K.N.I.L.M. EIGENWIJZE Anne Gouvernement en KAMPEERDE Een nieuwe overeenkomst gesloten WOENSDAG 8 MEI 1940 AUTO-ONGELUK BIJ „DE HESELBERGH" Slachtoffer later overleden Britsche convooïdienst aangeboden Ministers namen maatregelen tegen advertentie Zetelverplaatsing N.V.'s Wet treedt reeds heden in werking De nieuwe Beurs in de Maasstad Op 1 Juli worden localiteiten in gebruik genomen Audiëntie OP MILITAIRE COLONNE INGEREDEN Veearts uit Oosterbeek ziet eisch verzwaard DOOD DOOR SCHULD Tegen autobestuurder een maand geëischt NATURALISATIES Ministerieel antwoord aan de Tweede Kamer Staking opgeheven in V althermond Heden geen keuring voor de K. M. A. DIENSTWEIGERAAR VOOR DEN KRIJGSRAAD Hij wilde weer Nederlander worden VADER EN DOCHTERTJE VERDRONKEN VROUW VERMIST TE ROTTERDAM DE GEÏNTERNEERDEN Doodvonnis vernietigd CENTRALE COMMISSIE VOOR FILMKEURING AFKOOP VAN TOLLEN Een rijk kersenjaar HULP AAN FINLAND AMENDEMENT SPIONNAGE- ONTWERP DISTRTBUTIEBONBOEKJES apQ&paSt. DOOR CURTIS YORKE „Brian," begon zij aarzelend, „nu we besloten (Wordt vervolgd.) Wij vernemen dat de onderhandelingen, Welke mr. D. Crcna de longh, president- commissaris van de K.N.I.L.M., namens den iad van bestuur Jn JfeS.-Ind;ë met den directeur van verkeer en waterstaat heeft gevoerd, tot volledige overeenstemming hebben geleid. Naar bekend is werden door ir. Ch. P. -van Haeften in den zomer van het vorige jaar in Holland besprekingen met den raad van be stuur der K.N.IX.M. gevoerd, waarin een aan tal principieele punten terzake van de regeling Van de toekomstige verhouding werden vast gelegd. Daarop voortbouwend werden thans opgesteld: 1. Een veertigjarige concessie, vereischt vol gens de luchtvaartordonnantie; 2. Een subsidieovereenkomst voor de jaren *940 tot en met 1944; 3. De gewijzigde statuten met bijbehoorend I huishoudelijk reglement. Deze regelingen houden o.m. in de uitbrei ding van den raad van bestuur tot tien leden, Waarvan er 3 in Nederland en 7 in Ned.-Indië Sullen zijn gevestigd. Van de zeven in Indië Verblijfhoudende leden zullen er twee op voor dracht van den Gouverneur-Generaal worden benoemd. De taakverdeeling tusschen de In dische en de Nederlandsche afdeeling is gere geld bij huishoudelijk reglement, waarbij de leiding van het bedrijf in Oost-Azië en Austra lië in handen der Indische afdeeling van den raad van bestuur is gelegd. De dagelijksehe lei ding in Indië respectievelijk in Nederland Wordt door den raad van bestuur aan de in Indië, respectievelijk in Nederland gedomici lieerde directies opgedragen. Het subsidiestel sel berust behoudens een wenschelijk gebleken Overgangsregeling en enkele speciale posten op een vergoeding per gevlogen kilometer. De begrootingen voor de jaren 1940 resp. 1941 houden rekening met de instelling per 1 Juli a.s. van twee nieuwe diensten, te vliegen van Makassar resp. rond Celebes naar Ambon en via Ambon naar Nieuw- Guinea. Deze diensten zullen voorloopig Worden gevlogen met Grumman-amphibie- vliegtuigen, welke medio Mei in Ned.-Indië worden verwacht. De aankomst der bestelde Sikorsky-amphibie-vliegtuigen tegen het einde des jaars zal verdere uitbreiding van het luchtnet mogelijk maken. De tweede Medandienst, die thans over Singapore loopt, zal in den loop van 1941 over Padang worden geleid. Door deze nieuwe diensten zal dus het reeds bestaande luchtnet over Indië belangrijk wor den vergroot en zullen verschillende plaatsen, het bezoek waarvan thans een tijdroovende leis vordert, binnen gemakkelijk bereik van de groote centra worden gebracht. Op 19 December van het vorige jaar, om streeks kwart voor vijf, reed de 42-jarige assu radeur G. J. v. d. K. uit Arnhem, met een snel heid van 55 a 60 KM. over den Apeldoomschen Weg. Ter hoogte van het klooster „De Hesel- bergh" gekomen, kwam uit den uitrit een per sonenauto, bestuurd door den heer J. M. W. P. waarmede K. in botsing kwam, tengevolge Waarvan L. gedurende eenige weken verhinderd is geweest zijn bezigheden van garagehouder en chauffeur uit te oefenen. De behandeling van die aanrijding vond Dinsdag voor de Amhem- sche rechtbank plaats. Het bleek, dat L. niet als getuige gehoord kon worden, daar de 65- jarige man in den tusschentijd in het St. Eli sabeth Gasthuis is overleden. Het is niet asm te nemen, naar de meening van den behande- ienden chirurg, jhr. dr. J. N. v. d. Does, dat de sterfte is toe te schrijven aan deze autobot sing. Ook dr. Hulst, die de sectie verrichtte, heeft als zijn meening te kennen gegeven, dat het niet aantoonbaar was, dat de bij het onge- val opgeloopen fractuur den dood tengevolge heeft gehad of oorzaak daartoe in eenige mate Keweest is. Als bezwarende omstandigheid voor. verd bleek, dat hjj reeds eenmaal, wegens onder in vloed een wagen bestuurd te hebben, veroor deeld werd. Ook nu weer, blijkens de verkla ringen van den getuige-verbalisant, werd bij verd. een dranklucht geconstateerd. Getuige had niet den indruk gekregen, dat K. niet in staat geacht moest worden zijn wagen naar be- hooren te kunnen besturen. Verdachte merkte te zijner verdediging op, dat L. uit den uitrit kwam rijden, die links van den weg ligt, toen hij, verd., reeds op korten afstand dezen uitrit genaderd was; voorts merkte hfj op, dat de wagen van L. reeds haaks op den Weg stond, zoodat een aanrijding niet meer te Voorkomen was. Zekere W„ als getuige gehoord, verklaarde eveneens ter plaatse met een wagen te hebben gereden en zeide, door verd., voor het onge luk gebeurde, met groote snelheid te zijn ge passeerd. Getuige zou nog tegen zijn mede- ihzittende gezegd hebben: „Die man is volko men zat." Verd. gaf toe, dat hy dien dag bier gedron ken had, maar daarna zou hij reeds weer ge geten hebben, zoodat het alcoholgebruik geen nadeelige gevolgen gehad kan hebben. De volgende getuige, G., de medepassagier van W. verklaarde, dat voor hen een vracht wagen reed, toen K. hen voorbij vloog. Getuige zeide, dat zij dachten, „hij vliegt boven op den vrachtauto", maar opeens schoot hij links van den weg en passeerde den vrachtauto. Eenigen tijd later zagen zij de ravage bij den uitrit. De officier van Justitie wees in zijn requisi toir op de verklaringen van de getuigen ten aanzien van het onder-invloed-rijden van verd. en op het feit, dat v. d. K. reeds eenige malen wegens overtredingen was veroordeeld. De officier requireerde een geldboete van f 50 subs. 25 dagen hechtenis. De verdediger voerde aan, dat de weg daar ter plaatse zeer donker is. Hij hechtte aan de verklaringen van de getuigen, W. en G„ die waars,hun eenvoudigheid de nood zakelijk. missen, niet veel waarde. Volgens de overledene L. te lang zaam den Uitrit zijn uitgereden. Vooral onder deze omstandigheden leve; een dusdanige wijze van rijden een groot geva op. Volgens spr. lag dan ook de schuld bij den overledene en vroeg de verdediger derhalve vrij spraak van zjjn cliënt. De rechtbank zal 21 Mei vonnis wijzen. Op vragen van het Tweede Kamerlid Rost van Tonningen (N.S.B.) in verband met een adver tentie, geplaatst door het „Ministry of informa tion of Great Britain", betreffende het deel nemen van Nederlandsche schepen aan Britsche convooien, hebben de ministers van Buitenland- sche Zaken en van Justitie als volgt geant woord: In antwoord op de vragen kan worden mede gedeeld, dat, zoodra bekend werd, dat de adver tentie was aangeboden, het mogelijke is gedaan om plaatsing te voorkomen, waardoor bereikt is, dat zij slechts in enkele locale advertentie blaadjes werd opgenomen. Bovendien zijn de cverige stappen gedaan, waartoe aanleiding be- -•-tond. In tegenstelling tot haar oorspronkelijk voornemen, heeft de regeering op aan drang van belanghebbenden en ten einde dezen in staat te stellen de noodige maat regelen tijdig en op de meest doelmatige wijze te treffen besloten de wet van 26 April 1940, Staatsblad no. 200, waarin o.a. voorzieningen zijn opgenomen aan gaande zetelverplaatsing van naamlooze vennootschappen naar andere gebiedsdeelen van het Koninkrijk, reeds thans, met ingang van den achtsten Mei, in werking te doen treden. Statuten-wijzigingen, als in deze wet bedoeld, kunnen op twee wijzen tot stand komen: of wel de goedkeuring van de overheid wordt op een ontwerp van de wijziging gevraagd en het be sluit tot wijziging wordt na verkregen goed keuring genomen, of wel het reeds genomen be sluit wordt ter bekrachtiging aan de overheid voorgelegd. Aan de belanghebbenden wordt de raad ge geven laatstbedoelden weg slechts in geval van noodzaak te volgen. Immers, zelfs indien alleen een onderdeel van het genomen besluit niet voor bekrachtiging in aanmerking komt, zal dikwijls de bekrachtiging van het geheele be sluit moeten worden geweigerd, terwijl, indien zonder bezwaar goedkeuring vooraf had kunnen worden aangevraagd, gebreken door het vragen van goedkeuring op een ontwerp gemakkelijk in onderling overleg hersteld hadden kunnen worden. De in werking treding van deze wet wordt afgekondigd in het Dinsdag uitgegeven Staats blad no. 282 (besluit van 7 Mei 1940, tot vast stelling van den datum van inwerkingtreding van de wet van 26 April 1940, Staatsblad no. 200, houdende bijzondere voorzieningen met be trekking tot de in gebiedtdeelen van het koninkrijk der Nederlanden gevestigde naam looze vennootschappen en andere rechtsper sonen, alsmede met betrekking tot zeeschepen, die gerechtigd zijn tot het voeren van de Neder landsche vlag.) In een persconferentie heeft Dinsdagmid dag de directeur van de N.V. de Beurs van Koophandel te Rotterdam, de heer N. J, Bekker, medegedeeld, dat de definitieve opening van de beurslokaliteiten in het ge bouw van de Nieuwe Beurs 1 Juli zal ge schieden. De openingsplechtigheden zullen in verband met de tijdsomstandigheden een uiterst sober karakter dragen. Aan de verschillende zalen wordt thans de laatste hand gelegd. In verband met den oorlog in het Noorden heeft Noorwegen de levering van quartiet stopgezet, tengevolge hiervan zal ongeveer een zevende deel van den vloer in de groote Beurshal niet met deze stof worden ge plaveid. Men is thans bezig dit gedeelte met beton in dezelfde tint af te werken. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam en omstreken zal eveneens op 1 Juli haar appartementen in het nieuwe beursgebouw betrekken met uitzondering van de groote ver gaderzaal, die eerst begin September gereed zal zijn. Het overlijden van den architect Staal heeft in de meeste plannen van het beursgebouw geen vertraging gebracht, aangezien de ontwerpen voor het grootste deel gereed waren. Voor de afwerking van de concertzaal waren echter nog geen teekeningen ontworpen. De architect M. F. Wijmer zal nu de leiding van de resteerende werkzaamheden op zich nemen, terwijl mevrouw Staal—Kropholler nog verschillende ontwerpen heeft vervaardigd. De gewone audiëntie van den minister van Justitie zal Vrijdag io Mei as. niet gehouden worden. De 31-jarige veearts J. W. M. C. uit Ooster beek stond terecht, omdat hij op 25 November van het vorig jaar met een personenatuo over den Rijksstraatweg RhenenWageningen rij dend, onder de gemeente Wageningen op een militaire colonne is ingereden, waarbij een der soldaten, zekere J. C. J. een hersenschudding heeft bekomen, waardoor hij langen tijd niet in staat was zijn beroepsbezigheden als soldaat uit te voeren. De eisch van den officier van justitie luidde f 40 boete subs. 25 dagen hechte nis. Dinsdag vonnis wijzend, veroordeelde de rechtbank verd. tot een geldboete van f 60 subs. 30 dagen. In den nacht van 14 Maart 1939 heeft de 43- jarige oogarts H. J. K. uit Wassenaar op de Ael- brechtskade te Rotterdam een auto-ongeluk ver oorzaakt. Daar ter plaatse had de telefoondienst de straat opgebroken. De plaats was zooals ge bruikelijk met rood-witte borden en roode lan taarns afgezet. Bovendien stond er een tent. De heer K. heeft dit blijkbaar niet gezien en reed met behoorlijke snelheid tegen de borden op. De 58-jarige nachtwaker J. Reedijk, die zich in de tent bevond, werd daardoor zoo zwaar ge wond, dat hij spoedig overleed. Thans moest de heer K. te Rotterdam terecht staan wegens het veroorzaken van dood door schuld. Er waren in deze zaak vele getuigen a charge en a décharge gedagvaard. Dr. H. J. Flieringa, oogarts te Rotterdam, ver klaarde, dat het netvlies van den verd. slecht reageerde op rood licht, bovendien had de heer K. een langen vermoeienden dag achter den rug. Verschillende getuigen a décharge waren van meening, dat het licht der roode lantaarns zeer slecht waarneembaar was. De vertegenwoordiger van het O. M., mr. J. F. Hoeffelman, nam dood door schuld als be wezen aan. Spr. noemde het een ernstig feit, doch wilde er wél rekening mee houden, dat K. nooit eerder is veroordeeld, bovendien nam de officier aan, dat de verlichting niet zoo heel erg goed was. Dm deze reden wilde spr. geen ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van een motor rijtuig vorderen. Spr. requireerde een maand gevangenisstraf. Verd.'s verdediger, mr. J. J. Koeleman uit Den Haag, vroeg vrijspraak. Na re- en dupliek bepaalde de rechtbank de uitspraak op 21 Mei. Aan de memorie van antwoord van den mi nister van Justitie aan de Tweede Kamer in zake een aantal naturalisatie-ontwerpen is het volgende ontleend: Wanneer op eenigszins ruime schaal genatu raliseerd wordt, geschiedt zulks ln overeen stemming met de denkbeelden van hen, die aan de totstandkoming van de wet van 12 De cember 1892 hebben medegewerkt. Het gevoerde beleid ware hiermede echter niet gerechtvaardigd, indien de omstandigheden een andere gedragslijn zouden voorschrijven. De regeering is van oordeel, dat dit niet het geval is. Het algemeen belang zal, mits met schifting en omzichtig te werk wordt gegaan, steeds zijn gediend met opneming in de Neder landsche Staatsgemeenschap van personen, die door langdurig verblijf op het grondgebied fei telijk Nederlander zijn geworden en naar rede lijke verwachting zich goede onderdanen zul len betoonen. Wil het instituut der naturalisatie aan zijn doel beantwoorden, dan zullen aan de gegadig den voor het Nederlanderschap geen overdre ven eischen zijn te stellen. De mogelijkheid, door naturalisatie het Nederlanderschap te verkrij gen, zou practisch worden afgesneden, indien ten aanzien van iederen gegadigde moest kun nen worden aangetoond, dat hij individueel voor de Nederlandsche gemeenschap van waar de zal zijn. De in beginsel te aanvaarden welwillend heid, wat betreft verleening van het Neder landerschap door naturalisatie, heeft echter grenzen. Deze hoedanigheid zal zeker niet mogen worden verleend aan verzoekers, die de Nederlandsche nationaliteit verlangen, ofschoon zij niet in Nederland zijn inge leefd. In de bespreking, waarop in het voorloopig verslag gedoeld wordt, kwam men tot het be sluit, dat er aanleiding was om met het oog op den nog steeds heerschenden dienstboden- nood naturalisatieverzoeken van huispersoneel y%lwillend te bezien. Voorzooveel het departe ment van Sociale Zaken aangaat, beteekent dit, dat vijftienjarig verblijf hier te lande niet als voorwaarde wordt gesteld voor gunstig advies De vervenersorganisatie in het rayon Valther- mond heeft het voorstel van den Rijksbemidde laar aanvaard. De Zaterdag en Maandagavond gehouden stemming in de arbeidersorganisaties heeft tot gevolg gehad dat het voorstel door ,vier organisaties is aanvaard, in een organisatie geen stakingsmeerderheid is en een andere het voorstel heeft verworpen. De stemmenverhou ding in do zoo samenwerkende organisaties is «C mo, dat ook hier het voorstel is aan genomen, zoodat heden de staking in Valther- mond wordt opgei De Regeeringspersdienst meldt: Het geneeskundig onderzoek te Breda op Woensdag 8 Mei voor de candidaten van het eerste studiejaar der Koninklijke Militaire Academie wordt tot nader order uitgesteld. Een werklooze Nederlander was een vijftal jaren geleden, in hope op een betere toekomst dan hij in zijn vaderland voor zichzelf ver wachtte, bij het Fransche Vreemdelingen legioen in dienst gegaan. Hij werd in Noord- Afrika geplaatst en verrichtte zijn taak naar behooren. Toen zijn contract om was, keerde hij echter toch maar liever naar Nederland terug. De man was, vcordat hij naar het Vreemdelingenlegioen was getrokken, in Ne derland dienstplichtig en hij werd nu hier te lande weder onder de wapenen geroepen, on danks het feit, dat hij dnor het Fransche avontuur zijn Nederlanderschap had verloren. Pogingen om het Nederlanderschap terug te krijgen, leidden niet tot succes en daarom ging hij een soort krijgslist toepassen: Hij weigerde op zekeren morgen den dienst. Dit feit bracht hem voor den Haagschen Krijgsraad. Hij er kende volkomen wat hem ten laste was ge legd en zeide, dat geen andere overwegingen tot deze dienstweigering hadden gegolden dan zijn verlangen, het Nederlanderschap terug te krijgen. Zijn corpscommandant, die als getuige werd gehoord, verklaarde zich op verzoek van den president bereid, den man te helpen by diens verzoek. De auditeur-militair, mr. G. J. Veegens, achtte in dit geval een voorwaardelijke straf voldoende en vroeg 14 dagen militaire de tentie voorwaardelijk met een proeftijd van een jaar. Conform dezen eisch werd vonnis gewezen. Dinsdagmiddag omstreeks vier uur zijn te Nederweert de 47-jarige sluiswachter W. Vossen en zijn zesjarig dochtertje door verdrinking om het leven gekomen. Het kind geraakte bij het spelen nabij sluis 15 te water. De sluiswachter, die in de nabij heid vertoefde en zag wat er gebeurde, sprong haar onmiddellijk na. De beweging van het water evenwel was zoo sterk, dat beiden onmid dellijk in de diepte verdwenen. De commissaris van politie van het bureau Sandelingenplein te Rotterdam verzoekt bekend te worden gemaakt met de verblijfplaats van mej. P. OosteromSnip, wonende Krielerf 29 te Rotterdam, die op 5 Mei j.l. te zeven uur namiddag met haar rijwiel haar woning heeft verlaten om een zuster in Schiedam te gaan bezoeken. 's Avonds om tien uur is zij van Schiedam vertrokken in de richting Rotterdam, waar zij echter niet is aangekomen. Het signalement luidt: Lang 1 M. 75, smal gezicht, gezonde gelaatskleur, donker blond haar. Zij was gekleed in blauw mantelpak met geel afgezet, rose trui, bruine schoenen en beige kousen. Tot de één en twintig personen, die in ver band met de veiligheid van ons land door het militair gezag geïnterneerd zijn, behoort ook de heer Van Dillen te Arnhem, vertegenwoor diger van een grossiers-firma in rijwielen en auto-onderdeelen, meldt De Telegraaf. De heer Van Dillen is lid van de N.S.B., doch bekleedt in deze organisatie geenerlei functie. Als gewoonlijk was hij Vrijdag voor zijn zaak op reis geweest; 's avonds laat keerde hij in zijn woning terug, waar hij eenige oogenblikken la ter werd gearresteerd. Aneta schrijft d.d. 23 April uit Batavia: In aansluiting bij het beticht aangaande het gelaste heronderzoek in de moordzaak van Waloejodjati (kolonisatieterreinen Gedong Ta- taan) kunnen wij nog melden, dat Anom Gelar Ratoe Dalam, een der ter dood veroordeelden in deze zaak, door het parket is vrijgesproken en de veroordeelde onmiddellijk in vrijheid werd gesteld. Betreffende het lot der andere twee veroor deelden in dezelfde zaak: Djamal en Ismail Gelar Ratoe Derma, beiden veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, die reeds naar el ders (gevangenis Soekamiskin Bandoeng) zijn gezonden, teneinde hun straf te ondergaan, kan nog geen nadere mededeeling worden gedaan, daar de beslissing van het parket uiteraard op de standplaats van de veroordeelden bekend ge maakt zal worden, zoodra ze is gevallen. Omtrent het lot van den tweeden ter dood veroordeelde, den auctor intellectualis Minak Dapoela, wiens zaak door den landraad van Telokbetong is behandeld en waarop zooals bekend een doodstraf is gevallen, is tot dusverre nog niets bekend, maar ook hij heeft hooger beroep aangeteekend. Gezien het feit, dat de hoofddader is vrijge sproken, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de ambtenaar, die deze zaak tot klaarheid heeft gebracht, doch die volgens het onlangs gelan ceerde bericht de verdachten door mishandeling tot bekentenis dwong, zich nader te verant woorden zal hebben. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft in de vacature, ontstaan door het ontslag van den heer Hamburger Jr.; benoemd U -t advisee- rend lid van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring en tevens tot lid van de hibishou- delijke commissie, den heer C. S. Roeme te 's-Gravenhage, voorzitter van den Neder antfc schen Bioscoopbond. Voorts heeft de minister mevr. A. van Hoog stratenSchoch te Zeist op haar verzoek eer vol ontslag verleend als lid der Centrale Com missie en in de daardoor ontstane vacature be noemd mevr. A. J. CreutzbergDe Groot te 's-Gravenhage, terwijl in de vacature, ontstaan door het overlijden van dr. W. N. van der Sloo- ten, is benoemd de heer R. P. G. Hameetman te 's-Gravenhage. De K.N.A.C. heeft zich tot de ministers ven Financiën en van Waterstaat gewend met het verzoek per suppletoire begrooting van het ver- keersfonds voor het dienstjaar 1940 een extra bedrag ter beschikking te willen stellen voor Rijksbijdragen in den afkoop van tollen. Blijkens de memorie van toelichting aan de Eerste- Kamer bij de verkeersfondsbegrooting 1940 is het op die begrooting voor den afkoop van tollen uitgetrokken bedrag voor 1939 geheel besteed, terwijl ook het bedrag voor 1940 reeds geheel is toegezegd. Volgens mededeeling van den minister van Waterstaat konden derhalve nieuwe voorstellen door de Rykstoilen-commis- sie niet meer in behandeling worden genomen, omdat voor dit jaar geen geld voor bijdragen meer beschikbaar is. De K.N.A.C. betreurt dezen gang van zaken ten zeerste. Immers werd in voorafgaande ja ren veelal nog minder voor dit doel besteed dan de althans in de laatste jaren reeds ge ringe bedragen, welke daarvoor werden uit getrokken. Naarmate de afkoop van tollen langer wordt uitgesteld, neemt de kans toe, dat de gevraagde afkoopsom zal stijgen in verband met de stij gende opbrengsten der tollen uit het toenemen de verkeer. Het is derhalve van belang te ach ten het ijzer "te smeden zoolang het heet is en zoo spoedig mogelijk te voldoen aan de doorl de tollen-commissie redelijk geoordeelde aan»| vragen voor bijdragen. Het bestuur der Finsch-Nederlandsche ver- eeniging deelt mede, dat het een bedrag van f 100.000 heeft bestemd voor een door het Finsche Roode Kruis op te richten te huis voor oorlogsinvaliden, waaraan de Ne derlandsche naam blijvend zal worden ver bonden. De heer W. de Ruyter te Noordwyk, bestuurs lid der vereeniging, is ter verdere regeling van deze aangelegenheid bereids naar Finland vertrokken. Voorts is een zending pootaardappelen en zaden ter waarde van meer dan een halve ton ter beschikking van het Finsche relief-comité gesteld. Inmiddels wordt de vanwege de vereeniging gehouden inzameling voortgezet teneinde ook verder voor den wederopbouw van Finland den zoo hoog noodigen steun te kunnen bieden; in dit verband wordt nogmaals gewezen 'op de pro Finland-zegels, welker verkoop nog steeds gereeden voortgang heeft. Nog dezer dagen kwam bij vernieuwing een bedrag van f 500 als bate uit den verkoop van genoemde zegels in. Naar men ons uit de Zuidelijke boomgaard- oentra bericht, belooft het jaar 1940 een zeer rijk k'rsenjaar te worden. Van verschillende kersenvariëteiten is de vrucht reeds „gezet", waardoor zij grootendeels immuun is geworden voor beschadiging door nachtvorsten. In ver band hiermede kan reeds nu de verwachting cp een rijken kersenoogst van de vroege soor ten worden uitgesproken. Voor de telers ii dit een meevaller temeer, omdat ook verleden jaar een ruim beschot werd geoogst. Het Tweede Kamerlid Wendelaar heeft een amendement ingediend op het wetsontwerp houdende nadere voorzieningen tegen het be kend worden van Staatsgeheimen, verhooging van de maximumstraf op een aantal misdrij ven tegen de veiligheid van den Staat en aan verwante kleinere wijzigingen. Blijkens de toelichting is de strekking daar van de volgende: Artikel 551 van het Wetboek van Strafver ordening geeft den opsporingsambtenaren bij zondere bevoegdheden, n.l. om te allen tyde de uitlevering te vorderen van alle voor inbe slagneming vatbare voorworpen en om alle plaatsen, waar redelijkerwijs vermoed kan wor den. dat zekere strafbare feiten worden be gaan, te allen tijde vrijelijk te betreden. Deze bevoegdheden worden dezen ambtenaren ech ter slechts toegekend bij verdenking van be paalde strafbare feiten, waaronder die, genoemd in de artikelen 97, 98 en 192 van het Wetboek van Strafrecht, niet voorkomen. Maar aange zien bij de vervolging van juist deze delicten die bijzondere bevoegdheden ook noodig zijn, wil het amendement deze artikelen in de opsom ming van artikel 551 opnemen. De minister van Economische Zaken heeft verboden, zich op vertoon van distributiestam kaarten van leden van het personeel van de Koninklijke Land- en Zeemacht, voor zoover dit niet in eigen voeding voorziet, in het bezit te stellen van distributiebonboekjes. Distributiebonboekjes, welke vóór de in wer king treding van deze beschikking reeds zjjn verstrekt op de bedoelde distributiestamkaa?- nverwijld worden ingeleverd by onderdeelen Hoe vaker brandalarm^, ijes te minder batch Hoe meer rommel.M Qe» te meer prikkeldraad! WEEST ZUINIG OP ONS BOSCHBEZIT (Nadruk verboden) Anne zweeg een paar seconden, toen zei ze: Het is heel aardig van u, om vriendelijk te billen zijn, maar daar uw broer en zijn vrouw hun dochtertje verboden hebben, tegen mijn heer Carroll te spreken...." „Toe, u moet de arme Frances niet verkeerd ^coordeelen," viel de jongen haar dringend in *e rede. „U weet, hoe mijn broer is, of misschien K'eet u het niet. In sommige dingen is hij ver draagzaam genoeg, maar in andere is hij ge weldigwel, om het by den naam te noemen, Vervelend. En Frances is dol op u. Zooals u het ^nd hebt hooren zeggen, is ze op een dag bij h geweest, maar u was er niet en zij had geen haartje b« zich." „Het staat mynheer Charteris natuuriyk vol komen vry, zyn vrouw de les te lezen wat be seft de keuze van haar vriendinnen," zei Anne jhet een kouden glimlach. „Het zou me erg spij- ^n, dat ik de oorzaak was van eenige onaange naamheid tusschen hen. Ik hoop in October fee* ayinheer Carroll te trouwen. Daarom zijn zijn vrienden de myne, en zijn vijanden zyn ook mijn vijanden." „Welnu, hoe dan ook, u moogt mijn vriend schap niet afwijzen," zei de jonge Charteris bezorgd. „Het zou niet fair zijn, als ik moet iy- den onder Alf's vervloekte verwaandheid. En t is verschrikkelijk hard voor de arme kleine Elfie. Maar Alf is een vreeselijke, onberekenbare kerel en hij ziet nogal tegen Lascelles op, dus hoogstwaarschijnlijk zal hij wel, wat betreft Carroll van meening veranderen, als hij hoort wat Lascelles te zeggen heeft." Een vreemde glimlach kroop om Anne's mond hoeken. „Acht u mijnheer Carroll het type man, dat den eenen dag genegeerd kan worden en den volgenden dag bydraait?" vroeg zy lief. „Ik ge loof, dat uw broer zal .ontdekken, dat hij in mijnheer Carroll's loopbaan van geen vitaal be lang is." Zij stond op, terwijl zij sprak, en volgde het spoor van Carroll en Elfie, die langzaam in de richting van het olifantenhuis wandelden; Elfie legde haar begeleider levendig uit, dat er een olifant was, die steeds in het rond danste, als je hem een kaakje gaf. Toen deze taak volbracht was, keek Carroll op zyn horloge en stelde An ne voor, naar huis te gaan. Toen Elfie hem goedendag zei, smeekte zy met ernstige oogen: „Mag ik eens een keer by u komen en met Boxer spelen en uw platen zien?" „Neen, Elfie, dat denk ik niet," antwoordde hij somber, maar' niet onvriendelijk. De kleine pinkte twee niet te weerhouden tranen wee, en zei, naar Anne opziend: „Mag ik dan bij jou komen, lieve Anne?" Anne aarzelde, en Carroll merkte op tegen Elfie: „Ik geloof niet, dat je moeder er bezwaar tegen zal hebben; dat je juffrouw Stafford komt opzoeken." „Maar zal Anne er geen bezwaar tegen heb ben?" „Neen, ik denk van niet." „Zal Anne me nog wel laten komen, als u met haar getrouwd bent, mynheer Carroll?" „Kom nu, kleintje, kom mee!" riep Eric uit, en greep haar by een arm. „Wil je de kleine beertjes niet zien, voor we naar huis gaan?" Elfie schikte zich er in, weggeleid te worden, en keek erg mistroostig. „Arme kleine prul!" zei Anne medelijdend. „Ze houdt zoo van je, Brian. En ik zie werkelyk niet in, waarom mijnheer Charteris het in zyn hoofd haalt, om „De weg der overtreders is hard, wordt ons geleerd," antwoordde hij, met een lichte bewe ging van zijn schouders. „Ik ben bang, dat Je dit herhaaldelijk zult ontdekken, als wij samen onze levensreis een beetje verder hebben afge legd, Anne." „O, overtreders!" riep Anne ongeduldig uit. „Maar er staat niets vermeld over zondebokken, dat kan ik me herinneren." „De zondebokken-theorie is geheel en al Je eigen vinding, mijn kleine Anne tenminste, die van jou en van Barney." Zij hadden tegen dien tyd den uitgang be reikt en wandelden langzaam langs den bescha duwden weg naar het Westen. hebben, elkander, toe te behooren, vind je nu niet, dat je mij heelemaal in vertrouwen kunt nemen? Natuurlijk weet ik, even goed als ieder een, die om je geeft, het moet weten, dat je ab soluut niet in staat bent om zulk een lage mis daad als het vervalschen van een naam te be gaan dus heb je jezelf vrywillig verbannen terwille van een ander. Wil je er met mij niet over spreken? Je weet, dat ik volkomen betrouw baar ben." „Anne," zei hy heel innig, „heb je vergeten, dat je mij verzekerde, dat je mij kon vertrou wen, en dat je me geen vragen meer zou stel len?" „Ik vertrouw je ook, Brian. Maar ik zie niet in, waarom jij moet iyden voor een anders mis daad. Het lykt zoozoo onnoodig." „Kun je de een of andere reden bedenken, waarom ik een ander zou beschermen, behalve wanneer ik het beslist noodzakelijk vind?" vroeg hij rustig. „Danbescherm je iemand anders?" zei ze zacht. Hy stak een sigaret op en wierp de lucifer weg, maar gaf geen antwoord. Na een lange pauze sprak Anne opnieuw. „Brian, is het.... is het terwille van een.... een vrouw, dat je dit doet?" Zijn gezicht werd hard en iets bleeker dan gewoonlyk. „Ik houd er niet van, aan een verhoor te wor den onderworpen, myn beste kind zelfs niet door de vrouw, die beloofd heeft, myn echtgc- noote te zullen worden," antwoordde hy be daard. Iets in zijn toon prikkelde haar. En ze zei iets, dat misschien in een kalmer oogenblik on uitgesproken zou zijn gebleven. „Is het een geheim betreffende een vrouw?" riep ze uit met bevende stem. „Het is zoo.... ik zie het. Je kunt het niet ontkennen." „Zullen we een taxi nemen?" zei hy, nog al- tyd heel bedaard. „De voorbygangers gaan be lang stellen in ons gesprek." Terwijl hy sprak, hield hij een taxi aan, hielp haar instappen, en na den bestuurder Colecourt Mansions te hebben genoemd, nam hy naast haar plaats. Toen zei hjj, met een stem, die er op wees, dat hij zichzelf in bedwang hield: „Al eerder, Anne, deed je mij een vraag, waar toe je nauweljjks het recht had. Het was in Blasyllan, toen ik je, herinner je je nog, ver telde, dat er een probleem in mjjn leven was gekomen, dat me kwelde en me niet los liet. Het probleem was, zooals ik je toen niet ver telde, maar zooals je nu weet, of ik al dan niet recht had op je vriendschap, waar ik wist, dat mijn gevoelens jegens jou niet langer vriend schap genoemd konden worden. Je vroeg me toen, of myn zorgen een vrouw betroffen vrouwen denken altyd, dat de zorgen van een man een vrouw betreffen en of het om haar was, dat ik in den ban was gedaan." „Ja, ik herinner het me," viel Anne in, en haar stem klonk mild, daar de glans van deze gouden dagen in haar geheugen terug werd ge roepen. „Ik herinner me, dat je het my niet wilde zeggen, En naderhand waardeerde ik het in Je, omdat; o, omdat het precies iets voor jou was. Maar nu, lieve nu we alles voor el kaar zijn zou het je niet verlichten, my te vertrouwen?" „Echt een vrouw!" zei hjj met een vreemden glimlach, „vrywillig beloven, niets meer te «ui len vragen, en dan zonder bezwaar haar belofte verbreken!" „Maar, het is terwille van jou," pleitte zy. „Het is, omdat ik misschien een oplossing kan bedenken." „Er is geen oplossing," was het onverbidde- lyke antwoord. „Maar het is schandelijk, dat ons heele toe komstige leven verduisterd zal worden door de zonde van iemand anders. Het is zelfs niet fair tegenover my. Dat moet je inzien." Zjjn oogen ontmoetten vast de hare. „Begin je berouw te krijgen, Anne?" vroeg hij. „Jij?" flapte zy er uit. „Ik begin te gelooven, dat weonverstan dig zyn geweest," zei hij met een koude, vast beraden stem, die haar het hart in de schoe nen deed zinken. Het was volkomen waar, zooals Carroll zich zelf had bekend, dat hij een moeilijk humeur had. Het was niet een van die humeuren, die hun toevlucht zoeken in stemverheffing, over dreven redevoeringen, of de een of andere op vallende manifestatie. Maar wanneer het een maal was opgewekt, was het moeilyk om tot een verzoening te komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3