Uitwegen voor het platteland h||)— r/ Mdrnfefmal vonden da§ SOCIALE WAARDE VAN DEN BOERENSTAND hEbï U NOtj tjEEN AckrERLickr? KINDERPRENTJES MAANDAG 29 APRIL 1940 Industrialisatie en emigratie HEEMSTEDE HILLEGOM Lievigheden die dwalingen in de hand werken UIT DEN OMTREK BEVERWIJK IJMUIPEN R.K. Vrouwenbond ZANDVOORT WA» v TSZZSZ I Ven hartstochtelijk een goed huwelijk l DE H. VADER OVER LECTUUR RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN Het probleem van het grondgebrek en de daaruit voortkomende werkloos heid ten plattelande is dringend. Doch er bestaat een groote afstand tus- schen het stellen van de kwestie en het vinden van een oplossing. Men kan deze geheele aangelegenheid in de volgende korte formuleering samenvat ten. Er is heden te weinig cultuurgrond aanwezig voor degenen, die een bedrijf willen beginnen. Nu is er in ons land nog wel zooveel woes te grond, dat ontginning daarvan plaats zou bieden aan de huidige generatie. Doch daar het in-cultuur-brengen tientallen jaren in beslag zal nemen, kan het huidige geslacht op die wijze toch maar ten deele geholpen worden. En ook als alle grond- looze jonge boeren en tuinders van nu een bedrijf zouden hebben gekregen, komen wij over tien of twintig jaren toch weer voor dezelfde vraagstukken te staan, ter wijl dan géén ontginbare woeste gronu meer over zal zijn. Het platteland van Nederland kan, in één woord, zijn bevol kingsaanwas niet meer opnemen. Er moet dus gezocht worden naar nieuwe middelen. Men mag zich echter niet voor stellen, dat deze gemakkelijk te vinden zijn, noch ook, dat zij zonder moeite kunnen worden toegepast. In het algemeen genomen zijn er drie wegen om de werklooze bevolking van het platteland te helpen. De eerste is intensiever bewerking van den bodem, waardoor per eenheid meer arbeidskrach ten noodig zijn. De tweede is verandering van beroep voor de opgroeiende generatie, waardoor zij een plaats kan krijgen in han del of industrie. De derde is emigratie. Bij het eerste middel gaan de gedachten vooral in de richting van uitbreiding var; den tuinbouw, een zeer arbeidsintensief be drijf, waarin op een geringe oppervlakte een betrekkelijk groot aantal menschen werkzaam is, en waarbij over het algemeen aanzienlijke kapitalen gebruikt worden. Wat den grond aangaat, zou uitbreiding van den tuinbouw inderdaad mogelijk zijn. doch de groote moeilijkheid is hier: de af zet van het product. Bij normale handels verhoudingen zou de afzetmogelijkheid vrij zeker gewaarborgd zijn. Men zou dan ech ter moeten kunnen rekenen op een vrij en ruim handelsverkeer met geheel West- Europa; de toestand van ons werelddeel is echter thans, te .slecht,, de toekomstige ontwikkeling te onzeker, om eenigen grond te bieden voor de verwachting, dat zulk een vrij handelsverkeer binnen afzienbaren tijd zal kunnen tot stand komen. Daarom zou uitbreiding van den tuin bouw in dezen tijd dan ook een zeer ris kante speculatie zijn op een zeer onzekere toekomst. Dit geldt ook, als de tuinbouw uitsluitend een kwaliteitsproduct zou voort brengen, dat de concurrentie op elke markt kan weerstaan; want een bedrijf, dat zich op zulke kwaliteitsproducten toelegt, is zoo kostbaar en kwetsbaar, dat het een te groot risico schijnt, daaraan te beginnen in een tijd, nu Europa door den oorlog, die den welstand verslindt, noodzakelijkerwijs moet verarmen. Het tweede middel, waardoor het platte land van den druk. bevrijd zou kunnen worden, is de verandering van beroep Handel en industrie zouden een deel van de huidige en toekomende bevolking moe ten opnemen. Dit is echter alleen mogelijk bij uitbrei ding van de industrie, en daaraan zijn zulke groote bezwaren verbonden, dat men weliswaar dit middel, als men alleen op de cijfers iet, kan beschouwen als een uit komst voor de overbevolking van het plat teland, doch dat hieruit voor ons volk in zijn geheel groote nadeelen zouden voort vloeien, zoowel in economisch als in sociaal opzicht. Het tijdperk van onbeperkte uitbreiding der industrie in Europa is voorbij, nu elk land in heel de wereld zijn eigen industrie zoekt uit te breiden, vaak met zeer goed resultaat. Europa's functie als leverancier van industrieele producten aan de geheele overige wereld is voorbij. Het zou daarom geen goede politiek zijn te streven naar een industrialisatie van Nederland op zoo groote schaal, dat daardoor de plattelands- „Morgen ga ik ervoor zorgen „O, ja, da'» waar ook....** „Ik heb nog geen tijd gehad". Al die „argumenten" tezamen helpen tegen bekeuringen (en-. botsingen!) veel minder goed dan 'n {ietsachter licht op z'n eentje! he bevolking zou kunnen worden opgenomen temeer, omdat ons land gelegen is midden tusschen de groote industriecentra van Europa, België, Duitschland en Engeland. Uitbreiding van de industrie is op be paalde terreinen zeker mogelijk en nuttig, doch ook waar zij zich op de binnenlandsche markt richt is, zij onderhevig aan dwin gende factoren en strenge berekeningen van economischen aard en tegenwoordig ook aan internationale handelsverhoudin gen. Afgezien van de zuiver economische kostprijskwesties valt in het hier behan delde verband nog te bedenken, dat uit breiding van de industrie voor de binnen landsche markt vermindering van afzet mogelijkheid van land- en tuinbouwpro ducten kan meebrengen, omdat de invoei onzerzijds van het product van een onzer afnemers vermindert. Waar tegenwoordig niet nieer de individuen handel drijven maar de staten, pleegt men bij de onder handelingen over een handelsverdrag wei degelijk met dergelijke factoren rekening te houden. In de mate waarin uitbreiding der in dustrie onder deze economische verhou dingen mogelijk is, biedt zij zeker geen oplossing voor de omvangrijke problemen van het platteland. Van den anderen kant echter moet men ook overwegen, dat een afvloeiing van de plattelandsbevolking naar de industrie, zelfs al zou zij economisch mogelijk zijn, in sociaal opzicht zeer be denkelijk is. Een gezond volk moet rusten op een breode agrarische basis en kan de regene- reerende krachten van het platteland en het landleven niet ontberen. Maar daarom moet er ook op gelet worden, dat de ver houding tusschen het agrarische en her stedelijk deel der bevolking niet verbroken wordt ten nadeele der eerstgenoemden. Als men zou kunnen komen tot een zoodanige uitbreiding van de industrie, dat het gan- sche agrarische bevolkingsoverschot daarin kan worden opgenomen, zou de agrarische basis van ons volk relatief veei smaller worden, hetgeen voor de stabiliteit, de weerkracht en andere waardevolle eigen schappen van het sociale organisme zeer nadeelig is. Vergrooting van den indus- trieelen bovenbouw met verhooging van den druk op de relatief smaller wordende basis zal slechts met voorzichtigheid gepro pageerd en bevorderd mogen worden. Als derde en laatste middel blijft dan nog over de emigratie, een middel, dat wij niet alleen in handen hebben, doch waarvoor wij de toestemming en de medewerking van vreemde mogendheden noodig hebbent De emigratie biedt groote uitzichten, maar ook zijn er tal van bezwaren en moei lijkheden aan verbonden; beide zullen wij in een afzonderlijke beschouwing uiteenzet ten. Wij willen er hier echter reeds met nadruk op wijzen, dat, wanneer de emigra tie een oplossing zou bieden, dit geen reden mag zijn om in uiterste zorg voor den landbouw in Nederland te verzwakken. In tegendeel, deze moet zoo sterk mogelijk bevorderd worden, om zooveel mogelijk vakkundige, welvarende boeren in eigen land te houden. Het is daarom niet alleen noodig de volle aandacht te besteden aan de emigratie, maar ook de bestaansvoor waarden voor de boeren in eigen land zóó te vormen, dat ons eigen boerehvolk zoo gezond en zoo talrijk mogelijk is. Tooneelavond in de R.K. Kweekschool In de maand Maart hebben leden van de Leerlingen-tooneelclub der Bisschoppelijke Kweekschool voor huisgenooten opgevoerd een modern tooneelspel „Het gebroken palet" va' den priester-kunstschilder Jean Adams, dat eener- zijds belangrijk geacht werd om den rijkdom van gedachten, anderzijds echter een risico inhield wat betreft de speelbaarheid. Het resultaat was echter een verrassende waardeering, die de leiding van deze club nu den moed gegeven heeft, om voor genoodigden uit wijder kring deze uitvoering nog eenmaal te herhalen. De uitvoering zal plaats hebben op Maandag 29 April, 's avonds om half acht, in de gym nastiekzaal der Kweekschool op het nieuwe too- neel. De gasverkenners in actie. Zaterdagmid dag kwam de tijding dat een bom met mosterd gas was ingeslagen op het terrein van openba re werken. Het was gelukkig maar een loos alarm. Er was alleen mosterdgas ergens neer gegoten, om de oefening, zoo volledig mogelijk te maken. Het eerst kwam de gasverkennersdienst in actie, die voor de moeilijke taak stond tusschen de diverse materialen de plaats op te zoeken. Toen dit gelukt was, kwam ook de ontsmet- tingsploeg in beweging. Een paard was, ook denkbeeldig natuurlijk, met het mosterdgas be smet. Het terrein werd bestrooid met gloor- kalk, het paard werd bestrooid met anti-mos terdgaspoeder en de slangen werden aangelegd om de in de omgeving staande wagens, het paard en de straat af te spoelen en schoon te schrobben, terwijl de spitters in actie kwamen om den grond diep om te spitten. Na het frissche bad ging het paard weer naar den stal en konden de verschillende deel neemsters en deelnemers weer uit hun warme pakje kruipen. De oefening, die onder leiding stond van inspecteur A. Berentsen en Dr. W. L. Wolff, mag zeer goed geslaagd heeten. De gezondheidstoestand van den burgemees ter. Zooals velen wel bekend zal zijn, is de burgemeester van Heemstede, jhr. J. P. W. van Doorn, reeds geruimen tijd ziek. Gelukkig heeft de ziekte een gunstige wen ding genomen en zal Z. Edelachtb. waarschijn lijk binnen afzienbaren tijd zijn ambtsbezighe den kunnen hervatten. t Was een boIlenz<m°ag Na het noodweer van Zaterdag 1.1. is het Zondag met het weer meegevallen en ofschoon de bloemenvelden ge leden hebben van den hagel, waren de velden mooier dan ooit. Alles bloeit dit jaar tegelijk. De narcissen zijn anders reeds verdwenen als de hyacinten gaan bloeien en deze worden weer gevolgd door de tulpen. Dit jaar ziet men de narcissen en hyacinten en vroege tulpen tege lijk in bloei. Het was druk langs den weg en de blüemen- verkoopers maakten goede zaken. De uitkijktoren aan de van de Endelaan had veel belangstelling. Ht is ook een prachtig uitzicht dat men bo ven op den toren heeft over de omliggende vel den en het dorp. Den geheelen dag waren er passagiers voor de boot, zoodat hier ook goede zaken gedaan werden. Niet minder was dit het geval in de gezellige consumptietent van den heer van Dril, welke bij den uitzichttoren is gebouwd. Deze Zondag was voor Hiliegom een bolien- Zondag. Zondag as. zal dit niet minder het geval zijn. Dan worden de laatste blOembollenmarschen gehouden van onze wakkere wandelsportveree- niging Sint Christoforus. De belangstelling is er al. Reeds gaven zich ruim 500 liefhebbers en liefhebsters van deze mooie sport op. Dat deze vereeniging in hoog aanzien staat blijkt uit de groote belangstelling. Om zes uur Zondagavond zal de Burgemees ter de prijzen uitreiken. Het hoofdbestuur van den D.H.S.B. zal daarbij tegenwoordig zijn, evenals het bestuur van de Haarlemsche Spörtcentrale. Deze bloembollenmarschen zijn een bijzon dere attractie ook voor de toeschouwers. Ieder jaar beter en grootscher. Viering van het 20-jarig bestaan Onder groote belangstelling vierde de R.K. Vrouwenbond, afd. iJmuiden-Oost, haar vierde lustrum. De dag werd ingezet met een H. Mis voor de leden. Des avonds vond in het St. Fidelisge- bouw een groote feestvergadering plaats. De zaal was tot aan de laatste plaats bezet, toen de presidente, mevr. B. de Rooij, den avond opende en in het bijzonder den oprichter dezer vereeniging, pater Xlexander. hartelijk welkom heette, zoomede het geheele eerste bestuur van die dagen. Het jubileerende bestuur, dat thans gevormd wordt door pater Livinus, geestelijk adviseur, Mevr. B. de Rooy, M-svr. M. v. d. Pieterman, mevr. G. Janson, Mej. A. Fikke en de dames C. Ros en J. Kockx, nam plaats achter de be stuurstafel, welke rijkelijk met bloemstukken was versierd. We zagen bloemstukken var. de beide zuster- vereenigingen uit IJmuiden-West en Velsen- Noord en de R.K. Middenstandsvereeniging „De Hanze". VOorts waren schriftelijke gelukwenschen binnengekomen van ZOS en Pater Frumentius O.C. e.a. Mevr. De Rooy 'zeide dat op 13 Januari 1920 de R.K. Vrouwenbond was opgericht met 50 leden,.wélk ledental gestegen.is tot 200.. Eén woord van opréchten dank bracht zij aan pa ter Alexander en pater Ern'stus, daar beiden zeer veel voor de afdeeling hebben verricht. Spr, wierp een terugblik op deze afgeloopen 20 jaar en memoreerde het veelzijdige, nuttige en mooie werk van den R.K. Vrouwenbond. Een extra woord van dank mocht mevr Janson in entvangst nemen, daar zij 20 jaar penningmeesteresse is en haar taak steeds met de grootste accuratesse heeft verricht. Als een stoffelijk blijk van waardeering mocht zij een prachtige fruitmand in ontvangst nemen. Ook tot mevr. Grimbergen sprak de pre sidente woorden van waardeering en erkente lijkheid voor de wijze waarop zij ruim 16 jaar lang haar werk in het bestuui verricht. Onder luid applaus werd zij benoemd tot eere-lid der vereeniging. Mevr. Grimbergen dankte in eenige welgekozen woorden. Thans besteeg de oprichter en oud-geestelijke adviseur der jubileerende vereeniging, pater Alexander, het spreekgestoelte. Het verheugde hem vele oude bekenden hier weer terug te zien en dankte voor de bijzonder gewaardeerde hulp die vele dames hem hadden gegeven bij zijn arbeid. Nadat we in de eerste dagen tal van moeilijkheden hadden overwonnen, aldus de feestredenaar, zagen we den R.K. Vrouwenbond van Velseroord groeien en bloeien en werd hij hier als het ware de bakermat van veel goeds op godsdienstig, sociaal en charitatief terrein. Spr. wees op de vele acties, die de Vrouwenbond steunde. Met vreugde memoreerde pater Alexan der het initiatief van mej. Glas, die de pio nierster genoemd mag worden van de bedevaar ten naar Heiloo, welk werk thans nog steeds wordt voortgezet onder mej. Alders. Uitvoerig besprak pater Alexander hierna de mooie taak, die de Vrouwenbond thans verricht op het godsdienstig, sociaal en charitatief terrein Spr. bood de jubileerende vereeniging zijn besW gelukwenschen aan en hoopte dat onder OK ds rfjksten zegen de vereeniging op den ingeslagen weg zal mogen voortgaan. Bij een feest behoort ook een geschenk. Zoo dachten ook de jubileerende leden van afd. IJmuiden Oost er over. Een gelukkig initiatief was het om deze vereeniging, die zich tal van malen naar buiten begeeft, een vaandel aan te bieden. Namens het vaandelcomité bood mevr. Steenmeyer in eenige hartelijke en welgekozen woorden het jubileerende bestuur een fraai vaandel aan. Spr. hoopte dat onder Gods zegen de vereeniging moge groeien en bloeien tot ge luk der leden en tot heil der parochie. Mevr. De Rooy dankte namens het bestuur voor dit nuttig en prachtig cadeau en zeide, dat op 30 Mei as. dit vaandel zou worden mee gevoerd in de processie naar Heiloo. Nadat pater Livinus het vaandel had gewijd bood ook hij als geestelijk adviseur zijn har telijke gelukwenschen aan. Spr. besloot zijn kort woord door alle leden op te wekken de banier waaronder zij zich nu schaarden steeds in eendracht trouw te blijven. Hiermede was het officieele gedeelte dezer feestvergadering ten einde en bracht mevr. De Rooy het muziekensemble Nibbering een woord van dank voor de muzikale medewerking. Tot slot van dit feest kwam de R.K. Tooneel- vereeniging „Ludamus" voor het voetlicht met een blijspel „Hij, Zij en Hottentot". Na een weinig verwachtend begin wisten de speelsters en spelers langzamerhand de juiste sfeer en climax te bereiken en kon het tal rijke publiek menigmaal volop genieten van de vele komische momenten, welke dit stuk geeft. Met veel voldoening mag de R.K. Vrouwen bond afd. Umuiden-Oost op haar vierde lus trumviering terugzien. Burgerlijke Stand Geboren: Theodorus Henricus, zoon van T. H. van Noordt en M. Roos. Van Lennepweg 17; Jacobus Henricus, zoon van C. J. Twist en E. M. van Deursen, Kennemerweg 77. Ondertrouwd: D. Petrovic en A. Bleesing, Kostverlorenstraat 113, C. A. Vossen en W. van Dijk, Pakveldstraat 26, J. van der Mije en R. Rollema, Duindoornlaan 2. Overleden: V. Rutten, oud 76 jaar, Swalue- straat 1; J. Kater, oud 57 jaar, Hoogeweg 53 rood; J. H. Steeneker, oud 79 jaar, Van Ostade- straat 10. Verbetering van öen Zeeweg B. en W- stellen den Raad voor een crediet te verleenen van f 66.000.— bij suppletoire begrooting, om de administratieve voorbereiding te kunnen voltooien met betrekking tot de verbetering van den Zeeweg (aanleg van een asphalt-beton- wegdek, waartoe B. en W. inmiddels een voor schot hebben aangevraagd bij den Rijksdienst voor de werkverruiming. In dit bedrag van f 66.000 is het grondwerk, dat in werkverschaf fing wordt uitgevoerd, niet inbegrepen. Het ligt in de bedoeling het werk na het as. zomerseizoen ter hand te nemen. Kinderprentjes van Kat. Becker In het Belgische „Sint Canisiusblad" werd de aandacht gevestigd op een merkwaardig misbruik, dat hier en daar in katholieke krin gen is binnengeslopen, n.l. het gebruiken van kinderprentjes, die een sentimenteele en ver keerde voorstelling geven van religieuze zaken. In de behoefte, om het den kinderen vooral makkelijk te maken en hen aan te spreken in hun eigen, kinderlijke sfeer, teekent men beelden die eigenlijk theolo gisch niet houdbaar zijn. Men vergeet daar bij, dat sommige abstracte begrippen nu eenmaal aan vaststaande symbolen zijn ge bonden en dat het beter is de kinderen daarmee vertrouwd te maken dan hun si tuaties voor te zetten die onjuist zijn. Bij kunstenaars en anderen, zoo laat het Vlaamsche blad zich uit (wij laten stijl en spel ling onveranderd), bestaat er nu een hevige geneigdheid om prentjes te vervaardigen voor kindjes.,.,, alles moet dan klein of „kinderlijk" zijn: de boompjesde diertjesde menschjesde engeltjes.... Om dit te ver rechtvaardigen beweert men dat het onder richt móet aangepast zijn aan de geestesge steldheid van hét kind en dat, diensvolgens, de gebeurtenissen moeten voorgesteld worden alsof het kindjes waren die spreken en handelen. Er ligt daar een misopvatting in. Het onder richt moet weliswaar aangepast zijn aan de geestesgesteldheid van het kind; maar die aan passing vergt niet, dat alles zou „kindsch" voorgesteld worden. Opdat het kind bekwaam zij iets te leeren bij middel van een prent, moet het kind reeds enkele begrippen hebben, af- getrokkene abstracte) denkbeelden; dan ook weet het kind dat er niet enkel „kindjes" bestaan, maar ook „groote menschen": het kind weet dat zijn moeder, zijn vader, de onderwijzer, de pastoor.... geen „kindjes" zijn maar „groo te menschen"; het ziet rondom zich „groote menschen" handelen, het hoort „groote men schen" spreken; het weet dat het ook eens .groot" moet worden en het verlangt dat. Het is dus verkeerd alle afbeeldingen op te maken alsof alle menschen „kindjes" waren, en alle wezens „kleine dingjes". Die verkeerde opvatting is nog erger als er spraak is van godsdienstleer: dan moet men de kinderen helpen opdat zij allengskens en meer en meer afgetrokken denkbeelden opvat ten, onstoffelijke wezens kennen, waarheden begrijpen aangaande geestelijke zaken; men mag geen dwalingen „inprenten" onder voorwendsel dat de kinderen de waarheid niet kunnen verstaan. Men moet dus de prentjes afkeuren die, als zij. eenvoudig bekeken worden door kinderen, natuurlijker wijze valsche gedachten doen ont staan. B.v.: 1. een reeks prenten waar de gebeurtenis sen van Christus' leven voorgesteld worden als of zij dóór 't kindje Jezus zouden beleefd ge weest zijn:. b.v. de kruisdraging. Men moét aan de kinderen leeren, dat het kindje Jezus „groot" geworden is, dat hij dan, als hy „groot" was, Felix Grithoven was plotseling verliefd ge worden, op Agnes Boomer. Hij was twintig jaren ouder dan zij, maar dit vond Agnes geen be zwaar. „Wat is twintig jaren verschil?" schreef zij aan een vriendin. „Men moet tegenwoordig het allereerst naar geld kijken. De rest is bijzaak Felix bezat een groot fortuin; hij woonde op een prachtig buiten, dat men kon vergelijken met een museum van kostbare antieke voor werpen. Agnes had met hem kennis gemaakt, toen haar vader Felix in de badplaats, waar zij eenige weken vertoefden, had ontmoet. De za ken van Jan Boomer gingen niet naar wenscb, maar hij was, evenals Felix, verzamelaar van oudheden. Hij had eenige zeer prachtige stuk ken, waarvoor liefhebbers, waaronder Felix, hem al dikwijls een bod hadden gedaan. Maar tot groote spijt van mevrouw Boomer en Agnes wilde hij er voor geen geld van de wereld af stand van doen. „We zouden een rijk leven hebben," zuchtte mevrouw Boo- mer dikwijls. „En te doen." i verzamelaar i „Als ze "ns pro- i beerde Grithoven te krijgen," zei Boomer op een dag, toen zijn vrouw weer een klaaglied aanhief en zij juist een praatje met Felix gemaakt hadden. „Het zou een goede party zyn, kind," moedig de de moeder met schitterende oogen aan. „Stel je eens voor. Vader zegt, dat hij schatrijk is, een groot buiten bewoont en twee auto's heeft." Dit alles bracht Agnes in de verleiding. Ze had getracht nader met hem in kennis te ko men, doch ook hij scheen dit doel te beoogen. Na enkele dagen waren zij verloofd. De ver loving werd in alle stilte in het hotel gevierd. Agnes bracht prettige dagen door, maar op den duur begon het haar te vervelen, dat Felix steeds maar sprak over alles wat antiek ge noemd kon worden. Thuis van vader hoorde ze al nooit anders. Er, als hij en Felix samen waren, dan was ook dit weer het eenige onderwerp van hun gesprek. Felix vergat er haar zelfs door. Ze had hem al eens pruilend gezegd „Praat nu ook eens over iets anders." „Och, kindje, je weet, ik heb nu eenmaal een zwak voor antiek. En je vader immers ook? Hij is daarin al evenzoo hartstochteiyk als ik. En hij kan niet van een mooi stuk scheiden. Hoe dikwijls heb ik hem al niet gevraagd, mij die Chineesche vaas te willen verkoopen, waarvan het je bekend is, dat ik het pendant heb en die ik zoo dolgraag bij mijn verzameling zou willen hebben. Ik heb er hem een zeer hoogen prijs voor geboden, maar hij wil ze niet loslaten." „Ze is een familiestuk, zooals de meeste an dere oudheden die hij heeft en daar is hij zeer aan gehecht. Maar laten wij er in 's hemels naam niet meer over praten, Felix. Ik heb er zoo onderhand meer dan genoeg van." Doch dit was aan een doovemans oor gezegd. Felix Grithoven kon er nu eenmaal niet over zwijgen. Dit begon Agnes dus meer en meer te ver velen en toen er een andere heer veel belang stelling voor haar toonde, en met wien ze ken nis maakte, verzon Agnes zoo nu en dan een uitvlucht, om met dezen mee te gaan en dus aan het gezelschap van Felix té kunnen ont komen en met Frans van Gelder een eindje te gaan toeren, al had die dan ook niet zoo'n prachtigen auto als Felix, maar slechts een twee-zittertje, dat bij een anderen eigenaar zijn beste dagen gekend had. Frans sprak niet over werken uit de oudheid. Hij hield van alles wat modern was. Ze ontving geen dure geschenken van hem, soms een toe;je bloemen, of een doosje bonbons. En dit was haar nog dierbaarder dan de antieke broche de antieke speld, de antieke armbanden, het an tieke juweelenkistje en alle voorwerpen uit ver vlogen tijdperken, waar Felix haar mee over laadde, doch die ook „zijn" verzameling later zouden verrijken. MaarFrans was slechts vertegenwoordi ger van een stoffenfabriek, had een paar ka mers en geen fortuin. Felix Grithoven daaren tegen was rijk en bewoonde een groot buiten.... Frans was van haar leeftijd; hij had een vrc-o- lijk karakter. Felix telde twintig jaren meer dan zij; hij was een saaie Piet, een droog stoppelHierover peinsde Agnes dikwijls. Een leven met Frans zou een groot verschil zyn. Misschien met geldelijke zorgen, maar ook met gelukDan dacht Agnes weer: Als ik met Frans trouw, kunnen wy ons huis heerlijk mo dern inrichten en met Felix ben ik gedwongen, eeuwig tusschen al die oude meubelen, die voor historische dingen, draken, beelden en harnas sen om van te griezelen, te vertoeven. De ka mers zijn er donker. Hoort bij oudheden. Geen zon, geen licht, geen vroolijke meubileering. Alles zwaar, log, massief en met dikke poot en en ornamenten. Ik heb al zoo dikwijls gedroomd van een eigen huis, waar alles fleurig en kleu rig is, licht en vol leven. Waar geen gordijnen voor de ramen hangen, die de zon belemmeren binnen te komen, waar bloemen op de venster banken staan te bloeien. Op zijn buiten hamen overal donkere, zwarte gordynen en boven de bedden zijn nog hemels. Hy zal willen, dat het zoo blijft. Hij is er juist een type voor Agnes was in tweestryd. Frans had haar ge smeekt met Felix te breken en haar voorspeld, dat ze haar ongeluk tegemoet ging. Zy kon echter nog geen besluit nemen. Felix hield van haar. Ze zou hem den genadeslag moeten ge ven. En hier zag ze vreeselijk tegen op. Maar Fians dan Plotseling kwam de breuk. Felix verweet haar te veel in gezelschap van Frans te zyn. Hij hei- innerde er haar aan, dat ze met hem verloofd was en het geen pas gaf, met een ander uit te gaan. „En als ik onze verloving eens verbrak „Dat meen je niet, Agnes," schrok hy. „Dat kun je niet meenên." „Dit ben ik niet met je eens. Ik voel er veel voor." „Alsals je er werkeiyk toe over gaat, zorg dan, dat ik.... hm.... als vergoeding, alstroost, die Chineesche vaas van je vader mag koopen. Je weet wel, waar ik het pendant van bezit. Myn grootste wensch zou in vervul ling gaanenik zou mij beter over alles heen kunnen zetten," voegde hy er gauw by, toen hij zag, dat Agnes hem met minachting aankeek, „als ik die vaas uit je woning als een aandenken aan jou zou kunnen beschouwen „Ik begrijp je doel", zei Agnes. „Het was je niet om mij te doen, maar om de vaas. Je dacht zekerAls ik met haar trouw, zij is eenigst kind, dan wordt de vaas later myn eigen dom." Agnes schoof den verlovingsring van haar vinger en legde hem voor Felix neer. Toen verliet ze zonder een woord te spreken de ka mer. Dien middag zaten in het duin twee jonge menschen. Ze droomden van geluk in een huisje vol licht en zon en bloemen. Een dag later schreef Agnes aan haar vrien din. „Weet je nog, dat ik eerst anders over een huwelijk dacht„men moet tegenwoordig het allereerst naar geld kyken. De rest is byzaak" Maar nu durf ik dit niet meer beweren. Nu zeg ik de rést is hoofdzaak (Nadruk verboden) gepredikt heeft, mirakelen heeft uitgewerkt, geleden heeft, enz. 2. 't Is ook verkeerd het kindje Jezus voor te stellen de H. Communie uitdeelende aan kindjes: zulke voorstelling is valsch: wij weten en wij moeten vastelyk gelooven dat de Zalig maker slechts daags vóór zijn dood het H. Sa- krament heeft ingesteld en dat hij dan, vóór den eersten keer, de H. Communie heeft uitge deeld, en 't was aan zijn Apostelen; wij weten niet of Jezus ooit elders de H. Communie heeft uitgedeeld: misschien op den dag van zy'n Ver rijzenis, aan twee zijner volgelingen te Emmaüs. Men moet aan de kinderen leeren, dat het de priester is die den Zaligmaker onder de gedaante van brood aan de menschen ter nut- tinge geeft. 3. 't Is nog een ergere wanorde het kindje Jezus voor te stellen de H. Communie uitdee lende aan engeltjes: dan immers „prent" men (bij middel van het gezicht en van de inbeel ding) drie dwalingen in 't verstand der kin deren, namelijk: a) dat Jezus nu, in den hemel, zou in den staat zyn van een kind; b) dat men ir. den hemel zou te Communie gaan; c) dat de engelen zouden kunnen communiceeren. Ziedaar drie dwalingen, want: a) in den hemel is Jezus in den staat van een mensch die volwassen is en allervolmaaktst in al hetgeen dat het lichaam betreft: b.v. de gestalte, enz.; b) in den hemel wordt de H. Communie niet uitgedeeld: daar immers wordt er geen mis ge daan, noch verandering van brood in het li chaam van Christus; daarbij, de H. Nuttiging is een middel ingesteld door Christus opdat de menschen hier op aarde zouden geestelykerwijze gevoed worden en geholpen om eens het eeuwig geluk des hemels te verkregen: dit geluk be staat hoofdzakelijk in het onmiddeliyk be schouwen van Gods wezenheid (intuitiva Dei Visio), die beschouwing verzadigt volkomen het Onstoffelijk streefvermogen van het verstan delijk wezen: als dit wezen (ziel of engel) het onmiddellijk beschouwen van Gods wezenheid bezit en geniet, kan er in het wezen geen ver langen bestaan om Jezus onder een stoffelijke gedaante te ontvangen; c) eindeiyk de engelen, omdat zy loutere gees ten zijn, kunnen hoegenaamd geen gedaante van brood of wijn innemen en dus geen deel nemen aan de H. Nuttiging. 4. Ook moeten afgekeurd worden die prent jes waar het kindje Jezus voorgesteld wordt te midden in de hostie 1). Inderdaad wanneer Je zus tegenwoordig is onder de gedaante van brood dan is hy daar „gelijk hij nu glorieus is in den hemel": dus in 'n volmaakten staat naar lichaam en ziel, volgroeid, onlydelyk en onster- felyk. Men zegge dus niet, noch met woord noch met zinnelyke afbeelding, dat het kindje, dat te Bethleem geboren werd en daar in de kribbe lag, nu hier tegenwoordig is in de H. Hostie, maar men leere dat het dezelfde is, de God-Mensch, Jezus-Christus, die eertijds het kindje was in de kribbe, die later groot gewor den is, die op het kruis gestorven is, dan vol „Er zijn sprekende en schrijvende val sche profeten; de eerste soort kan m-er gemakkelyk vermijden.... om hen niei te hooren is het genoeg rustig thuis t« biyven; maar de schryvende valsche profeten zyn de gevaarlykste, want zy zenden hun sensueele literatuur, romans, novellen, tooneelstukken, aan wie ze heb ben wil en aan wie ze niet hebben wil." Laat ons waakzaam zyn, opdat ons hui/ niet bezoedeld wordt met de door Z. H veroordeelde lectuur. heerlijkheid verrezen is uit het graf en ten hemel is opgeklommen; hy, in dien staat van volmaaktheid en hemelsch geluk, is tegenwoor dig onder de gedaante van brood. Ook kan Je zus niet lijden in de H. Hostie, noch bedroefd zijn. Aanmerking. Somtyds verbeeldt men God (Schepper) onder de gedaante van een gedaag den man die, om zoo te zeggen, de zon, de maanwerpt in het heelal. Is dit ook af te keuren? Neen: de kerkelijke Overheid laat dit toe, omdat zy veronderstelt dat de menschen op voldoende wijze onderricht zyn en weten dat God een onstoffely: wezen, een zuiver geest is en omdat een voorstelling, zooals die waarover wy spreken, als zy kunstig uitgevoerd is een zinnebeeldige uitdrukking wordt van Gods wijsheid, goeddadigheid en almacht. Er bestaat ook een prentje waar men het kindje Jezus omringd ziet door een zonnetje, eén maantje.... enz.; van onder leest men: „Jezus, onze Schepper". Men kan daaraan een goeden uitleg geven: men kan zeggen: het kindje Jezus, dat eertyds hier op aarde geleefd heeft, was God, namelijk de tweede Persoon der H. Drievuldigheid en met den Vader en den H, Geest heeft hy hemel en aarde geschapen en al wat er in is. Maar in het prentje zelf is er geen verbeelding van een goddelyke eigen schap, daarby als zulkdanige prentjes, zonder uitleg, aan kindjes worden uitgedeeld, zullen er misschien zijn die denken dat Jezus, toen hy kind was, de wereld neeft geschapen: zulke meening is volstrekt valsch. Men kan niet altyd vermijden dat kinderen een onjuist of verkeerd gedacht opvatten van onstoffelijke zaken; maar men kan en moet altyd vermijden stellig dwalingen aan te leeren of op te dringen, die later noodzakelyk moeten veranderd worden. 1) Z. Exc. Mgr. Lamiroy, Bisschop van Brugge, heeft het gebruik dezer prentjes ver boden in zijn bisdom. Zie Collat. Brug., T. XXXVI, p. 339. IJMUIDEN. 29 April. Versche visch. Tarbot 1.24 1.40, Tong 6286 cent, Heilbot 1.301.50 per kg Griet 19.0029, middel Schol 22.00, Zetschcl 19.5025. kleine Schol 8.5021.50. Bot 13.50, Schar 1.706. Tongschar 16.10—27. Poontjes 5.30 11, kleine middel Schelvisch 18.0019. kleine Schelvisch 12.5018. groote Gullen 13.50—15, kleine Gullen 10.5012. Wijting 1.809.10, Ma kreel 3.504.80. versche Haring 2.306 per 50 kg. Kabeljauw 32.0072 per 125 kg. Vleet 3.90, Leng 2.102.90. Koolvisch 0.851.20, per stuk. Rog 17.00 per koop. van de heden aangekomen TREILERS Alma IJm. 44 305 manden 3920.Elie Chene- vière IJm. 161 230 manden 2500.Knikker IJm. 4 280 manden 1970.Hercules IJm. 196 570 manden 4220.Caroline IJm. 26 1530 manden 5980.Bruinvisch IJm. 97 225 manden 2250. Jenny Elsa IJm. 88 180 manden 2350.Reiger IJm. 106 110 manden 1560. „Delft" IJm. 17 2700 manden 4310 742 kisten Makreel, ter waarde van ongeveer t 2900.werden van de .Delft" aangehouden. KOTTER KOTTERS T.X. 129 190—, IJm. 23 1380.—, IJm. 27 340.—, K.W. 10 740.—. Scb. 69 960.—. LOGGERS K.W.19 840.,151 1050.—. 138 990. IJm. 201 570—. K.W.: 132 320.—. 95 260.—. 127 430.—. 28 710.—, 64 260.—, 24 1430.—. 91 450.—. 125 280—, 57 290.—. 162 1500.—. 86 1330 144 400.—, 29 310.—41' 400.—, '134 330.—, Sch. 225 2090.—.- .4.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 11