£b4aA,
EIGENWIJZE
De O. 25 liep van
stapel
Lichting 1940
VIJFHONDERD MIJNEN
Eerste van zestal nieawe
onderzeebooten
DONDERDAG 2 MEI 1940
Schipper van de ,,Bep"
vertelt
Moeilijkheden van den
varkenshandel
APPARATENVERKOOP DOOR
OVERHEIDSBEDRIJVEN
Tweemaal uit Wesermünde
vertrokken
SCHEEPVAART OP DEN RIJN
Particuliere handelaars en instal
lateurs protesteeren
Data van opkomst van buiten
gewoon dienstplichtigen
Mr. Wagenaar ernstig
gewond
Te Goes met zijn auto tegen
een boom gereden
ANTON PONTEN 70 JAAR
600 JAAR ROTTERDAM
Open brief aan den burgemeester
Sinds twintig jaren muziekleeraar
aan het klein-seminarie
Kind te water geraakt
Drenkeling bij de overname van
de Viacheslav Molotov
ONTEVREDENHEID BIJ DE
MACHINEFABRIEK BRAAT
VIJFTIG JAAR KAPITEIN
GEVAL VAN SPIONNAGE?
BRANDSTICHTERS ACHTER
SLOT
Luchtpost voor Zuid-Amerika
Mgr. A. v. d. Venne
Directeur van Rolduc gaat heen
'n vuurtje stoken.
WEEST ZUINIG
UIT DE STAATSCOURANT
Dep, van Waterstaat
Luchtvaartdienst
Dep. van Defensie
Onderscheidingen
Rechterlijke macht
Politie
Staatsboschbeheer
Onderwijs
Scheepvaartinspectie
door
CURTIS YORKE
Woensdagmiddag twaalf uur is op de
■werf Wilton Feijenoord te Schiedam de
onderzeeboot O. 25 van stapel geloopen.
De tewaterlating geschiedde in de bouw
loods aan de Nieuwe Maas door mevrouw
A. S. van Erkel-Hanbury.
Na de tewaterlating werd het Wilhelmus ge
speeld. In een samenkomst in de villa van Wil
ton, waarbij tegenwoordig waren de vice-ad-
ïniraal b. d. A. Vos, overste J. J. C. C. Bennik,
chef van het bureau materieel marine artille
rie, luitenant ter zee eerste klasse G. B. M.
Van Erkel, belast met het nautisch militair toe
zicht op den bouw van marine-vaartuigen, D
W. Kwak, chef van het bureau motor stoom
vaartdienst van het departement van Defen
sie, de hoofdingenieurs der marine van het de
partement van Defensie G. de Rooy en mr. dr.
F. L. J. van Haaren, burgemeester van Schie
dam. De directeur van de werf, ir. C. J. R
Teschmacher, heeft een korte rede uitge
sproken.
Spr. wees er op, dat meer dan een eeuw
geleden het eerste schip voor de Nederland-
sche marine op een der werven van de
maatschappij, in casu de vroegere werf
Fijenoord te Rotterdam van stapel hep.
Spr. bood mevrouw van Erkel een souvenir
aan in den vorm van een diamanten
broche.
Luitenant ter zee eerste klasse G. B. M. van
Brkel voerde daarop het woord en wees er op,
dat de O. 25 twee en een halve maand vóór
het tijdstip van het bouwprogramma van sta
pel is geloopen. In dezen tijd is deze prestatie
dubbel welkom.
Vervolgens voerde het woord de burgemees
ter van Schiedam, mr. dr. F. L. J. van Haa-
ren. Ten slotte werd nog gesproken door den
heer G. de Rooy, die zijn felicitaties in dicht
vorm gegeten had, waaruit wij als bijzonder
heid noteerden, dat de bouw van de O. 25 vijf
tienhonderd teekeningen gevergd had.
De proeftochten beginnen in Juli a.s. en de
bfficieele indienststelling is waarschijnlijk te-
ten het einde van het jaar te verwachten.
De O. 25 maakt deel uit van de serie O-boo
ten, waarvan de O. 21 en de O. 22 op het
oogenblik te Vlissingen afgebouwd worden en
de o. 24 bij de Rotterdamsche Droogdok Maat
schappij, terwijl de O. 26 en de O. 27 nog op
de helling van de Droogdok Maatschappij te
Rotterdam liggen.
Rijn in Nederland van kracht verklaarde re
glement van poütie voor de Rijnvaart)
Blijkens die bekendmaking zijn van het voe
ren van het bedoelde kenteeken vrijgesteld o.a.
buitenlandsche sportvaartuigen, behoorende tot
een erkende sportvereeniging, wanneer zij de
kenteekenen (vlag) van hun vereeniging voe
ren en zich een bewijs van lidmaatschap der
vereeniging van den eigenaar, voorzien van een
fotografisch portret, aan boord bevindt.
Volstaan kan worden met erkenning door-
de bevoegde autoriteit van het land, waar de
vereeniging gevestigd is.
Watersportvereenigingen, welke voor erken
ning in aanmerking wenschen te komen kun
nen zich met een desbetreffend verzoek wen
den tot den minister van Waterstaat, onder
overlegging van zeven afbeeldingen van de ken
teekenen (vlak) der vereeniging.
Woensdag heeft de Zuidelijke afdeeling van
den Nederlandschen Bond van Varkenshandela
ren onder voorzitterschap van den heer C. Smits
uit 's-Hertogenbosch, te Roermond haar jaar-
lijksche ledenvergadering gehouden. De bonds
voorzitter, de heer J. Turksma uit Leeuwarden,
nield een beschouwing over den invloed van den
huidigen toestand op den varkenshandel. Spr.
wees op de nadeelen, welke de regeeringsmaat-
regelen den varkenshandelaar veroorzaken en
de buitengewoon moeilijke omstandigheden,
waarin de handelaren zijn geraakt. Voorts be
sprak hij den strijd tusschen landbouwcoöpera
tie en bet grootbedrijf in den vleeschhandel.
In verband met de ter vergadering naar vo
ren gekomen klachten betreffende concurrentie
door niet-bonafide varkenshandelaren, werd be
sloten zich telegrafisch tot den minister van
Economische Zaken te wenden, ten einde uiting
te geven aan de ernstige bezwaren der varkens
handelaren tegen de vele vormen van deloyale
concurrentie. Den minister wordt verzocht spoe
dig de regeling in werking te stellen, welke de
deloyale concurrentie bestrijdt.
Vier van de opvarenden van den logger
.Bep" Scheveningen 15 zijn, zooals gemeld,
Woensdag met het ms. „Wega" te IJmuiden
aangekomen.
Wij hebben een onderhoud gehad met den
Schipper, K. Pronk, een der vier menschen, die
biet de „Wega" naar Holland zijn gekomen
Be vier anderen zijn, zooals gemeld, naar Rot
terdam gegaan.
Schipper Pronk vertelde nog, dat de Sch. 15,
die 3500 k.g. tong aan boord had, met twintig
kanonschoten en met mitrailleurvuur in den
erond werd geschoten. Nadat' de Nederlandsehe
visschers een dag aan boord van het Duitsche
Vaartuig waren geweest, stoomde men naar
Wesermünde, waar men Zaterdag aankwam.
Hier werden zij naar het politiebureau over-
eebracht.
De behandeling was zeer correct. Een voor
«en werden de mannen verhoord, waarna zij
een verklaring moesten teekenen. Nadat deze
formaliteiten waren geschied, werden allen
Weer in het arrestancenlokaal gebracht. Don
derdag 25 April werden de mannen vrijgelaten.
Zij werden gebracht naar de twee Nederland
sehe motorschepen „Nato" en „Wega", die in
de haven van Wesermünde lagen. De mannen
Waren zeer erkentelijk voor wat de kapiteins
van deze schepen voor hen hebben gedaan. Don
derdagnacht hebben zij aan boord van de
..Wega" en „Nato" gelogeerd en zij dachten
biet anders, dan dat zij nu van alle zorgen be-1
vrjjd waren. Reeds waren de beide schepen op
Weg, toen zij op de Weser weer van boord ge
baald werden, hetgeen in verband werd ge
bracht met de troepenverplaatsingen, die dien
dag in grooten omvang geschiedden. Zij werden
door officieren van de marine afgehaald en
daarna in de kazerne ondergebracht. Hier zijn
bij vastgehouden tot Maandagmorgen j.l. zes
bur. Toen werden zij weer vrijgelaten en kon
den zij definitief de reis naar Nederland aan
vaarden.
De mannen, die in IJmuiden zijn aangeko-
hien, zijn, behalve schipper A. Pronk, L. Spaans.
2. Spaans en A. Korving.
De minister van Waterstaat brengt ter ken-
his van belanghebbenden, dat blijkens een be
kendmaking van den Rijksverkeersminister in
Buitschland van 11 November 1939 een regeling
getroffen inzake het ambtelijke kenteeken
Van kleine vaartuigen, als bedoeld in par. 7
van het voor den Duitschen Rijn geldende re
glement van politie (zie artikel 7 van het bij'
R. B. van 13 Februari 1939, Stbl. no. 14, op den
Naar aanleiding van de conclusies van het
dezer dagen uitgebrachte rapport, opgesteld
door de eenige jaren geleden ingestelde z.g.
„toonzalen-commissie"om het vraagstuk van
den apparaten-verkoop door overheidslichamen
te bestudeeren, van welke conclusies de voor
naamste luidde, dat de overheidsbedrijven de
bevoegdheid hebben „in mate, waarin zij zulks
noodig achten, den verkoop en de verhuur van
deze toestellen ter hand te nemen met dien ver
stande, dat wanneer de bedrijven van deze be
voegdheid gebruik maken, overleg zal worden
gepleegd met de installeurs", heeft de Neder
landsehe Vereeniging van grossiers op electro-
technisch gebied aan de ministers van Econo
mische Zaken en Waterstaat een request ge
richt, waarin zij allereerst vast stelt, dat naai
haar meening een belangrijke fout is gemaakt
bij de samenstelling der Commissie. Waar in
studie werd genomen een onderwerp betreffen
de den handel in apparaten, benevens daartoe
in verwantschap staande arbeid, was geen
plaats ingeruimd aan de grossiers en/of impor
teurs, hetzij in vereenigingsverband dan wel
individueel. Dit is naar haar meening oorzaak,
dat een weinig objectief en helaas dus weinig
waardevol rapport aan de ministers werd uit
gebracht.
De eenzijdigheid der Commissie heeft voorts
ertoe geleid, dat uit haar rapport duidelijk de
tendenz blijkt, officieel te willen doen vaststel
len, dat inzake den handel in electrotechniscne
apparaten de Overheidsbedrijven niet slechts,
gelijk tot heden, de installateurs mogen en
dus zullen beconcurreeren, doch deze ook
mogen en dus zullen afhankelijk maken
van de inzichten en richtlijnen dier bedrijven.
Dit beteekent niet slechts een aantasting der
handelsvrijheid van de installateurs en van den
electrotechnischen handel, het beteekent tevens
een aantasting van hun directe levensbelangen.
De Vereeniging is ten volle overtuigd, dat het
particulier initiatief een grondige en in het
gewenschte tempo geleide ontwikkeling van der.
electrotechnischen handel even zeker zal kun
nen verwerkelijken als het dat op verwante
gebieden vermocht heeft. Voorbeelden noemt zij
hierbij en zij zegt, dat een soortgelijke opbouw
bij den handel in electrotechnische apparaten
evenzeer gewaarborgd is, indien de Overheids
bedrijven zulk een organische ontwikkeling niet
doorkruisen.
Indien het juist zou zijn, dat hier een haperen
van het particulier initiatief ware te consta-
teeren, dan dient dit wegens adressante voor
het overgroote deel te worden geweten aan de
politiek der overheidsbedrijven; die een gezonde
ontwikkeling van het particuliere bedrijf heeft
belemmerd en geschaad.
Gezien de conclusies der commissie, is het een
fictie, te gewagen van het overleg en de sa
menwerking, die zullen ontwikkelen. Samenwer
king kan slechts rusten op erkenning van we-
derzijdsche rechten. De rechten van den parti
culieren handel nu worden door het rapport
ernstig in het gedrang gebracht. Daartegen
gaat in de allereerste plaats het protest der
vereeniging.
Deze stelt tenslotte tegenover verschillende
eenzijdige aanbevelingen van het rapport de
algemeene richtlijnen, zooals de Vereeniging,
en met haar het geheele vrije bedrijf, deze als
de eenige juiste ziet. Die richtlijnen kunnen
worden samengevat in het principe, dat het
onverantwoord is om zooals is het rapport
geschiedt aan de Overheidsbedrijven een
vrijbrief te verstrekken voor den handel in
apparaten.
Vijfhonderd mijnen zijn hij ons
Nu reeds gedemonteerd,
Vijfhonderd maal is het gevaar
Van ramp en dood gekeerd.
Vijfhonderd maal deed. kalm en stil,
Een dlmonteur zijn plicht,
Maar al die keeren werd daarmee
Een heldendaad verricht.
Wanneer een enk'le mijn ontploft
En dan vernieling zaait,
Wordt al dat werk weer overstemd,
Waar nooit een haan naar kraait.
Dan hier, dan daar sluipt het gevaar
Al deinend naderbij,
Maar de marine houdt het oog
Op stroomen en getij.
Vijfhonderd keer sloeg men alarm,
Was er gevaar in zicht,
En al die keeren was men klaar
En deed een man zijn plicht.
Hij deed zijn plicht voor 't vaderland,
Voor ons, voor U en mij,
Hij waagde 't leven, keer op keer,
Maar wij, wat wagen wij?
Wij hooren van 't gevaarlijk werk
Alleen van tijd tot tijd,
Maar voelen steeds bewondering
En diepe dankbaarheid.
HERMAN KRAMER
De regeeringspersdienst deelt hieronder
mede de data van opkomst in werkelijken
dienst van gewoon dienstplichtigen van de
lichting 1940, die verkeeren in de positie
van buitengewoon dienstplichtige.
Regimenten motorartillerie en korps rijden
de artillerie 17 Juni 1940.
Artilleriemeetafdeeling 17 Juni 1940.
Regimenten luchtdoelartillerie 17 Juni 1940.
Regimenten infanterie (inbegrepen de regi
menten grenadiers en jagers) 8 Juli 1940.
Korps motordienst 8 Juli 1940.
Eskadrons pantserwagens (le ploeg) 6 Aug.
1940.
Regimenten huzaren-motorrijder (le ploeg)
6 Aug. 1940.
Bataljon geneeskundige troepen 2 Sept. 1940.
Luchtvaartregimenten (le ploeg) 1 Oct. 1940.
Compagnie intendancetroepen 1 Oct. 1940.
2e regiment genietroepen 1 Oct. 1940.
Korps pont. en torp.: Pontonniers (le ploeg)
1 Oct. 1940. Torpedisten 1 Oct. 1940.
3e regiment genietroepen 4 Nov. 1940.
Eskadrons pantserwagens (2e ploeg) 4 Nov.
1940.
Regimenten huzaren-motorrijder (2e ploeg)
4 Nov. 1940.
Regiment kustartillerie (le ploeg) 16 Dec.
1940.
Luchtvaartregimenten (2e ploeg) 3 Febr. 1941.
le regiment genietroepen 3 Febr. 1941.
Regiment huzaren (hieronder begrepen de
paardenverzorgers (niet die van het remonte
depot) en de paardenoppassers 3 Febr. 1941.
Remontedepot 3 Febr. 1941.
Korps pont. en torp., pontonniers (2e ploeg)
3 Maart 1941.
Regimenten wielrijders 17 Maart 1941.
Luchtvaartregimenten (3e ploeg) 3 Juni 1941.
Regimenten veldartillerie, beredenen en on-
beredenen 16 Juni 1941.
Regiment kustartillerie (2e ploeg) 16 Juni
1941.
Woensdagmiddag omstreeks twee uur is te
Goes een zeer ernstig auto-ongeluk voorgeval
len. De heer mr. H. G. J. M. Wagenaar, secre
taris van de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken vcor 's Hertogenbosch en omstreken en in
specteur van het centraal Distributiekantoor
voor de drie zuidelijke provincies, reed te Goes,
vermoedelijk doordat hij onwel werd, met zijn
auto tegen een boom.
De heer Wagenaar kreeg een schedelbreuk,
terwijl hem tevens de borstkas werd ingedrukt
Twee geneesheeren waren spoedig ter plaatse
en lieten het slachtoffer naar het R.K. Zieken
huis te Goes overbrengen. Zijn toestand is le
vensgevaarlijk. De heer Wagenaar, die 39 jaar
oud is, is gehuwd en vader van vier kinderen.
De tooneelschrijver en acteur Eduard Veter
man heeft aan den burgemeester van Rotterdam
een open brief gericht in verband met de her
denking van het „zes-eeuwige stadsfeest". In
c'ezen brief protesteert hij tegen bet fiet, dat
ce gemeente op het programma opvoeringen
heeft geplaatst van Goethe's Egmont met mu
ziek van Beethoven, Don Carlos van Verdi naar
Schillers drama en Wilhelm Teil van Schiller.
Verder betoogt hij, dat er op het oogenblik
van de schrijvers Den Hertog, Van Eysselstem
en van hemzelf drama's voldoende voorhanden
zijn om het herdenkingsfeest der stad Rotter
dam op waarlijk nationale wijze te vieren.
Morgen zal de Utrechtsche musicus Anton
Ponten zijn zeventigsten verjaardag vieren. De
mérites van dezen veteraan op de vele gebieden
der muziek, die hij, toegerust met een degelijke
kennis, heeft betreden, werden elders uitvoerig
beschreven. Eén kant van zijn loopbaan, die
overigens, gezien zijn groote vitaliteit, nog lang
niet afgesloten is, werd nog niet voldoende be
licht. Dat is Pontens muziekleeraarschap aan
het klein seminarie van het Aartsbisdom.
Twintig jaren geleden begon Ponten, daartoe
aangezocht door den toenmaligen president
Mgr. J. A. S. van Schalk, wien het wel over
gelaten was zijn medewerkers te kiezen, met
zijn lessen in Culemborg. Hij was de opvolger
van Oosterbaan en naast hem werkte de heer
Olieslagers, die echter, toen Ponten een jaar
les had gegeven, ontslag nam.
De muzikale opleiding van de toekomstige
priesters lag toen, wat het piano-, orgel-, har
monie- en theorieonderwijs betrof, geheel in
handen van den thans zeventig-jarige, die zich
met hart en ziel aap die taak gaf en nog geeft.
Twee a drie dagen in de week zagen de studen
ten van Culemborg den toen reeds grijzen
Utrechtschen musicus met zijn korte veerkrach
tige passen over den cour wandelen naar de
muziekkamer, die daar ergens ver. weg onder
de loods was gelegen. Ponten werkte dan een
groote rij van leerlingen af. Vijf en twintig mi
nuten was de hem en den leerling toegemeten
tijd. Hij vond het soms teveel, want onder de
priesterstudenten waren er eveneens, bij wie
iedere aanleg ontbrak, maar meestal vond hij
het te weinig en dan wist hij er van alles op
te vinden om het „lesuur" uit te breiden. Hij
hield zich namelijk niet steeds bij het „vak"
zelf, omdat hij meende en terecht dat de
toekomstige priester behalve een grondige tech
niek ook eenig inzicht moest hebben in de histo
rie en de theorie van de muziek. Ponten koos
dan een paar begaafde leerlingen uit, telde hun
„vijf en twintig minuten" zoo af en toe bij el
kaar en begaf zich met hen op het wonder
lijke pad der muziekgeschiedenis. Hij behan
delde de periode van Palestina tot heden en
deed daar eenige jaren over. Hij speelde Beet
hoven en Brahms en Debussy, om er maar
eens enkelen te noemen, quatre-mains met de
leerlingen, hij bracht hun de harmonieleer bij.
liet hen becijferde bassen uitwerken, deed hen
den dirigeerstok zwaaien, kortom hij maakte
hen klaar voor het latere leven. Menig kape
laan, die thans den schepter zwaait over een
parochieel zangkoor, heeft zijn opleiding aan
Ponten te danken.
Toen wij den zeventig-jarige dezer dagen
spraken, was hij nog vol van de Culemborgsche
jaren, die echt gemoedelijk waren. Toen het
seminarie naar Apeldoorn werd overgeplaatst-
ging ook Ponten mee. Nog steeds maakt hij
tweemaal per week de verre reis van Utrecht
naar Apeldoorn en in de groote koude-periode
in het begin van dit jaar heeft hij zelfs nooit
gemankeerd. Zijn leven daar is anders gewor
den, „meer officieel" zegt hij en hij heeft nu
een eigen kamer! waar hij koffiedrinkt en eet.
In Culemborg ging dat tusschen twee lessen
door in het „muziekkot", zooals de studenten
de muziekzaal onparlementair noemden. „Och.
dat heeft toch ook zijn voordeelen," zeide hij.
„De jongens zijn echter hetzelfde gebleven en
mijn lust om onderwijs te geven eveneens. Ik
hoop, dat het me gegeven zal zijn nog enkele
jarqn in Apeldoorn les te geven," besloot Pon
ten ons gesprek, dat feitelijk heelemaal niet
werd gevoerd om het te publiceeren, doch al
leen maar om eens oude herinneringen op te
halen. Herinneringen, die overigens vele stu
denten en oud-studenten van het klein-semi
narie hebben bewaard, weshalve wij ze dan
toch maar opschrijven. O.
voor veroordeeld tot resp. vijf jaar en twee jaar
gevangenisstraf.
Ditmaal had Van Z. het pand in de Rubroek-
straat gehuurd en gemeubileerd met tweede
handsmeubelen. Het geheel was verzekerd voor
een bedrag van 3000.Van B. stichtte op
den zesden April brand in het perceel, terwijl.
Van Z. en mej. H. bij zijn vader waren. On
middellijk na het uitbreken van den brand be
gaven zij zich naar het perceel, waar een sooi'.
comedie werd opgevoerd, welke de omstanders
moest doen gelooven, dat mej. H. wat onvoor
zichtig met lucifers was geweest.. De verzeke
ring betaalde 2239.uit, welk bedrag onder
de verschillende betrokkenen werd verdeeld.
Op de gebruikelijke wijze is Woensdag de
voor Russische rekening bij de Nederlandsehe
Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam ge
bouwde Viacheslav Molotov overgedragen. Bij
deze plechtigheid heeft zich evenwel aan hei
slot, tijdens de laatste speech, een ongeval voor
gedaan, dat gelukkig nog goed is afgeloopen
Een der kinderen van een Russischen bouw-
inspecteur wist aan de hoede der ouders te ont
snappen en viel over boord. Vrijwel onmiddel-
iijk ontdekten eenige dames, die zich aan dek
bevonden, wat er gebeurd was. Zij maakten
alarm, waarop een der employé's der Neder
landsehe Scheepsbouw Maatschappij, de heei
C. Goselink, toesnelde. Deze bedacht zich geen
oogenblik. Langs een lijn buiten boord wist
hij op een meerstoel te komen, waarna hij te
water sprong. Hij slaagde er in het kind te
grijpen. Juist op dit oogenblik passeerde een
schip van de reederij Kooy. De schipper var-
deze boot, de heer A. Salomons, koerste naai
de beide drenkelingen en met vereende krach
ten heesch men het kind en den moedigen red
der aan boord, waarna beiden aan den wal
werden gebracht.
De Algemeene Nederlandsehe, de R. K. en de
Christelijke metaalbewerkersbonden deeien
mede, dat in een personeelsvergadering van de
N.V. Machinefabriek Braat te Rotterdam een
motie is aangenomen, waarin, gehoord het ver
slag van de gehouden conferenties, als oordeel
wordt uitgesproken, dat de gedane toezeggingen
allerminst bevredigend zijn. De vergadering
heeft besloten de conferentie van 7 Mei a.s. te
willen afwachten en verzocht den hoofdbestu
ren der samenwerkende organisaties, om, indien
ter conferentie van 7 Mei geen bevredigende
toezeggingen worden verkregen, ten spoedigste
een ledenvergadering te beleggen en daar het
stellen van een ultimatum te overwegen.
Kapitein C. Langbroek, van de motorzee-
sieepboot „Blankenburg" bij L. Smit en Co's
internationalen sleepdienst, is ten kantore van
deze maatschappij in intiemen kring genul-
digd wegens zijn vijftig-jarig dienstjubileum bij
den sleepdienst.
Kapitein Langbroek is op zeventien-jarigen
leeftijd in 1890 als lichtmatroos op de sleep
boot „Havik" bij L. Smit en Co's sleepdienst
gekomen en heeft sindsdien op 21 verschillen
de booten van den sleepdienst gevaren, waar
van 34 jaar als kapitein.
Verschillende toespraken zijn gehouden door
directie en vertegenwoordigers van het perso
neel. De burgemeester van Maassluis was daar
bij tegenwoordig. Kapitein Langbroek was bij
zijn veertig-jarig dienstjubileum reeds begif
tigd met de gouden medaille van de orde van
Oranje Nassau.
De marechaussee te Moerdijk heeft een per
soon gearresteerd als verdacht van spiormage.
De man is aan de militaire overheid overgele
verd.
De rechtbank te Rotterdam heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen den 36-jarigen huis
schilder P. van B. en den 32-jarigen koopman
J. G. van Z., beiden uit Rotterdam, cie op 6
April 1939 brand hadden gesticht in het per
ceel Ru'oroekstraat 42. Zij werden door de recht
bank veroordeeld respectievelijk tot twee jaar en
één jaar gevangenisstraf.
Ee officier van Justitie had tegen hen even
eens twee jaar en één jaar gevangenisstraf ge-
eischt
Eveneens deed de rechtbank uitspraak in de
zaak tegen mej. A. B. A. H., een vriencin van
v. Z., tegen den 38-jarigen loonslachter C. H. en
tegen Van Z. Sr., den vader van Van Z-, die
medeplichtig waren geweest.
Zij werden veroordeeld tot één jaar gevange
nisstraf met aftrek der preventieve hechtenis.
De officier van Justitie had tegen hen ge
vangenisstraffen geëischt voor den tijd van één
jaar en zes maanden, met aftrek van het voor
arrest, één jaar en anderlmlf jaar.
Van B. en Van Z. zijn geen onbekenden voor
Cc rechtbank. Op 31 Augustus 1939 hadden zij
zich aan brandstichting in een pand aan de
Statenlaan schuldig gemaakt- Zij waren daar-
Het vliegtuig van de Fransche luchtpostver
binding met 2uid-Amerika, dat op Zondag j.l.
uit Parijs is vertrokken, is Dinsdag om 19 uut
in Rio de Janeiro aangekomen. Met dit vlieg
tuig werd de voor Zuid-Amerika bestemde Ne
derlandsehe luchtpost vervoerd, welke voor
Vrijdag j.l. ter post was bezorgd.
De directeur van Rolduc, Mgr. A. v. d.
Venne, die het vorige jaar zijn 40-jarig
priesterfeest vierde, zal binnenkort wegens
gezondheidsredenen aan den Bisschop van
Roermond ontslag vragen uit zijn functie.
7 I
Won» een komp zonder
vuur it alt 'n tchip zon
der ttuurl Moor veeg»
eert» dennenaalden
en dorre blaaren weg;
denk» om brandgevoor,
OP ONS BOSCHBEZIT/
Bij het departement van Waterstaat is te
rekenen van 1 Aprü 1940 bevorderd tot com
mies S. C. Vervloet (O.V.), thans adjunct
commies.
Te rekenen van 1 April 1940 is bevorderd tot
referendaris bij den luchtvaartdienst J. J. van
Drecht, thans hoofdcommies bij dien dienst
Bij het departement van Defensie zijn met
1 Mei benoemd tot commies in vasten dienst de
adjunct-commiezen: F. G. E. Franssen, J. M.
H. C. de Booy en J. Verstraaten.
Aan den reserve-eerste-luitenant dr. A. de
Graaff, van het 4e regiment infanterie, is ver
gunning verleend tot het aannemen en dragen
op de uniform van de ordeteekenen van de 9e
klasse der orde van de Jade van China.
Toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau
verbonden eere-medaille in brons, aan H. van
Riet, kelner bij het café-restaurant „In den
vergulden Turk", te Leiden; in zilver, aan W
Erkens, voorzitter van het ziekenfonds „Volks
belang", te Hoorn; in brons, aan F. W. Manche,
plaatwerker bij de N.V. Kamper Email efabrieken
voorheen H. Berk en Zoon, te Kampen; in
züver, aan W. A. Polder, meesterknecht bij
de N.V. Rotterdamsche Steenhouwerij, te Hil-
legersberg en in zilver aan H- D. Boterkooper,
meesterknecht bij den heer G. W. van de:
Woerd, te Barneveld.
Toegekend de aan de orde van Oranje-
Nassau verbonden eere-medaille in zilver aan
A. van der Maden, eerste-meesterknecht oii
de N.V. Eindhovensche trijpfabrieken Schel ens
en Marto, te Eindhoven.
Benoemd tot officier in de orde van Oranje-
Nassau, dr. J. C. Schippers, geneesheer-direc
teur van het Emma-Kinderziekenhuis te Am
sterdam.
Toegekend de aan de orde van Oranje-Nas
sau verbonden eere-medaille, in brons, aan:
A. Raams, landarbeiders in dienst - an den heer
A. Z. Snoek, te Dussen.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau dr. C. J. Rab, wonende te Oosterbeek,
gemeente-veearts, hoofd van den vleeschkeu-
ringsdienst en directeur van het openbaar
slachthuis der gemeente Renkum.
Toegekend de aan de orde van Oranje-
Nassau verbonden eere-medail'e, in goud,
aan: A. C. Booms, wonende te Bergh, procu
ratiehouder bij de N.V. H. van Gimbom te
Zevenaar.
Aan H. G. Steenis, concierge van het ge
meentehuis en bode der gemeente Zoelen, is
de zilveren eere-medaille verbonden aan de
orde van Oranj-Nassau, toegekend.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: H. A. M. «Verkaart, hoofdcommies ter
secretarie der gemeente 's-Hertogenbosch.
Toegekend de aan de orde van Oranje-
Nassau verbonden eere-medai'le, in zilver aan
den heer G. J. de Vree, meesterknecht by de
N.V. Nederlandsehe vruchtenconservenfa brieken
J L. L. Taminiau, te Eist.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau J. P. Bakker, te Koudekerke, directeur
van de N.V. „Stoomtram Walcheren".
Benoemd tot substituut-officier van Justitie bij
de arrondissements-rechtbank te Amsterdam:
mr. W. P. Bakhoven, thans ambteanar van het
openbaar ministerie by de kantongerechten in
het arrondissement 's-Gravenhage.
Tot substituut-griffier tij de arr.-rechtbank te
Rotterdam is benoemd mr. G. F. de Sitter
waarnemend griffier bij de arr.-rechtbank te
Groningen, en tot subst.-griffier bij 't kanton
gerecht te 's-Hertogenbosch mr. J. J. H. van
der Brug, waam. griffier bü het kantonge
recht te Utrecht.
Benoemd tot commissaris van politie" te Ren
kum J. H. de Groot, thans inspecteur van po
litie t« Breda.
Met 1 Juni 1940 is bevorderd tot boschwach
ter le klasse bij het Staatsboschbeheer de
boschwachter I. Mijn ter standplaats Venray.
Mr. S. Mok, te Leiden, is tot wederopzeggens
toegelaten als privaat-docent bij de faculteit
e'er rechtsgeleerdheid aan de rijksuniversiteit
te Utrecht, om onderwijs te geven in het
arbeidsrecht.
Tijdelijk benoemd tot leeraar aan de R. H.
B. S. te Alkmaar en Enkhuizen: J- H. Héite.
wonende te Zuidzande.
Benoemd tot expert bij de scheepvaartin
spectie in vasten dienst D. van Dongen te
IJmuiden, W. van Dijk, te Amsterdam, A. M.
Kok te Vlissingen en L. Mulder te Rotterdam.
35
(Nadruk verboden)
„Je weet zeker, dat je er goed over nagedacht
hebt?" zei hij ernstig. „Je begrijpt, dat ik nooit
htijn naam zal kunnen zuiveren, nooit? Je be
rijpt, dat al je bloedverwanten en vrienden
in den steek zullen laten...."
„Wel, laat ze!" lachte Anne. „Ik heb heel wei-
vrienden; en ik wilde, dat mijn bloedver
wanten me in den steek lieten. Behalve Jim,
h&tuurijjk. En hij zal in je gelooven, omdat ik
h«t cloe."
..Je gelooft in me?" fluisterde hij met onvaste
8tem.
>^a, mijn eigen lieveling, ik geloof in je. Niets
*ah mijn geloof aan het wankelen brengen. Of
J® trots ons ooit zal laten trouwen of niet, doet
hiet toe. Ik zal je altijd liefhebben. Het lijkt
t^emd, dat ik me op deze manier voor je ver-
«fler, Brian. Want, weet je, gewoonlijk be
bouwde ik mijzelf als een heel waardig per-
jHaar lippen beefden een weinig, terwijl zij
™rak, En hij kuste ze tot zwijgen.
lieve schat," zei hij met gesmoorde
stem, „ik dank God met mijn heele hart, dat Hij
mij in mijn eenzaamheid de liefde en het ver
trouwen van een goede vrouw heeft gegeven."
Zij gaf geen antwoord, maar nestelde zich
met een zucht van voldoening in zijn armen.
Plotseling nam hij haar gezicht tusschen zijn
handen en staarde diep in haar oogeh.
„Weet je zeker," zei hij zacht, „dat je niet
bang bent voor een teruggetrokken leven sa
men? Overdenk het, Anne overdenk het
zorgvuldig. Ik ben een geschandvlekt man in de
oogen der wereld. Onze kinderen zouden het
recht hebben, ons verwijten te doen."
Zij legde haar kleine handen op zijn lippen.
„Ik heb aan alles gedacht; en ik ben nergens
bang voor, behalve om jou te verliezen," ant
woordde zij.
Anne zou nooit den glans; vermengd met
trots en teederheid, vergeten, die over zijn ge
zicht vloog. Voor het oogenblik zag hij er uit
als een gelukkige, opgetogen jongen.
„Dan zullen we onmiddellijk trouwen,' zei hy
bedaard.
Maar Anne's wangen kleurden zich rose ter
wijl zij het hoofd schudde.
„O neen. neen," antwoordde zij. „Dat bedoel
de ik heelemaal niet. We zullen mins; ens zes
maanden verloofd zijn. Je weet dat we elkaar
pas sinds Februari kennen."
„Als we elkaar lang genoeg hebben gekend
om elkaar lief te hebben, dan hebben we elkaar
lang genoeg gekend om te trouwen," zei hij en
trok haar dichter naar zich toe.
„O, Brian, wat een zin! Wat zouden je uit
gever en redacteuren zeggen?" antwoordde zij.
„Anne, laten we niet spotten met ons geluk,"
waarschuwde hij. „Ik zie nu in, dat jij gelijk
had en ik ongelijk. Laten we gelukkig zijn, ter
wijl we kunnen. Wie weet, wat er kan gebeu
ren? Als jij niet terugschrikt voor een leven
met enkel en alleen mij om de plaats in te ne
men van alle andere banden; als jij niet terug
deinst voor de schande van de misdaad, die ik
verondersteld word.... die ik begaan heb, kom
dan bij me, mijn lieveling, en laten we nu sa
men een nieuw leven beginnen. We hoeven ner
gens op te wachten. Ik kan een speciale vergun
ning krijgen en we kunnen onmiddellijk onze
reis naar het Paradijs beginnen. Anne, zou
je graag naar Blasyllan willen?"
„Ja, later," antwoordde zij met een bekoor
lijken, maar onverzettelijken glimlach, dien hij
al begon te kennen.
„Lieveling, ik zal met je trouwen precies over
zes maanden. Neem je daar genoegen mee? We
kunnen elkaar eiken dag zien. We zijn zoo vlak
bij elkaar. Als ik schreeuwde, zou je me kun
nen hooren."
Ze redetwistten gedurende bijna 'n uur. Maar
Anne was niet te vermurwen. Tenslotte was hij
verplicht toe te geven, met het eenige voordeel,
dat het uitstel vijf maanden zou bedragen in
plaats van zes.
„Öctober!" zei hij. „O, Anne, de tijd zal nooit
voorbij gaan!"
Zij glimlachte.
„Jij onredelijke jongen! Heb je vergelen, dat
je nauwelijks een uur geleden er in berustte,
dat de tijd nooit zou komen?"
„Ja, dat is waar," bekende hij. „Maar nu lijkt
alles anders. Vroeger was ik net een kind, dat
een verre ster wilde hebben. Nu is de ster bijna
binnen mijn bereik. Maar ik kan er niet dichter
bij komen, tot October."
Na dien dag beschouwden zij zichzelf als ver
loofden. Zij gingen overal samen heen, zagen
elkaar eiken dag. Carroll gaf Anne een sleutel
van zijn deur en zij gaf hem den hare, zoodat
't niets ongewoons vóórhaar was, thuis te ko
men en hem in haar zitkamer te vinden of
voor hem, om haar te vinden, terwijl zij op hem
zat te wachten in zijn kamer. Dit was misschien
tamelijk onbezonnen, maar Anne was juist nu
hevig verbolgen op mevrouw Grundy, symbool
der kwaadsprekerij, en op haar volgelingen,
want mevrouw Hargrave had haar tweemaal in
Earlscourt Road genegeerd, en noch Elfie, noch
haar moeder hadden haar sinds dien avond in
't Wyndham Theater opgezocht. Anne was er
één keer heen geweest, maar had mevrouw
Charteris „niet thuis" gevonden. En zij was ver
ontwaardigd over deze behandeling, niet zoo
zeer voor zichzelf dan wel voor Brian. Maar zij
vertelde hem er niets van.
Op een dag in het begin van Juni ging zij
zijn flat binnen om zijn meening te vragen om
trent een brief, dien zij met de middagpost
moest beantwoorden.
Terwijl zij de deur van de zitkamer openduw
de, zei ze:
Ik heb je raad noodig, lieve, over deaen
brief...."
Zij ging niet verder. Want het was niet haar
verloofde, die uit de diepte van een luien stoel
bij het raam oprees.
„Het spijt me zeer," zei een beschaafde, be
leefde stem, „maar mijnheer Carroll is er niet.
Hij kan spoedig terug zijn, maar hij kan ook
een poosje wegblijven. Kan ik een boodschap
voor u overbrengen?"
„Neen, dank u," was het eenigszins hooghar
tige antwoord. „Het is niet zoo erg."
En juist kwam Carroll zelf binnen.
Hij nam Anne's beide handen in de zijne en
kuste haar.
Toen wendde hy zich tot Musgrave en zei
kalm:
„Barney, laat me je voorstellen aan juffrouw
Stafford, mijn aanstaande vrouw, Anne. dit is
een heel goede oude vriend van me, Barney
Musgrave. Hy weigert evenals jy iets in myn
nadeel te gelooven."
Anne stak met een stralenden glimlach haar
hand uit
„Dan moet hij natuurlijk ook mijn vriend
zyn", zei ze hartelijk.
„Ik wensch jullie beiden geluk," zei Barney,
die met zichtbare goedkeuring naar Anne's be-
kooriyk gezichtje keek.
„Hoe weet u, dat u Carroll moet gelukwen-
schen?" vroeg Anne. terwijl zy ernstig de blau
we oogen van den spreker ontmoette.
„Omdat," was het eveneens ernstige ant
woord, „hij altijd overal het beste van krijgt
Dat deed hy altijd, zelfs als kleine jongen al.
„Heusch?' antwoordde zij, en zy keek
Carroll aan met een blik in haar donkere oogen,
die zyn hart deed opspringen. „Dan weet ik
zeker, dat hij het verdiende. Ik heb je altyd
gezegd, Brian, dat ik wist, dat je een schat van
een kleinen jongen geweest moet zyn."
„Ik werd als een byzonder aantrekkelyk kind
beschouwd." merkte Barney tameluk treurig op.
„Kunt u in mij ook geen sporen van een schat-
tigen knaap ontdekken, juffrouw Stafford?"
„Integendeel, ik weet zeker, dat u behoorde
tot de enfant-terrible-voorbeelden, en dat uw
ouders nooit gelukkig waren, tenzij u een ge
zonden slaap sliep," lachte Anne.
„Ik kan u verzekeren, dat ik een kind uit dui
zenden was," wierp Musgrave tegen. „Er be
stond vrees, dat ik niet aan mijn kindschheid
zou ontgroeien. Op een leeftijd van vyf jaar
was ik.
„Beste jongen, bespaar ons je ontstellend leu
genachtige herinneringen. Je weet, dat je de
schrik van de buurt was van het oogenblik af,
dat je kon ioopen tot je eerste liefdesgeschiede
nis. Anne, wil je aan het hoofd van onze een
voudige theetafel gaan zitten?"
„Zeker. Of willen jullie beiden meegaan en by
mij thee drinken? Myn theetafel staat klaar en
het water op koken. En juffrouw Watkins heeft
zoo haar best gedaan op het ramen zeemen, dat
je er heel gemakkeiyk doorheen kunt zién."
„Maar zullen wy je niet storen by je schryf-
werk?" vroeg Carroll. „Ben je niet met iets be-
zig?"
„Op theetijd schryf ik niet," antwoordde zy.
Het zou my niet meer tyd kosten om by me
zelf de honneurs waar te nemen dan by jou.
(Wordt vervolgd)