Financiering radio-omroep
De Geallieerden verscherpen
de oorlogvoering
New-Yorksche Beurs
Wetsontwerp ingediend
Spanningen verplaatsen
zich snel
DINSDAG 9
APRIL 1940
Luisteraars worden wettelijk ver
plicht tot een jaarlijksche
bijdrage
Grondslagen der regeling
Inschakeling van de Nozema
Terugslag op de distributie
AMSTERDAMSCHE BEURS
Nabeurskoersen van 8 April
HEFFING WINSTBELASTING
Stemming onregelmatigslot
voor de meeste fondsen op 't
laagste punt
Londen en Parijs in
den aanval
WISSELKOERSEN
Geen bakkersarbeid op
Zon- en feestdagen
5
5
i
AMERIK. GOEDERENMARKT
Wijziging voorgesteld van de
bepalingen der Arbeidswet
Clearingkoersen
FAILLISSEMENTEN
MARKTNIEUWS
Thans is ingediend een ontwerp van
wet, houdende aanvulling en wijziging van
de Telegraaf- en Telefoonwet en aanvulling
van de Radio-Omroep-Zender-wet 1935.
Aan de memorie van toelichting van den mi
nister van Binnenlandsche Zaken ontleenen wij
het volgende:
In aansluiting aan hetgeen de minister bij
de mondelinge behandeling van de begrooting
van het Staatsbedrijf der P.T.T. in de Eerste
Kamer op 4 Februari 1938 mededeelde, heeft
hii nader de vraag overwogen, of er een weg te
vinden zou zijn om, met handhaving van de
zelfstandigheid van ae Nederlandsche omroep-
vereenigingen en van de vrijheid van den
luisteraar om zich aan te sluiten bij den om
roep zijner keuze, de noodige inkomsten te ver
zekeren door de omroepbelangen volledig door
de Nederlandsche luisteraars te doen bekos
tigen.
Zooals bekend, worden de kosten van den Ne-
derlandschen omroep door de omroepvereeni-
gingen voor het grootste gedeelte bestreden uit
de bijdragen, welke de luisteraars vrijwillig aan
de vereeniging hunner keuze ter beschikking
stellen. Een dergelijk financieringsstelsel, waar
door de Nederlanasche omroep zich onderscheidt
van den omroep in alle andere landen der we
reld en hetwelk het instituut van den Neder-
landschen omroep heeft gemaakt tot een stuk
volkskracht bij uitnemendheid, heeft onmis
kenbare voordeelerr, waarop te dezer plaatse niet
nader behoeft te worden ingegaan.
De minister heeft groote waardeering voor
hetgeen de omroepvereenigingen met deze haar
vrijwillig toegevloeide luisteraarsbijdragen op
het gebied van den binnenlandSchen omroep tot
stand hebben weten te brengen. Aan den an
deren kant mag niet verzwegen worden, dat aan
deze wijze van financiering van den omroep
vooral nu de omroeptaak zich binnenkort tot
werelduitzendingen en te zijner tijd tot televisie
gaat uitbreiden ook bezwaren kleven.
De minister wijst in dit verband in de eerste
plaats er op, dat. mede als gevolg van het even-
genoemde financieringssysteem, een zeer groot
deel van het Nederlandsch luisterend publiek
zich afzijdig houdt van zijn moreelen plicht om
financieel bij te dragen aan de instandhouding
en den verderen uitbouw van den Nederland-
schen omroep. Naar schatting bedraagt dit aan
tal niet aan een der omroepvereenigingen vrij
willig bijdragende luisteraars ongeveer 50 pet.
van het totaal aantal. Naar het oordeel van den
minister kan deze hoogst onbevredigende toe
stand, die voor de omroepvereenigingen een be
letsel vormt om werkzaamheden met betrekking
tot de hierboven bedoelde onderwerpen ter hand
te nemen, niet langer bestendigd blijven.
De minister vestigt er voorts de aandacht op,
dat de door hem ingestelde commissie, die hem
omtrent het vraagstuk van de organisatie van de
werelduitzendingen van advies heeft gediend,
o.m. op de moeilijkheid is gestuit, dat de om
roepvereenigingen niet in staat zijn voldoende
middelen ter beschikking te stellen om deze
werelduitzendingen, welke met groote kosten ge
paard gaan, behoorlijk te verzorgen. Aangezien
de mogelijkheid om uit 's Rijks kas het ontbre
kende bedrag, dat zeer beteekenend is, aan te
vullen onder de huidige omstandigheden stellig
niet in overweging genomen kan worden en het
verzorgen der werelduitzendingen vooral thans
van buitengewoon belang moet worden geacht,
is het noodzakelijk naar andere middelen uit te
zien om hiertoe te geraken.
Tevens dient overwogen te worden, op welke
wijze in de toekomst de uitzendingen naar de
overzeesche gebiedsdeelen des Rijks zullen die
nen te worden gefinancierd. Tot nu toe worden
deze uitzendingen voor het grootste deel krach
tens de hem verleende machtiging verzorgd door
de Phohi, die ook tot dusver het telkenjare aan
wezige exploitatietekort heeft gedekt. Afgezien
van de vraag, in wiens handen in de toekomst
de verzorging van deze uitzendingen zal worden
gelegd, vaststaat, dat de middelen niet zullen
mogen ontbreken om ook door uitzendingen als
deze het contact tusschen moederland en over
zeesche gebiedsdeelen te onderhouden.
Hoewel in verband met de ernstige tijdsom
standigheden aan verzorging van televisie
niet kan worden gedacht, zal, zoodra de tijd
daarvoor rijp is en meer normale omstandig
heden zullen zijn aangebroken, opnieuw aan
dit modernste hulpmiddel tot ontwikkeling en
ontspanning aandacht moeten worden ge
schonken. Teneinde alsdan over de noodige
fondsen te kunnen beschikken, is het wensche-
Üjk, dat daarmede reeds thans rekening wordt
gehouden, omdat wel met zekerheid kan .wor
den aangenomen, dat de aan zoodanige uitzen
dingen verbonden hooge kosten door de om
roepvereenigingen niet bestereden zullenkun
nen worden uit de haar vrijwillig door de
luisteraars ter beschikikng gestelde gelden.
Tenslotte mag niet onvermeld worden ge
laten, dat de kosten, verbonden aan de verzor
ging van de Nederlandsche omroepuitzendin-
gen, zich nog steeds in stijgende lijn bewegen,
terwijl de vrijwillige bijdragen der luisteraars
blijkens de praktijk nagenoeg het maximum
hebben bereikt.
Vorenstaande overwegingen hebben den
minister de vraag do enstellen, of het mo
gelijk is alle luisteraars in Nederland bij de
financiering van den Nederlandschen Om
roep te betrekken en een gedeelte van de
daardoor te verkrijgen meerdere inkomsten
te reserveeren voor de verzorging van die
omroeptaken, welke naar het oordeel van
de regeering, thans niet of onvoldoende
worden verzorgd.
De minister heeft daarom in September 1938
den Radioraad verzocht een subsommissie te
vormen, welke aangevuld werd met deskundi
gen van de 4 groote omroepvereenigingen en
van het Staatsbedrij-f der P.T.T., met de op
dracht de vraag te overwegen, of er een weg
gevonden zou kunnen worden om, met hand
having, van de zelfstandigheid der omroepver
eenigingen, voor de omroepbelangen de noodige
inkomsten te verzekeren door de behartiging
van deze belangen volledig door de luisteraars
te doen bekostigen, evenals zulks in andere
landen het geval is.
Deze studiecommissie heeft zich met bekwa
men spoed van haar taak gekweten en is een
stemmig gekomen tot een advies, met de strek
king, waarvan de minister zich heeft kunnen
vereenigen.
Het thans ingediende wetsontwerp bedoelt den
wettelijken grondslag te leggen voor een rege
ling bij algemeenen maatregelen van bestuur,
overeenkomstig de voorstellen van deze studie
commissie.
De grondslagen van deze regeling zullen de
navolgende zijn:
1. Aan den Nederlandschen luisteraar
wordt de wettelijke verplichting opgelegd
van een jaarlijksche bijdrage tot instand
houding en verderen uitbouw van den Ne
derlandschen Radio-omroep.
Van deze verplichting kan de luisteraar
zich kwijlen:
a. Door betaling van een bedrag, hetwelk
de minister zou wenschen te stellen op f 5
aan de AVRO, KRO, NCRV en VARA, als
mede aan den VPRO;
b, Door betaling van een eenigszins hoo-
ger bedrag, b.v. van f 6, ingeval een luisteraar
niet aan een der genoemde organisaties
wenscht bij te dragen. Terzake van de ge
noemde bedragen wijst de minister er nog
ten overvloede op, dat tot verhooging daar
van alleen zou mogen worden overgegaan,
indien de geldelijke omstandigheden, waarin
het Nederlandsche omroepstelsel zoude gaan
verkeeren, zich in die mate zouden wijzigen,
dat daarin een noodzaak tot verhooging
zoude zijn gelegen.
2. Aan ieder der in punt 1 genoemde om
roepvereenigingen wordt op den grondslag van
de aan die organisaties in het Zendtijdenbesluit
toegewezen taak gewaarborgd het totaalbedrag,
hetwelk ieder van haar over het jaar 1938 aan
vrijwillige bijdragen van de luisteraars ontving.
3. De omroepvereenigingen moeten geldelijk
in staat gesteld worden de nieuwe taken, welke
haar in de toekomst wachten (de programma-
verzorging der werelduitzendingen, der uitzen
dingen naar de overzeesche gebiedsdeelen en te
zijner tijd der televisie-uitzendingen) te ver
vullen, alsmede de nog steeds stijgende kosten
van de thans reeds door haar verzorgde uitzen
dingen te bestrijden. Uit de binnenkomende
gelden zullen aan de organisaties de voor het
verrichten van deze werkzaamheden benoodig-
de bedragen worden te goed gedaan.
Op deze wijze zal worden bereikt, dat aan den
Nederlandschen omroep alle gelden zullen toe
vloeien, die hij voor de uitoefening van zijn
taak in de toekomst behoeft.
4. Daarnaast moet worden gedacht aan de
zeer belangrijke kosten, gemoeid met den bouw
en de exploitatie der omroepzenders, voorzoover
die niet krachtens bestaande bepalingen door de
omroeporganisaties moeten worden gedragen.
Te denken is hierbij vooral aan de zendappara
tuur voor de werelduitzendingen en de uitzen
dingen naar de overzeesche gebiedsdeelen en
wellicht in de' toekomst ook voor televisie-
uitzendingen. Deze kosten zullen moeten worden
gedragen door de Nederlandsche omroep-zender
maatschappij „Nozema", die daartoe de beschik
king zal krijgen over een gedeelte van de bin
nenkomende gelden. Van het bestaan van dit
lichaam kan een nuttig gebruik worden gemaakt
door het als centraal orgaan, waarin de over
heid overwegende zeggenschap heeft, bil de uit
voering van de hier geschetste financieele re
geling in te schakelen.
De voorgestelde wijziging van de Radio-
omroep Zenderwet 1935 beoogt aan de inscha
keling van de Nozema een wettelijke basis te
geven
Het is niet onmogelijk, dat de regeling in den
(Medegedeeld door Simoons en Co.,
A. van Vliet en Zn. en L. Slijper)
Van 3.304.30 uur
Aku 43%
Anaconda-, 23%23%
IT. S. Steel 47%—481%
Beth. Steel 6014—«1%
Rep. Steel 17%—17 13/16
Gen. Motors 4114
Deli Mij201
Van 4.30—5 uur
aanvang een zekeren terugslag zal hebben op
het aantal aangeslotenen op de radiodistributie.
Hoewel aangenomen mag worden, dat deze
terugslag geleidelijk zal kunnen worden opge
vangen, omdat de radio voor de Nederlandsche
bevolking een onontbeerlijk goed geworden is,
zouden, indien inderdaad zou blijken, dat er
radiocentrales zijn, wier levensvatbaarheid ten
gevolge van het invoeren der nieuwe regeling
gevaar zou kunnen loopen, hoéwei haar bestaan
op zich zelf technisch en economisch verant
woord is, maatregelen genomen kunnen worden
om het dergelijken bedrijven mogelijk te maken
zich aan den nieuwen toestand aan te passen
en hen over het doode punt been te helpen.
Voorts zal het door de radio: istribuanten krach
tens artikel 37, 1ste lid, bedoeld bedrag, dat dcor
ben ter beschikking wordt gesteld voor de be
vordering van de belangen van den Nederland
schen Omroep, worden herzien.
De minister acht het mede wenschelijk, dat
ook in ander opzicht ten behoeve van een voor
spoedige ontwikkeling van het Nederlandsche
omroepbestel een voorziening wordt getroffen,
welke naar de practijk heeft aangetoond
noodzakelijk is. Hij heeft hierbij het oog op fi
nancieele lasten, welke aan radiodistributie
bedrijven kunnen worden opgelegd uit hoofde
van het gebruik, dat zij voor den aanleg moe
ten maken van gronden en andere eigendom
men van derden, en die in bepaalde gevallen
de levensvatbaarheid van het bedrijf zoodanig
blijken aan te tasten, dat een normale exploi
tatie ongelijk wordt. Hierin kan niet worden
berust. De radiodistributie heeft zich in den
loop der jaren in belangrijke mate ontwikkeld
en is door het Koninklijk Besluit van 8 Sep
tember 1936 in het omroepbestel opgenomen,
waarmede erkend is, dat zij is van algemeen
belang. In dit verband kan mede worden gewe
zen op het feit, dat de radio-distributie in toe
nemende mate een belangrijke taak vervult cp
het gebied van de luchtbescherming. Het ver
dient aanbeveling, dat voorzieningen worden
getroffen voor gevallen, waardoor onevenredige
betalingen de levensvatbaarheid wordt aange
tast, de levensvatbaarheid hier beoordeeld naar
de eischen van technischen en economischen
aard, welke aan zulk een bedrijf mogen wor
den gesteld, en ook beoordeeld naar het belang,
dat een radiodistributiebedrijf in het omroep
bestel vertegenwoordigt.
Voorshands kan worden' volstaan met een
regeling voor gevallen waar de toestand zoo
danig is, dat de levensvatbaarheid wordt aan
getast. Een regeling derhalve, waarbij slechts
incidenteel kan worden ingegrepen. Het komt
den minister voor, dat zoodanige regeling kan
worden verkregen door den minister van Bin
nenlandsche Zaken de bevoegdheid te geven tot
beoordeeling van de hierbedoelde lasten,
voorzoover zulks noodig blijkt, en aan dezen in
de gevallen, waarin de genoemde minister tot
de slotsom komt, dat de levensvatbaarheid van
een bedrijf inderdaad gevaar loopt en de
gene, die de betaling verlangt, niet bereid wordt
gevonden in het bedrag daarvan een wijziging
te brengen, welke de betaling meer in overeen
stemming brengt met de draagkracht van het
bedrijf, de bevoegdheid te geven aan zijn oor
deel kracht bij te zetten doorte bepalen, dat
degene, die de betaling verlangt behoudens
recht op schadevergoeding aanleg en ge
bruik van radiodistributiegeleidingen zal moe
ten gedoogen.
Met de voorgestelde aanvulling van de Tele
graaf- en Telefoonwet 1940 wordt in een be
staande leemte voorzien en wordt bereikt, dat,
zonder dat aan eigenaren, beheerders en ge
bruikers van gronden onevenredige lasten wor
den opgelegd, een normale ontwikkeling van de
radiodistributie als aangelegenheid van alge
meen belang wordt bevorderd.
Aku
Anaconda
U. 3. Steel
Beth. Steel
Rep. Steel
111. Central
43%
23 9/16—23%
48-47%
61%
17%—17 11/16
915/16
Het R.K. Tweede Kamerlid Teulings c.s. heeft
op het wetsontwerp tot heffing van een winst
belasting een aantal amendementen voorgesteld.
Een dezer amendementen strekt om de aftrek
baarheid van de winstbelasting zelf bij de bere
kening van de winst wederom te herstellen.
Een volgend amendement heeft ten doel het
criterium van den tijdsduur van het bezit van
aandeelen in andere vennootschappen enz., zoo
als dit in art. 3 der wet op de dividend- en
tantième-belasting 1917 is neergelegd, ook in
deze wet op de winstbelasting wederom op te
nemen.
De strekking van de overige amendementen
is om de winst op het overgangstijdstip, in het
NEW-YORK, 8 April (Part.). De nieuwe week
werd ter beurze van New York in vrij opge
wekte houding ingezet. Weliswaar hebben de
jongste gebeurtenissen in Europa niet nagelaten
ook hier een zekere onbehaaglijkheid in het
leven te roepen, maar vooralsnog bleef dit zon
der invloed op de markt, die vrij gunstig ge
stemd bleef op grond van de zich baanbrekende
optimistischer opvattingen t.a.v. de toekomstige
economische ontwikkeling en de verwachting,
dat eerlang een vergrooting kan worden tege
moet gezien van de buitenlandsche aankoopen
van grondstoffen en oorlogsmateriaal in de
Vereenigde Staten als gevolg van de waar
schijnlijke verscherping van den strijd in Euro
pa. Hoewel in het algemeen bij de opening geen
groote koerswinsten werden geboekt, was de
stemming dan ook vrij vast en waren fractio-
neele winsten van vrij algemeenen aard, waar
bij de handel een levendig karakter droeg. Na
de eerste transacties trad echter een aarzeling'
in, die oorzaak werd van eenige afbrokkeling
van het koerspeil, in het bijzonder voor de
staalwaarden, die zelfs meerendeels beneden
het vorig slotpeil terecht kwamen, maar van
groot aanbod was geen sprake en in het ver
dere verloop overwon de markt deze aarzeling
dan ook spoedig en zette onder leiding van de
staalwaarden, koperwaarden, automobielfondsen
en chemische aandeelen een algemeene stijging
in, die resulteerde in koerswinsten, varieerende
van Yx tot 1 dollar voor een groot aantal fond
sen. Ook de vliegtulgwaarden, die aanvankelijk
onregelmatig waren, namen krachtig aan dit
herstel deel. De ongerustheid omtrent de ont
wikkeling was echter oorzaak, dat de markt
geleidelijk aan een onzeker voorkomen kreeg
met nogal sterke en onsystematische fluctua
ties. Zoo liepen b.v. Bethlehem Steel In, het
tweede uur, na een punt te zijn gestegen, kort
daarna weer een vollen dollar terug, welke be
weging, zij het in kalmer tempo, ook door de
meeste andere fondsen werd overgenomen. Hoe
wel de gebeurtenissen in Noorwegen de gedachte
aan grootere oorlogsaankoopen door de gealli
eerden ongetwijfeld moeten versterken, had dit
toch ook een zekere vrees voor nieuwe bemoei
lijkingen van den normalen ^uitenlandschen
handel van de Vereenigde Staten tot gevolg en
daaruit is het te verklaren, dat de markt er
toch eenigszins gereserveerd tegenover stond.
De omzetten bedroegen in het eerste uur 430.090
shares en in het tweede uur 250.000 shares.
Na een verdere lichte reactie in het derde
uur volgde vervolgens weer een herstel, dat zich
in langzaam tempo voltrok en welke tendenz
tot kort voor het slot aanhield. Toen verkreeg
het aanbod' echter overwegend de overhand.
Voor U. S. Steel volgde een koersinzinking van
bijna 1 dollar, terwijl Bethlehem Steels zelfds
l'A dollar in reactie verkeerden. Het slot kwam
dan ook voor de meeste fondsen op het laagste
punt van den dag, waarbij de nadeelige ver
schillen zich meerendeels tot beneden 1 punt
beperkten. De omzetten bleven ruim; met een
omzet in het laatste uur van 290.000 stuks
kwam het totaal op 1.260.000 shares. Voor de
staalwaarden .vormde mede een verstorenden
factor de kleine teruggang van de bedrijvigheid
in dezen tak van industrie, n.l. van 61.7 pet. tot
61.3 pet., terwijl tevens werd vermeld, dat hoe
wel de verbetering in het binnenkomen der or
ders aanhoudt, deze toch van zeer bescheiden
afmetingen is. Met uitzondering van National
Steel, die na een wat lageren inzet iets konden
aantrekken en op onveranderden prijs de markt
verlieten, waren de overige staalwaarden lager
met Bethlehem Steel ruim 1 dollar beneden
het slot van Zaterdag. Ook sporen waren aan
den luien kant; hier waren het Union Pacific,
die fractioneel hooger afkwamen. Mijnen, ko
perwaarden, rubbers en kunstzijde-fondsen za
gen eveneens iets van hun koers verloren gaan,
doch tot groote verschillen kwam het hier niet.
Oliewaarden, warenhuisfondsen, luchtvaart
lichaam aanwezig, aanstonds te belasten, zulks
volgens de regelen van de thans geldende divi
dend- en tantièmebelasting. De betaling van
deze heffing geschiedt in tien gelijke jaarlijksche
termijnen, tenzij öf eerder wordt uitgekeerd, óf
onder discontoverrekening eerder aan den fis
cus wordt betaald, dan wel uitstel is verkregen.
(Van onzen Parijschen correspondent)
Indien, ondanks de censuur, de laatste week
zoowel in Frankrijk als in Engeland dagelijks
geschreven wordt over een verscherping van
de oorlogvoering, dan wil dit zeggen, dat er on
miskenbare teekenen zijn, die daarop wijzen.
Bovendien dil dit zeggen, dat het teekenen zijn.
die, na den toets van een strenge critiek te
hebben doorstaan, hun volle waarde en kracht
behouden hebben.
Een voornaam symptoom is wel de nieuwe
Fransche regeering, waarvan de dynamische
capaciteit, ondanks de wankele parlementaire
positie grooter geacht moet worden, dan die van
de oude. Van Paul Reynaud en zijn medewer
kers kan worden verwacht, dat zij zich niet te
vreden zullen stellen met een zuiver passieve
houding van politieken afweer. Zij zullen in
het diplomatieke tweegevecht wel degelijk tot
den uitval, misschien zelfs tot den aanval over
gaan. Men kan op goede gronden vaststellen,
dat ze hiertoe reeds overgegaan zijn, of beter
nog, dat ze reeds de uit- en aanvalspositie
hebben ingenomen.
De door den laatsten Geallieerden Oorlogs
raad genomen besluiten bewijzen dit. Over het
feit, dat er zeer vergaande maatregelen getrof
fen zijn om den blokkade-strop toe te halen, kan
men na de gebeurtenissen aan de Noorsche kust
niet langer redetwisten. Hoogstens kan men in
onzekerheid verkeeren over de uitvloeisels dezer
maatregelen. Doch ook ten aanzien van dit
punt valt er niet veel te raden. Logisch is het,
dat Frankrijk en Engeland overal zullen ripos
teeren, waar de Duitsche diplomatieke degen
zich ontbloot. Zij stellen, alles in het werk, den
tegenstander de economische voordeelen te
ontnemen, waar hij zich deze heeft weten te
verzekeren en tegelijkertijd laten zij niets on
gedaan om hem het uitzicht op zulke voordee
len te benemen, overal waar hij verwacht deze
te kunnen verwerven.
Door deze gewijzigde politiek der Geallieer
den, die snel in positieven zin is geëvolueerd,
hebben zij en hun tegenstander hetzelfde di
plomatieke en eventueel ook strategische ar
beidsveld gekregen. Hierdoor zullen zij op elk
gebied, dat met den oorlog in verband kan
worden gebracht, het staal kruisen.
Dat de positie van sommige neutralen, de
kleine vooral, door de gewijzigde houding der
Geallieerden nog moeilijker gemaakt is, kan
niet worden betwijfeld en wordt zoowel door
Frankrijk als door Engeland volmondig toege
geven. Er is noch te Parijs, noch te Londen
iemand, die zich verheelt hoe zwaar de keus is
waarvoor de Scandinavische landen zich ge
plaatst zien. Maar er is ook niemand, die zal
toelaten, dat de keus uitvalt in het voordeel
van de Duitschers, zooals de toestand was vóór
het scherp optreden van de Geallieerde regec-
ringen. De neutralen, oordeelt men, moeten die
vastberadenheid en moed toonen, die noodig is
om den druk, die van Duitsche zijde op hen
uitgeoefend wordt, den weerstand te bieden,
die hem geheel opheffen kan.
Het is nu eenmaal onvermijdelijk, dat in den
jammerlijken toestand, waarin Europa op het
oogenblik verkeert, allen, zoowel de kleinen als
de grooten, en de eersten meer nog dan de
laatsten, hun tanden moeten laten zien.
Het meest concrete geval, dat voor de hand
ligt en waarnaar dus iedereen grijpen kan :s
dat der Noorsche territoriale wateren. Noch
door de Fransche, noch door de Engelsche pu
blieke opinie is hieromtrent eenige zenuwach
tigheid aan den dag gelegd. Ook de officiëe.e
zienswijze geeft blijk van een nuchtere kalmte
van hen, die haar na rijp overwegen geformu
leerd hebben. De feiten loochenen kan nie
mand. Gedekt door de onschendbaarheid var,
de 3 K.M.-zone profiteeren Duitsche vracht
vaarders ervan om belangrijke hoeveelheden
Zweedsch ijzererts te vervoeren. Ijzererts is
oorlogs-contrabande. Uit den door de Geallieer
den betoonden eerbied voor het internationale
recht ontstaat voor Duitschland een voordeeligc
toestand, wanneer het van de Noorsche wate
ren gebruik kan maken voor dit erts-transpor:
Door dit transport oogluikend toe te laten, waa:
het op onweerlegbare rechtskundige gronden
zich ertegen verzetten kan, benadeelde Noor
wegen de zaak der Geallieerden. Deze zagen
zich hierom gedwongen krachtdadig in te grij
pen om in de toekomst te voorkomen, dat het
ijzererts-transport op dezelfde wijze plaats kon
vinden.
Waar Noorwegen ten opzichte van Duitschland
niet bij machte is de eerbiediging van zijn neu-
traliteits-rechten te verkrijgen, probéeren de
Geallieerden het zelf. De door Frankrijk en
Engeland getroffen maatregelen om het erts
transport onmogelijk te maken richtten zich uit
sluitend tegen Duitschland. Ziehier de wijze
waarop men in Frankrijk en Engeland rede
neert.
Het afsnijden van den ijzer-erts-toevoer is ech
ter slechts een deel van de te Londen genomen
blokkadebeslissingen. Frankrijk en Engeland
zullen voor niets terugdeinzen om andere voor
Duitschland bestemde goederen-transporten on
mogelijk te maken. Tot nog toe heeft de con-
trabande-contröle uitsluitend betrekking gehad
op die goederen, die rechtstreeks voor Duitsch
land bestemd waren of een duidelijke Duitsche
herkomst toonden. In het vervolg zal er ook
streng gelet worden op alle scheepsladingen van
grondstoffen, die, voor neutrale landen bestemd,
het sterke vermoeden wekken, dat zij in transito
verder naar vijandelijk gebied worden vervoerd.
De Geallieerden hebben dit besluit na rijp
overwegen genomen. Het zal, naar waarschijn
lijk geacht wordt, een aantal onderhandelingen
ten gevolge hebben ter bepaling van de normale
import-hoeveelheden van de neutralen. Alleen bij
een verdacht overschrijden van deze quanta zal
er tot beslagneming worden overgegaan. Zoowel
Frankrijk als Engeland zeggen het te betreuren,
dat zij tot deze strenge houding hebben moeten
overgaan. Maar zij zijn in oorlog en hun toe
stand is altijd nog tragischer dan die van on
verschillig welk ander land, dat niet in oorlog
is.
Op diplomatiek terrein zal van Fransche en
Engelsche zijde eveneens een grooter activiteit
worden ontwikkeld. Ook hiervoor zijn de symp
tomen aanwezig. De spanningen in Europa ver
plaatsen zich snel. Dikwijls dreigt het zoowel in
het Noorden als in het Zuiden. Thans zijn zij
ook in den Balkan duidelijk voelbaar. Om de
Duitsche actie te neutraliseeren moeten Enge
land en Frankrijk meer handelend optreden in,
en meer contact zoeken met de landen, die
Duitschland binnen zijn invloedssfeer wil trek
ken. Uit een aantal besprekingen met de Balkan
ambassadeurs en gezanten, die te Parijs en Lon
den aangekomen zijn, zal blijken, welken aiplo-
matieken weg in de onmiddellijke toekomst ten
aanzien van elk neutraal of niet oorlogvoerend
land ingeslagen moet worden om met goed ge
volg de Duitsche activiteit te neutraliseeren. En
dat op dien weg harde maatregelen liggen, wordt
als zeker aangenomen.
Verder meent men te hebben kunnen vast
stellen, dat de Duitsche onderhandelingen met
sommige Balkanstaten weinig vorderingen schij
nen te maken, dat deze staten vastbesloten zijn
zich niet op sleeptouw te laten nemen en dat de
Balkan-entente, door Turkije en bet leger van
generaal Weygand gesteund, zich sterk genoeg
gevoelt haar eigen politieke inzichten te volgen.
Natuurlijk is het ook te Parijs een vraag van
gewicht, wat morgen aan den dag de Italiaan-
sche politiek zal brengen. Men maakt zich over
Italië echter niet overmatig ongerust. Men is
zich hier zeer goed bewust, dat Mussolini de
realist zal blijven, die hij steeds geweest is, en
dat hij geen oogenblik zijn gezonden kijk op de
zaken verliezen zal. Italië heeft er het hoogste
belang bij, niet toe te laten, dat een machtige
veroveraar vasten voet krijgt aan den Middel-
landschen Zee-wal. noch op den Balkan.
waarden, public-utilities, aandeelen in tele-
graafmaatschappijen en idem in fabrieken van
electrische apparaten waren bij kleine varia
ties of iets hooger of iets lager dan den vorigen
beursdag. Tabakken, equipmentshares en auto
mobielfondsen waren goed gedisponeerd, laatst
genoemde als gevolg van de goede rapporten
omtrent de verkoopen van nieuwe automobielen
en het bericht, dat de fabrieken van Allison-
motoren (een dochtermaatschappij van de Ge
neral Motors) dé productie verdubbeld hebben
naar aanleiding van de groote vraag naar mo
toren voor de geallieerde vliegtuigen. Vast ge
stemd waren chemische fondsen; konden Du
Pont de Nemours bijna 1'/, dollar monteersn,
Allied Chemical konden zelfs 2% punt verbe
teren.
Laatst gedane koersen
April 8 6 5
Allied Ihemical
American '.an Co.
Am. Car 6? F.dry
Am. Rollins Mills
Am. Smelt ef.
Am. Tel. Tel.
Am. Tobacco B
Am. Waterworks
Anaconda Cooper
A .ison Topeke
Baltimore Ohio
Bethlehem Steej
Canadian Pacific
Case Treshing
Chase Nationa, B.
Ches. 6? Ohio
Chicago Rock Isl.
Chrvsler Motor
titles Service
Consol Gas N.Y.
Continental Oil
7 Dawesl.
5 V-i Young
Deleware Huds
Douglas Aircrait
Dupont de Nem.
Eastman Kodak
El. Bond Sh.
Genera Electric
General Motors
Good Year
Hudson Motor
Illinois Central
Intern. Harvester
Intern. Nickel
Intern. TeJ. Tel.
Kennecott Copper
Missouri Pacific,
Idem oref.
Montgomery Ward
Nat. City Bank
Nat. Dairy Prod.
New York Central
North. Am. Av.
North. Amor, n.a
Norfolk Western
Pennsylvania
Phillips Oil
Proctor Camble
Publ. Serv. N. J.
Radio Corporation
Rep. Steel
Sears Roebuck
Shell Union Oil
Socuny Vacuum
Southern Pacific
Southern Railway
Standard Brands
Stand. Oil of N.-J.
Tidewater Ass. Oil
Union Pacific
United Aircraft
United Corp A.
U. S. Leather
U-- s. Rubber
U. S Steel
Western Union
Westingh. Electr.
Woolworth Building
ex dividend ex coupon.
4- nieuwe aar teelen
gedaan en rnten T - Died en,
181
179
179
114
115
115
28
28
23
16
16 l
15
52}
52
52
175
175
174
91
90
90 4
1 4
H
li i
30 jj
30
30 i
24 i
24
23
5 I
81
82
80
6
6
6
71
70
68
35
35
33
90
90
88
32
32
32
23
23
23
15
11
12
12
19
20
19 i
87
87
86
189
187
187
i55
156
155
7
4
7
7
39
39
39
56
55
55
2-
24
24
6
6
6
12
12
12
58
57
57
35
34
34
4
4
4
37 i
37
37
-hr
iV
"3$r
TS
A
Te
T6
54
55
55
29 4
2)
29
17
18
17
18
18
17
25
25
25
23
23
23
217
217
217
23
23
23
39
39
3"
68
68
68
43
42
42
7
7
7
22
23
22
87
87
87
12
12
12
12
12
12
14
H
13
18
18
17
2
7
7
43
43 t
43
11 f
11 i
11
97
97
96
49
49
49
7 s
Z 8
2
2
37
37
37
61
63
61
25
25
24
114
115
115
51
41
42
Slotkoersen
Brussel
Rome
Madrid
Bern
Oslo
A'dam
Londen
Parijs
Berlijn
April
17.10
5.05
9.95
22.43
22.71
53.09
3.55
2.01
40.20
NEW YORK, 8 April
8
17.03|
5.05
9.95
22.42
22.72
53.0)
3.58
2.03
40.20
6
17.03 i
5.05
9.95
22.43
22.7j
53.09
3.59
2.03
40.20
NEW YORK, 8 April
8 April 6 April 8 April 6 April
Rubber
Standaard
Dec. 18.4C 18.42— Dec. 17.45+ 17.45+
Juli 17.82 17.80— Jan. 17.43 17.43
Sept 17.65 17.67 Mrt. ,7.39 17.39
Oct. 17.55+ 17.59
Katoen
Nieuw contract
Jan. Oct. 9-89. 9.87.—
Mei 10.8510.90-- Dec. 9.75.— 9.70
Juli 10.60-- 10.60-— Mrt. 9.60 9.56
Koffie
(Rio - Nieuw contract) (Santos)
Mei
Juli 4,25.
Sept,
Dec.
Mrt.
4.25.
4.24.
4.23.
4.2c-f-
4.25
4.24j-
423
Suiker
Mei 1.83+
Juli 1.89+
Sept. 1.94+
Tin
Loco 46.75
1.85+
1.91
1.9'
104
103
102 J .03
Tarwe
Mei
Juli
Sept.
Maïs
Mei 57 i
Juli 58
Sept. 59 i -
Reuzel
Mei
Juli
46.00
90 dagen 45,75 45.50
CHICAGO, 8 April
8 April 6 April 8 April 6 April
Haver
104 i Mei 41
103+ Juli 3b -
,03+ -03 Sept. 33 --
Rogge
57 Mei 65 f
58 - Juli 67
59 f Sept. 67
40|
36 f
32
65
66
67
5.82 5.77
6.02+ 5.97
8 April 6 April
Sept. 6.22+ 6.20§
i+Oct. 6.30+ 6.27
WINNIPEG, 8 April
Tarwe
Mei 8 i
Juli 90
Oct 91 f
Rogge
Mei 69
Oct. 70 f
Juli 71
Haver
Mei 38
Juli 37 -
90
91 f
69
70
71
Mei
Juli
.- Oct.
Mei
Juli
Oct.
8 April 6 April
Gerst
52 --52
50 - - 50
48 -48
Lijnzaad
:.2+ 222
38
37
Oct.
2.27
2.24
35
222 -
217
35
Mrt.
Mei 5.k7-
- 5.87'-
Juli 5.97--
5.97
Sept. 6.06.-
6.06
Dec. 6.18-— 6.18
Mrt. 6.2?. 6.27--
Nov. 1.99*
2.01
Dec.
Jan. 1 98t
2.01
Mrt. 2.011
2.04+
Termijn46.75
45.87
Ingediend is een ontwerp van wet tot
wijziging van de bepalingen der Arbeids
wet 1919 betreffende den arbeid in brood-
bakkerijen?
Reeds geruimen tijd is het, zoo schrijft de
minister van Sociale Zaken ter toelichting, een
alleszins begrijpelijke wensch van de werk
gevers- en werknemersorganisaties in het
broodbakkersbedrijf, dat de bakkersarbeid cp
de algemeen erkende christelijke feestdagen ver
boden zal worden, opdat ook de bakkers en
hun gezellen op die dagen vrij van werk zijn. In
de door die organisaties gesloten collectieve
arbeidsovereenkomsten werd dan ook een der
gelijk verbód reeds opgenomen, doch in de
practijk bleken verschillende bakkers zich daar
aan ter wille van de winstmogelijkheid niet te
storen. Het gevolg hiervan is, dat ook de bak
kers, die wel de bepalingen van de collectieve
contracten in dit opzicht zouden willen naleven,
gedwongen worden eveneens op genoemde feest
dagen te doen werken, hetgeen weer allerlei
conflicten met de werknemers medebrengt. Ten
einde dit in de toekomst te voorkomen, dringt
men aan op een wettelijk verbod.
De minister meent, dat aan het verlangen van
de werkgevers en werknemers in het bakkersbe
drijf in deze meet worden voldaan.
Daarom wordt voorgesteld, het eerste lid
van artikel 35 der Arbeidswet 1919 in dien
zin te wijzigen, dat de bakkersarbeid op de
in dat artikel genoemde feestdagen wordt
verboden. Alleen wanneer de tweede Kerst
dag op Dinsdag of op Zaterdag valt, zal het
verbod van arbeid op den tweeden feestdag
niet te handhaven zijn en zal dus een uit
zondering gemaakt moeten worden.
Evenals thans reeds op hef verbod van bak
kersarbeid op Zondag, worden ook op het ver
bod van bakkersarbeid op de genoemde feest
dagen voor het hoofd of den bestuurder enkele
uitzonderingen gemaakt, terwijl tevens in be
paalde gevallen het verrichten van banketbak
kerswerkzaamheden op deze feestdagen moge
lijk wordt gemaakt.
De meerderheid in het georganiseerde bedrijf
acht het voorts gewenscht, het aanvangsuur op
Zaterdag en op de daarmede overeenkomende
dagen op 3 uur des voormiddags vast te stel
len. Wel werd deze meening niet door allen ge
deeld, doch van overwegend bezwaar ten deze
was in elk geval geen sprake.
De minister meent, dat inwilliging van dezen
wensch geboden wordt door het bedrijfsbelang
en dat niet-inwilliging daarvan schade betee-
kent zoowel voor de betrokken groepen van pro
ducenten als voor den verbruiker. In het wets
ontwerp wordt daarom wijziging van de desbe
treffende bepalingen der Arbeidswet voorgesteld.
In de practijk is voorts gebleken, dat ver
scheidene Joodsche bakkers van hun lidmaat
schap van een Israëlitisch kerkgenootschap ge
bruik maken om den ntet-Israëlitischen bak
kers op Zondag een ong 2 wensch te concurren
tie aan te doen, zonder dat deze Israëlieten zich
ten opzichte van de broodbereiding aan den
Joodschen ritus houden. Om dezen Joodschen
bakkers, die uit den aard der zaak gewoonlijk
geen wetsgetrouwe Israëlieten tot hun klanten
rekenen en hun debiet in hoofdzaak vinden on
der de niet-Joden, die op Zondag versch brood
begeeren, bedoelde concurrentie onmogelijk te
maken, is het gewenscht de bepalingen van ar
tikel 36 uitsluitend te doen gelden voor die
broodbakkerijen, voor welke zij in het leven zijn
geroepen, n.l. de broodbakkerijen, die niet alleen
behooren tot een onerneming, waarvan het
hoofd of bestuurder tot een Israëlitisch kerk
genootschap behoort, maar waarin bovendien
de broodbereiding onder rabbinaal toezicht of
onder rabbinale contróle plaats vindt. In ver
band hiermede wordt een wijziging van het
eerste lid van artikel 36 der Arbeidswet 1919
voorgesteld.
Wanneer het in een zeer bijzonder geval voor
komt, dat er voor een Israëlitischen bakker,
naar de meening van den minister van Sociale
Zaken, overwegende bezwaren bestaan zijn
bakkerij onder rabbinaal toezicht of rabbinale
controle te stellen, kan daaraan worden tege
moet gekomen door een zoodanige oncüerneminS
ingevolge het tiende lid van genoemd artikel
voor de toepassing der wet gelijk te stellen met
broodbakkerijen als bedoeld in het eerste lid
van dat artikel. Dat lid kan tevens dienen om
te voorzien in het geval, dat het hoofd of de
bestuurder van een onderneming, die welis
waar niet tot een Israëlitisch kerkgenootschap
behoort, maar die zijn bakkerij onder rabbinaal
toezicht of onder rabbinale controle heeft ge
steld, in plaatsen waar geen Israëlitische bak
ker gevestigd is en waar de behoefte bestaat
aan ritueel bereid brood, volgens de regeling
van artikel 36 wil werken.
Het tweede lid van artikel 36 wordt aange
vuld met een overeenkomstige bepaling voor
de Joodsche feestdagen als ten aanzien van de
Christelijke feestdagen in artikel 35, eerste lid,
onder b is voorgesteld.
Koersen voor storting op 9 April 1940 tegen
„rpllchtingen luidende in; Reichsmarken 75,83
en Lires 9,55.
Opgegeven door v. d. Graaf Co., N.V,
(Afd. Handelsinformaties)
Mutatie
1 April 1940 is mr. L. J. Th. Bakker, Hooistra&t
2. Den Haag, tot Curator benoemd lei het fail
lissement van J. A. Kalberg, V'ogelkersstraat 1*>
Den Haag, h.o. den naam L. J. van Veen Co.,
Den Haag. Anna Paulownastraat 87 in piaats van
mr. W. Aalbersberg.
Failliet verklaard:
4 April: De N.V. Bakker en van Popta, kippen-
voerfabriek, Sneek. R.c. mr. H. J. van Maanen,
Curatoren: mrs. J. H. Hoogland, te Leeuwarden-
en J. H. Cornells, te Sneek.
8 April: P. Bril Jr., voorheen winkelier, wonend®
te Amsterdam, Bildcrdijkstraat 86 III. R.c. ml'.' J*
Sprcy. Cur. mr. J. Verkerk, Heerengracht 388,
Amsterdam.
A. J. J. Swart, handelende onder den naam
Fotopersbureau „Kosmos", wonende te Amsterdam'.
Amsteldijk 12. R.c. mr. J. Sprey. Cur. mr. J. W«
van Gelder, Heerengracht 509, Amsterdam.
C. Veldhuizen, wonende te Diemen, Over-
diemerweg 14. R.c. mr. J. Sprey. Cur. mr. J. J-
Romein, Prinsengracht 460, Amsterdam.
Geëindigd door homologatie van accoord het
faill. van H. J. J. Thuys, garagehouder, Laren N.R
Gedeponeerde uitdee'.ingsiysten:
2 AprilK. Foekens, bakker en winkelier, Vled-
derveen. Geëindigd door het verbindend worden
der eenige uitdeelingslijst. Uitk. nihil aan co»°*
crediteuren.
3 April: P. Heynis, rijwielhandelaar. Groningen.
Idem.. Uitk. nihil aan conc. crediteuren.
3 April: G. Leeuwerik-Boerema, caféhoudster,
Nleuweschans. Idem. Uitk. 1.406 pCt.
6 April: G. Mühlenbruch, vroeger kapper te
Roermond, thans te Leeuwarden. Geëindigd door
het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst-
Uitk. 14 pCt.
Jacob Blok, koopman in textielgoederen, Am
sterdam. Geëindigd door het verbindend worden
der eenige uitdeelingslijst.
J. I. Koppels, Hilversum. Idem.
N.V. Heyenbrock Haseiager Co. In liquidatie.
Amsterdam', in schrijfmachines. Idem.
J. H. E. Etmans, confectiefabrikante, gehandeld
hebbende o.d. Firma's „Confectie Industrie Etco-
fex" en „Maison Etmans", Amsterdam. Idem.
AMSTERDAM, 8 April. Aardappelen. Zeeuwsch9
bonten en blauwen 2.90, Bintjes 2.302.60; Po
ters 2.40. Redstar 3.00, Friesche industrie 2.20,
Zeeuwsche Bevelanders 2.70. Noordbollandscn3
bevelanders 2.50, IJpolder bonten 2.80, Duinzand-
aardappelen 2.90, alles per H.L. Aanvoer 211.00"
K.G.