Financiering radio-omroep De Geallieerden verscherpen de oorlogvoering New-Yorksche Beurs Wetsontwerp ingediend Spanningen verplaatsen zich snel DINSDAG 9 APRIL 1940 Luisteraars worden wettelijk ver plicht tot een jaarlijksche bijdrage Grondslagen der regeling Inschakeling van de Nozema Terugslag op de distributie AMSTERDAMSCHE BEURS Nabeurskoersen van 8 April HEFFING WINSTBELASTING Stemming onregelmatigslot voor de meeste fondsen op 't laagste punt Londen en Parijs in den aanval WISSELKOERSEN Geen bakkersarbeid op Zon- en feestdagen 5 5 i AMERIK. GOEDERENMARKT Wijziging voorgesteld van de bepalingen der Arbeidswet Clearingkoersen FAILLISSEMENTEN MARKTNIEUWS Thans is ingediend een ontwerp van wet, houdende aanvulling en wijziging van de Telegraaf- en Telefoonwet en aanvulling van de Radio-Omroep-Zender-wet 1935. Aan de memorie van toelichting van den mi nister van Binnenlandsche Zaken ontleenen wij het volgende: In aansluiting aan hetgeen de minister bij de mondelinge behandeling van de begrooting van het Staatsbedrijf der P.T.T. in de Eerste Kamer op 4 Februari 1938 mededeelde, heeft hii nader de vraag overwogen, of er een weg te vinden zou zijn om, met handhaving van de zelfstandigheid van ae Nederlandsche omroep- vereenigingen en van de vrijheid van den luisteraar om zich aan te sluiten bij den om roep zijner keuze, de noodige inkomsten te ver zekeren door de omroepbelangen volledig door de Nederlandsche luisteraars te doen bekos tigen. Zooals bekend, worden de kosten van den Ne- derlandschen omroep door de omroepvereeni- gingen voor het grootste gedeelte bestreden uit de bijdragen, welke de luisteraars vrijwillig aan de vereeniging hunner keuze ter beschikking stellen. Een dergelijk financieringsstelsel, waar door de Nederlanasche omroep zich onderscheidt van den omroep in alle andere landen der we reld en hetwelk het instituut van den Neder- landschen omroep heeft gemaakt tot een stuk volkskracht bij uitnemendheid, heeft onmis kenbare voordeelerr, waarop te dezer plaatse niet nader behoeft te worden ingegaan. De minister heeft groote waardeering voor hetgeen de omroepvereenigingen met deze haar vrijwillig toegevloeide luisteraarsbijdragen op het gebied van den binnenlandSchen omroep tot stand hebben weten te brengen. Aan den an deren kant mag niet verzwegen worden, dat aan deze wijze van financiering van den omroep vooral nu de omroeptaak zich binnenkort tot werelduitzendingen en te zijner tijd tot televisie gaat uitbreiden ook bezwaren kleven. De minister wijst in dit verband in de eerste plaats er op, dat. mede als gevolg van het even- genoemde financieringssysteem, een zeer groot deel van het Nederlandsch luisterend publiek zich afzijdig houdt van zijn moreelen plicht om financieel bij te dragen aan de instandhouding en den verderen uitbouw van den Nederland- schen omroep. Naar schatting bedraagt dit aan tal niet aan een der omroepvereenigingen vrij willig bijdragende luisteraars ongeveer 50 pet. van het totaal aantal. Naar het oordeel van den minister kan deze hoogst onbevredigende toe stand, die voor de omroepvereenigingen een be letsel vormt om werkzaamheden met betrekking tot de hierboven bedoelde onderwerpen ter hand te nemen, niet langer bestendigd blijven. De minister vestigt er voorts de aandacht op, dat de door hem ingestelde commissie, die hem omtrent het vraagstuk van de organisatie van de werelduitzendingen van advies heeft gediend, o.m. op de moeilijkheid is gestuit, dat de om roepvereenigingen niet in staat zijn voldoende middelen ter beschikking te stellen om deze werelduitzendingen, welke met groote kosten ge paard gaan, behoorlijk te verzorgen. Aangezien de mogelijkheid om uit 's Rijks kas het ontbre kende bedrag, dat zeer beteekenend is, aan te vullen onder de huidige omstandigheden stellig niet in overweging genomen kan worden en het verzorgen der werelduitzendingen vooral thans van buitengewoon belang moet worden geacht, is het noodzakelijk naar andere middelen uit te zien om hiertoe te geraken. Tevens dient overwogen te worden, op welke wijze in de toekomst de uitzendingen naar de overzeesche gebiedsdeelen des Rijks zullen die nen te worden gefinancierd. Tot nu toe worden deze uitzendingen voor het grootste deel krach tens de hem verleende machtiging verzorgd door de Phohi, die ook tot dusver het telkenjare aan wezige exploitatietekort heeft gedekt. Afgezien van de vraag, in wiens handen in de toekomst de verzorging van deze uitzendingen zal worden gelegd, vaststaat, dat de middelen niet zullen mogen ontbreken om ook door uitzendingen als deze het contact tusschen moederland en over zeesche gebiedsdeelen te onderhouden. Hoewel in verband met de ernstige tijdsom standigheden aan verzorging van televisie niet kan worden gedacht, zal, zoodra de tijd daarvoor rijp is en meer normale omstandig heden zullen zijn aangebroken, opnieuw aan dit modernste hulpmiddel tot ontwikkeling en ontspanning aandacht moeten worden ge schonken. Teneinde alsdan over de noodige fondsen te kunnen beschikken, is het wensche- Üjk, dat daarmede reeds thans rekening wordt gehouden, omdat wel met zekerheid kan .wor den aangenomen, dat de aan zoodanige uitzen dingen verbonden hooge kosten door de om roepvereenigingen niet bestereden zullenkun nen worden uit de haar vrijwillig door de luisteraars ter beschikikng gestelde gelden. Tenslotte mag niet onvermeld worden ge laten, dat de kosten, verbonden aan de verzor ging van de Nederlandsche omroepuitzendin- gen, zich nog steeds in stijgende lijn bewegen, terwijl de vrijwillige bijdragen der luisteraars blijkens de praktijk nagenoeg het maximum hebben bereikt. Vorenstaande overwegingen hebben den minister de vraag do enstellen, of het mo gelijk is alle luisteraars in Nederland bij de financiering van den Nederlandschen Om roep te betrekken en een gedeelte van de daardoor te verkrijgen meerdere inkomsten te reserveeren voor de verzorging van die omroeptaken, welke naar het oordeel van de regeering, thans niet of onvoldoende worden verzorgd. De minister heeft daarom in September 1938 den Radioraad verzocht een subsommissie te vormen, welke aangevuld werd met deskundi gen van de 4 groote omroepvereenigingen en van het Staatsbedrij-f der P.T.T., met de op dracht de vraag te overwegen, of er een weg gevonden zou kunnen worden om, met hand having, van de zelfstandigheid der omroepver eenigingen, voor de omroepbelangen de noodige inkomsten te verzekeren door de behartiging van deze belangen volledig door de luisteraars te doen bekostigen, evenals zulks in andere landen het geval is. Deze studiecommissie heeft zich met bekwa men spoed van haar taak gekweten en is een stemmig gekomen tot een advies, met de strek king, waarvan de minister zich heeft kunnen vereenigen. Het thans ingediende wetsontwerp bedoelt den wettelijken grondslag te leggen voor een rege ling bij algemeenen maatregelen van bestuur, overeenkomstig de voorstellen van deze studie commissie. De grondslagen van deze regeling zullen de navolgende zijn: 1. Aan den Nederlandschen luisteraar wordt de wettelijke verplichting opgelegd van een jaarlijksche bijdrage tot instand houding en verderen uitbouw van den Ne derlandschen Radio-omroep. Van deze verplichting kan de luisteraar zich kwijlen: a. Door betaling van een bedrag, hetwelk de minister zou wenschen te stellen op f 5 aan de AVRO, KRO, NCRV en VARA, als mede aan den VPRO; b, Door betaling van een eenigszins hoo- ger bedrag, b.v. van f 6, ingeval een luisteraar niet aan een der genoemde organisaties wenscht bij te dragen. Terzake van de ge noemde bedragen wijst de minister er nog ten overvloede op, dat tot verhooging daar van alleen zou mogen worden overgegaan, indien de geldelijke omstandigheden, waarin het Nederlandsche omroepstelsel zoude gaan verkeeren, zich in die mate zouden wijzigen, dat daarin een noodzaak tot verhooging zoude zijn gelegen. 2. Aan ieder der in punt 1 genoemde om roepvereenigingen wordt op den grondslag van de aan die organisaties in het Zendtijdenbesluit toegewezen taak gewaarborgd het totaalbedrag, hetwelk ieder van haar over het jaar 1938 aan vrijwillige bijdragen van de luisteraars ontving. 3. De omroepvereenigingen moeten geldelijk in staat gesteld worden de nieuwe taken, welke haar in de toekomst wachten (de programma- verzorging der werelduitzendingen, der uitzen dingen naar de overzeesche gebiedsdeelen en te zijner tijd der televisie-uitzendingen) te ver vullen, alsmede de nog steeds stijgende kosten van de thans reeds door haar verzorgde uitzen dingen te bestrijden. Uit de binnenkomende gelden zullen aan de organisaties de voor het verrichten van deze werkzaamheden benoodig- de bedragen worden te goed gedaan. Op deze wijze zal worden bereikt, dat aan den Nederlandschen omroep alle gelden zullen toe vloeien, die hij voor de uitoefening van zijn taak in de toekomst behoeft. 4. Daarnaast moet worden gedacht aan de zeer belangrijke kosten, gemoeid met den bouw en de exploitatie der omroepzenders, voorzoover die niet krachtens bestaande bepalingen door de omroeporganisaties moeten worden gedragen. Te denken is hierbij vooral aan de zendappara tuur voor de werelduitzendingen en de uitzen dingen naar de overzeesche gebiedsdeelen en wellicht in de' toekomst ook voor televisie- uitzendingen. Deze kosten zullen moeten worden gedragen door de Nederlandsche omroep-zender maatschappij „Nozema", die daartoe de beschik king zal krijgen over een gedeelte van de bin nenkomende gelden. Van het bestaan van dit lichaam kan een nuttig gebruik worden gemaakt door het als centraal orgaan, waarin de over heid overwegende zeggenschap heeft, bil de uit voering van de hier geschetste financieele re geling in te schakelen. De voorgestelde wijziging van de Radio- omroep Zenderwet 1935 beoogt aan de inscha keling van de Nozema een wettelijke basis te geven Het is niet onmogelijk, dat de regeling in den (Medegedeeld door Simoons en Co., A. van Vliet en Zn. en L. Slijper) Van 3.304.30 uur Aku 43% Anaconda-, 23%23% IT. S. Steel 47%—481% Beth. Steel 6014—«1% Rep. Steel 17%—17 13/16 Gen. Motors 4114 Deli Mij201 Van 4.30—5 uur aanvang een zekeren terugslag zal hebben op het aantal aangeslotenen op de radiodistributie. Hoewel aangenomen mag worden, dat deze terugslag geleidelijk zal kunnen worden opge vangen, omdat de radio voor de Nederlandsche bevolking een onontbeerlijk goed geworden is, zouden, indien inderdaad zou blijken, dat er radiocentrales zijn, wier levensvatbaarheid ten gevolge van het invoeren der nieuwe regeling gevaar zou kunnen loopen, hoéwei haar bestaan op zich zelf technisch en economisch verant woord is, maatregelen genomen kunnen worden om het dergelijken bedrijven mogelijk te maken zich aan den nieuwen toestand aan te passen en hen over het doode punt been te helpen. Voorts zal het door de radio: istribuanten krach tens artikel 37, 1ste lid, bedoeld bedrag, dat dcor ben ter beschikking wordt gesteld voor de be vordering van de belangen van den Nederland schen Omroep, worden herzien. De minister acht het mede wenschelijk, dat ook in ander opzicht ten behoeve van een voor spoedige ontwikkeling van het Nederlandsche omroepbestel een voorziening wordt getroffen, welke naar de practijk heeft aangetoond noodzakelijk is. Hij heeft hierbij het oog op fi nancieele lasten, welke aan radiodistributie bedrijven kunnen worden opgelegd uit hoofde van het gebruik, dat zij voor den aanleg moe ten maken van gronden en andere eigendom men van derden, en die in bepaalde gevallen de levensvatbaarheid van het bedrijf zoodanig blijken aan te tasten, dat een normale exploi tatie ongelijk wordt. Hierin kan niet worden berust. De radiodistributie heeft zich in den loop der jaren in belangrijke mate ontwikkeld en is door het Koninklijk Besluit van 8 Sep tember 1936 in het omroepbestel opgenomen, waarmede erkend is, dat zij is van algemeen belang. In dit verband kan mede worden gewe zen op het feit, dat de radio-distributie in toe nemende mate een belangrijke taak vervult cp het gebied van de luchtbescherming. Het ver dient aanbeveling, dat voorzieningen worden getroffen voor gevallen, waardoor onevenredige betalingen de levensvatbaarheid wordt aange tast, de levensvatbaarheid hier beoordeeld naar de eischen van technischen en economischen aard, welke aan zulk een bedrijf mogen wor den gesteld, en ook beoordeeld naar het belang, dat een radiodistributiebedrijf in het omroep bestel vertegenwoordigt. Voorshands kan worden' volstaan met een regeling voor gevallen waar de toestand zoo danig is, dat de levensvatbaarheid wordt aan getast. Een regeling derhalve, waarbij slechts incidenteel kan worden ingegrepen. Het komt den minister voor, dat zoodanige regeling kan worden verkregen door den minister van Bin nenlandsche Zaken de bevoegdheid te geven tot beoordeeling van de hierbedoelde lasten, voorzoover zulks noodig blijkt, en aan dezen in de gevallen, waarin de genoemde minister tot de slotsom komt, dat de levensvatbaarheid van een bedrijf inderdaad gevaar loopt en de gene, die de betaling verlangt, niet bereid wordt gevonden in het bedrag daarvan een wijziging te brengen, welke de betaling meer in overeen stemming brengt met de draagkracht van het bedrijf, de bevoegdheid te geven aan zijn oor deel kracht bij te zetten doorte bepalen, dat degene, die de betaling verlangt behoudens recht op schadevergoeding aanleg en ge bruik van radiodistributiegeleidingen zal moe ten gedoogen. Met de voorgestelde aanvulling van de Tele graaf- en Telefoonwet 1940 wordt in een be staande leemte voorzien en wordt bereikt, dat, zonder dat aan eigenaren, beheerders en ge bruikers van gronden onevenredige lasten wor den opgelegd, een normale ontwikkeling van de radiodistributie als aangelegenheid van alge meen belang wordt bevorderd. Aku Anaconda U. 3. Steel Beth. Steel Rep. Steel 111. Central 43% 23 9/16—23% 48-47% 61% 17%—17 11/16 915/16 Het R.K. Tweede Kamerlid Teulings c.s. heeft op het wetsontwerp tot heffing van een winst belasting een aantal amendementen voorgesteld. Een dezer amendementen strekt om de aftrek baarheid van de winstbelasting zelf bij de bere kening van de winst wederom te herstellen. Een volgend amendement heeft ten doel het criterium van den tijdsduur van het bezit van aandeelen in andere vennootschappen enz., zoo als dit in art. 3 der wet op de dividend- en tantième-belasting 1917 is neergelegd, ook in deze wet op de winstbelasting wederom op te nemen. De strekking van de overige amendementen is om de winst op het overgangstijdstip, in het NEW-YORK, 8 April (Part.). De nieuwe week werd ter beurze van New York in vrij opge wekte houding ingezet. Weliswaar hebben de jongste gebeurtenissen in Europa niet nagelaten ook hier een zekere onbehaaglijkheid in het leven te roepen, maar vooralsnog bleef dit zon der invloed op de markt, die vrij gunstig ge stemd bleef op grond van de zich baanbrekende optimistischer opvattingen t.a.v. de toekomstige economische ontwikkeling en de verwachting, dat eerlang een vergrooting kan worden tege moet gezien van de buitenlandsche aankoopen van grondstoffen en oorlogsmateriaal in de Vereenigde Staten als gevolg van de waar schijnlijke verscherping van den strijd in Euro pa. Hoewel in het algemeen bij de opening geen groote koerswinsten werden geboekt, was de stemming dan ook vrij vast en waren fractio- neele winsten van vrij algemeenen aard, waar bij de handel een levendig karakter droeg. Na de eerste transacties trad echter een aarzeling' in, die oorzaak werd van eenige afbrokkeling van het koerspeil, in het bijzonder voor de staalwaarden, die zelfs meerendeels beneden het vorig slotpeil terecht kwamen, maar van groot aanbod was geen sprake en in het ver dere verloop overwon de markt deze aarzeling dan ook spoedig en zette onder leiding van de staalwaarden, koperwaarden, automobielfondsen en chemische aandeelen een algemeene stijging in, die resulteerde in koerswinsten, varieerende van Yx tot 1 dollar voor een groot aantal fond sen. Ook de vliegtulgwaarden, die aanvankelijk onregelmatig waren, namen krachtig aan dit herstel deel. De ongerustheid omtrent de ont wikkeling was echter oorzaak, dat de markt geleidelijk aan een onzeker voorkomen kreeg met nogal sterke en onsystematische fluctua ties. Zoo liepen b.v. Bethlehem Steel In, het tweede uur, na een punt te zijn gestegen, kort daarna weer een vollen dollar terug, welke be weging, zij het in kalmer tempo, ook door de meeste andere fondsen werd overgenomen. Hoe wel de gebeurtenissen in Noorwegen de gedachte aan grootere oorlogsaankoopen door de gealli eerden ongetwijfeld moeten versterken, had dit toch ook een zekere vrees voor nieuwe bemoei lijkingen van den normalen ^uitenlandschen handel van de Vereenigde Staten tot gevolg en daaruit is het te verklaren, dat de markt er toch eenigszins gereserveerd tegenover stond. De omzetten bedroegen in het eerste uur 430.090 shares en in het tweede uur 250.000 shares. Na een verdere lichte reactie in het derde uur volgde vervolgens weer een herstel, dat zich in langzaam tempo voltrok en welke tendenz tot kort voor het slot aanhield. Toen verkreeg het aanbod' echter overwegend de overhand. Voor U. S. Steel volgde een koersinzinking van bijna 1 dollar, terwijl Bethlehem Steels zelfds l'A dollar in reactie verkeerden. Het slot kwam dan ook voor de meeste fondsen op het laagste punt van den dag, waarbij de nadeelige ver schillen zich meerendeels tot beneden 1 punt beperkten. De omzetten bleven ruim; met een omzet in het laatste uur van 290.000 stuks kwam het totaal op 1.260.000 shares. Voor de staalwaarden .vormde mede een verstorenden factor de kleine teruggang van de bedrijvigheid in dezen tak van industrie, n.l. van 61.7 pet. tot 61.3 pet., terwijl tevens werd vermeld, dat hoe wel de verbetering in het binnenkomen der or ders aanhoudt, deze toch van zeer bescheiden afmetingen is. Met uitzondering van National Steel, die na een wat lageren inzet iets konden aantrekken en op onveranderden prijs de markt verlieten, waren de overige staalwaarden lager met Bethlehem Steel ruim 1 dollar beneden het slot van Zaterdag. Ook sporen waren aan den luien kant; hier waren het Union Pacific, die fractioneel hooger afkwamen. Mijnen, ko perwaarden, rubbers en kunstzijde-fondsen za gen eveneens iets van hun koers verloren gaan, doch tot groote verschillen kwam het hier niet. Oliewaarden, warenhuisfondsen, luchtvaart lichaam aanwezig, aanstonds te belasten, zulks volgens de regelen van de thans geldende divi dend- en tantièmebelasting. De betaling van deze heffing geschiedt in tien gelijke jaarlijksche termijnen, tenzij öf eerder wordt uitgekeerd, óf onder discontoverrekening eerder aan den fis cus wordt betaald, dan wel uitstel is verkregen. (Van onzen Parijschen correspondent) Indien, ondanks de censuur, de laatste week zoowel in Frankrijk als in Engeland dagelijks geschreven wordt over een verscherping van de oorlogvoering, dan wil dit zeggen, dat er on miskenbare teekenen zijn, die daarop wijzen. Bovendien dil dit zeggen, dat het teekenen zijn. die, na den toets van een strenge critiek te hebben doorstaan, hun volle waarde en kracht behouden hebben. Een voornaam symptoom is wel de nieuwe Fransche regeering, waarvan de dynamische capaciteit, ondanks de wankele parlementaire positie grooter geacht moet worden, dan die van de oude. Van Paul Reynaud en zijn medewer kers kan worden verwacht, dat zij zich niet te vreden zullen stellen met een zuiver passieve houding van politieken afweer. Zij zullen in het diplomatieke tweegevecht wel degelijk tot den uitval, misschien zelfs tot den aanval over gaan. Men kan op goede gronden vaststellen, dat ze hiertoe reeds overgegaan zijn, of beter nog, dat ze reeds de uit- en aanvalspositie hebben ingenomen. De door den laatsten Geallieerden Oorlogs raad genomen besluiten bewijzen dit. Over het feit, dat er zeer vergaande maatregelen getrof fen zijn om den blokkade-strop toe te halen, kan men na de gebeurtenissen aan de Noorsche kust niet langer redetwisten. Hoogstens kan men in onzekerheid verkeeren over de uitvloeisels dezer maatregelen. Doch ook ten aanzien van dit punt valt er niet veel te raden. Logisch is het, dat Frankrijk en Engeland overal zullen ripos teeren, waar de Duitsche diplomatieke degen zich ontbloot. Zij stellen, alles in het werk, den tegenstander de economische voordeelen te ontnemen, waar hij zich deze heeft weten te verzekeren en tegelijkertijd laten zij niets on gedaan om hem het uitzicht op zulke voordee len te benemen, overal waar hij verwacht deze te kunnen verwerven. Door deze gewijzigde politiek der Geallieer den, die snel in positieven zin is geëvolueerd, hebben zij en hun tegenstander hetzelfde di plomatieke en eventueel ook strategische ar beidsveld gekregen. Hierdoor zullen zij op elk gebied, dat met den oorlog in verband kan worden gebracht, het staal kruisen. Dat de positie van sommige neutralen, de kleine vooral, door de gewijzigde houding der Geallieerden nog moeilijker gemaakt is, kan niet worden betwijfeld en wordt zoowel door Frankrijk als door Engeland volmondig toege geven. Er is noch te Parijs, noch te Londen iemand, die zich verheelt hoe zwaar de keus is waarvoor de Scandinavische landen zich ge plaatst zien. Maar er is ook niemand, die zal toelaten, dat de keus uitvalt in het voordeel van de Duitschers, zooals de toestand was vóór het scherp optreden van de Geallieerde regec- ringen. De neutralen, oordeelt men, moeten die vastberadenheid en moed toonen, die noodig is om den druk, die van Duitsche zijde op hen uitgeoefend wordt, den weerstand te bieden, die hem geheel opheffen kan. Het is nu eenmaal onvermijdelijk, dat in den jammerlijken toestand, waarin Europa op het oogenblik verkeert, allen, zoowel de kleinen als de grooten, en de eersten meer nog dan de laatsten, hun tanden moeten laten zien. Het meest concrete geval, dat voor de hand ligt en waarnaar dus iedereen grijpen kan :s dat der Noorsche territoriale wateren. Noch door de Fransche, noch door de Engelsche pu blieke opinie is hieromtrent eenige zenuwach tigheid aan den dag gelegd. Ook de officiëe.e zienswijze geeft blijk van een nuchtere kalmte van hen, die haar na rijp overwegen geformu leerd hebben. De feiten loochenen kan nie mand. Gedekt door de onschendbaarheid var, de 3 K.M.-zone profiteeren Duitsche vracht vaarders ervan om belangrijke hoeveelheden Zweedsch ijzererts te vervoeren. Ijzererts is oorlogs-contrabande. Uit den door de Geallieer den betoonden eerbied voor het internationale recht ontstaat voor Duitschland een voordeeligc toestand, wanneer het van de Noorsche wate ren gebruik kan maken voor dit erts-transpor: Door dit transport oogluikend toe te laten, waa: het op onweerlegbare rechtskundige gronden zich ertegen verzetten kan, benadeelde Noor wegen de zaak der Geallieerden. Deze zagen zich hierom gedwongen krachtdadig in te grij pen om in de toekomst te voorkomen, dat het ijzererts-transport op dezelfde wijze plaats kon vinden. Waar Noorwegen ten opzichte van Duitschland niet bij machte is de eerbiediging van zijn neu- traliteits-rechten te verkrijgen, probéeren de Geallieerden het zelf. De door Frankrijk en Engeland getroffen maatregelen om het erts transport onmogelijk te maken richtten zich uit sluitend tegen Duitschland. Ziehier de wijze waarop men in Frankrijk en Engeland rede neert. Het afsnijden van den ijzer-erts-toevoer is ech ter slechts een deel van de te Londen genomen blokkadebeslissingen. Frankrijk en Engeland zullen voor niets terugdeinzen om andere voor Duitschland bestemde goederen-transporten on mogelijk te maken. Tot nog toe heeft de con- trabande-contröle uitsluitend betrekking gehad op die goederen, die rechtstreeks voor Duitsch land bestemd waren of een duidelijke Duitsche herkomst toonden. In het vervolg zal er ook streng gelet worden op alle scheepsladingen van grondstoffen, die, voor neutrale landen bestemd, het sterke vermoeden wekken, dat zij in transito verder naar vijandelijk gebied worden vervoerd. De Geallieerden hebben dit besluit na rijp overwegen genomen. Het zal, naar waarschijn lijk geacht wordt, een aantal onderhandelingen ten gevolge hebben ter bepaling van de normale import-hoeveelheden van de neutralen. Alleen bij een verdacht overschrijden van deze quanta zal er tot beslagneming worden overgegaan. Zoowel Frankrijk als Engeland zeggen het te betreuren, dat zij tot deze strenge houding hebben moeten overgaan. Maar zij zijn in oorlog en hun toe stand is altijd nog tragischer dan die van on verschillig welk ander land, dat niet in oorlog is. Op diplomatiek terrein zal van Fransche en Engelsche zijde eveneens een grooter activiteit worden ontwikkeld. Ook hiervoor zijn de symp tomen aanwezig. De spanningen in Europa ver plaatsen zich snel. Dikwijls dreigt het zoowel in het Noorden als in het Zuiden. Thans zijn zij ook in den Balkan duidelijk voelbaar. Om de Duitsche actie te neutraliseeren moeten Enge land en Frankrijk meer handelend optreden in, en meer contact zoeken met de landen, die Duitschland binnen zijn invloedssfeer wil trek ken. Uit een aantal besprekingen met de Balkan ambassadeurs en gezanten, die te Parijs en Lon den aangekomen zijn, zal blijken, welken aiplo- matieken weg in de onmiddellijke toekomst ten aanzien van elk neutraal of niet oorlogvoerend land ingeslagen moet worden om met goed ge volg de Duitsche activiteit te neutraliseeren. En dat op dien weg harde maatregelen liggen, wordt als zeker aangenomen. Verder meent men te hebben kunnen vast stellen, dat de Duitsche onderhandelingen met sommige Balkanstaten weinig vorderingen schij nen te maken, dat deze staten vastbesloten zijn zich niet op sleeptouw te laten nemen en dat de Balkan-entente, door Turkije en bet leger van generaal Weygand gesteund, zich sterk genoeg gevoelt haar eigen politieke inzichten te volgen. Natuurlijk is het ook te Parijs een vraag van gewicht, wat morgen aan den dag de Italiaan- sche politiek zal brengen. Men maakt zich over Italië echter niet overmatig ongerust. Men is zich hier zeer goed bewust, dat Mussolini de realist zal blijven, die hij steeds geweest is, en dat hij geen oogenblik zijn gezonden kijk op de zaken verliezen zal. Italië heeft er het hoogste belang bij, niet toe te laten, dat een machtige veroveraar vasten voet krijgt aan den Middel- landschen Zee-wal. noch op den Balkan. waarden, public-utilities, aandeelen in tele- graafmaatschappijen en idem in fabrieken van electrische apparaten waren bij kleine varia ties of iets hooger of iets lager dan den vorigen beursdag. Tabakken, equipmentshares en auto mobielfondsen waren goed gedisponeerd, laatst genoemde als gevolg van de goede rapporten omtrent de verkoopen van nieuwe automobielen en het bericht, dat de fabrieken van Allison- motoren (een dochtermaatschappij van de Ge neral Motors) dé productie verdubbeld hebben naar aanleiding van de groote vraag naar mo toren voor de geallieerde vliegtuigen. Vast ge stemd waren chemische fondsen; konden Du Pont de Nemours bijna 1'/, dollar monteersn, Allied Chemical konden zelfs 2% punt verbe teren. Laatst gedane koersen April 8 6 5 Allied Ihemical American '.an Co. Am. Car 6? F.dry Am. Rollins Mills Am. Smelt ef. Am. Tel. Tel. Am. Tobacco B Am. Waterworks Anaconda Cooper A .ison Topeke Baltimore Ohio Bethlehem Steej Canadian Pacific Case Treshing Chase Nationa, B. Ches. 6? Ohio Chicago Rock Isl. Chrvsler Motor titles Service Consol Gas N.Y. Continental Oil 7 Dawesl. 5 V-i Young Deleware Huds Douglas Aircrait Dupont de Nem. Eastman Kodak El. Bond Sh. Genera Electric General Motors Good Year Hudson Motor Illinois Central Intern. Harvester Intern. Nickel Intern. TeJ. Tel. Kennecott Copper Missouri Pacific, Idem oref. Montgomery Ward Nat. City Bank Nat. Dairy Prod. New York Central North. Am. Av. North. Amor, n.a Norfolk Western Pennsylvania Phillips Oil Proctor Camble Publ. Serv. N. J. Radio Corporation Rep. Steel Sears Roebuck Shell Union Oil Socuny Vacuum Southern Pacific Southern Railway Standard Brands Stand. Oil of N.-J. Tidewater Ass. Oil Union Pacific United Aircraft United Corp A. U. S. Leather U-- s. Rubber U. S Steel Western Union Westingh. Electr. Woolworth Building ex dividend ex coupon. 4- nieuwe aar teelen gedaan en rnten T - Died en, 181 179 179 114 115 115 28 28 23 16 16 l 15 52} 52 52 175 175 174 91 90 90 4 1 4 H li i 30 jj 30 30 i 24 i 24 23 5 I 81 82 80 6 6 6 71 70 68 35 35 33 90 90 88 32 32 32 23 23 23 15 11 12 12 19 20 19 i 87 87 86 189 187 187 i55 156 155 7 4 7 7 39 39 39 56 55 55 2- 24 24 6 6 6 12 12 12 58 57 57 35 34 34 4 4 4 37 i 37 37 -hr iV "3$r TS A Te T6 54 55 55 29 4 2) 29 17 18 17 18 18 17 25 25 25 23 23 23 217 217 217 23 23 23 39 39 3" 68 68 68 43 42 42 7 7 7 22 23 22 87 87 87 12 12 12 12 12 12 14 H 13 18 18 17 2 7 7 43 43 t 43 11 f 11 i 11 97 97 96 49 49 49 7 s Z 8 2 2 37 37 37 61 63 61 25 25 24 114 115 115 51 41 42 Slotkoersen Brussel Rome Madrid Bern Oslo A'dam Londen Parijs Berlijn April 17.10 5.05 9.95 22.43 22.71 53.09 3.55 2.01 40.20 NEW YORK, 8 April 8 17.03| 5.05 9.95 22.42 22.72 53.0) 3.58 2.03 40.20 6 17.03 i 5.05 9.95 22.43 22.7j 53.09 3.59 2.03 40.20 NEW YORK, 8 April 8 April 6 April 8 April 6 April Rubber Standaard Dec. 18.4C 18.42— Dec. 17.45+ 17.45+ Juli 17.82 17.80— Jan. 17.43 17.43 Sept 17.65 17.67 Mrt. ,7.39 17.39 Oct. 17.55+ 17.59 Katoen Nieuw contract Jan. Oct. 9-89. 9.87.— Mei 10.8510.90-- Dec. 9.75.— 9.70 Juli 10.60-- 10.60-— Mrt. 9.60 9.56 Koffie (Rio - Nieuw contract) (Santos) Mei Juli 4,25. Sept, Dec. Mrt. 4.25. 4.24. 4.23. 4.2c-f- 4.25 4.24j- 423 Suiker Mei 1.83+ Juli 1.89+ Sept. 1.94+ Tin Loco 46.75 1.85+ 1.91 1.9' 104 103 102 J .03 Tarwe Mei Juli Sept. Maïs Mei 57 i Juli 58 Sept. 59 i - Reuzel Mei Juli 46.00 90 dagen 45,75 45.50 CHICAGO, 8 April 8 April 6 April 8 April 6 April Haver 104 i Mei 41 103+ Juli 3b - ,03+ -03 Sept. 33 -- Rogge 57 Mei 65 f 58 - Juli 67 59 f Sept. 67 40| 36 f 32 65 66 67 5.82 5.77 6.02+ 5.97 8 April 6 April Sept. 6.22+ 6.20§ i+Oct. 6.30+ 6.27 WINNIPEG, 8 April Tarwe Mei 8 i Juli 90 Oct 91 f Rogge Mei 69 Oct. 70 f Juli 71 Haver Mei 38 Juli 37 - 90 91 f 69 70 71 Mei Juli .- Oct. Mei Juli Oct. 8 April 6 April Gerst 52 --52 50 - - 50 48 -48 Lijnzaad :.2+ 222 38 37 Oct. 2.27 2.24 35 222 - 217 35 Mrt. Mei 5.k7- - 5.87'- Juli 5.97-- 5.97 Sept. 6.06.- 6.06 Dec. 6.18-— 6.18 Mrt. 6.2?. 6.27-- Nov. 1.99* 2.01 Dec. Jan. 1 98t 2.01 Mrt. 2.011 2.04+ Termijn46.75 45.87 Ingediend is een ontwerp van wet tot wijziging van de bepalingen der Arbeids wet 1919 betreffende den arbeid in brood- bakkerijen? Reeds geruimen tijd is het, zoo schrijft de minister van Sociale Zaken ter toelichting, een alleszins begrijpelijke wensch van de werk gevers- en werknemersorganisaties in het broodbakkersbedrijf, dat de bakkersarbeid cp de algemeen erkende christelijke feestdagen ver boden zal worden, opdat ook de bakkers en hun gezellen op die dagen vrij van werk zijn. In de door die organisaties gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten werd dan ook een der gelijk verbód reeds opgenomen, doch in de practijk bleken verschillende bakkers zich daar aan ter wille van de winstmogelijkheid niet te storen. Het gevolg hiervan is, dat ook de bak kers, die wel de bepalingen van de collectieve contracten in dit opzicht zouden willen naleven, gedwongen worden eveneens op genoemde feest dagen te doen werken, hetgeen weer allerlei conflicten met de werknemers medebrengt. Ten einde dit in de toekomst te voorkomen, dringt men aan op een wettelijk verbod. De minister meent, dat aan het verlangen van de werkgevers en werknemers in het bakkersbe drijf in deze meet worden voldaan. Daarom wordt voorgesteld, het eerste lid van artikel 35 der Arbeidswet 1919 in dien zin te wijzigen, dat de bakkersarbeid op de in dat artikel genoemde feestdagen wordt verboden. Alleen wanneer de tweede Kerst dag op Dinsdag of op Zaterdag valt, zal het verbod van arbeid op den tweeden feestdag niet te handhaven zijn en zal dus een uit zondering gemaakt moeten worden. Evenals thans reeds op hef verbod van bak kersarbeid op Zondag, worden ook op het ver bod van bakkersarbeid op de genoemde feest dagen voor het hoofd of den bestuurder enkele uitzonderingen gemaakt, terwijl tevens in be paalde gevallen het verrichten van banketbak kerswerkzaamheden op deze feestdagen moge lijk wordt gemaakt. De meerderheid in het georganiseerde bedrijf acht het voorts gewenscht, het aanvangsuur op Zaterdag en op de daarmede overeenkomende dagen op 3 uur des voormiddags vast te stel len. Wel werd deze meening niet door allen ge deeld, doch van overwegend bezwaar ten deze was in elk geval geen sprake. De minister meent, dat inwilliging van dezen wensch geboden wordt door het bedrijfsbelang en dat niet-inwilliging daarvan schade betee- kent zoowel voor de betrokken groepen van pro ducenten als voor den verbruiker. In het wets ontwerp wordt daarom wijziging van de desbe treffende bepalingen der Arbeidswet voorgesteld. In de practijk is voorts gebleken, dat ver scheidene Joodsche bakkers van hun lidmaat schap van een Israëlitisch kerkgenootschap ge bruik maken om den ntet-Israëlitischen bak kers op Zondag een ong 2 wensch te concurren tie aan te doen, zonder dat deze Israëlieten zich ten opzichte van de broodbereiding aan den Joodschen ritus houden. Om dezen Joodschen bakkers, die uit den aard der zaak gewoonlijk geen wetsgetrouwe Israëlieten tot hun klanten rekenen en hun debiet in hoofdzaak vinden on der de niet-Joden, die op Zondag versch brood begeeren, bedoelde concurrentie onmogelijk te maken, is het gewenscht de bepalingen van ar tikel 36 uitsluitend te doen gelden voor die broodbakkerijen, voor welke zij in het leven zijn geroepen, n.l. de broodbakkerijen, die niet alleen behooren tot een onerneming, waarvan het hoofd of bestuurder tot een Israëlitisch kerk genootschap behoort, maar waarin bovendien de broodbereiding onder rabbinaal toezicht of onder rabbinale contróle plaats vindt. In ver band hiermede wordt een wijziging van het eerste lid van artikel 36 der Arbeidswet 1919 voorgesteld. Wanneer het in een zeer bijzonder geval voor komt, dat er voor een Israëlitischen bakker, naar de meening van den minister van Sociale Zaken, overwegende bezwaren bestaan zijn bakkerij onder rabbinaal toezicht of rabbinale controle te stellen, kan daaraan worden tege moet gekomen door een zoodanige oncüerneminS ingevolge het tiende lid van genoemd artikel voor de toepassing der wet gelijk te stellen met broodbakkerijen als bedoeld in het eerste lid van dat artikel. Dat lid kan tevens dienen om te voorzien in het geval, dat het hoofd of de bestuurder van een onderneming, die welis waar niet tot een Israëlitisch kerkgenootschap behoort, maar die zijn bakkerij onder rabbinaal toezicht of onder rabbinale controle heeft ge steld, in plaatsen waar geen Israëlitische bak ker gevestigd is en waar de behoefte bestaat aan ritueel bereid brood, volgens de regeling van artikel 36 wil werken. Het tweede lid van artikel 36 wordt aange vuld met een overeenkomstige bepaling voor de Joodsche feestdagen als ten aanzien van de Christelijke feestdagen in artikel 35, eerste lid, onder b is voorgesteld. Koersen voor storting op 9 April 1940 tegen „rpllchtingen luidende in; Reichsmarken 75,83 en Lires 9,55. Opgegeven door v. d. Graaf Co., N.V, (Afd. Handelsinformaties) Mutatie 1 April 1940 is mr. L. J. Th. Bakker, Hooistra&t 2. Den Haag, tot Curator benoemd lei het fail lissement van J. A. Kalberg, V'ogelkersstraat 1*> Den Haag, h.o. den naam L. J. van Veen Co., Den Haag. Anna Paulownastraat 87 in piaats van mr. W. Aalbersberg. Failliet verklaard: 4 April: De N.V. Bakker en van Popta, kippen- voerfabriek, Sneek. R.c. mr. H. J. van Maanen, Curatoren: mrs. J. H. Hoogland, te Leeuwarden- en J. H. Cornells, te Sneek. 8 April: P. Bril Jr., voorheen winkelier, wonend® te Amsterdam, Bildcrdijkstraat 86 III. R.c. ml'.' J* Sprcy. Cur. mr. J. Verkerk, Heerengracht 388, Amsterdam. A. J. J. Swart, handelende onder den naam Fotopersbureau „Kosmos", wonende te Amsterdam'. Amsteldijk 12. R.c. mr. J. Sprey. Cur. mr. J. W« van Gelder, Heerengracht 509, Amsterdam. C. Veldhuizen, wonende te Diemen, Over- diemerweg 14. R.c. mr. J. Sprey. Cur. mr. J. J- Romein, Prinsengracht 460, Amsterdam. Geëindigd door homologatie van accoord het faill. van H. J. J. Thuys, garagehouder, Laren N.R Gedeponeerde uitdee'.ingsiysten: 2 AprilK. Foekens, bakker en winkelier, Vled- derveen. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. Uitk. nihil aan co»°* crediteuren. 3 April: P. Heynis, rijwielhandelaar. Groningen. Idem.. Uitk. nihil aan conc. crediteuren. 3 April: G. Leeuwerik-Boerema, caféhoudster, Nleuweschans. Idem. Uitk. 1.406 pCt. 6 April: G. Mühlenbruch, vroeger kapper te Roermond, thans te Leeuwarden. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst- Uitk. 14 pCt. Jacob Blok, koopman in textielgoederen, Am sterdam. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. J. I. Koppels, Hilversum. Idem. N.V. Heyenbrock Haseiager Co. In liquidatie. Amsterdam', in schrijfmachines. Idem. J. H. E. Etmans, confectiefabrikante, gehandeld hebbende o.d. Firma's „Confectie Industrie Etco- fex" en „Maison Etmans", Amsterdam. Idem. AMSTERDAM, 8 April. Aardappelen. Zeeuwsch9 bonten en blauwen 2.90, Bintjes 2.302.60; Po ters 2.40. Redstar 3.00, Friesche industrie 2.20, Zeeuwsche Bevelanders 2.70. Noordbollandscn3 bevelanders 2.50, IJpolder bonten 2.80, Duinzand- aardappelen 2.90, alles per H.L. Aanvoer 211.00" K.G.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 2