I J ROODE STER Een week vol spannende gebeurtenissen Noren bieden sterker tegenstand De zeestrijd langs de kusten VOlKSQPRÜliNG LUNCH BIJ KEMPINSKI Het ambacht herleeft De Britten leggen mijnen DE WAARDE VAN DE KUSTVERDEDIGING Buitenlandsch Overzicht ZATERDAG 13 APRIL 1940 Meisjesstad" in Utrecht Een loterij voor het werk der Zusters Augustinessen van St. Monica Steeds de nieuwste creatie's „Joan van Oldenbarnevelt" te Priok Oprichting van een Ambachtencentrale Zeldzaam zacht en licht in de pijp! Duurtetoeslag voor gesteunden. De Britsche mijnen velden Legaties op doorreis NATIONALE LUCHTVAART. SCHOOL Het wordt méér dan tijd, dat mi nister Gerbrandy eindelijk eens voor den draad komt met daden in plaats van met plannen en grapjes, daarmee wij ons niet langer mogen la ten zoet houden, omdat de communis ten en de nationaal-socialisten er niet mee zoet te houden zijn. Elk nummer van Mussert's persoonlijk lijforgaan, dat hij „Volk en Vaderland" heeft gedoopt, omdat hij graag zoowel het Nederland- Eche volk als ons geheele dierbare va derland volkomen als zijn persoonlijk bezit en eigendom zou willen behande len, maakt zich in woord en beeld schul dig aan o.i. ontoelaatbare en voor dom me menschen hoogst funest te achten pogingen tot volksopruiing door middel van het wekken van een volkomen on gerechtvaardigde ontevredenheid. Daar van bevat het no. van 5 April van dit orgaan weer een sterk staaltje in een plaatje, dat bijtend van ironie en sar casme moet heeten. Op dit plaatje ziet men een meewarig kijkenden visch- handelaar tot een vrouw met karbies zeggen: „Koppen? Het spijt me wel, moedertje, maar die mag ik niet meer verkoopen; de regeering wil er visch- meel van laten maken. U zult het dus voortaan op Vrijdag zónder visch moe ten doen," Boven dit plaatje staat „Het is heerlijk in Nederland te leven." De bedoeling van dit bovendien nog slecht geteekende prentje is dui delijk. Het wil suggereeren, dat het onder het huidige régime in ons land ai zoo ver is gekomen, dat men zelfs geen vischkoppen meer kan koopen en dat de katholieken, die op Vrijdag geen vleesch mogen eten, dus alle reden heb ben om over zulk een -wantoestand hoogst ontevreden te zijn en geen en kele reden om mede te werken aan een régime, dat zulke maatregelen neemt. En omdat deze bedoeling duidelijk is, is dit prentje even dom als gemeen. Sinds wanneer zijn vischkoppen een onmisbaar nationaal volksvoedsel? Mis schien vormen zij voor nationaal-socia listen, die als kippen zonder kop plegen te redekavelen, een onmisbare lekkernij, maar dat zijn dan ook vogels van uit- heemsche pluimage. Het zou met Neder land heel erg gesteld zijn, indien visch koppen tot nationaal volksvoedsel zouden moeten worden geproclameerd, want aan vischkoppen zit niet veel. Waarom heeft minister Steenberghe verordend, dat de vischkoppen voor het vervaar digen van vischmeel als pluimveevoe der moeten worden gereserveerd? Omdat tengevolge van den oorlog, waaraan na tionaal-socialisten buiten onze grenzen in ieder geval méér schuld hebben dan onze volkomen daarbuiten staande re geering, de aanvoer van verschillende grondstoffen voor pluimveevoeder stag neert. Omdat de regeering wil voorko men, dat hier het „heerlijke leven" zou ontstaan, dat in landen, waar het na- tionaal-socialisme heeft gezegevierd en kippeneieren schaarscher zijn gewor den dan kievitseieren bij ons, moet wor den geleden. Omdat zij blijkbaar in te genstelling met de N.S.B. weet, wat iedere Hollandsche huisvrouw weet, n.l. dat lijf en staart meer visch voor con sumptie opleveren dan de vischkop, die gewoonlijk wordt weggegooid of aan de kat wordt geserveerd, terwijl er voor de vischmeelbereiding nog nuttig gebruik van kan worden gemaakt. Indien het ooit zoo ver met ons land zou komen, dat zelfs vischafval niet meer voor de pluimveevoederbereiding beschikbaar zou zijn, dan zou dat te wijten zijn aan de handelwijze, welke reeds verschil lende Nederlandsche visschersbooten en hun bemanningen op zee door geestver wanten van de N.S.B.-ers hebben moe ten ondervinden. Zoo staan de zaken, mijnheer Mussert! Een beweging, die met zulke middelen als dit plaatje het volk tracht op te ruien tot ontevredenheid, terwijl in het hoogste nationale belang de grootst mogelijke eensgezindheid is geboden, verdient het zwijgen opgelegd te wor den terwille van de helaas nog al te velen in ons land, die niet meer ver stand schijnen te hebben dan een afge sneden vischkop. Vat beteekent het, dat de volgende week te gelijk met deze courant bij U aan huis bezorgd wordt de kans op een eigen huis? U zet meer dan anders de radio aan. U kijkt iederen keer weer Uw courant in om te weten wat er allemaal rondom ons gebeurt. Alweer zooveel menschenlevens ontredderd, alweer zooveel menschen dakloos. Welnu, ik vraag Uw aandacht voor dakloo- zen, die wel niet door oorlog dakloos zijn ge. worden, maar door allerlei omstandigheden, die een anderen, daarom niet minder tragi- schen achtergrond hebben. Daar U 'n geloovig mensch is, zal ik 't U voorleggen. Honderden en honderden vrouwen en meisjes in Nederland, die geen dak boven haar hoofd hebben. Jaar in, jaar uit zwei-ven ze van de eene plaats naar de andere, met al de gevaren daar aan verbonden. U wijst haar niet met den vinger na, zooals talloozen wel doen. U weet, wat O. L. Heer tegen Maria Magda- lena heeft gezegd. Ons aller Vader in den hemel wacht op iedere menschenziel. En Hij vraagt U mee te helpen zoeken. Welnu, helpt mee! In Utrecht staat 't eerste katholieke natio nale tehuis voor daklooze vrouwen en meisjes. Dat huis heet „Meisjesstad". Iedereen, die daar aanbelt, is welkom. Nooit wordt er gevraagd: „Wat is je vcrle. den? Wat is je godsdienstige gezindheid? Wat kun je betalen?" Daar wordt gezorgd voor 'n warm onderdak en ik zeg niets te veel, daar wordt gezorgd met 'n meevoelend hart. Dat werk staat onder leiding en wordt ver zorgd door de zusters Augustinessen van St. Monica. Het apostolaatswerk van deze zusters is in gesteld ook heel bijzonder op de missionnee- ring in ons eigen vaderland: de vestiging en de verbreiding van geloofskennis en geloofsbe leving in 't algemeen, 't onderricht voor anders denkenden, de hulpverleening aan huishoudens, waar moeder ziek is. Zij gaan, zonder ooit te vragen of er iets voor betaald kan worden helpen, zooveel zij kunnen. Nu hebben zij ook sinds eenigc maanden „Meisjesstad" 'geopend. Eenvoudig, mooi, warm is 't ingericht. Van verschillende kanten in 't land zijn ze al gekomen. 'n Man zonder dak boven 't hoofd is erg. Veel erger is 't voor 'n vrouw, voor 'n meisje. Er heeft zich 'n comité gevormd, dat deze zusters financieel wil helpen. En dat comité heeft 'n loterij opgezet. Voor 'n kwartje hebt U 'n kans. De hoofdprijs is 'n huis ter waarde van vijf duizend gulden. De tweede prijs is een woninginrichting of een automobiel ter waarde van twee duizend gulden. De derde prijs is een huwelijksuitzet, of een automobiel of motor ter waarde van duizend gulden. Geen van de prijzen vervalt aan het comité, omdat alleen de ingezonden lotnummers mee trekken. 't Is mijn bedoeling niet op verschillende van de duizend prijzen in te gaan. U vindt den weg voor de kans, die U krijgt in de circulaire met blauwen opdruk, die U vol gende week tegelijk met Uw courant ontvangt. Deze loterij, die oorspronkelijk eerder zou getrokken hebben, trekt onherroepelijk op 15 Juli aanstaande. Ik mag U wel zeggen, 't is de moeite waard om er 'n paar kansen op te zetten. En ik schrijf dit aanbevelend woord graag, omdat 't werk van de zusters' Augustinessen van St. Monica 't volop verdient. Ik vraag u met heel m'n hart, kijk de bijlage over; „Wat hoorde ik? over de mogelijkheid van 'n eigen huis," eens heel goed in en maak meteen Uw kans klaar. Pijn als U 't wint. Pijn als U meehelpt om de vermisten te bren gen op 't pad naar ons aller Vader in ons aller Hemelhuis. s p. S. VAN NUENEN, O. E. S. A. CET OP T IOOLMERK BATAVIA, 13 April. (Aneta). Dc „Johan van Oldenbarnevelt" is vanmorgen te Tandjong- Friok aangekomen. Te 's-Hertogenbosch heeft dezer dagen, zooals gemeld, de Commissaris der Koningin, jhr. mr A. B, C. M. van Rijckevorsel de tentoonstelling van ambachtswerk geopend. In een onderhoud, waartoe wij ontvangen werden door den secre taris van het Prov. Genootschap, Dr. Mr. L. J. C. van Gorkom, zetten beide promotoren van de herleving van het ambacht: architect H. W. Valk en drs. C. Braun, ons het belang van deze tentoonstelling uiteen. Deze tentoonstelling moet gezien woorden, al dus drs. Braun, in het kader van het streven naar het doen herleven van het edele oude am bacht. In de Middeleeuwen geschiedde de ge heele industrieele productie binnen de kleine ambachtsbedrijven. In deze kleine bedrijven werkten de meesters met enkele gezellen en leerlingen aan de opdrachten, hun verstrekt. Het was derhalve uitsluitend een arbeiden op be stelling. Daardoor kon ieder werkstuk een eigen karakter dragen, aangepast aan de toekomstige bestemming en aan den opdrachtgever. De am bachtsbedrijven van dezelfde soort werden om vat in een monopolistische organisatie: het gilde. Deze monopolistische organisaties konden slechts bestaan zoolang de steden een wereldje op zich-zelf vormden. Het einde van deze zelf standigheid der steden beteekende meteen het einde van de gilden. Met het gilde ging ook het ambacht ten gronde. In plaats van de pro ductie in kleine bedrijven, waar ieder der mede werkenden met hoofd en handen werkte, waar men den persoon van den opdrachtgever kende, komt mede dank zij de uitvindingen de productie in groote fabrieken. Hierin gebruiken slechts enkelen het hoofd, terwijl de overgroote meerderheid slechts de handen behoeft te ge bruiken. Hier vervaardigt men massa-producten voor de onpersoonlijke markt. Dit alles is op zichzelf nog heelemaal niet erg. Er zijn inder daad vele producten, die een onpersoonlijk ka rakter dragen en die door de machine in het bereik van zeer velen zijn gekomen. Daarenbo ven zijn er vele arbeiders, die niet anders wen- schen dan eenvoudig werk en gedurende korten tijd. Het is heelemaal niet onze bedoeling weer terug te willen naar den tijd der middeleeu wen en de industrieele productie weer ge heel binnen de kleine ambachtsbedrijven te doen geschieden. Wel echter betreuren wij, dat thans ook de producten, wtelke een eigen cachet kunnen dragen, door de ma chine worden vervaardigd en daardoor van zelf verlaagd worden tot massaproducten. Wij betreuren het, dat degenen, die ook thans nog capabel moeten worden geacht met handen en hoofd te werken, daartoe niet meer de gelegenheid krijgen. Wij be treuren het, dat degenen, die ook thans nog prijsstellen op het bezit van goederen met een persoonlijk karakter, daarvoor buiten het land moeten gaan. Daarom willen wij het ambacht doen herleven op de wijze en in zooverre dit thans in deze .gewijzigde maatschappij mogelijk is. Op de eerste plaats willen wij de kleinere bedrijven weer uit hun schuil hoeken opzoeken. Daar is een oude smid onder den invloed der gebeurtenissen, kachcl- winkclicr of rijwielhersteller geworden. Hier een timmerman of schrijnwerker maar bij een. aannemer in loondienst gegaan. Een wever werd arbeider in de textielfabrieken, enz., enz. In hen moeten wij het oude ambachtsbloed weer wakker roepen. Daarom hebben wij ge sticht de Ambachten-centrale, die, Wanneer zij de beschikking zal hebben over een vast bureau, al de belangen, welke in dc Middeleeuwen door de gilden werden behartigd, voor de kleinere ambachtsbedrijven kan waarnemen. Vooruitlco- pend op de stichting van dit bureau richtten wij thans voor de tweede maal deze tentoon- 1 p stelling in, schreven wij artikelen in verschil lende bladen en tijdschriften, hielden wij lezin gen in zalen en voor de microfoon. Zoo probee- ren wij thans uit den vicieuzen cirkel te komen Wil een dergelijk bureau immers reden van be staan hebben, dan meet reeds een opkomende herleving van het ambacht te zien zijn en wil deze herleving zich kunnen doorzetten, dan is de helpende hand van een bureau noodzake lijk. Wij zijn thans voornemens ons binnen zeer korten tijd tot de regeering en de provin cie te wenden alsook tot bepaalde organisaties, welke bij de herleving van het ambacht belang kunnen hebben. Intusschen wachten wij, met den legendarischen Franschcn economist, op den millionnair, die komen moet.... Wanneer de herleving van het ambacht een maal goed op gang is, zal een dergelijk bureau gemakkelijk zijn eigen kosten kunnen goedma ken. Wij achten het getij voor het doorzetten van deze herleving van het ambacht op dit moment bijzonder gunstig. Als straks het wapengeweld bedaard zal zijn, zal een groote vraag ontstaan naar vreedzame goederen, die het ambacht kan leveren. Zoo zal de bouwnijverheid opveren. Op het gebied van het bouwen ligt nu een groot afzetgebied voor het ambacht. De smid maakt prach tige hekwterken, schoorsteenbekroningen, ornamenten en sluitingen voor deuren en ramen, enz. De timmerman maakt prach tige deuren, trapleuningen, enz., enz. Er was eens een jager in Stroe, Die op jacht liever lui was dan Roede Ster en zijn rust Waren 's jagertjes lust En zoo kwam hij aan t jagen Het R. K. Werkliedenverbond in Nederland het N. V. V., het Chr. Nat. Vakverbond en de Ned. Vakcentrale hebben een schrijven gericht tot den minister van Sociale Zaken, waarin zij den minister er aan herinneren, dat, in verband met de stijging van de kosten van het levens onderhoud, de regeering 17 December besloot de steunuitkeeringen tot en mét 2 Maart 1940 te verhoogen met een duurtetoeslag van 5 pCt. Deze toeslag is 22 Februari voor onbepaalden tijd verlengd. Sinds het tijdstip waarop de duurtetoeslag werd verleend, heeft de stijging Van de kosten van het levensonderhoud zich Voortgezet, Over de maand Maart is het geheele gezinsbudget gestegen met 8.9 procent sedert Augustus 1939, terwijl de kosten voor de voeding met 13.2 procent zijn gestegen. Het is daarom, dat de besturen der vakver- eenigingen den wensch uitspreken, dat de duur tetoeslag zal worden verhoogd in overeenstem ming met de stijging van de kosten van het levensonderhoud. In een schrijven van 20 Oc tober werd de wensch geuit, de gevolgen van de kostenstijging op te heffen door het ver strekken van een gecompenseerden duurtetoe slag. Er zijn inderdaad verscheidene maatregelen genomen om aan den nood van de werknemers tegemoet te komen, doch door allerlei omstan digheden is het resultaa-t van den 5 prcent duurtetoeslag geringer dan anders het geval kou zijn geweest. Om al deze redenen verzoeken de besturen den minister den duurtetoeslag van 5 procent te verhoogen en aan te passen aan de stijging Van de kosten van het levensonderhoud, ten einde daardoor verdere inzinking van het levens heil van de groote massa der werkloozen te Voorkomen. Een week vol spannende en dramatische ge beurtenissen, de eerste week van den „echten" oorlog, waarin niet meer de diplomaten, zooals in de afgeloopen zeven maanden, maar gene raals en admiraals het hoogste woord voerden, is voorbij. De verscherping van den strijd begon Maandagmorgen in alle vroegte met een ver rassenden stap door de Geallieerden: het leggen van mijnen op verscheidene plaatsen langs de Noorsche kust, waarbij bewust de territoriale wateren van Noorwegen geschonden werden. Het was een stap, waarop Duitschland met een bliksemsnelle actie reageerde. Dinsdag bezetten de Duitsche troepen, zonder op noemenswaardig verzet te stuiten, Denemarken en op dien zelf den dag bleken ook plotseling de belangrijkste havens van Noorwegen in Duitsche handen te zijn. Hoe was dit nu mogelijk? In één etmaal konden toch moeilijk Duitsche troepen van Duitschland naar de Noorsche haven Narvik vervoerd zijn! Bovendien bleek de heele Duit sche actie zóó grondig voorbereid, dat de chro nologische volgorde waarin de gebeurtenissen zich voor de buitenwereld schenen af te spelen, niet juist kon zijn. En zoo moeten wij wel Chamberlain en Churchill gelooven, die dezer da gen verklaarden, dat de Duitsche troepentrans porten reeds onderweg moeten zijn geweest, voordat de Engelschen de mijnen langs de Noorsche kust legden. Is de Duitsche actie in Scandinavië dan een volkomen verrassing voor de Geallieerden ge weest? Ja en neen. Ja, in zooverre Engeland en Frankrijk waarschijnlijk niet verwacht heb ben, dat Duitschland zoo snel zou toeslaan; neen, in zooverre zij wisten, dat de verscher ping van de blokkade, waartoe in den Opper sten Oorlogsraad van 28 Maart j.l. werd be sloten en welke het eerst in de Noorsche wa teren werd toegepast ten einde den ertstoevoer naar Duitschland af te snijden, een tegenactie van Duitschland moest uitlokken. Zoowel de Geallieerden als de Noren hebben zich spoedig van den eersten schrik hersteld. Had de Britsche vloot hier niet de kans van haar leven? Hier had zij een uitgezochte gele genheid om haar suprematie ter zee te bewij zen. Een trotsche vloot voer uit om slag te le veren in dezelfde wateren, waar ook Nelson had gevochten. Spoedig reeds stuitte zij op Duitsche oorlogsschepen en een felle strijd ontbrandde, over het resultaat waarvan tot nu toe echter nog maar weinig bekend is. Winston Churchill en Paul Reynaud lichtten Donderdag een tipje van den sluier op: vier En- gelsche oorlogsbodems en achttien Duitsche schepen rusten op den bodem der zee. Meer kreeg men niet te hooren, maar wel bleek dui delijk, dat het „England rules the waves" nog niet overtuigend bewezen was. Toch hebben de Britten het volste vertrouwen, dat hun vloot de bijna vermetele daad der Duitschers om garni zoenen te leggen op soms meer dan 1000 K.M. afstand van hun bases, afdoende zal weten te bestraffen. Dat dit niet in een of twee dagen kan geschieden, hebben zij na Churchill's rede wel begrepen. De Britsche vloot schijnt thans zeer systema tisch te werk te gaan. Het leggen van een mij nenveld langs de Zweedsche en Nederlandsche territoriale wateren wijst hierop. Evenals men de Duitschers in den economischen oorlog door de blokkade tracht te „wurgen", zoo poogt men thans ook in dezen militairen oorlog de in Noorwegen gelegen Duitsche garnizoenen door mijnenvelden van het Rijk af te snijden en zoo te „wurgen". Waarom de Geallieerden dan nog steeds geen landingstroepen aan land hebben kunnen zetten? De Times van hedenochtend geeft hierop een antwoord. De voornaamste fac tor dat dit nog niet kon geschieden is, dat vol doende inlichtingen omtrent aantal en sterkte van den vijand ontbreken. Immers een landing, Welke zou worden tegengewerkt door een kleine groep Duitschers, al zou deze slechts de beschik king hebben over machinegeweren, is uiterst moeilijk. Men kan er echter van overtuigd zijn, aldus het Engelsche blad, dat de autoriteiten zoowel in Engeland als in Frankrijk zich ten volle de waarde van den tijdsfactor bewust zijn en dat ieder middel te baat zal worden ge nomen, om den Duitschers te verhinderen, hun posities in Noorwegen te verbeteren. Thans tot daden te komen, slechts om der wille van eenige actie, zonder voldoende inlichtingen over de moeilijkheden, welke moeten worden overwon nen, zou in de eerste plaats de Noren allerminst helpen en funest kunnen zijn voor de Gealli eerden. De Engelschen zijn weer voorzichtig' gewor den. Maar deze voorzichtigheid kan hun de overwinning bezorgen. De Italiaansche pers, die eerst zoo triomfantelijk gejuicht had over het Duitsche optreden in Scandinavië, begint blijkbaar de gevaarlijke positie, waarin de Duitschers kunnen raken, in te zien. Verwon dering wekt het feit, dat de Duitschers er naar het schijnt niet voor hebben zorggedra gen, dat het ook den vijandelijken schepen absoluut onmogelijk was in het Skagerrak bin nen te dringen, aldus schrijft de „Popoio d'Italia". Nóg is de situatie weinig overzichtelijk, maar lang zal dit niet meer duren. Reeds schijnt de Duitsche opmarsch in Noorwegen op vele plaatsen te worden gestuit door de Noor sche troepen,, die thans voortdurend sterker worden en een moordenden guerillastrijd voe ren. Zij pogen een ijzeren ring te leggen rond om hun hoofdstad Oslo, om alle verbindings wegen der Duitschers af te snijden. En voor de Oslofjord liggen Britsche vlooteenheden. wachtend tot de Duitsche oorlogsschepen, die hier zijn opgesloten, een uitval zullen wagen... Daarenboven zal er een groote vraag komen naar de artikelen voor de woninginrichting. Men zal eerder bang moeten zijn, dat de am bachtslieden niet spoedig genoeg in staat zullen zijn aan deze vraag te voldoen, dan dat men ebrek aan afzetgebied moet vreezen. Trouwens, de enkele ambachtslieden, die zich reeds her oriënteerden, klagen er allen over, dat zij het werk niet af kunnen. Het getij is derhalve wel bij uitstek gunstig voor een herleving van het ambacht. Na deze inleiding van drs. Braun leidde ar chitect H. W. Valk een rondgang over de ten toonstelling. Deze vriend van de ambachten vond daarbij gelegenheid op het volgende te wijzen Deze tentoonstelling is onze eerste voor het timmerambacht. Zij bestaat derhalve in hoofd zaak uit het materiaal hout. Men vindt hier dus niet den meubelmaker, die politoert of, met behulp van den lijmpot, het hout belijmd er. fineert. Hier willen wij laten zien vanwaar de ambachtsman kwam en waarheen hij wil. Wat eens de ambachtsman beteekende, moge blij ken uit de oude ambachtsstukken, welke met de beste en nobelste cultuuruitingen vergeleken mogen worden. Wat de ambachtsman tegen woordig nog te beteekenen heeft, zullen wij uit respect voor zijn roemvol verleden maar niet trachten te verwoorden. Voldoende toch blijkt dit uit de dorre, levenlooze, formalisti sche en starre werken op alle gebied van het ambacht, vtelke ons schier overal omringen en ons interieur en landschap ontluisteren. Het zal duidelijk zijn, dat wij terug moeten naar het herstel en den luister van het ambacht. Een ambachtswerkstuk kan alleen luister geven, wanneer uit het werkstuk een ambach telijk zuivere toepassing en bewerking van het materiaal spreekt, verkregen door een begrepen, levende geest, die daarbij tevens levensverbon den is. Zooals dat zoo prachtig uit de oude voorbeelden blijkt. Daarom zijn er zoo velerlei uitingen van het timmerambacht uit het ver leden hier bijeen gebracht. Niet om deze voor beelden slaafsch na te volgen. Maar wel om van de ambachtelijke zuiverheid en levenden geest te getuigen. Dat de ambachten overigens nog in staat zijn levende en bezielde werkstukken te maken, heeft architecht Valk zonder twijfel wel bewezen in het Raadhuis te Vught, waaraan wij ijndcr zijn leiding een bezoek brachten, nadat de directeur der Kon. School voor Kunst, Techniek en Am bacht Ir. K. W. E. Danutau ons had rondge leid op de, gelijktijdig met de Ambachtstentoon stelling in hetzelfde gebouw uitgedachte exposi tie van werkstukken van leerlingen der K.T.A.. welke expositie een duidelijk beeld geeft van het hooge peil, waarop het onderricht aan die inrichting staat en de uitstekende resultaten die het afwerpt. (Van onzen Marine-medewerker) Het kansspel van de oorlogshandelingen in Noorwegen zal velen eenigszins verwon deren. Er komen geen berichten van groote Engelsche troepencontingenten, die landin gen hebben uitgevoerd. Nog steeds liggen Duitsche oorlogsschepen in de fjorden en op sommige punten schijnen de Duitsche troepen nog vorderingen te maken, hetgeen de machtige geallieerde vloot zich blijkbaar moet laten welgevallen. Van wat zich hier afspeelt is het zeer moei lijk, zich een voorstelling te vormen. Het strijd gebied is ontzaglijk uitgestrekt. Het loopt vanaf het Kattegat langs de Noorsche kust tot Nar vik, een gebied van ruim 1000 zeemijlen of on geveer 2000 kilometer. De kust is rotsachtig en hoog, met diepe fjorden, die kronkelen in boch ten, honderden kilometers ver landwaarts lei dend. In dit gebied zijn de Duitschers als tegen woordige bezitters van strijdpunten de verde digende partij. Hoewel zij zich in een vijande lijk land genesteld hebben, genieten zij een.voor deel dat zij door het bezetten van de voornaam ste spoorwegknooppunten, radio-stations en dergelijke de mobilisatie der Noren geheel heb ben gedesorganiseerd, zoodat het dus in elk ge val eenigen tijd zal duren, voordat de Noorsche tegenstand groote vormen kan aannemen. Dezen tijd hebben en zullen de Duit schers niet ongebruikt laten voorbijgaan. Ongetwijfeld hebben zij de Noorsche kust verdediging overgenomen. En deze is zeer effectief gebleken. De hooge wanden der fjorden zijn prachtige opstcllingspunten voor kustgeschut, van waaruit in bochten gemak kelijk de toegangen geheel bestreken kunnen worden. Behalve van kustgeschut maakten de Noren veel gebruik van lanceer-inrich tingen voor torpedo's, die op den wal zijn opgesteld. Dit is een verdedigingsmiddel, dat op onze ondiepe en langzaam oploopcndc Nederlandsche kust onbruikbaar is, doch in het diepe water van de fjorden een ideaal wapen vormt. Met deze middelen wacht men af, tot de vij and in het vijandelijk gebied is binnengedron gen, richt dan nauwkeurig, en de zorgvuldig afgestelde torpedo's doen de rest. Deze midde len hebben de Duitschers nu in handen. Het is daarom niet te verwachten, dat de Engelschen tegen dezen wakenden vijand zoo zullen optre den, als de Duitschers bij hun verrassenden aan val op de Noren. Na den aanval op Narvik, die eenige torpedobootjagers kostte, zijn de En gelschen er nu toe overgegaan, de uitgangen af te sluiten en de Duitsche strijdkrachten buiten af te wachten. Hoewel langzaam werkend, is dit middel even doodelijk als een rechtstreeksche aan val. Toch blijft het voor een op een derge lijke wijze „opgebottelden" vijand mogelijk, in gunstige omstandigheden, bijv. in don kere nachten, bij stormachtig weer, zwaren regen of mist, enz. uit te breken. Men kan dus deze opgesloten schepen niet afschrijven. Wel vormen zij een dank baar doel voor luchtaanvallen, aangezien de Duitschers blijkbaar op den wal niet genoeg luclitaiweerbatterijen bezitten, waarvan lig plaatsen van schepen en de reeden nu een maal sterk voorzien moeten zijn om veilig heid te bieden. Ondertusschen hebben de Engelschen een andere actie ondernomen. Van de omstan digheid, dat de Duitsche oorlogsschepen in de Noorsche wateren vertoeven, heeft men gebruik gemaakt om dicht in de Duitsche Bocht uitgestrekte mijnenvelden te 'eggen, die aansluiten op de Nederlandsche wate ren en geheel rond Denemarken en dwars over het Kattegat naar de Zweedsche kust loepen. Hoewel uiteraard deze mijnenvelden nog niet geheel dicht en onpasseerbaar kun nen zijn hiervoor zijn zeker eenige hon derdduizenden mijnen noodig is dit een zeer zware klap voor de Duitschers, aan gezien de verdere toevoer naar Noorwegen hierdoor ernstig gehandicapt wordt. Een ander middel dat krachtig gehanteerd wordt is de strijd op de Duitsche verbindings wegen. Activiteit bij den ingang van het Katte gat toont dit duidelijk aan. Ook de vrees voor een inval, die in Zweden heerscht, geeft den indruk, dat de Engelsche blokkade van het Kat tegat zeer effectief is. Een interessante bijzonderheid is, dat dc En gelschen blijkbaar goed op de hoogte zijn, met de ligging van de Duitsche mijnenvelden in deze wateren, doordat het werk van de Duitsche mij- nenleggers door Engelsche onderzeebooten zorg vuldig was geobserveerd. Wat de verdere ontwikkeling der gebeur tenissen betreft is het eerder niet dan wél te verwachten, dat er in de eerstkomende dagen veel berichten over de oorlogshande lingen ter zee zullen loskomen. Vloten, die op zee opereeren, zijn zwijgzaam. De radio gebruiken beteekent zijn plaats verraden. Radioseinen zijn immers steeds met wei nig moete te peilen. Ook verliezen zullen beide partijen in dergelijke episoden van strijd zooveel mogelijk verheimelijken. De leden van de Engelsche en Fransche legaties in Denemarken, in totaal 170 per sonen, bevinden zich thans op weg naar Ne derland. Zaterdagnacht te 0.33 uur wordt het gezelschap met een extra-trein uit Duitsch land te Óldenzaal verwacht. Te 3.58 uur Za terdagnacht wordt de reis voortgezet met als eerste bestemming 's-Gravenhage, waar de trein Zondagochtend vroeg zal aankomen. Uit het verslag van de Nationale Luchtvaart School over 1939 blijkt duidelijk de invloed van de mobilisatie. Op 2 September werd het vlieg bedrijf van de school stil gelegd. Na een maand werd toegestaan boven het vliegveld Ypenburg instructie 1.e geven, alleen aan leerlingen, waar van de opleiding een militair belang vormde. Op 27 November werd hieraan uitbreiding gegeven, door ook aan de sportvliegers toestemming te verleenen zich in het vliegen te bekwamen. Dat het aantal uren slechts 272 minder is dan in 1938. werd veroorzaakt door een grootere op leiding van adsp.-officier-vliegers kort verband van het K.N.I.L., waardoor tot medio 1939 een groot accres in vlieguren werd verkregen, het geen in de tweede helft van het jaar verloren ging. Een zeer belangrijke gebeurtenis voor de school was de opening van het z.g. internaat der M- vliegers op Ypenburg. De regeering steunde de N.L.S. evenals in voorafgaande jaren, met een subsidie. Voor 1939 werd f 15.000 gevoteerd tegen l 20.000 in 1338.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 9