riep de man van 't overvloedige ontbijt. „Och, roep even dien agent binnen," verzocht Anthony aan den kellner. De kellner liep snel naar de deur en de man trachtte te ontsnappen, maar de pootige kellner greep hem bij z'n kraag en hield hem vast. „Laat me los!" schreeuwde de man, „ik zal betalen!" Al de bezoekers van 't eethuis traden' nu na der, vormden een kring om de gre p en keken toe, terwijl de man den kellner b" malde. Hi) hield 10 centen over „Je vergeet den kellner, die je bediend heeft," zei Anthony streng en wees met z'n stok naar het dubbeltje. „Ieder het zijne, of ik...." De man wierp het dubbeltje in de hand van den kellner en Anthony drong met een zege vierend lachje door de menigte, die hem be wonderend nakeek, de straat op. „Ik denk," zei hij tot een paar vrienden, aan wie hij later op den dag z'n avontuur vertelde, „dat de knaap, toen ik weg was. die fooi van den kellner terug wilde krijgen. Ik z;'-g hem ten minste met een vaart naar buiten Komen tui melen. Ja, 't was een pootige keilnfr." (Nadruk verboden) 39 lllllllllllHlllllllllltlllllllltllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIII DOOR JOHN BUCHAN Vertaald door J. M. Kempees 33 „Dan moeten wij den Franschman niet alleen laten, tot hij weer thuis is," zei ik. „Als zij dachten, dat zij de inlichtingen in Parijs kon den krijgen, zouden zij het daar probeeren. Dat wil dus zeggen, dat zij een geheim complot voor bereiden in Londen, waarvan zij verwachten, dat het slagen zal." „Royer dineeert met zijn chef en komt dan naar mijn huis, waar vier menschen hem zul len spreken Whittaker van de admiraliteit, ik zelf. Sir Arthur Drew en generaal Winstanley. De minister van marine is ziek en is naar Sher- ringham gegaan. Te mijnen huize zal hij een zeker document van Whittaker ontvangen en daarna zal hij per auto naar Portsmouth ge bracht worden, vanwaar een torpedojager hem naar Havre zal brengen. Zijn reis is te be langrijk voor den gewonen» boottrein. Hij zal geen oogenblik onbewaakt worden gelaten, tot hij veilig op Franschen bodem staat. Het zelfde geldt voor Whittaker. tot hij Royer ontmoet. Dat is het beste, wat wij kunnen doen en het is moeilijk te zien, hoe er iets mis kan loopen. Maar ik wil wel toegeven, dat ik afschuwelijk zenuwachtig ben. Deze moord op Karolides zal den boel op stelten zetten in de kanselarijen van Europa." Na het ontbijt vroeg hij mij, of ik kon chauf- feeren. „Nu, dan zul jij vandaag mijn chauffeur zijn en Hudson's uniform dragen. Je bent ongeveer van zijn grootte. Je hebt de hand in deze ge schiedenis en we willen geen risico loopen. Wij hebben wanhopige mannen tegenover ons, die het buitenverblijf van een overwerkt ambtenaar -niet zullen ontzien." Toen ik pas in Londen was gekomen, had ik een auto gekocht en mijn tijd zoek gebracht met toeren door het Zuiden van Engeland, dus wist ik er eenigszins den weg. Ik bracht Sir Walter naar Londen over de Bath Road en zette er een flinke vaart in. Het was een zachte, windstille Juni-ochtend, met een vooruitzicht op drukkende hitte later op den dag, maar het was heerlijk genoeg om door de kleine stadjes met hun pas besproeide straten en langs de zomerverblijven in de Theemvallei te rijden. Ik zette Sir Walter prompt om half elf af bij zijn huis in Queen Anne's Gate. De butler kwam per trein na met de bagage. Het eerste, wat hij deed, was mij meenemen naar Scotland Yard. Daar spraken wij een stijven heer met een gladgeschoren advocatenge- zicht. „Ik breng je den Portland-Place-moorde- naar," was Sir Walter's begroeting. Het antwoord was een wrange glimlach. „Dat zou een welkom cadeautje zijn geweest, Bullivant. Ik veronderstel, dat dit mijnheer Richard Hannay is, die mijn departement eenige dagen veel belang inboezemde." „Mijnheer Hannay zal het meer belang in boezemen. Hij heeft je heel wat te vertellen, maar niet vandaag. Om zekere ernstige re denen moet het verhaal vier-en-twintig uur wachten. Dan beloof ik je, dat je geboeid en misschien zelfs gesticht zult zijn. Ik wilde, dat je mijnheer Hannay verzekert, dat hij geen verder ongerief zal ondervinden." Deze verzekering werd prompt gegeven. „U kunt uw leven weer opnemen, waar u gebleven was," zei men mij. „Uw flat, die u waarschijn lijk niet langer wenscht te bewonen, wacht op u en uw bediende is daar nog steeds. Daar u nooit openlijk beschuldigd geweest waart, leek het ons onnoodig, u openlijk te rechtvaardigen. Maar dat kunt u natuurlijk hebben, zooals u het zelf verlangt." „We hebben misschien later je hulp noodig, Mac Gillivray," zei Sir Walter, toen wij ver trokken. Toen liet'hij mij gaan. „Kom me morgen opzoeken, Hannay. Ik hoef je niet te zeggen, dat je je doodkalm moet houden. Als ik jou was, zou ik naar bed gaan, want je moet een geweldigen achterstand aan slaap in te halen hebben. Je kunt je beter ver- borgén houden, want als één van je vrienden van den zwarten steen je zag, zouden er moei lijkheden kunnen komen." Ik voelde mij vreemd ongedurig. Eerst was het heel prettig, een vrij man te zijn en te kun nen gaan, waar ik wilde zonder iets te vreezen. Ik was maar een maand vogelvrij geweest, maar dat was meer dan genoeg voor mij. Ik ging naar het Savoy en bestelde zeer zorgvuldig een zeer goede lunch en rookte toen de beste sigaar, die het hotel me kon verschaffen. Maar ik voelde me nog zenuwachtig. Als ik iemand naar mij zag kijken in de conversatiezaal, werd ik ver legen en vroeg mij af, of zij aan den moord dachten. Daarna nam ik een taxi en reed mijlen en mijlen ver Noord-Londen in. Ik liep terug, tus- schen velden en rijen villa's en huizenblokken en toen door sloppen en kleine straatjes. Het kostte mij bijna twee uren. Al dien tijd werd mijn rus teloosheid erger. Ik voelde, dat groote dingen, geweldige dingen gebeurden of stonden te gebeu ren en ik, om wien de heele zaak draaide, stond er buiteh. Royer zou nu landen in Dover, Sir Walter zou plannen maken met de paar men schen in Engeland, die in het geheim waren be trokken, en ergens in het duister zou de zwarte steen werken. Ik voelde het gevaar, het komend onheil, en ik had ook het merkwaardige gevoel, dat ik alleen het kon afwenden, dat ik alleen het aan kon. Maar ik stond er nu buiten. Hoe kon het anders? Het was niet waarschijnlijk, dat ministers en generaals mij bij hun besprekingen zouden toelaten. Ik begon werkelijk te wenschen, dat ik tegen een van mijn drie vijanden aan zou loopen. Dat zou verwikkelingen geven, die tot een ontknoo ping zouden kunnen leiden! Ik voelde, dat ik er geweldig naar verlangde een ordinair vechtpar tijtje met die heeren te hebben, waar ik kon toeslaan en iets verpletteren. Ik was hard bezig, in een heel slecht humeur te raken. Ik had geen zin naar mijn flat terug te gaan. Dat teruggaan moest wel eens onder de oogen gezien worden, maar daar ik genoeg geld had, dacht ik het maar uit te stellen tot den volgen den ochtend en voor dien nacht naar een hotel te gaan. J Mijn ergernis bleef aanhouden gedurende het diner, dat ik gebruikte in een restaurant in Jermyn Street. Ik was niet langer hongerig en liet verschillende gangen onaangeroerd voorbij gaan. Ik dronk 't grootste deel van een flesch Bourgogne leeg, maar dat vroolijkte mij heele maal niet op. Een afschuwelijke rusteloosheid had zich van mij meester gemaakt. Hier zat ik, een heel gewone kerel, met geen bijzondere her senen en toch was ik overtuigd, dat ik op de een of andere manier noodig was om deze zaak tot een goed einde te brengen, dat het zonder mij in het honderd zou loopen. Ik zei tegen me zelf, dat het pure hoogmoedswaanzin was, dat vier of vijf van de knapste mannen, die er waren, met de heele macht van het Britsche Keizerrijk achter zich, de zaak in handen had den. Toch kon ik niet overtuigd worden. Het was alsof een stem in mijn oor bleef spreken en mij zeide, dat ik aan den slag moest, of ik zou nooit weer slapen. Het resultaat was, dat ik omstreeks half tien besloot, naar Queen Anne's Gate te gaan. Hoogstwaarschijnlijk zou ik niet toegelaten worden, maar het zou mijn geweten verlichten als ik het probeerde Ik liep Jermyn Street af en passer rete op den hoek van Duke Street een groep jonge mannen. Zij waren in avondkleeding, hadden en;ens gedi neerd en gingen nu naar een music-hall. Eén van hen was Marmaduke Jopley. Hij zag mü en bleef plotseling staan- Mijn hemel, de moordenaar!" riep hu. „Hier, jongens, houdt hem! Dat is Hannav. de man, die den moord op Portland Pt' gepleegd heeft!" Hij greep mij bij mijn a 'n en ce anderen verdrongen zich om ons. Ik wenschte heelemaal geen mo> ukneden, maar mijn slecht humeur speelde ro'J 1 arten. Een politieagent kwam naderbij en i had hem de waarheid moeten zeggen en, als die me geloofde, had ik moeten eischer «aar Scotland Yard gebracht werd.o. ut geval naar den dichtstbijzijden politiepost. Mar r een oponthoud op dat oogenblik leek mij or raag- lijk en de aanblik van Marmie's stomme, snrn was meer dan ik verdragen kon. Ik haa.de uit met mijn linkerhand en smaakte de vo.doenmg, hem languit in de goot te zien vallen. Toén begon er een heidensch gekrükeei. ze keerden zich allemaal tegelijk tegen mij en de politieagent viel me van achteren aan. us plaatste één of twee rake klappen en ik gel0™" dat ik bij eerlijk spel het heel. „'rlletje ai had kunnen ranselen, maar de polities mt greep me van achteren beet en één van ben kneep zijn vingers can mijn nek. *xirvülEC&

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 2