haken
enOOGEN
DE SCHOEN
„SERVICE"
ALS KLEEREN KRIMPEN
HANDDOEKEN EN....
TROUWEN
W
LEKO STOFZUIGERS
T. VOORJAARSSOEP
GEVULDE FLENSJES
i GEEN VERKEERDE
ZUINIGHEID
Helly
G. SCHOORL
past
Voor wie van kaas houdt
TIE
ie
aan een katholieke arbeidsbeurs Voor
vrouwen en meisjes
0
MET DIT MERK - MINDER WERK
ZAANLANDSCH
ZILVER
SMYRNA HANDWERK
DE VROUW EN HAAR TIJD
Zooals de titel reeds aanduidt, wordt het een
hiodepraat.ie zij het dan ook niet over een
°Uderwetsch soort van sluiting. Het gaat over
onderwerp, dat altijd voldoende belangstel-
'ing trekt, juist wegens de „haken en oogen".
hier aanwezig zijn, of, naar veler meening,
een bepaald geval aanwezig dienden te zijn.
Ik bedoel het vraagstuk der eischen, die
tien uit moreel oogpunt aan de kleeding
•bag stellen. Brieven van belangstellenden
deze rubriek gaven aanleiding dit thema
eens aan te roeren. Echter niet om voor
schriften daarover op te stellen, hoe nuttig
dat op zieh moge zijn. Maar wel om te
lijzen op enkele fouten, die tijdens debat
ten en polemieken over dit moeilijke punt
hiet zelden worden begaan.
baarbij immers komen soms verschillende
dPvattingen scherp tégenover elkaar te staan,
terwijl het toch voor een kalm buitenstaander
duidelijk is. dat beide partijen het goed mee-
den, en zelfs: voor een groot deel gelijk heb
ben! Dit bleek ons laatst eens te meer uit een
langdurige polemiek in een Engelsch katholiek
dekblad, de „Catholic Times". Hierbij kwa-
men vooral twee opvattingen met elkaar in
c°nfllct. De eerste, meer „vrije", werd voorge
daan door den bekenden Mgr. O'Connor, die
destijds den grooten Chesterton in de kerk
heeft opgenomen en als „Father Brown" een
geestig boek over G. K. C. heeft geschreven.
tweede, meer „precieze" opvatting werd ver
dedigd door een anderen geestelijke, een huis
moeder en drie typisten.
Laatstgenoemde geestelijke herinnerde er
"an, hoe Mgr. O'Connor in zijn biografie van
Chesterton niet instemming diens woorden ci
teerde: „Het Katholicisme geeft ons een vaste
'eer'zoo schrijft hier iedereen over de
eischen der vrouwenkleeding.maar kriti
seert niet van een vast standpunt uit. Ik zal u
jteggen -waarom: zij kennen de beteekenis der
huischheid niet, terwijl een katholiek die wel
hent, en daarom ook weet, waarom hij een he-
dendaagsche mode veroordeelt."
Hoe men verder ook moge denken over don
*fkeer, dien Mgr. O'Connor voor „amateur
moralisten" betoonde, en het protest dat deze
"Hcbtzinnigheid" bij Father Rigby en anderen
opwekte, zeker is, dat de geciteerde regels van
phesterton een uitstekend antwoord op veler-
omstreden vragen inhouden. Want heel
Vaak, als werkelijk goedwillende menschen 't
toch onder elkaar oneens worden over de
kuiste wijze, waarop moreele beginselen in de
hhictijk dienen te worden toegepast, was door
teh der beide partijen vergeten, dat men op
gebied inderdaad niet altijd en overal de
Redelijkheid nauwkeurig met den duimstok be
palen kan.
De Kerk geeft ons beginselen van blij
kende waarde, maar de vraag, hoe deze in
bepaalde omstandigheden dienen te worden
teiegepast, kan niet altijd dadelijk met on
feilbare juistheid worden beantwoord. Over
de practische toepassing van moreele nor
men zal daarom soms verschil van mee-
hing bestaan, zonder dat iemand der
•strijdende partijen" van kwade trouw be
hoeft te worden verdacht. Juist de een
stemmigheid van beginsel garandeert een
zekere vrijheid ten opzichte der uitvoering
in de practijk.
Aan den anderen kant is het soms zeker
h°odig, dat voor hen, die op dit gebied moei
lijk tot een zuiver oordeel komen, duidelijke
koorschriften worden geboden, waaraan zij zich
te houden hebben. Vandaar bijvoorbeeld dat
bisschoppelijke bepalingen op dit gebied werden
Uitgevaardigd. Maar laat daarnaast geen par
ticulier ijveraar, geen „amateur-moralist", zoo-
Sis Mgr. O'Connor hekelde, hier nog een wet-
°ck aan willen toevoegen. Éénheid in het
bood zakelijke, maar verder: vrijheid, blijheid!
®h vooral: laat ons de onderlinge liefde be
dachten, óók waar meeningsverschillen over
bijkomstige kwesties optreden.
Wij zeiden het reeds: de tegenstellingen zijn
?'®t steeds zoo groot als zij kunnen lijken. Zoo-
;ete kan ook samenhangen met verschil in
temperament, omdat sommige naturen vaak
minder, andere meer geneigd zijn op moreel
|®bied alles zoo precies mogelijk na te meten.
zijn ook verschillende eischen door ver-
'tehihende omstandigheden zaken waarover
u bekwaam biechtvader van raad kan dienen,
a's het beter is niet zelf te beslissen. Tenslotte
bedenke men steeds, dat eigen opvattingen nog
Peen wet voor de geheele samenleving behoe
den te beteekenen.
En vóór alles: streven wij naar den juis-
ten geest naar die diepgewortelde rein
heid des harten, waarbij eenerzijds al het
minderwaardige wordt verafschuwd, ter-
krijl tevens, in vertrouwen op Gods genade,
Overdreven bezorgdheid wordt vermeden.
M. B.
Op het terrein der schoenen kunnen wij te
genwoordig ons hart ophalen. Sedert een goed
wordt daar door de mode-ontwerpers da
b's veel aandacht aan besteed. Vroeger was een
/'boen min of meer sierlijk van leest, van
mooi of minder mooi materiaal en daarmee
/tes het, behoudens de kleur, afgeloopen. Dat
tegenwoordig heel anders. Onze schoenen
'in waarlijk producten van fantaisie en ver-
bft geworden. Dat is begonnen met de extra
zware zolen van kurk, van leer, van rubber.
En toen het hek eenmaal van den dam was....
Wij kregen naast onze leeren, zijden en linnen
schoenen, schoenen van stroo, van band, van
lint. van bont, kortom van elk maar eenigszins
bruikbaar materiaal. Wij hebben den doorge-
bouwden hak gekregen en den teenloozen
schoen en nog veel meer.
Dit seizoen gaat men over het algemeen wel
op hetzelfde chapiter door. Echter, de hak
staat in het brandpunt van de belangstelling.
Er zijn hakken uit rolletjes bestaande, hakken
met -een rond gat er in. bijna driehoekige hak
ken, hakken als boomstammen, enfin wat al
niet.
De weggesneden teen en hiel zijn ook aan
gebleven of liever, weggebleven. Dit is wel niet
altijd practisch. Het vereischt bijvoorbeeld vol
maakt gave kousen. En wie heeft niet eens 'n
stopje hier of daar? Maar ja, de mode is nu
eenmaal niet alleen maar practisch, bij lange
na niet.
In verband met enze sportief aandoende klee
ding zullen er veel lage hakken gedragen wor
den. Niet iedereen is daar op gesteld, maar
voor daagsche dracht staat dat, mits men niet
al te zwaar van been is, heel aardig bij den mo
dernen korten rok. Trouwens, de driekwart hak
leeft ook nog en de hooge hak is ook niet over
matig hoog.
Voor het eerst sedert langen tijd is het licht
grijs peau de suède weer ten tooneele versche
nen. Dit houdt natuurlijk verband met het vele
grijs dat voor onze jassen gekozen werd. Dit
is ongetwijfeld een aardige dracht, maar het
is wel raadzaam bij schoentjes van die kleur
ook een lichtgrijze kous te kieze».
Geliefd is de combinatie peau de suède en
gelakt leer, of peau de suède met gewoon leer.
Over het algemeen zijn de modellen tamelijk
breed en rond van neus, wat onzen voeten hier
zeker ten goede zal komen. Die heel puntige
schoenen zijn onder ons gezegd en gezwegen
toch eigenlijk een kwelling.
Het model op de photo is een nieuwigheid
in z.g. American Style. Deze schoentjes gelijken
een beetje op de ouderwetsche heerenpumps
waar vroeger op gedanst werd. De groote strik
is wel het kardinale punt.
CLARA.
Er staat geen stevige, in keurige uniform uit
gedoste, portier bij den ingang
Er wordt niet aan elke binnentredende ge
vraagd: „Welke afdeeling, juffrouw?"....
Er is geen ingewikkelde telefooncentrale in
het gebouw te vinden, die u met de kantoor-,
winkel-, atelier-, fabrieks- of huishoudelijke af
deeling gaat verbinden....
Er suist niet onophoudelijk een lift op en
neer, vijf, zes verdiepingen langs....
En geen lokettengalerij belemmert het vrije
uitzicht en een prettig gesprek....
Maar:
Velen is het reeds bekend, dat er naast de
gemeente-arbeidsbeurzen in de verschillende
plaatsen ook nog katholieke arbeidsbeurzen be
staan voor vrouwen en meisjes. Sommigen ech
ter weten van dit bestaan nog niets af of zien
de katholieke arbeidsbeurs als laatste toe
vluchtsoord, wanneer de andere instanties niet
in staat bleken te zijn de gevraagde krachten
te leveren.
Daarom is het de bedoeling van dit artikel
de aandacht te vestigen op een instelling, die
zoowel een katholiek als een sociaal belang be-
teekent in onze huidige samenleving.
Wat is het doel van een arbeidsbeurs en wat
is het doel van een katholieke arbeidsbeurs?
In het algemeen uitgedrukt is een arbeidsbeurs
een instituut voor personeelvoorziening in het
bedrijfsleven, waar bemiddeling tot stand
wordt gebracht tusschen werkgèver en werk-
neemster(er). Dat er naast de bestaande be-
middelingsbureaux, zoowel de gemeentelijke als
de particuliere, nog een uitsluitend katholieke
arbeidsbeurs ging verschijnen en wel moest ver
schijnen, zal iedere katholiek en dan wel heel
speciaal iedere katholieke vader en moeder, dia
een zoon of een dochter in het bedrijfsleven
van dezen tijd werkzaam weet, begrijpen
En ook iedere katholieke werkgever of werk
geefster zal uit ervaring het groote verschil ken
nen, dat er bestaat tusschen op goed geluk aan
genomen personeel en haar, naar wier presta
ties, zedelijk gedrag enz. grondig is geïnfor
meerd.
Denk niet: ik vind wel iets door een krant;
wa.nthelaas zijn niet alle menschen te ver
trouwen.
Denk niet: Mijn secretaresse gaat toch niet
weg., want.... Cupido's pijlen zijn onbereken
baar.
Denk niet: Mijn personeel heeft een goede
betrekking, want.... ook een jongste bediende
kan de honderdduizend trekken.
Wie u ook bent, bankier, fabrikant, make
laar, groothandelaar, winkelier, huisvrouw,
naaister, correspondente, facturiste, verkoop
ster, dienstbode of werkster, vroeg of laat zult
ook u de behoefte gevoelen aan een katholieke
arbeidsbeurs. Roept dan zonder bedenken de
bemiddeling daarvan in. Een van dag tot dag
grondig bijgehouden administratie, een vlot
werkende informatie-dienst stellen het bureau
tot werkelijk efficiente hulp in staat.
Het soms wat langer uitblijven van een aan
gevraagde informatie kan vertraging veroorza
ken, maar men mag toch veronderstellen, dat
u liever deze vertraging accepteert, dan het ri
sico van een ondeugdelijk adres. Daarom wordt
door de katholieke arbeidsbeurs nooit van dit
principe afgeweken.
Een algemeen verschijnsel als bijvoorbeeld
Links: Als de
mouw te kort is
geworden.
Rechts: Als de
boord gekrom
pen is.
Midden: Hoe het
bruikbare van
een jumper nog
dienst kan doen
MA i
Welke moeder zou niet
met zulke stralende
oogen de wereld inkij
ken, als ze een zoo ge
zond kindje met zulk
dikke ivangetjes op der
arm mocht houden
Dit is ook een verstart
dige moeder, die weet
wat een opgroeien
schepseltje toekomt
den eersten mooien
lentedag heeft ze na
melijk het raam wijd
open gezet om de fris-
sche, zoete lucht bin
nen te doen stroomen.
Kleine kinderen, die op
een bovenwoning op
groeien, dus niet in den
tuin kunnen spelen en
met wie moeder niet
dagelijks kan gaan
wandelen, zulke ka-
merkindertjes kunnen
net zoo min als kamer
planten goed gedijen
zonder frissche buiten
lucht. Zoodra de eerste
•lentedagen komen, zal
het parool dan ook
zijn: ramen open en
buitenlucht binnens
huis. Baby heeft het
noodig om tot een ge
zonden sterken kleu
ter op te groeien.
Jullie zijn sentimenteel, dat is het onverdien
de verwijt, dat de mannen ons smalend toe
voegen, want het onbillijke feit bestaat nu
eenmaal, dat den vrouwen de ingeboren eigen
schappen van haar sekse als een soort be
schuldiging worden toegevoegd.
Kan een man het helpen, dat hij sterk is en
een goedkoop theelepeltje tusschen zijn vingers
verbuigt? Kunnen wij het helpen, dat we zoo
sentimenteel zijn, dat we van kleeren, die een
prettige herinnering vasthouden, geen afstand
kunnen doen?
Er zijn hoopen vrouwen, die kleedingstukken
in haar kast hebben hangen of liggen, die ze
niet meer dragen, die ze wel af en toe in de
hand nemen en weggeven overwegen, maar ze
dan toch weer met een peinzend gelaat terug
leggen: „Nog even bewaren". Maar niet, dat dat
roode jumpertje, of die grijze jurk nog ooit
grooten dienst zal kunnen bewijzen, nee,
maar we willen geen afstand doen van het
symbool van prettige dagen of een goede ge
beurtenis, die we beleefden, toen we dat jum
pertje of die jurk aan hadden.
Een kleerenkast van een vrouw, die niets weg
kan doen, is soms een soort dagboek. Ze be
waart dan meestal ook nog, wat haar niet meer
past, alleen omdat ze er zich niet bij kan neer
leggen, dat een goed stuk, door het wasschen
tot iets onbruikbaars gekrompen is.
Met gekrompen kleeren is echter toch nog
wel eens iets meer te beginnen dan we denken.
Het kan bijvoorbeeld gebeuren, dat een wol
len jurk door het zeepbad in de lengte- ge
krompen is, zóó, dat rok en mouwen korter zijn
geworden. Het krimpen van den rok bespaart
u, nu de mode steeds korter wordt, waarschijn-
De hoeveelheden zijn berekend voor een gezin
van vier.
Voor het beslag: negen afgestreken, lepels
bloem, een kwart liter melk, een ei en wat zout.
Voof de vulling: een kwart liter melk of
melk en bouillon, een afgestreken lepel boter,
twee en een halve afgestreken lepel bloem,
ongeveer drie lepels geraspte, oude kaas, een
half ons jonge, vette kaas, peper, zout, aroma.
Maak flensjesbeslag van negen lepels bloem,
een ei, een kwart liter melk en wat zout. Snijd
de jonge kaas in kleine blokjes. Maak van de
andere ingrediënten kaassaus. Vermeng hier
toe de boter met de bloem op zacht vuur; voeg
oncier voortdurend roeren de melk, of melk en
bcuiiion hieraan toe; laat de saus even door
koken en maak ze af door toevoeging van de
geraspte oude kaas, peper, zout en aroma.
Houd de kaassaus warm zonder dat ze weer
aan de kook komt en voeg er de blokjes jonge
kaas aan toe.
Bak de flensjes en houd ze warm, bijvoor
beeld op een pannetje met kokend water. Leg
op elk flensje wat kaassaus en rol het op. Dien
de gevulde flensjes op een verwarmden schotel
op.
lijk het uithalen van den zoom, maar met de
korte mouwen weet u geen raad.
Het linker plaatje stelt een oplossing voor,
waarbij wat tule, wat kantstof of ander los
materiaal dienst kan bewijzen.
De mouw wordt, zooals geschetst is, verlengd;
het stukje aan den hals neemt den indruk
weg, dat het gecombineerde materiaal voor de
mouw geen versiering maar noodzaak was.
De rechtsche teekening doet de oplossing aan
de hand, als een jumper te kort geworden is.
We knippen het te korte boordje af, breien een
breed stuk en stikken dit aan de jumper. De
lange mouwen krijgen manchetten, de hals 'n
boordje, en als finishing touch borduren we
van dezelfde wol rechts boven een monogram.
Van een truitje, dat te veel „spant" kunnen
mouwtjes, zakken en kraagje productief ge
maakt worden op een huisjurkje, zooals het
middelste. De knoopjes (gewone pik-pak) wor
den overtrokken met lapjes van een niet ge
bruikt stukje van de rest.
dienstbodennood kan ook door de arbeidsbeurs
niet opgeheven worden. In dergelijke omstan
digheden wordt getracht de meest dringende
gevallen, in volgorde van binnenkomen, te voor
zien. Het beste is dan u bijtijds te laten in
schrijven, zoodat er rustig voor u kan worden
uitgekeken.
Steeds is het t streven om met ieders per
soonlijke wenschen en behoeften rekening te
houden. De leiding van de arbeidsbeurs geeft
haar krachten voor de instandhouding en den
verderen uitbouw van een nuttig katholiek in
stituut, dat op de allereerste plaats zijn apos-
tolaatstaak ziet in de bescherming en beharti
ging van de godsdienstige en zedelijke belangen
van het werkende jonge meisje.
Nogmaals: het is geen gebouw van vijf, zes
verdiepingen: maar wanneer u tijdens of na de
spreekuren eens zoudt komen binnenstappen
op de tweede étage van een echt Amsterdamsch
huis in een van dé straten van onze hoofdstad,
dan zoudt u verbaasd staan over de activiteit
die daar wordt ontplooid.
De vólgende week zullen wij de werkzaamhe
den daarvan nog wat nader belichten.
Spinazie is nog te duur om er flinke hoeveel
heden van als groente te gebruiken; wel kun
nen we de spinazie nu met voordeel rauw eten
(als sla) of er een smakelijke soep van berei
den, waarvoor slechts kleine hoeveelheden noo
dig zijn.
Hieronder vindt u het recept voor een der
gelijke soep, die als voorjaarsgerecht zeer ge
zond is.
SPINAZIESOEP (4 kleine borden)
een half pond spinazie, een liter water, viei
afgestreken eetlepels bloem, twee afgestreken
eetlepels boter, drie eetlepels room, een eier
dooier, wat zout, wat nootmuskaat.
Kook de spinazie vlug gaar in het water met
wat zout; giet dan alles door een zeef en wriji
er de spinazie geheel door.
Verwarm op een zacht vuur roerende de bo
ter met de bloem, giet er bij kleine scheutjes
tegelijk de gezeefde spinazie met het bijbehoo-
rende vocht in, laat de soep zachtjes nog even
doorkoken en giet ze dan onder voortdurend
roeren in de soepterrine bij den geklopten eier
dooier met den room.
Geef bij de soep kleine dobbelsteentjes oud
brood, die in wat boter goudbruin zijn ge
bakken.
De mogelijkheden om
flensjes en pannekoe
ken te varieeren zijn
talrijk; zoowel zoet als
zout zijn er veel lekkere
hapjes van te maken.
Appelpannekoek en
gemberf lensjes zijn u
waarschijnlijk bekend,
kaaspannekoek mis
schien ook wel.
Maar flensjes mei
kaasvulsel, heeft a die
al eens geprobeerd? Als
voorgerecht bij den
warmen maaltijd of als
lunchgerechtje is het
eens heel iets anders
om op tafel te brengen.
Mobilisatie! Prijsstijging!Het regent cir
culaires van firma's, die zich uitsloven om aan
te toonen dat hun artikel zóó gewild is, dat er
spoedig geen stuk meer te krijgen zal zijn
Twee, drie brieven worden geopend, vluchtig
doorgekeken, en dan komen ze onbarmhartig
in de prullemand terecht. Maar de vierde komt.
En de vijfde. En het is alsof met eiken brief
een tikje zekerheid méér mee de prullemand
in gaat. Tot er op een dag geen greintje meer
van overblijften de vertegenwoordiger van
de linnen- en damastfabriek, die persoonlijk
eens een kansje komt wagen, is ten zeerste ver
rast, zoo weinig strubbelingen te ondervinden...
het psychologisch oogenblik is ook wat! Hij
wordt er bepaald enthousiast van en ik sla een
voorraad handdoeken in, waar in normale tij
den geen haar op mijn gepermanent hoofd aan
gedacht zou hebben!
De handdoeken komen. En met het uitpak
ken van de stapels wit-blauw, blauw-wit, effen,
gestreepte en geruite doeken, slaat de schrik
me om het hart om het een oogenblik heele-
maal te laten stil staan, ais ik tenslotte de
netjes-bijgevoegde rekening in kijkMaar
er is niets meer aan te doen, en met den moed
der wanhoop besluit ik, op hetzelfde oogenblik
maar vast aan den reusachtigen stapel te be
ginnen. Want in een plotselinge opwelling van
zuinigheid had ik de handdoeken ongezoomd
genomen, dat zou me toch zeker vijf gulden
besparen op die honderd en zooveel, had ik uit
gerekend
Al dagen lang ben ik nu verwoed aan het
zoomen en lussen. Kleine Hans, mijn broertje,
is al een paar keer bij me komen staan en
heeft tot nog toe alleen maar gekeken. Tot
opeens de groote hoeveelheid hem blijkbaar te
machtig wordt. Zijn oogen groeien vol onrust.
En als ik wéér een nieuw stapeltje te voor
schijn toover, is de maat vol en barst hij uit.
„Zjjn dat óók al handdoeken?"
Ik knik een beetje afwezig, want mijn naald
is weer eens zoek. Dan vat hij moed en begint
een gesprek, waar hij zeker al dien tijd, dat ik
al met de handdoeken bezig was, op heeft zit
ten broeden.
„Waarvoor heb je er zooveel noodig?"
„Die neem ik mee als ik ga trouwen."
„O."
Stilte. Handen op den rug en maar kijken.
„Ze zijn nieuw, hè? Heb je ze gekocht?"
Geknik van mijn kant. Weer gepeins.
„Hoe laat ga je trouwen?" Dat beteekent:
wanneer?
„O. volgend jaar misschien zeg ik.
„Waarom nóu niet?" dringt hij aan; hij
heeft blijkbaar wel zin in een bruiloft. Kopje
schuin, rimpeltjes in zijn voorhoofd, staat hij
in afwachting.
„Och, jongenlief ik moet nog zooveel koo-
pen: tafels en stoelen en een bed en nog zoo'n
hoop andere dingen
Zijn oogen worden groot van verwondering,
en dan roept hij heel verbaasd uit:
„Maarje gaat toch bij Oom Frans wo
nen!?"
Ik schiet bijna in den lach, maar nog net
hou ik dien in, als ik zijn ernstige snuitje zie
„Oom" Frans is z'n zwager-in-spe; om het
groote verschil in leeftijd is het van 't moment
der kennismaking af nog „oom" voor hem ge
bleven. Mijn toekomstige gemaal woont op ka
mers en ik grinnik bij de gedachte dat ik daar
in zou moeten trekken. Dan bedenk ik opeens
dat ik nog een min of meer gepast antwoord
schuldig ben en ik put me uit, om er een te
vinden. Daar gaat-ie!
„Hansepans, we gaan in een nieuw huis wo
nen. Dat van Oom Frans is al zoo oud!"
„Ja, maar dat moet toch gebouwd worden!
„Nee, jongetje, dat is al klaar. In Amsterdam
staat het op ons te wachten. En daar mag jij
ook eens komen logeeren!"
„O!"
't Wordt weer stil en ik vraag me af wat er
nu gaat komen, 't Duurt lang, en ik spin ver
der aan mijn eigen gedachtetjesTot ik
opschrik met een „Hè, wat zeg je?!"
En dan klinkt doodbedaard het resultaat van
het lange nadenken:
„We moesten allemaal maar gaan trouwen
dan kun je alles meenemen." Hij wijst meteen
met zijn knuistje naar het meubilair in de
huiskamer.
Ik zit paf! En er begint iets bij me door te
dringen van 't feit, dat „trouwen" voor dit
ventje alleen maar een synoniem is van „weg
gaan." Ik zoek weer naar een antwoord en hoop
dat het nu afdoende zal zijn.
„Hansje, als we allemaal trouwen, moeten
we toch allemèal tafels en stoelen en bedden
hebben, en zoovéél hebben we er toch niet?"
„O, nee?"
Aarzelend en lang niet overtuigd. Weer
schijnt een nieuw probleem voor hem op te
doemen, en met een angstig gespannen ge
zichtje vraagt hij:
„Enben je dan héélemaal alleen in dat
nieuwe huis!?"
„Maar jongen, oom Frans komt toch bij me
wonen!"
Nu weet hij niet 'meer hoe hij het heeft en
met een benepen stemmetje stelt hij de vraag
die me doet besluiten, maar heelemaal van dit
voor hem zoo onbegrijpelijk onderwerp af te
stappen, de vraag:
„O, gaat die óók al trouwen?!"
C. S.
IWWUWMW.IiVWAV.VVrtV,
Ja zeker, zuinigheid kan ook op
de verkeerde manier worden toe
gepast. Zuinigheid wil namelijk a
niet per se zeggen: géén geld uit-
geven, het kan ook beteekenen, dat
we op een verstandige manier met
ons geld omspringen. Dit laatste
houdt in, dat we naast de strikt
noodzakelijke levensbehoeften op
onze begrooting ook een marge
openhouden voor die dingen, die
behalve dat ze nuttig zijn, ook het
leven wat prettiger maken.
Een bezoek aan den kapper, een
nieuwe hoed, die ons oud voorjaars
pakje opfleurt, een frisch tafel
kleed, een versch laagje verf over
de vensterbanken, dat al zijn velen
misschien geneigd thans luxe te
noemen en daarom meenen ze
ten onrechte dat ze daaraan hun
geld niet moeten uitgeven.
Ten onrechte, want is het juist
nu meer dan ooit onze plicht
om de détails, die het leven een
klein weinigje veraangenamen,
niet te verwaarloozen. En boven
dien: moeten de schilders, de
kappers, de modisten óók niet leven?
Het is bekend, dat de Hollander z'n
geld moeilijk uitgeeft, dat de de
gelijke Hollandsche huisvrouw een
zeer zuinig bewind kan voeren.
Laat ze zich in dezen tijd echter
wachten voor overdrijving. Laat ze
dezen schoonmaaktijd, als ze de
rondte doet in de kamers van haar
huis, niet bij alles denken: dat kan
er nog wel mee door.
Niemand is thans gerechtvaar
digd z'n omgeving te verwaarloo
zen en het is nog altijd waar, dat
een nieuw kleedje, een frisch gor
dijn, een nieuwe stoelovertrek de
gezelligheid in huis verhoogen. Op
den duur zal het regelmatig onder
houden van huis en huisraad trou
wens ook voordeeliger blijken dan
verwaarloozing!
Ook de huisvrouw heeft in dezen
tijd den plicht gewóón te doen.
Commissie tot Voorlichting
op Huishoudelijk Gebied
V.VASVW I
Hoest
bonbons
10 cent
per dooi
overat
verkrijgbaar I
tmp.:Rotterd. Prod. Mij.
WITTE HUIS - Rotterdam
VRAAGT
UW WINKELIER CF DROGIST
11 CT. p. ZAKJE GtflOK AAN VPONd'suikER
Van de oudste en meest bekende
fabriek in Nederland
Prima fabrikaat voor elke beurs
VRAAGT UWEN WINKELIER
AMSTERDAM.
ROKIN 43
OPGERICHT
1868
VOORHEEN KALVERSTRAAT 51
„Wolta", Ieplaan 25, Haag. Deventer Smyma-
wol, gegar kleurecht, loopt niet plat. Ruime
keuze patr Stramien in alle br. inl. en lev d.
geh. Nederland. (Adv.)