BEV
Geen sensatie valt
te melden"
Indië
Zoekt gij betrouwbaar j
Personeel?
Finsche avond
in
Weer tien jaar
geëischt
Weer een treiler
bestookt
I Plaats dan een „Omroeper'j
voor 90.000 gezinnen 1
HET NOORDZEE- TER
En onze stranden
De Gouverneur-Generaal
spreekt
DUITSCHE AANVAL OP
ZWEEDSCHE PERS
WOENSDAG 24 APRIL 1940
Herinneringen uit het land der
duizend meren" in woord
en beeld
FAILLISSEMENTEN
IN VUILIGHEID
R.K. Bridgeclub Ons Genoegen
BLOEMENDAAL-O VERVEEN
Het Wit-Gele Kruis
in 1939
Belangrijk werk, dat steeds in
omvang toeneemt
Vreemdelingenverkeer
IJMUIDEN
BENOEMINGEN TEN
RAADHUIZE
DAMMEN
99
De regeering is ook paraat ten
aanzien van de binnen-
landsche aange
legenheden
Uit het politierapport
Personalia
Soldaat bij vechtpartij gedood
Meisje gedood door
revolverschot
Tegen dader zes maanden geëischt
Mr. H. M. Planten bestuurslid
van het Persmuseum
LAATSTE NIEUWS
Tweede Engelsche aanval op
IJmuider visschersv aar tuig
in enkele dagen tijds
Sergeant schoot op
officieren
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiUiiiiS
NIEUWE
COURANT
HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimwiiMiHiiM
STAD
In hotel De Leeuwerik organiseerde de
afdeeling Haarlem van den H.- K. Vrouwen
bond gisterenavond voor haar leden en in-
troducé's een Finschen avond, welke door
vele belangstellenden werd bijgewoond.
Een Neder! andsch priester, de eerw. pater
Th. Schwering, die ook toen de oorlog in
Finland uitbrak pastoor in Viipuri was,
sprak over het leven en werken der Finnen.
Ook van de verschrikkingen van den oorlog
in het land der duizend meren gaf hij een
reëel beeld.
In haar openingswoord heette de presidente,
mevrouw P. H. M. Lucas—van Beurden, den
spreker van dezen avond van harte wel
kom; tevens de damesbestuursleden van de St.
Elisabeth- en Marthavereenigingen, die op zoo
sympathieke wijze het contact, dat de R. K.
Vrouwenbond met haar zocht, hebben beant
woord. Alle aanwezigen wekte zij op om aan
het dappere Finsche volk hun moreelen en
stoffelijken steun te verleenen door gebed, daad
werkelijke belangstelling en een gift naar ver
mogen.
Vervolgens werd 't woord verleend aan den
spreker van dezen avond.
De belangstelling voor Finland, aldus spre
ker in zijn inleiding, is stilaan aan het ver
minderen. Toch zijn er altijd nog menschen,
die aan dit volk denken. Vóór den oorlog wis
ten wij nog bitter weinig van dit land. Uit
ondervindingen, op mijn reizen opgedaan, bleek,
dat de Finnen meer van ons wisten, dan wij
van hen. Zij toonden steeds veel belangstelling
voor het Koninklijk Huis en voor de gewoonten
van het Nederlandsche volk. De Finnen zijn
groote sport'iefhebbers. Vooral het uithoudings
vermogen op lange afstanden heeft hun be
langstelling. Het eerste contact kregen wij pas
met hen. toen anderhalf jaar geleden bekend
werd, dat in Helsinki* de Olympiade gehouden
zou worden. Een betere, maar ook meer droeve
kennismaking beleefden wij in den titanenstrijd
tegen Rusland.
Koning Eric van Zweden begon op het eind
der twalfde eeuw kruistochten tegen de woes
te stammen, die toentertijd in het huidige Fin
land woonden. Toen in de dertiende eeuw
midden-Finland en Karelië veroverd werden,
werd Viborg gesticht. In die dagen viel er een
goed parochieleven waar te nemen en het land
telde vele heilige bisschoppen. De stichting van
kloosterscho'en droeg het noodige er toe bij om
het cultureele leven te verhoogen.
Met den inval der Denen in de 15e eeuw was
het einde van 't Katholieke Fin'and geteekend.
Het heele Ind kwam onder de invloedssfeer
van het Protestantisme, hoewel uiterlijk niet
veel veranderde. Onder het Czaristisch regiem
van Rusland werd Finland een vazalstaat van
het groote Czarenrijk. Het behield echter nog
groote vrijheid en ook de Finsche taal werd
officieel erkend.
Wat zijn aard betreft is de Fin geen S'aaf.
geen Germaan, noch Romaan, maar heeft veel
verwant met den Hongaar. Het passieve verzet
tegen de Russische overheensching wa,s zóó
sterk, dat zij nooit hebben gebogen voor de
heerschappij der Russen.
In 1917 en '18 hebben zij hun kans waarge
nomen en onder leiding van den grooten Man-
nerheim vochten zij zich vrij. De eerste offi-
cieele erkenning ontving de jonge republiek van
het Vaticaan. Van toen af aan heeft zij zich
een plaats veroverd tusschen de andere staten
van Europa. Met de vrijheid van den Staat
kwam ook die van den godsdienst. Twaalf pries
ters waren werkzaam in Fin'and. Zij moesten
hun arbeidsveld verdee'en in vier parochies, die
ieder ongeveer een oppervlakte besloegen van
viermaal Nederland. Het spreekt vanze'f. dat
deze taak niet meeviel. Om toch zooveel mo
gelijk de katholieke geest onder de geloovigsn
te bewaren, verspreiden de geestelijken veel
Rcomsche lectuur, die een groote rol gespee'd
heeft.
Aan de hand van prachtige projecties lichte
spreker de maatschappelijke en godsdienstige
geschiedenis van Finland toe. Ook over den
strijd van het Christendom tegen het barbaar-
sche communisme in den jongsten oorlog wist
spreker veel interessants te vertellen.
Het aandachtig toeluisterend auditorium toon
de veel waardeering voor de interessante cau
serie met lichtbeelden van pater Th. Schwering
en met trots kan de R. K. Vrouwenbond op een
geslaagden Finschen avond terugzien.
De Arrondissements-Rechtbank te Haarlem
heeft de volgende faillissementen uitgesproken
op Dinsdag 23 April 1940:
E. L. Lieverse, schilder, wonende te Lisse,
Kanaalstraat 69.
Curatrice Mevr. Mr. C. L. VisSanders te
Haarlem.
J. Schuchart, bloembollenhandelaar, wonen
de te Heemskerk, Molenstreng 96.
Curatrice Mej. Mr. C. H. Deknatel te Haar
lem.
C. J. W. van der Schoot, handelaar in em
ballageartikelen, wonende te Hillegom, Van
Meerbeekstraat no. 9.
Curator Mr. J. G. Bettink te Haarlem.
Rechter-Commissaris in al deze faillissemen
ten Mr. A. L. M. van Berckel te Haarlem.
Wegens gebrek aan actief werd opgeheven
het faillissement van W. Bosch, meubelmaker
EUWS
en stoffeerder, wonende te Haarlem, Nassau-
laan no. 9.
Curator Mr. W. G. J. Veenhoven te Haarlem.
Door het verbindend worden der eenige uit-
deelingslijst is geëindigd het faillissement van
A. Knol, fabrikant in lampekappen, wonende
te Haarlem.
Curator Mr. J. H. Entering te Haarlem.
Die laatste twee woorden
heeft de wijsgeer vergeten,
maar voor de meeste men
schen op straat kan het
geen kwaad om ze er nog
even bij te zetten!
Wij ontvingen een verslag van een onderzoek
naar den hygiënischen toestand van het zee
water en van het strand aan de kust van Noord
en Zuid-Holland, in het bijzonder in de nabij
heid van de badplaatsen.
Het onderzoek van het zeewater, dat verricht
werd door den heer Syderius, Chem. Doet., moest
de drie volgende vragen beantwoorden.
Ie. Hoe was het Noordzeewater vlak bij de
kust, daar waar het aan het strand grenst?
2e. Hoe was het Noordzeewater op eenigen af
stand van de kust? en
3e. Hoe was de hygiënische toestand op het
strand in de omgeving der badplaatsen?
Bedoeling van het zeewater-onderzoek was te
trachten een aantal objectieve gegevens te krij
gen over den invloed van het afvalwater dat
er in geloosd wordt met het vooropgezette doel,
na te gaan of op het oogenblik van vervuiling
van het zeewater sprake zal zijn.
De resultaten van het onderzoek hebben wel
uitgewezen, dat de zwemmers en zwemsters in
pne Noordzee-badplaatsen zich niet ongerust be
hoeven te maken; zoo heeft het zwemmen in
min of meer vervuild oppervlakte-water der zee
de laatste vijftig jaar geen rol gespeeld bij de
verspreiding van ziekten.
De hygiënisten mogen over het algemeen te
vreden zijn, wanneer zij weten hoe het water,
waarin gebaad en gezwommen wordt, aan het
strand is; wanneer al hier of daar eens eenige,
overigens niet gevaarlijke, vervuiling optreedt,
is de zelfreinigende kracht van het water wel
zoo groot, dat er van hinder niet gesproken
behoeft te worden
Verschillende bijzonderheden omtrent het
strand zelf zijn verzameld door mevr. Schoone-
veldtvan der Kroes.
Het strand aan Wijk aan Zee wordt volgens
dit rapport gedurende het seizoen blijkbaar goed
schoon gehouden door den exploitant; er zijn
pompen geslagen bij het Zuiderbad en aan den
voet van de duinen; er wordt gekampeerd voor
de duinen op het strand; er staan ongeveer 500
huisjes; men gaf op, dat er soms meer dan
duizend menschen waren.
Aan het strand van Castricum, dat van ge
meentewege schoon gehouden wordt door pa
pierprikkers, is een honderd meter beschikbaar
voor kampeerders; er is een kraan voor de
waterleiding; het eigenlijke kampeerterrein is
Bakkum achter de duinen; in het hoog-seizoen
komen er 3000—5000 menschen tegelijk; totaal
in één zomer 25.000—30.000 personen; er staan
ongeveer 900 tenten en eenige vaste gebouwen,
door de Provincie driemaal in orde gebracht.
Het strand voor IJmuiden wordt schoon ge
houden door de pachters; kampeeren is er ver
boden; het eigenlijke kampeerterrein ligt in de
duinen, waar in normale omstandigheden plaats
zou zijn voor meer dan 1000 huisjes; het drink
water is leidingwater, het waschwater pomp
water.
Van het strand van Zandvoort is een 500
meter, tegen de grens van de gemeente Bloe-
mendaal aan, beschikbaar als kampeerterrein.
In Augustus van het vorige jaar hebben er on
geveer 360 tenten gestaan; op dit terrein be
vinden zich zes waterkranen; men is er zeer
tevreden over den toestand.
De gemeente Noordwijk strand van de ge
meente Katwijk tot de grens van Noord-Holland
heeft volgens dit rapport een zeker cachet
op te houden en verleent daarom geen vergun
ning tot het plaatsen van kampeertenten of
weekend-huisjes; alleen voor het vrije strand
anderhalven kilometer benoorden den vuurtoren
wordt een soort vergunning tot kampeeren ver
leend, niet aan iedereen doch alleen aan hier
al sedert jaren volkomen te goeder trouw en
faam bekend staande families; de pachter zorgt
hier voor drinkwater; verder zijn er op dit
strand vijf kranen van de Noordwijksche water
leiding.
Ook over den toestand op de Noordzee-stran-
den in onze omgeving mag men over het alge
meen dus content zijn.
Hoeveel duizenden en duizenden zullen er in
de komende maanden weer komen genieten van
zee én zon èn duin!
De tweede ronde voor de viertallencompetitie
werd dezer dagen gespeeld.
De uitslagen luidden: Team I, capt. J. J. v.
Elerden, 48 M.P. (1); Team 2, capt. v. d. Meij
28 M.P. (4); Team 5, capt. Turkenburg, 40 MP.
(2); Team 6, capt. Wassenberg, 37 M.P. (3);
Team 3, capt. Vesseur, 52 M.P. (1); Team 4,
capt. Ramakers, 31 M.P.; Team 7, capt. Bot
ter, 33 M.P. (2'A); Team 8, capt. Verweij, 33
M.P. (2%).
Wit-Gejie Kruis Maandagavond had in ge
bouw Domi de definitieve oprichtingsvergade
ring plaats van het Wit-Gele Kruis afd. Bloe-
mendaal-Overveen. De agenda van deze verga
dering werd vlot afgewerkt. Eb* werd o.m. dank
gebracht aan de werkers van het eerste uur,
aan hen, die hun daadwerkelijken steun hadden
verleend aan 't moeilijke oriëntatiewerk en aan
de afdeelingen Haarlem en Velsen, die beide
een groot aandeel hadden in het tot stand
komen van de afdeeling Bloemendaal.
Na het behandelen van de statuten en het
reglement werd het bestuur gekozen, dat uit
de volgende leden is samengesteld: de heer J. J.
Zantman, voorzitter; de heer Lindeman Jr., se
cretaris; de heer J. F. M- van Pinxter, pen
ningmeester; de heer J. H. Smeets en mej. A.
Kokkelkoren, bestuursleden. Dr. Bos werd tot
medisch adviseur benoemd. Tot groote tevre
denheid der vergadering werden door den voor
zitter eenige moeilijkheden met de verst ver
wijderde leden van Bloemendaal opgelost. Een
bespreking met deze leden werd in het vooruit
zicht gesteld in de „Campagna".
Nadat deheer R. Schlatmann, voorzitter van
de afdeeling Haarlem, zijn gelukwenschen na
mens het Noordhollandsch bestuur had uitge
sproken, werd deze eerste vergadering gesloten.
Gisteravond is in het K.S.A.-gebouw de jaar
vergadering gehouden van de R. K. Vereeni
ging „Het Wit-Gele Kruis."
De voorzitter, de heer J, L. F. Post, mocht
in zijn openingswoord met voldoening consta-
teeren, dat de vereeniging in 1939 is vooruitge
gaan, vooral wat betreft het aantal leden en
de kraamverzorging, waardoor het noodig was
een tweede kraamverzorgster aan te stellen.
In dit verband wees de voorzitter er op, dat
het Wit-Gele Kruis tegenover haar zusterver-
eeniging het „Witte Kruis" geen slecht figuur
slaat. De cijfers van de afdeeling Wijkverple
ging spreken in dit opzicht duidelijke taal.
Blijkens het jaarverslag had het Witte Kruis
in 1939 92 patiënten in wijkverpleging, waarbij
3098 huisbezoeken werden afgelegd. Bij het
Wit-Gele Kruis waren deze cijfers resp. 300 en
13364, of ongeveer vier maal zooveel als bij
het Witte Kruis.
Het aantal leden van beide vereenigingen is
ongeveer gelijk, doch wanneer men de gezins
sterkte in aanmerking neemt, die bij de leden
van het Wit-Gele Kruis in vele gevallen groo-
ter is, dan zal het zielental der katholieke
vereeniging dat harer zustervereeniging aan
zienlijk overtreffen. Overigens wordt dit reeds
gedemonstreerd door de cijfers der wijkver
pleging.
Hierna werd door den secretaris, den heer J.
Groeneveld, het jaarverslag uitgebracht, dat
wederom een duidelijk beeld gaf van den toe-
nemenden omvang van het mooie werk der
vereeniging. Zooals hierboven reeds is geme
moreerd, waren 300 patiënten in wijkverple
ging. De verpleegsters legden 13364 bezoeken af
en verrichtten 72 nachtwaken.
De kraamverzorging omvatte 141 kraamvrou
wen, waarbij 3243 bezoeken werden afgelegd.
Door het magazijn werden 1043 stuks verple-
gings- en ander materiaal in bruikleen afge
geven, terwijl aan het consultatiebureau voor
zuigelingen, dat in samenwerking met het
Witte Kruis wordt beheerd, 3075 consulten wer
den verstrekt, waarnaast nog 255 huisbezoeken
werden afgelegd.
Een aantal leden bedankte, doch daartegen
over meldde zich een flink aantal nieuwe leden
aan, zoodat een vooruitgang van 50 leden kon
worden geboekt. De vereeniging telt thans 1056
leden.
De rekening van den penningmeester, den
heer De Ruiter, sloot met een bedrag van
6148.07, waarin begrepen is een nadeelig saldo
van ƒ637.66. Boeken en bescheiden waren in
orde bevonden, waarna de penningmeester
onder dankzegging voor zijn arbeid werd ge
dechargeerd.
Namens de controle-commissie werd gewezen
op den omvangrijken arbeid, welke door het
bestuur wordt verricht.
De bestuursverkiezing werd uitgesteld, in
verband met de aanhangige wijziging van sta
tuten en reglement, waarvoor te zijner tijd een
afzonderlijke vergadering zal worden belegd.
Aan het slot der vergadering bracht de voor
zitter dank aan het gemeentebestuur en den
gemeenteraad voor de loyale medewerking,
welke de vereeniging heeft ondervonden, zon
der welke medewerking het voor de vereeniging
niet mogelijk zou zijn, haar mooi sociaal werk
voort te zetten.
Door onvoorziene omstandigheden is de jaar
vergadering van de Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer, welke Donderdagavond ge
houden zou worden, uitgesteld tot Vrijdag
3 Mei a.s.
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders
dd. 23 April zijn met ingang van 1 Mei a.s.
benoemd tot;
1. Referendaris, chef ter secretarie, de heer
G. T. Groen.
2. Hoofdcommies, chef der afdeeling Open
bare Werken, de heer W. J. C. Jantjes.
3. Hoofdcommies, chef der afdeeling finan
ciën, de heer Ph. ten Napel.
4. Commies aan de afdeeling Financiën, de
heer J. J. M. Verlaak.
Verder is de heer W. Chr. Suwerink, thans
Hoofdcommies, chef der afdeeling Financiën,
met ingang van dien datum overgeplaatst als
chef naar de afdeeling Algemeene Zaken.
In de vergaderzaal van het Friesche Koffie
huis aan den Zeeweg, alhier, had een dam-
wedstrijd plaats tusschen een tiental leden der
Politiesportvereeniging „Velsen" en tien amb
tenaren van het Staats Visschershavenbedrijf,
alhier.
Deze wedstrijd welke werd gespeeld op uit-
noodiging van laatstgenoemden had een zeer
geanimeerd verloop en eindigde na vele span
nende partijen met een overwinning der poli
tiemannen.
De gedetailleerde uitslagen luiden als volgt:
Politiesportver.S.V.H.
1. A. J. WittebroodP. Zwier 20
2. De GrootDe Pagter 20
3. P. Wouda—De Niet 2—0
4. J. B. BruinSchaap 20
5. C. de VriesPh. Groen 02
6. P. Niehof—Korf 2—0
7. J. WeeninkDe Boer 02
8. P. LansaatStarreveld 20
9. J. PadmosKolle 02
10. H. W. TeerinkGroeneveld 0—2
12—8
BATAVIA, 23 April (Aneta) De Gou
verneur-Generaal heeft, zooals reeds werd
aangekondigd, vanuit het paleis te Buiten
zorg een rede gehouden, welke uitgezonden
werd over alle N. I. R. O. M. zenders. Z. E.
sprak daarbij als volgt:
Ik vraag mij af, luisteraars, met welke ver
wachting gij neerzit om mij aan te hooren.
De tallooze geruchten, die in omloop zijn.
hebben stellig ook u bereikt en misschien dee-
len verscheidenen uwer in de stemming van on
rust, die zij teweeg hebben gebracht.
Wellicht verwacht gij thans een treffende tij
ding te zullen vernemen, welke past in het ka
der van de wel zeer zorglijke voorstelling, die
velen zich blijkbaar van den toestand hebben
gevormd.
Gelukkig heb ik niet een zoodanige tijding
voor u.
Integendeel, ik heb de tusschenkomst
van de N.I.R.O.M. ingeroepen, om u te
verzekeren, dat er niets, wat terecht
sensatie wekken zou, te melden valt en
u te vragen er over na te denken of de
ongerustheid, die ontstaat, niet vol
strekt onmatig is.
Wat ia het dat deze stemming rechtvaardi
gen kan? Wij zijn niet slechts burgers van dit
schoone land, maar tevens wereldburgers, die
deel hebben aan de spanningen van het he-
dendaagsche gebeuren. Wij stellen ons voor
oogen de gevaren, die in het bijzonder het
moederland bedreigen kunnen en trachten ons
rekenschap te geven van den weerslag op onze
eigen samenleving van allerlei, dat eens wer
kelijkheid zou kunnen worden.
Dit te doen is juist. Zoo behoort het te zijn.
Dit is medeleven. Dit is vooruitzien en waak
zaam zijn.
Maar het is niet juist, alleen de donkere
zijde van het beeld der mogelijkheden in het
oog te vatten, met name te Vergeten dat Ne
derland zich vastbesloten afzijdig houdt van
den strijd, dien anderen strijden, dat het hoe
zeer bekneld in vrede met zijn buren leeft
en een weermacht heeft, die naar alle wind
richtingen paraat van een uitnemende be-
leekenis is geworden.
Is het waardig', of ook maar zakelijk verde
digbaar, deze factoren gering te schatten?
Is het verder juist bij de beschouwing van
de gevolgen voor Indië van een eventueel ramp
zalig gebeuren in Nederland het belang van
het verschil in geografische ligging te onder
schatten en zich thans reeds bedreigd te voe
len en aldus te moede, achterdocht te uiten
jegens velen, die geen beteren wensch kennen
dan als rustige burgers in ons midden te ver-
keeren?
Er ligt een sterke suggestie in den term „bin-
nenlandsche vijand", een suggestie, die aan
stonds dreigt de gedachten te voeren buiten de
grenzen der redelijkheid.
Waraop grondt zich bovendien de velling
van het oordeel, dat te beluisteren is, dat
de regeering stil zou zitten?
Bedenkt, luisteraars, dat de overheid zich
in alles mengt om de nadeelen van de ver
storing der verhoudingen af te wenden,
voor de voedselvoorziening zorgt, het oog
op den in- en uitvoer en op de scheepvaart
heeft, de prijzen regelt, en boven alles
vergeet het niet ten koste van groote
offers aan de weermacht bouwt.
Het zou toch onverklaarbaar zijn, dat zij
ten aanzien van de binnenlandsche veilig
heid zonder oordeel en zonder daden blij
ven zou,
Dat slechts een deel van haar bedrijvigheid
op dit gebied naar buiten treedt, mag voor
zeker i.iet de veronderstelling wekken van het
werkeloos gadeslaan.
De aard van een goed deel van wat gedaan is
of voorbereid, brengt nu eenmaal mede, dat
openbaarheid wordt vermeden.
Misschien echter denkt gij, als gij dit aan
vaardt. aan maatregelen, die werden zij ge
nomen overeenkomstig de wenschen die hoor
baar worden naar buiten zouden moeten blij
ken en nog niet genomen, daar immers onge-
bleken zijn.
Dan moge de omstandigheid, dat de regeering
meer dan anderen de gegevens tot het vormen
van een oordeel ter beschikking staan, bij u de
vraag doen rijzen, of nu juist die maatregelen
in den drastischen vorm, die wordt aangeprezen,
geboden of zelfs maar wenschelijk zijn.
Bij regeering en geregeerden is het on
miskenbaar noodig in deze tijden stemmin
gen te bedwingen en bij elke overweging in
bezonnenheid en ernst van een grondslag
van feiten uit te gaan. Op feiten, van het
heden en de mogelijkheden die zij bij zake
lijke beschouwing voor de toekomst schijnen
in te houden, is het oog van de regéering
waakzaam gericht.
Ik verzeker u dit vanaf de plaats, waar
vele draden samenkomen.
De plicht van paraatheid is in dezen aan
de regeering opgelegd.
Anderen kunnen dien plicht niet van haar
overnemen. Het zou zelfs schadelijk zijn indien
daarnaar werd gestreefd.
Een machtige steun kan daarentegen aan
de regeering worden geschonken door ver
trouwen, beheerschte aandacht en mede
werking van allen wien de openbare zaak ter
harte gaat.
De onrust, die dreigt te komen, psycholo
gisch wel te verklaren, vindt nochtans in het
bestel van de feiten niet haar rechtvaardi
ging.
Ik meen U en de gemeenschap een dienst te
bewijzen door met nadruk dit laatste te zeggen
Het is daarom, dat ik tot heb gesproken.
Gisteren is op den Wijkerstraatweg de 5-
jarige H., wonende te Velsen-Noord aangere
den door een auto, bestuurd door H. te Alphen
aan den Rijn. Het ongeval is vermoedelijk te
wijten aan het feit, dat de jongen plotseling
den rijweg overstak. Hij bekwam een bloedende
hoofdwonde, welke door Dr. Fierstra verbonden
werd en is daarna door zijn moeder afgehaald.
Door de Rijksveldwacht is de 18-jarige C.,
wonende te Velsen-Noord aangehouden, die nog
een gevangenisstraat van vier maanden te goed
had. De aangehoudene is door de gemeente
politie in arrest gesteld.
Hij de gemeentepolitie is door K., wonende te
Santpoort, aangifte gedaan van vermoedelijken
diefstal van een damestasch, inhoudende on
geveer ƒ9.Een onderzoek wordt ingesteld.
Voor het examen costumière slaagden aan de
R. K. Naaischool te IJmUiden-Oost de dames:
E. v. Rijn, P. v. d. Pieterman, A. Knapen, A.
Heilig, M. Vink, M. Post, B. Warners, T. de
Graaff, M. v. Kaam en T. v. Veen.
(Berichten reeds geplaatst in een
deel van onze vorige oplaag)
Een vechtpartij in een café in het Zuiden
van ons land, op 1 October van het vorig jaar,
heeft zeer ernstige gevolgen gehad. Een sol
daat werd gedood en een ander gewond. Dinsdag
moest de 20-jarige soldaat P. M. wegens dood
slag voor het Hoog Militair Gerechtshof te
recht staan, nadat de Bossche Krijgsraad hem
tot tien jaar gevangenisstraf had veroordeeld.
Hij bleef evenwel ontkennen de dader te zijn
geweest.
Des avonds 10 uur kwam beklaagde in bur
ger met zijn vriend het café-tje binnen. De
vriend had weldra ruzie met een der militai
ren, die daar zaten te drinken, hetgeen tot ge
volg' had, dat beiden het café uit werden ge
zet. Later kwamen zij terug, dóch toen zij za-
.gen, dat de militairen weggingen omdat zij
om 11 uur op het appèl moesten zijn gin
gen beklaagde en zijn vriend ook naar buiten.
Kort nadat twee militairen het café hadden
verlaten, kwamen zij terug, beiden gewond. De
een had een messteek in zijn rug, de ander
drie messteken in zijn hals. Hij wankelde het
café binnen en riep: „Help, help, ik bloed
dood." Niet lang daarna bezweek hij. De ver
wondingen van den ander bleken ongevaarlijk.
M. was inmiddels naar huis gegaan, waar hem
later werd verteld, dat de soldaat gedood was.
„Het kan me niets schelen, wat er gebeurd
is", moet hij gezegd hebben, „al krijgik er tien
jaar voor."
Hij bleef echter volharden onschuldig te
zijn. Hij gaf toe een mes bij zich gehad te heb
ben; hij had dat zelfs in het café laten zien.
doch toen hij er uit gezet werd, is hij gestrui
keld en heeft het mes verloren.
De advocaat-fiscaal achtte beklaagde schul
dig aan zware mishandeling, den dood tenge
volge hebbende en eischte bevestiging van het
vonnis van den Bosschen Krijgsraad.
De verdediger, mr. P. Triepels te Roermond,
meende, dat de opgelegde straf veel te zwaar
is. Beklaagde heeft in dronkenschap in een
opwelling van drift gehandeld.
Er is z.i. geen sprake van een laf en laag
hartig handelen, waarvoor men de maximum
straf wil opleggen.
Uitspraak volgt later.
LONDEN, 23 April. (Reuter) De Duitsche
radio-omroep heeft heden het volgende ver
klaard:
„Svenska Dagbladet" heeft de onbeschaamd
heid gehad, een gruwelverhaal te publiceeren,
volgens hetwelk Duitsche vliegtuigen in het
open veld nabij Drontheim met hun machine
geweren Noorsche vrouwen en kinderen zouden
hebben beschoten. De Zweedsche pers heeft den
laatsten tijd eenigszins onbeschaamde aanval
len op Duitschland gedaan. Tot nu toe heeft
Duitschland zulke aanvallen slechts voor ken
nisgeving aangenomen, doch thans begint de
Zweedsche pers een gewoonte te maken van het
voeren der zuiverste gruwelpropaganda.
Duitschland is niet bereid, werkeloos toe
te zien, dat de eer der Duitsche soldaten
ongestraft bevlekt wordt. Wij verwachten,
dat de Zweedsche autoriteiten eens en voor
altijd een einde aan zulke dingen maken.
Voor den krijgsraad te Utrecht stond terecht
de 21-jarige sergeant-capitulant Van E., die
eenige maanden geleden een meisje met een re
volverschot heeft gedood.
Uit het relaas van den beklaagde kwam vast
te staan, dat hij met een soldaat, die een vriend
van hem was, en eenige meisjes op een kamer
vertoefde. Hij had voor de aardigheid zijn re
volver getrokken en den loop in den hals van
een der meisjes gedrukt. Zijn vriend was toe
gesprongen en had hem op het roekelooze van
zijn daad gewezen. Even later trok hij opnieuw
zijn revolver en richtte het wapen op eenigen
afstand op hetzelfde meisje. Nu ging het schot
af. De halsslagader was getroffen en een sleu
telbeen werd verbrijzeld. Eenige dagen later is
het meisje overleden.
De auditeur-militair wees op de buitengewoon
roekelooze wijze waarop de beklaagde te werk
was gegaan en eischte een gevangenisstraf van
zes maanden.
Het bestuur van de vereeniging van uitge
vers van dagbladen „De Nederlandsche Dag
bladpers" lieeft den heer mr. H. M. Planten,
directeur van het „Algemeen Handelsblad", be
noemd als vertegenwoordiger in het bestuur
van de stichting „Het Nederlandsch Persmu
seum" te Amsterdam.
Wederom heeft een Engelsch vliegtuig
een Nederlandsch visschersvaartuig bestookt,
n.l. den IJmuider treiler „Adelante" IJm. 19.
Dit is de tweede Engelsche aanval in enkele
dagen tijds. Vorige week rapporteerde de
schipper van den treiler „Prinses Beatrix",
dat hij door een eskader Engelsche vlieg
tuigen was aangevallen. Thans blijkt ook dc
„Adelante" door een Engelschen bommen
werper te zijn bestookt, waarbij gelukkig nie
mand werd getroffen.
Reeds vorige week Vrijdag is gemeld, dat te
IJmuiden hardnekkige geruchten de ronde de
den, als zouden de treilers „Erin" en „Adelante"
beschoten zijn tijdens de visscherij. Dinsdag
middag keerde de „Adelante" weer te IJmuiden
terug en hadden wij een onderhoud met schip
per P. v. d. Mij, die ons de juistheid van deze
geruchten bevestigde. De vorige reis, aldus de
schipper, was het een Duitscher, die ons van
den 58en graad N.B. wegjoeg, maar nu was het
een Engelschman, die ons bestookte. Het is de
laatste dagen anders wel raak, aldus de schip
per.
De vorige reis van de „Adelante" werd zij
eveneens beschoten, enkele dagen later rappor
teerde de treiler „Prinses Beatrix" den aanval
van een Engelsch eskader, daarna de „Erin"
van een Duitsch vliegtuig en een dag later had
wederom de „Adelante" overlast.
Wij bevonden ons, zoo vertelde v. d. Mij, de
vorige week Woensdag des morgens te elf uur
even voorbij den 58en graad. Wij hadden juist
onze netten binnengehaald en de visch lag nog
aan dek te spartelen. De bemanning was bijna
geheel aan dek om de visch te strippen, te be
handelen en te sorteeren, toen een groote En
gelsche bommenwerper recht op ons afkwam.
Hij cirkelde eerst om ons heen en toen hij recht
voor ons uit was en in een razend snel tempo
op ons afstormde, gebeurde er iets waar geen
van ons op gerekend had.
Geheel onverwachts opende dit Engelsche
vliegtuig het vuur. De bemanning stoof
uiteen, de een rende de machinekamer in,
de ander vloog in de kombuis, weer een
ander kroop achter de winches en zoo zoch
ten allen een veilig heenkomen. Weer kwam
het vliegtuig terug, maar nadat het nog
een enkele maal om ons heen gecirkeld had,
vloog de machine gelukkig weer weg. Voor
dat het vuur geopend was, aldus schipper
v. d. Mij, stak ik de Nederlandsche vlag nog
buiten de stuurhut, hoewel dit eigenlijk
niet noodig is, omdat er wel zes vlaggen op
ons schip geschilderd zijn. Ook het woord
„Holland" staat er met koeien van letters
op, De beschieting kwam met dit al als een
donderslag bij helderen hemel.
Daar wij geheel alleen in deze buurt waren,
besloten wij huiswaarts te stoomen. Wij hebben
nog enkele dagen rond den 54en graad ge-
vischt. Men zal begrijpen, dat ook deze reis, aldus
de schipper, evenals de vorige, voor ons een
belangrijke schadepost beteekent. Vooral :de
vorige reis zag er aanvankelijk zoo goed uit.
Wij hadden een paar prachtige trekken ge
daan, toen wij door den Duitscher werden weg
gejaagd. Nu hadden wij weer een vrij behoor
lijke visscherij en nu joeg deze Engelschman
ons van den vischgrond.
Een der leden van het machinekamerpersoneei
heeft verklaard, dat hij kogels op den schoor
steen hoorde ketsen. Roet vloog omlaag, doch
een spoor heeft men er niet van kunnen ont
dekken. Op de thuisreis ontmoette de „Ade
lante" Maandagnacht wederom een vliegtuig
doch door de duisternis kon men de nationali
teit niet vaststellen. Met een vangst van slechts
400 manden visch keerde de „Adelante" te
IJmuiden terug.
De dienstplichtige sergeant B. A. J. H. heeft
zich aan een reeks zeer ernstige vergrijpen
schuldig gemaakt, zoodat de krijgsraad te
's-Hertogenbosch hem ongeschikt voor den mili
tairen dienst heeft geacht.
Het begon ermee, dat hij als commandant
van de wacht van een grenscompagnie deze
wacht heeft verlaten, om in een naburig cafe
eenige biertjes te gaan drinken. Toen twee lui
tenants hem over dit onbehoorlijke gedrag on
derhielden, is hij geheel overstuur geraakt, om
dat hij voelde, dat het gepleegde feit niet on
gestraft zou blijven. Hij belde later een der
luitenants op, om te hooren of er „wat van
komen zou" en toen de luitenant bevestigend
antwoordde, werd hij kwaad en heeft den offi
cier beleedigende woorden toegevoegd. Het erg
ste kwam evenwel daarna. Toen de officieren
naar hem toe kwamen, om hem in arrest te
stellen, heeft de sergeant zich met een geweer
gewapend, in een boschje verscholen en heeft,
toen de officieren hem gelastten uit het boschje
te komen, verscheidene schoten op hen gelost,
die gelukkig geen doel troffen.
De Krijgsraad veroordeelde H. tot vijf jaar
gevangenisstraf met ontslag uit den militairen
dienst en ontzetting van de bevoegdheid bij de
gewapende macht te dienen en na den straftijd
ter beschikking stelling van de regeering, omdat
een psychiatrisch rapport den sergeant vermin
derd toerekeningsvatbaar had verklaard.
Voor het Hoog Militair Gerechtshof, voor
welk college de sergeant Vrijdag in hooger be
roep terecht stond, verklaarde hij, dat hij uit
zelfverdediging had gehandeld. Hij was bang,
dat de officieren in het boschje zouden schieten
en hem raken. Om hen schrik aan te jagen
had hij langs hen geschoten. Inderdaad hadden
de kogels geen doel getroffen.
De advocaat-fiscaal, jhr. mr. L. H. K. C. vall
Asch van Wijck, zeide in zijn requisitoir, dat,
zelfs al neemt men beklaagde's redeneering aan,
hij toch nog strafbaar is. Men mag allerminst
op een meerdere schieten, om hem angst aan te
jagen. In plaats van zijn geweer weg te doen,
zooals de officieren hem bevolen, heeft hi)
éenige schoten in hun richting gelost.
Op een dergelijk feit aldus de advocaat
fiscaal staat de doodstraf. Beklaagde wordt
verminderd toerekeningsvatbaar geacht, doch
in groote mate is dit te wijten aan zijn drank
misbruik. Nochtans is zijn genezing mogelijk
geoordeeld, zoodat spr. het vonnis van den
Krijgsraad zeer juist gewezen achtte en beves
tiging daarvan vroeg.
De verdediger, mr. H. A. H. Canter Cremers,
achtte de opgeiegde straf te zwaar. Wil men
hem in een verpleging opnemen, dan is gevan
genisstraf overbodig, want daar wordt hij toch
niet beter van.
De uitspraak van het Hof volgt later.