Vreugde in het Derde Rijk
wordt getemperd
Sterke golfslag op
den Donau
aDEÊIEiniïiïl
aniniimrïïiii®
-rn ii in in li lifimr
PINKSTERWEEKEND VANAF f.12 - NOORDWIJK AAN ZEE VOLLEDIG PENSION REEDS VANAF f4-
V.RAAGT INLICHTINGEN BIJ „DE VIJF VAN NOORDWIJK" ZELFDE DIRECTIE „GROOT BADHUIS" ZANDVOORT GEN. DIR. L. VAN STERKENBURG
Buitenlandsch Overzicht
Aller oogen gericht op
Middellandsche Zee
en den Balkan
ZATERDAG 4 MEI 1940
ib-wtwttufil
PAL ACE HOTEL
IM WEISSEN'RÖSSL'
ORANJE-HOTEL
CASINO
DANCING
LA PERGOLA
Attlee over eischen der
Labour-partij
Fonds voor Econo
mische verdediging
Regeering kent haar bevoegdheid
en verantwoordelijkheid
De vreemdelingen in
Bulgarije
Jaarvergadering van
,,St. Chris tof fel"
Openingsrede van den voorzitter
Kosten van levensonderhoud
Tegen te ruime loons-
verhoogingen
„Ikdoe altijd
erop
Een inwoonster van Goes in haar Zeeuwsche kleederdracht biedt den nieuwen
burgemeester der gemeente, m.r. W. C. ten Kate, die Vrijdag in rijn junctie werd
geïnstalleerd, haar gelukwenschen aan
tftWPdMl
CORNER
OPENLUCHT-RESTAUR AN T
De Britten toonen plotseling zóó'n haast bii
het ontruimen van de weinige Noorsche havens,
V/aar zij in den loop der laatste veertien dagen
kans gezien hadden troepen aan land te zetten
gisteren zijn de Geallieerden ook uit het
door de Duitsche bommenwerpers totaal ver-
Woeste Namsos vertrokken dat het zelfs den
Duitschers wat verdacht voorkomt en hun
Vreugde over de klinkende militaire successen
in Noorwegen behaald, tempert. De En-
gelschen mogen dan op zijn minst een
moreel échec geleden hebben en ook hun pres
tige bij sommige niet-oorlogvoerenden en neu
tralen moge een geduchte deuk gekregen
hebben, het is toch zeker nog te vroeg om thans
reeds als vaststaande te verklaren, dat de expe
ditie der Geallieerden mislukt is. En dat weet
Berlijn ook.
-Wat immers was het doel van het Duit
sche irivasie in Noorwegen en wilt trachtten de
Geallieerden met het zenden van een expedi-
tieleger te voorkomen?
Het doel der Duitschers was het verzekeren
van de Zweedsche ijzerertstransporten via Narvik
naar de Duitsche havens. Hebben zij dit thans
bereikt? Neen. De Britten mogen dan uit Zuid
en Midden-Noorwegen vrijwillig of gedwongen
Zijn vertrokken, in het Noorden, in de haven en
omgeving van Narvik tot aan de Zweedsche
grens toe hebben zij zich steviger dan waar
elders ook genesteld. En het lijkt ons niet on
waarschijnlijk, dat heel wat troepen uit
Drontheim en Namsos naar het veel Noorde
lijker gelegen Narvik zijn verhuisd om daar het
laatste verzet der Duitschers te breken. Maar,
zal men misschien tegenwerpen, de Duitschers
kunnen toch in den zomer gebruik maken van
de Zweedsche ertshaven Lulea en zoo via de
Oostzee het zoo noodige ijzererts naar Duitsch-
land vervoeren. En inderdaad bestaat deze mo
gelijkheid; Lulea is op het oogenblik echter nog
steeds niet ijsvrij, dat kan nog een paar weken
duren en in die paar weken kan nog heel wat
gebeuren, waardoor het den Duitschers zeer
moeilijk zou kunnen zijn ongehinderd
het Zweedsche erts te vervoeren
Misschien is het ook niet oninteressant even
den Belgischen militairen deskundige, kol. Re-
quette, aan het woord te laten, die dezer da
gen in de „Libre Belgique" een beschouwing
Wijdde aan de resultaten die de Geallieerden
reeds bereikt hebben. „Een belangrijk gedeelte
van de Duitsche vloot ligt op den bodem dei
Zee en eiken dag worden transporten tot zin
ken gebracht. De blokkade van de
Noordzee is voltooid, het vervoer van
ijzererts via Narvik is gestaakt en Duitschland
heeft de laatste- weken meer van zijn hulpbron
nen gevergd dan het in de zes maanden sedert
het einde van den oorlog in Polen heeft kun
nen verwerven."
Tegenover het moreele échec en het prestige
verlies kunnen de Geallieerden dus deze voor
deden stellen: de blokkade die aan de Noor-
Eche Westkust groote lekken vertoonde, kan
veel straffer uitgevoerd worden en ijzenertsver-
Voer via Narvik naar Duitschland is voortaan
Uitgesloten. Het zou ons niet verwonderen als
Chamberlain en Churchill Dinsdag as. dit het
Lagerhuis zullen voorhouden en zoo den cri
tici den mond zullen snoeren. Er is nog iets
gebeurd, dat de Geallieerden in dezen oorlog
steeds hebben trachten te bereiken en de Duit
schers poogden te voorkomen: uitbreiding der
fronten. Lr de betonmassa aan het Westfront
is toch geen beweging te krijgen en Duitsch
land voelde zich veilig achter zijn Westwall.
Thans heeft het een zwak front van duizenden
kilometers te verdedigen, dat voortdurend aan
luchtaanvallen van de Geallieerden blootstaat
en blijft blootstaan.
Wij schreven hierboven, dat het optreden der
Geallieerden in Noorwegen Berlijn verdacht
Voorkomt en zelfs hun vreugde tempert. Kan
een der redenen hiervoor misschien zün het
forsche, demonstratieve optreden van de Brit-
sche en Fransche vloot in de Middellandsche
Zee, hetgeen immers tevens kan beteekenen,
dat de Balkan en het Nabije Oosten in bewe
ging komen? Italië moge dan wellicht met zijn
campagne tegen Engeland bereikt hebben, dat
Zuid- en Midden-Noorwegen thans volkomen
in Duitsche handen is, het ziet thans de tien
tallen dreigende oorlogsschepen in de omge
ving van zijn eigen, zeer kwetsbare kus
ten. Wie kaatst moet nu eenmaal den
bal verwachten. Dat het den Geallieerden
thans ernst is blijkt wel uit de sterke
vlootkrachten, welke op het oogenblik in
de omgeving van Alexandrië worden samen
getrokken. Het kan misschien niet meer be
teekenen dan een dreigen, zooals mogelijk ook
de Italiaansche campagne niet meer beteekend
heeft dan een dreigen, zonder evenwel de
bedoeling te hebben tot daden over te gaan.
Maar het kan thans ook bittere ernst worden,
vooral als de spil van plan zou zijn in den Bal
kan iets te ondernemen. Is het niet opvallend,
dat zoowel Turkije als Roemenië hun voldoe
ning uiten over de jongste Britsche maatrege
len?
Men weet, dat de Donau op het oogenblik de
bijzondere belangstelling der Duitschers en
Geallieerden geniet. Het is den laatsten tijd
dan ook herhaaldelijk tot daden van sabotage
gekomen.
Zoo werden er herhaaldelijk schepen tot zin
ken gebracht, die het scheepvaartverkeer ern
stig belemmerden, maar van de daders geen
spoor. Het éénige, dat men wist, was, dat in de
Donaulanden een heele schare „toeristen" was
neergestreken. De Donaulanden zaten intus-
schen niet stil en eenige weken geleden beslo
ten Hongarije, Joego-Slavië, Bulgarije en Roe
menië elk voor zich de controle op de scheep
vaart in het eigen gebied op zich te nemen om
sabotagedaden te voorkomen en ook Duitsch
land verzette zich oogenschijnlijk niet tegen dit
plan.
Alles scheen geregeld, toen Hongarije, blijk
baar onder drang van Duitschland, met een ge
heel nieuw voorstel kwam: de controle op den
Donau zou overal door alle Donaulanden wor
den uitgeoefend. Duitsche kanonneerbooten zou
den dus bijv. de Donau-delta aan de Zwarte Zee
kunnen controleeren! Natuurlijk rees van alle
kanten verzet ook van de zijde der Geallieer
den.
Zoo ziet men, dat het „An der schonen blauen
Donau" allemaal niet zoo mooi is als Strauss
wel wil doen gelooven. Er schuilen hier vele
gevaren. Daarom is de vloot der Geallieerden
hier zoo op haar hoede, daarom ook bevindt zich
in het Nabije Oosten het leger van den „zwar
ten duivel", generaal Weygand.
LONDEN, 3 Mei (Reuter). In een rede te Lon
den heeft de Labourleider Attlee gezegd:
„Ik geloof, dat het volk zal staan op een
moedige, vastbesloten en doeltreffende leiding,
die ons door de crisis moet helpen. De arbei
dersbeweging zal haar deel bijdragen. Het volk
is, naar ik geloof, bereid groote offers te bren
gen, mits gelijkheid verzekerd is. Ik ben er niet
geheel van overtuigd, dat wij op het oogenblik
een volledig gebruik van onze menschelijke en
materieele hulpbronnen maken."
Attlee zeide verder, dat het bericht van het
terugtrekken der Britsche troepen uit Zuid-
Noorwegen voor velen een schok is geweest, in
't bijzonder voor hen, die hun verwachtingen te
hoog hadden gespannen en de omstandigheden
der onderneming niet kenden. De arbeidersfrac
tie zou Dinsdag volledige inlichtingen van de
regeering vragen. Een nieuwe tegenslag brengt
geen verandering in haar stellig voornemen het
Hitlerisme te verslaan.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake de wetsontwerpen In
stelling van een fonds voor de economische
verdediging, Wijziging van de Landbouw-
Crisiswet 1933 en intrekking van de wet van
30 September 1938, zoomede vaststelling van
de begrooting van het Fonds voor de Econo
mische Verdediging voor het eerste dienstjaar
van 1 September 1939 tot en met 31 December
1940, is het volgende ontleend:
Verscheidene leden blijken niet alleen van
meening te zijn, dat zich door de instelling
van het fonds als het ware een mistgordijn
zal vormen, waarachter de daden der regeering
schuil zullen gaan, doch bovendien dat daar
door in handen van den minister van Econo
mische Zaken zeer groote bevoegdheden en een
even groote verantwoordelijkheid zouden wor
den gelegd, waaruit een soort van economische
dictatuur zou ontstaan.
Deze zienswijze, welke op een geheel onjuist
inzicht in de beteekenis en draagwijdte van
het fonds moet berusten, wijzen de ministers
volledig af. Het is geheel misplaatst om in
het voorstel tot instelling van het fonds
een poging der regeering te zien een mist
gordijn voor haar gestie te vormen. Veeleer
is er aanleiding te spreken van een poging
der regeering om de vorming van zulk een
mistgordijn te voorkomen. Immers indien het
Landbouwcrisisfonds, waaruit de maatregelen
voor de voedselvoorziening nu eenmaal volgens
de bestaande bepalingen niet kunnen worden
bestreden, in stand zou gehouden worden en
daarnaast alle andere maatregelen op het ge
bied der economische defensie gefinancierd
zouden moeten worden met tal van verschil
lende afzonderlijke kredieten, dan zou men
eerst recht kunnen spreken van een onover
zichtelijke en verwarde methode van finan
ciering, welke voor de regeering de grootste
moeilijkheden zou opleveren en ten aanzien
waarvan de Staten-Generaal hun controlee
rende taak wel zeer onvoldoende zouden kun
nen uitoefenen. Het is ongetwijfeld juist, dat
de voorgestelde Begrootingswet voor het Fonds
voor de Economische Verdediging een totaal
aan uitgaven van ongeveer 380 miliioen aan
wijst. Zulks heeft echter met de aan de regee
ring toegekende bevoegdheden en door haar
te dragen verantwoordelijkheid niets uit te
staan. Deze bevoegdheden ontleent de regeering
niet aan een of ander nieuw fonds ook
onder het Landbouw-Crisisfonds immers be
schikt de regeering over vergaande bevoegd
heden maar aan de door de Staten-Gene
raal .goedgekeurde machtigingswetten, waar
onder in de eerste plaats de Landbouw-Crisis-
wet 1933 en voorts de verschillende in 1939 tot
stand gekomen noodwetten op het gebied der
economische verdediging. Deze wetten zijn alle
tot stand gekomen in tijden van nood, toen
alom werd ingezien, dat vergaande bevoegd
heden voor de regeering onontbeerlijk waren,
wilde deze aan de plotseling opkomende en
zidh telkenmale wijzigende omstandigheden
krachtig het hoofd kunnen bieden.
Het was den ministers een teleurstelling
thans, nu de moeilijkheden zich bij den dag-
verscherpen, van. een deel der Kamer te moe
ten vernemen, dat naar een inperking van de
aan de regeering gegeven bevoegdheden en
verantwoordelijkheid moet worden gestreefd.
Dat zulks in de huidige omstandigheden vol
komen ongewenscht zou zijn, erkennen, tot
voldoening van den minister, vele andere leden.
Deze leden merken niet alleen terecht op, dat
het nieuwe fonds alleen dienst om de finan
ciering van maatregelen, welke ook thans
kunnen worden genomen, op andere wijze te
regelen, doch zij zijn er evenzeer van over
tuigd, dat het toekennen van ingrijpende be
voegdheden aan de regeering in dezen tijd on
vermijdelijk is. De regeering is zich volkomen
bewust van de vergaande bevoegdheden, welke
haar zijn verleend, en van de zware verant
woordelijkheid, welke daarmede op haar schou
ders is gelegd.
De algemeene omstandigheden bij het uit
breken van den oorlog en de bestaande on-
.WAT'EEN Z„EN UVa/EN MOET
eOO'N PILOOT HEBBEN
ACH WAT, DIE ROOKT* IEDE'
REN DAC, FI FTy - Fl FTy
,5 I GA f^E-TTEN
SOFIA, 4 Mei (Havas) De Bulgaarsche
minister van Binnenlandsche Zaken Gabrowski
heeft in de Kamer gesproken over de beweging
der vreemdelingen in Bulgarije. Hij heeft daar
bij verklaard: evenals in andere landen zijn in
Bulgarije maatregelen genomen, welke een doel
matiger controle op vreemdelingen beoogen. Ik
kan zeggen, dat zoowel in wat het aantal als de
beweging der vreemdelingen in dit land aan
gaat, niets abnormaals schuilt.
In de laatste drie maanden zijn in het geheel
3.484 vreemdelingen het land binnengekomen
en 3.265 vertrokken.
Aan de rede, waarmede de voorzitter van de
Ver. van R. K. Handelsreizigers St. Christoffel
de jaarvergadering vandaag te Utrecht geopend
heeft, ontleenen we het volgende:
Spr. gaf allereerst een beschouwing over de
prijspolitiek en zeide dan, dat, als er in „St.
Christoffel" ooit een periode is geweest dat „er
werk aan den winkel was", dat zéér stellig ook
te zeggen is van het voorbije vereenigingsjaar.
Uit het jaarverslag van den secretaris is ge
bleken, dat het eerste kwartaal van 1939 79
nieuwe leden bracht, het tweede kwartaal 67
nieuwe leden. Het dirde en vierde kwartaal on
derging den terugslag van den mobilisatie
toestand, met als teleurstellend en helaas niet
te keeren gevolg, een vrij aanzienlijken terug
gang in de ledenwerving, namelijk over het derde
en vierde kwartaal samen een ledenwinst van
58 nieuwe leden. Nu de situatie in den mobili
satie-toestand een min of meer stabiel karakter
heeft aangenomen, komt het het hoofdbestuur
gewenscht voor, een woord van krachtige aan
moediging te doen hooren aan de afdeelings-
besturen en haar staf van propaganda-commis-
sies, de propaganda voor ledenwerving door
huisbezoek, wederom zoo intensief mogelijk ter
hand te nemen.
Gaarne hebben wij, aldus spr., onze zorgen
besteed aan die leden, die dóór de mobilisatie
en haar economische gevolgen hun vaste bron
van inkomsten verloren zagen gaan, of zonder
werkkring kwamen.
Een hoogst belangrijk advies gewerd ons, hoe
te handelen en welke bijzondere maatregelen
te treffen in geval van dreigend oorlogsgevaar,
met de bezittingen van de vereeniging, aan welk
advies op het daarvoor noodzakelijke moment,
ongetwijfeld uitvoering zal worden gegeven.
Het instituut „Arbeidsbemiddeling" heeft dit
jaar zijn bestaansrecht wederom afdoende be
wezen. 5544 advertenties werden uitgestuurd aan
werkzoekende leden; 374 werden doorgezonden.
Van 19 leden mochten wij bericht ontvangen,
dat zij door bemiddeling van St. Christoffel met
een behoorlijke betrekking waren geslaagd.
De vakopleiding voor handelsreizigers en
-agenten is een feit geworden, dank zij de Stich
ting van de Federatie op 21 October 1939. Het
begin van een wettelijke bescherming van ons
beroep is hiermede bereikt.
Met groote voldoening vermeldde spr. de stich
ting van de Soc. Econ. Studieclub, in St. Chris
toffel, met als verblijdend resultaat, dat op
heden in 30 afdeelingen een studieclub is op
gericht.
De aansluiting van St. Christoffel bij de Vak
centrale van het R.K.W.V., die per 1 Januari
van dit jaar een feit werd, heeft, alhoewel deze
aansluiting nauwelijks 4 maanden oud is, reeds
effectieve resultaten voor St. Christoffel opge
leverd.
Spr. memoreerde voorts de alleszins bevredi
gende oplossing van het geschil, hetwelk ont
staan was tusschen het hoofdbestuur en enkele
afdeelingen.
In de meeste der afdeelingen is het vereeni-
gingswerk krachtiger dan ooit ter hand geno
men.
Een enorme hoeveelheid arbeid moet echter
nog worden verricht in het belang der organi
satie, in het directe belang der leden. Hoe is
dit op de meest succesvolle wijze te bereiken?
Door eenheid, door eendrachtige saamhoorig-
heid door een collectieven wil tot samenwerken
zal de ernstige wil om te slagen worden gesti
muleerd en de bereiking van het gestelde doel
steeds dichter worden benaderd.
zekerheid maakten het alleszins gewenscht,
dat de noodige maatregelen werden getroffen,
ten einde een evenredige verdeeling van de
beschikbare hoeveelheden kunstmeststoffen te
verzekeren, opdat een evenwichtige bemesting
van den Nederlandschen cultuurgrond bij
eventueele tekorten niet al te zeer zou worden
verstoord.
De ministers zijn gaarne bereid om na te
gaan in hoeverre ten aanzien van den aan
voer van binnen- en buiteladsche producten,
in de bestaande werkwijze een wijziging kan
worden gebracht ten aanzien van den aanvoer
van binnen- en buitenlandsche producten,
welke meerdere inschakeling van de normale
handelskanalen ten gevolge kan hebben. Be
sprekingen met de bij den import van Indi
sche producten belanghebbenden zijn daartoe
reeds aangevangen.
De Regeering heeft niet het voornemen
tot een snelle uitbreiding van haar be
moeiingen op het gebied der industrieele
productie over te gaan. Inderdaad zullen
deze bemoeiingen tot het strikt noodzake
lijke worden beperkt.
De regeejring is niet voornemens thans
mededeelingen te doen omtrent de prijzen,
welke zij in de naaste toekomst voor de land
bouwproducten denkt vast te stellen. De pu
blicatie van de overige richtprijzen voor den
oogst 1940 zal echter, zoodra dat mogelijk is,
geschieden.
Het maakt bij de regeering een punt- van
overweging uit, op welke wijze een beperking
van invoer van niet-essentieele goederen kan
worden bereikt.
De politiek van de regeering is er op
gericht, de productie en het verbruik van
die goederen, die voor een groot deel uit
Nederlandsche grondstoffen en met Neder
landschen arbeid worden gefabriceerd, te
stimuleeren en de werkgelegenheid in het
binnenland uit te breiden. Daarnaast zal
ook door 'n krachtige bevordering van den
export eenerzijds en door beperking van
onnoodigen invoer anderzijds getracht wor
den een ongunstige ontwikkeling van de
betalingsbalans zooveel mogelijk tegen te
gaan. Op deze wijze hoopt de regeering de
vermindering der volkswelvaart en het
interen op reserves in het buitenland tot
het onvermijdelijke te kunnen beperken.
Dat hierbij ook aan een nauwe samenwer
king met Indië volle aandacht zal worden
besteed, behoeft geen betoog.
De ministers verwachten dat de oprichting
van het instituut voor Nederlandsche econo
mische belangen in Nederlandsch-Indië daar
toe krachtig zal bijdragen.
Het streven de kosten van levensonderhoud
zoo laag mogelijk te houden vormt een onder
deel van de algemeene finaneieele en econo
mische politiek der regeering, die zij met be
trekking tot de prijzen en loonen voert.
De regeering stelt zich als realiteit voor
oogen, dat tengevolge van verschillende oor
zaken priisverhoogingen op verschillend ge
bied zullen moeten plaats vinden en ook reeds
plaats gevonden hebben. Zij acht het de meest
aangewezen politiek tegenover de omstandig
heden, welke een prijsverhoogende werking
hebben, maatregelen te stellen, welke een rem-
menden invloed op de prijsstijging uitoefenen.
Als zoodanige maatregelen komen in aanmer
king:
1. Schaarschte voorkomen of verminderen
door eenerzijds den aanvoer van voor ons land
onontbeerlijke buitenlandsche producten, grond
stoffen en halffabrikaten te bevorderen, ander
zijds de productie van binnenlandsche goederen,
waarvan een tekort ontstaat of kan ontstaan,
zooveel mogelijk op te voeren.
2. Indien van eenig product schaarschte dreigt
te ontstaan, onmiddellijk tot distributie over
te gaan.
3. Het instellen en uitoefenen van prijscon
trole.
Ten aanzien van de landbouwproducten heeüt
de regeering de prijsbeweging reeds in de hand.
Voor de industrieele producten doen zich ver»
schillende mogelijkheden voor. Tot het tegen
gaan van prijsopdrijving biedt de prijsopdrij-
vings- en hamsterwet 1939 aan de regeering de
noodige bevoegdheden. Binnen het kader van
deze wet is de regeering doende, met het be
drijfsleven regelingen te treffen om er voor
te zorgen, dat de prijzen binnen zekere door de
regeering af te bakenen grenzen worden ge
houden.
4. Den omvang van de stijging van vracht
en assurantiekosten te beperken door bemoeiin
gen van de regeering te dien aanzien.
5. Het laag houden van prijzen hier te lande,
doordat de regeering producten hetzij in het
buitenland, hetzij in het binnenland aankoopt
en deze wederom verkoopt tegen lagere prijzen
dan waarvoor zij de producten heeft aangekocht.
6. Het eventueel zooveel mogelijk voorkomen,
dat te ruime loonsverhoogingen worden toege
past. Met name zal bezwaar gemaakt moeten
voor een satijn zachte
en gave huid.
In tuben ven 45 ct. In doozen
van 60 cent en 30 cent.
worden tegen het systeem van de z.g. glijdende
loonschaal, waarbij de loonen op gezette tijden
met het indexcijfer van de kosten van levens
onderhoud in overeenstemming worden gebracht.
Dit systeem moet ongewenscht worden geacht,
niet alleen omdat dit de werking van de meer
genoemde spiraalbeweging sterk in de hand zou
werken zeer ten nadeele van die groepen
onzer bevolking, zooals b.v. kleine zelfstandigen,
rentetrekkers, die hun inkomsten niet op deze
wijze vermeerderd zien doch ook omdat bij
deze methode van loonsbepaling aan 'n zoo be
langrijken factor als den bedrijfstoestand geen
beteekenis wordt toegekend. Voorts geldt ten
aanzien van de toepassing van de glijdende
loonschaal ook nog dit bezwaar, dat onder de
huidige omstandigheden een niet voortdurend
gecorrigeerd indexcijfer een minder juisten
grondslag voor zoodanige methode van loons
bepaling vormt. Immers daarin komt b.v. het
door prijsstijgingen veelal anders gerichte wer
kelijke verbruik niet tot uiting.
Doordat groote tegenslagen uitbleven, heeft,
mede dank zij de genomen maatregelen, de ont
wikkeling van de economische positie in de af-
geloopen maanden een niet onbevredigend ver
loop gehad. De regeering is er zich echter van be
wust, dat daarin ieder oogenblik 'n wijziging ten
ongunste kan treden en dat ook in den bestaan-
den toestand gevaren schuilen. De toenemende
uitgaven voor de defensie, de teruggang van den
export en de mede in verband daarmede on
gunstige positie van onze handelsbalans, dit
alles zijn factoren, welke het economische leven
in Nederland bedreigen.
De regeering ontveinst zich niet, dat, in
dien de omstandigheden nijpender worden,
ingrijpende maatregelen niet zullen kunnen
uitblijven. Hoewel haar gedachten in een
bepaalde richting gaan en zij mede de uit
werking van de verschillende in het buiten
land genomen economische en finaneieele
maatregelen met nauwlettende aandacht
volgt, acht z(j echter nog niet den tijd ge
komen, zich uit te spreken, van welken aard
de door haar zoo noodig te nemen maat
regelen zuilen zijn.