„Egypte achter de
Geallieerden"
GELEZEN COURANTEN
W,
DE GEBROEDERS „GOOCHEM"
n
Md wfikml van dm daq
TAFELZOUTuiTei^m doctm:
't Zijn drukke tijen, die van 't Voorjaar!
Maar doe gewoon, dan doede
nog gek genogt'
MEN ZAL ER U DANKBAAR VOOR ZIJN!
VRIJDAG 5 APRIL 1940
Manoeuvres worden gehouden in
de woestijngebieden van
Westen en Oosten
De Fransche Kaart
van Europa"
^«mner Welles heeft geen enkele
kaart gezien
>,Esso Belgium"
gesleept
vlot
Fransch ministerie van
voorlichting ingesteld
Voor 't Amerikaansche
leger
Bijna 800 millioen dollar ter
beschikking gesteld
Contrabandecontröle
ook in Australië
Geen roode troepen in
Estland aangekomen
Een strijd om vrouwen
en geweren
FRANSCHE PAMFLETTEN IN
LIMBURG
Het geluid van projec
tielen
Jlt U op een eenvou
dige wijze medewerken den
militairen in Uw woonplaats
een groot plezier te doen?
(jeeft dan dit blad na
lezing aan de kazerne, het
militairentehuis of andere
verblijfplaats van militairen
in Uw nabijheid.
GEWEZEN MILITAIR BLIJFT
ONTSLAGEN
MATROOS OVER BOORD
GESLAGEN
Luxemburgsch elftal ongewijzigd
C&ïRO, 4 April. (Havas)De minister van
Landsverdediging van Egypte, Mohammed
Saleh Pasja, heeft in een rede gezegd dat
Egypte ingeval van een uitbreiding van het
conflict aan de zijde van de democratieën
2al staan.
L>e defensie van Egypte is gegarandeerd; op
strategische punten zijn krachtige verster-
■d'igswerken aangelegd en de gemotoriseerde
eenheden zijn goed georganiseerd, zoodat de
troepen snel van het eene front naar het andere
bunnen worden vervoerd. De troepen hebben
^erder hun kracht in de woestijn bewezen en
dit is van het eerste belang bij een oorlog,
Waarin Egypte betrokken zou worden.
Lij de jongste manoeuvres zijn de goede op
leiding van de troepen en de doelmatigheid van
"et materieel gebleken.
!n antwoord op een vraag voegde de minister
hieraan toe, dat de Arabische landen Egypte
eteeds als een groote zusternatie beschouwen en
ln geval van een conflict zeker hun steun zullen
^rieenen. Tenslotte zeide de minister dar
Egypte door een verdrag is gebonden met de
geallieerden. Wat ook gebeurt, Egypte zal zich
daaraan houden.
Verder meldt Havas dat gisteren opnieuw
Manoeuvres van het Egyptische leger zijn
begonnen. Hieraan nemen gemotoriseerde
kfdeelingen en infanterie deel. De manoeu-
vres, welke tot half April zullen duren, wor
den gehouden in de woestijnen in het Oos
ten en Westen, van Suez tot Alexandrië.
WASHINGTON, 4 April. (Reuter). In een
°tflcieele verklaring heeft Sumner Welles het
"Leynaud-incident" (de foto waarop Sumner
Welles met Reynaud voor een kaart van Europa
staat afgebeeld, „farjtastischen onzin" genoemd
Hij voegde hieraan toe, dat noch tijdens zijn
Verblijf te Parijs, noch elders gesproken is over
parten. Hij heeft niet gekeken naar eenige
"aart, welke in het bureau van Reynaud aan
wezig zou zijn geweest.
Haar uit Vlissingen wordt vernomen is het
Lelgische motortankschip „Esso Belgium", dat
bi) Middelkerke was gestrand, omstreeks mid
dernacht met sleepboothulp vlot gekomen.
PARIJS, 4 April (Havas). In het Staats
blad is een decreet gepubliceerd, waarbij
een ministerie van Voorlichting in het leven
wordt geroepen en georganiseerd.
Het decreet groepeert onder een gezag, vol
gens de herhaaldelijk in het parlement en het
land tot uitdrukking gebrachte wenschen, de
diensten van het commissariaat-generaal van
de voorlichting en het bestuur der nationale
radio-uitzending, het permanente centrum voor
algemeene inlichtingen en den dienst der con
trole op de radio-uitzendingen.
Ten einde Frossard in zijn taak te helpen,
is besloten hem een oppersten raad van voor
lichting en een technische commissie ter zijde
te stellen, welker samenstelling eerlang zal
worden bekend gemaakt.
WASHINGTON, 4 April. (Reuter). Het Huis
van Afgevaardigden heeft 784.999.094 dollar tei
beschikking van de regeering gesteld voor uit
gaven voor het leger. Het voorstel is thans door
gezonden naar den Senaat. Het bedrag is ruim
68 millioen minder dan Roosevelt had gevraagd.
CANBERRA, 4 April. Officieel wordt mede
gedeeld, dat met ingang van 8 April a-s. de
contrabande-controle der Geallieerden ook zal
worden uitgeoefend in de havens van Austra
lië. Dit besluit is genomen met het doel, den
arbeid in de contrólehavens van Groot'-Brit-
tannië en Frankrijk te verlichten, ale us meldt
United Press aan haar bladen.
TALLINN, 4 April. (Havas). De berichten in
de Finsche en Zweedsche bladen, waarin mel
ding werd gemaakt van de recente aankomst in
Estland van belangrijke eenheden van het
Sovjet-leger, die aan de operaties in Finland
hebben deelgenomen, worden tegengesproken.
NIEUW DELHI, 4 April. (Reuter). Kort ge
leden zijn elf vrouwen aan de noordwestelijke
grens ontvoerd als represaille tegen het buit ma
ken van 60 geweren. Dit dreigt de oorzaak te
zullen worden van verdere moeilijkheden. De
vrouwen werden ontvoerd gedurende vijandelijk
heden van minder belang tusschen twee rivali-
seerende hoofden. Invloedrijke „neutralen"
trachtten vergeefs den terugkeer der geweren in
ruil voor de vrouwen te bewerkstelligen. De raad
der stamleden, wier vrouwen geroofd waren, heeft
besloten nog één poging te doen om de vrouwen
door vreedzame middelen terug te krijgen. Wan
neer dit mislukt, zullen zij de vijandelijkheden
opnieuw openen.
In den loop van deze week zijn in het Land
van Weert in het Fransch geredigeerde pam
fletten uit vliegmachines geworpen. Het op
schrift luidde: „Soldats Francais" en de pam
fletten moesten dienen om de Fransche soldaten
oorlogsmoede te maken.
De oorlog is voor de Duitschers een gereedc
aanleiding om het hoofdstuk „De Natuurkunde
in het Vrije Veld" met eenige speciale bijdra
gen te verrijken.
Een vorige maal mochten wij de beschouwin
gen vermelden, waartoe de explosie van grana
ten uit het oogpunt der theoretische mechanica
leidt, dezen keer wordt in Kosmos gewezen op
de geluidsverschijnselen, door afgeschoten pro
jectielen veroorzaakt.
Uit de oorlogs- en naoorlcgslitteratuur is ook
aan hen, die het persoonlijk nooit ervoeren,
wel bekend geworden, dat een voorbij vliegen
de kogel of granaat een geluid te voorschijn
roept, dat als fluiten, suizen, sissen enz. wordi
aangeduid.
Een ieder heeft wel eens opgemerkt, dat de
fluittoon van een naderende locomotief niet
alleen luider, doch tegelijk hooger wprüt.
naarmate de locomotief dichterbij komt, om
weer behalve zwakker ook lager te wor
den wanneer de machine zich van den waarne
mer verwijdert. Dit verschijnsel is het Deroem-
de beginsel van Doppler, dat haar gelding be
houdt voor andere trillingen dan die van het
geluid. De verklaring ervoor is dat de geluids
trillingen, door het naderbij komen van de ge
luidsbron steeds korter afstand tot den waar
nemer moeten afleggen en dus in steeds kor
tere tijdsruimten zijn oor treffen en zoo een
hoogeren toon opleveren. Op soortgelijke wijze
ontstaat bij het verwijderen een lagere toon
Bij projectielen, die over ons hoofd voorbij
vliegen, is het verschijnsel anders. Hier treedt
alleen maar de zakkende toon van het zich ver
wijderende projectie op. Hoe valt dit te ver
klaren?
De oorzaak is eenvoudig deze: het naderen
de projectiel verplaatst zich meestal sneller dan
het geluid, dat immers „slechts" 330 meter in
de seconde aflegt. Geen enkel geluid van het
naderbij komende projectiel is dus in staat, eer
der dan ditzelf ons te bereiken. Eerst wanneer
het projectiel over ons hoofd heen gevlogen is,
is het fluiten of suizen van het projectiel te
hooren. Daarom zou het ook volkomen nutte
loos zijn, zich voor een voorbijsuizend projectiel
te willen bukken. Wanneer het projectiel ge
hoord kan worden, is het reeds voorbij. Een
doodelijk schot door het hoofd kan bij den ge
troffene noch een gehoorindruk noch ook pijn
veroorzaken, aangezien de, die beide gewaar
wordingen bewustmakende, hersenen verwoest
worden, nog vóór dat de gehoorindruk of net
pjjngevoel kon ontstaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft het be
roep van den 33-jarigen gewezen militair H F.
v. h. H., thans te Rotterdam, tegen zijn om
slag uit den militairen dienst wegens het lid
maatschap van een voor militairen verboaen
vereeniging, ongegrond verklaard. Het ontslag
blijft dus gehandhaafd.
De visscherij-onderneming de Vem N.V. heeft
per radio bericht ontvangen van den schipper
van de „Caroline IJm. 26" dat in den afgenoo-
pen nacht de matroos J. Scholder uit Katwijk
aan zee, opvarende van dit schip, vermist werd.
Hij is door onbekende oorzaak over boord ge
slagen.
De familie van den vermiste is namens de
directie der reederij van het gebeurde op de
hoogte gesteld.
Het schip heeft de reis voortgezet en bij aan
komst te IJmuiden zal een nader onderzoek
worden ingesteld.
Zondag 7 April as. zal het Luxemburgsche
elftal in het Heysel-Stadion te Brussel tegen
België B uit komen. Het Luxemburgsche elftal
komt in dezelfde opstelling uit als tegen Neder
land het geval was.
Mijnheer en mevrouw zijn terug van de
reis. Wat zullen ze aan hun vrienden zeg
gen bergen of zee
Poes „Ik zeg Riviera
Hond „En ik de Alpen 1"
Toen deze man hen ook voldoende had gadegeslagen, sloot het
luikje weer onhoorbaar. Pit en Pat keken elkaar verbijsterd aan.
Pat stond op, liep naar de plaats waar hij het luikje
dacht en tastte overal op den wand om te zien, of er soms het
een of ander mechaniek, was, dat met het luikje in verband
stond.
Dat is hier een geheimzinnige boel," fluisterde hij tegen zyn
broer. Met geen mogelijkheid is dat luikje open te krijgen. *k Be
gin hard te gelooven, dat we in een rare omgeving verzeild zijn
geraakt." „Daar kon je wel eens gelijk in hebben," zei Pit, „want
die gele man lijkt mij net een rooverkapitein."
Evenals veel jongelieden, leed Tom Moydore
aan de kwaal: niet op tijd uit het bed te kun
nen komen. Hij kwam dan ook pas beneden,
toen de huisgenooten en de lógé's al zoowat
klaar waren met ontbijten. Maar daarvoor, de
gang doorloopend op de bovenverdieping, zag
hij docr de half geopende deur, den briljant
van Sadok Kirby, den schatrijken eigenaar van
worstfabrieken op
diens toilettafel i
éengenéxtra-?™ote I briljant van
en extra-dure jr
briljant, veel te badok Kirby
groot om een das
te versieren, al
was het ook de aas van een millionnair.
De Moyaore's moesten niets van dien briljant
van hun gast Kirby hebben. Als steen vonden
ze hem mooi, maar als dasspeld veel te prot
serig. Maar Sadok Kirby maakte onder de hoe
de der Moydore's z'n entrée in de betere krin
gen, en dit wilde hij in al z'n pracht en glorie
doen.
Toen Tom den briljant zag, bleef hij even
staan. Daarna liep hij de slaapkamer in, en
keek rond naar een plaats, om het ding te
verstoppen. Daartoe koos hij het onderste
laatje van Kirby's juweelenkastje. Hij liet de
kostbare dasspeld er in vallen en schoof het
laatje in 't slot. Toen hij beneden aan de trap
was, kwam er een groepje gasten met z'n stief
moeder, lady Moydore, de eetkamer uit. Met
extra warmte drukte hij de dikke hand van
Kirby, hetgeen deze een eer vond. Tom ging
de eetkamer in, knikte tegen kapitein Ormsby,
die met Tom's zuster in druk gesprek was en
vroeg:
„En hoe was Kirby van morgen?"
„Beige donkerbeige met rood", antwoordde
Molly „ik bedoel natuurlijk z'n das."
„Enfin, hij had dien versehrikkelijken briljant
ten minste niet", knorde de kapitein, die een
hekel had aan Kirby, als diens medeminnaar.
„Hij scheen hem vergeten te hebben; hij heeft
aan 't ontbijt steeds aan z'n das zitten voelen
en is nu naar boven om hem op te doen", zei
Molly. „Maar mét of zonder briljant, ik trouw
hem niet."
Op dat oogenblik ging de deur open en lord
Moydore trad driftig binnen en riep:
„Zeg, die kerel, ik bedoel die Kirby, be
weert, dat hij z'n briljant kwijt is!"
TOm sprong op, zoodat z'n stoel omver viel.
„Hoera!" schreeuwde hij; „nu kan ik ook eens
voor detective spelen. Waar is Kirby?" En hij
liep de hall in. Daar stond de worstfabrikant
aan een groepje gasten z'n verlies te vertellen.
„Ik had hem voor geen kapitaal kwijt gewild!"
jammerde hij. „Vijf duizend pond was hij
waard! Hij lag op m'n tafel. Ik heb hem ver
geten aan te doen!"
Tom greep z'n hand en riep: „Houd moed,
ouwe jongen! Ik zal je wel helpen. We vinden
hem wel."
In de eetkamer teruggekeerd, liet hij de deur
open en hoorde, dat de bedienden ondervraagd
werden. Geen van allen waren ze in de buurt
van Kirby's slaapkamer geweest. De andere hee-
ren bespraken het geval in de rookkamer. Lord
Moydore was woedend op zijn gast. Wat be
hoefde hij ook zoo'n beestachtig grooten bril
jant te dragen? Tom begon te spreken over 't
gevaar, dat onschuldige personen verdacht wer
den. In 't algemeen was men tegen den worst
fabrikant gekant.
Lady Moydore nam Tom echter ter zijde, en
zei met nadruk, dat Sadok Kirby in elk geval
te vriend gehouden moest worden, maar Tom
maakte dat hij weg kwam. Buiten voegde hij
zich even bij z'n zuster Molly en kapitein Orms
by, die croquet speelden.
Toen hij weer binnen kwam, was de atmos
feer daar zeer gespannen. De gasten van z'n
stiefmoeder hadden aangetoond, dat zij niets
met het verdwijnen van den briljant te maken
hadden. Er waren er, die zóó boos waren, dat ze
dadelijk wilden vertrekken en alleen door
nieuwsgierigheid daarvan werden weerhouden.
Wat Sadok Kirby betreft, deze werd, als een
parvenu, door iedereen ontweken.
Maar de worstfabrikant begon te denken aan
een complot om hem te bestelen. Hij zag al, hoe
z'n mede-logé's de opbrengst van z'n briljant
verdeelden. Hij vond het verkeer in de groote
wereld een gevaar. Toen kwam Tom, de zoon
des huizes bij hem, met sympathie en raad en
vroeg, zoo langs z'n neus weg:
„Zou je 't hek niet in 't oog houden? Dan
kan niemand wegsluipen, om den briljant per
post weg te zenden."
„Een goed idee!" riep Kirby en liep gauw naar
't hek. Tom drukte hem op 't hart, daar te blij
ven, dan zou hij binnen een oog in 't zeil hou
den. Daar kwam hij kapitein Ormsby tegen, die
er neerslachtig uitzag. Lady Moydore had Molly
weggehaald.
„Je zou een goede daad verrichten, Ormsby,
als je dien stakker van een Kirby, die daar bij
't hek staat, uitnoodigde voor een partij biljart"
zei Tom.
De kapitein kon z'n mededinger om Molly's
hand niet uitstaan, maar hij was goedhartig.
Hij zei dus, dat hij 't doen zou en ging den
kant van 't hek op. Maar Kirby verdacht den
kapitein Was deze niet z'n mededinger in z'n
poging om Molly's hand te krijgen? En toen
Ormsby hem uitnoodigde om te biljarten, kreeg
z'n argwaan vasten vorm. Hij wees de invita
tie zóó lomp af, dat de kapitein lust kreeg hem
tegen z'n schenen te schoppen.
Een kwartiertje later kwam Tom bij den
worstfabrikant. Hij keek hem peinzend aan en
vroeg:
„Heb je Ormsby soms gezien?"
„Ja, hij wilde me hier vandaan hebben, om
te biljarten."
„Zoo, ik heb hem óók gesproken. Hij leek me
nogal van streek, omdat je geweigerd had."
„Ik doorzag hem direct!" riep Kirby. Hij
greep Tom bij den arm, keek hem fel aan
en zei; „Dat is de man! Hij heeft m'n briljant."
„Kom, kom, dat mag je niet denken
„Sadok Kirby denkt niet, hij weet", deed de
parvenu en lachte vol eigenwaan,
„Als je dat dan zoo zeker weet, moet je hem
dan niet in het oog houden?"
„Je hebt gelijk," sprak Kirby en rende weer
naar het hek.
Kapitein Ormsby dwaalde doelloos rond. Mol
ly was naar binnen geroepen en scheen niet
meer naar buiten' te mogen. Al spoedig be
merkte de kapitein, dat Kirby hem als een
speurhond volgde. Dat verveelde hem, hij bleef
eensklaps staan en vroeg:
„Welken kant wilt u op, mijnheer Kirby?"
Hij vroeg dit op zoo'n scherpen toon, dat de
aangesprokene haastig antwoordde: „O, 't is
mij 't zelfde, kapitein."
„Dan ga ik 't rosarium in, en op 't oogen
blik blijf ik liefst alleen."
Nu wist Kirby zeker, dat Ormsby wilde ont
snappen. Maar hij durfde hem toch niet meer
na te loopen. Hij dacht na en kwam tot een
besluit. Hij begaf zich naar z'n gastheer, lord
Moydore. in de rookkamer.
„ik heb den dief gevonden!" zei Kirby.
„Gelukkig, dan komt er een einde aan dit
onaangenaam geval. Wie is t?" vroeg lord
Moydore.
Kapitein Ormsby."
Een diep rood overtoog eensklaps het gelaat
van den edelman. Z'n oogen schenen vlammen
te schieten.
„Stomme iaioot!" viel hij uit „Ormsby? De
zoon van m'n besten vriend" Een man met
4000 pond per jaar. Jijjijmiserabele
kerel!"
„Hij is 't!" riep Kirby. „Misschien een zwak
oogenblik! Ik heb bewijzen!"
„Ikik zal je bewijzen geven!" brulde z'n
woedenden gastheer, en hij hief z'n gebalde
vuist op.
Kirby maakte dat hij de kamer uit kwam.
Hij had besloten een detective te ontbieden.
Deze kwam om half vijf. Allen schoolden sa
men en in optocht ging het naar boven, naar
de kamer van den worstfabrikant. Deze ging
met lord Moydore, Tom en den detective de ka
mer binnen. De gasten bleven op den drempel
staan.
De detective keek speurend het vertrek rond.
„Weet je wel zeker, Kirby", vroeg Tom. „dat
je den briljant niet in je juweelenkastje hebt."
en hij wees er naar.
„Beslist zeker," luidde het antwoord.
„Daar hoeven we geen tijd voor te ver
knoeien."
„Heb je 't nagekeken?" hield Tom aan.
„Waar is dat goed voor? Ik zag toch, dat de
briljant op tafel lag."
„Ik zou het kastje toch maar even leegha
len, mijnheer," stelde de detective voor.
Ongeduldig opende Kirby het kastje. Toen
hij in het onderste laatje keek schitterde de
vermiste briljant hem tegen.
„Wat? Hoe? Hoe komt hij daar?" riep hij
versteld.
„Luister eens!" riep lord Moydore. „Daarheb
je nu zoo'n spektakel om gemaakt; 't heele
huis op stelten gezet; Ormsby van diefstal be
schuldigd! En dat idiote ding ligt tusschen je
eigen rommel! En zoo iets gebeurt in m'n eigen
huis!"
„Ik begrijp er niets van!" riep Kirby, „ik
heb 'm er niet ingelegdik zal
Maar z'n gastheer liet hem niet uitspreken.
Hij rende naar de trap en schreeuwde naar be
neden; „John! John! Direct een auto. om mijn
heer Kirby naar het station te brengen! Stuur
z'n bediende hier, om te pakken! Dadelijk, hoor
je?"
„Je had wel wat voorzichtiger moeten zijn,
Kirby," zei Tom. Toen keerde hij den man den
rug toe en greep kapitein Ormsby bij den arm,
met wien hij naar beneden ging.
„Neem nu je kans waar," ried hij den kapi
tein. „Vraag nu vader direct toestemming. Op
het oogenblik durft hij tegen m'n stiefmoeder
op. Zij heeft Sadok Kirby in huis gehaald!"
„Waarachtig, ik doe het!" riep Ormsby en
volgde lord Moydore de rookkamer in.
Deze keek hem somber aan en zei: „Je wilt
me zeker je afkeuring te kennen geven, omdat
ik zóó tegen een gast optreed. Maar ik blijf
bij wat ik gezegd heb. Ik begrijp niet, waarom
m'n vrouw zulke lieden in huis haalt."
Toen hij echter hoorde, wat de kapitein wil
de, klaarde z'n gezicht op en gaf hij z'n toe
stemming en toen lady Moydore beneden kwam
om thee te drinken, waren de gasten druk be
zig het jonge paar, Ormsby en Molly, van har
te geluk te wenschen.
Ulvenhout, 4 April 1940
Amico,
*n Zilverig lichtwaas dampte over den nat
ten boschbojem, zoo lag 't bcdaauwde herfst
blad te blinken onder de straffe Voorjaarszon.
't Was stillekes in den Zondagmergen, maar
't was 'n levendige stilte hier in de dreven en
langs de wegels, waarover 't geboomt zijn lange
schaduws streepte; waar tierige houtduiven koe
rend te roepen zaten in 't dikke takgewerl, ruig
van bruinen knop. Waar den specht te roffelen
zat op 't luidklinkend hout van hooge eiken.
't Was 'n goeie stilte, deus van 't bosch mee
z'n spulsche schaduws, natte zonneblinkings en
bezig gëveugelte.
'k Wil zeggen: 't was hier alleen maar stil
Van menschen.
'n Goeie stilte. Zoo een van den Zondagmer
gen. Zoo een waarover den klaeren dag te glan
zen staat, lijk over 'n bezonken, rimpelloozen
pias.
't Zijn drukke tijen, die van 't Voorjaar! De
dagen zijn al gèèf gelengd. Nadenmiddags,
thuis gerejen uit de stad, kan op den akker nog
"n pront stuk arbeid verzet worden.
Maar als ge 's mergens vroeg van huis gong
mee 'nen gelajen wagel, die dan uren en uren
z'n gedokker in oewen kop daverde, als ge in
stad oe vringen most deur de naauwe straten,
dikkels mee 'n autobus toeterend in oewen rug
en 'n twintig fietsers veur oewen wagel uit,
als ge zóó onderweugen waart naar vaak moei
lijke klantjes, oew eigen ploeterend deur 't gon
zende stedeke, langs troepen soldaten, militaire
wagels, autoverkeer, hondengeblaf, lawijt, la-
wijt, lawijt, als ge dan thuisree en 'n uurke
later weer te spajen stond in den wijen, rusti-
gen akker, tot den donker toe, gebogen over den
altij zurgelijken grond, waarvan ge dan verom
komt in den killet avond, als 'n wintersche
maan fosfoorglanzur over de verlaten velden
toovert,
dan, amico, dan zijn oew handen dik, oew
oogen dof, oew beenen zwaar van moeiheid.
En dan zijn 't de baaskes weer, die mee huilie
nuuwe affaires, veul te vertellen, maar vooral
veul te vragen hebben!
Versta me goed, jonk. deus zijn gin klachten!
Moeilijke klantjes, 'nen zwaren wagel, zurgelij
ken grond en drukke baaskes, 't is 'n zware,
maar gin onplazierige taak! 'Nen dag van vijf
tien volle werkuren, uren van gespannen zenu
wen en spieren in den dienst van oew eigen
bedrijf, dat lijk 'n raderke meewentelt in 't ko
lossale uurwerk van oew maatschappelijke .sa
menleving, zoo'nen dag mag zwaar op oew
schouwers leunen, maar 't is 'n vracht, die ge
geren torst, als gein arbeid opgegroeid zijt.
Als ge den arbeid hebt leeren zien als 'n opge
legde taak, noodig in Gods Bestel
Maarr.... als dan de stilte van den Zondag
mergen over oew zielement plenst lijk den klae
ren dag in 'nen bezonken, rimpelloozen plas,
dan is die stilte zalf veur oew geschaafde kar-
't Is datte waTc oe zeggen wou van de Goeie
Stilte, waarin ge alleen de veugeltjes hoort en
't scherlend zonnewindeke.
Die goeie stilte op den buiten, dieën glimlach
van oewen Schepper, is genogt loon na honderd
uren trillenszwaren arbeid. Wie dat nie wit, is
nooit lekker moei van den arbeid gewist! Die..
heeftmindergeleefd, dan 'n onnoozel
veldblommeke, dat sturm, nachtvorst en
schroeienden zonnebrand en dikkels den
trap van 'nen koeienhoef weerstond, om tot
bloei te geraken
ja> in zoo'nen stond van malsche stilte,
waaruit den Zondag opglanst in witten zonne-
wemel van den natten blarenbojem, dan zit ge
lijk 'nen millioennair aan den kant van oew eigen
bloeiende vijvers. Want wijd strekt den goeien
dag naar den nevelkim. Daar is haast gin end
aan. Want dalijk1 Verom naar huis, waar
Trui tracteert op heuren koffie mee koek, als
ge 'm nieverans kunt bekomen! 'n Zoet uur in
oewen wennen, blinkenden huis, die verzadigd
is mee den groentengeur van oewen Zondag-
schen soep. Mee den bakgeur van de gehaktbal
len, mee van alles wat.... wel, wat „Zon
dag" is!
Dan zit ge daar aan den kant van dieën tin-
blaauwen plas, ge hangt 'r oew moeidikke voe
ten in en ge doet in éen uur weer veur honderd
uren werkkrachten op. Machtig en rustig klopt
't bloed in oew aders, ginnen maerel, die 'n mier
van oew broekspijp pikt, kan oe meer vasthou
wen; ja, gin koppelke kapellen, de eerste!
die daar rondvlinderen tusschen 't hout, kunnen
oe nog teugenhouwen, ge sndkt weer naar
huis, naar Trui, naar de baaskes, naar de ka
meraads vanmiddag, naar.... de menschen!
Naar huillie gezellig.1 a w ij t
En uitgerust lijk 'n dikgegraasde koei, die in
den vollen Zomerdag te lodderoogen ligt in den
schaduw van heur wilgeparosol, zoo stap ik dan
na m'nen dut, van de plattebuis naar de „Gou
wen," waar de „jongens" al wachten mee de
kaarten en 'n vol glas! Maar vooral: mee de
uren leut, die we opschransen als de verkens
huiliën slobber!
Want stuk veur stuk, den Fielp, den Blaau-
we, den Joost, den Jaan, stuk veur stuk heb
ben ze 'n gansche week geploeterd van den vroe
gen Maandagmergen tot den laten Zaterdag
avond, aan éen stuk! Allee, 't zijn, uit den
aard, ouwerwétsche Brabanders en die werken
geren en die lachen geren! Deugden, wel nie
meer in tel, maar de leden van ons propclub heb
ben d'r eigen nie gemokt en ieder veugeltje zingt
lijk 't gebekt is!
Weinigen doen T den Fielp na, die dikkels
tot 's avonds half elf vergadert en 's mergens om
drie uur z'n oven weer gaat stoken.
Den BlaauweGe wit 'r alles van. Die
staat aan 't hoofd van 'n volledig „consortium'
En hoe ie al de bedrijven, van kletskoppenzall
af, tot 'n „abattoir" toe, hoe ie den turf, limo
nade, worst, eierkolen, groenten, biggen, kin-
ders, klelnkinders en muziek allegaar uit mal
kaar houdt, da's 'n kunststuk op z'n eigen.
Den Joost....? 'sMergens veur dag en veur
daauw „stoomt" ie weg in z'n wageltje, ,,'t
kameel," en 's avonds bindt ie 'nen juten
zak veur den buik en vuurt ie in den sudderen-
den vetketel, giet ie zulten, stopt ie worst, kneedt
ie balkenbrei ennecorrespondeert ie op 't
indrukwekkende pampier mee zijn sportmédaü-
les! Den gepensionneerden JaanDie bakert
bij z'n Mieneke, „zegt dooien aan," is knecht bij
den mulder, bij den Fielp, bijDré III! Janus
komt alleen thuis om te slapen enne.... mee
die slaapuren chicaneert ie nog bij z'n Tonia,
want dikkels logeert ie op Notsel, bij z'n Mie
neke, omdat zijnen schoonzeun, den Blaauwe
z'n stiefzeun, onder dienst is! Den Jaan is hal-
verlings gemobiliseerd, om zoo te zeggen, buiten
bezwaar van 's Lands schatkist. Maar Janus
gooit de zaken wèl 'ns in 't wèèrgaren! Soms
staat ie, mee 't zwarte pak aan en den steek op
z'n jongste kleinkind te „suwen" en soms
„spreekt ie aan" mee den broodkurf van den
Fielp op z'nen rug. Nouja, hij kan 't ook nie
altijd verhelpen, dat de klanten van meneer
pastoor en die van den Fielp dikkels deur mal
kaar schiften. Zoodat ie soms aan éen adres den
Fielp z'n „muisjes" aflevert, ter gelegenheid van
'n geboortefeest daar, en dan den aansprekeis-
brief veur den dag brengt en de familie uit-
noodigt op 'n uitvaart, 't Leven gooit de zaken
dikkels op éenen dwazen hoop en den Jaan pakt
de dingen vast, lijk ze willen vallen! 't Een bij
den kop, 't ander bij den stèèrt, hüm 'nen
zurg!
Mee zoo'n stelletje prachtnommers, ge weet
't genogt uit m'n brieven, amico, kunde ge
zonden leut hebben! Kunde.... Zondag mee
houwen!
Ik weet wel: "nen tiep als den Blaauwe, keu
terboer, kwakzalver, Jazzdirigent, worstmaker
en.schutter", op zoo'nen kwiedam wordt
lichtvèèrdig neergezien. Toch is deuzen stroo-
per Keizer van de boogschutters, al jaren! In
Noord en Zuid, vooral Zuid, want Noord telt op
den boog nie mee, maar in Noord en Zuid kun
nen de schutters den Blaauwe nie „hebbenAis
veeteler (fokker is zijnen eigenlijken stiel) is ie
nie te verbeteren! Z'n verkenskotten zijn al ia-
ren gezocht! In den muziek....? Ge wit er alles
van! Z'n „tengels" staan naar de toetseh, on
verschillig of ze aan 'nen trekzak of op 'nen
kerkurgel zitten. Worstmaker....? Den „Worst
koning" wit mee den Blaauwe z'n „verkensscha
vot" ginnen hemelschen raad! Zeg nou zelf.
amico: ge wist er toch alles van. Ik schrijf dit
allegaar nie zoo maar neer als 'n dedective-ver-
tessel, waarin den „beroemden speurder" telkens
sjuust over dat wapen of hulpmiddel beschikt
als ie, ongedocht, plots weer noodig heeft. Gi;
wit evengoed als ik: den Blaauwe is van veul
markten thuis!
Enik wéét 't, da's nie deftig, 't Is veul
deftiger vandaag in koper en staal, mergen in
bronolie of rubber, overmergen in suiker en
electrieke lampen te „doen" (aan de beurs!)
dan mee eigen handen steenkool, kletskoppen-
zalf en worsterijen aan te raken. Maar op den
keper is er weinig deftigheidsverschil in! Al
leenvaardigheidsverschil en dan staat den
Blaauwen .Keizer" toch bovenaan!
Ook weet ik wel dat 't héél erg deftig is, om
heel oew lange leven burgemeester te zijn op
'n negorij. Nóg deftiger als oew grootvader 't
óók was en oewen kleinzeun 't óók wordt!
Maarede taak van den Blaauwe is moei
lijker! Ennehij volbrengt ze stipt. Mee hard
werken en veul leut.
Mee zulke mannen kunde Zondag vieren,
amico!
En dat heb ik al jaren en ook lesten Zondag
weer gedaan!
Na 'n week van ijzeren arbeid, dan zit ik geren
aan zoo'nen tinblaauwen Zondagmergen, waar
in ik m'n dikmoeie voeten lot hangen om in
éen uur weer veur honderd werkuren reserve op
te doen, om me dan, in blij vooruitzicht, naar de
„Gouwen Koei" te spoeien en daar stukken te
bijten uit den leut! Dat moest ik oe van de
week zoo 'ns schrijven, want veul menschen
denken, dat ge deus zure tijen alleen maar kunt
deurkomen mee zure tronies.
„Doe maar gewoon, dan doede nog gek ge
nogt," zee m'n Moeder vroeger altij en me
dunkt, 't goeie mensch had gelijk!
Maar nou schei 'k er af.
Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker en
als altij gin horke minder van oewen
t. a. v.
DRÈ
CORRESPONDENTIE: Mee deus drukke tij
had ik gin gelegenheid nog, om de hartelijke
en dikkels schoone Paaschwenschen wederkeerig
te beantwoorden. Hartelijken dank, allemaal,
ook namens Trui en de baaskes)
DR2