Karelisch-Finsche republiek door de Sovjets gevormd Churchill's rede was niet Churchilliaansch Een bom trof de „Protinus" CETA-BEVER Verscherping van de blokkade Berlijns twee vrienden: twee sfinxen PHILIPS ZONDER HET GEBIED VAN LENINGRAD PHILIDYNE Rijwiellantaarns Buitenlandsch Overzicht U kunt er om verlegen zitten! Kerkelijk leven MAANDAG 1 APRIL 1940 Recordbegrooting voor defensie vanaf f. 6.85 Zes dagen zwalkten de geredden op zee PRINS BERNHARD IN ROTTERDAM DE „STANFRIES III" IN AMSTERDAM MEISJEVERONGELUKT Steun aan de Zeeland A.N.V.F. verzet zich tegen gebruik van gelden uit verkeersfonds LIJK NA DRIE MAANDEN GEVONDEN Letlandsch schip bij Vlieland gestrand Later vlotgesleept en naar IJmuiden opgestoomd ZUIDERZEEWERKEN Afscheid ir. J. G. Schilthuis VOOR VUIL, VET, SMEER EN ZOOVEEL MEER 25 ct. BIJ DROGISTEN Invoerbeperking Kamerleden vragen breedere motiveering BEDRIJFSLEIDER PLEEGDE VERDUISTERINGEN SLOEP VAN DE „DEN HAAG" OPGEPIKT? CONFLICT IN ROTTERDAM NIEUW TWEEDE KAMERLID DE VLOOTUITBREIDING BURGEMEESTER BEETS HERSTELD „TAWALI" WEER VLOT Deken van Mulukom t BENOEMING Voorafgegaan door Z. H. Exc. Mgr. dr. J. trok Zondag een massale stoet langs den ff- G. Lemrnensbisschop van Roermond, bidioeg foor &en vrede te Maastricht MOSKOU, 1 April. De Opperste Sovjet is Zondag voor zijn tweede voltallige zitting in het Kremlin bijeengekomen. De Volkscommissaris van Financiën heeft een oorlogsbegrooting ingediend, welke met een bedrag van 57 milliard roebel alle voor gaande defensie-begrootingen overtreft. De boodschap werd met donderend applaus door den Oppersten Sovjet ontvangen. Rus land moet paraat blijven, zoolang de kapita listische omsingeling voortduurt, zeide de minister. De Opperste Sovjet behandelde tevens het tweede punt op de agenda: de omzetting van de autonome Karelische republiek in een Ka relisch-Finsche bondsrepubliek. Het lid van het Politiek Bureau, Sjdanof, motiveerde het voor stel van den raad van Volkscommissarissen Hij vatte zijn betoog samen in de navolgende reso lutie, welke door den Oppersten Sovjet werd aangenomen. 1. De gebieden, welke Finland aan de Sovjet-Unie heeft afgestaan, zullen bij Sovjet-Karelië worden ingelijfd met uitzon dering van het district, dat aan Leningrad grenst. Bij Karelië komen de steden Viborg, Antrea, Kexholm, Sortavala, Suojarvi en Kuolajarvi. 2. De autonome republiek Karelië zal tot bondsrepubliek van de Sovjet-Unie ver heven worden 3. De regeering der Karelisch-Finsche bondsrepubliek zal het beschikkingsrecht krijgen over de industrieele ondernemingen en bedrijven, welke in het nieuwe gebied liggen, met uitzondering van bedrijven, wel ke krachtens hun beteekenis onder het Volkscommissariaat der Sovjet-Unie zullen komen te staan. 4. De Opperste Sovjet der Sovjet-Unie zal zich te zamen met den Oppersten Sovjet der Karelisch-Finsche bondsrepubliek belas ten met de nauwkeurige grensafbakening tusschen de Karelische bondsrepubliek en de Russische bondsrepubliek. 5. In de Karelisch-Finsche bondsrepubliek zullen nieuwe verkiezingen voor den Opper sten Sovjet gehouden worden. 6. Het tijdstip dezer verkiezingen zal door den Oppersten Sovjet bepaald worden. 7. De omzetting der Karelische autonome republiek in een bondsrepubliek zal in de grondwet der Sovjet-Unie worden opge nomen. In zijn toelichting zeide Sjdanof volgens Tass o.a. dat de Karelische landengte, die een cpmarschgebied tegen Leningrad was, thans een bolwerk is geworden van den vrede en van Leningrads veiligheid. Op wensch van de auto nome Karelische republiek wordt het aan de Sovjet-Unie overgedragen gebied bij Karelië gevoegd en wordt de Karelische republiek om gezet in de Karelisch-Finsché Socialistische Sovjet-Republiek. Reeds zijn maatregelen getroffen om de nieuwe gebieden met Karelië te verbinden. Zoo is reeds de spoorlijn Petrozawodsk—Suo jarvi aangelegd, die Karelië's hoofdstad en de Moermanlijn verbindt met de spoorlijn Sorta valaViborg. De Opperste Sovjet heeft eenstemmig het voorstel van Sjdanof aangenomen, om als twaalfde republiek van de Unie der Sovjet republieken de Karelisch-Finsche republiek te stichten. De- grondwet zal worden gewijzigd teneinde de Karelisch-Finsche republiek in de federatie op te nemen. Acht Nederlandsche zeelieden, de overle venden van de uit twaalf koppen bestaan hebbende bemanning van den Nederland- schen trciler „Protinus", die door een Duitsch vliegtuig tot zinken werd gebracht, liggen thans in een ziekenhuis in een ha venstad aan de Schotsche Oostkust, meldt Reuter uit Londen. Zes dagen hebben de mannen op de Noordzee rondgedobberd in een open boot, zonder voedsel, zonder wa ter, tot zij eindeljjk opgepikt werden door een Engelsche duikbooteenheid. Een der schipbreukelingen, de tweede ma chinist Bertus Glazemaker, heeft in 'n on derhoud verklaard, dat de opvarenden van de „Protinus", tóen het Duitsche vliegtuig verscheen, in de meening verkeerden, dat het een geallieerd toestel was. Zij wuifden het toestel toe. Dit werd beantwoord met een regen van bommen. Een bom trof de brug en doodde den kapitein en een ma troos. Het vliegtuig maakte toen een duik vlucht er, richtte mitrailleurvuur op het schip, terwijl de bemanning naar de red dingboot snelde. Hierbij werd niemand ge troffen. Twee opvarenden konden de ontberingen in de open boot niet doorstaan. Zij overle den en werden in zee begraven. Glazemaker voegde aan dit relaas nog toe: de Duitschers cirkelden verscheidene malen over ons hoofd, vóór zij verdwenen. Helaas was de reddingboot niet van provi and voorzien en was het drinkwater brak. Terwijl de mannen rondzwalkten zagen zij nog een tweede Duitsche machine, doch deze merkte hen niet op. De schipbreukelingen had den vreeseliik te lijden, zoo erg, dat een hun ner op Goeden Vrijdag en een tweede op Twee den Paaschdag bezweek. De hoop op redding begon reeds te wiiken, toen op den Tweeden Paaschdag een Britsche duikboot in zicht kwam. Deze duikboot hield, zoolang het licht was, contact met hen en toen de nacht was aange broken, nam zij hen aan boord. De duikboot zette haar patrouille nog vier dagen voort, al vorens zij de geredden aan land bracht. Tij dens deze patrouille dook zij nog eenmaal on der om aan de aandacht van een Duitsch vliegtuig te ontsnappen. Bij deze ramp kwamen om het leven de ka pitein K. Wijker en de matroos Buis. die bij den bominslag gedood werden: de stoker J. Piers, uit Amsterdam en de tremmer G. Voor- ting, uit Santpoort, die tengevolge van de ont beringen overleden. De acht overlevenden van deze ramp zijn: de kok W Wijker. uit Egmond aan Zee; de matroos A. Plug. uit Den Haag: de matroos A. Groot, uit Egmond aan Zee; de tweede machi nist A. Glazemaker, uit Haarlem: de matroos H. Stam. uit Egmond aan Zee; de matroos J. Blok. uit IJmuiden; de eerste machinist H. J. Bannink. uit Haarlem en de stuurman A. de Graaff. uit Egmond aan Zee. hut is verdwenen en het rad van het roer is totaal versplinterd. De „Stanfries III" zal ver moedelijk in Rotterdam worden gerepareerd, waarna de boot zoo spoedig mogelijk weer in de vaart zal worden gebracht. Vanmorgen heeft Z. K. H. Prins Bemhard namens H. M. de Koningin, vergezeld door zijn waamemenden adjudant luitenant-kolonel H. J. Phaff, een bezoek gebracht aan den luchtverde digingskring Rotterdam—Den Haag. Zondagavofid om zes uur is het gelichte wrak van de „Stanfries III" op het IJ aangekomen. Naar men zich zal herinneren, is het schip op 19 Maart j.l. na een botsing met de veerboot „Van Hasselt" op het IJselmeer op 12 K.M- af stand van Stavoren gezonken. Zaterdag was de „Stanfries III" naar Enkhui zen gesleept, waar een gedeelte van de lading werd gelost en waar het voorloopig werd dicht gemaakt. De „Daniël" van de reederjj Goedkoop sleepte het daarop naar Amsterdam, Tegelijker tijd arriveerde de groote bok van genoemde ree- derij, waarmede de berging was verricht. De „Stanfries III" heeft ligplaats genomen aan den steiger aan de De Ruyterkade. nabij het Westelijke viaduct. Daar zal de rest van de uit feukgoederen beslaande lading worden gelost. r voor een deel door het sl^^^clat in de \ibruikbaar gë F - tijde pi Zaterdagmiddag is, te Siddeburen (Gr.) het vierjarige meisje Jeannette Haze, toen zij van achter een wagen plotseling den weg over stak, door een autobus aangereden. Het kind werd met ernstige verwondingen naar het academisch ziekenhuis te Groningen overge bracht, waar het Zondagmiddag is overleden. De Algemeene Nederlandsche Verkeersfedera- tie schrijft ons: Het op zichzelf loffelijke streven der regeering om aan de Stoomvaartmaatschappij „Zeeland" wederom geldelijken steun te verleenen, wordt ontsierd door de gelijktijdige mededeeling, dat de hiervoor benoodigde middelen, ten bedrage van ruim zes ton gouds, ontnemen zullen worden aan het Verkeersfonds. De middelen van het verkeersfonds, opge bracht door het motor-wegverkeer en door het fietsende deel onzer natie, zijn in de eerste plaats aangewezen voor het bekostigen der wegen en paden, met bijbehoorende bruggen en verdere requisieten ten gebruike van deze beide verkeers- vermen. Nog te talrijk zijn de groote wegen voor gemengd verkeer, die alsnog een vrijliggend rijwielpad moeten missen. Te langzaam vordert de verbetering der secundaire wegen, grooten- deels wegens te karige bedeeling der provicies uit de gelden van het Verkeersfonds. Nog gan- schelijk in de kinderschoenen staat de doteering ten behoeve van de tertiaire wegen en onder- tusschen stelt de voortgaande motoriseering des verkeers aan die thans nog veelal smalle, boch tige en hobbelige streekverbindingen steeds zwaardere eischen. Voorts bestaat er nog groote behoefte aan tal van oeververbindingen, zij het door bruggen of tunnels, dan wel door verbete ring der veerponten, belangrijke gedeelten des lands wachten met smart op voorzieningen van dezen aard, die reeds Zoo lang als urgent zijn erkend. Aldus ontbreekt het waarlijk niet aan een nuttig, ja bepaald dringend gebruik voor de gelden van het Verkeersfonds. De figuur is zeer eenvoudig: de middelen in het verkeersfonds behooren besteed te worden ten behoeve van het verkeer zelf, zooveel moge lijk in proportie met den inbreng van iedere verkeerssoort. Voor doeleinden echter, welke buiten dat kader vallen, voorzoover deze waar lijk een algemeen nationaal belang dienen, be hooren de daarvoor benoodigde kosten zeer stel lig te worden gedragen door de gemeenschap in haar geheel, voor dergelijke doeleinden trachtte men niet de middelen te putten uit het Verkeers fonds. In December van het vorig jaar is te Wil lemstad een schippersknecht verdronken. Tot Op heden vond mer^ het lijk niet. Deze week waren werklieden aan de bovensluis bezig met herstelwerken, die verricht werden aangezien het hooge water dezen winter veel schade heeft aangericht. Tusschen het houtwerk ontdekte men een lichaam, dat in verren staat van ont binding verkeerde. Uit de kleeding en verdere gegevens bleek, dat dit het lichaam was van den in Decem ber verdronken schippersknecht. In het afgeloopen weekend is op de Eier- landsche Gronden het Letlandsch stoom schip „Ausma" dat een draagvermogen heeft van 3500 ton, in nood geraakt. De bemanning van het schip had aanvan kelijk niet om hulp gevraagd. Men meende, dat zij met een eigen boot het schip had verlaten. Daar het weer echter mistig was geworden en de bemanning uitbleef, is Zon dagmorgen de reddingsboot van De Cocks- dorp uitgevaren om haar te zoeken. Naderhand heeft een sleepboot van de fir ma Doeksen, welke uitgevaren was naar de Eierlandsche Gronden om het gestrande schip hulp te bieden, een sloep met vijf le den van de bemanning opgepikt. De stranding geschiedde in den nacht van Zaterdag op Zondag. De positie van het schip is buitengewoon gevaarlijk. Aan boord bevon den zich vijftien opvarenden. Vijf hunner wa ren Zondagochtend in een sloep gegaan, ver moedelijk om het anker uit te zetten. Hierbij is de sloep afgedreven. Later werden de man nen door de bergingssleepboot „Bornrif" van de reederij Doeksen, wier hulp door den kapi tein langs radiografischen weg was ingeroepen, ten Noord-Oosten van Vlieland opgepikt en aan boord van de „Ausma" teruggebracht. jDe „Bornrif" en de sleepbooten „Neptunus", eveneenxs van Doeksen, en de „Utrecht" van de firma Wijsmuller, welke beide laatste booten eveneens naar het gestrande schip waren uit gevaren, bevonden zich Zondagmiddag in cte nabijbheid van de „Ausma." Men zou trachten verbinding met het schip tot stand te brengen en het in den nacht tijdens hoog water pro- beeren vlot te trekken. Nader wordt ons bericht, dat het vannacht omstreeks twee uur, bij hoog water den sleepbooten „Bornrif" en „Neptunus" van de firma Doeksen en „Utrecht" van de firma Wijsmuller gelukt is het Zondag op de Eier landsche gronden gestrande Letlandsche s.s. „Ausma" vlot te brengen. Het schip heeft onmiddellijk de reis vervolgd. Het werd omstreeks het middaguur te IJmui den verwacht. De sleepboot „Utrecht" maakte den tocht mede, om eventueel assistentie te ver leenen. daar nog niet vaststaat of het schip be langrijke schade heeft opgeloopen. De „Ausma" meet 1.905 ton en behoort thuis te Riga. werking gedurende deze periode, waarna de heeren Lanting en Niemann namens de mid delbaar technici en het administratieve perso neel nog het woord voerden en geschenken aanboden. Zaterdagmorgen hebben de directie en het personeel va.n den dienst der Zuiderzeewerken, in verband met het vertrek van ir. J. G. Schilt huis wegens zijn benoeming tot hoofdingenieur van den provincialen waterstaat van Gronin gen, op het bureel te 's Gravenhage afscheid genomen van den scheidenden functionaris. Het hoofd van den dienst, ir. V. J. P. de Blocq van KuffePr, heeft in gevoelvolle woor den uitvoerig het belangrijke werk, hetwelk door ir. Schilthuis tijdens zijn meer dan 20- jarige werkzaamheid bij dien dienst is tot stand gebracht, gememoreerd. Het Was hem een genoegen eveneens te kun nen getuigen van de waardeering van de re geering. blijkende uit de benoeming van ir. J. G. Schilthuis tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Vervolgens getuigde ir. Van der Bom van dp groote waardeering van het corps ingenieurs voor de buitengewone vriendschappelijke samen- Als Winston Churchill spreekt, luistert heel de wereld met gespannen aandacht En met reden. De Eerste Lord der Britsche Admirali teit houdt er niet van een blad voor den mond te nemen en noemt de dingen graag bij hun werkelijken naam, welke weinig politieke en diplomatieke gewoonte nogal eens sensatie ver wekt. Men weet wat een „Churchilliaansche" rede is: dat is een rede, die gloeit en vonkt, die verrast en sensatie verwekt, die overal, ook in zijn eigen land vaak, felle reactie veroor zaakt, maar en dit is het belangrijke meestal, zij het ook in een ruwe schets, de richting aanw'ijst in welke de Britsche politiek zich zal ontwikkelen. Wat Chamberlain zal verzwijgen of slechts in zeer diplomatieke ter men, ieder woord gewikt en gewogen, mede deelt, bazuint Churchill rond in woorden, die voor iedereen verstaanbaar zijn. Men weet. hoeveel gerucht zijn „praatjes bij den naard" reeds veroorzaakt hebben, die later wel eens officieel werden gedesavoueerd, maar achteraf toch maar volkomen juist de Britsche houding „sans voile" weergaven. Nu is het merkwaardig, dat de rede, die de Britsche minister van Marine Zaterdag j.l. hield,, niet typisch Churchilliaansch was. Zij was rustig en weloverwogen: zij geleek een regeeringsverklariftg, die ook Chamberlain had .mtjen afleggen. Zij was een bevestiging van een *ocr teeds eëfuje weken wikkeling der Britsche en Fransche politiek meende te bespeuren: verscherping van den strijd. Daarom dwong de Fransche Kamer het kabinet-Daladier tot aftreden hoewel het niet tegen Daladier zelf ging daarom dringt de Britsche pers er ook bij Chamberlain krach tig op aan zijn kabinet te reconstrueeren. Men wil actie, men wil, dat er oorlog gevoerd wordt Maar hoe? Dat moet men aan de regeeringen over laten, zei de Engelsche minister van Oor log, Stanley, een paar dagen geleden. De oorlog zal geïntensiveerd worden. „Engeland wenscht echter den oorlog niet uit te breiden", ver klaarde Churchill Zaterdagavond. Geen uit breiding? Dus geen actie van de Geallieerden in Noord- of Zuid-Oost-Europa? Engeland gaat zijn blokkade verscherpen. Dat beteekent: het zal in Noord-Europa trachten den Zweedschen ertstoevoer naar Duitschland via Narvik en de Scandinavische wateren af te snijden: het zal in het Verre Oosten controle uitoefenen: Wladiwostock en de Trans-Siberi sche spoorweg, Japan en Indië. En hoe zal het grootste lek, Zuid-Oost-Europa, gestopt worden? Het „hoe" zullen we moeten afwachten, maar dat de Geallieerden het niet al te nauw meer met het volkenrecht zullen nemen is wel zeker. Het Duitsche voorbeeld vindt navolgingbij Londen en Parijs, Reeds heeft Lord Halifax den Volkenbond doen weten, dat Groot-Brit- tannië terugkomt op de onderteekening der fa cultatieve clausule van het protocol van Gcnè- ve, hetgeen o.a. beteekent, dat Engeland zich niet meer verplicht acht arbitrage van het Permanente Hof voor Internationale Justitie in te roepen of te aanvaarden. Wilde Noorwe gen het „Altmark"-incident destijds al niet voor het hof brengen? Londen wil zulke stap pen bij voorbaat voorkomen. Opvallend was de voorzichtigheid, waarmee Churchill de Britsch-Russische betrekkingen behandelde: „het behoort niet tot onze politiek oorlog met Rusland te voeren" zei de Engelsche minister. Het was een antwoord op Molotof's lcvnific.he rede van Vrijdag J.l., waarin hij wel iswaar felle verwijten richtte tot Engeland en Frankrijk, maar tenslotte toch verklaarde, dat de Sovjet-Unie neutraal bleef en zich buiten de intriges van West-Europa zal houden. West- Europa: daar rekent het Kremlin ook Duitsch land en Italië onder. Dat is de reden, waarom Churchill zich zoo voorzichtig over de Roode Republiek uitliet: Stalin zoekt uitbreiding van zijn eigen macht. Met behulp van wie en met welke middelen interesseert hem weinig. Op het oogenblik is Duitschland hem het voordeeligst. Het verbond met het Derde Rijk heeft hem al heel wat winst opgeleverd. Heeft de Duitsche „Mohr seine Schuldigkeit getan", dan zal Stalin er niet het minste bezwaar in zien, weer toenadering tot Londen en Parijs te zoeken. Hij wenscht noch jn overwinning van de Geallieerden, noch van Duitschland; hij zoekt slechts dezen oorlog uit te buiten om zijn eigen gebied zoo veel mogelijk uit te breiden, evenals zijn Tsaristische voor ganger Peter de Groote. Tot nu toe is hem dit uitstekend gelukt Al leen vraagt men zich af, welk slachtoffer nu aan de beurt is. Noorwegen, Zweden. Roemenië? Uit Molotofs rede krijgt men den indruk, dat de Roode Tsaar thans zijn oogen richt op dit laatste land. „Met Roemenië hebben wij geen non-agressiepact, hetgeen te verklaren is door het niet „geregelde geschil over Bessarabië, dat niet op bevredigende wijze gesloten is." Dit ge schil moet dus geregeld worden. „Zonder oor log", zegt de Russische Volkscommissaris. Maar Boekarest voelt er niets voor dit gebied zoo maar aan Rusland af te staan. Zouden immers ook Hongarije en Bulgarije hun deel van Roe menië niet onmiddellijk opeischen? Het gevaar verplaatst zich dus weer naar Zuid-Oost- Europa, waar Duitschland en Italië juist den status quo wenschen. 2!ij meenden ook Moskou voor hun standpunt te kunnen winnen. Het schijnt niet gelukt. Hierin ligt waarschijnlijk ook de verklaring, dat de door Berlijn met zoo veel ophef aangekondigde Paaschsensatie, een driebond Berlijn—Moskou—Rome, waarvan een bezoek van Molotof en Ciar.o aan de Duitsche hoofdstad de bekroning zou vormen, is uitge bleven. Duitschland heeft twee vrienden: Italië en Rusland. In beider politiek ligt echter veel raadselachtigs en zeven maanden oorlog hebben hierin weinig opheldering gebracht. Dit is waar schijnlijk ook de reden, waarom de Geallieerden zoo'n merkwaardige houding tegenover deze twee landen aannemen: geen breuk met Moskou, geen toenadering tot Rome. Zal hierin thans spoedig verandering komen? Blijkens het verslag over het wetsontwerp, houdende bekrachtiging van de Koninklijke besluiten van 25 November 1939, tot regeling van den invoer van verschillende artikelen, waren sommige leden der Tweede Kamer van oordeel, dat de minister bij dergelijke voor stellen een meer gedocumenteerde toelichting zou behooren te geven dan over het algemeen thans geschiedt. Deze leden meenden, dat de tegenwoordige omstandigheden een nieuw gegeven van zoo danige beteekenis vormen men denke bijv. aan de belangrijke prijsstijgingen in het bui tenland dat een breedere motiveering dan een simpele verwijzing naar het eigen oordeel van den minister had mogen worden verwacht. Zij verzochten dan ook nadere adstructie van 's ministers standpunt. Sommige andere leden achtten handhaving, althans van de in deze wetsontwerpen ter be krachtiging voorgedragen contingenteeringen, voorshands wenschelijk. Niettemin zouden ook zij een nadere motiveering op prijs stellen. Met betrekking tot de contingenteering van kachels, haardkachels, enz., werd er door een aantal leden aan herinnerd, dat reeds vroeger bezwaar is gemaakt tegen het toestaan van be langrijke extra-contingenten voor deze artike len bij handelsverdragen. Dientengevolge werd en wordt de beperking van den invoer grooten- deels illusoir gemaakt. Deze leden meenden nu, dat de hierdoor ontstane moeilijkheden nog zijn vergroot, doordat boven de bij handelsverdrag toegestane contingenten in den laatsten tijd nog belangrijke extra-consenten zijn verleend. Zoo was, naar zij meenden, de bij handelsverdragen toegestane invoer van kolenfornuizen over 1939 bepaald op 1650.000.- kg., in werkelijkheid ech ter werd 2447.000 kg. ingevoerd. De leden, hier aan het woord, drongen er op aan, den invoer van deze artikelen voortaan in ieder geval te beperken tot de hoeveelheid, bij handelsver dragen vastgelegd. Daarvoor bestaat huns in ziens thans te meer reden, nu de verhouding tusschen in- en uitvoer in de laatste maanden zoo sterk in ons nadeel is gewijzigd. Deze opmerkingen gaven aan eenige andere leden aanleiding om de vraag te stellen, of het wel noodig is, deze contingenteering te hand haven, wanneer de werkelijke invoer zoo veel grooter is dan die, welke volgens het besluit tot invoerbeperking moet worden toegestaan. Bestaan er wellicht overwegende redenen van lrandelspolitieken aard, welke tot handhaving van deze contingenteering nopen? Net als om Aspirin. Dat kleine tabletje knapt gauw weer op als U zich „niet lekker" voelt. Zorg dus steeds, een buisje bij de hand te hebben. Te Rotterdam is de 38-jarige bedrijfsleider v. S. door de politie in verzekerde bewaring ge steld. Hij wordt verdacht van het plegen van valschbeid in geschrifte en diverse verduisterin gen, waarvan men het totaal bedrag taxeert op vijftig a zestigduizend gulden, ten nadeele van een firma, handelende in automobielen, orgels en piano's. De verduisteringen en knoeierijen van dezen bedrijfsleider zouden reeds in 1931 zijn aange vangen, doch werden eerst in 1937 ontdekt. Sindsdien heeft hij een deel van het verduister de geld terugbetaald, doch anderzijds ging hij, zooals thans gebleken is, verder met valsche boekingen en knoeierijen. De kustvaarder „Badzo", kapitein J. Huize bosch uit Rijswijk, heeft te Harlingen een sloep binnengebracht, welke gemerkt was „Den Haag". De sloep is tusschen Hoek van Holland en Schouwenbank opgepikt en was aan stuurboord geheel gespleten, vermoedelijk tengevolge van een aanvaring. De Rijksbemiddelaar in het derde district, prof. mi'. A. C. Josephus Jitta, heeft thans aan partijen in het Rotterdamsche bakkersbedrijf besprekingen voorgesteld over een nieuwe C.A.O., waarvan de volgende punten vaststaan: 1. De bankman zal f 29.per week verdie nen. 2. De loonen van de overige arbeiders zullen bij de onderhandelingen nader worden vastge steld. Mr. P. J. Oud, die tot lid van de Tweede Ka mer was verklaard in de vacature-Cohen, (V. D.) heeft die benoeming niet aangenomen. Thans heeft de voorzitter van het Centraal Stembureau in deze vacature benoemd verklaard den heer H. A. Zwijnenberg te Enschede. Het wetsontwerp inzake den bouw van slag kruisers, dat thans bij den Indischen Volksraad aanhangig is gemaakt, zal, nadat het advies van den Volksraad is ontvangen, bij de Tweede Kamer worden ingediend. De memorie van toelichting van dit wets ontwerp, dat thans bij nota aan de Tweede Kamer is toegezonden, draagt de onderteeke ning van den minister van Defensie. BATAVIA, 1 April (Aneta) De burgemees ter van Bandoeng, de heer Beets, die eenigen tijd geleden in het ziekenhuis werd opgenomen, verlaat vandaag deze inrichting weer. Hij zal echter nog eenige maanden rust houden tot zijn volledig herstel. BATAVIA, (Aneta). De „Tawali" van de Stoomvaart Mij. Nederland, die Zaterdag bij het uitvaren van de Moesi tengevolge van den mist is vastgeloopen, is Zaterdagavond om 11 uur weer op eigen kracht vlot gekomen. Zondagmiddag is te Nijmegen, na een langdurige ongesteldheid en meermalen voorzien van de H-H. Sacramenten der Stervenden, overleden de hoogeerw. heer deken J. L. van Mulukom, Kanunnik van het kapittel in het Bisdom Den Bosch. Deken J. L. van Mulukom heeft den leeftijd bereikt van 66 jaar en werd geboren te Hors- sen in Maas en Waal. Na zijn priesterwijding werd hij, na een korte assistentie, benoemd tot kapelaan in de St. Bartholomeusparochie te Beek bij Nijmegen. Vele jaren heeft hij zich daar gewijd aan de katholieke sociale actie en hij was ook een sterke stuwkracht in de drank bestrijding, welke tcendertijd nog een zeer uit gebreid arbeidsveld had. Vooral in Beek en omgeving heeft hij op het gebied der drank bestrijding zeer veel nuttigen arbeid verricht. Zijn harde werken was niet zonder invloed gebleven op zijn gezondheid en kapelaan J. L. van Mulukom, die zichzelf nimmer gespaard had, moest eenigen tijd rust nemen en werd benoemd tot rector van het R.K. Sanatorium „Dekkerswald" te Groesbeek bij Nijmegen. Vele jaren is hij daar werkzaam geweest. Vanuit Dekkerswald nam hij nog een ruim aandeel aan de katholieke actie in de omgeving. Een en twintig jaar geleden werd hij benoemd tot pastoor van de St. Antoniuskerk in de Groene- straat bij St. Anna te Nijmegen. Hier ont plooide hij, m een zich steeds uitbreidende volkswijk, een ongekende werkkracht. Hij stichtte meerdere scholen, een verenigings gebouw en had zich tot zijn levenstaak gesteld de bevordering van het Ziekentriduum, dat lange jaren een unicum was in het Bisdom Den Bosch en later in vele plaatsen van het bisdom navolging vond. Pastoor J. L. van Mulukom bleef, buiten zijn drukken parochieelen werk kring, ook nog steeds volle aandacht wijden aan het sociale-charitatieve werk in zijn deke naat, waarin hij de opvolger werd van wijlen deken Mgr. C. A. van Son. Hij had zijn liefde ook verpand aan de moderne jeugdbeweging voor meisjes en richtte indertijd op de K.J.V. en de K. J. M. en stichtte 'n dubbel katholiek Meisjestehuis, Huize St. Theresia aan den St. Canisiussingel te Nijmegen. Hij was in Nij megen de rechterhand van Mgr. Frencken uit het Bredasche diocees,- vooral wat betreft de georganiseerde jeugdzorg voor fabrieksmeisjes. Ook was hij een der voormannen in de Eucha ristische beweging en nam dikwijls een werk zaam aandeel in de organisatie van Eucharis tische Congressen. Eenige jaren geleden werd hij benoemd tot kanunnik van het Bossche kapittel en behoorde tot een dergenen, die vooral ook het sociale werk onder de katholieke jongeren bevorderden. Tegelijkertijd nam hij een werkzaam aandeel in de regeling van de diocesane katholieken dagen, waartoe behoort een der best geslaagde, dat van Nijmegen, ongeveer twee jaar geleden. Den laatstsn tijd was hij lijdende en kon hij den arbeid in de parochie niet meer waar nemen. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft den Weleerw. Heer B. J. A. Haanen benoemd tot Kapelaan te Rotterdam (H. Hildegardis) siiiSSsS&^i3aillRSiSSbiiS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6