125 jaar „Voor Moed, Beleid en Trouw" DE GEBROEDERS „GOOCHEM" SUNLIGHT ZEEP 12 Boerderijen in de Wieringermeer De vredesoproep van Z.H. den Paus rouw JUBILEUM MILITAIRE WILLEMSORDE Radiotoespraak van Pater Lr. J. Dito, O.P. een buitenissige SCHERPE ZEEPS00RTEN ZIJN NOOIT „ZUINIG" IN 'T GEBRUIK! MAANDAG 29 APRIL 1940 Nog 3S8 ridders zijn in leven HEVIGE REGEN IN NIJMEGEN MOTORRIJDER ERNSTIG GEWOND SPELEND KIND DOOR AUTO GEGREPEN MIJNWERKER VERONGELUKT JONGEN VERDRONKEN Laatste verpachting van 52 bedrijven Druk bezoek aan de bollenstreek Buitenlandsche gasten ontbraken ditmaal Ongerustheid over de Willy" Geen contact meer met den Scheveningschen treiler Drijvende bok sloeg om HAGELSTEENEN ALS MUSSCHENEIEREN HONGEROEDEEM IN HET DJOMBANGSCHE? SPIONNAGE IN INDIË Uw goed slijt er van. Alleen SUNLIGHT geeft het goed stra lende helderheid, een frisse geur en doet het ook langer meegaan! GEBRUIK en nooit zeep van onbekende herkomst TWEE DIKKE STUKKEN VOOR 2 Fr. v. RIJN n 358 ridders in Nederland en Indië her denken in deze dagen het feit, dat vóór 125 jaar, op 30 April 1815, Koning Willem I de Militaire Willemsorde instelde, de eerste orde in ons land, waar men tot dan toe slechts onderscheidingen in den vorm van eeresabels en gouden kettingen of een voudige herinneringsmedailles had ge kend. En reeds drie maanden later zouden voor de eerste maal de eereteekenen, aan deze orde verbonden, worden uitgereikt. De Prins van Oranje, de latere Koning Willem II, de held van Waterloo, hechtte op Franschen bodem aan tachtig Neder- landsche strijders, die aan den beslissenden slag tegen Napoleon hadden deelgenomen en zich door hun moed hadden onderschei den, het kruis op de borst. In de Militaire Willemsorde onderscheidt men Vier rangen: grootkruis, ridder 2e klasse (com mandeur), ridder 3e klasse en ridder 4e klasse. Het versiersel bestaat uit een wit geëmailleerd kruis, met acht gouden geparelde punten. Op de armen van het kruis staan de woorden: „Voor Moed, Beleid en Trouw". Over het witte kruis ligt het Bourgondische kruis, bestaande Uit groene laurierstokken. saamgebonden door den gouden vuurslag, op de tegenzijde vervan gen door een blauw geëmailleerd medaillon, waarop in het midden van een laurierkrans de letter W, alles gedekt door een gouden ko ninklijke kroon, die van de vierde klasse door een zilveren. Het kruis wordt gedragen aan een oranjekleurig lint met twee smalle donker blauwe strepen. De considerans en de eerste artikelen van de wet van 30 April 1815, waarbij de Militaire Willemsorde werd ingesteld, luiden: „Alzoo Wij in overweging hebben genomen, dat het toeleggen van vereerende belooningen aan, en het dragen der daartoe behoorende teekenen en decoratiën, door diegenen, welke zich van de pligten, aan de krijgsdienst te water en te lande verbonden, door uitstekende daden van moed, beleid en trouw hebben ge kweten, bijzonder geschikt is tot opwakkering en aankweeking dier krijgshaftige deugden, en dat ook uit dien hoofde bij meest alle Euro- peesche Mogendheden militaire orden van ver diensten zijn ingesteld; dat het bovenal voor den militairen stand vereerend is en tot een prikkel tot het verrigten van groote daden kan verstrekken, wanneer elk en een ieder van dien stand van den hoogsten tot den laagsten in rang, in het geval zijn, om döor schitterende bedrijven in het verwerven van zoodanige eer volle onderscheidingsteekenen te kunnen dee- len, en dat Onze verheffing tot den Nederland- schen Troon eehe geschikte gelegenheid is, om voor Ons krijgsvolk te water en tg lande eene zoodanige eervolle militaire Orde in te stellen; Zoo is het, dat Wij, den Raad van State ge hoord en met gemeen overleg van de Staten Ge neraal, goedgevonden hebben te bepalen en te statuëren, gelijk Wij bepalen en statuëren bij deze: Artikel 1. Er wordt ingesteld eene Orde, strekkende tot belooning van uitstekende da den van moed, beleid en trouw, bedreven door diegenen, welke, zoo ter zee als te lande, in welke betrekking ook, en zonder onderscheid van stand of rang ons en het Vaderland die nen. Deze Orde zal echter in bijzondere gevallen ook kunnen worden gegeven aan vreemde mili tairen, niet in Nederlandsche dienst zijnde. Koning Willem I, die vóór 125 jaar de Militaire Willemsorde instelde Het ridderkruis 4e klasse der Militaire Willemsorde Artikel 2. De Orde zal den naam dragen van de Militaire Willems-Orde. Voor de ridders beneden den rang van offi cier is een riddersoldij aan de orde verbonden en wel jaarlijks 120,— voor een soldaat, 200,voor een sergeant, 270,voor een sergeant-majoor en 325,voor een adjudant onderofficier. Zooals men zich herinnert is in Februari j.l. een wetsontwerp ingediend tot herziening van de wet van 30 April 1815, waardoor het o.m. mogelijk zal worden om ook aan burgers, zoo wel Nederlanders als buitenlanders, de orde te verleenen. Verder ligt het in de bedoeling om aan alle ridders beneden den rang van officier voortaan 300,'s jaars uit te keeren, ter wijl na het overlijden nog de helft aan de we duwe ten goede komt. Talrijk zijn de krijgsverrichtingen, waar bij Nederlandsche militairen gelegenheid kregen om zich te onderscheiden, in die 125 jaar althans in Europa niet geweest. Zij bepalen zich tot den slag bij Waterloo en den Belgischen opstand met den Tiendaag- schen Veldtocht. Het Grootkruis werd voor de eerste maal uitgereikt na Waterloo aan den Prins van Oranje, aan diens broeder, Prins Frederik, aan de generaals L. graaf van Limburg Stirum, D. H. baron Chassé en aan den luitenant-generaal C. R. T. ba ron Krayenhoff. De eerste buitenlander, wien de hooge onderscheiding ten deel viel, was de overwinnaar van Waterloo, de Prui sische veldmaarschalk Blücher. De thans nog levende ridders hebben hun moed, beleid en trouw allen betoond bij de pacificatie van Indië: in Atjeh, op Lom bok, op Celebes enz. Zoo is de eenige, nog in leven zijnde militair, die ridder 2e klasse (commandeur) van de Militaire Willems orde is, Z.-Exc. luitenant-generaal der in fanterie van het Koninklijk Nederlandsch- Indische leger H. N. A. Swart, oud vice- president van den Raad van Ned.-Indië en adjudant i. b. d. van H. M. de Koningin. In de afgcloopen 125 jaar is 47 maal het grootkruis toegekend, waarvan tien maal aan Nederlandsche officieren en verder aan buiten- landsche vorsten en hooggeplaatste militairen. Het aantal commandeurs (ridders 2e klasse) be droeg 80, dat der ridders 3e klasse 387 en der ridders 4e klasse 5360. Zaterdagmiddag brak boven de oostelijke omgeving van de stad Nijmegen, vnl. in Groes- beek, een hevig onweer los, dat overging in een wolkbreuk. Er viel zoo'n massa water, dat de hellingen van het heuvelachtige Groesbeek soms geleken op bergbeken. De bewoners, die in het dal zaten, beproefden tevergeefs met het aan leggen van dijkjes het water te keeren. De vloed was evenwel zoo onstuimig, dat het water door de nooddijkjes heenbrak. Hagelslag kwam het geval nog verergeren, zoodat ook de te veld staande gewassen veel schade kregen. Gelukkig sloeg de bliksem nergens in. Op de Groote Markt te Breda is Zondagmid dag de 24-jarige motorrijder F. Vermeulen uit Etten bij een botsing met een militairen auto ernstig gewond. Hij zou verzuimd hebben den voorrang aan dezen auto te verleenen en reed dezen in de flank aan. Hij botste met 't hoofd tegen het portier van den auto en bleef bloe dend en bewusteloós liggen. Na ter plaatse verbonden te zijn door den majoor-arts, die in den militairen auto zat, is het slachtoffer naar het St. Ignatiusziekenhuis gebracht, waar een schedelbasisfractuur geconstateerd werd. Zijn toestand is bedenkelijk. Een broer van V., die op de duo zat, kwam er zonder letsel af. Te Venlo is Zaterdagnamiddag een tienjarig meisje van de familie Schutte aangereden door een passeerenden vrachtauto, doordat het kind tijdens het spelen met een bal plotseling de straat opliep. De autobestuurder slaagde er niet meer in een aanrijding te voorkomen. Het kind, dat in ernstigen toestand verkeerde werd terstond overgebracht naar het St. Josephziekenhuis. Hier bleek, dat het een dub bele bekkenbreuk en een ernstige hersen schudding had opgeloopen. De toestand was levensgevaarlijk. Zondagavond was de toestand naar omstan digheden redelijk, doch het levensgevaar was nog niet geweken. Zaterdagavond om acht uur is in een schacht van de staatsmijn Hendrik te Brunssum, bij het verrichten van herstelwerkzaamheden, de 42-jarige mijnwerker M. uit Brunssum in aan raking gekomen met de in volle vaart naar be neden komende lift. Met ernstige hoofdwonden werd hij overgebracht naar het ziekenhuis te Heerlen, waar hij Zondagochtend is overleden. M. was gehuwd en had vijf kinderen. Zaterdagochtend om acht uur had de 15- jarige L. Rozema de ouderlijke woning te Laren verlaten. Des namiddags om vijf uur werd zijn fiets bij het Noord-Willemskanaal gevonden. Zondagochtend tien uur heeft men zijn lijk op gehaald en voorloopig naar het lijkenhuisje te Haren overgebracht. Wederom is een prospectus verschenen voor de onderhandsche verpachting van een aantal landbouwbedrijven in de Wieringer meer. De uitgifte wordt, behoudens een kleine oppervlakte nog in ontginning zijnde gronden, met deze verpachting besloten, zoodat aan gegadigden voor een boerderij nog een laatste kans wordt geboden. De uitgifte omvat dit jaar 52 bedrijven, waar van er 12 geschikt zijn voor het zuivere akker- bouw-, 39 voor gemengd- en 1 voor het zuivere weidebedrijf. De te verpachten boerderijen zijn in hoofdzaak gelegen in het Noordoostelijk deel van den polder, dat ook het laatst in cultuur gebracht is. Zij hebben een uiteenloopende grootte, liggende tusschen de 19 en 60 HA, Voor een deel is de behuizing reeds aanwezig, ge deeltelijk zal zij nog moeten worden gesticht Ook dit jaar wordt weer als eisch gesteld, dat gegadigden uit eigen bezit of met hulp van naaste familie over een bedrijfskapitaal van f 300.per H.A. moeten beschikken. Dit be drag is noodig om de exploitatie van het be drijf voldoende veilig te stellen. De vastgestelde pachtsommen kunnen ook thans weer als rede lijk worden bestempeld. Meer dan 300 pachters oefenen in de Wierin germeer hun bedrijf reeds met bevredigend re sultaat uit; verwacht mag dan ook worden, dat velen ook thans weer een poging zullen wagen tot het verkrijgen van een boerderij in dacht in dezen mooien nieuwen polder. Degenen die in deze verpachting belangstellen, ontvangen op aanvraag gratis een prospectus van de directie van de Wieringermeer te Alkmaar of het do meinkantoor te Slootdorp. Hoewel de weergoden niet in alle opzichten hebben medegewerkt, kan toch gesproken worden van een geslaagden Bollen-Zondag. Niettegen staande de zon vrijwel den geheelen dag schuil ging achter een grauwe regenlucht, zijn duizen den er per tram, auto, fiets of te voet op uit ge trokken om te genieten van de jaarlijks terug- keerende kleurenweelde. Men trof het thans wel zeer bijzonder, omdat, zooals verwacht werd, be halve de narcissen en hyacinthen ook reeds de vroege tulpen in vollen bloei stonden iets wat andere jaren vrijwel nooit voorkomt. Een voor deel hiervan was bovendien, dat de velden veel minder hiaten vertoonden dan anders. En de kijkers hebben genoten van de prachtige kleu- rencontrasten welke wellicht onder de bewolkte luchten nog beter tot hun recht kwamen, dan in het felle zonlicht. De afwezigen die meenden, dat het toch wel zou gaan regenen, hebben dus ongelijk gehad. Hun aantal schijnt trouwens niet groot geweest te zijn want in de bollendorpen Hillegom, Lisse, Sassenheim en Noordwijk was het een drukte van belang en vooral angs de hoofdwegen, waar de negocianten vaak goede zaken maakten, moesten de honderden auto's en autobussen vaak in de file rijden. De invloed van den oorlog deed zich echter ook hier gelden, want buiten landsche auto's en touringcars ontbraken dit maal...... De badplaatsen profiteerden nu ook weer van de boliendrukte, want vele automobilisten hebben de gewoonte hun jaarlijkschen rit langs de kleu- renmozaïeken af te wisselen met een wandeling langs de boulevard of het strand en dan een oogenblik uit te rusten op de caféten-assen. Vooral Noordwijk aan Zee bood in de middag- ,_Doe het me maar na," hijgde Pit. „Jij bent zoo bang als een wezel." .Klets nu mei," viel Pat nijdig alt, „doch vertel me liever wat er aan boord wai (fit sohip gebeurt, waait het is een kabaal van je welste." Pit vertelde daarop zijn wedervaren en haalde de zes zakjes met de schatten te voorschijn. Daarop verdeelden ze den buit in twee hoopjes, deden déze in de twee grootste zakjes en be waarden er nu elk een van, terwijl Pit de rol papieren tusschen zijn kleeren stak. uren het beeld van een badplaats in „hoogsei zoen". Ook Zandvoort kreeg een deel van de bol- lenkijkers op bezoek, zoodat ook daar een gezel lige drukte heerschte. De bollenstreek is over dezen Zondag niet on tevreden, maar men hoopt toch, dat de zon op Hemelvaartsdag en den daarop volgenden Zon dag een beetje zal medewerken om deze dagen tot echte ouderwetsche bollendagen te maken. In aansluiting op ons bericht over de waargenomen explosies op de Noordzee, waarbij, naar men vreest, een Nederlandsch kustvaartuig ten onder is gegaan, verne men wij, dat in Scheveningen ongerustheid bestaat over het lot van de „Willy" Sch. 61. Sinds eenige dagen heeft de reederij v. h. Frank Vrolijk, waaraan deze stoomtreiler toe behoort, geen contact kunnen verkrijgen met schipper A. Groen van de „Willy''. Hoewel het mogelijk is dat de radio-zendinrichting van de „Willy" onklaar is geraakt, vreest men eenig verband met de ontploffing, die ook door ver schillende Scheveningsche treilers werd waar genomen. temeer daar de Sch. 61 vrij oostelijk moet hebben gevischt. De treiler was Zaterdag 20 April ter vissche- rij uitgevaren en zou Donderdag a.s. terugko men. Over de „Teunisje" Kw. 62 is eveneens in verband met deze ontploffingen ongerustheid ontstaan; dit schip was een nieuwe logger uit Katwijk, die zijn eerste reis maakte. De schipper van den in IJmuiden binnenge- loopen treiler „Reiger" IJm. 106 heeft gerap porteerd wrakhout, waaronder een deel van een visschersboot, te hebben zien drijven. Vanmorgen was men bij de nieuwe aanleg plaatsen van het stoompontveer te Velsen bez:g met het plaatsen der nieuwe oprijbruggen, toen plotseling de bok, waarmede deze brug opge tild werd, omsloeg. De in schakels hangende brug viel op de dekschuit, waarmede deze aan gevoerd was, terug. Op de bok bevonden zich tien personen, die zich allen zwemmende in veiligheid wisten te brengen. De bok is van de firma gebrs. Goedkoop te Amsterdam en ligt niet gevaarlijk voor de scheepvaart. Zaterdagmiddag tusschen twaalf en een uur heeft zich boven Lisse, Hillegom en het Noord westelijk deel van den Haarlemmermeerpolder 'n onweersbui ontlast, welke gepaard ging met hagel. De hagelsteenen waren zeer groot en tal rijk. Enkelen hadden een doorsnede van ruim één centimeter, hetgeen overeenkomt met de grootte van een musschenei. Uiteraard heeft deze neerslag ernstige schade aangericht aan de tenvelde staande bolgewassen. DJOMBANG, 29 April. (Aneta). Vernomen wordt, dat er in de omgeving van Djombang hongeroedeem voorkomt. Reeds zijn tientallen personen ter observatie in het ziekenhuis te Djombang opgenomen. Een mantri-verpleger is aanwezig. Reeds zijn maatregelen genomen voor den dienst van volksgezondheid en het binnen- landsch bestuur om dit voorval in de kiem te smoren. Uit Batavia meldt Aneta, dat het departe ment van Economische Zaken nog geen rap port heeft ontvangen omtrent het voorkomen van hongeroedeem in het Djombangsche. Ver moedelijk wordt hier gedoeld op Noord-Djom- bang, en de aangrenzende streek van Bodjone- goro, waarop reeds de aandacht was geconcen treerd. SOERABAJA, 29 April. (Aneta). Met het vliegtuig van Bandjermasin komen vandaag de twee verdachten aan, die zijn aangehouden in verband met de spionnageaffaire, waaromtrent reeds eerder werd bericht. Zij worden via Soe- rabaja overgebracht naar Batavia, waar zij zul len worden verhoord. Het onderzoek in reeds gemelde spionnage- zaken duurt te Batavia nog voort. Mededeelin- gen omtrent een positieven of negatieven uit slag daarvan zijn nog niet mogelijk in verband met het uitvoerig onderzoek van papieren. Ter inleiding van de Meimaand heeft Pater Lr. J. Dito Zondagavond een radiotoespraak gehouden over den vredesoproep van Z.H. den Paus. Toen het vorig jaar zware wolken den hori zont verduisterden en geruchten van wapen alarm als voorboden van den oorlog allen be zorgd maakten, heeft Z.H. de Paus geheel het Christelijke volk op 20 April 1939 opgewekt, „om zich tot de Moeder Gods te richten, opdat zij in haar goedheid haar Goddelijken Zoon ge nadig zou stemmen jegens ons arme menschen, zoodat de vrede onder de volkeren na een recht vaardige regeling van hun tegenstrijdige be langen, hersteld zou worden." Sedert dien is de toestand verergerd. Een verschrikkelijke oorlog is uitgebroken, die reeds onoverzienbaar leed en onnoemelijke schade veroorzaakt heeft. „Daarom mochten wij niet nalaten, aldus de oproep van Z.H. den Paus, op den 15en April van dit jaar, opnieuw tot onze zonen en dochters in de geheele wereld, de dringende bede te richten, dat zij iederen dag van de komende Meimaand, die Haar speciaal is toegewijd, zich rond het altaar van de Maag delijke Moeder Gods scharen, om hun nederig gebed tot Haar op te zenden." Wij moeten voor alles onze hoop stellen op Hem, Die alleen alles vermag, Die de wereld op Zijn hand draagt, Die de lotgevallen van de volkeren, de gedachten en gevoelens van de leiders der volkeren weet te leiden. Het is daar om Onze wensch, aldus de Paus, dat al Uw ge beden met de Onze vereenigd worden, opdat de barmhartige God door een wenk van Zijn al macht het einde van dezen rampzaligen storm bespoedigen moge. Omdat God nu, naar een woord van den H. Bernardus, wenscht, dat wij alle gunsten door Maria ontv.\,igen, moeten allen tot Maria hun toevlucht nemen en van haar verlichting en sterkte afsmeeken. „Wat volgens de getuigenis der geschiedenis voor ons voorgeslacht in kritieke en kwellende tijden een volhardende en met goeden uitslag bekroonde gewoonte geweest is, moge ook voor ons een trouwe godvruchtige praktijk zijn in de zware beproeving, die op ons drukt. „Maria is in waarheid de machtige Moeder Gods en tegelijk tot onzen zoeten troost onze liefhebbende Moeder. Daarom is het onze kin derplicht, ons onder Haar bescherming te plaat sen en ons volkomen toe te vertrouwen aan haar Moederlijke goedheid. „Heel bijzonder wenschen wij, aldus de Paus, dat in de komende maand Mei, onschuldige rijen van kinderen opnieuw naar de heilig dommen van onze Maagdelijke Koningin zullen snellen, om door Haar voorspraak en vredes bemiddeling van God de begeerde rust voor volkeren en naties te verkrijgen. Wij hebben een groot vertrouwen op de gebeden van deze kleinen, wier Engelen voortdurend het aan schijn zien van den hemelschen Vader, wier verschijnen onthuld en wier oogen de glans des hemels weerkaatsen. Wij weten, dat de gebeden van onschuldigen tot den hemel doordringen, de goddelijke rechtvaardigheid ontwapenen en zoowel voor zichzelf als voor anderen de gunst des hemels afbidden. Daarom mogen zij in een heiligen wedstrijd van gebeden onophoudelijk de vervulling van den algemeenen wensch helpen bespoedigen, gedachtig aan de belofte van Chris tus: „Vraagt en gij zult verkrijgen." „De Goede God geve, bewogen tot barmhar tigheid door zoovele gemeenschappelijke gebe den vooral uit den mond van kinderen, dat de gemoederen zich weer tot vrede neigen en zich in broederliefde terugvinden, dat een rustige en rechtvaardige vrede worde hersteld en dat zoo spoedig mogelijk het morgenrood van een ge lukkigen tijd moge aanbreken." Wat, luisteraars, zal ik aan deze indrukwek kende en zelfs smeekende woorden van den Vader der Christenheid kunnen toevoegen? De Paus steunt op de kracht van het kin dergebed. Christus heeft zoo duidelijk tot de menschen van Zijn tijd gezegd, dat zij moesten worden als de kinderen, en aan die woorden var. Christus mag thans worden herinnerd. Laten wij niet alleen tezamen met de kin deren den Hemel heilig geweld aandoen, maar ook met waarachtig kinderlijk vertrouwen, des te sterker naarmate wij als volwassenen de rampen van den oorlog beter beseffen, bidden, zelfs veel bidden en offeren. Doen wij dat in den geest van eenvoud en kinderlijkheid, als in den Kersttijd, wanneer grooten en kleinen zich in gebed vereenigen om de kribbe. Christus, de Vredesvorst, schenke den vrede, Zijn vrede aan de wereld, behoede ons vader land voor de rampen van een oorlog. Maria, Koningin van den Vrede, bid voor ons. J door D Voor het eerst in haar leven haar moeder immers was verheven boven dergelijke senti- mentaliteiten als het hebben van een album met familieportretten zag Doris zichzelf, zoo- als ze er op haar vierde jaar uitgezien had, zittend op de knieën van een knappen, donker- harigen man, die beschreven werd als „multi- millionnair en dc beroemdste Amerikaansche vluchteling voor da politie!" Voor het éérst van zijn leven ontdekte Nelson, dat hij een com binatie was van een „Tarzan met een leeuwen hart" en een „bloeddorstig vuistvechter". Voor de eerste maal in haar leven hoorde Ima Perkins, dat zij een „gezel- schapstyran" was, die haar omgeving reeds twintig jaar lane met ijzeren vuist had geregeerd!" Voor het eerst van zijn leven. werd Wilbur Daniel Higgenstrom beschuldigd van „een dier onverbeterlijk hoffelijke Amerikaansche jongelui te zijn. die heel hun hebben en houden wilden opofferen voor hun geliefden." En al wat Wilbur gedaan had, was vijftienhonderd dollar borgtocht be talen voor elk der drie gearresteerden. Al wat hij gewaagd had, was een biljet van vijftig dollar en dat zou hij, zonder die „cause célèbre" ook gewaagd hebben door hem aan Nelsan ge leend op den morgen, dat ze aan land stapten, ondanks de halfgemeende protesten van den ander. Voor de kranten was dit geval van de dochter van „die buitenissige vrouw" een ver rukkelijk buitenkansje in een tijd, dat de Presi dent ergens aan de kust van Maine zat te visschen, dat er binnen een omtrek van drie duizend mijl geen sit-downstaking werd gehou den en dat er geen enkele filmster op den loop was, of haar mémoires publiceerde. Hier hadden ze een geval, dit vroeg, neen schreeuwde om dozijnen kolommen vol Ze kreeg haar kolommen volin over vloed. Iedereen, die ook maar eens een knikje gekregen had van de Carlingtons, dc Higgen- stroms, de Perkins, de Robinsons, de Weldrons of van Mrs. Dunley uit Newport, kreeg gelegen heid het zijnf of hare van het geval te zeggen in de krant. Iedereen, zelfs de sombere poort wachter van mijnheer Robinson en zijn thuis gefokte kuikens werd gefotografeerd en face, en profil en in alle mogelijke standen. De overvolle stoffige kamer, waar mijnheer Robin son gedreigd had, het heelc „verrekte eiland" in de lucht te laten vliegen, werd een „moord kamer" en de vuile, rommelige garage „de eenige privé gevangenis, die er bestond." De Parijsche correspondenten der New Vorksche Waden zagen er kans toe, htm be richten geplaatst te Jcrijgen tegen twee cent per woord en het jacht der Carlingtons, dat lag! te verrotten in het droogdok te Monte Carlo, verwierf de afmetingen van een „drijvend paleis, dat het tooneel was geweest van de meest buitenissige feesten, ooit in dit wereldeel gegeven." Vreemd genoeg, werd er geen woord van de tallooze schulden van mevrouw Carling- ton naar New York overgeseind, noch van haar veelvuldig ontmoetingen met deurwaarders. Dergelijke bijzonderheden zouden het overigens zoo schitterende verhaal lichtelijk bedorven hebben, omdat het de geschiedenis was van een meisjes, dat grootgebracht was, „tegen een achtergrond van Lucullische feestmalen." Vier en twintig uur na haar aankomst op haar geboortegrond ontwaakte Doris in de witgepleisterde bungalow van Ima Perkins, om tot de ontdekking te komen, dat ze een der meest gefotografeerde en een der meest be lasterde meisjes ter wereld was. Ima las met haar bril op haar neus, hardop de kranten voor. „Hoor nu toch eens: enkelen der medc- pasagiers, die tegelijk met miss Carlington zijn overgestoken op de Normandie, leggen ge tuigenis af van haar uiterste excentriciteit en geldverspilling. Aan boord gaf ze soupers met champagne, die Al had ze gewild, dan zou Doris toch niet naar Ima hebben kunnen luisteren. De deurbel en de telefoon stonden geen oogenblik stil; boodschappenjongens en een troep vreemd uit gedoste mannen, die veel op bandieten gele ken, maar filmoperateurs bleken te zaj«, bonsden tegen de ruiten en de keukendeur. Nelson, die de uitnoodiging van Ima had aan genomen, om dien nacht op haar veranda te blijven logeeren, deed in het begin zijn best, de zaak van den lichten kant op te nemen. „Lach er toch om, Doris.... Wat kan het je schelen, wat de kranten vertellen! Als je het mij vraagt dan is het een verkapte zegen voor je. Het is nu wel zeker, dat de Larches het huis zullen soopen, en dan...." Maar het bellen hield niet op en na een poosje van optimisme moest zelfs Nelson toe geven, dat ze alle drie er leelijk tusschen zaten. „Het eenige, wat er nog voor ons opzit," zei hij ten slotte, „is, onze biezen te pakken en ergens in de bosschen een schuilplaats te zoe ken. Ik weet in New-Jersey wel een plekje „Dan zouden we in hechtenis genomen wor den, wegens schending van ons gegeven woord," zei Ima sarcastisch. „Weet je dan niet, jong- mensch, dat van ons verondersteld wordt, dat we binnen de grenzen van den Staat zullen blijven?" „Verdraaid!" bromde Nelson. „Ik was dien heelen borgtocht glad vergetenMaar, kunnen we dan geen vergeten hoekje vinden in de Adirondacks of de Catskills?" „En de heele bende hongerige perswolven achter ons aan krijgen? Neen, dank je feestelijk, dan blijf ik liever, waar ik ben. En dat zal Doris ook wel liever willen, als ze ten minste naar mijn raad luistert. En jij, jonge man, jij hoort toch zeker by ie beangstigde toekom stige bruid te Wijven?*' „Waar hebt a. het nu over?" „Ik? Nergens over. Ik haal slechts aan, wat een groot New Yorksch dagblad vertelt." Ima pakte haar blad op en het gelukte haar met de noodlge stemverheffing boven het ratelen der telefoon uit, voor te lezen: „Miss Elisabeth Larch, de erfgename der Oklahoma-olie- millioenen, verborg haar bezorgdheid en angst niet tegenover onzen verslaggever, toen ze hoorde van de tegen haar toekomstigen echt genoot ingebrachte beschuldiging. „Ik be grijp er werkelijk geen snars van?" waren haar eigen woorden. Nelson keerde terug naar zijn legerstede op de veranda. Dat was nu echt iets voor Betsy, om er haar neus in te steken! Had ze niet kun nen zeggen, dat ze Nelson Weldron zeer goed kende, natuurlijk, maar dat hun engagement definitief verbroken wasDefinitief verbro ken! Nelson herhaalde die woorden hardop, als wilde hij zichzelf er van overtuigen, dat de verloving werkelijk en voorgoed verbroken was, Helaas, hij moest toegeven, definitief verbroken was alles nog niet. Betsy had gedreigd, dat ze het dien middag verbreken zou, toen hij Doris verdedigde, maar dat was alweer zes dagen geleden. Nadien had ze met Doris vriendschap gesloten en was buitengewoon hartelijk en lief tegen Nelson geweest. Het had er veel van weg, alsof ze ontdekt had, dat zijn belangstelling in Doris van meer daar „zuiver zakelijken aard" was en tot het echt vrouwelijke besluit geko men, was, dat, wat voor een ander goed genoeg was, om het te verwerven, voor haar goed ge noeg was, om het te behouden. Met een kabeltelegram kr handen kwam Doris de veranda op. „Lees toch eens< Onze laatste stroohaJm!" Nelson las. Hij moest het tweemaal over lezen, omdat h$; niet gewend was aan den «ma- volgbaren stiji van Helen Carlington. Zoodra ik ontdekte dat je bij die onmo gelijke oude vrijster verbleef, was de rest ge» makelijk te snappen stop Altijd wel geweten dat ze je ergens in betrekken zou stop Wonder dat het geen oplichting maar alleen geweldpleging en aanranding was stop Ais die jonge man werkelijk de neef van Mrs. Dunley is krijgt hij zijn verdiende loon stop Ik ver onderstel dat zij nog steeds die onmogelijke hoeden draagt die haar man het land heb ben uitgejaagd stop Vaar morgen uit Europa weg stop Iemand moet je vaders naam toch verdedigen stop Bespreek suite in hotel met luchtkoeling dat liefst niet uitziet over het park stop Kan gezicht van die op het gras slapende lui niet verdragen stop Hoe gaat het met Wilbur stop Groet hem van je moeder. „Nou, dat is echt een kabeltelegram," vond Nelson. „Nu ga ik begrijpen, hoe de makelaars kunnen beweren, dat de Western Union een der veiligste fondsen is van de beurs. Het zijn de lui, zooals jouw moeder, die het eeld aan het rollen houden."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 14