125 jaar „Voor Moed, Beleid
en Trouw"
DE GEBROEDERS „GOOCHEM"
SUNLIGHT ZEEP
12
Boerderijen in de
Wieringermeer
De vredesoproep van
Z.H. den Paus
rouw
JUBILEUM MILITAIRE
WILLEMSORDE
Radiotoespraak van Pater
Lr. J. Dito, O.P.
een buitenissige
SCHERPE ZEEPS00RTEN ZIJN NOOIT
„ZUINIG" IN 'T GEBRUIK!
MAANDAG 29 APRIL 1940
Nog 3S8 ridders zijn
in leven
HEVIGE REGEN IN NIJMEGEN
MOTORRIJDER ERNSTIG
GEWOND
SPELEND KIND DOOR AUTO
GEGREPEN
MIJNWERKER VERONGELUKT
JONGEN VERDRONKEN
Laatste verpachting van
52 bedrijven
Druk bezoek aan de
bollenstreek
Buitenlandsche gasten ontbraken
ditmaal
Ongerustheid over de
Willy"
Geen contact meer met den
Scheveningschen treiler
Drijvende bok sloeg om
HAGELSTEENEN ALS
MUSSCHENEIEREN
HONGEROEDEEM IN HET
DJOMBANGSCHE?
SPIONNAGE IN INDIË
Uw goed slijt er van. Alleen SUNLIGHT geeft het goed stra
lende helderheid, een frisse geur en doet het ook langer meegaan!
GEBRUIK
en nooit zeep van onbekende herkomst
TWEE DIKKE
STUKKEN VOOR
2
Fr. v. RIJN
n
358 ridders in Nederland en Indië her
denken in deze dagen het feit, dat vóór
125 jaar, op 30 April 1815, Koning Willem
I de Militaire Willemsorde instelde, de
eerste orde in ons land, waar men tot dan
toe slechts onderscheidingen in den vorm
van eeresabels en gouden kettingen of een
voudige herinneringsmedailles had ge
kend. En reeds drie maanden later zouden
voor de eerste maal de eereteekenen, aan
deze orde verbonden, worden uitgereikt.
De Prins van Oranje, de latere Koning
Willem II, de held van Waterloo, hechtte
op Franschen bodem aan tachtig Neder-
landsche strijders, die aan den beslissenden
slag tegen Napoleon hadden deelgenomen
en zich door hun moed hadden onderschei
den, het kruis op de borst.
In de Militaire Willemsorde onderscheidt men
Vier rangen: grootkruis, ridder 2e klasse (com
mandeur), ridder 3e klasse en ridder 4e klasse.
Het versiersel bestaat uit een wit geëmailleerd
kruis, met acht gouden geparelde punten. Op
de armen van het kruis staan de woorden:
„Voor Moed, Beleid en Trouw". Over het witte
kruis ligt het Bourgondische kruis, bestaande
Uit groene laurierstokken. saamgebonden door
den gouden vuurslag, op de tegenzijde vervan
gen door een blauw geëmailleerd medaillon,
waarop in het midden van een laurierkrans
de letter W, alles gedekt door een gouden ko
ninklijke kroon, die van de vierde klasse door
een zilveren. Het kruis wordt gedragen aan
een oranjekleurig lint met twee smalle donker
blauwe strepen.
De considerans en de eerste artikelen van de
wet van 30 April 1815, waarbij de Militaire
Willemsorde werd ingesteld, luiden:
„Alzoo Wij in overweging hebben genomen,
dat het toeleggen van vereerende belooningen
aan, en het dragen der daartoe behoorende
teekenen en decoratiën, door diegenen, welke
zich van de pligten, aan de krijgsdienst te
water en te lande verbonden, door uitstekende
daden van moed, beleid en trouw hebben ge
kweten, bijzonder geschikt is tot opwakkering
en aankweeking dier krijgshaftige deugden, en
dat ook uit dien hoofde bij meest alle Euro-
peesche Mogendheden militaire orden van ver
diensten zijn ingesteld; dat het bovenal voor
den militairen stand vereerend is en tot een
prikkel tot het verrigten van groote daden
kan verstrekken, wanneer elk en een ieder van
dien stand van den hoogsten tot den laagsten
in rang, in het geval zijn, om döor schitterende
bedrijven in het verwerven van zoodanige eer
volle onderscheidingsteekenen te kunnen dee-
len, en dat Onze verheffing tot den Nederland-
schen Troon eehe geschikte gelegenheid is, om
voor Ons krijgsvolk te water en tg lande eene
zoodanige eervolle militaire Orde in te stellen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State ge
hoord en met gemeen overleg van de Staten Ge
neraal, goedgevonden hebben te bepalen en te
statuëren, gelijk Wij bepalen en statuëren bij
deze:
Artikel 1. Er wordt ingesteld eene Orde,
strekkende tot belooning van uitstekende da
den van moed, beleid en trouw, bedreven door
diegenen, welke, zoo ter zee als te lande, in
welke betrekking ook, en zonder onderscheid
van stand of rang ons en het Vaderland die
nen.
Deze Orde zal echter in bijzondere gevallen
ook kunnen worden gegeven aan vreemde mili
tairen, niet in Nederlandsche dienst zijnde.
Koning Willem I, die vóór 125 jaar de
Militaire Willemsorde instelde
Het ridderkruis 4e klasse der
Militaire Willemsorde
Artikel 2. De Orde zal den naam dragen van
de Militaire Willems-Orde.
Voor de ridders beneden den rang van offi
cier is een riddersoldij aan de orde verbonden
en wel jaarlijks 120,— voor een soldaat,
200,voor een sergeant, 270,voor een
sergeant-majoor en 325,voor een adjudant
onderofficier.
Zooals men zich herinnert is in Februari j.l.
een wetsontwerp ingediend tot herziening van
de wet van 30 April 1815, waardoor het o.m.
mogelijk zal worden om ook aan burgers, zoo
wel Nederlanders als buitenlanders, de orde te
verleenen. Verder ligt het in de bedoeling om
aan alle ridders beneden den rang van officier
voortaan 300,'s jaars uit te keeren, ter
wijl na het overlijden nog de helft aan de we
duwe ten goede komt.
Talrijk zijn de krijgsverrichtingen, waar
bij Nederlandsche militairen gelegenheid
kregen om zich te onderscheiden, in die
125 jaar althans in Europa niet geweest. Zij
bepalen zich tot den slag bij Waterloo en
den Belgischen opstand met den Tiendaag-
schen Veldtocht. Het Grootkruis werd voor
de eerste maal uitgereikt na Waterloo aan
den Prins van Oranje, aan diens broeder,
Prins Frederik, aan de generaals L. graaf
van Limburg Stirum, D. H. baron Chassé
en aan den luitenant-generaal C. R. T. ba
ron Krayenhoff. De eerste buitenlander,
wien de hooge onderscheiding ten deel viel,
was de overwinnaar van Waterloo, de Prui
sische veldmaarschalk Blücher.
De thans nog levende ridders hebben hun
moed, beleid en trouw allen betoond bij
de pacificatie van Indië: in Atjeh, op Lom
bok, op Celebes enz. Zoo is de eenige, nog
in leven zijnde militair, die ridder 2e klasse
(commandeur) van de Militaire Willems
orde is, Z.-Exc. luitenant-generaal der in
fanterie van het Koninklijk Nederlandsch-
Indische leger H. N. A. Swart, oud vice-
president van den Raad van Ned.-Indië en
adjudant i. b. d. van H. M. de Koningin.
In de afgcloopen 125 jaar is 47 maal het
grootkruis toegekend, waarvan tien maal aan
Nederlandsche officieren en verder aan buiten-
landsche vorsten en hooggeplaatste militairen.
Het aantal commandeurs (ridders 2e klasse) be
droeg 80, dat der ridders 3e klasse 387 en der
ridders 4e klasse 5360.
Zaterdagmiddag brak boven de oostelijke
omgeving van de stad Nijmegen, vnl. in Groes-
beek, een hevig onweer los, dat overging in een
wolkbreuk. Er viel zoo'n massa water, dat de
hellingen van het heuvelachtige Groesbeek soms
geleken op bergbeken. De bewoners, die in het
dal zaten, beproefden tevergeefs met het aan
leggen van dijkjes het water te keeren. De vloed
was evenwel zoo onstuimig, dat het water door
de nooddijkjes heenbrak. Hagelslag kwam het
geval nog verergeren, zoodat ook de te veld
staande gewassen veel schade kregen. Gelukkig
sloeg de bliksem nergens in.
Op de Groote Markt te Breda is Zondagmid
dag de 24-jarige motorrijder F. Vermeulen uit
Etten bij een botsing met een militairen auto
ernstig gewond. Hij zou verzuimd hebben den
voorrang aan dezen auto te verleenen en reed
dezen in de flank aan. Hij botste met 't hoofd
tegen het portier van den auto en bleef bloe
dend en bewusteloós liggen. Na ter plaatse
verbonden te zijn door den majoor-arts, die in
den militairen auto zat, is het slachtoffer naar
het St. Ignatiusziekenhuis gebracht, waar een
schedelbasisfractuur geconstateerd werd. Zijn
toestand is bedenkelijk. Een broer van V., die
op de duo zat, kwam er zonder letsel af.
Te Venlo is Zaterdagnamiddag een tienjarig
meisje van de familie Schutte aangereden door
een passeerenden vrachtauto, doordat het kind
tijdens het spelen met een bal plotseling de
straat opliep. De autobestuurder slaagde er niet
meer in een aanrijding te voorkomen.
Het kind, dat in ernstigen toestand verkeerde
werd terstond overgebracht naar het St.
Josephziekenhuis. Hier bleek, dat het een dub
bele bekkenbreuk en een ernstige hersen
schudding had opgeloopen. De toestand was
levensgevaarlijk.
Zondagavond was de toestand naar omstan
digheden redelijk, doch het levensgevaar was
nog niet geweken.
Zaterdagavond om acht uur is in een schacht
van de staatsmijn Hendrik te Brunssum, bij
het verrichten van herstelwerkzaamheden, de
42-jarige mijnwerker M. uit Brunssum in aan
raking gekomen met de in volle vaart naar be
neden komende lift. Met ernstige hoofdwonden
werd hij overgebracht naar het ziekenhuis te
Heerlen, waar hij Zondagochtend is overleden.
M. was gehuwd en had vijf kinderen.
Zaterdagochtend om acht uur had de 15-
jarige L. Rozema de ouderlijke woning te Laren
verlaten. Des namiddags om vijf uur werd zijn
fiets bij het Noord-Willemskanaal gevonden.
Zondagochtend tien uur heeft men zijn lijk op
gehaald en voorloopig naar het lijkenhuisje te
Haren overgebracht.
Wederom is een prospectus verschenen
voor de onderhandsche verpachting van een
aantal landbouwbedrijven in de Wieringer
meer. De uitgifte wordt, behoudens een
kleine oppervlakte nog in ontginning zijnde
gronden, met deze verpachting besloten,
zoodat aan gegadigden voor een boerderij
nog een laatste kans wordt geboden.
De uitgifte omvat dit jaar 52 bedrijven, waar
van er 12 geschikt zijn voor het zuivere akker-
bouw-, 39 voor gemengd- en 1 voor het zuivere
weidebedrijf. De te verpachten boerderijen zijn
in hoofdzaak gelegen in het Noordoostelijk deel
van den polder, dat ook het laatst in cultuur
gebracht is. Zij hebben een uiteenloopende
grootte, liggende tusschen de 19 en 60 HA, Voor
een deel is de behuizing reeds aanwezig, ge
deeltelijk zal zij nog moeten worden gesticht
Ook dit jaar wordt weer als eisch gesteld, dat
gegadigden uit eigen bezit of met hulp van
naaste familie over een bedrijfskapitaal van
f 300.per H.A. moeten beschikken. Dit be
drag is noodig om de exploitatie van het be
drijf voldoende veilig te stellen. De vastgestelde
pachtsommen kunnen ook thans weer als rede
lijk worden bestempeld.
Meer dan 300 pachters oefenen in de Wierin
germeer hun bedrijf reeds met bevredigend re
sultaat uit; verwacht mag dan ook worden, dat
velen ook thans weer een poging zullen wagen
tot het verkrijgen van een boerderij in dacht in
dezen mooien nieuwen polder. Degenen die in
deze verpachting belangstellen, ontvangen op
aanvraag gratis een prospectus van de directie
van de Wieringermeer te Alkmaar of het do
meinkantoor te Slootdorp.
Hoewel de weergoden niet in alle opzichten
hebben medegewerkt, kan toch gesproken worden
van een geslaagden Bollen-Zondag. Niettegen
staande de zon vrijwel den geheelen dag schuil
ging achter een grauwe regenlucht, zijn duizen
den er per tram, auto, fiets of te voet op uit ge
trokken om te genieten van de jaarlijks terug-
keerende kleurenweelde. Men trof het thans wel
zeer bijzonder, omdat, zooals verwacht werd, be
halve de narcissen en hyacinthen ook reeds de
vroege tulpen in vollen bloei stonden iets wat
andere jaren vrijwel nooit voorkomt. Een voor
deel hiervan was bovendien, dat de velden veel
minder hiaten vertoonden dan anders. En de
kijkers hebben genoten van de prachtige kleu-
rencontrasten welke wellicht onder de bewolkte
luchten nog beter tot hun recht kwamen, dan
in het felle zonlicht.
De afwezigen die meenden, dat het toch wel
zou gaan regenen, hebben dus ongelijk gehad.
Hun aantal schijnt trouwens niet groot geweest
te zijn want in de bollendorpen Hillegom, Lisse,
Sassenheim en Noordwijk was het een drukte
van belang en vooral angs de hoofdwegen, waar
de negocianten vaak goede zaken maakten,
moesten de honderden auto's en autobussen vaak
in de file rijden. De invloed van den oorlog
deed zich echter ook hier gelden, want buiten
landsche auto's en touringcars ontbraken dit
maal......
De badplaatsen profiteerden nu ook weer van
de boliendrukte, want vele automobilisten hebben
de gewoonte hun jaarlijkschen rit langs de kleu-
renmozaïeken af te wisselen met een wandeling
langs de boulevard of het strand en dan een
oogenblik uit te rusten op de caféten-assen.
Vooral Noordwijk aan Zee bood in de middag-
,_Doe het me maar na," hijgde Pit. „Jij bent zoo bang als
een wezel." .Klets nu mei," viel Pat nijdig alt, „doch vertel
me liever wat er aan boord wai (fit sohip gebeurt, waait het is
een kabaal van je welste."
Pit vertelde daarop zijn wedervaren en haalde de zes zakjes
met de schatten te voorschijn. Daarop verdeelden ze den buit
in twee hoopjes, deden déze in de twee grootste zakjes en be
waarden er nu elk een van, terwijl Pit de rol papieren tusschen
zijn kleeren stak.
uren het beeld van een badplaats in „hoogsei
zoen". Ook Zandvoort kreeg een deel van de bol-
lenkijkers op bezoek, zoodat ook daar een gezel
lige drukte heerschte.
De bollenstreek is over dezen Zondag niet on
tevreden, maar men hoopt toch, dat de zon op
Hemelvaartsdag en den daarop volgenden Zon
dag een beetje zal medewerken om deze dagen
tot echte ouderwetsche bollendagen te maken.
In aansluiting op ons bericht over de
waargenomen explosies op de Noordzee,
waarbij, naar men vreest, een Nederlandsch
kustvaartuig ten onder is gegaan, verne
men wij, dat in Scheveningen ongerustheid
bestaat over het lot van de „Willy" Sch. 61.
Sinds eenige dagen heeft de reederij v. h.
Frank Vrolijk, waaraan deze stoomtreiler toe
behoort, geen contact kunnen verkrijgen met
schipper A. Groen van de „Willy''. Hoewel het
mogelijk is dat de radio-zendinrichting van
de „Willy" onklaar is geraakt, vreest men eenig
verband met de ontploffing, die ook door ver
schillende Scheveningsche treilers werd waar
genomen. temeer daar de Sch. 61 vrij oostelijk
moet hebben gevischt.
De treiler was Zaterdag 20 April ter vissche-
rij uitgevaren en zou Donderdag a.s. terugko
men.
Over de „Teunisje" Kw. 62 is eveneens in
verband met deze ontploffingen ongerustheid
ontstaan; dit schip was een nieuwe logger uit
Katwijk, die zijn eerste reis maakte.
De schipper van den in IJmuiden binnenge-
loopen treiler „Reiger" IJm. 106 heeft gerap
porteerd wrakhout, waaronder een deel van
een visschersboot, te hebben zien drijven.
Vanmorgen was men bij de nieuwe aanleg
plaatsen van het stoompontveer te Velsen bez:g
met het plaatsen der nieuwe oprijbruggen, toen
plotseling de bok, waarmede deze brug opge
tild werd, omsloeg. De in schakels hangende
brug viel op de dekschuit, waarmede deze aan
gevoerd was, terug. Op de bok bevonden zich
tien personen, die zich allen zwemmende in
veiligheid wisten te brengen. De bok is van de
firma gebrs. Goedkoop te Amsterdam en ligt
niet gevaarlijk voor de scheepvaart.
Zaterdagmiddag tusschen twaalf en een uur
heeft zich boven Lisse, Hillegom en het Noord
westelijk deel van den Haarlemmermeerpolder 'n
onweersbui ontlast, welke gepaard ging met
hagel. De hagelsteenen waren zeer groot en tal
rijk. Enkelen hadden een doorsnede van ruim
één centimeter, hetgeen overeenkomt met de
grootte van een musschenei.
Uiteraard heeft deze neerslag ernstige schade
aangericht aan de tenvelde staande bolgewassen.
DJOMBANG, 29 April. (Aneta). Vernomen
wordt, dat er in de omgeving van Djombang
hongeroedeem voorkomt. Reeds zijn tientallen
personen ter observatie in het ziekenhuis te
Djombang opgenomen. Een mantri-verpleger is
aanwezig. Reeds zijn maatregelen genomen voor
den dienst van volksgezondheid en het binnen-
landsch bestuur om dit voorval in de kiem te
smoren.
Uit Batavia meldt Aneta, dat het departe
ment van Economische Zaken nog geen rap
port heeft ontvangen omtrent het voorkomen
van hongeroedeem in het Djombangsche. Ver
moedelijk wordt hier gedoeld op Noord-Djom-
bang, en de aangrenzende streek van Bodjone-
goro, waarop reeds de aandacht was geconcen
treerd.
SOERABAJA, 29 April. (Aneta). Met het
vliegtuig van Bandjermasin komen vandaag de
twee verdachten aan, die zijn aangehouden in
verband met de spionnageaffaire, waaromtrent
reeds eerder werd bericht. Zij worden via Soe-
rabaja overgebracht naar Batavia, waar zij zul
len worden verhoord.
Het onderzoek in reeds gemelde spionnage-
zaken duurt te Batavia nog voort. Mededeelin-
gen omtrent een positieven of negatieven uit
slag daarvan zijn nog niet mogelijk in verband
met het uitvoerig onderzoek van papieren.
Ter inleiding van de Meimaand heeft Pater
Lr. J. Dito Zondagavond een radiotoespraak
gehouden over den vredesoproep van Z.H. den
Paus.
Toen het vorig jaar zware wolken den hori
zont verduisterden en geruchten van wapen
alarm als voorboden van den oorlog allen be
zorgd maakten, heeft Z.H. de Paus geheel het
Christelijke volk op 20 April 1939 opgewekt,
„om zich tot de Moeder Gods te richten, opdat
zij in haar goedheid haar Goddelijken Zoon ge
nadig zou stemmen jegens ons arme menschen,
zoodat de vrede onder de volkeren na een recht
vaardige regeling van hun tegenstrijdige be
langen, hersteld zou worden."
Sedert dien is de toestand verergerd. Een
verschrikkelijke oorlog is uitgebroken, die reeds
onoverzienbaar leed en onnoemelijke schade
veroorzaakt heeft. „Daarom mochten wij niet
nalaten, aldus de oproep van Z.H. den Paus, op
den 15en April van dit jaar, opnieuw tot onze
zonen en dochters in de geheele wereld, de
dringende bede te richten, dat zij iederen dag
van de komende Meimaand, die Haar speciaal
is toegewijd, zich rond het altaar van de Maag
delijke Moeder Gods scharen, om hun nederig
gebed tot Haar op te zenden."
Wij moeten voor alles onze hoop stellen op
Hem, Die alleen alles vermag, Die de wereld op
Zijn hand draagt, Die de lotgevallen van de
volkeren, de gedachten en gevoelens van de
leiders der volkeren weet te leiden. Het is daar
om Onze wensch, aldus de Paus, dat al Uw ge
beden met de Onze vereenigd worden, opdat de
barmhartige God door een wenk van Zijn al
macht het einde van dezen rampzaligen storm
bespoedigen moge. Omdat God nu, naar een
woord van den H. Bernardus, wenscht, dat wij
alle gunsten door Maria ontv.\,igen, moeten
allen tot Maria hun toevlucht nemen en van
haar verlichting en sterkte afsmeeken.
„Wat volgens de getuigenis der geschiedenis
voor ons voorgeslacht in kritieke en kwellende
tijden een volhardende en met goeden uitslag
bekroonde gewoonte geweest is, moge ook voor
ons een trouwe godvruchtige praktijk zijn in de
zware beproeving, die op ons drukt.
„Maria is in waarheid de machtige Moeder
Gods en tegelijk tot onzen zoeten troost onze
liefhebbende Moeder. Daarom is het onze kin
derplicht, ons onder Haar bescherming te plaat
sen en ons volkomen toe te vertrouwen aan
haar Moederlijke goedheid.
„Heel bijzonder wenschen wij, aldus de Paus,
dat in de komende maand Mei, onschuldige
rijen van kinderen opnieuw naar de heilig
dommen van onze Maagdelijke Koningin zullen
snellen, om door Haar voorspraak en vredes
bemiddeling van God de begeerde rust voor
volkeren en naties te verkrijgen. Wij hebben
een groot vertrouwen op de gebeden van deze
kleinen, wier Engelen voortdurend het aan
schijn zien van den hemelschen Vader, wier
verschijnen onthuld en wier oogen de glans des
hemels weerkaatsen. Wij weten, dat de gebeden
van onschuldigen tot den hemel doordringen,
de goddelijke rechtvaardigheid ontwapenen en
zoowel voor zichzelf als voor anderen de gunst
des hemels afbidden. Daarom mogen zij in een
heiligen wedstrijd van gebeden onophoudelijk de
vervulling van den algemeenen wensch helpen
bespoedigen, gedachtig aan de belofte van Chris
tus: „Vraagt en gij zult verkrijgen."
„De Goede God geve, bewogen tot barmhar
tigheid door zoovele gemeenschappelijke gebe
den vooral uit den mond van kinderen, dat de
gemoederen zich weer tot vrede neigen en zich
in broederliefde terugvinden, dat een rustige en
rechtvaardige vrede worde hersteld en dat zoo
spoedig mogelijk het morgenrood van een ge
lukkigen tijd moge aanbreken."
Wat, luisteraars, zal ik aan deze indrukwek
kende en zelfs smeekende woorden van den
Vader der Christenheid kunnen toevoegen?
De Paus steunt op de kracht van het kin
dergebed. Christus heeft zoo duidelijk tot de
menschen van Zijn tijd gezegd, dat zij moesten
worden als de kinderen, en aan die woorden var.
Christus mag thans worden herinnerd.
Laten wij niet alleen tezamen met de kin
deren den Hemel heilig geweld aandoen, maar
ook met waarachtig kinderlijk vertrouwen, des
te sterker naarmate wij als volwassenen de
rampen van den oorlog beter beseffen, bidden,
zelfs veel bidden en offeren.
Doen wij dat in den geest van eenvoud en
kinderlijkheid, als in den Kersttijd, wanneer
grooten en kleinen zich in gebed vereenigen om
de kribbe.
Christus, de Vredesvorst, schenke den vrede,
Zijn vrede aan de wereld, behoede ons vader
land voor de rampen van een oorlog. Maria,
Koningin van den Vrede, bid voor ons.
J
door
D
Voor het eerst in haar leven haar moeder
immers was verheven boven dergelijke senti-
mentaliteiten als het hebben van een album
met familieportretten zag Doris zichzelf, zoo-
als ze er op haar vierde jaar uitgezien had,
zittend op de knieën van een knappen, donker-
harigen man, die beschreven werd als „multi-
millionnair en dc beroemdste Amerikaansche
vluchteling voor da politie!" Voor het éérst van
zijn leven ontdekte Nelson, dat hij een com
binatie was van een „Tarzan met een leeuwen
hart" en een „bloeddorstig vuistvechter".
Voor de eerste maal in haar leven
hoorde Ima Perkins, dat zij een „gezel-
schapstyran" was, die haar omgeving
reeds twintig jaar lane met ijzeren vuist
had geregeerd!" Voor het eerst van zijn
leven. werd Wilbur Daniel Higgenstrom
beschuldigd van „een dier onverbeterlijk
hoffelijke Amerikaansche jongelui te zijn. die
heel hun hebben en houden wilden opofferen
voor hun geliefden." En al wat Wilbur gedaan
had, was vijftienhonderd dollar borgtocht be
talen voor elk der drie gearresteerden. Al wat hij
gewaagd had, was een biljet van vijftig dollar
en dat zou hij, zonder die „cause célèbre" ook
gewaagd hebben door hem aan Nelsan ge
leend op den morgen, dat ze aan land stapten,
ondanks de halfgemeende protesten van den
ander.
Voor de kranten was dit geval van de
dochter van „die buitenissige vrouw" een ver
rukkelijk buitenkansje in een tijd, dat de Presi
dent ergens aan de kust van Maine zat te
visschen, dat er binnen een omtrek van drie
duizend mijl geen sit-downstaking werd gehou
den en dat er geen enkele filmster op den loop
was, of haar mémoires publiceerde. Hier hadden
ze een geval, dit vroeg, neen schreeuwde om
dozijnen kolommen vol
Ze kreeg haar kolommen volin over
vloed. Iedereen, die ook maar eens een knikje
gekregen had van de Carlingtons, dc Higgen-
stroms, de Perkins, de Robinsons, de Weldrons
of van Mrs. Dunley uit Newport, kreeg gelegen
heid het zijnf of hare van het geval te zeggen
in de krant. Iedereen, zelfs de sombere poort
wachter van mijnheer Robinson en zijn thuis
gefokte kuikens werd gefotografeerd en face,
en profil en in alle mogelijke standen. De
overvolle stoffige kamer, waar mijnheer Robin
son gedreigd had, het heelc „verrekte eiland"
in de lucht te laten vliegen, werd een „moord
kamer" en de vuile, rommelige garage „de
eenige privé gevangenis, die er bestond."
De Parijsche correspondenten der New
Vorksche Waden zagen er kans toe, htm be
richten geplaatst te Jcrijgen tegen twee cent
per woord en het jacht der Carlingtons, dat
lag! te verrotten in het droogdok te Monte
Carlo, verwierf de afmetingen van een „drijvend
paleis, dat het tooneel was geweest van de
meest buitenissige feesten, ooit in dit wereldeel
gegeven." Vreemd genoeg, werd er geen woord
van de tallooze schulden van mevrouw Carling-
ton naar New York overgeseind, noch van haar
veelvuldig ontmoetingen met deurwaarders.
Dergelijke bijzonderheden zouden het overigens
zoo schitterende verhaal lichtelijk bedorven
hebben, omdat het de geschiedenis was van een
meisjes, dat grootgebracht was, „tegen een
achtergrond van Lucullische feestmalen."
Vier en twintig uur na haar aankomst op
haar geboortegrond ontwaakte Doris in de
witgepleisterde bungalow van Ima Perkins, om
tot de ontdekking te komen, dat ze een der
meest gefotografeerde en een der meest be
lasterde meisjes ter wereld was.
Ima las met haar bril op haar neus, hardop
de kranten voor.
„Hoor nu toch eens: enkelen der medc-
pasagiers, die tegelijk met miss Carlington
zijn overgestoken op de Normandie, leggen ge
tuigenis af van haar uiterste excentriciteit en
geldverspilling. Aan boord gaf ze soupers met
champagne, die
Al had ze gewild, dan zou Doris toch niet
naar Ima hebben kunnen luisteren. De deurbel
en de telefoon stonden geen oogenblik stil;
boodschappenjongens en een troep vreemd uit
gedoste mannen, die veel op bandieten gele
ken, maar filmoperateurs bleken te zaj«,
bonsden tegen de ruiten en de keukendeur.
Nelson, die de uitnoodiging van Ima had aan
genomen, om dien nacht op haar veranda te
blijven logeeren, deed in het begin zijn best,
de zaak van den lichten kant op te nemen.
„Lach er toch om, Doris.... Wat kan het je
schelen, wat de kranten vertellen! Als je het
mij vraagt dan is het een verkapte zegen voor
je. Het is nu wel zeker, dat de Larches het huis
zullen soopen, en dan...."
Maar het bellen hield niet op en na een
poosje van optimisme moest zelfs Nelson toe
geven, dat ze alle drie er leelijk tusschen
zaten.
„Het eenige, wat er nog voor ons opzit," zei
hij ten slotte, „is, onze biezen te pakken en
ergens in de bosschen een schuilplaats te zoe
ken. Ik weet in New-Jersey wel een plekje
„Dan zouden we in hechtenis genomen wor
den, wegens schending van ons gegeven woord,"
zei Ima sarcastisch. „Weet je dan niet, jong-
mensch, dat van ons verondersteld wordt, dat
we binnen de grenzen van den Staat zullen
blijven?"
„Verdraaid!" bromde Nelson. „Ik was dien
heelen borgtocht glad vergetenMaar,
kunnen we dan geen vergeten hoekje vinden in
de Adirondacks of de Catskills?"
„En de heele bende hongerige perswolven
achter ons aan krijgen? Neen, dank je feestelijk,
dan blijf ik liever, waar ik ben. En dat zal
Doris ook wel liever willen, als ze ten minste
naar mijn raad luistert. En jij, jonge man, jij
hoort toch zeker by ie beangstigde toekom
stige bruid te Wijven?*'
„Waar hebt a. het nu over?"
„Ik? Nergens over. Ik haal slechts aan, wat
een groot New Yorksch dagblad vertelt." Ima
pakte haar blad op en het gelukte haar met de
noodlge stemverheffing boven het ratelen der
telefoon uit, voor te lezen: „Miss Elisabeth
Larch, de erfgename der Oklahoma-olie-
millioenen, verborg haar bezorgdheid en angst
niet tegenover onzen verslaggever, toen ze
hoorde van de tegen haar toekomstigen echt
genoot ingebrachte beschuldiging. „Ik be
grijp er werkelijk geen snars van?" waren haar
eigen woorden.
Nelson keerde terug naar zijn legerstede op
de veranda. Dat was nu echt iets voor Betsy,
om er haar neus in te steken! Had ze niet kun
nen zeggen, dat ze Nelson Weldron zeer goed
kende, natuurlijk, maar dat hun engagement
definitief verbroken wasDefinitief verbro
ken! Nelson herhaalde die woorden hardop, als
wilde hij zichzelf er van overtuigen, dat de
verloving werkelijk en voorgoed verbroken was,
Helaas, hij moest toegeven, definitief verbroken
was alles nog niet. Betsy had gedreigd, dat ze
het dien middag verbreken zou, toen hij Doris
verdedigde, maar dat was alweer zes dagen
geleden. Nadien had ze met Doris vriendschap
gesloten en was buitengewoon hartelijk en lief
tegen Nelson geweest. Het had er veel van weg,
alsof ze ontdekt had, dat zijn belangstelling in
Doris van meer daar „zuiver zakelijken aard"
was en tot het echt vrouwelijke besluit geko
men, was, dat, wat voor een ander goed genoeg
was, om het te verwerven, voor haar goed ge
noeg was, om het te behouden.
Met een kabeltelegram kr handen kwam Doris
de veranda op.
„Lees toch eens< Onze laatste stroohaJm!"
Nelson las. Hij moest het tweemaal over
lezen, omdat h$; niet gewend was aan den «ma-
volgbaren stiji van Helen Carlington.
Zoodra ik ontdekte dat je bij die onmo
gelijke oude vrijster verbleef, was de rest ge»
makelijk te snappen stop Altijd wel geweten
dat ze je ergens in betrekken zou stop
Wonder dat het geen oplichting maar alleen
geweldpleging en aanranding was stop Ais die
jonge man werkelijk de neef van Mrs. Dunley
is krijgt hij zijn verdiende loon stop Ik ver
onderstel dat zij nog steeds die onmogelijke
hoeden draagt die haar man het land heb
ben uitgejaagd stop Vaar morgen uit Europa
weg stop Iemand moet je vaders naam toch
verdedigen stop Bespreek suite in hotel met
luchtkoeling dat liefst niet uitziet over het
park stop Kan gezicht van die op het gras
slapende lui niet verdragen stop Hoe gaat het
met Wilbur stop Groet hem van je moeder.
„Nou, dat is echt een kabeltelegram," vond
Nelson. „Nu ga ik begrijpen, hoe de makelaars
kunnen beweren, dat de Western Union een der
veiligste fondsen is van de beurs. Het zijn de
lui, zooals jouw moeder, die het eeld aan het
rollen houden."