haken enOOGEN DE SCHOEN „SERVICE" ALS KLEEREN KRIMPEN HANDDOEKEN EN.... TROUWEN W LEKO STOFZUIGERS T. VOORJAARSSOEP GEVULDE FLENSJES i GEEN VERKEERDE ZUINIGHEID Helly G. SCHOORL past Voor wie van kaas houdt TIE ie aan een katholieke arbeidsbeurs Voor vrouwen en meisjes 0 MET DIT MERK - MINDER WERK ZAANLANDSCH ZILVER SMYRNA HANDWERK DE VROUW EN HAAR TIJD Zooals de titel reeds aanduidt, wordt het een hiodepraat.ie zij het dan ook niet over een °Uderwetsch soort van sluiting. Het gaat over onderwerp, dat altijd voldoende belangstel- 'ing trekt, juist wegens de „haken en oogen". hier aanwezig zijn, of, naar veler meening, een bepaald geval aanwezig dienden te zijn. Ik bedoel het vraagstuk der eischen, die tien uit moreel oogpunt aan de kleeding •bag stellen. Brieven van belangstellenden deze rubriek gaven aanleiding dit thema eens aan te roeren. Echter niet om voor schriften daarover op te stellen, hoe nuttig dat op zieh moge zijn. Maar wel om te lijzen op enkele fouten, die tijdens debat ten en polemieken over dit moeilijke punt hiet zelden worden begaan. baarbij immers komen soms verschillende dPvattingen scherp tégenover elkaar te staan, terwijl het toch voor een kalm buitenstaander duidelijk is. dat beide partijen het goed mee- den, en zelfs: voor een groot deel gelijk heb ben! Dit bleek ons laatst eens te meer uit een langdurige polemiek in een Engelsch katholiek dekblad, de „Catholic Times". Hierbij kwa- men vooral twee opvattingen met elkaar in c°nfllct. De eerste, meer „vrije", werd voorge daan door den bekenden Mgr. O'Connor, die destijds den grooten Chesterton in de kerk heeft opgenomen en als „Father Brown" een geestig boek over G. K. C. heeft geschreven. tweede, meer „precieze" opvatting werd ver dedigd door een anderen geestelijke, een huis moeder en drie typisten. Laatstgenoemde geestelijke herinnerde er "an, hoe Mgr. O'Connor in zijn biografie van Chesterton niet instemming diens woorden ci teerde: „Het Katholicisme geeft ons een vaste 'eer'zoo schrijft hier iedereen over de eischen der vrouwenkleeding.maar kriti seert niet van een vast standpunt uit. Ik zal u jteggen -waarom: zij kennen de beteekenis der huischheid niet, terwijl een katholiek die wel hent, en daarom ook weet, waarom hij een he- dendaagsche mode veroordeelt." Hoe men verder ook moge denken over don *fkeer, dien Mgr. O'Connor voor „amateur moralisten" betoonde, en het protest dat deze "Hcbtzinnigheid" bij Father Rigby en anderen opwekte, zeker is, dat de geciteerde regels van phesterton een uitstekend antwoord op veler- omstreden vragen inhouden. Want heel Vaak, als werkelijk goedwillende menschen 't toch onder elkaar oneens worden over de kuiste wijze, waarop moreele beginselen in de hhictijk dienen te worden toegepast, was door teh der beide partijen vergeten, dat men op gebied inderdaad niet altijd en overal de Redelijkheid nauwkeurig met den duimstok be palen kan. De Kerk geeft ons beginselen van blij kende waarde, maar de vraag, hoe deze in bepaalde omstandigheden dienen te worden teiegepast, kan niet altijd dadelijk met on feilbare juistheid worden beantwoord. Over de practische toepassing van moreele nor men zal daarom soms verschil van mee- hing bestaan, zonder dat iemand der •strijdende partijen" van kwade trouw be hoeft te worden verdacht. Juist de een stemmigheid van beginsel garandeert een zekere vrijheid ten opzichte der uitvoering in de practijk. Aan den anderen kant is het soms zeker h°odig, dat voor hen, die op dit gebied moei lijk tot een zuiver oordeel komen, duidelijke koorschriften worden geboden, waaraan zij zich te houden hebben. Vandaar bijvoorbeeld dat bisschoppelijke bepalingen op dit gebied werden Uitgevaardigd. Maar laat daarnaast geen par ticulier ijveraar, geen „amateur-moralist", zoo- Sis Mgr. O'Connor hekelde, hier nog een wet- °ck aan willen toevoegen. Éénheid in het bood zakelijke, maar verder: vrijheid, blijheid! ®h vooral: laat ons de onderlinge liefde be dachten, óók waar meeningsverschillen over bijkomstige kwesties optreden. Wij zeiden het reeds: de tegenstellingen zijn ?'®t steeds zoo groot als zij kunnen lijken. Zoo- ;ete kan ook samenhangen met verschil in temperament, omdat sommige naturen vaak minder, andere meer geneigd zijn op moreel |®bied alles zoo precies mogelijk na te meten. zijn ook verschillende eischen door ver- 'tehihende omstandigheden zaken waarover u bekwaam biechtvader van raad kan dienen, a's het beter is niet zelf te beslissen. Tenslotte bedenke men steeds, dat eigen opvattingen nog Peen wet voor de geheele samenleving behoe den te beteekenen. En vóór alles: streven wij naar den juis- ten geest naar die diepgewortelde rein heid des harten, waarbij eenerzijds al het minderwaardige wordt verafschuwd, ter- krijl tevens, in vertrouwen op Gods genade, Overdreven bezorgdheid wordt vermeden. M. B. Op het terrein der schoenen kunnen wij te genwoordig ons hart ophalen. Sedert een goed wordt daar door de mode-ontwerpers da b's veel aandacht aan besteed. Vroeger was een /'boen min of meer sierlijk van leest, van mooi of minder mooi materiaal en daarmee /tes het, behoudens de kleur, afgeloopen. Dat tegenwoordig heel anders. Onze schoenen 'in waarlijk producten van fantaisie en ver- bft geworden. Dat is begonnen met de extra zware zolen van kurk, van leer, van rubber. En toen het hek eenmaal van den dam was.... Wij kregen naast onze leeren, zijden en linnen schoenen, schoenen van stroo, van band, van lint. van bont, kortom van elk maar eenigszins bruikbaar materiaal. Wij hebben den doorge- bouwden hak gekregen en den teenloozen schoen en nog veel meer. Dit seizoen gaat men over het algemeen wel op hetzelfde chapiter door. Echter, de hak staat in het brandpunt van de belangstelling. Er zijn hakken uit rolletjes bestaande, hakken met -een rond gat er in. bijna driehoekige hak ken, hakken als boomstammen, enfin wat al niet. De weggesneden teen en hiel zijn ook aan gebleven of liever, weggebleven. Dit is wel niet altijd practisch. Het vereischt bijvoorbeeld vol maakt gave kousen. En wie heeft niet eens 'n stopje hier of daar? Maar ja, de mode is nu eenmaal niet alleen maar practisch, bij lange na niet. In verband met enze sportief aandoende klee ding zullen er veel lage hakken gedragen wor den. Niet iedereen is daar op gesteld, maar voor daagsche dracht staat dat, mits men niet al te zwaar van been is, heel aardig bij den mo dernen korten rok. Trouwens, de driekwart hak leeft ook nog en de hooge hak is ook niet over matig hoog. Voor het eerst sedert langen tijd is het licht grijs peau de suède weer ten tooneele versche nen. Dit houdt natuurlijk verband met het vele grijs dat voor onze jassen gekozen werd. Dit is ongetwijfeld een aardige dracht, maar het is wel raadzaam bij schoentjes van die kleur ook een lichtgrijze kous te kieze». Geliefd is de combinatie peau de suède en gelakt leer, of peau de suède met gewoon leer. Over het algemeen zijn de modellen tamelijk breed en rond van neus, wat onzen voeten hier zeker ten goede zal komen. Die heel puntige schoenen zijn onder ons gezegd en gezwegen toch eigenlijk een kwelling. Het model op de photo is een nieuwigheid in z.g. American Style. Deze schoentjes gelijken een beetje op de ouderwetsche heerenpumps waar vroeger op gedanst werd. De groote strik is wel het kardinale punt. CLARA. Er staat geen stevige, in keurige uniform uit gedoste, portier bij den ingang Er wordt niet aan elke binnentredende ge vraagd: „Welke afdeeling, juffrouw?".... Er is geen ingewikkelde telefooncentrale in het gebouw te vinden, die u met de kantoor-, winkel-, atelier-, fabrieks- of huishoudelijke af deeling gaat verbinden.... Er suist niet onophoudelijk een lift op en neer, vijf, zes verdiepingen langs.... En geen lokettengalerij belemmert het vrije uitzicht en een prettig gesprek.... Maar: Velen is het reeds bekend, dat er naast de gemeente-arbeidsbeurzen in de verschillende plaatsen ook nog katholieke arbeidsbeurzen be staan voor vrouwen en meisjes. Sommigen ech ter weten van dit bestaan nog niets af of zien de katholieke arbeidsbeurs als laatste toe vluchtsoord, wanneer de andere instanties niet in staat bleken te zijn de gevraagde krachten te leveren. Daarom is het de bedoeling van dit artikel de aandacht te vestigen op een instelling, die zoowel een katholiek als een sociaal belang be- teekent in onze huidige samenleving. Wat is het doel van een arbeidsbeurs en wat is het doel van een katholieke arbeidsbeurs? In het algemeen uitgedrukt is een arbeidsbeurs een instituut voor personeelvoorziening in het bedrijfsleven, waar bemiddeling tot stand wordt gebracht tusschen werkgèver en werk- neemster(er). Dat er naast de bestaande be- middelingsbureaux, zoowel de gemeentelijke als de particuliere, nog een uitsluitend katholieke arbeidsbeurs ging verschijnen en wel moest ver schijnen, zal iedere katholiek en dan wel heel speciaal iedere katholieke vader en moeder, dia een zoon of een dochter in het bedrijfsleven van dezen tijd werkzaam weet, begrijpen En ook iedere katholieke werkgever of werk geefster zal uit ervaring het groote verschil ken nen, dat er bestaat tusschen op goed geluk aan genomen personeel en haar, naar wier presta ties, zedelijk gedrag enz. grondig is geïnfor meerd. Denk niet: ik vind wel iets door een krant; wa.nthelaas zijn niet alle menschen te ver trouwen. Denk niet: Mijn secretaresse gaat toch niet weg., want.... Cupido's pijlen zijn onbereken baar. Denk niet: Mijn personeel heeft een goede betrekking, want.... ook een jongste bediende kan de honderdduizend trekken. Wie u ook bent, bankier, fabrikant, make laar, groothandelaar, winkelier, huisvrouw, naaister, correspondente, facturiste, verkoop ster, dienstbode of werkster, vroeg of laat zult ook u de behoefte gevoelen aan een katholieke arbeidsbeurs. Roept dan zonder bedenken de bemiddeling daarvan in. Een van dag tot dag grondig bijgehouden administratie, een vlot werkende informatie-dienst stellen het bureau tot werkelijk efficiente hulp in staat. Het soms wat langer uitblijven van een aan gevraagde informatie kan vertraging veroorza ken, maar men mag toch veronderstellen, dat u liever deze vertraging accepteert, dan het ri sico van een ondeugdelijk adres. Daarom wordt door de katholieke arbeidsbeurs nooit van dit principe afgeweken. Een algemeen verschijnsel als bijvoorbeeld Links: Als de mouw te kort is geworden. Rechts: Als de boord gekrom pen is. Midden: Hoe het bruikbare van een jumper nog dienst kan doen MA i Welke moeder zou niet met zulke stralende oogen de wereld inkij ken, als ze een zoo ge zond kindje met zulk dikke ivangetjes op der arm mocht houden Dit is ook een verstart dige moeder, die weet wat een opgroeien schepseltje toekomt den eersten mooien lentedag heeft ze na melijk het raam wijd open gezet om de fris- sche, zoete lucht bin nen te doen stroomen. Kleine kinderen, die op een bovenwoning op groeien, dus niet in den tuin kunnen spelen en met wie moeder niet dagelijks kan gaan wandelen, zulke ka- merkindertjes kunnen net zoo min als kamer planten goed gedijen zonder frissche buiten lucht. Zoodra de eerste •lentedagen komen, zal het parool dan ook zijn: ramen open en buitenlucht binnens huis. Baby heeft het noodig om tot een ge zonden sterken kleu ter op te groeien. Jullie zijn sentimenteel, dat is het onverdien de verwijt, dat de mannen ons smalend toe voegen, want het onbillijke feit bestaat nu eenmaal, dat den vrouwen de ingeboren eigen schappen van haar sekse als een soort be schuldiging worden toegevoegd. Kan een man het helpen, dat hij sterk is en een goedkoop theelepeltje tusschen zijn vingers verbuigt? Kunnen wij het helpen, dat we zoo sentimenteel zijn, dat we van kleeren, die een prettige herinnering vasthouden, geen afstand kunnen doen? Er zijn hoopen vrouwen, die kleedingstukken in haar kast hebben hangen of liggen, die ze niet meer dragen, die ze wel af en toe in de hand nemen en weggeven overwegen, maar ze dan toch weer met een peinzend gelaat terug leggen: „Nog even bewaren". Maar niet, dat dat roode jumpertje, of die grijze jurk nog ooit grooten dienst zal kunnen bewijzen, nee, maar we willen geen afstand doen van het symbool van prettige dagen of een goede ge beurtenis, die we beleefden, toen we dat jum pertje of die jurk aan hadden. Een kleerenkast van een vrouw, die niets weg kan doen, is soms een soort dagboek. Ze be waart dan meestal ook nog, wat haar niet meer past, alleen omdat ze er zich niet bij kan neer leggen, dat een goed stuk, door het wasschen tot iets onbruikbaars gekrompen is. Met gekrompen kleeren is echter toch nog wel eens iets meer te beginnen dan we denken. Het kan bijvoorbeeld gebeuren, dat een wol len jurk door het zeepbad in de lengte- ge krompen is, zóó, dat rok en mouwen korter zijn geworden. Het krimpen van den rok bespaart u, nu de mode steeds korter wordt, waarschijn- De hoeveelheden zijn berekend voor een gezin van vier. Voor het beslag: negen afgestreken, lepels bloem, een kwart liter melk, een ei en wat zout. Voof de vulling: een kwart liter melk of melk en bouillon, een afgestreken lepel boter, twee en een halve afgestreken lepel bloem, ongeveer drie lepels geraspte, oude kaas, een half ons jonge, vette kaas, peper, zout, aroma. Maak flensjesbeslag van negen lepels bloem, een ei, een kwart liter melk en wat zout. Snijd de jonge kaas in kleine blokjes. Maak van de andere ingrediënten kaassaus. Vermeng hier toe de boter met de bloem op zacht vuur; voeg oncier voortdurend roeren de melk, of melk en bcuiiion hieraan toe; laat de saus even door koken en maak ze af door toevoeging van de geraspte oude kaas, peper, zout en aroma. Houd de kaassaus warm zonder dat ze weer aan de kook komt en voeg er de blokjes jonge kaas aan toe. Bak de flensjes en houd ze warm, bijvoor beeld op een pannetje met kokend water. Leg op elk flensje wat kaassaus en rol het op. Dien de gevulde flensjes op een verwarmden schotel op. lijk het uithalen van den zoom, maar met de korte mouwen weet u geen raad. Het linker plaatje stelt een oplossing voor, waarbij wat tule, wat kantstof of ander los materiaal dienst kan bewijzen. De mouw wordt, zooals geschetst is, verlengd; het stukje aan den hals neemt den indruk weg, dat het gecombineerde materiaal voor de mouw geen versiering maar noodzaak was. De rechtsche teekening doet de oplossing aan de hand, als een jumper te kort geworden is. We knippen het te korte boordje af, breien een breed stuk en stikken dit aan de jumper. De lange mouwen krijgen manchetten, de hals 'n boordje, en als finishing touch borduren we van dezelfde wol rechts boven een monogram. Van een truitje, dat te veel „spant" kunnen mouwtjes, zakken en kraagje productief ge maakt worden op een huisjurkje, zooals het middelste. De knoopjes (gewone pik-pak) wor den overtrokken met lapjes van een niet ge bruikt stukje van de rest. dienstbodennood kan ook door de arbeidsbeurs niet opgeheven worden. In dergelijke omstan digheden wordt getracht de meest dringende gevallen, in volgorde van binnenkomen, te voor zien. Het beste is dan u bijtijds te laten in schrijven, zoodat er rustig voor u kan worden uitgekeken. Steeds is het t streven om met ieders per soonlijke wenschen en behoeften rekening te houden. De leiding van de arbeidsbeurs geeft haar krachten voor de instandhouding en den verderen uitbouw van een nuttig katholiek in stituut, dat op de allereerste plaats zijn apos- tolaatstaak ziet in de bescherming en beharti ging van de godsdienstige en zedelijke belangen van het werkende jonge meisje. Nogmaals: het is geen gebouw van vijf, zes verdiepingen: maar wanneer u tijdens of na de spreekuren eens zoudt komen binnenstappen op de tweede étage van een echt Amsterdamsch huis in een van dé straten van onze hoofdstad, dan zoudt u verbaasd staan over de activiteit die daar wordt ontplooid. De vólgende week zullen wij de werkzaamhe den daarvan nog wat nader belichten. Spinazie is nog te duur om er flinke hoeveel heden van als groente te gebruiken; wel kun nen we de spinazie nu met voordeel rauw eten (als sla) of er een smakelijke soep van berei den, waarvoor slechts kleine hoeveelheden noo dig zijn. Hieronder vindt u het recept voor een der gelijke soep, die als voorjaarsgerecht zeer ge zond is. SPINAZIESOEP (4 kleine borden) een half pond spinazie, een liter water, viei afgestreken eetlepels bloem, twee afgestreken eetlepels boter, drie eetlepels room, een eier dooier, wat zout, wat nootmuskaat. Kook de spinazie vlug gaar in het water met wat zout; giet dan alles door een zeef en wriji er de spinazie geheel door. Verwarm op een zacht vuur roerende de bo ter met de bloem, giet er bij kleine scheutjes tegelijk de gezeefde spinazie met het bijbehoo- rende vocht in, laat de soep zachtjes nog even doorkoken en giet ze dan onder voortdurend roeren in de soepterrine bij den geklopten eier dooier met den room. Geef bij de soep kleine dobbelsteentjes oud brood, die in wat boter goudbruin zijn ge bakken. De mogelijkheden om flensjes en pannekoe ken te varieeren zijn talrijk; zoowel zoet als zout zijn er veel lekkere hapjes van te maken. Appelpannekoek en gemberf lensjes zijn u waarschijnlijk bekend, kaaspannekoek mis schien ook wel. Maar flensjes mei kaasvulsel, heeft a die al eens geprobeerd? Als voorgerecht bij den warmen maaltijd of als lunchgerechtje is het eens heel iets anders om op tafel te brengen. Mobilisatie! Prijsstijging!Het regent cir culaires van firma's, die zich uitsloven om aan te toonen dat hun artikel zóó gewild is, dat er spoedig geen stuk meer te krijgen zal zijn Twee, drie brieven worden geopend, vluchtig doorgekeken, en dan komen ze onbarmhartig in de prullemand terecht. Maar de vierde komt. En de vijfde. En het is alsof met eiken brief een tikje zekerheid méér mee de prullemand in gaat. Tot er op een dag geen greintje meer van overblijften de vertegenwoordiger van de linnen- en damastfabriek, die persoonlijk eens een kansje komt wagen, is ten zeerste ver rast, zoo weinig strubbelingen te ondervinden... het psychologisch oogenblik is ook wat! Hij wordt er bepaald enthousiast van en ik sla een voorraad handdoeken in, waar in normale tij den geen haar op mijn gepermanent hoofd aan gedacht zou hebben! De handdoeken komen. En met het uitpak ken van de stapels wit-blauw, blauw-wit, effen, gestreepte en geruite doeken, slaat de schrik me om het hart om het een oogenblik heele- maal te laten stil staan, ais ik tenslotte de netjes-bijgevoegde rekening in kijkMaar er is niets meer aan te doen, en met den moed der wanhoop besluit ik, op hetzelfde oogenblik maar vast aan den reusachtigen stapel te be ginnen. Want in een plotselinge opwelling van zuinigheid had ik de handdoeken ongezoomd genomen, dat zou me toch zeker vijf gulden besparen op die honderd en zooveel, had ik uit gerekend Al dagen lang ben ik nu verwoed aan het zoomen en lussen. Kleine Hans, mijn broertje, is al een paar keer bij me komen staan en heeft tot nog toe alleen maar gekeken. Tot opeens de groote hoeveelheid hem blijkbaar te machtig wordt. Zijn oogen groeien vol onrust. En als ik wéér een nieuw stapeltje te voor schijn toover, is de maat vol en barst hij uit. „Zjjn dat óók al handdoeken?" Ik knik een beetje afwezig, want mijn naald is weer eens zoek. Dan vat hij moed en begint een gesprek, waar hij zeker al dien tijd, dat ik al met de handdoeken bezig was, op heeft zit ten broeden. „Waarvoor heb je er zooveel noodig?" „Die neem ik mee als ik ga trouwen." „O." Stilte. Handen op den rug en maar kijken. „Ze zijn nieuw, hè? Heb je ze gekocht?" Geknik van mijn kant. Weer gepeins. „Hoe laat ga je trouwen?" Dat beteekent: wanneer? „O. volgend jaar misschien zeg ik. „Waarom nóu niet?" dringt hij aan; hij heeft blijkbaar wel zin in een bruiloft. Kopje schuin, rimpeltjes in zijn voorhoofd, staat hij in afwachting. „Och, jongenlief ik moet nog zooveel koo- pen: tafels en stoelen en een bed en nog zoo'n hoop andere dingen Zijn oogen worden groot van verwondering, en dan roept hij heel verbaasd uit: „Maarje gaat toch bij Oom Frans wo nen!?" Ik schiet bijna in den lach, maar nog net hou ik dien in, als ik zijn ernstige snuitje zie „Oom" Frans is z'n zwager-in-spe; om het groote verschil in leeftijd is het van 't moment der kennismaking af nog „oom" voor hem ge bleven. Mijn toekomstige gemaal woont op ka mers en ik grinnik bij de gedachte dat ik daar in zou moeten trekken. Dan bedenk ik opeens dat ik nog een min of meer gepast antwoord schuldig ben en ik put me uit, om er een te vinden. Daar gaat-ie! „Hansepans, we gaan in een nieuw huis wo nen. Dat van Oom Frans is al zoo oud!" „Ja, maar dat moet toch gebouwd worden! „Nee, jongetje, dat is al klaar. In Amsterdam staat het op ons te wachten. En daar mag jij ook eens komen logeeren!" „O!" 't Wordt weer stil en ik vraag me af wat er nu gaat komen, 't Duurt lang, en ik spin ver der aan mijn eigen gedachtetjesTot ik opschrik met een „Hè, wat zeg je?!" En dan klinkt doodbedaard het resultaat van het lange nadenken: „We moesten allemaal maar gaan trouwen dan kun je alles meenemen." Hij wijst meteen met zijn knuistje naar het meubilair in de huiskamer. Ik zit paf! En er begint iets bij me door te dringen van 't feit, dat „trouwen" voor dit ventje alleen maar een synoniem is van „weg gaan." Ik zoek weer naar een antwoord en hoop dat het nu afdoende zal zijn. „Hansje, als we allemaal trouwen, moeten we toch allemèal tafels en stoelen en bedden hebben, en zoovéél hebben we er toch niet?" „O, nee?" Aarzelend en lang niet overtuigd. Weer schijnt een nieuw probleem voor hem op te doemen, en met een angstig gespannen ge zichtje vraagt hij: „Enben je dan héélemaal alleen in dat nieuwe huis!?" „Maar jongen, oom Frans komt toch bij me wonen!" Nu weet hij niet 'meer hoe hij het heeft en met een benepen stemmetje stelt hij de vraag die me doet besluiten, maar heelemaal van dit voor hem zoo onbegrijpelijk onderwerp af te stappen, de vraag: „O, gaat die óók al trouwen?!" C. S. IWWUWMW.IiVWAV.VVrtV, Ja zeker, zuinigheid kan ook op de verkeerde manier worden toe gepast. Zuinigheid wil namelijk a niet per se zeggen: géén geld uit- geven, het kan ook beteekenen, dat we op een verstandige manier met ons geld omspringen. Dit laatste houdt in, dat we naast de strikt noodzakelijke levensbehoeften op onze begrooting ook een marge openhouden voor die dingen, die behalve dat ze nuttig zijn, ook het leven wat prettiger maken. Een bezoek aan den kapper, een nieuwe hoed, die ons oud voorjaars pakje opfleurt, een frisch tafel kleed, een versch laagje verf over de vensterbanken, dat al zijn velen misschien geneigd thans luxe te noemen en daarom meenen ze ten onrechte dat ze daaraan hun geld niet moeten uitgeven. Ten onrechte, want is het juist nu meer dan ooit onze plicht om de détails, die het leven een klein weinigje veraangenamen, niet te verwaarloozen. En boven dien: moeten de schilders, de kappers, de modisten óók niet leven? Het is bekend, dat de Hollander z'n geld moeilijk uitgeeft, dat de de gelijke Hollandsche huisvrouw een zeer zuinig bewind kan voeren. Laat ze zich in dezen tijd echter wachten voor overdrijving. Laat ze dezen schoonmaaktijd, als ze de rondte doet in de kamers van haar huis, niet bij alles denken: dat kan er nog wel mee door. Niemand is thans gerechtvaar digd z'n omgeving te verwaarloo zen en het is nog altijd waar, dat een nieuw kleedje, een frisch gor dijn, een nieuwe stoelovertrek de gezelligheid in huis verhoogen. Op den duur zal het regelmatig onder houden van huis en huisraad trou wens ook voordeeliger blijken dan verwaarloozing! Ook de huisvrouw heeft in dezen tijd den plicht gewóón te doen. Commissie tot Voorlichting op Huishoudelijk Gebied V.VASVW I Hoest bonbons 10 cent per dooi overat verkrijgbaar I tmp.:Rotterd. Prod. Mij. WITTE HUIS - Rotterdam VRAAGT UW WINKELIER CF DROGIST 11 CT. p. ZAKJE GtflOK AAN VPONd'suikER Van de oudste en meest bekende fabriek in Nederland Prima fabrikaat voor elke beurs VRAAGT UWEN WINKELIER AMSTERDAM. ROKIN 43 OPGERICHT 1868 VOORHEEN KALVERSTRAAT 51 „Wolta", Ieplaan 25, Haag. Deventer Smyma- wol, gegar kleurecht, loopt niet plat. Ruime keuze patr Stramien in alle br. inl. en lev d. geh. Nederland. (Adv.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 13