Geallieerden houden stand ten
Noorden van Dombaas
Noorwegen zet zijn strijd voor
de vrijheid voort
Noorwegen bleef neutraal
Duitscheluchtmacht bestookt de vijandelijke
verbindingen
Voss door de Duitschers veroverd
Strijd van vloot
met luchtmacht
Het nieuws van heden
SINT PETRUS'3
mmanm
NIEUW ROOD
TROEPENONTSCHEPINGEN
DER GEALLIEERDEN
Zoowel hij het aangaan als bij het voeren van den
strijd schond Berlijn het Volkenrecht
EEN VERKLARING DER
NOORSCHE REGEERING
Hambro antwoordt Von Ribbentrop
Wij hebben onweerlegbare bewijzendat Berlijn
maandenlang een invasie voorbereidde
ENGELAND WAS NIET
VOORBEREID
BRITSCHE MIJNEN VOOR
DE WEST-FJORD
KINADRUPPELS
VLIEGVELD VAN OSLO
HEVIG GEBOMBARDEERD
VEREENÏGDE KATHOLIEKE PERS
MAANDAG 29 APRIL 1949 - AVONDBLAD
N.V. VERZEKERING MAATSCHAPPIJ
Levensverzekering - Studieverzekering
Lijfrente
Collectieve Pensioenverzekering
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE. UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM
Bessen-aperitief
fl. 2.85 p. literflesch'
Bedrijvigheid bij Namsos
en Drontheim
Röros versterkte operatie'
basis
De Bilt meldt:
Drie Duitsche voorraadschepen
tot zinken gebracht
SIR HERBERT EMERSON
VERTROKKEN
ERGENS IN NOORWEGEN, 29
„Open steden gebombardeerd"
„Vrijheid boven tyrannie"
AARDSCHOKKEN IN TURKIJE
l-ÏÏU
- w r V 1 «53
Duitsche consul beschuldigd
64ste JAARGANG No. 22365
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN
Dr. H. NANNING's
GROOT BAL IN 'T CONCERTGEBOUW
99
MALIEBAAN 50
ÜTRECHI
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Terwijl de Duitsche troepen op enkele punten in Noorwegen vorderin
gen maken, houden de Geallieerden ten Noorden van Dombaas stand bij
Hjerkinn, een klein plaatsje aan den spoorweg naar Storen. De Duitschers
'trekken langs twee wegen naar Storen, het belangrijke spoorwegknooppt'~t
op. Allereerst uit de richting van Tynset en vervolgens van Röros uit. In
den sector van Röros gaat deze opmarsch slechts uiterst langzaam.
De Duitsche luchtmacht heeft de vijandelijke verbindingen tijdens het
weekeinde fel bestookt, alsook de stad Aalesund ten Noorden van Ber
gen. In de omgeving van deze laatste stad boekten de Duitschers successen
door de verovering van Voss, aan den spoorweg door het Hallingdal naar
Oslo. In het Hallingdal en het meer Zuidelijke Numedal moesten de Noren
voor de overmacht wijken.
LONDEN, 28 April (Beuter). Het Depar
tement van Oorlog deelt mede:
„Een verdere aanval van den vijand op
onze stellingen in het Gudbrandsdal is af
geslagen. Verdere ontschepingen zijn met
succes ten uitvoer gelegd, ondanks de vij
andelijke luchtaanvallen op Andalsnes en
op onze verbindingslijnen. Er heeft zich
eenige bedrijvigheid in de lucht voorge
daan in het gebied van Narvik, maar dat is
van geenerlei invloed geweest op de Geal
lieerde operaties. Er is verder niets te
melden uit het gebied van Namsos."
Uit „ergens in Noorwegen" werd Zondag aan
Keuter gemeld:
Duitsche bombardementsvliegtuigen hebben
tijdens het weekeinde een nieuwe reeks lucht
aanvallen boven Noorwegen ondernomen.
De onverdedigde stad Aalesund, ongeveer
200 K.M. ten Noorden van Bergen, onderging
verschrikkelijke aanvallen, die ruim twee uur
duurden, zoo meldt het Noorsche telegraaf-
agentschap. Zes vliegtuigen vlogen heen en
weer boven de stad en wierpen bommen van
500 pond neer. Vele particuliere huizen werden
volkomen vernield en een groot aantal andere
werd onbewoonbaar. Een groote kerk, op wel
ker dak duidelijk een groot kruis was geschil
derd, kreeg een treffer van een laagvliegend
vliegtuig. Op straat loopende menschen en
talrijke huizen werden met machinegeweervuur
bestookt. Roode Kruis-personeel dat trachtte
gewonden te redden, moest dekking zoeken
voor het felle machinegeweervuur.
Havas verneemt uit goede bron te i'arijs,
dat de plaats Hjerkinn, gelegen aan den
spoorweg tusschen Dombaas en Storen, bezet
zou zijn door Britsche troepen. Een Ouitsch
detachement zou er zich dwars door de ber
gen heen begeven. De Britsche troepen heb
ben zich ook te Storen ingericht. De Geal
lieerde troepen verwachten de komst van
Duitsche lichte formaties, die van geringe
sterkte schijnen te zijn en het karakter heb
ben van patrouilles.
In een Noorsch legerbericht wordt gezegd:
„Onze troepen in het Nume- en het Hallingdal
zi,jn na gevechten teruggetrokken. In het weste
lijk deel van Oost-Noorwegen, waar de Duitsche
troepen geen noemenswaardige vorderingen ma
ken, duurt de strijd voort.
In Oost-Noorwegen hebben de Duitschers
Voss bezet. Duitsche vliegers hebben de verbin
dingslijnen gebombardeerd.
Een Duitsch vliegtuig is neergeschoten, drie
Duitsche toestellen hebben een noodlanding ge
maakt, terwijl het lot van verscheidene andere
niet vaststaat.
Een speciale correspondent van Havas bij het
hoofdkwartier van 't Geallieerde leger meldt:
Er heerscht op het oogenblik een koortsachtige
bedrijvigheid bij het front van Drontheim en
rondom Namsos. De oorlogsmachine der Geal
lieerden is thans in beweging. Bangs de wegen
is het een gaan en komen van honderden Al
penjagers, mariniers en artilleristen. Elk ver
vult zijn taak, ondanks de bombardementen der
Duitsche luchtmacht, die poogt de spoorlijn
naar Namsos te vernielen. Het moreel der Fran-
sche troepen is uitstekend en een bataljonschef
heeft in een interview met den correspondent
van Havas het leven hier vergeleken met dat,
hetwelk hij met zijn mannen leidde sedert den
aanvang van den oorlog voor de Maginotlinie.
„Mijn mannen zijn opgesteld op een terrein,
dat in alle richtingen front maakt. lederen nacht
begeven zich patrouilles op ski's naar alle kan
ten. Wij loopen hier gevaar lichte elementen en
patrouilles te ontmoeten en wij zijn gereed csn
ze behoorlijk te ontvangen."
In het hoofdkwartier legde een -generaal den
nadruk op de snelheid, waarmede de Fransche
soldaten zich hebben aangepast aan de om
standigheden van het Noorsche klimaat. Spre
kende over den militairen toestand toonde hij
zich optimistisch en gaf hij te verstaan, dat de
huidige phase slechts een inleiding vormt en
dat men nog groote gebeurtenissen moet ver
wachten voordat de campagne ten einde zal
zijn. Men zal dan ook evenveel- geduld als hard
nekkigheid moeten hebben, zoo zeide de gene
raal.
In Namsos staat geen huis meer overeind, zoo
hevig is het stadje uit de lucht bestookt. De
geheele plaats is één groote puinhoop. Overal
liggen vernielde auto's tusschen de puinen. De
bewoners der stad zijn teruggekeerd en kunnen
nauwelijks de sporen van hun vroegere wonin
gen terugvinden. Van de groote kerk staan al
leen nog de vier muren overeind.
In 't Engelsche hoofdkwartier heerscht opti
misme, het moreel der Engelsche troepen is
even goed als dat der Fransche.
Volgens berichten uit Stockholm versterken
de Duitschers het gebied van Röros, met het
doel er het hoofdkwartier voor de operaties in
Midden-Noorwegen te vestigen, zij hebben het
denkbeeld, in Oostelijke richting naar de
Zweedsche grens op te rukken, blijkbaar laten
varen en graven zich naar men zegt, in te
Orvros, acht kilometer ten Noorden van Rö
ros, waar de Noren de spoorwegverbinding naar
Storen hebben afgesneden door de brug over
de Glommen te vernielen. Voorts wordt ge
meld, dat ten Noorden van Drontheim Fransche
troepen in actie zijn geweest tegen de Duit
schers, die trachtten langs een omweg over het
water naar Bangsund te komen.
In den strijd te Steinkjer is een pauze geko
men. Beide partijen krijgen versterkingen.
.iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiij-:
VERWACHTING geldig van hedenavond
tot morgenavond ongeveer 19 uur:
H Betrokken tot zwaar bewolkt met plaat-
S selijk mist, later tijdelijk brekende be-
5 wolking, geen neerslag van beteekenis,
zwakke tot matige, in het Noordoosten
tijdelijk krachtige Zuidelijke tot Ooste-
lijke wind.
H Zon op 4.37 onder 19.19. Licht op 19.49.
g Maan op 0.41 onder 10.05. L.K 29 April
fiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii
ERGENS IN NOORWEGEN, 29 April (Reu
ter). Zondag zijn op groote schaal luchtge
vechten geleverd tusschen Duitsche bommen
werpers en Geallieerde gevechtsvliegtuigen bo
ven het Engesetnieer, gelegen tusschen Bergen
en Drontheim. Men heeft gezien, dat verschei
den vliegtuigen stuurloos neergingen.
Duitsche vliegtuigen zijn ook zeer bedrijvig
geweest boven de haven van Molde, ten noord
westen van Andalsnes, waar de Geallieerde ont
schepingen worden voortgezet.
Volgens een bericht uit Noorsche bron
zijn de laatste paar dagen hevige gevechten
geleverd tusschen Duitsche vliegtuigen en
Britsche oorlogsbodems.
Alle aanvallen, welke beoogden de Britsche
roepen-voorraadtransporten tot staan te bren
gen, zijn afgeslagen. De transporten komen da
gelijks, aan en er bevinden zich thans aanzien
lijke Geallieerde effectieven en veel oorlogs
materiaal in Noorwegen.
De Britsche admiraliteit deelt officieel
mede, dat nog drie Duitsche voorraadsche-
pen tot zinken zijn gebracht.
De admiraliteit spreekt de Duitsche bewering
tegen, dat in de laatste twee dagen vijf kruisers
en dertien transportschepen zijn tot zinken ge
bracht of ernstig beschadigd.
De Britsche treiler „Hammond" is tot zinken
gebracht en de Britsche treiler „Larwood" door
een brandbom in brand gezet. Er zijn echter
geen dooden of gewonden.
De Hooge commissaris van den Volkenbond
voor de vluchtelingen, sir Herbert Emerson,
heeft, na een bezoek aan Amsterdam, ons land
verlaten. Sir Herbert is naar Brussel vertrok
ken.
April (Reuter). ,,De oorlog zal
worden voortgezet, totdat de in
dringers uit het land zullen zijn ver
dreven en Noorwegen weer vrij zal
zijn", zegt de Noorsche regeering
in een verklaring uit haar onbekende
verblijfplaats in Noorwegen.
In deze verklaring dankt de
regeering de Fransche, Britsche en
Poolsche regeering voor hun hulp
in den strijd om de vrijheid, een
goed dat zij zoo hoog schat, dat zij
liever de ellende van den oorlog wil
ondergaan, dan te buigen voor de
Duitsche tyrannie.
Deze verklaring luidt als volgt:
De Noorsche regeering heeft per radio ver
nomen, dat de Duitsche regeering op 26 April
heeft verklaard in oorlog te zijn met Noor
wegen. De Noorsche regeering is zich sinds den
nacht van 8 op 9 April, toen het Duitsche
rijk, zonder oorlogsverklaring, zijn woesten aan
val tegen ons inzette, van dezen oorlogstoestand
bewust. Deze aanval moet langen tijd zijn voor
bereid, omdat de Duitsche strijdkrachten Noor
wegen van Oslo tot Narvik tegelijkertijd op
vele punten binnenvielen. Onze aanvallers heb
ben gehandeld in strijd met het Volkenrecht
en ondanks het feit, dat Noorwegen niet de ge
ringste daad had gepleegd, welke als veront
schuldiging zou kunnen dienen voor een ge
welddaad.
Op dezelfde wijze heeft de Duitsche oorlogs
machinerie in Noorwegen oorlog gevoerd zonder
eenig respect voor algemeene regelen van Vol
kenrecht. In het bijzonder hebben Duitsche
bommenwerpers onverdedigde Noorsche dorpen
en steden, welke zonder militaire uitrusting wa
ren en om geen enkele reden zouden kunnen
zijn beschouwd als wettige militaire doelen, ver
woest.
De Duitsche regeering heeft tegenspraken ge
publiceerd, dat zij haar militairen strijdkrachten
had opgedragen te vuren op burgers, die geen
deel namen aan den strijd. De leden der Noor
sche regeering hebben evenwel persoonlijk der
gelijke daden van geweld gadegeslagen en weten
dus, dat het feiten zijn, welke niet kunnen wor
den ontkend. De Noorsche regeering is er door
eigen ondervinding van overtuigd, dat, indien
de Duitsche regeering thans verklaart in oorlog
te zijn met Noorwegen, Duitschland om die re
den den oorlog niet zal voeren in overeenstem
ming met het Volkenrecht. Noorwegen moet
steeds voorbereid zijn op hetgeen de Duitsche
regeering in haar memorandum van 9 April zelf
noemde: „de verschrikkelijkste oorlogsdaden".
De Noorsche natie heeft zichzelf niet veroor-
oofd te worden geterritoriseerd door bombarde
ment en andere vormen van verwoesting.
Zij beschouwt de vrijheid als een zoo kostbaar
goed, dat zij de voorkeur geeft aan het lijden
•an den oorlog boven een buigen voor de Duit
sche tyrannie.
Het is het Duitsche rijk, dat Noorwegen den
oorlog heeft verklaard. Noorwegen heeft den
oorlog niet gewild en niemand aangevallen. De
Noorsche natie treedt den oorlog evenwel tege
moet met een vastberadenheid te vechten voor
de vrijheid en het is de plicht der Noorsche re
geering den strijd voor het volk te voeren.
De oorlogsverklaring maakt voor Noorwegen
geen verschil. De oorlog gaat thans voort gelijk
tevoren en zal duren totdat de overweldigers
uit het land zullen zijn geworpen en Noorwegen
opnieuw vrij is.
De Noorsche regeering dankt de regeeringen
van Groot-Brittannië, Frankrijk en Polen voor
haar- hulp aan Noorwegen in dezen strijd.
Tezamen strijden deze regeeringen tegen de
tyrannie, welke het Volkenrecht schendt. en er
laar streeft de kleine naties te onderwerpen.
i
De Noorsche regecring heeft het vertrou
wen, dat het recht en de vrijheid ten slotte
de overwinning zullen behalen. Zij weet, dat
schendingen van het Volkenrecht en dat ge
welddaden het land niet veel schade kun
nen doen. Zij weet echter, dat het Noorsche
volk de vrijheid, welke bij de grondwet van
1814 werd gevestigd, niet zal opgeven.
De Noorsche regeering zegt niets nieuws,
wanneer zij verklaart: „Dc strijd voor de
vrijheid en onafhankelijkheid gaat voort"."
ANKARA, 28 April (Havas). Zondagmici
dag zijn te Inegeul in Turkije twee aardschok
ken gevoeld. Er zijn geen slachtoffer® te be
treuren.
1
Fransche alpenjagers trekken door het hooggebergte op weg naar hun posten
ff
STOCKHOLM, 28 April Hambro, de
president van het Noorsche parlement en
voorzitter van de Noorsche commissie voor
Buitenlandsche Zaken, heeft in een inter
view met United Press, naar uit een bericht
van dit persbureau aan zijn bladen blijkt,
ontkend, in tegenstelling tot de verklaringen
van Von Ribbentrop, dat Noorwegen voor
bereidingen had getroffen om de ontsche
pingen van troepen der Geallieerden toe te
staan, voordat de Duitsche invasie plaats
vond. „Wij hebben thans het onweerlegbaar
bewijs," aldus Hambro, ,,dat Duitschland
maanden van tevoren gedetailleerde plan
nen voor de invasie voorbereidde. Wij zou
den vandaag in een betere positie verkeeren,
wanneer de Engelschen werkelijk transpor
ten hadden gereedgemaakt en zelfs in een
nog betere, wanneer de geheime dienst der
Geallieerden, die van de Duitsche voorbe
reidingen wist, ons van tevoren had ge
waarschuwd.
Wij moeten toegeven dat onze legatie te
Berlijn berichten had, dat een week voor den
aanval op Noorwegen Duitsche transporten uit
Duitsche havens voorbereidingen troffen om
te vertrekken. Leden onzer legatie wisten dat
reeds gedurende enkele weken, maar krach
tens inlichtingen, die hun werden verstrekt,
waren zij niet van meening, dat deze troepen
bestemd varen voor een aanval op Noorwegen.
Ook de Geallieerden wisten van deze voorbe
reidingen en wanneer zij ons slechts hadden
ingelicht, dan zou ons dat van dienst zijn ge
weest bij onze voorbereidingen tegen elke
eventualiteit, want wij hebben geen enkelen
voorzorgsmaatregel getroffen en de aanval was
een volkomen verrassing.
Het feit, dat de Geallieerden de Noorsche
regeering nimmer hebben gewaarschuwd, be
wijst, dat zij Noorwegen als een volkomen neu-
tialen staat beschouwden, die in geen enkel op
zicht voorbereidingen trof om als hun bond
genoot op te "treden.
Wij hebben thans talrijke bewijzen ver
zameld, bestaande uit verklaringen van
Noorsche loodsen, havenmeesters en van
personen uit scheepvaartkringen, dat de
Duitsche transportschepen dc Duitsche
LONDEN, 28 April (Reuter) De Britsche
admiraliteit meldt, dat voor de West-fjord (bij
Narvik) en omgeving mijnen zijn gelegd.
Volgens het Britsche communiqué liggen de
mijnen in de Wést-fjord ten Noorden van de
lijn, welke zich uitstrekt op 67 gr. 39 min. N. B.
en 12 gr. 45 min. O. L. De doorvaarten ten
Noordoosten en ten Zuiden van het eiland
Steinvaer op 69 gr. 10 min. N. B. en 16 gr.
35 min. O. L zijn eveneens door het leggen van
mijnen gevaarlijk. De schepen, welke in deze
wateren zonder instructies van de plaatselijke
Britsche of Noorsche vlootautoriteiten komen,
doen zulks op eigen risico.
havens meer dan een week voor 9 April
hebben verlaten. Ons zijn gevallen bekend,
dat volledig uitgeruste manschappen te
voorschijn zijn gekomen uit de schepen in
de Noorsche havens, vier, vijf dagen voor
dat de invasie plaats vond.
Een van de duidelijkste gevallen is dat van
den walvischvaarder „Jan Wellem" (11.000 ton)
die het grootste deel der landingstroepen en
wapens te Narvik aan land bracht. Dit schip
bereikte de Noorsche territoriale wateren bij
Andalsnes, ten Noorden van Harstad, op den
ochtend van 8 April. Noorsche scheepvaart-
autoriteiten bevestigen, dat een torpedoboot-
jager op maximum-snelheid minstens vier
dagen zou noodig hebben om van Duitschland
uit Narvik te bereiken. Dergelijke schepen be
vonden zich ook dagen van tevoren in de
havens van Drontheim, Bergen, Stavanger en
Oslo."
Hambro beschuldigde den Duitschen consul
te Narvik, Noida, ervan, de leider te zijn van
de Duitsche spionnage, belast met de voorbe
reiding van de invasie.
Hij verklaarde: „Een feit is nooit bekend ge
worden, namelijk, dat toen Nolda tót 'consul
werd benoemd, ik de Noorsche regeering heb
gewaarschuwd om deze benoeming met de
grootste voorzichtigheid te aanvaarden. Mijn
bezwaren werden in den wind geslagen. Nolda
was commandant van een duikboot in den vori-
gen oorlog en was een van de Duitscne experts,
verbonden aan de ontwapeningscommissie van den
Volkenbond. Toen Duitschland den Volkenbond
verliet, werd hij tot consul te Havre benoemd.
In dien tijd werd de Fransche transatlantische
mailboot „Paris" op geheimzinnige wijze door
brand vernield. Beschuldigingen werden toen
geuit, dat men op die wijze poogde de haven
te blokkeeren voor de Fransche mailboot „Nor-
mandië".
Kort nadien keerde Nolda naar Duitschland
terug.Daarna werd hij benoemd tot consul te
Drontheim en vervolgens te Narvik. Ik ben er
van overtuigd, dat, wanneer wij zouden be
schikken over de geheime rapporten van Nolda.
er verrassende onthullingen zouden komen.
En het zou mij niet verbazen, wanneer hij zich
heeft bevonden onder de 600 arme Duitsche
kooplieden, die de vorige week via Zweden naar
Duitschland mochten terugkeeren. Wellicht dat
hij later benoemd zal worden tot consul in een
belangrijke haven, die nu nog steeds neu
traal is."
Naar aanleiding van enkele documenten,
die door Von Ribbentrop zijn aangevoerd
als bewijs, dat de Geallieerden voorbereidin
gen troffen voor een invasie in Noorwegen,
verklaarde Hambro: „De meeste dezer do
cumenten zijn begin Januari gedateerd. Wij
en ieder ander weten uit in het openbaar
afgelegde verklaringen, dat de Geallieerden
Finland wilden helpen en dat dit alleen
kon via Noorsche havens. Dit werd echter
niet toegestaan. Als strikt neutrale mogend
heid konden wij die toestemming niet geven.
Engeland was niet klaar om ons te hulp
te komen, toen de aanval geschiedde, het
geen ook bewezen wordt door het feit, dat
de Engelsche troepen pas negen dagen na
de Duitschers arriveerden, toen dezen zich
reeds stevig op Noorsch grondgebied hadden
genesteld. Jammer genoeg heeft Noorwegen
den ernst van zijn toestand niet ingezien
en dus ook geen voorbereidingen getroffen.
Een feit is, dat in vele kringen klachten
werden gehoord in Noorwegen zelf over een
pro-Duitsche gezindheid van minister Koht,
In officieele verklaring der Noorsche re
geering zegt deze, dat Noorwegen den
strijd zal voortzetten, totdat de Duitschers
uit het land zijn verdreven.
Het Missiehuis te Kaatsheuvel vierde zijn
25-jarig bestaan.
Benoemingen in het bisdom Haarlem.
Quick, Kolping en G.V.A.V. de eerste
afdeelingskampioenen.
o o
Het aangewezen middel bij:
BLOEDARMOEDE BLEEKZUCHT
MALARIA GEBREK AAN EETLUST au.
Men lette op den naam „Dc- H- Manning' buiten
op de roode doos en op de (lacon. Prijs f 1.30
Dr, H NANNING'i Plun» Clcm. Ftbriek. N.V.. DEN HAAG.
in alle zalen, van 83 uur, op Julianadag.
VELE ATTRACTIES! THE RH. SWINGERS
Entrée 0.40 pi. rechten.
Deze had groot vertrouwen in den Duit
schen gezant Brauer, die zoowel in parti
culiere gesprekken als officieel zijn sym
pathie met Noorwegen had betuigd en zijn
bereidwiligheid had getoond om ons land
te helpen bij de handhaving der neutrali
teit.
Elk lid van het Noorsche parlement we;
dat de regeering met de grootste behoedzaam
heid heeft getracht de neutraliteit te bewaren
en toen de kwestie van het doorlaten van troe
pen voor hulp aan Finland ter sprake kwam,
was de commissie voor Buitenlandsche Zaker.
het erover eens, dat dit niet kon worden toe
gestaan, niet om Rusland, maar hoofdzakelijk
ter wille van Duitschland. Onze voornaamste
overweging was, dat wanneer wij dit zouden
hebben toegestaan, Duitschland Finland zou
aanvallen met of zonder oogluikende toestem
ming van Rusland. En daarmee zou de verde
diging van Finland onmogelijk zijn geworden.
Het is duidelijk, dat de Duitschers reeds maan
den van tevoren gedétailleerde plannen hadden
voor de bezetting van Noorwegen, evenals voor
die van Denemarken, waar feitelijk reeds eer-
nazi-régime is gevestigd, en eveneens voor
Zweden, dat later aan de beurt zou komen.
De bewering, dat Noorwegen niet neutraal
zou zijn, zal geen invloed uitoefenen op hen,
die de vrijheid hebben, zich een eigen meening
te vormen, en het kan niets veranderen aan
de publieke wereld-opinie inzake de logische
ontwikkeling der invasie."
Hambro verzekerde, dat hij in het bezit was
van een beëedigde verklaring van den Noorschen
loods, die het Duitsche transportschip „Jan
Wellem" den nacht voor den aanval in de haven
van Narvik bracht, waarin staat, dat de Ame-
rikaansche vlag werd gebruikt om de ware
nationaliteit te verbergen.
Hambro zeide verder, dat de Duitschers in de
Narvik-zone over twaalf torpedobootjagers be
schikten. Daarvan zijn er slechts twee in Noord-
Oostelijke richting ontsnapt, de overige zijn
door de Engelschen tot zinken gebracht. Verder
verklaarde hij, dat de Noorsche regeering een
Witboek voorbereidde, waarin de Duitsche
lezing over de bezetting zou worden tegenge
sproken. De slechte verbindingen echter zouden
wellicht de publicatie dezer documenten kunnen
vertragen.
STOCKHOLM, 28 April (Havas). Het laat
ste bombardement van 't vliegveld Fomebö (bij
Oslo) door Britsche vliegers is uiterst hevig
geweest. Verscheidene Duitsche vliegtuigen
werden vernietigd. Daar het overigens een
klein vliegveld is, hebben de groote Duitsche
vliegtuigen, die bestemd zijn voor troepenver
voer, groote moeilijkheden bij de landing. Een
aantal dezer vliegtuigen is beschadigd. De Duit
schers hebben allen gemeente-werklieden van
Oslo opdracht gegeven mede te werken aan de
uitbreiding van het vliegveld.
Stand op Maandag 1 uur n.m.: 760.8
Vorige stand: 759.8