DE GEBROEDERS „GOOCHEM" BOEK en BLAD Rijksmiddelen in Maart cKdueï&aal van den dag rouw VRIJWILLIGERS NAAR OMSTANDIGHEDEN BEVREDIGEND dit étiket Op échte WOENSDAG 17 APRIL 1940 Voor de vrouwen van Finland Ruim 42000.bijeengebracht Tuinbouwexport nam toe LANDGOED BIJ LOCHEM ONDER DEN HAMER RlTSEMA STOFZUIGER EEN BUITENISSIGE drSei^te De gedachtenis Nederland in Amerika VADER VAN KEESJE DE RUYTER VEROORDEELD T~c Heden heeft op het Hoofdbureau van de «ed. Ver. v. Vrouwenbelangen en gelijk staats burgerschap de slotafrekening van de „Actie Voor de Vrouwen van Finland" plaats gevonden, die ruim 42000heeft opgebracht, geschon ken door bijna evenveel vrouwen. Dat de vrou wen van Nederland inderdaad aan de vrouwen Van Finland ook iets van haar hart hebben Beschonken, bleek uit de vele opmerkingen op de „Witte schriftjes", zooals „Houdt maar jttoed", „wij denken zoo vaak aan hen", „Iets kan een arm mensch toch nog geven", enz. Uit het verslag bleek dat de Bond van Boe rinnen en andere Plattelandsvrouwen (14000 le den) ruim 13500 had ingezameld; de Chris- tenvrouwenbond (eveneens 14000 leder) ruim 10000, terwijl ook belangrijke bed ra gei1 waren bijeengebracht o.a. door den R. K. Vrouwenbond. Telegrafisch is het geld aan de samenwerkende Finsche vrouwenverenigingen aangeboden; de Schriftjes met de duizenden handfeekeningen Sul'en volgen. Na een slotwoord van mevr. dr. W. H. Pos thumusvan der Goot, die in de resultaten *an deze samenwerking een rijken oogst zag, biet alleen voor de Finsche, maar ook voor de Nederlandsche vrouwen, vereenigden de af gevaardigden zich aan 'n eenvoudig noenmaal. Februari was voor onzen tuinbouw geen hnvoordeelige maand. De export was niet onbe langrijk hooger dan in dezelfde maand van het £°rig jaar, hoewel uiteraard de hoeveelheid, die ®pn worden uitgevoerd, aan het begin van het nieuwe seizoen nog niet van veel beteekenis was. Zoowel naar Duitschland als naar Engeland «am de export toe. In Februari van het vorig jaar werd naar Duitschland voor een waarde van f 571.000 geëxporteerd; thans voor f 805.000. Naar Engeland steeg de uitvoer van f 1.044.000 tot 1 1.443.000. Hierbij merkt de Tuinderij echter op, dat, behoudens een klein kwantum roode kool, in de Sfgeloopen maand geen versche groenten naar Engeland werd verzonden, zoodat de stijging ^el van zeer betrekkelijke beteekenis moet borden geacht. De export naar België verminderde, doch baar Zwitserland steeg de uitvoer aanmerkelijk, van f 35.000 tot f 123.000. Het blijkt dat vooral witte kool belangstel- hng genoot, terwijl gewoonlijk de animo voor "oode kool aan de spits staat. Aan den Barchemschen weg bij Lochem ligt het bekende landgoed Den Berg, een bosch J"sn ruim 10 ha, op heuvelachtig terrein. Dit bosch, dat beplant is met ruim een eeuw oude Srove dennen, waarvan de lengte 17 meter en Jheer bedraagt, is een van de mooiste naald- bosschen van ons land. Een deskundige ver gaarde: „Mooier hout staat er in Nederland biet". Dit fraaie landgoed loopt ernstig gevaar, verdwijnen, aldus schrijft men aan de N. R. pt- Onlangs is de inzet van de publieke ver- looping gedaan, met het resultaat dat het *h acht perceelen verdeelde bosch totaal werd "ïgezet op 17.085. Dat dit bod zoo laag is, vindt zijn oorzaak 'n het feit, dat er op SVs ha van dit bosch een Rapverbod rust voor den duur van de mobili- &atie. In de toekomst is deze verkooping echter Nu stelt het Rijk een heffing voor. Die wij reeds lang verwachtten, En die de meesten in ons land Slechts billijk zullen achten: Niet lang meer zal het moog'lijk zijn Om, zonder te betalen Muziek en al wat men maar wil Den aether uit te halen. Het heeft reeds dl te lang geduurd Dat 't halve aantal menschen Steeds dokken kon om te voldoen Aan d'and're helft d'r wenschen! Men schat het op een half mïllioen, Dat wist te profiteeren, Er is ook nog een ander woord, Dat luidt: parasiteeren Maar binnenkort is 't daarmee uit, Gelijk men ons voorspelde, Dan zal het oude „Niets voor niets" Op dit gebied óók gelden. Men heeft er hier een hekel aan Om zich te laten binden, Wilt gij het dus vrijwillig doen? Daar is wat op te vinden: Voeg u bij hen, die als trouw lid Den K.R.O. opbouwden Het is uw plicht èn de manier Om d'eer aan te houden! HERMAN KRAMER Nu nam de rooverkapitein een voor een de leeren zakjes en de papieren rol en legde alles in de donkere opening, die hij daarop sloot. Pit nam den wand nog eens scherp op en prentte alles goed in zijn geheugen. Hij sloop nu verder de gang door, ging een wenteltrapje glijdend langs de leuning af, uit vrees dat de trap zou kraken en kwam weer in een lange gang, waarop verschillende deuren uitkwa men. Luid gepraat steeg achter die deuren op en Pit probeerde door kieren en reten naar binnen te kijken om te zien wie er zulk lawaai maakten. een ernstige bedreiging voor dit bosch, daar de houtopstand alleen al op ruim tienduizend gul den is begroot. In Lochem e.o. hoopt men algemeen, dat een natuurbeschermingsinstantie het landgoed in handen zal krijgen, daar dit bosch wel een van de grootste bezienswaardigheden van den Ach terhoek is. VIBRATOR EN VLOERUCHT „9.34 N.M." door H. van Uden Salm en Co. Amsterdam. Hans van Uden, vermoedelijk een pseudoniem, heeft een detective-roman geschreven, die als Roothaert's Spicnnage in 't veldleger in Bra bant speelt. Een moord, gepleegd in een café van een Brabantsche stad, leidt tot een uitge breid onderzoek en een ontmaskering van een bende handelaars in verdoovende middelen. De liefde speelt een onmisbare doch bescheiden rol en het geheel laat zich vlot lezen, zonder even wel vele andere detective-verhalen te overtref fen. Hier en daar bespeurt men invloeden van andere auteurs, met name van genoemden mr. Roothaert. De uitgevers hebben ons er van willen over tuigen, dat v. Uden den eersten katholieken detective-roman heeft gewrocht en deze mede- deeling stemt den lezer critiscli. Wat toch is een katholieke detective-roman? Hier en daar spreekt de auteur inderdaad over het katholi cisme, doch hij doet het. alsof hij een outsider ware en in ieder geval niet op een wijze, dat men den roman in wezen katholiek zou kunnen noe men. Dit hoeft ook niet, zal men zeggen, maar als de uitgevers er zoo zeker van zijn, dan ver wacht men toch iets. Overigens, indien het den uitgevers ernst is met de verzekering dat we hier met den eersten katholieken detective-roman te doen hebben, waar halen zij dan de smakeloosheid vandaan om in den tekst van het boek zelf reclame te maken voor den roman Dr. Vlimmen, die van katholieke zijde zoo fel bestreden is. Ergens in het boek komt een krantenknipsel voor Lkran- tenknipsels zijn tegenwoordig onmisbaar in cri- mineele boeken) dat aan de achterzijde een op vallende reclame voor Dr. Vlimmen vertoont. Een van beide: öf de uitgevers hebben deze reclame op eigen initiatief aangebracht, en dus den auteur in de maling genomen, öf zij hebben den auteur toestemming gevraagd en wat valt er dan van de zoo hoog geprezen katholiciteit van zijn roman te- zeggen? Een verdacht geval van negotie-drijven, dat men zelden in de uit geverswereld tegenkomt. Het boek, dat een eersteling is (als wij deze verklaring van de uitgevers mogen gelooven!) wekt zeker de hoop op verder werk van Van Uden, die, bij sterkere beheersching en zuivering van zijn humor, ongetwijfeld vele lezers verder zal kunnen amuseeren. De speurdersroman 9.34 N.M. is voor volwas senen. „Een liefdeshistorie uit het oude Friesland" door Wouter van Ries- sen G. F. Callenbach N.V. Nijkerk. Het is een weemoedige geschiedenis, die Wou ter van Riessen ons in zijn roman Een liefdes historie uit 't oude Friesland vertelt. De histone n.l. van een jong verloofd paar, dat zichzelf en de wetten der moraal vergeet, tengevolge waar van het meisje zich aan gevaarlijke practijken overgeeft, die haar lichaam aantasten en haar liefde voor den beminde dooden. De jongeman sterft en het meisje blijft alleen achter en ziet haar leven verloopen. Zij krijgt nog gelegenheid den berouwvollen zondaar vergiffenis te schen ken. Dit trieste verhaal is niet omwille van de sensatie geschreven, doch behelst volgens den schrijver een oud verhaal, dat in het oude Fries land werkelijkheid is geweest. Het is er niet min der triest om, al geeft de schrijver aan het einde een (protestantsch) religieus tintje aan zijn ver haal. Het boek moet met nadruk voor volwassenen voorbehouden blijven. door Fr. v. RUN D En voordat ze er op verdacht was had hij haar handen in de zijne genomen. Ze sloeg een dreigenden blik op hem. Haar oogen, toch al denker, waren nu zoo zwart als een sterren- looze nacht. „U bent krankzinnig of dronken of allebei," sei ze. „Als u me nog eens durft aanraken, dan...." Ze rukte haar handen uit de zijne los, en stond op. „Gargon! L'addition'."* „U begrijpt het niet," pleitte Weldron. „U begrijpt het heelemaal nietIk ben geen poen.... mijn tante is Lady Dunley uit New port en Ze luisterde niet naar hem. Ze sloeg een blik op de rekening, haar door den kellner aangebo den, betaalde vlug en ging heen. Aller oogen in den restauratiewagen waren nu op hem ge dicht en hoe graag hij haar ook achtemagegaan 8ou zjjn, hij vond het raadzamer, dit niet te doen. Wie ze dan ook was, ze reisde toeristen klasse. Aan boord zou hij gelegenheid te over hebben, om met haar te praten. Dan zou ze wel naar hem moeten luisteren. Niemand was zoo gek, om niet te willen luisteren, als het de ver werving van een fortuin betrof. III Doris Carlington was op weg naar New York. Ze was in geen vijftien jaar in New York ge weest, na haar vijfde jaar niet meer. Ze be sefte heel goed, dat haar kansen, om in haar geboortestad een betrekking te vinden, heel ge ring waren, om niet te zeggen hopeloos, maar dat kon haar niet schelen. Naar haar meening was alles beter dan Europa en Wilbur Daniel Hig- genstrom. Alles, zoo hield ze zichzelf herhaalde lijk voor, zou fatsoenlijker en minder hartver scheurend zijn, dan dat ellendige overbluffen van oberkellners en het afpoeieren van drei gende „huissiers." „Voordat er een maand voorbij is, ben je in Parijs terug," had haar moeder voorspeld. „Je hebt er geen idee van, hoe het in Juli in New York is. Geen enkel fatsoenlijk mensch denkt er immers ook maar aan, in Juli in New York te blijven? Ze gaan, óf naar Europa, óf naar Newport." Geen enkel fatsoenlijk mensch! Doris vroeg zich verbaasd af, of de mogelijkheid bestond, dat al die menschen, die ze op de fotopagina's der bladen had gezien, geplaagd door de hitte en daarom slapend in het gras van Central Park, onfatsoenlijke menschen waren. Was het denk baar, dat alleen rijke New Yorksche fatsoenlijk waren?" Het moge waar zijn, dat de Maartopbrengst der „overige middelen" niet de record-hoogte vertoont van Januari j.l., uit het feit, dat in ieder geval het Februaricijfer met ruim 7 ton overtroffen werd, mogen wij een weinig troost putten. Mede dank zij den gunstigen resultaten over Januari heeft ten slotte de opbrengst over het eerste kwartaal, welke 115.150.000 heeft be dragen, de raming voor dit tijdvak nog met 2.525.000 overschreden en kwam daarmede bijna 5.6 millioen boven de opbrengst over het eerste kwartaal van het vorig jaar. Ten aanzien van de voornaamste dezer mid delen kan het volgende worden opgemerkt: De dividend- en tantième-belasting, aan de opbrengst waarvan over de eerste maanden van het jaar men weinig houvast voor het ver dere verloop kan hebben, heeft bij een maan- delijksche raming van 2j4 millioen in Maart opgebracht 1.309.000, terwijl de opbrengst over het eerste kwartaal ad 3.286.000 nog beneden de helft van de raming bleef. Het is wel niet erg gewaagd, ten opzichte van deze heffing te voorspellen, dat het tweede en derde kwartaal een zeer belangrijk gedeelte van dit tekort zullen inhalen. De rechten op den invoer, welke de eerste twee maanden van dit jaar in vergelijking met de gunstige cijfers van de laatste maanden van het vorig jaar een aanmerkelijke vermindering toonden, hebben zich thans weder hersteld en bedroegen over Maart 11 millioen (raming 9 millioen) in welke hoogere opbrengst echter mede zijn begrepen de meerdere invoerrech ten. welke volgens het Kon. Besluit van 9 Fe bruari j.l. worden geheven. Vooral aan deze laatste omstandigheid is het te danken, dat deze rechten over het eerste kwartaal de ra ming, welke 27 millioen bedraagt, met ruim 3 millioen hebben overschreden. De andere middelen vertoonen over de maand Maart de gewone schommelingen met uitzon dering van de rechten en boeten van Zegel, welke ruim 670.000 beneden de raming bleven en de rechten en boeten van Registratie, welke bij de raming ruim 610.000 ten achter ble ven. Voorts gaf de Omzetbelasting, welke in Januari een record-opbrengst van bijna 12.7 millioen te zien gaf bij een raming van ruim 6.9 millioen, doch die over Februari daalde tot ruim 6.5 millioen, thans over Maart een verdere daling te zien tot 5.150.000. Dank zij het gunstige resultaat van Januari kwam de opbrengst over het eerste kwartaal ad 24.405.000 toch nog bijna 3.65 millioen boven de raming. Het staat vrijwel vast, dat April als eerste maand van een nieuw kwartaal, wanneer de heffingen per aanslag binnen komen, deze be lasting weer een goeden sprong naar boven za1 doen. Over de Accijnzen valt weinig bijzonders te vertellen. Maart moge dan geen groote stijging te zien geven, over het geheele kwartaal ge nomen, kwamen zij alle boven vorig jaar. De tabak zelfs met ruim 1 millioen. Ook ten op zichte van de raming is er een accres voor 5 dezer middelen. Alleen bier en suiker bleven iets beneden de verwachting. De Successierechten, waarvan de betaling meestal geschiedt 9 maanden na het openval len der nalatenschappen, vertoonen nog weinig sporen van de vermogensvermindering, welke ongetwijfeld het laatste halfjaar heeft plaats gevonden. In het eerste kwartaal is de raming met bijna 3 ton overschreden, terwijl Januari— Maart 1939 met 4% ton werd geklopt. „Daar gaat het nu niet-over," zei haar moeder. „Het is nu eenmaal een feit, dat ik je niet meer dan vijfhonderd dollar kan meegeven. En daarvoor zal ik mijn smarag den ring nog moeten verpanden. Vind je het eigenlijk niet een beetje te vergaand, dat ik mijn kostbaarste sieraad zou moeten verpanden, alleen om jou een paar weken in New York groot te laten doen? Je weet heel goed, dat ze daar geen genoegen nemen met een onderteekende rekening." Doris wist dat heel best. Het was volstrekt haar bedoeling niet, rekeningen te onderteeke nen in New York. Ze was beslist niet van plan, in een hotel te gaan logeeren. Dat vertelde ze niet tegen haar moeder, maar ze was van zins, bij Ima Perkins te gaan logeeren, een bejaarde, alleenwonende, ongetrouwde dame met een grooten bril op, haar achternicht, die een diepe minachting koesterde voor Helen Carlington. Doris had haar tweemaal ontmoet. Den eersten keer, toen ze naar Parijs gekomen was, om de begrafenis van „den armen ouden Frank" bij te wonen en toen nog eens, zes jaar later, in Londen. Beide keeren had Ima met pijnlijke duidelijkheid te verstaan gegeven dat ze dol was op het „kind", maar dat ze hoegenaamd niets wilde hebben uit te staan met „die buite nissige vrouw." „Ik ben wel arm," zei ze tegen Doris, „maar ik betaal toch mijn rekeningen. Zoo vaak je dus genoeg krijgt en beu wordt van onbetaalde caviaar, kom dan gerust, bij mij in Kew Gar dens eerlijk verkregen blikvleesch met kool eten. Stuur me maar een telegram en al moet En ten slotte moeten we, helaas, ten gevolge van de oorlogsomstandigheden ook over de maand Maart een verderen teruggang consta- teeren van de opbrengst der Loodsgelden. In het eerste kwartaal hebben deze thans to taal bedragen 60.165 tegenover 218.365 in dezelfde periode van het vorig jaar. Wat de Directe Belastingen betreft, kan wor den geconstateerd, dat de stijgende lijn van de gedurende het eerste kwartaal ten kohiere gebrachte bedragen zich thans opnieuw heeft voortgezet, waarmede een nieuw record is ge boekt. Wanneer we zien, dat het totaal dezer bedragen over het eerste kwartaal van 1936 40millioen beliep, welk totaal in 1938 klom tot ruim 46 millioen, waar 1939 slechts met iets meer dan een ton boven uitkwam, dan mogen we bij een thans ten kohiere gebracht zuiver bedrag ad 52.488.000 geenszins onte vreden zijn, al moet bij de beoordeeling van dit bedrag met enkele factoren rekening worden gehouden. Want, zooals men weet, is thans de belasting van de doode hand opgeheven, en wanneer men het voor deze belasting op ul timo Maart van het vorig jaar ten kohiere ge brachte bedrag ad 1.128.000 buiten beschou wing laten, dan zou een vooruitgang gecon stateerd kunnen tvorden vah 7.425.000. Deze vooruitgang is echter bijna geheel te danken aan de opbrengst van -een nieuw gecreëerd middel en wel de opcenten op de Gemeente fondsbelasting, welke thans ten kohiere ge bracht is voor een zuiver bedrag van 6.901.000, zoodat de andere middelen van deze groep in totaal slechts zijn vooruitgegaan met een be drag van 532.400 De grondbelasting, waarvan het kohierbedrag in 1938 ultimo Maart ruim 9j^ millioen be droeg bij een raming van 10.6 millioen en welke over het eerste kwartaal van het vorig jaar reeds was teruggeloopen tot bijna 5.2 millioen, bleef ook thans aan verdere daling onderhevig en kon slechts voor 3.534.0000 ten kohiere worden gebracht of wel 1.648.000 lager dan het vorig jaar. De vermogensbelasting met een bedrag van 6.788.000 bleef bij het vorig jaar 79.300 ten achter en de verdedigingsbelasting noteerde met een opbrengst van 3.464.000 ongeveer 99 mille minder dan in het eerste kwar taal van 1939. Gelukkig bracht de inkomstenbelasting uit komst, door met een zuiver kohierbedrag van 31.799.000 het bedrag van het vorig jaar met 2.350.000 te overtreffen. Het eerste kwartaal was voor het Verkeers- fends niet bepaald gunstig. Ruim 4J4 millioen kwam hierop binnen, wat bijna 50 procent te laag is. De groote schuldige hieraan is de Rijwielbelasting, die nog geen 30 mille op bracht, tegenover een raming van meer dan 2 millioen. Gelukkig weten wij echter, dat fiet send Nederland den fiscus niet in den steek zal laten: Juli en Augustus zullen het nadeelig verschil met gemak inhalen. Mary liet haar handwerkje in den schoot rusten en keek naar den zieke, die op een ruststoel lag te slapen. Hoelang zou zij hem als verpleegster, haar zorgen nog mogen wijden? De longontsteking, die hem gedoemd had maan den het bed te houden, was zoo goed als gene zen. „Ach, kon ik maar altijd bij hem blijven," verzuchtte ze in stilte. Acht maanden verzorgde ze hem nu. De tijd dien ze van hem verwijderd was door een boodschap te doen of op zijn genieten, werd i minder en min- der, daar ze voortaan elke minuut benuttigde om bij hem te kunnen zijn. De zieke was 'ontwaakt en zei glimlachend: „Zoo'n tukje knapt op. zuster." Mary was al opgesprongen, bereid om hem behulpzaam te zijn, maar hij weerde haar af, zeggend: „Ik zal wel alleen opstaan. Ik voel me zoo heerlijk gezond." Als een steek ging haar dit door het hart, nu ze opeens dacht dat hij haar steun niet meer noodig had. „Ik word onderhand overbo dig," trachtte ze vroolijk te zeggen, maar het klonk als een snik. Langzaam, om tijd te win nen voor zelfbeheersching, vouwde ze haar handwerk op. „Zullen we even een wandeling in den tuin maken?" vroeg hij. En gretig bood ze aan: „Wilt u mijn arm nemen?" Gearmd liepen zij in de milde herfstzon het park door. Vol zorg keek de zuster nu en dan tot hem op. „Vermoeit het u niet te veel, meneer Van Laeren?" Hij glimlachte: „U vergeet dat ik genezen ben, alleen nog wat zwak, maar daar ik voor nemens ben naar Zwitserland te gaan, zal daar mijn herstel wel spoedig voltooid zijn." „Gaat u naar Zwitserland?" schrok Mary. „En dit hebt u mij zelf zoo dikwijls aange raden en nu schijnt u dit erg te verbazen Ze kleurde hevig. „Ja, jadit is zoo. En wanneer denkt u, als ik vragen mag?" Over een maand, zes weken „Over een maand, zes weken," dacht ze in- bedroefd. Ginder zal hij mij gauw vergeten zijn. Wandelend kwam het gesprek op de mode der dameskleeding. De zieke beweerde dat hij al dit nieuwerwetsche verafschuwde, vooral die hobby van de dames en jonge meisjes, er als een man te willen uitzien. „Ik zie graag de dames met een mooi kapsel," vervolgde hij, een mantelpakeen bontjas... Ik ben nog van den ouden stempel, zooals u ziet, zuster." Hij boog zich tot haar over, om den indruk van zijn gezegde op haar gelaat te kunnen waarnemen. „U bent nog maar veertig," zei ze. „Dus toch wel tien jaar ouder dan u?" polste hij. „Ik zeg het u fijn niet," plaagde ze „U hoeft niet te visschen, meneer Van Laeren." „Vijf en twintig?" raadde hij. „Neen, neen," schudde ze. „Veel ouder." Mary was dertig. Dit moest hij wel weten, be dacht ze. Maar beleefdheidshalve zei hij min der. Hij was veertig, doch ze zou zich geen se conde bedenken, als hij haar ten huwelijk zou vragen. 's Avonds op haar kamer overwoog ze zijn woorden, zocht er iets in te vinden dat haar gelukkig zou maken. Maar overwegend dat dit heerlijke leven van samenzijn nu weldra voorbij zou wezen, kwam intens verdriet over haar. Toen opeens, door vrouwelijke behaagzucht gedreven, nam ze het besluit zich kleeren aan te schaffen, aan welke hij de voorkeur gaf. Ze was altijd in uniform en had nog nooit aan eigen opschik gedacht. Vlug telde ze haar spaarpot. Tot haar laatsten cent wilde ze er aan opofferen. Ze wilde naar zijn zin gekleed zijn. als ze met hem de gedachtenis ging koo- pen, die zij van hem voor haar toewijding moest aanvaarden. En eenmaal dit besluit genomen, vond ze den volgenden dag een uitvlucht om te gaan win kelen. Eenigen dagen gingen voorbij. Teen. op een mooien morgen, begon Van Laeren weer over zijn vertrek en stelde voor nu een kleinood te gaan koopen. Een half uur later was Mary klaar en stond met een hevig kloppend hart voor den spiegel. Hoe zou hij haar vinden? Wat zou hij zeggen? Maar ach, wat kon het haar schelen. Hij vertrok immers toch en zou wellicht nooit meer aan haar denkenHij betaalde voor de diensten en gaf haar bovendien nog een ge dachtenis, hetgeen zooveel beteekende als een belooning. Ze moest sterk zijn, niets -van haar liefde voor hem laten blijken. Mogelijk zou hij er later met zijn vrienden over lachen: zij, een arme verpleegster! Was ze maar niet zoo stom geweest al haar geld aan kleeren uit te geven. Maar ik zie er nu zeer gedistingeerd uit, vond ze. Dit zwarte hoedje, de bontmantel, lichte kousenZou hij haar bewonderen? Zij ging naar beneden. De auto kwam voor. Van Laeren verliet zijn kamer. „Hè," zei hij verbaasd, toen hij Mary zag in gewone kleeding. Het was alsof hij even wankelde, terwijl hij zich langs het voorhoofd streek. „Voelt u zich niet goed?" schrok Mary en snelde haastig toe. „Het is al voorbij, net als het visioen, dat ik even zag." Hij glimlachte: „Ik zal het u on derweg vertellen. Maar eerst moet ik u mijn compliment maken: u ziet er keurig uit, zuster." Haar hart jubelde en toch was ze bang voor hetgeen hij haar zou zeggen. Even daarna vertelde hij: „Zoodra ik u bij mijn ziekbed zag, viel mij uw gelijkenis op met iemand die ik vroeger gekend heb. Al die maan den heb ik haar, Nora, voor oogen gehad. Maar nu, toen ik u zoo juist in deze gewone kleeding zag, meende ik zeker haar te zien. Mogelijk is dit nog een gevolg van mijn zwakte. Drie jaren geleden is zij gestorvenNu heb ik een twee de Nora leeren kennen, eendie, ik vermoed, nög beter is dan de eerste Mary zat doodsbleek voor z'ch uit te staren. Nu zou hij zeggen dat hij zich met die tweede wilde verloven. Wat was ze dwaas geweest, om zich te verbeelden dat hij van haar zou kunnen houden Hij boog zich tot haar over en nam haar hand. „Mary, heb je mij niet begrepen? Heb je niet al lang geraden wat jij voor mij bent?" „Ben ikik, die tweedestotterde ze. „Als jij mij gelukkig wilt maken, ja." „Dat wil ik, dat wil ik," zei ze diep bewogen. „Mag ik je dan dadelijk een verlovingsring geven?" „Ja," zei ze en voegde er met een gelukkigen glimlach bij: „Dien zal ik dan als „de gedach tenis" beschouwen." Hij drukte een innigen zoen op haar hand. Toen zei ze schuchter dat ze al haar spaar duitjes had uitgegeven, om zich te kleeden zoo als hij graag zag. Dit had hij begrepen, maar zijn kieschheid weerhield hem haar dit te zeggen. Maar hier door had zij hem onbewust, een kijkje in haar hart laten nemen. „Ik houd van je," zei hij „en als ik sprak over naar Zwitserland gaan, dan hoopte ik dat dit onze huwelijksreis zou zijn." Mary beet op haar lip, om zich te beheerschen. maar desniettemin kwamen een paar geluks- anen haar oogen benevelen. Een van de onderwerpen, waarmede onze nieuwe gezant, dr. A. Loudon, zich na het aan vaarden van zijn functie in de Vereenigde Sta ten onmiddellijk heeft bezig gehouden, is de reorganisatie van de Nederlandsch-Amerikaan- sche Kamer van Koophandel te New York ge weest, aldus bericht men uit New York. Immers juist in deze moeilijke tijden is het van eminent belang, dat de betrekkingen tusschen ons land en de Vereenigde Staten zoo goed mogelijk worden onderhouden. Tot president werd onlangs benoemd de heer James Blaine, president van de Marine Trust Co. te New York, terwijl met krachtigen steun van de Nederlandsche kolonie te New York maatregelen worden genomen om de activiteit van de Kamer uit te breiden. Dr. M. van Aken, sedert jaren secretaris, wien per 1 Mei 1940 eervol ontslag is verleend, heeft zich bereid verklaard de Kamer ook ver der van zijn kennis en ervaring te doen profi teeren. De leiding der werkzaamheden van de Kamer is, in verband met het aftreden van dr. van Aaken, tijdelijk toevertrouwd aan mr. A. E. D. von Saher, die momenteel in New Yo:k vertoeft. Deze heeft in overleg met onzen gezant ter stond een economische research-afdeeling in gesteld, welke tot taak heeft van algemeene voorlichting te dienen omtrent de beteekenis van Nederland en Nederlandsch-Indië voor de Vereenigde Staten. De eerste bulletins van deze nieuwe afdeeling zijn dezer dagen aan belang hebbenden en belangstellenden in Amerika toegezonden. Men vestigt er de aandacht op, dat nauw con tact met het moederland en de overzeesche ge westen zeer gewenscht is. Plannen zijn voorts in voorbereiding teneinde de Nederlandsche Kamer te New York in sa menwerking met de Holland House Corporation uit te bouwen tot een centrum van Nederland sche activiteit in New York. Vandaag heeft de kantonrechter te Haarlem schriftelijk vonnis gewezen in een zaak tegen den vader van het veertienjarig biljartwonder, Keesje de Ruyter, wien ten laste was gelegd, dat hij een demonstratie van zijn zoontje in een café te Aalsmeer had toegelaten, en aldus in de hand had gewerkt, dat de jongen arbeid verrichtte, zonder daartoe de bij de wet ver- eischten leeftijd te hebben bereikt. De caféhouder was door den kantonrechter reeds eerder veroordeeeld tot een boete van f 15.De vader werd thans door den kanton rechter veroordeeld tot vijfentwintig gulden boete, subs, tien dagen hechtenis. De ambtenaar van het O.M. had een boete van f 100 subs, vijftig dagen hechtenisstraf geëischt. ik er mijn huis voor belasten, dan betaal ik je overtocht wel." Dat meende ze echt en daarom had Doris besloten, haar te voren geen telegram te sturen. Zoolang Helen Parker Carlington zich de weelde bleef veroorloven er in Europa drie weelderige appartementen op na' te houden, was er geen enkele reden, waarom haar dochter misbruik zou maken van de edelmoedigheid van een oude vrouw, die van twee duizend dollars per jaar moest rondkomen in een klein villaatje in Kew Gardens. „Ik beloof u, moeder, dat ik uw ring zoo gauw mogelijk zal inlossen," zei Doris, toen ze op het station St. Lazare haar moeder ten af scheid kuste. „En als ik op geen andere manier aan geld kan komen, dan zal ik mijn best doen, onzenwitten olifant op Long Island te ver- koopen." Helen had verdrietig geglimlacht. „Kom, kindlief, wees niet zoo dwaas. Waar schijnlijk zit de Staat van New York er allang boven op." De „witte olifant" op Long Island was een huis met twee en zeventig kamers, door Frank Carlington tijdens den oorlog gekocht, toen hij bij handenvol geld verdiende en Helen er op aandrong, dat ze „toch iets moesten doen" om indruk te maken bij de verwaande „deftige lui." Na jarenlang leeg gestaan te hebben, was het door de zaakwaarnemers van Helen in het tweede jaar der „depressie" verhuurd aan een excentriek heer, die buitengewoon veel zin in dat huis gekregen had, omdat het, naar zijn zeggen, gemakkelijk ingeval van revolutie tot een vesting kon worden omgebouwd en die be reid was, de belasting en rente er van te be talen in plaats van huureen belofte, die hij trouw drie jaar lang, hield, maar terstond verbrak, zoodra de crisis voorbij was. „Maar, moeder, hij kan toch op slot van zaken daar zoo zonder een cent te betalen niet blijven wonen," protesteerde Doris. Toen werd er gefloten en vertrok de trein. Wat Helen mogelijkerwijze over den witten olifant op Long Island meegedeeld kon hebben, bleef onuitgesproken. Ze stond op het perron te wuiven naar Doris en huilde openlijk dikke tranen. Tot het laatste oogenblik toe had ze nog gehoopt, dat haar kind van meening veranderen zou. Ze had haar, dacht ze, wel genoodzaakt kunnen hebben, in Parijs te blijven, maar het woord „noodzaken" alleen reeds deed Hélen onaangenaam aan. Ze wilde zich graag verbeel den, een moderne moeder te zijn; en van geen enkele moderne moeder werd verwacht, dat ze dwang of geweld zou uitoefenen. „Ze komt wel terug," dacht ze, „ze komt wel terug en trouwt dan met Wilbur. En als ze soms. Ze hield op met schreien en droogde haar tranen. Opeens kwam ze tot het besef, dat Wil bur heelemaal niet op het station verschenen was. Ze voelde zich ongerust. Als er eens wat met Wilbur gebeurd was! Als hij gisterenavond eens wat te veel gedronken had en aan het vech ten was geslagen! Of als hij de weigering van Doris wel ernstig had opgevat en nu naar een ander meisje omkeek! Ze zodht haastig het dichtstbijzijnde telefoon toestel op en informeerde aan het Ritz Hotel. „Mijnheer Higgenstrom even te spreken?" „Monsieur Higgenstrom? Monsieur Wilbur Daniel Higgenstrom?" De stem van den por tier klonk verbaasd. „Ja, natuurlijk, natuurlijk. U spreekt met me vrouw Carlington. Ik moet hem dringend even spreken." „Maar monsieur Higgenstrom logeert hier niet meer. Hij is gisterenavond vertrokken." „Gisterenavond? En waar is hij heengegaan?" „Dat weet ik niet, mevrouw." „Heeft hij geen correspondentieadres achter gelaten?" „Neen, madame. Hij heeft geen adres achter gelaten. Hij heeft gezegd, dat we de brieven moeten bewaren, maar de telegrammen vernie tigen." Helen hijgde naar adem. „Wat moet er ge beuren?" Het werd nog eens herhaald. Ze moesten de brieven bewaren en de telegrammen vernie tigen. „Ochmevrouw „Maar dat is je reinste onzin!" Hij hing den hoorn op. Helen was razend. Wat een zot! Wat 'n idioot! Dat was net iets voor Wilbur Daniel Higgenstrom om brieven van meer waarde te beschouwen dan telegrammen! Och, die arme stumperd moest het beetje hersens, dat hij nog had, beslist kwijtgeraakt zijn! Wat een misdaad, wat 'n afgrijselijke misdaad was het toch al die millioenen aan een schepsel al» dien Wilbur na te laten! (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 9