BEV Geen sensatie valt te melden" Indië Zoekt gij betrouwbaar j Personeel? Finsche avond in Weer tien jaar geëischt Weer een treiler bestookt I Plaats dan een „Omroeper'j voor 90.000 gezinnen 1 HET NOORDZEE- TER En onze stranden De Gouverneur-Generaal spreekt DUITSCHE AANVAL OP ZWEEDSCHE PERS WOENSDAG 24 APRIL 1940 Herinneringen uit het land der duizend meren" in woord en beeld FAILLISSEMENTEN IN VUILIGHEID R.K. Bridgeclub Ons Genoegen BLOEMENDAAL-O VERVEEN Het Wit-Gele Kruis in 1939 Belangrijk werk, dat steeds in omvang toeneemt Vreemdelingenverkeer IJMUIDEN BENOEMINGEN TEN RAADHUIZE DAMMEN 99 De regeering is ook paraat ten aanzien van de binnen- landsche aange legenheden Uit het politierapport Personalia Soldaat bij vechtpartij gedood Meisje gedood door revolverschot Tegen dader zes maanden geëischt Mr. H. M. Planten bestuurslid van het Persmuseum LAATSTE NIEUWS Tweede Engelsche aanval op IJmuider visschersv aar tuig in enkele dagen tijds Sergeant schoot op officieren iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiUiiiiS NIEUWE COURANT HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimwiiMiHiiM STAD In hotel De Leeuwerik organiseerde de afdeeling Haarlem van den H.- K. Vrouwen bond gisterenavond voor haar leden en in- troducé's een Finschen avond, welke door vele belangstellenden werd bijgewoond. Een Neder! andsch priester, de eerw. pater Th. Schwering, die ook toen de oorlog in Finland uitbrak pastoor in Viipuri was, sprak over het leven en werken der Finnen. Ook van de verschrikkingen van den oorlog in het land der duizend meren gaf hij een reëel beeld. In haar openingswoord heette de presidente, mevrouw P. H. M. Lucas—van Beurden, den spreker van dezen avond van harte wel kom; tevens de damesbestuursleden van de St. Elisabeth- en Marthavereenigingen, die op zoo sympathieke wijze het contact, dat de R. K. Vrouwenbond met haar zocht, hebben beant woord. Alle aanwezigen wekte zij op om aan het dappere Finsche volk hun moreelen en stoffelijken steun te verleenen door gebed, daad werkelijke belangstelling en een gift naar ver mogen. Vervolgens werd 't woord verleend aan den spreker van dezen avond. De belangstelling voor Finland, aldus spre ker in zijn inleiding, is stilaan aan het ver minderen. Toch zijn er altijd nog menschen, die aan dit volk denken. Vóór den oorlog wis ten wij nog bitter weinig van dit land. Uit ondervindingen, op mijn reizen opgedaan, bleek, dat de Finnen meer van ons wisten, dan wij van hen. Zij toonden steeds veel belangstelling voor het Koninklijk Huis en voor de gewoonten van het Nederlandsche volk. De Finnen zijn groote sport'iefhebbers. Vooral het uithoudings vermogen op lange afstanden heeft hun be langstelling. Het eerste contact kregen wij pas met hen. toen anderhalf jaar geleden bekend werd, dat in Helsinki* de Olympiade gehouden zou worden. Een betere, maar ook meer droeve kennismaking beleefden wij in den titanenstrijd tegen Rusland. Koning Eric van Zweden begon op het eind der twalfde eeuw kruistochten tegen de woes te stammen, die toentertijd in het huidige Fin land woonden. Toen in de dertiende eeuw midden-Finland en Karelië veroverd werden, werd Viborg gesticht. In die dagen viel er een goed parochieleven waar te nemen en het land telde vele heilige bisschoppen. De stichting van kloosterscho'en droeg het noodige er toe bij om het cultureele leven te verhoogen. Met den inval der Denen in de 15e eeuw was het einde van 't Katholieke Fin'and geteekend. Het heele Ind kwam onder de invloedssfeer van het Protestantisme, hoewel uiterlijk niet veel veranderde. Onder het Czaristisch regiem van Rusland werd Finland een vazalstaat van het groote Czarenrijk. Het behield echter nog groote vrijheid en ook de Finsche taal werd officieel erkend. Wat zijn aard betreft is de Fin geen S'aaf. geen Germaan, noch Romaan, maar heeft veel verwant met den Hongaar. Het passieve verzet tegen de Russische overheensching wa,s zóó sterk, dat zij nooit hebben gebogen voor de heerschappij der Russen. In 1917 en '18 hebben zij hun kans waarge nomen en onder leiding van den grooten Man- nerheim vochten zij zich vrij. De eerste offi- cieele erkenning ontving de jonge republiek van het Vaticaan. Van toen af aan heeft zij zich een plaats veroverd tusschen de andere staten van Europa. Met de vrijheid van den Staat kwam ook die van den godsdienst. Twaalf pries ters waren werkzaam in Fin'and. Zij moesten hun arbeidsveld verdee'en in vier parochies, die ieder ongeveer een oppervlakte besloegen van viermaal Nederland. Het spreekt vanze'f. dat deze taak niet meeviel. Om toch zooveel mo gelijk de katholieke geest onder de geloovigsn te bewaren, verspreiden de geestelijken veel Rcomsche lectuur, die een groote rol gespee'd heeft. Aan de hand van prachtige projecties lichte spreker de maatschappelijke en godsdienstige geschiedenis van Finland toe. Ook over den strijd van het Christendom tegen het barbaar- sche communisme in den jongsten oorlog wist spreker veel interessants te vertellen. Het aandachtig toeluisterend auditorium toon de veel waardeering voor de interessante cau serie met lichtbeelden van pater Th. Schwering en met trots kan de R. K. Vrouwenbond op een geslaagden Finschen avond terugzien. De Arrondissements-Rechtbank te Haarlem heeft de volgende faillissementen uitgesproken op Dinsdag 23 April 1940: E. L. Lieverse, schilder, wonende te Lisse, Kanaalstraat 69. Curatrice Mevr. Mr. C. L. VisSanders te Haarlem. J. Schuchart, bloembollenhandelaar, wonen de te Heemskerk, Molenstreng 96. Curatrice Mej. Mr. C. H. Deknatel te Haar lem. C. J. W. van der Schoot, handelaar in em ballageartikelen, wonende te Hillegom, Van Meerbeekstraat no. 9. Curator Mr. J. G. Bettink te Haarlem. Rechter-Commissaris in al deze faillissemen ten Mr. A. L. M. van Berckel te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werd opgeheven het faillissement van W. Bosch, meubelmaker EUWS en stoffeerder, wonende te Haarlem, Nassau- laan no. 9. Curator Mr. W. G. J. Veenhoven te Haarlem. Door het verbindend worden der eenige uit- deelingslijst is geëindigd het faillissement van A. Knol, fabrikant in lampekappen, wonende te Haarlem. Curator Mr. J. H. Entering te Haarlem. Die laatste twee woorden heeft de wijsgeer vergeten, maar voor de meeste men schen op straat kan het geen kwaad om ze er nog even bij te zetten! Wij ontvingen een verslag van een onderzoek naar den hygiënischen toestand van het zee water en van het strand aan de kust van Noord en Zuid-Holland, in het bijzonder in de nabij heid van de badplaatsen. Het onderzoek van het zeewater, dat verricht werd door den heer Syderius, Chem. Doet., moest de drie volgende vragen beantwoorden. Ie. Hoe was het Noordzeewater vlak bij de kust, daar waar het aan het strand grenst? 2e. Hoe was het Noordzeewater op eenigen af stand van de kust? en 3e. Hoe was de hygiënische toestand op het strand in de omgeving der badplaatsen? Bedoeling van het zeewater-onderzoek was te trachten een aantal objectieve gegevens te krij gen over den invloed van het afvalwater dat er in geloosd wordt met het vooropgezette doel, na te gaan of op het oogenblik van vervuiling van het zeewater sprake zal zijn. De resultaten van het onderzoek hebben wel uitgewezen, dat de zwemmers en zwemsters in pne Noordzee-badplaatsen zich niet ongerust be hoeven te maken; zoo heeft het zwemmen in min of meer vervuild oppervlakte-water der zee de laatste vijftig jaar geen rol gespeeld bij de verspreiding van ziekten. De hygiënisten mogen over het algemeen te vreden zijn, wanneer zij weten hoe het water, waarin gebaad en gezwommen wordt, aan het strand is; wanneer al hier of daar eens eenige, overigens niet gevaarlijke, vervuiling optreedt, is de zelfreinigende kracht van het water wel zoo groot, dat er van hinder niet gesproken behoeft te worden Verschillende bijzonderheden omtrent het strand zelf zijn verzameld door mevr. Schoone- veldtvan der Kroes. Het strand aan Wijk aan Zee wordt volgens dit rapport gedurende het seizoen blijkbaar goed schoon gehouden door den exploitant; er zijn pompen geslagen bij het Zuiderbad en aan den voet van de duinen; er wordt gekampeerd voor de duinen op het strand; er staan ongeveer 500 huisjes; men gaf op, dat er soms meer dan duizend menschen waren. Aan het strand van Castricum, dat van ge meentewege schoon gehouden wordt door pa pierprikkers, is een honderd meter beschikbaar voor kampeerders; er is een kraan voor de waterleiding; het eigenlijke kampeerterrein is Bakkum achter de duinen; in het hoog-seizoen komen er 3000—5000 menschen tegelijk; totaal in één zomer 25.000—30.000 personen; er staan ongeveer 900 tenten en eenige vaste gebouwen, door de Provincie driemaal in orde gebracht. Het strand voor IJmuiden wordt schoon ge houden door de pachters; kampeeren is er ver boden; het eigenlijke kampeerterrein ligt in de duinen, waar in normale omstandigheden plaats zou zijn voor meer dan 1000 huisjes; het drink water is leidingwater, het waschwater pomp water. Van het strand van Zandvoort is een 500 meter, tegen de grens van de gemeente Bloe- mendaal aan, beschikbaar als kampeerterrein. In Augustus van het vorige jaar hebben er on geveer 360 tenten gestaan; op dit terrein be vinden zich zes waterkranen; men is er zeer tevreden over den toestand. De gemeente Noordwijk strand van de ge meente Katwijk tot de grens van Noord-Holland heeft volgens dit rapport een zeker cachet op te houden en verleent daarom geen vergun ning tot het plaatsen van kampeertenten of weekend-huisjes; alleen voor het vrije strand anderhalven kilometer benoorden den vuurtoren wordt een soort vergunning tot kampeeren ver leend, niet aan iedereen doch alleen aan hier al sedert jaren volkomen te goeder trouw en faam bekend staande families; de pachter zorgt hier voor drinkwater; verder zijn er op dit strand vijf kranen van de Noordwijksche water leiding. Ook over den toestand op de Noordzee-stran- den in onze omgeving mag men over het alge meen dus content zijn. Hoeveel duizenden en duizenden zullen er in de komende maanden weer komen genieten van zee én zon èn duin! De tweede ronde voor de viertallencompetitie werd dezer dagen gespeeld. De uitslagen luidden: Team I, capt. J. J. v. Elerden, 48 M.P. (1); Team 2, capt. v. d. Meij 28 M.P. (4); Team 5, capt. Turkenburg, 40 MP. (2); Team 6, capt. Wassenberg, 37 M.P. (3); Team 3, capt. Vesseur, 52 M.P. (1); Team 4, capt. Ramakers, 31 M.P.; Team 7, capt. Bot ter, 33 M.P. (2'A); Team 8, capt. Verweij, 33 M.P. (2%). Wit-Gejie Kruis Maandagavond had in ge bouw Domi de definitieve oprichtingsvergade ring plaats van het Wit-Gele Kruis afd. Bloe- mendaal-Overveen. De agenda van deze verga dering werd vlot afgewerkt. Eb* werd o.m. dank gebracht aan de werkers van het eerste uur, aan hen, die hun daadwerkelijken steun hadden verleend aan 't moeilijke oriëntatiewerk en aan de afdeelingen Haarlem en Velsen, die beide een groot aandeel hadden in het tot stand komen van de afdeeling Bloemendaal. Na het behandelen van de statuten en het reglement werd het bestuur gekozen, dat uit de volgende leden is samengesteld: de heer J. J. Zantman, voorzitter; de heer Lindeman Jr., se cretaris; de heer J. F. M- van Pinxter, pen ningmeester; de heer J. H. Smeets en mej. A. Kokkelkoren, bestuursleden. Dr. Bos werd tot medisch adviseur benoemd. Tot groote tevre denheid der vergadering werden door den voor zitter eenige moeilijkheden met de verst ver wijderde leden van Bloemendaal opgelost. Een bespreking met deze leden werd in het vooruit zicht gesteld in de „Campagna". Nadat deheer R. Schlatmann, voorzitter van de afdeeling Haarlem, zijn gelukwenschen na mens het Noordhollandsch bestuur had uitge sproken, werd deze eerste vergadering gesloten. Gisteravond is in het K.S.A.-gebouw de jaar vergadering gehouden van de R. K. Vereeni ging „Het Wit-Gele Kruis." De voorzitter, de heer J, L. F. Post, mocht in zijn openingswoord met voldoening consta- teeren, dat de vereeniging in 1939 is vooruitge gaan, vooral wat betreft het aantal leden en de kraamverzorging, waardoor het noodig was een tweede kraamverzorgster aan te stellen. In dit verband wees de voorzitter er op, dat het Wit-Gele Kruis tegenover haar zusterver- eeniging het „Witte Kruis" geen slecht figuur slaat. De cijfers van de afdeeling Wijkverple ging spreken in dit opzicht duidelijke taal. Blijkens het jaarverslag had het Witte Kruis in 1939 92 patiënten in wijkverpleging, waarbij 3098 huisbezoeken werden afgelegd. Bij het Wit-Gele Kruis waren deze cijfers resp. 300 en 13364, of ongeveer vier maal zooveel als bij het Witte Kruis. Het aantal leden van beide vereenigingen is ongeveer gelijk, doch wanneer men de gezins sterkte in aanmerking neemt, die bij de leden van het Wit-Gele Kruis in vele gevallen groo- ter is, dan zal het zielental der katholieke vereeniging dat harer zustervereeniging aan zienlijk overtreffen. Overigens wordt dit reeds gedemonstreerd door de cijfers der wijkver pleging. Hierna werd door den secretaris, den heer J. Groeneveld, het jaarverslag uitgebracht, dat wederom een duidelijk beeld gaf van den toe- nemenden omvang van het mooie werk der vereeniging. Zooals hierboven reeds is geme moreerd, waren 300 patiënten in wijkverple ging. De verpleegsters legden 13364 bezoeken af en verrichtten 72 nachtwaken. De kraamverzorging omvatte 141 kraamvrou wen, waarbij 3243 bezoeken werden afgelegd. Door het magazijn werden 1043 stuks verple- gings- en ander materiaal in bruikleen afge geven, terwijl aan het consultatiebureau voor zuigelingen, dat in samenwerking met het Witte Kruis wordt beheerd, 3075 consulten wer den verstrekt, waarnaast nog 255 huisbezoeken werden afgelegd. Een aantal leden bedankte, doch daartegen over meldde zich een flink aantal nieuwe leden aan, zoodat een vooruitgang van 50 leden kon worden geboekt. De vereeniging telt thans 1056 leden. De rekening van den penningmeester, den heer De Ruiter, sloot met een bedrag van 6148.07, waarin begrepen is een nadeelig saldo van ƒ637.66. Boeken en bescheiden waren in orde bevonden, waarna de penningmeester onder dankzegging voor zijn arbeid werd ge dechargeerd. Namens de controle-commissie werd gewezen op den omvangrijken arbeid, welke door het bestuur wordt verricht. De bestuursverkiezing werd uitgesteld, in verband met de aanhangige wijziging van sta tuten en reglement, waarvoor te zijner tijd een afzonderlijke vergadering zal worden belegd. Aan het slot der vergadering bracht de voor zitter dank aan het gemeentebestuur en den gemeenteraad voor de loyale medewerking, welke de vereeniging heeft ondervonden, zon der welke medewerking het voor de vereeniging niet mogelijk zou zijn, haar mooi sociaal werk voort te zetten. Door onvoorziene omstandigheden is de jaar vergadering van de Vereeniging voor Vreem delingenverkeer, welke Donderdagavond ge houden zou worden, uitgesteld tot Vrijdag 3 Mei a.s. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders dd. 23 April zijn met ingang van 1 Mei a.s. benoemd tot; 1. Referendaris, chef ter secretarie, de heer G. T. Groen. 2. Hoofdcommies, chef der afdeeling Open bare Werken, de heer W. J. C. Jantjes. 3. Hoofdcommies, chef der afdeeling finan ciën, de heer Ph. ten Napel. 4. Commies aan de afdeeling Financiën, de heer J. J. M. Verlaak. Verder is de heer W. Chr. Suwerink, thans Hoofdcommies, chef der afdeeling Financiën, met ingang van dien datum overgeplaatst als chef naar de afdeeling Algemeene Zaken. In de vergaderzaal van het Friesche Koffie huis aan den Zeeweg, alhier, had een dam- wedstrijd plaats tusschen een tiental leden der Politiesportvereeniging „Velsen" en tien amb tenaren van het Staats Visschershavenbedrijf, alhier. Deze wedstrijd welke werd gespeeld op uit- noodiging van laatstgenoemden had een zeer geanimeerd verloop en eindigde na vele span nende partijen met een overwinning der poli tiemannen. De gedetailleerde uitslagen luiden als volgt: Politiesportver.S.V.H. 1. A. J. WittebroodP. Zwier 20 2. De GrootDe Pagter 20 3. P. Wouda—De Niet 2—0 4. J. B. BruinSchaap 20 5. C. de VriesPh. Groen 02 6. P. Niehof—Korf 2—0 7. J. WeeninkDe Boer 02 8. P. LansaatStarreveld 20 9. J. PadmosKolle 02 10. H. W. TeerinkGroeneveld 0—2 12—8 BATAVIA, 23 April (Aneta) De Gou verneur-Generaal heeft, zooals reeds werd aangekondigd, vanuit het paleis te Buiten zorg een rede gehouden, welke uitgezonden werd over alle N. I. R. O. M. zenders. Z. E. sprak daarbij als volgt: Ik vraag mij af, luisteraars, met welke ver wachting gij neerzit om mij aan te hooren. De tallooze geruchten, die in omloop zijn. hebben stellig ook u bereikt en misschien dee- len verscheidenen uwer in de stemming van on rust, die zij teweeg hebben gebracht. Wellicht verwacht gij thans een treffende tij ding te zullen vernemen, welke past in het ka der van de wel zeer zorglijke voorstelling, die velen zich blijkbaar van den toestand hebben gevormd. Gelukkig heb ik niet een zoodanige tijding voor u. Integendeel, ik heb de tusschenkomst van de N.I.R.O.M. ingeroepen, om u te verzekeren, dat er niets, wat terecht sensatie wekken zou, te melden valt en u te vragen er over na te denken of de ongerustheid, die ontstaat, niet vol strekt onmatig is. Wat ia het dat deze stemming rechtvaardi gen kan? Wij zijn niet slechts burgers van dit schoone land, maar tevens wereldburgers, die deel hebben aan de spanningen van het he- dendaagsche gebeuren. Wij stellen ons voor oogen de gevaren, die in het bijzonder het moederland bedreigen kunnen en trachten ons rekenschap te geven van den weerslag op onze eigen samenleving van allerlei, dat eens wer kelijkheid zou kunnen worden. Dit te doen is juist. Zoo behoort het te zijn. Dit is medeleven. Dit is vooruitzien en waak zaam zijn. Maar het is niet juist, alleen de donkere zijde van het beeld der mogelijkheden in het oog te vatten, met name te Vergeten dat Ne derland zich vastbesloten afzijdig houdt van den strijd, dien anderen strijden, dat het hoe zeer bekneld in vrede met zijn buren leeft en een weermacht heeft, die naar alle wind richtingen paraat van een uitnemende be- leekenis is geworden. Is het waardig', of ook maar zakelijk verde digbaar, deze factoren gering te schatten? Is het verder juist bij de beschouwing van de gevolgen voor Indië van een eventueel ramp zalig gebeuren in Nederland het belang van het verschil in geografische ligging te onder schatten en zich thans reeds bedreigd te voe len en aldus te moede, achterdocht te uiten jegens velen, die geen beteren wensch kennen dan als rustige burgers in ons midden te ver- keeren? Er ligt een sterke suggestie in den term „bin- nenlandsche vijand", een suggestie, die aan stonds dreigt de gedachten te voeren buiten de grenzen der redelijkheid. Waraop grondt zich bovendien de velling van het oordeel, dat te beluisteren is, dat de regeering stil zou zitten? Bedenkt, luisteraars, dat de overheid zich in alles mengt om de nadeelen van de ver storing der verhoudingen af te wenden, voor de voedselvoorziening zorgt, het oog op den in- en uitvoer en op de scheepvaart heeft, de prijzen regelt, en boven alles vergeet het niet ten koste van groote offers aan de weermacht bouwt. Het zou toch onverklaarbaar zijn, dat zij ten aanzien van de binnenlandsche veilig heid zonder oordeel en zonder daden blij ven zou, Dat slechts een deel van haar bedrijvigheid op dit gebied naar buiten treedt, mag voor zeker i.iet de veronderstelling wekken van het werkeloos gadeslaan. De aard van een goed deel van wat gedaan is of voorbereid, brengt nu eenmaal mede, dat openbaarheid wordt vermeden. Misschien echter denkt gij, als gij dit aan vaardt. aan maatregelen, die werden zij ge nomen overeenkomstig de wenschen die hoor baar worden naar buiten zouden moeten blij ken en nog niet genomen, daar immers onge- bleken zijn. Dan moge de omstandigheid, dat de regeering meer dan anderen de gegevens tot het vormen van een oordeel ter beschikking staan, bij u de vraag doen rijzen, of nu juist die maatregelen in den drastischen vorm, die wordt aangeprezen, geboden of zelfs maar wenschelijk zijn. Bij regeering en geregeerden is het on miskenbaar noodig in deze tijden stemmin gen te bedwingen en bij elke overweging in bezonnenheid en ernst van een grondslag van feiten uit te gaan. Op feiten, van het heden en de mogelijkheden die zij bij zake lijke beschouwing voor de toekomst schijnen in te houden, is het oog van de regéering waakzaam gericht. Ik verzeker u dit vanaf de plaats, waar vele draden samenkomen. De plicht van paraatheid is in dezen aan de regeering opgelegd. Anderen kunnen dien plicht niet van haar overnemen. Het zou zelfs schadelijk zijn indien daarnaar werd gestreefd. Een machtige steun kan daarentegen aan de regeering worden geschonken door ver trouwen, beheerschte aandacht en mede werking van allen wien de openbare zaak ter harte gaat. De onrust, die dreigt te komen, psycholo gisch wel te verklaren, vindt nochtans in het bestel van de feiten niet haar rechtvaardi ging. Ik meen U en de gemeenschap een dienst te bewijzen door met nadruk dit laatste te zeggen Het is daarom, dat ik tot heb gesproken. Gisteren is op den Wijkerstraatweg de 5- jarige H., wonende te Velsen-Noord aangere den door een auto, bestuurd door H. te Alphen aan den Rijn. Het ongeval is vermoedelijk te wijten aan het feit, dat de jongen plotseling den rijweg overstak. Hij bekwam een bloedende hoofdwonde, welke door Dr. Fierstra verbonden werd en is daarna door zijn moeder afgehaald. Door de Rijksveldwacht is de 18-jarige C., wonende te Velsen-Noord aangehouden, die nog een gevangenisstraat van vier maanden te goed had. De aangehoudene is door de gemeente politie in arrest gesteld. Hij de gemeentepolitie is door K., wonende te Santpoort, aangifte gedaan van vermoedelijken diefstal van een damestasch, inhoudende on geveer ƒ9.Een onderzoek wordt ingesteld. Voor het examen costumière slaagden aan de R. K. Naaischool te IJmUiden-Oost de dames: E. v. Rijn, P. v. d. Pieterman, A. Knapen, A. Heilig, M. Vink, M. Post, B. Warners, T. de Graaff, M. v. Kaam en T. v. Veen. (Berichten reeds geplaatst in een deel van onze vorige oplaag) Een vechtpartij in een café in het Zuiden van ons land, op 1 October van het vorig jaar, heeft zeer ernstige gevolgen gehad. Een sol daat werd gedood en een ander gewond. Dinsdag moest de 20-jarige soldaat P. M. wegens dood slag voor het Hoog Militair Gerechtshof te recht staan, nadat de Bossche Krijgsraad hem tot tien jaar gevangenisstraf had veroordeeld. Hij bleef evenwel ontkennen de dader te zijn geweest. Des avonds 10 uur kwam beklaagde in bur ger met zijn vriend het café-tje binnen. De vriend had weldra ruzie met een der militai ren, die daar zaten te drinken, hetgeen tot ge volg' had, dat beiden het café uit werden ge zet. Later kwamen zij terug, dóch toen zij za- .gen, dat de militairen weggingen omdat zij om 11 uur op het appèl moesten zijn gin gen beklaagde en zijn vriend ook naar buiten. Kort nadat twee militairen het café hadden verlaten, kwamen zij terug, beiden gewond. De een had een messteek in zijn rug, de ander drie messteken in zijn hals. Hij wankelde het café binnen en riep: „Help, help, ik bloed dood." Niet lang daarna bezweek hij. De ver wondingen van den ander bleken ongevaarlijk. M. was inmiddels naar huis gegaan, waar hem later werd verteld, dat de soldaat gedood was. „Het kan me niets schelen, wat er gebeurd is", moet hij gezegd hebben, „al krijgik er tien jaar voor." Hij bleef echter volharden onschuldig te zijn. Hij gaf toe een mes bij zich gehad te heb ben; hij had dat zelfs in het café laten zien. doch toen hij er uit gezet werd, is hij gestrui keld en heeft het mes verloren. De advocaat-fiscaal achtte beklaagde schul dig aan zware mishandeling, den dood tenge volge hebbende en eischte bevestiging van het vonnis van den Bosschen Krijgsraad. De verdediger, mr. P. Triepels te Roermond, meende, dat de opgelegde straf veel te zwaar is. Beklaagde heeft in dronkenschap in een opwelling van drift gehandeld. Er is z.i. geen sprake van een laf en laag hartig handelen, waarvoor men de maximum straf wil opleggen. Uitspraak volgt later. LONDEN, 23 April. (Reuter) De Duitsche radio-omroep heeft heden het volgende ver klaard: „Svenska Dagbladet" heeft de onbeschaamd heid gehad, een gruwelverhaal te publiceeren, volgens hetwelk Duitsche vliegtuigen in het open veld nabij Drontheim met hun machine geweren Noorsche vrouwen en kinderen zouden hebben beschoten. De Zweedsche pers heeft den laatsten tijd eenigszins onbeschaamde aanval len op Duitschland gedaan. Tot nu toe heeft Duitschland zulke aanvallen slechts voor ken nisgeving aangenomen, doch thans begint de Zweedsche pers een gewoonte te maken van het voeren der zuiverste gruwelpropaganda. Duitschland is niet bereid, werkeloos toe te zien, dat de eer der Duitsche soldaten ongestraft bevlekt wordt. Wij verwachten, dat de Zweedsche autoriteiten eens en voor altijd een einde aan zulke dingen maken. Voor den krijgsraad te Utrecht stond terecht de 21-jarige sergeant-capitulant Van E., die eenige maanden geleden een meisje met een re volverschot heeft gedood. Uit het relaas van den beklaagde kwam vast te staan, dat hij met een soldaat, die een vriend van hem was, en eenige meisjes op een kamer vertoefde. Hij had voor de aardigheid zijn re volver getrokken en den loop in den hals van een der meisjes gedrukt. Zijn vriend was toe gesprongen en had hem op het roekelooze van zijn daad gewezen. Even later trok hij opnieuw zijn revolver en richtte het wapen op eenigen afstand op hetzelfde meisje. Nu ging het schot af. De halsslagader was getroffen en een sleu telbeen werd verbrijzeld. Eenige dagen later is het meisje overleden. De auditeur-militair wees op de buitengewoon roekelooze wijze waarop de beklaagde te werk was gegaan en eischte een gevangenisstraf van zes maanden. Het bestuur van de vereeniging van uitge vers van dagbladen „De Nederlandsche Dag bladpers" lieeft den heer mr. H. M. Planten, directeur van het „Algemeen Handelsblad", be noemd als vertegenwoordiger in het bestuur van de stichting „Het Nederlandsch Persmu seum" te Amsterdam. Wederom heeft een Engelsch vliegtuig een Nederlandsch visschersvaartuig bestookt, n.l. den IJmuider treiler „Adelante" IJm. 19. Dit is de tweede Engelsche aanval in enkele dagen tijds. Vorige week rapporteerde de schipper van den treiler „Prinses Beatrix", dat hij door een eskader Engelsche vlieg tuigen was aangevallen. Thans blijkt ook dc „Adelante" door een Engelschen bommen werper te zijn bestookt, waarbij gelukkig nie mand werd getroffen. Reeds vorige week Vrijdag is gemeld, dat te IJmuiden hardnekkige geruchten de ronde de den, als zouden de treilers „Erin" en „Adelante" beschoten zijn tijdens de visscherij. Dinsdag middag keerde de „Adelante" weer te IJmuiden terug en hadden wij een onderhoud met schip per P. v. d. Mij, die ons de juistheid van deze geruchten bevestigde. De vorige reis, aldus de schipper, was het een Duitscher, die ons van den 58en graad N.B. wegjoeg, maar nu was het een Engelschman, die ons bestookte. Het is de laatste dagen anders wel raak, aldus de schip per. De vorige reis van de „Adelante" werd zij eveneens beschoten, enkele dagen later rappor teerde de treiler „Prinses Beatrix" den aanval van een Engelsch eskader, daarna de „Erin" van een Duitsch vliegtuig en een dag later had wederom de „Adelante" overlast. Wij bevonden ons, zoo vertelde v. d. Mij, de vorige week Woensdag des morgens te elf uur even voorbij den 58en graad. Wij hadden juist onze netten binnengehaald en de visch lag nog aan dek te spartelen. De bemanning was bijna geheel aan dek om de visch te strippen, te be handelen en te sorteeren, toen een groote En gelsche bommenwerper recht op ons afkwam. Hij cirkelde eerst om ons heen en toen hij recht voor ons uit was en in een razend snel tempo op ons afstormde, gebeurde er iets waar geen van ons op gerekend had. Geheel onverwachts opende dit Engelsche vliegtuig het vuur. De bemanning stoof uiteen, de een rende de machinekamer in, de ander vloog in de kombuis, weer een ander kroop achter de winches en zoo zoch ten allen een veilig heenkomen. Weer kwam het vliegtuig terug, maar nadat het nog een enkele maal om ons heen gecirkeld had, vloog de machine gelukkig weer weg. Voor dat het vuur geopend was, aldus schipper v. d. Mij, stak ik de Nederlandsche vlag nog buiten de stuurhut, hoewel dit eigenlijk niet noodig is, omdat er wel zes vlaggen op ons schip geschilderd zijn. Ook het woord „Holland" staat er met koeien van letters op, De beschieting kwam met dit al als een donderslag bij helderen hemel. Daar wij geheel alleen in deze buurt waren, besloten wij huiswaarts te stoomen. Wij hebben nog enkele dagen rond den 54en graad ge- vischt. Men zal begrijpen, dat ook deze reis, aldus de schipper, evenals de vorige, voor ons een belangrijke schadepost beteekent. Vooral :de vorige reis zag er aanvankelijk zoo goed uit. Wij hadden een paar prachtige trekken ge daan, toen wij door den Duitscher werden weg gejaagd. Nu hadden wij weer een vrij behoor lijke visscherij en nu joeg deze Engelschman ons van den vischgrond. Een der leden van het machinekamerpersoneei heeft verklaard, dat hij kogels op den schoor steen hoorde ketsen. Roet vloog omlaag, doch een spoor heeft men er niet van kunnen ont dekken. Op de thuisreis ontmoette de „Ade lante" Maandagnacht wederom een vliegtuig doch door de duisternis kon men de nationali teit niet vaststellen. Met een vangst van slechts 400 manden visch keerde de „Adelante" te IJmuiden terug. De dienstplichtige sergeant B. A. J. H. heeft zich aan een reeks zeer ernstige vergrijpen schuldig gemaakt, zoodat de krijgsraad te 's-Hertogenbosch hem ongeschikt voor den mili tairen dienst heeft geacht. Het begon ermee, dat hij als commandant van de wacht van een grenscompagnie deze wacht heeft verlaten, om in een naburig cafe eenige biertjes te gaan drinken. Toen twee lui tenants hem over dit onbehoorlijke gedrag on derhielden, is hij geheel overstuur geraakt, om dat hij voelde, dat het gepleegde feit niet on gestraft zou blijven. Hij belde later een der luitenants op, om te hooren of er „wat van komen zou" en toen de luitenant bevestigend antwoordde, werd hij kwaad en heeft den offi cier beleedigende woorden toegevoegd. Het erg ste kwam evenwel daarna. Toen de officieren naar hem toe kwamen, om hem in arrest te stellen, heeft de sergeant zich met een geweer gewapend, in een boschje verscholen en heeft, toen de officieren hem gelastten uit het boschje te komen, verscheidene schoten op hen gelost, die gelukkig geen doel troffen. De Krijgsraad veroordeelde H. tot vijf jaar gevangenisstraf met ontslag uit den militairen dienst en ontzetting van de bevoegdheid bij de gewapende macht te dienen en na den straftijd ter beschikking stelling van de regeering, omdat een psychiatrisch rapport den sergeant vermin derd toerekeningsvatbaar had verklaard. Voor het Hoog Militair Gerechtshof, voor welk college de sergeant Vrijdag in hooger be roep terecht stond, verklaarde hij, dat hij uit zelfverdediging had gehandeld. Hij was bang, dat de officieren in het boschje zouden schieten en hem raken. Om hen schrik aan te jagen had hij langs hen geschoten. Inderdaad hadden de kogels geen doel getroffen. De advocaat-fiscaal, jhr. mr. L. H. K. C. vall Asch van Wijck, zeide in zijn requisitoir, dat, zelfs al neemt men beklaagde's redeneering aan, hij toch nog strafbaar is. Men mag allerminst op een meerdere schieten, om hem angst aan te jagen. In plaats van zijn geweer weg te doen, zooals de officieren hem bevolen, heeft hi) éenige schoten in hun richting gelost. Op een dergelijk feit aldus de advocaat fiscaal staat de doodstraf. Beklaagde wordt verminderd toerekeningsvatbaar geacht, doch in groote mate is dit te wijten aan zijn drank misbruik. Nochtans is zijn genezing mogelijk geoordeeld, zoodat spr. het vonnis van den Krijgsraad zeer juist gewezen achtte en beves tiging daarvan vroeg. De verdediger, mr. H. A. H. Canter Cremers, achtte de opgeiegde straf te zwaar. Wil men hem in een verpleging opnemen, dan is gevan genisstraf overbodig, want daar wordt hij toch niet beter van. De uitspraak van het Hof volgt later.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 4