I
J
ROODE STER
Een week vol spannende
gebeurtenissen
Noren bieden sterker
tegenstand
De zeestrijd langs de kusten
VOlKSQPRÜliNG
LUNCH BIJ KEMPINSKI
Het ambacht
herleeft
De Britten leggen
mijnen
DE WAARDE VAN DE
KUSTVERDEDIGING
Buitenlandsch Overzicht
ZATERDAG 13 APRIL 1940
Meisjesstad" in
Utrecht
Een loterij voor het werk der
Zusters Augustinessen
van St. Monica
Steeds de nieuwste creatie's
„Joan van Oldenbarnevelt"
te Priok
Oprichting van een
Ambachtencentrale
Zeldzaam zacht en
licht in de pijp!
Duurtetoeslag voor
gesteunden.
De Britsche mijnen
velden
Legaties op doorreis
NATIONALE LUCHTVAART.
SCHOOL
Het wordt méér dan tijd, dat mi
nister Gerbrandy eindelijk eens
voor den draad komt met daden
in plaats van met plannen en grapjes,
daarmee wij ons niet langer mogen la
ten zoet houden, omdat de communis
ten en de nationaal-socialisten er niet
mee zoet te houden zijn. Elk nummer
van Mussert's persoonlijk lijforgaan, dat
hij „Volk en Vaderland" heeft gedoopt,
omdat hij graag zoowel het Nederland-
Eche volk als ons geheele dierbare va
derland volkomen als zijn persoonlijk
bezit en eigendom zou willen behande
len, maakt zich in woord en beeld schul
dig aan o.i. ontoelaatbare en voor dom
me menschen hoogst funest te achten
pogingen tot volksopruiing door middel
van het wekken van een volkomen on
gerechtvaardigde ontevredenheid. Daar
van bevat het no. van 5 April van dit
orgaan weer een sterk staaltje in een
plaatje, dat bijtend van ironie en sar
casme moet heeten. Op dit plaatje ziet
men een meewarig kijkenden visch-
handelaar tot een vrouw met karbies
zeggen: „Koppen? Het spijt me wel,
moedertje, maar die mag ik niet meer
verkoopen; de regeering wil er visch-
meel van laten maken. U zult het dus
voortaan op Vrijdag zónder visch moe
ten doen," Boven dit plaatje staat „Het
is heerlijk in Nederland te leven."
De bedoeling van dit bovendien nog
slecht geteekende prentje is dui
delijk. Het wil suggereeren, dat het
onder het huidige régime in ons land
ai zoo ver is gekomen, dat men zelfs
geen vischkoppen meer kan koopen en
dat de katholieken, die op Vrijdag geen
vleesch mogen eten, dus alle reden heb
ben om over zulk een -wantoestand
hoogst ontevreden te zijn en geen en
kele reden om mede te werken aan een
régime, dat zulke maatregelen neemt.
En omdat deze bedoeling duidelijk is,
is dit prentje even dom als gemeen.
Sinds wanneer zijn vischkoppen een
onmisbaar nationaal volksvoedsel? Mis
schien vormen zij voor nationaal-socia
listen, die als kippen zonder kop plegen
te redekavelen, een onmisbare lekkernij,
maar dat zijn dan ook vogels van uit-
heemsche pluimage. Het zou met Neder
land heel erg gesteld zijn, indien visch
koppen tot nationaal volksvoedsel zouden
moeten worden geproclameerd, want
aan vischkoppen zit niet veel. Waarom
heeft minister Steenberghe verordend,
dat de vischkoppen voor het vervaar
digen van vischmeel als pluimveevoe
der moeten worden gereserveerd? Omdat
tengevolge van den oorlog, waaraan na
tionaal-socialisten buiten onze grenzen
in ieder geval méér schuld hebben dan
onze volkomen daarbuiten staande re
geering, de aanvoer van verschillende
grondstoffen voor pluimveevoeder stag
neert. Omdat de regeering wil voorko
men, dat hier het „heerlijke leven" zou
ontstaan, dat in landen, waar het na-
tionaal-socialisme heeft gezegevierd en
kippeneieren schaarscher zijn gewor
den dan kievitseieren bij ons, moet wor
den geleden. Omdat zij blijkbaar in te
genstelling met de N.S.B. weet, wat
iedere Hollandsche huisvrouw weet, n.l.
dat lijf en staart meer visch voor con
sumptie opleveren dan de vischkop, die
gewoonlijk wordt weggegooid of aan de
kat wordt geserveerd, terwijl er voor de
vischmeelbereiding nog nuttig gebruik
van kan worden gemaakt. Indien het
ooit zoo ver met ons land zou komen,
dat zelfs vischafval niet meer voor de
pluimveevoederbereiding beschikbaar
zou zijn, dan zou dat te wijten zijn aan
de handelwijze, welke reeds verschil
lende Nederlandsche visschersbooten en
hun bemanningen op zee door geestver
wanten van de N.S.B.-ers hebben moe
ten ondervinden. Zoo staan de zaken,
mijnheer Mussert!
Een beweging, die met zulke middelen
als dit plaatje het volk tracht op te
ruien tot ontevredenheid, terwijl in het
hoogste nationale belang de grootst
mogelijke eensgezindheid is geboden,
verdient het zwijgen opgelegd te wor
den terwille van de helaas nog al te
velen in ons land, die niet meer ver
stand schijnen te hebben dan een afge
sneden vischkop.
Vat beteekent het, dat de volgende week te
gelijk met deze courant bij U aan huis bezorgd
wordt de kans op een eigen huis?
U zet meer dan anders de radio aan. U kijkt
iederen keer weer Uw courant in om te weten
wat er allemaal rondom ons gebeurt.
Alweer zooveel menschenlevens ontredderd,
alweer zooveel menschen dakloos.
Welnu, ik vraag Uw aandacht voor dakloo-
zen, die wel niet door oorlog dakloos zijn ge.
worden, maar door allerlei omstandigheden,
die een anderen, daarom niet minder tragi-
schen achtergrond hebben.
Daar U 'n geloovig mensch is, zal ik 't U
voorleggen.
Honderden en honderden vrouwen en meisjes
in Nederland, die geen dak boven haar hoofd
hebben.
Jaar in, jaar uit zwei-ven ze van de eene
plaats naar de andere, met al de gevaren daar
aan verbonden.
U wijst haar niet met den vinger na, zooals
talloozen wel doen.
U weet, wat O. L. Heer tegen Maria Magda-
lena heeft gezegd.
Ons aller Vader in den hemel wacht op iedere
menschenziel.
En Hij vraagt U mee te helpen zoeken.
Welnu, helpt mee!
In Utrecht staat 't eerste katholieke natio
nale tehuis voor daklooze vrouwen en meisjes.
Dat huis heet „Meisjesstad".
Iedereen, die daar aanbelt, is welkom.
Nooit wordt er gevraagd: „Wat is je vcrle.
den? Wat is je godsdienstige gezindheid? Wat
kun je betalen?"
Daar wordt gezorgd voor 'n warm onderdak
en ik zeg niets te veel, daar wordt gezorgd met
'n meevoelend hart.
Dat werk staat onder leiding en wordt ver
zorgd door de zusters Augustinessen van St.
Monica.
Het apostolaatswerk van deze zusters is in
gesteld ook heel bijzonder op de missionnee-
ring in ons eigen vaderland: de vestiging en
de verbreiding van geloofskennis en geloofsbe
leving in 't algemeen, 't onderricht voor anders
denkenden, de hulpverleening aan huishoudens,
waar moeder ziek is.
Zij gaan, zonder ooit te vragen of er iets
voor betaald kan worden helpen, zooveel zij
kunnen.
Nu hebben zij ook sinds eenigc maanden
„Meisjesstad" 'geopend.
Eenvoudig, mooi, warm is 't ingericht.
Van verschillende kanten in 't land zijn ze al
gekomen.
'n Man zonder dak boven 't hoofd is erg.
Veel erger is 't voor 'n vrouw, voor 'n meisje.
Er heeft zich 'n comité gevormd, dat deze
zusters financieel wil helpen.
En dat comité heeft 'n loterij opgezet.
Voor 'n kwartje hebt U 'n kans.
De hoofdprijs is 'n huis ter waarde van vijf
duizend gulden.
De tweede prijs is een woninginrichting of
een automobiel ter waarde van twee duizend
gulden.
De derde prijs is een huwelijksuitzet, of een
automobiel of motor ter waarde van duizend
gulden.
Geen van de prijzen vervalt aan het comité,
omdat alleen de ingezonden lotnummers mee
trekken.
't Is mijn bedoeling niet op verschillende
van de duizend prijzen in te gaan.
U vindt den weg voor de kans, die U krijgt
in de circulaire met blauwen opdruk, die U vol
gende week tegelijk met Uw courant ontvangt.
Deze loterij, die oorspronkelijk eerder zou
getrokken hebben, trekt onherroepelijk op 15
Juli aanstaande.
Ik mag U wel zeggen, 't is de moeite waard
om er 'n paar kansen op te zetten.
En ik schrijf dit aanbevelend woord graag,
omdat 't werk van de zusters' Augustinessen
van St. Monica 't volop verdient.
Ik vraag u met heel m'n hart, kijk de bijlage
over; „Wat hoorde ik? over de mogelijkheid van
'n eigen huis," eens heel goed in en maak
meteen Uw kans klaar.
Pijn als U 't wint.
Pijn als U meehelpt om de vermisten te bren
gen op 't pad naar ons aller Vader in ons aller
Hemelhuis. s
p. S. VAN NUENEN,
O. E. S. A.
CET OP T IOOLMERK
BATAVIA, 13 April. (Aneta). Dc „Johan van
Oldenbarnevelt" is vanmorgen te Tandjong-
Friok aangekomen.
Te 's-Hertogenbosch heeft dezer dagen, zooals
gemeld, de Commissaris der Koningin, jhr. mr
A. B, C. M. van Rijckevorsel de tentoonstelling
van ambachtswerk geopend. In een onderhoud,
waartoe wij ontvangen werden door den secre
taris van het Prov. Genootschap, Dr. Mr. L. J.
C. van Gorkom, zetten beide promotoren van
de herleving van het ambacht: architect H. W.
Valk en drs. C. Braun, ons het belang van deze
tentoonstelling uiteen.
Deze tentoonstelling moet gezien woorden, al
dus drs. Braun, in het kader van het streven
naar het doen herleven van het edele oude am
bacht. In de Middeleeuwen geschiedde de ge
heele industrieele productie binnen de kleine
ambachtsbedrijven. In deze kleine bedrijven
werkten de meesters met enkele gezellen en
leerlingen aan de opdrachten, hun verstrekt. Het
was derhalve uitsluitend een arbeiden op be
stelling. Daardoor kon ieder werkstuk een eigen
karakter dragen, aangepast aan de toekomstige
bestemming en aan den opdrachtgever. De am
bachtsbedrijven van dezelfde soort werden om
vat in een monopolistische organisatie: het
gilde. Deze monopolistische organisaties konden
slechts bestaan zoolang de steden een wereldje
op zich-zelf vormden. Het einde van deze zelf
standigheid der steden beteekende meteen het
einde van de gilden. Met het gilde ging ook
het ambacht ten gronde. In plaats van de pro
ductie in kleine bedrijven, waar ieder der mede
werkenden met hoofd en handen werkte, waar
men den persoon van den opdrachtgever kende,
komt mede dank zij de uitvindingen de
productie in groote fabrieken. Hierin gebruiken
slechts enkelen het hoofd, terwijl de overgroote
meerderheid slechts de handen behoeft te ge
bruiken. Hier vervaardigt men massa-producten
voor de onpersoonlijke markt. Dit alles is op
zichzelf nog heelemaal niet erg. Er zijn inder
daad vele producten, die een onpersoonlijk ka
rakter dragen en die door de machine in het
bereik van zeer velen zijn gekomen. Daarenbo
ven zijn er vele arbeiders, die niet anders wen-
schen dan eenvoudig werk en gedurende korten
tijd.
Het is heelemaal niet onze bedoeling weer
terug te willen naar den tijd der middeleeu
wen en de industrieele productie weer ge
heel binnen de kleine ambachtsbedrijven te
doen geschieden. Wel echter betreuren wij,
dat thans ook de producten, wtelke een
eigen cachet kunnen dragen, door de ma
chine worden vervaardigd en daardoor van
zelf verlaagd worden tot massaproducten.
Wij betreuren het, dat degenen, die ook
thans nog capabel moeten worden geacht
met handen en hoofd te werken, daartoe
niet meer de gelegenheid krijgen. Wij be
treuren het, dat degenen, die ook thans nog
prijsstellen op het bezit van goederen met
een persoonlijk karakter, daarvoor buiten
het land moeten gaan.
Daarom willen wij het ambacht doen herleven
op de wijze en in zooverre dit thans in deze
.gewijzigde maatschappij mogelijk is.
Op de eerste plaats willen wij de
kleinere bedrijven weer uit hun schuil
hoeken opzoeken. Daar is een oude smid
onder den invloed der gebeurtenissen, kachcl-
winkclicr of rijwielhersteller geworden. Hier
een timmerman of schrijnwerker maar bij een.
aannemer in loondienst gegaan. Een wever
werd arbeider in de textielfabrieken, enz., enz.
In hen moeten wij het oude ambachtsbloed
weer wakker roepen. Daarom hebben wij ge
sticht de Ambachten-centrale, die, Wanneer zij
de beschikking zal hebben over een vast bureau,
al de belangen, welke in dc Middeleeuwen door
de gilden werden behartigd, voor de kleinere
ambachtsbedrijven kan waarnemen. Vooruitlco-
pend op de stichting van dit bureau richtten
wij thans voor de tweede maal deze tentoon- 1 p
stelling in, schreven wij artikelen in verschil
lende bladen en tijdschriften, hielden wij lezin
gen in zalen en voor de microfoon. Zoo probee-
ren wij thans uit den vicieuzen cirkel te komen
Wil een dergelijk bureau immers reden van be
staan hebben, dan meet reeds een opkomende
herleving van het ambacht te zien zijn en wil
deze herleving zich kunnen doorzetten, dan is
de helpende hand van een bureau noodzake
lijk. Wij zijn thans voornemens ons binnen
zeer korten tijd tot de regeering en de provin
cie te wenden alsook tot bepaalde organisaties,
welke bij de herleving van het ambacht belang
kunnen hebben. Intusschen wachten wij, met
den legendarischen Franschcn economist, op
den millionnair, die komen moet....
Wanneer de herleving van het ambacht een
maal goed op gang is, zal een dergelijk bureau
gemakkelijk zijn eigen kosten kunnen goedma
ken.
Wij achten het getij voor het doorzetten
van deze herleving van het ambacht op dit
moment bijzonder gunstig. Als straks het
wapengeweld bedaard zal zijn, zal een groote
vraag ontstaan naar vreedzame goederen,
die het ambacht kan leveren. Zoo zal de
bouwnijverheid opveren. Op het gebied van
het bouwen ligt nu een groot afzetgebied
voor het ambacht. De smid maakt prach
tige hekwterken, schoorsteenbekroningen,
ornamenten en sluitingen voor deuren en
ramen, enz. De timmerman maakt prach
tige deuren, trapleuningen, enz., enz.
Er was eens een jager in Stroe,
Die op jacht liever lui was dan
Roede Ster en zijn rust
Waren 's jagertjes lust
En zoo kwam hij aan t jagen
Het R. K. Werkliedenverbond in Nederland
het N. V. V., het Chr. Nat. Vakverbond en de
Ned. Vakcentrale hebben een schrijven gericht
tot den minister van Sociale Zaken, waarin zij
den minister er aan herinneren, dat, in verband
met de stijging van de kosten van het levens
onderhoud, de regeering 17 December besloot
de steunuitkeeringen tot en mét 2 Maart 1940
te verhoogen met een duurtetoeslag van 5 pCt.
Deze toeslag is 22 Februari voor onbepaalden
tijd verlengd. Sinds het tijdstip waarop de
duurtetoeslag werd verleend, heeft de stijging
Van de kosten van het levensonderhoud zich
Voortgezet, Over de maand Maart is het geheele
gezinsbudget gestegen met 8.9 procent sedert
Augustus 1939, terwijl de kosten voor de voeding
met 13.2 procent zijn gestegen.
Het is daarom, dat de besturen der vakver-
eenigingen den wensch uitspreken, dat de duur
tetoeslag zal worden verhoogd in overeenstem
ming met de stijging van de kosten van het
levensonderhoud. In een schrijven van 20 Oc
tober werd de wensch geuit, de gevolgen van
de kostenstijging op te heffen door het ver
strekken van een gecompenseerden duurtetoe
slag. Er zijn inderdaad verscheidene maatregelen
genomen om aan den nood van de werknemers
tegemoet te komen, doch door allerlei omstan
digheden is het resultaa-t van den 5 prcent
duurtetoeslag geringer dan anders het geval
kou zijn geweest.
Om al deze redenen verzoeken de besturen
den minister den duurtetoeslag van 5 procent
te verhoogen en aan te passen aan de stijging
Van de kosten van het levensonderhoud, ten
einde daardoor verdere inzinking van het levens
heil van de groote massa der werkloozen te
Voorkomen.
Een week vol spannende en dramatische ge
beurtenissen, de eerste week van den „echten"
oorlog, waarin niet meer de diplomaten, zooals
in de afgeloopen zeven maanden, maar gene
raals en admiraals het hoogste woord voerden,
is voorbij. De verscherping van den strijd begon
Maandagmorgen in alle vroegte met een ver
rassenden stap door de Geallieerden: het leggen
van mijnen op verscheidene plaatsen langs de
Noorsche kust, waarbij bewust de territoriale
wateren van Noorwegen geschonden werden.
Het was een stap, waarop Duitschland met een
bliksemsnelle actie reageerde. Dinsdag bezetten
de Duitsche troepen, zonder op noemenswaardig
verzet te stuiten, Denemarken en op dien zelf
den dag bleken ook plotseling de belangrijkste
havens van Noorwegen in Duitsche handen te
zijn. Hoe was dit nu mogelijk? In één etmaal
konden toch moeilijk Duitsche troepen van
Duitschland naar de Noorsche haven Narvik
vervoerd zijn! Bovendien bleek de heele Duit
sche actie zóó grondig voorbereid, dat de chro
nologische volgorde waarin de gebeurtenissen
zich voor de buitenwereld schenen af te spelen,
niet juist kon zijn. En zoo moeten wij wel
Chamberlain en Churchill gelooven, die dezer da
gen verklaarden, dat de Duitsche troepentrans
porten reeds onderweg moeten zijn geweest,
voordat de Engelschen de mijnen langs de
Noorsche kust legden.
Is de Duitsche actie in Scandinavië dan een
volkomen verrassing voor de Geallieerden ge
weest? Ja en neen. Ja, in zooverre Engeland
en Frankrijk waarschijnlijk niet verwacht heb
ben, dat Duitschland zoo snel zou toeslaan;
neen, in zooverre zij wisten, dat de verscher
ping van de blokkade, waartoe in den Opper
sten Oorlogsraad van 28 Maart j.l. werd be
sloten en welke het eerst in de Noorsche wa
teren werd toegepast ten einde den ertstoevoer
naar Duitschland af te snijden, een tegenactie
van Duitschland moest uitlokken.
Zoowel de Geallieerden als de Noren hebben
zich spoedig van den eersten schrik hersteld.
Had de Britsche vloot hier niet de kans van
haar leven? Hier had zij een uitgezochte gele
genheid om haar suprematie ter zee te bewij
zen. Een trotsche vloot voer uit om slag te le
veren in dezelfde wateren, waar ook Nelson
had gevochten. Spoedig reeds stuitte zij op
Duitsche oorlogsschepen en een felle strijd
ontbrandde, over het resultaat waarvan tot nu
toe echter nog maar weinig bekend is.
Winston Churchill en Paul Reynaud lichtten
Donderdag een tipje van den sluier op: vier En-
gelsche oorlogsbodems en achttien Duitsche
schepen rusten op den bodem der zee. Meer
kreeg men niet te hooren, maar wel bleek dui
delijk, dat het „England rules the waves" nog
niet overtuigend bewezen was. Toch hebben de
Britten het volste vertrouwen, dat hun vloot de
bijna vermetele daad der Duitschers om garni
zoenen te leggen op soms meer dan 1000 K.M.
afstand van hun bases, afdoende zal weten te
bestraffen. Dat dit niet in een of twee dagen
kan geschieden, hebben zij na Churchill's rede
wel begrepen.
De Britsche vloot schijnt thans zeer systema
tisch te werk te gaan. Het leggen van een mij
nenveld langs de Zweedsche en Nederlandsche
territoriale wateren wijst hierop. Evenals men
de Duitschers in den economischen oorlog door
de blokkade tracht te „wurgen", zoo poogt men
thans ook in dezen militairen oorlog de in
Noorwegen gelegen Duitsche garnizoenen door
mijnenvelden van het Rijk af te snijden en zoo
te „wurgen". Waarom de Geallieerden dan nog
steeds geen landingstroepen aan land hebben
kunnen zetten? De Times van hedenochtend
geeft hierop een antwoord. De voornaamste fac
tor dat dit nog niet kon geschieden is, dat vol
doende inlichtingen omtrent aantal en sterkte
van den vijand ontbreken. Immers een landing,
Welke zou worden tegengewerkt door een kleine
groep Duitschers, al zou deze slechts de beschik
king hebben over machinegeweren, is uiterst
moeilijk. Men kan er echter van overtuigd zijn,
aldus het Engelsche blad, dat de autoriteiten
zoowel in Engeland als in Frankrijk zich ten
volle de waarde van den tijdsfactor bewust
zijn en dat ieder middel te baat zal worden ge
nomen, om den Duitschers te verhinderen, hun
posities in Noorwegen te verbeteren. Thans tot
daden te komen, slechts om der wille van eenige
actie, zonder voldoende inlichtingen over de
moeilijkheden, welke moeten worden overwon
nen, zou in de eerste plaats de Noren allerminst
helpen en funest kunnen zijn voor de Gealli
eerden.
De Engelschen zijn weer voorzichtig' gewor
den. Maar deze voorzichtigheid kan hun de
overwinning bezorgen. De Italiaansche pers,
die eerst zoo triomfantelijk gejuicht had over
het Duitsche optreden in Scandinavië, begint
blijkbaar de gevaarlijke positie, waarin de
Duitschers kunnen raken, in te zien. Verwon
dering wekt het feit, dat de Duitschers er
naar het schijnt niet voor hebben zorggedra
gen, dat het ook den vijandelijken schepen
absoluut onmogelijk was in het Skagerrak bin
nen te dringen, aldus schrijft de „Popoio
d'Italia".
Nóg is de situatie weinig overzichtelijk,
maar lang zal dit niet meer duren. Reeds
schijnt de Duitsche opmarsch in Noorwegen op
vele plaatsen te worden gestuit door de Noor
sche troepen,, die thans voortdurend sterker
worden en een moordenden guerillastrijd voe
ren. Zij pogen een ijzeren ring te leggen rond
om hun hoofdstad Oslo, om alle verbindings
wegen der Duitschers af te snijden. En voor
de Oslofjord liggen Britsche vlooteenheden.
wachtend tot de Duitsche oorlogsschepen, die
hier zijn opgesloten, een uitval zullen wagen...
Daarenboven zal er een groote vraag komen
naar de artikelen voor de woninginrichting.
Men zal eerder bang moeten zijn, dat de am
bachtslieden niet spoedig genoeg in staat zullen
zijn aan deze vraag te voldoen, dan dat men
ebrek aan afzetgebied moet vreezen. Trouwens,
de enkele ambachtslieden, die zich reeds her
oriënteerden, klagen er allen over, dat zij het
werk niet af kunnen. Het getij is derhalve wel
bij uitstek gunstig voor een herleving van het
ambacht.
Na deze inleiding van drs. Braun leidde ar
chitect H. W. Valk een rondgang over de ten
toonstelling. Deze vriend van de ambachten
vond daarbij gelegenheid op het volgende te
wijzen
Deze tentoonstelling is onze eerste voor het
timmerambacht. Zij bestaat derhalve in hoofd
zaak uit het materiaal hout. Men vindt hier
dus niet den meubelmaker, die politoert of, met
behulp van den lijmpot, het hout belijmd er.
fineert. Hier willen wij laten zien vanwaar de
ambachtsman kwam en waarheen hij wil. Wat
eens de ambachtsman beteekende, moge blij
ken uit de oude ambachtsstukken, welke met
de beste en nobelste cultuuruitingen vergeleken
mogen worden. Wat de ambachtsman tegen
woordig nog te beteekenen heeft, zullen wij
uit respect voor zijn roemvol verleden maar
niet trachten te verwoorden. Voldoende toch
blijkt dit uit de dorre, levenlooze, formalisti
sche en starre werken op alle gebied van het
ambacht, vtelke ons schier overal omringen en
ons interieur en landschap ontluisteren. Het zal
duidelijk zijn, dat wij terug moeten naar het
herstel en den luister van het ambacht.
Een ambachtswerkstuk kan alleen luister
geven, wanneer uit het werkstuk een ambach
telijk zuivere toepassing en bewerking van het
materiaal spreekt, verkregen door een begrepen,
levende geest, die daarbij tevens levensverbon
den is. Zooals dat zoo prachtig uit de oude
voorbeelden blijkt. Daarom zijn er zoo velerlei
uitingen van het timmerambacht uit het ver
leden hier bijeen gebracht. Niet om deze voor
beelden slaafsch na te volgen. Maar wel om
van de ambachtelijke zuiverheid en levenden
geest te getuigen.
Dat de ambachten overigens nog in staat zijn
levende en bezielde werkstukken te maken, heeft
architecht Valk zonder twijfel wel bewezen in
het Raadhuis te Vught, waaraan wij ijndcr zijn
leiding een bezoek brachten, nadat de directeur
der Kon. School voor Kunst, Techniek en Am
bacht Ir. K. W. E. Danutau ons had rondge
leid op de, gelijktijdig met de Ambachtstentoon
stelling in hetzelfde gebouw uitgedachte exposi
tie van werkstukken van leerlingen der K.T.A..
welke expositie een duidelijk beeld geeft van
het hooge peil, waarop het onderricht aan die
inrichting staat en de uitstekende resultaten
die het afwerpt.
(Van onzen Marine-medewerker)
Het kansspel van de oorlogshandelingen
in Noorwegen zal velen eenigszins verwon
deren. Er komen geen berichten van groote
Engelsche troepencontingenten, die landin
gen hebben uitgevoerd. Nog steeds liggen
Duitsche oorlogsschepen in de fjorden en
op sommige punten schijnen de Duitsche
troepen nog vorderingen te maken, hetgeen
de machtige geallieerde vloot zich blijkbaar
moet laten welgevallen.
Van wat zich hier afspeelt is het zeer moei
lijk, zich een voorstelling te vormen. Het strijd
gebied is ontzaglijk uitgestrekt. Het loopt vanaf
het Kattegat langs de Noorsche kust tot Nar
vik, een gebied van ruim 1000 zeemijlen of on
geveer 2000 kilometer. De kust is rotsachtig en
hoog, met diepe fjorden, die kronkelen in boch
ten, honderden kilometers ver landwaarts lei
dend.
In dit gebied zijn de Duitschers als tegen
woordige bezitters van strijdpunten de verde
digende partij. Hoewel zij zich in een vijande
lijk land genesteld hebben, genieten zij een.voor
deel dat zij door het bezetten van de voornaam
ste spoorwegknooppunten, radio-stations en
dergelijke de mobilisatie der Noren geheel heb
ben gedesorganiseerd, zoodat het dus in elk ge
val eenigen tijd zal duren, voordat de Noorsche
tegenstand groote vormen kan aannemen.
Dezen tijd hebben en zullen de Duit
schers niet ongebruikt laten voorbijgaan.
Ongetwijfeld hebben zij de Noorsche kust
verdediging overgenomen. En deze is zeer
effectief gebleken. De hooge wanden der
fjorden zijn prachtige opstcllingspunten voor
kustgeschut, van waaruit in bochten gemak
kelijk de toegangen geheel bestreken kunnen
worden. Behalve van kustgeschut maakten
de Noren veel gebruik van lanceer-inrich
tingen voor torpedo's, die op den wal zijn
opgesteld. Dit is een verdedigingsmiddel, dat
op onze ondiepe en langzaam oploopcndc
Nederlandsche kust onbruikbaar is, doch in
het diepe water van de fjorden een ideaal
wapen vormt.
Met deze middelen wacht men af, tot de vij
and in het vijandelijk gebied is binnengedron
gen, richt dan nauwkeurig, en de zorgvuldig
afgestelde torpedo's doen de rest. Deze midde
len hebben de Duitschers nu in handen. Het is
daarom niet te verwachten, dat de Engelschen
tegen dezen wakenden vijand zoo zullen optre
den, als de Duitschers bij hun verrassenden aan
val op de Noren. Na den aanval op Narvik, die
eenige torpedobootjagers kostte, zijn de En
gelschen er nu toe overgegaan, de uitgangen af
te sluiten en de Duitsche strijdkrachten buiten
af te wachten.
Hoewel langzaam werkend, is dit middel
even doodelijk als een rechtstreeksche aan
val. Toch blijft het voor een op een derge
lijke wijze „opgebottelden" vijand mogelijk,
in gunstige omstandigheden, bijv. in don
kere nachten, bij stormachtig weer, zwaren
regen of mist, enz. uit te breken.
Men kan dus deze opgesloten schepen
niet afschrijven. Wel vormen zij een dank
baar doel voor luchtaanvallen, aangezien de
Duitschers blijkbaar op den wal niet genoeg
luclitaiweerbatterijen bezitten, waarvan lig
plaatsen van schepen en de reeden nu een
maal sterk voorzien moeten zijn om veilig
heid te bieden.
Ondertusschen hebben de Engelschen een
andere actie ondernomen. Van de omstan
digheid, dat de Duitsche oorlogsschepen in
de Noorsche wateren vertoeven, heeft men
gebruik gemaakt om dicht in de Duitsche
Bocht uitgestrekte mijnenvelden te 'eggen,
die aansluiten op de Nederlandsche wate
ren en geheel rond Denemarken en dwars
over het Kattegat naar de Zweedsche kust
loepen. Hoewel uiteraard deze mijnenvelden
nog niet geheel dicht en onpasseerbaar kun
nen zijn hiervoor zijn zeker eenige hon
derdduizenden mijnen noodig is dit een
zeer zware klap voor de Duitschers, aan
gezien de verdere toevoer naar Noorwegen
hierdoor ernstig gehandicapt wordt.
Een ander middel dat krachtig gehanteerd
wordt is de strijd op de Duitsche verbindings
wegen. Activiteit bij den ingang van het Katte
gat toont dit duidelijk aan. Ook de vrees voor
een inval, die in Zweden heerscht, geeft den
indruk, dat de Engelsche blokkade van het Kat
tegat zeer effectief is.
Een interessante bijzonderheid is, dat dc En
gelschen blijkbaar goed op de hoogte zijn, met
de ligging van de Duitsche mijnenvelden in deze
wateren, doordat het werk van de Duitsche mij-
nenleggers door Engelsche onderzeebooten zorg
vuldig was geobserveerd.
Wat de verdere ontwikkeling der gebeur
tenissen betreft is het eerder niet dan wél
te verwachten, dat er in de eerstkomende
dagen veel berichten over de oorlogshande
lingen ter zee zullen loskomen. Vloten, die
op zee opereeren, zijn zwijgzaam. De radio
gebruiken beteekent zijn plaats verraden.
Radioseinen zijn immers steeds met wei
nig moete te peilen. Ook verliezen zullen
beide partijen in dergelijke episoden van
strijd zooveel mogelijk verheimelijken.
De leden van de Engelsche en Fransche
legaties in Denemarken, in totaal 170 per
sonen, bevinden zich thans op weg naar Ne
derland. Zaterdagnacht te 0.33 uur wordt het
gezelschap met een extra-trein uit Duitsch
land te Óldenzaal verwacht. Te 3.58 uur Za
terdagnacht wordt de reis voortgezet met
als eerste bestemming 's-Gravenhage, waar
de trein Zondagochtend vroeg zal aankomen.
Uit het verslag van de Nationale Luchtvaart
School over 1939 blijkt duidelijk de invloed van
de mobilisatie. Op 2 September werd het vlieg
bedrijf van de school stil gelegd. Na een maand
werd toegestaan boven het vliegveld Ypenburg
instructie 1.e geven, alleen aan leerlingen, waar
van de opleiding een militair belang vormde. Op
27 November werd hieraan uitbreiding gegeven,
door ook aan de sportvliegers toestemming te
verleenen zich in het vliegen te bekwamen.
Dat het aantal uren slechts 272 minder is dan
in 1938. werd veroorzaakt door een grootere op
leiding van adsp.-officier-vliegers kort verband
van het K.N.I.L., waardoor tot medio 1939 een
groot accres in vlieguren werd verkregen, het
geen in de tweede helft van het jaar verloren
ging.
Een zeer belangrijke gebeurtenis voor de school
was de opening van het z.g. internaat der M-
vliegers op Ypenburg.
De regeering steunde de N.L.S. evenals in
voorafgaande jaren, met een subsidie. Voor 1939
werd f 15.000 gevoteerd tegen l 20.000 in 1338.