„Egypte achter de Geallieerden" GELEZEN COURANTEN W, DE GEBROEDERS „GOOCHEM" n Md wfikml van dm daq TAFELZOUTuiTei^m doctm: 't Zijn drukke tijen, die van 't Voorjaar! Maar doe gewoon, dan doede nog gek genogt' MEN ZAL ER U DANKBAAR VOOR ZIJN! VRIJDAG 5 APRIL 1940 Manoeuvres worden gehouden in de woestijngebieden van Westen en Oosten De Fransche Kaart van Europa" ^«mner Welles heeft geen enkele kaart gezien >,Esso Belgium" gesleept vlot Fransch ministerie van voorlichting ingesteld Voor 't Amerikaansche leger Bijna 800 millioen dollar ter beschikking gesteld Contrabandecontröle ook in Australië Geen roode troepen in Estland aangekomen Een strijd om vrouwen en geweren FRANSCHE PAMFLETTEN IN LIMBURG Het geluid van projec tielen Jlt U op een eenvou dige wijze medewerken den militairen in Uw woonplaats een groot plezier te doen? (jeeft dan dit blad na lezing aan de kazerne, het militairentehuis of andere verblijfplaats van militairen in Uw nabijheid. GEWEZEN MILITAIR BLIJFT ONTSLAGEN MATROOS OVER BOORD GESLAGEN Luxemburgsch elftal ongewijzigd C&ïRO, 4 April. (Havas)De minister van Landsverdediging van Egypte, Mohammed Saleh Pasja, heeft in een rede gezegd dat Egypte ingeval van een uitbreiding van het conflict aan de zijde van de democratieën 2al staan. L>e defensie van Egypte is gegarandeerd; op strategische punten zijn krachtige verster- ■d'igswerken aangelegd en de gemotoriseerde eenheden zijn goed georganiseerd, zoodat de troepen snel van het eene front naar het andere bunnen worden vervoerd. De troepen hebben ^erder hun kracht in de woestijn bewezen en dit is van het eerste belang bij een oorlog, Waarin Egypte betrokken zou worden. Lij de jongste manoeuvres zijn de goede op leiding van de troepen en de doelmatigheid van "et materieel gebleken. !n antwoord op een vraag voegde de minister hieraan toe, dat de Arabische landen Egypte eteeds als een groote zusternatie beschouwen en ln geval van een conflict zeker hun steun zullen ^rieenen. Tenslotte zeide de minister dar Egypte door een verdrag is gebonden met de geallieerden. Wat ook gebeurt, Egypte zal zich daaraan houden. Verder meldt Havas dat gisteren opnieuw Manoeuvres van het Egyptische leger zijn begonnen. Hieraan nemen gemotoriseerde kfdeelingen en infanterie deel. De manoeu- vres, welke tot half April zullen duren, wor den gehouden in de woestijnen in het Oos ten en Westen, van Suez tot Alexandrië. WASHINGTON, 4 April. (Reuter). In een °tflcieele verklaring heeft Sumner Welles het "Leynaud-incident" (de foto waarop Sumner Welles met Reynaud voor een kaart van Europa staat afgebeeld, „farjtastischen onzin" genoemd Hij voegde hieraan toe, dat noch tijdens zijn Verblijf te Parijs, noch elders gesproken is over parten. Hij heeft niet gekeken naar eenige "aart, welke in het bureau van Reynaud aan wezig zou zijn geweest. Haar uit Vlissingen wordt vernomen is het Lelgische motortankschip „Esso Belgium", dat bi) Middelkerke was gestrand, omstreeks mid dernacht met sleepboothulp vlot gekomen. PARIJS, 4 April (Havas). In het Staats blad is een decreet gepubliceerd, waarbij een ministerie van Voorlichting in het leven wordt geroepen en georganiseerd. Het decreet groepeert onder een gezag, vol gens de herhaaldelijk in het parlement en het land tot uitdrukking gebrachte wenschen, de diensten van het commissariaat-generaal van de voorlichting en het bestuur der nationale radio-uitzending, het permanente centrum voor algemeene inlichtingen en den dienst der con trole op de radio-uitzendingen. Ten einde Frossard in zijn taak te helpen, is besloten hem een oppersten raad van voor lichting en een technische commissie ter zijde te stellen, welker samenstelling eerlang zal worden bekend gemaakt. WASHINGTON, 4 April. (Reuter). Het Huis van Afgevaardigden heeft 784.999.094 dollar tei beschikking van de regeering gesteld voor uit gaven voor het leger. Het voorstel is thans door gezonden naar den Senaat. Het bedrag is ruim 68 millioen minder dan Roosevelt had gevraagd. CANBERRA, 4 April. Officieel wordt mede gedeeld, dat met ingang van 8 April a-s. de contrabande-controle der Geallieerden ook zal worden uitgeoefend in de havens van Austra lië. Dit besluit is genomen met het doel, den arbeid in de contrólehavens van Groot'-Brit- tannië en Frankrijk te verlichten, ale us meldt United Press aan haar bladen. TALLINN, 4 April. (Havas). De berichten in de Finsche en Zweedsche bladen, waarin mel ding werd gemaakt van de recente aankomst in Estland van belangrijke eenheden van het Sovjet-leger, die aan de operaties in Finland hebben deelgenomen, worden tegengesproken. NIEUW DELHI, 4 April. (Reuter). Kort ge leden zijn elf vrouwen aan de noordwestelijke grens ontvoerd als represaille tegen het buit ma ken van 60 geweren. Dit dreigt de oorzaak te zullen worden van verdere moeilijkheden. De vrouwen werden ontvoerd gedurende vijandelijk heden van minder belang tusschen twee rivali- seerende hoofden. Invloedrijke „neutralen" trachtten vergeefs den terugkeer der geweren in ruil voor de vrouwen te bewerkstelligen. De raad der stamleden, wier vrouwen geroofd waren, heeft besloten nog één poging te doen om de vrouwen door vreedzame middelen terug te krijgen. Wan neer dit mislukt, zullen zij de vijandelijkheden opnieuw openen. In den loop van deze week zijn in het Land van Weert in het Fransch geredigeerde pam fletten uit vliegmachines geworpen. Het op schrift luidde: „Soldats Francais" en de pam fletten moesten dienen om de Fransche soldaten oorlogsmoede te maken. De oorlog is voor de Duitschers een gereedc aanleiding om het hoofdstuk „De Natuurkunde in het Vrije Veld" met eenige speciale bijdra gen te verrijken. Een vorige maal mochten wij de beschouwin gen vermelden, waartoe de explosie van grana ten uit het oogpunt der theoretische mechanica leidt, dezen keer wordt in Kosmos gewezen op de geluidsverschijnselen, door afgeschoten pro jectielen veroorzaakt. Uit de oorlogs- en naoorlcgslitteratuur is ook aan hen, die het persoonlijk nooit ervoeren, wel bekend geworden, dat een voorbij vliegen de kogel of granaat een geluid te voorschijn roept, dat als fluiten, suizen, sissen enz. wordi aangeduid. Een ieder heeft wel eens opgemerkt, dat de fluittoon van een naderende locomotief niet alleen luider, doch tegelijk hooger wprüt. naarmate de locomotief dichterbij komt, om weer behalve zwakker ook lager te wor den wanneer de machine zich van den waarne mer verwijdert. Dit verschijnsel is het Deroem- de beginsel van Doppler, dat haar gelding be houdt voor andere trillingen dan die van het geluid. De verklaring ervoor is dat de geluids trillingen, door het naderbij komen van de ge luidsbron steeds korter afstand tot den waar nemer moeten afleggen en dus in steeds kor tere tijdsruimten zijn oor treffen en zoo een hoogeren toon opleveren. Op soortgelijke wijze ontstaat bij het verwijderen een lagere toon Bij projectielen, die over ons hoofd voorbij vliegen, is het verschijnsel anders. Hier treedt alleen maar de zakkende toon van het zich ver wijderende projectie op. Hoe valt dit te ver klaren? De oorzaak is eenvoudig deze: het naderen de projectiel verplaatst zich meestal sneller dan het geluid, dat immers „slechts" 330 meter in de seconde aflegt. Geen enkel geluid van het naderbij komende projectiel is dus in staat, eer der dan ditzelf ons te bereiken. Eerst wanneer het projectiel over ons hoofd heen gevlogen is, is het fluiten of suizen van het projectiel te hooren. Daarom zou het ook volkomen nutte loos zijn, zich voor een voorbijsuizend projectiel te willen bukken. Wanneer het projectiel ge hoord kan worden, is het reeds voorbij. Een doodelijk schot door het hoofd kan bij den ge troffene noch een gehoorindruk noch ook pijn veroorzaken, aangezien de, die beide gewaar wordingen bewustmakende, hersenen verwoest worden, nog vóór dat de gehoorindruk of net pjjngevoel kon ontstaan. De Centrale Raad van Beroep heeft het be roep van den 33-jarigen gewezen militair H F. v. h. H., thans te Rotterdam, tegen zijn om slag uit den militairen dienst wegens het lid maatschap van een voor militairen verboaen vereeniging, ongegrond verklaard. Het ontslag blijft dus gehandhaafd. De visscherij-onderneming de Vem N.V. heeft per radio bericht ontvangen van den schipper van de „Caroline IJm. 26" dat in den afgenoo- pen nacht de matroos J. Scholder uit Katwijk aan zee, opvarende van dit schip, vermist werd. Hij is door onbekende oorzaak over boord ge slagen. De familie van den vermiste is namens de directie der reederij van het gebeurde op de hoogte gesteld. Het schip heeft de reis voortgezet en bij aan komst te IJmuiden zal een nader onderzoek worden ingesteld. Zondag 7 April as. zal het Luxemburgsche elftal in het Heysel-Stadion te Brussel tegen België B uit komen. Het Luxemburgsche elftal komt in dezelfde opstelling uit als tegen Neder land het geval was. Mijnheer en mevrouw zijn terug van de reis. Wat zullen ze aan hun vrienden zeg gen bergen of zee Poes „Ik zeg Riviera Hond „En ik de Alpen 1" Toen deze man hen ook voldoende had gadegeslagen, sloot het luikje weer onhoorbaar. Pit en Pat keken elkaar verbijsterd aan. Pat stond op, liep naar de plaats waar hij het luikje dacht en tastte overal op den wand om te zien, of er soms het een of ander mechaniek, was, dat met het luikje in verband stond. Dat is hier een geheimzinnige boel," fluisterde hij tegen zyn broer. Met geen mogelijkheid is dat luikje open te krijgen. *k Be gin hard te gelooven, dat we in een rare omgeving verzeild zijn geraakt." „Daar kon je wel eens gelijk in hebben," zei Pit, „want die gele man lijkt mij net een rooverkapitein." Evenals veel jongelieden, leed Tom Moydore aan de kwaal: niet op tijd uit het bed te kun nen komen. Hij kwam dan ook pas beneden, toen de huisgenooten en de lógé's al zoowat klaar waren met ontbijten. Maar daarvoor, de gang doorloopend op de bovenverdieping, zag hij docr de half geopende deur, den briljant van Sadok Kirby, den schatrijken eigenaar van worstfabrieken op diens toilettafel i éengenéxtra-?™ote I briljant van en extra-dure jr briljant, veel te badok Kirby groot om een das te versieren, al was het ook de aas van een millionnair. De Moyaore's moesten niets van dien briljant van hun gast Kirby hebben. Als steen vonden ze hem mooi, maar als dasspeld veel te prot serig. Maar Sadok Kirby maakte onder de hoe de der Moydore's z'n entrée in de betere krin gen, en dit wilde hij in al z'n pracht en glorie doen. Toen Tom den briljant zag, bleef hij even staan. Daarna liep hij de slaapkamer in, en keek rond naar een plaats, om het ding te verstoppen. Daartoe koos hij het onderste laatje van Kirby's juweelenkastje. Hij liet de kostbare dasspeld er in vallen en schoof het laatje in 't slot. Toen hij beneden aan de trap was, kwam er een groepje gasten met z'n stief moeder, lady Moydore, de eetkamer uit. Met extra warmte drukte hij de dikke hand van Kirby, hetgeen deze een eer vond. Tom ging de eetkamer in, knikte tegen kapitein Ormsby, die met Tom's zuster in druk gesprek was en vroeg: „En hoe was Kirby van morgen?" „Beige donkerbeige met rood", antwoordde Molly „ik bedoel natuurlijk z'n das." „Enfin, hij had dien versehrikkelijken briljant ten minste niet", knorde de kapitein, die een hekel had aan Kirby, als diens medeminnaar. „Hij scheen hem vergeten te hebben; hij heeft aan 't ontbijt steeds aan z'n das zitten voelen en is nu naar boven om hem op te doen", zei Molly. „Maar mét of zonder briljant, ik trouw hem niet." Op dat oogenblik ging de deur open en lord Moydore trad driftig binnen en riep: „Zeg, die kerel, ik bedoel die Kirby, be weert, dat hij z'n briljant kwijt is!" TOm sprong op, zoodat z'n stoel omver viel. „Hoera!" schreeuwde hij; „nu kan ik ook eens voor detective spelen. Waar is Kirby?" En hij liep de hall in. Daar stond de worstfabrikant aan een groepje gasten z'n verlies te vertellen. „Ik had hem voor geen kapitaal kwijt gewild!" jammerde hij. „Vijf duizend pond was hij waard! Hij lag op m'n tafel. Ik heb hem ver geten aan te doen!" Tom greep z'n hand en riep: „Houd moed, ouwe jongen! Ik zal je wel helpen. We vinden hem wel." In de eetkamer teruggekeerd, liet hij de deur open en hoorde, dat de bedienden ondervraagd werden. Geen van allen waren ze in de buurt van Kirby's slaapkamer geweest. De andere hee- ren bespraken het geval in de rookkamer. Lord Moydore was woedend op zijn gast. Wat be hoefde hij ook zoo'n beestachtig grooten bril jant te dragen? Tom begon te spreken over 't gevaar, dat onschuldige personen verdacht wer den. In 't algemeen was men tegen den worst fabrikant gekant. Lady Moydore nam Tom echter ter zijde, en zei met nadruk, dat Sadok Kirby in elk geval te vriend gehouden moest worden, maar Tom maakte dat hij weg kwam. Buiten voegde hij zich even bij z'n zuster Molly en kapitein Orms by, die croquet speelden. Toen hij weer binnen kwam, was de atmos feer daar zeer gespannen. De gasten van z'n stiefmoeder hadden aangetoond, dat zij niets met het verdwijnen van den briljant te maken hadden. Er waren er, die zóó boos waren, dat ze dadelijk wilden vertrekken en alleen door nieuwsgierigheid daarvan werden weerhouden. Wat Sadok Kirby betreft, deze werd, als een parvenu, door iedereen ontweken. Maar de worstfabrikant begon te denken aan een complot om hem te bestelen. Hij zag al, hoe z'n mede-logé's de opbrengst van z'n briljant verdeelden. Hij vond het verkeer in de groote wereld een gevaar. Toen kwam Tom, de zoon des huizes bij hem, met sympathie en raad en vroeg, zoo langs z'n neus weg: „Zou je 't hek niet in 't oog houden? Dan kan niemand wegsluipen, om den briljant per post weg te zenden." „Een goed idee!" riep Kirby en liep gauw naar 't hek. Tom drukte hem op 't hart, daar te blij ven, dan zou hij binnen een oog in 't zeil hou den. Daar kwam hij kapitein Ormsby tegen, die er neerslachtig uitzag. Lady Moydore had Molly weggehaald. „Je zou een goede daad verrichten, Ormsby, als je dien stakker van een Kirby, die daar bij 't hek staat, uitnoodigde voor een partij biljart" zei Tom. De kapitein kon z'n mededinger om Molly's hand niet uitstaan, maar hij was goedhartig. Hij zei dus, dat hij 't doen zou en ging den kant van 't hek op. Maar Kirby verdacht den kapitein Was deze niet z'n mededinger in z'n poging om Molly's hand te krijgen? En toen Ormsby hem uitnoodigde om te biljarten, kreeg z'n argwaan vasten vorm. Hij wees de invita tie zóó lomp af, dat de kapitein lust kreeg hem tegen z'n schenen te schoppen. Een kwartiertje later kwam Tom bij den worstfabrikant. Hij keek hem peinzend aan en vroeg: „Heb je Ormsby soms gezien?" „Ja, hij wilde me hier vandaan hebben, om te biljarten." „Zoo, ik heb hem óók gesproken. Hij leek me nogal van streek, omdat je geweigerd had." „Ik doorzag hem direct!" riep Kirby. Hij greep Tom bij den arm, keek hem fel aan en zei; „Dat is de man! Hij heeft m'n briljant." „Kom, kom, dat mag je niet denken „Sadok Kirby denkt niet, hij weet", deed de parvenu en lachte vol eigenwaan, „Als je dat dan zoo zeker weet, moet je hem dan niet in het oog houden?" „Je hebt gelijk," sprak Kirby en rende weer naar het hek. Kapitein Ormsby dwaalde doelloos rond. Mol ly was naar binnen geroepen en scheen niet meer naar buiten' te mogen. Al spoedig be merkte de kapitein, dat Kirby hem als een speurhond volgde. Dat verveelde hem, hij bleef eensklaps staan en vroeg: „Welken kant wilt u op, mijnheer Kirby?" Hij vroeg dit op zoo'n scherpen toon, dat de aangesprokene haastig antwoordde: „O, 't is mij 't zelfde, kapitein." „Dan ga ik 't rosarium in, en op 't oogen blik blijf ik liefst alleen." Nu wist Kirby zeker, dat Ormsby wilde ont snappen. Maar hij durfde hem toch niet meer na te loopen. Hij dacht na en kwam tot een besluit. Hij begaf zich naar z'n gastheer, lord Moydore. in de rookkamer. „ik heb den dief gevonden!" zei Kirby. „Gelukkig, dan komt er een einde aan dit onaangenaam geval. Wie is t?" vroeg lord Moydore. Kapitein Ormsby." Een diep rood overtoog eensklaps het gelaat van den edelman. Z'n oogen schenen vlammen te schieten. „Stomme iaioot!" viel hij uit „Ormsby? De zoon van m'n besten vriend" Een man met 4000 pond per jaar. Jijjijmiserabele kerel!" „Hij is 't!" riep Kirby. „Misschien een zwak oogenblik! Ik heb bewijzen!" „Ikik zal je bewijzen geven!" brulde z'n woedenden gastheer, en hij hief z'n gebalde vuist op. Kirby maakte dat hij de kamer uit kwam. Hij had besloten een detective te ontbieden. Deze kwam om half vijf. Allen schoolden sa men en in optocht ging het naar boven, naar de kamer van den worstfabrikant. Deze ging met lord Moydore, Tom en den detective de ka mer binnen. De gasten bleven op den drempel staan. De detective keek speurend het vertrek rond. „Weet je wel zeker, Kirby", vroeg Tom. „dat je den briljant niet in je juweelenkastje hebt." en hij wees er naar. „Beslist zeker," luidde het antwoord. „Daar hoeven we geen tijd voor te ver knoeien." „Heb je 't nagekeken?" hield Tom aan. „Waar is dat goed voor? Ik zag toch, dat de briljant op tafel lag." „Ik zou het kastje toch maar even leegha len, mijnheer," stelde de detective voor. Ongeduldig opende Kirby het kastje. Toen hij in het onderste laatje keek schitterde de vermiste briljant hem tegen. „Wat? Hoe? Hoe komt hij daar?" riep hij versteld. „Luister eens!" riep lord Moydore. „Daarheb je nu zoo'n spektakel om gemaakt; 't heele huis op stelten gezet; Ormsby van diefstal be schuldigd! En dat idiote ding ligt tusschen je eigen rommel! En zoo iets gebeurt in m'n eigen huis!" „Ik begrijp er niets van!" riep Kirby, „ik heb 'm er niet ingelegdik zal Maar z'n gastheer liet hem niet uitspreken. Hij rende naar de trap en schreeuwde naar be neden; „John! John! Direct een auto. om mijn heer Kirby naar het station te brengen! Stuur z'n bediende hier, om te pakken! Dadelijk, hoor je?" „Je had wel wat voorzichtiger moeten zijn, Kirby," zei Tom. Toen keerde hij den man den rug toe en greep kapitein Ormsby bij den arm, met wien hij naar beneden ging. „Neem nu je kans waar," ried hij den kapi tein. „Vraag nu vader direct toestemming. Op het oogenblik durft hij tegen m'n stiefmoeder op. Zij heeft Sadok Kirby in huis gehaald!" „Waarachtig, ik doe het!" riep Ormsby en volgde lord Moydore de rookkamer in. Deze keek hem somber aan en zei: „Je wilt me zeker je afkeuring te kennen geven, omdat ik zóó tegen een gast optreed. Maar ik blijf bij wat ik gezegd heb. Ik begrijp niet, waarom m'n vrouw zulke lieden in huis haalt." Toen hij echter hoorde, wat de kapitein wil de, klaarde z'n gezicht op en gaf hij z'n toe stemming en toen lady Moydore beneden kwam om thee te drinken, waren de gasten druk be zig het jonge paar, Ormsby en Molly, van har te geluk te wenschen. Ulvenhout, 4 April 1940 Amico, *n Zilverig lichtwaas dampte over den nat ten boschbojem, zoo lag 't bcdaauwde herfst blad te blinken onder de straffe Voorjaarszon. 't Was stillekes in den Zondagmergen, maar 't was 'n levendige stilte hier in de dreven en langs de wegels, waarover 't geboomt zijn lange schaduws streepte; waar tierige houtduiven koe rend te roepen zaten in 't dikke takgewerl, ruig van bruinen knop. Waar den specht te roffelen zat op 't luidklinkend hout van hooge eiken. 't Was 'n goeie stilte, deus van 't bosch mee z'n spulsche schaduws, natte zonneblinkings en bezig gëveugelte. 'k Wil zeggen: 't was hier alleen maar stil Van menschen. 'n Goeie stilte. Zoo een van den Zondagmer gen. Zoo een waarover den klaeren dag te glan zen staat, lijk over 'n bezonken, rimpelloozen pias. 't Zijn drukke tijen, die van 't Voorjaar! De dagen zijn al gèèf gelengd. Nadenmiddags, thuis gerejen uit de stad, kan op den akker nog "n pront stuk arbeid verzet worden. Maar als ge 's mergens vroeg van huis gong mee 'nen gelajen wagel, die dan uren en uren z'n gedokker in oewen kop daverde, als ge in stad oe vringen most deur de naauwe straten, dikkels mee 'n autobus toeterend in oewen rug en 'n twintig fietsers veur oewen wagel uit, als ge zóó onderweugen waart naar vaak moei lijke klantjes, oew eigen ploeterend deur 't gon zende stedeke, langs troepen soldaten, militaire wagels, autoverkeer, hondengeblaf, lawijt, la- wijt, lawijt, als ge dan thuisree en 'n uurke later weer te spajen stond in den wijen, rusti- gen akker, tot den donker toe, gebogen over den altij zurgelijken grond, waarvan ge dan verom komt in den killet avond, als 'n wintersche maan fosfoorglanzur over de verlaten velden toovert, dan, amico, dan zijn oew handen dik, oew oogen dof, oew beenen zwaar van moeiheid. En dan zijn 't de baaskes weer, die mee huilie nuuwe affaires, veul te vertellen, maar vooral veul te vragen hebben! Versta me goed, jonk. deus zijn gin klachten! Moeilijke klantjes, 'nen zwaren wagel, zurgelij ken grond en drukke baaskes, 't is 'n zware, maar gin onplazierige taak! 'Nen dag van vijf tien volle werkuren, uren van gespannen zenu wen en spieren in den dienst van oew eigen bedrijf, dat lijk 'n raderke meewentelt in 't ko lossale uurwerk van oew maatschappelijke .sa menleving, zoo'nen dag mag zwaar op oew schouwers leunen, maar 't is 'n vracht, die ge geren torst, als gein arbeid opgegroeid zijt. Als ge den arbeid hebt leeren zien als 'n opge legde taak, noodig in Gods Bestel Maarr.... als dan de stilte van den Zondag mergen over oew zielement plenst lijk den klae ren dag in 'nen bezonken, rimpelloozen plas, dan is die stilte zalf veur oew geschaafde kar- 't Is datte waTc oe zeggen wou van de Goeie Stilte, waarin ge alleen de veugeltjes hoort en 't scherlend zonnewindeke. Die goeie stilte op den buiten, dieën glimlach van oewen Schepper, is genogt loon na honderd uren trillenszwaren arbeid. Wie dat nie wit, is nooit lekker moei van den arbeid gewist! Die.. heeftmindergeleefd, dan 'n onnoozel veldblommeke, dat sturm, nachtvorst en schroeienden zonnebrand en dikkels den trap van 'nen koeienhoef weerstond, om tot bloei te geraken ja> in zoo'nen stond van malsche stilte, waaruit den Zondag opglanst in witten zonne- wemel van den natten blarenbojem, dan zit ge lijk 'nen millioennair aan den kant van oew eigen bloeiende vijvers. Want wijd strekt den goeien dag naar den nevelkim. Daar is haast gin end aan. Want dalijk1 Verom naar huis, waar Trui tracteert op heuren koffie mee koek, als ge 'm nieverans kunt bekomen! 'n Zoet uur in oewen wennen, blinkenden huis, die verzadigd is mee den groentengeur van oewen Zondag- schen soep. Mee den bakgeur van de gehaktbal len, mee van alles wat.... wel, wat „Zon dag" is! Dan zit ge daar aan den kant van dieën tin- blaauwen plas, ge hangt 'r oew moeidikke voe ten in en ge doet in éen uur weer veur honderd uren werkkrachten op. Machtig en rustig klopt 't bloed in oew aders, ginnen maerel, die 'n mier van oew broekspijp pikt, kan oe meer vasthou wen; ja, gin koppelke kapellen, de eerste! die daar rondvlinderen tusschen 't hout, kunnen oe nog teugenhouwen, ge sndkt weer naar huis, naar Trui, naar de baaskes, naar de ka meraads vanmiddag, naar.... de menschen! Naar huillie gezellig.1 a w ij t En uitgerust lijk 'n dikgegraasde koei, die in den vollen Zomerdag te lodderoogen ligt in den schaduw van heur wilgeparosol, zoo stap ik dan na m'nen dut, van de plattebuis naar de „Gou wen," waar de „jongens" al wachten mee de kaarten en 'n vol glas! Maar vooral: mee de uren leut, die we opschransen als de verkens huiliën slobber! Want stuk veur stuk, den Fielp, den Blaau- we, den Joost, den Jaan, stuk veur stuk heb ben ze 'n gansche week geploeterd van den vroe gen Maandagmergen tot den laten Zaterdag avond, aan éen stuk! Allee, 't zijn, uit den aard, ouwerwétsche Brabanders en die werken geren en die lachen geren! Deugden, wel nie meer in tel, maar de leden van ons propclub heb ben d'r eigen nie gemokt en ieder veugeltje zingt lijk 't gebekt is! Weinigen doen T den Fielp na, die dikkels tot 's avonds half elf vergadert en 's mergens om drie uur z'n oven weer gaat stoken. Den BlaauweGe wit 'r alles van. Die staat aan 't hoofd van 'n volledig „consortium' En hoe ie al de bedrijven, van kletskoppenzall af, tot 'n „abattoir" toe, hoe ie den turf, limo nade, worst, eierkolen, groenten, biggen, kin- ders, klelnkinders en muziek allegaar uit mal kaar houdt, da's 'n kunststuk op z'n eigen. Den Joost....? 'sMergens veur dag en veur daauw „stoomt" ie weg in z'n wageltje, ,,'t kameel," en 's avonds bindt ie 'nen juten zak veur den buik en vuurt ie in den sudderen- den vetketel, giet ie zulten, stopt ie worst, kneedt ie balkenbrei ennecorrespondeert ie op 't indrukwekkende pampier mee zijn sportmédaü- les! Den gepensionneerden JaanDie bakert bij z'n Mieneke, „zegt dooien aan," is knecht bij den mulder, bij den Fielp, bijDré III! Janus komt alleen thuis om te slapen enne.... mee die slaapuren chicaneert ie nog bij z'n Tonia, want dikkels logeert ie op Notsel, bij z'n Mie neke, omdat zijnen schoonzeun, den Blaauwe z'n stiefzeun, onder dienst is! Den Jaan is hal- verlings gemobiliseerd, om zoo te zeggen, buiten bezwaar van 's Lands schatkist. Maar Janus gooit de zaken wèl 'ns in 't wèèrgaren! Soms staat ie, mee 't zwarte pak aan en den steek op z'n jongste kleinkind te „suwen" en soms „spreekt ie aan" mee den broodkurf van den Fielp op z'nen rug. Nouja, hij kan 't ook nie altijd verhelpen, dat de klanten van meneer pastoor en die van den Fielp dikkels deur mal kaar schiften. Zoodat ie soms aan éen adres den Fielp z'n „muisjes" aflevert, ter gelegenheid van 'n geboortefeest daar, en dan den aansprekeis- brief veur den dag brengt en de familie uit- noodigt op 'n uitvaart, 't Leven gooit de zaken dikkels op éenen dwazen hoop en den Jaan pakt de dingen vast, lijk ze willen vallen! 't Een bij den kop, 't ander bij den stèèrt, hüm 'nen zurg! Mee zoo'n stelletje prachtnommers, ge weet 't genogt uit m'n brieven, amico, kunde ge zonden leut hebben! Kunde.... Zondag mee houwen! Ik weet wel: "nen tiep als den Blaauwe, keu terboer, kwakzalver, Jazzdirigent, worstmaker en.schutter", op zoo'nen kwiedam wordt lichtvèèrdig neergezien. Toch is deuzen stroo- per Keizer van de boogschutters, al jaren! In Noord en Zuid, vooral Zuid, want Noord telt op den boog nie mee, maar in Noord en Zuid kun nen de schutters den Blaauwe nie „hebbenAis veeteler (fokker is zijnen eigenlijken stiel) is ie nie te verbeteren! Z'n verkenskotten zijn al ia- ren gezocht! In den muziek....? Ge wit er alles van! Z'n „tengels" staan naar de toetseh, on verschillig of ze aan 'nen trekzak of op 'nen kerkurgel zitten. Worstmaker....? Den „Worst koning" wit mee den Blaauwe z'n „verkensscha vot" ginnen hemelschen raad! Zeg nou zelf. amico: ge wist er toch alles van. Ik schrijf dit allegaar nie zoo maar neer als 'n dedective-ver- tessel, waarin den „beroemden speurder" telkens sjuust over dat wapen of hulpmiddel beschikt als ie, ongedocht, plots weer noodig heeft. Gi; wit evengoed als ik: den Blaauwe is van veul markten thuis! Enik wéét 't, da's nie deftig, 't Is veul deftiger vandaag in koper en staal, mergen in bronolie of rubber, overmergen in suiker en electrieke lampen te „doen" (aan de beurs!) dan mee eigen handen steenkool, kletskoppen- zalf en worsterijen aan te raken. Maar op den keper is er weinig deftigheidsverschil in! Al leenvaardigheidsverschil en dan staat den Blaauwen .Keizer" toch bovenaan! Ook weet ik wel dat 't héél erg deftig is, om heel oew lange leven burgemeester te zijn op 'n negorij. Nóg deftiger als oew grootvader 't óók was en oewen kleinzeun 't óók wordt! Maarede taak van den Blaauwe is moei lijker! Ennehij volbrengt ze stipt. Mee hard werken en veul leut. Mee zulke mannen kunde Zondag vieren, amico! En dat heb ik al jaren en ook lesten Zondag weer gedaan! Na 'n week van ijzeren arbeid, dan zit ik geren aan zoo'nen tinblaauwen Zondagmergen, waar in ik m'n dikmoeie voeten lot hangen om in éen uur weer veur honderd werkuren reserve op te doen, om me dan, in blij vooruitzicht, naar de „Gouwen Koei" te spoeien en daar stukken te bijten uit den leut! Dat moest ik oe van de week zoo 'ns schrijven, want veul menschen denken, dat ge deus zure tijen alleen maar kunt deurkomen mee zure tronies. „Doe maar gewoon, dan doede nog gek ge nogt," zee m'n Moeder vroeger altij en me dunkt, 't goeie mensch had gelijk! Maar nou schei 'k er af. Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker en als altij gin horke minder van oewen t. a. v. DRÈ CORRESPONDENTIE: Mee deus drukke tij had ik gin gelegenheid nog, om de hartelijke en dikkels schoone Paaschwenschen wederkeerig te beantwoorden. Hartelijken dank, allemaal, ook namens Trui en de baaskes) DR2

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 13