PU ROL
918000 MAN
mie
DIE ZIJN NIET GEK
BYRRH
De plichten van den automobilist
ffl
fik
ZATERDAG 11 MEI 1940
GEEN VOETBAL OP DE
PINKSTERDAGEN
er op
VERKOOP EN AFLEVERING
DISTRIBUTIEGOEDEREN
NATIONALE NOVENE
Ter eere van de kleine H. Theresia
17—25 Mei
GEEN BEDEVAART NAAR
HEILO
IR. W. HUPKES 60 JAAR
De man van de diesel-electrische
tractie
INWONERS VAN NAARDEN
Vertrek in Westelijke richting
verboden
OLIESTEIGER TE SOERABAJA
Dr. Poels hersteld
Een bezoek in Antwerpen
25 Jaar Koninklijke dienst
Machinisten-examen
Russisch-Zweedsche econom.
onderhandelingen
Rechts afslaan
•DOOR-R1JDE.N
T
Koloniale Missieweek
voor ruim 68.000.000 heidenen
die leven in onze Koloniën.
Phemia Molkenboer f
Secretaresse van „De Violier"
NED. MIJ. TOT BEVORDERING
DER GENEESKUNDE
Hoofdbestuur neemt zijn mandaat
weer op
3 -Mei
HEBBEN EEN PAKJE
MONTE CARLO
SIGARETTEN GEKOCHT
M
Mutatie bij de N.I.S.
Indische middelen toonen stijging
EERSTE HOLLANDSCHE
LEVENSVERZ. BANK
Winst 358.985 (399.218).
Dividend onveranderd 25 pet.
Blokkeering van goederen in
Roemenië
Zuid-Afrikaansche wolmarkt
Het nieuwe kantoor voor de
Ned. Ind. Handelsbank
Bodemkundige onderzoekingen
voor kolonisatie
De Wereldbekende Fransche Aperitief
OVERAL VERKRIJGBAAR
„Hoe ik mijn huid zoo
zacht houd?"
„Ik doe natuurlijk
Purol geneest, verzacht,
en verfraait.
In tuben van 4 5 cent.
In doozen van 60 cent
en 30 cent.
De minister van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart heelt, gebruik makende van de
bevoegdheden, hem verleend bij de Distri-
butiewet 1939, alle dispensaties en alle ver
gunningen, welke door de directeuren der
Rijksbureaux voor de nijverheid zijn ver
leend, ingetrokken voorzoover deze betrek
king hebben op den verkoop en de afleve
ring van distributiegoederen, anders dan
door den detailhandel.
De intrekking heeft derhalve betrekking op
de dispensaties en vergunningen, welke zijn uit
gegeven door de navolgende Rijksbureaux:
Rijksbureau voor wol en lompen, Rijkstextiel-
bureau, Rijksbureau voor huiden en leder,
Rijksbureau voor genees- en verbandmiddelen,
Rijksbureau voor papier, Rijksbureau voor rub
ber. Rijksbureau voor aardolieproducten, Rijks
bureau voor metalen, Rijksbureau voor chemi
sche producten, Rijkskolenbureau, Rijksbureau
voer bouwmaterialen.
Voor den verkoop en de aflevering van distri
butie-goederen, voorzoover deze niet geschieden
door den detailhandel aan den uiteindelijken
consument is derhalve een nieuwe vergunning
van den directeur van één der genoemde Rijks
bureaux vereischt.
We hebben tegenwoordig bijna allen eenzelfde
groot verlangen, zij het dan ook misschien om
verschillende beweegredenen: vrede! Er worden
heel veel oorzaken en gevolgen besproken, en
middelen becritiseerd, die menschen bevorderen
zichzelf tot vrederechters. Maar boven zetelt
Eén, die allen laat begaan en tenslotte zegt:
„■Zonder Mij kunt ge niets doen." Daarom
merkte de kleine H. Theresia met haar eigen
rake eenvoud eens op, dat je verstandiger doet
voor vrede-engel dan voor vrede-rechter te
spelen. En dat eerste ben je:
„Als je hielp waar je dat kon,
„aan wat licht en aan wat zon."
volgens een practisch versje.
Dat licht en die zon zullen zeker van boven
komen als we er gezamenlijk om bidden, en
eigen zielegloed maar vast zoo vriendelijk mo
gelijk in eigen omgeving laten schijnen.
Plaatjes met noveengebed zijn gratis verkrijg
baar. Gironummer 39730.
Vereenigd in gebed uw dienstwillige in Xo,
ZRS. CARMELITESSEN
Egmond a. d. Hoef, N.-H.
De bedevaart naar Heilo op den Tweeden
Pinksterdag, van den h. X- B., gaat niet door,
Op 12 Mei a.s. zal ir. W. Hupkes, directeur
van de Nederlandsche Spoorwegen zijn zestig
sten verjaardag vieren.
De heer Hupkes werd op 12 Mei 1880 te Arn
hem geboren en trad, na te Delft afgestudeerd
te zijn, op 5 September 1904 als asp. adj. in
genieur te Arnhem in dienst bij de voormalige
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij.
Na verschillende rangen te hebben doorlocpen.
volgde op 1 Januari 1918 de benoeming tot af-
deelingschef le klasse, waarna reeds twee jaren
later zijn groote verdiensten voor de Spoorwegen
hun belooning vonden in de benoeming tot chef
van het materieel.
Op 1 Januari 1927 werd de heer Hupkes bevor
derd tot hoofdingenieur. Toen op 21 Mei 1928 de
functie van chef van den dienst van materieel
en werkplaatsen te vervullen was, werd de heer
Hupkes hiertoe benoemd. Op 1 September 1934
volgde een samenvoeging van de diensten van
tractie en die van materieel en werkplaatsen tot
dienst van tractie en materieel; met de leiding
waarvan de heer Hupkes werd belast, welke
functie hij vervulde tot zijn benoeming tot lid
van de directie der Nederlandsche Spoorwegen
op 7 October 1938.
De heer Hupkes heeft in het bijzonder
groote bekendheid verworven door het voor
name aandeel, dat hij gehad heeft bij de in
voering van een geheel nieuwen tractie-voim
in Nederland, de diesel-electrische tractie
met het fraaie materieel, dat niet alleen de
bewondering der Nederlanders, maar ook die
van het buitenland verworven heeft. Met de
hem eigen taaie energie en buitengewone
doorzettingskracht heeft hij de storingen,
welke zich aanvankelijk bij dit materieel
voordeden, niet alleen geheel overwonnen
doch heeft hij dezen tractievorm tot een
groot succes gemaakt.
Ook voor wat betreft de opvoering van de
treinsnelheden, de moderniseering van het ma
terieel, de uitbreiding der electrische tractie en
thans weer de in bedrijfstelling van de nieuwe
diesel-electrischè vijf-wagentreinstellen, is zijn
aandeel van zeer groote beteekenis geweest.
Nederland neemt internationaal op het gebied
van het spoorwegvervoer een vooraanstaande
plaats in, hetgeen mede voor een groot deel te
danken is aan ed groote vitaliteit van den heer
Hupkes.
Wij twijfelen er niet aan, of het zal den heer
Hupkes, die zich in den loop der jaren, zoowel in
als buiten het bedrijf der Nederlandsche Spoor
wegen, een groote populariteit heeft weten te
verwerven, op 12 Mei zeker niet aan belangstel
ling ontbreken.
De burgemeester van Naarden brengt ter
openbare kennis, dat op last van het militair
gezag het de bevolking verboden is van Vrijdag
af de gemeente Naarden in Westelijke richting
eigenmachtig te verlaten.
De bevolking wordt aangemaand tot volstrek
te kalmte en wordt gewezen op het gevaar,
waaraan zij zich blootstelt indien zij niet ver
trouwt op de voor de veiligheid getroffen voor
bereidingen.
SOERABAJA, 10 Mei. (Aneta). Binnerikort
zal in Tandjong-Perak een betonnen olie-stei
ger worden gebouwd van 450 meter lengte*
welke aes olie-leidingen zal krijgen.
De heer E. J. Hoogenstraten schrijft het
volgende in het maandblad van den Werkne-
menden Middenstand:
Ergens in Antwerpen!
Een breede laan met hooge boomen, 'n mo
numentaal flatgebouw met terzijde van de
groote deur een imposante lijst van namen.
Veel namen. Er tusschen in een heel beschei
den kaartje: Dr. H. A. Poels. We gaan de
hoofddeur binnen en uit het sousterrain dringt
op onze vraag, in de hall een stem door: „Ewel
menier, d'n doctor is thuis."
Nog een paar treden en wij staan voor de
huisdeur. Nauwelijks zijn we binnen, of daar
komt hij al aangestapt: lachend, zijn gulle,
goedige hand ons tegemoet gestoken: „Kerel,
ga zitten. Een sigaar? Mooi! Een kop thee?
Marie geef eens wat thee."
En daar zitten we tegenover onzen doctor.
Hij rookt weer zijn sigaar. „Ja, ja. nog wel
niet als vroeger, maar we beginnen toch weer."
Het gesprek gaat al onmiddellijk over van
alles.
Op een kleine aanschuiftafel ligt een heele
stapel paperassen, waarin de doctor begint te
graaien. „Zeg, heb je dit gelezen? Zeg, dit
moet je eens te pakken zien te krijgen. Wat
denk je daarvan. Heb je dit al gezien?" En zoo
gaat het maar door. Wij nemen de beweeglij
ke figuur eens nauwkeurig op. Er is practisch
niets aan hem veranderd. Ja toch, hij ziet er
beter uit, dan in de laatste weken die hij in
Heerlen was. Minder vermoeid. Hij geeft het
ons trouwens toe. De rust doet hem goed. Hij
heeft nu niet dat drukke, gejaagde van toen.
toen van 's morgens tot 's avonds zijn bel niet
stil stond. Natuurlijk, ook nu nog weten ze den
doctor te vinden. De eerste maanden waren
het enkel zijn naaste familieleden, die hem
voor herstel naar de Sinjorenstad hadden ge-,
haald en hem ook regelmatig bezochten, maar
nu hij er weer zoo goed als boven op is, nu
begint de aanloop weer te komen.
In eens veert hij op: „wil je wel gelooven,
dat ik dat niet volhoud? Ik moet wat gaan
doen. Die en die en die en hij noemt ons
enkele namen van bekende priesters en lee-
ken uit de Belgische sociale beweging heb
ik hier gehad en die moeten me maar eens
aan het werk zetten, want zoo is het voor een
normaal mensch niet om vol te houden."
„En de dokter, wat zegt die er van?" vragen
wij er op.
„Ja. kalm aan, zegt die. Ik sta onder strenge
controle."
Het gesprek rolt verder. Hij stuurt ons in de
richting van de W. M. en wij vertellen hem hoe
het er voor staat en welke plannen er liggen.
Wij vertellen hem over het week-end, dat over
enkele dagen begint. En dan breekt een lawine
van belangstellende vragen los, ook 'n dankbaar
aanvaarde vingerwijzing, een advies, dat wij ons
in de ooren knoopen. „Doe de groeten aan al
die flinke kerels. Doe vooral de groeten op het
week-end en zeg ze dat ik veel aan mijn W.M.-
ers denk en zeg er' bij, dat ik binnenkort weer
eens in Heerlen kom kijken. Misschien over een
of twee maanden. Vergeet vooral niet, dat ik
weer gauw actief vcor de W. M. hoop te gaan
werken. De W.M. is mijn zorgenkind geweest
en dat laat ik niet in den steek."
Met groote vitaliteit en een scherpen geest
praat hij verder en maar steeds verder. Met
moeite kunnen wij er een woord tusschen krij
gen. „Doctor, wij stappen eens op, denk aan de
strenge controle."
Onder het loopen naar de deur brengen wij
ons vorig bezoek in herinnering. „Ja, ik weet
het zelf maar al te goed. Het was een dubbeltje
op zijn kant, of het was met mij gedaan ge
weest. Eten zware bronchitis en dan dat hart
Ze hebben gelukkig goed voor me gezorgd. Er
is wel wat in gewicht afgegaan."
Wii kijken den doctor eens onderzoekend aan;
onze oogen ontmoeten elkaar en wij schieten
allebei in den lach. „Ja, ja," zegt hij, „toch is
het zoo."
Hare Majesteit de Koningin heeft aan den
heer A. Foks, hulpknecht ten paleize „Het Loo",
toegekend de bronzen eeremedaille van de huis
orde van Oranje, wegens 25-jarigen koninklij
ken dienst.
GRONINGEN. Geslaagd voor diploma motor
drijver voor het examen afgenomen vanwege de
commissie voor de machinistenexamens de hee-
ren L. H. Schothorst, Groningen; J. van der
Linde. Losdorp; J. J. van der Meer, Leek; A.
steueker, Groningen; H. Prins. Groningen; E.
M. W. ten Cate, Groningen; B. Fetter, Gronin
gen; H. Beerlings, Groningen; J. A. Smit-, Delf
zijl; W. Gruizinga, Delfzijl; H. de Witt, Delfzijl;
L. Stulp, Vlissingen; H. Kip, Delfzijl; F. de
Groot.. Groningen: P. H. Eimers, Groningen;
F. Balkema, Delfzijl; K. Boersma, Appingedam;
K. Heins, Delfzijl; K. van Sinderen, Groningen.
Het schijnt, dat men een ontwikkeling van
de Russisch-Zweedsche handelsbetrekkingen zal
kunnen verwachten. Men meent, dat Rusland
aan Zweden petroleum zou kunnen leveren. In
sommige kringen wordt zelfs een hoeveelheid
van 400.000 ton per jaar genoemd. Dit komt on
geveer overeen met de hoeveelheid, welke Rus
land vroeger aan Italië heeft geleverd.
De oorlog in Noorwegen snijdt andere toe
voerwegen voor deze brandstof van Zweden af.
Zweden produceert machinrtjeën van tech
nisch uitnemende kwaliteit en speciale soorten
staal, welke een plaats zouden kunnen vinden
op de Russische markt.
Volgens een later bericht van United Press
aan hare bladen wordt uit betrouwbare bron
vernomen, dat binnenkort een Zweedsche dele
gatie te Moskou wordt verwacht en zij zal
trachten een overeenkomst ook omtrent de leve
ring van voedingsmiddelen te sluiten.
Zooveel als er is geschre
ven over het links afslaan in
het verkeer, met de daarbij
bèhoorende problemen, zoo
weinig heeft dit plaats ge
vonden over het rechts af
slaan, merkt de K.N.A.C. op.
Gewoonlijk beperkt zich het
advies tot den slagzin: „een
bocht naar rechts moet kort
genomen worden", waarme -
de bedoeld wordt, dat men
daarbij zooveel mogelijk den
rechterkant van de bocht
moet blijven volgen.
Toch wordt in de dage-
lijksche practijk van het
wegverkeer nog zooveel ge
zondigd bij het aechts af
slaan, dat het een nadere beschouwing waard
is. In het bijzonder wil de K.NA.C. hier de
hand in eigen boezem steken door te erkennen,
dat het op dit gebied vooral de automobilisten
zijn. die de ergste fouten maken, zulks in te
genstelling tot wat men bij het links afslaan
ziet.
De eerste fout, het nemen van een te ruime
bocht waardoor men dikwijls in den ingebogen
zijweg op de linker weghelft komt, werd reeds
boven aangestipt. Zij wordt zoowel door motor
weggebruikers als door wielrijders begaan en
vloeit meestal voort uit een iets te groote snel
heid bij het inzetten van de bocht.
De tweede fout is het eerst naar links zwen
ken op den doorgaanden weg alvorens den zij
weg naar rechts in te slaan. Gewoonlijk vloeit
deze fout voort uit een zekere gemakzucht, om
dat daarbij de bocht zooveel gemakkelijker kan
worden genomen. Behalve voor trekkers met
opleggers en wagens met aanhangwagen is dit
links uitzwaaien echter niet noodig, mits men
Zijn snelheid vóór het nemen van de bocht ver
mindert, in plaats van in de bocht, zooals velen
doen. Deze vlugge uitzwaai naar links levert
vooral gevaren op voor het achteropkomende
verkeer, dat daardoor veelal onverwachts zijn
doorgaanden weg versperd ziet. In het nieuwe
Wegenverkeersreglement, dat binnenkort in
werking zal treden, is tegen dit euvel een bij
zondere bepaling opgenomen, luidende: „Het is
den bestuurder van een voertuig of rijdier ver
boden, na het geven van een teeken tot rich
tingverandering, te rijden in een andere rich
ting dan het teeken redelijker wijze mocht doen
verwachten."
Aangenomen mag derhalve worden, dat na
Invoering dezer bepaling tegen deze fout zal
worden opgetreden.
Fout no. 3 is een der bronnen, die voortdurend
aanleiding geeft tot aanwakkering van het
helaas bestaande antagonisme tusschen de wiel
rijders en de motorweggebruikers. Deze fout, ook
wel begaan door wagenvoerders en bestuurders
van handkarren, bestaat, uit het echts afslaan
zonder voldoende rekening te houden met het
doorgaande verkeer, dat zich aan de rechter
zijde bevindt en recht door rijdt; gewoonlijk
wielrijders. Het onverwachts den pas afsnijden
van dit doorgaande verkeer moer als een ernstige
en gevaarlijke overtreding worden beschouwd.
Het rechts afslaande snelverkeer zal den rechts
naast rijdenden wielrijder behoorlijk gelegen
heid moeten geven zijn weg te vervolgen.
Ook tegen dit euvel bevat het nieuwe Wegen
verkeersreglement een duidelijke bepaling, lui
dende: „Hij, die op een weg van richting ver
andert, is verplicht den doorgang voor zich langs
vrij te laten, zoo noodig door langzamer te rij
den. of stil te houden, voor het verkeer, dat zich
naast hem mocht bevinden."
Niet ontkend kan worden, dat de „slechte"
wielrijders het hier voer de „goede" bederven. De
van handkarren, bestaat, uit het rechts afslaan
remt en stopt voor naast hem rijdende wiel
rijders, ondervindt daarbij dagelijks, dat al dit
remmen en wachten dikwijls voor niets is ge
weest, omdat de wielrijder ook rechts wilde af
slaan, maar het niet noodig achtte het daar
voor wettelijk voorgeschreven teeken te geven.
Het valt niet te verwonderen, hoewel nog niet
te billijken, dat vele automobilisten er ten slotte
den brui aan geven het slachtoffer hunner cor
rectheid te worden.
Ook in dezen zal liet verkeerstoezicht zich
moeten uitstrekken tot wielrijder en automobi
list beide.
Tenslotte een vierde fout, welke begaan
wordt tijdens het opstellen bij, door lichtsigna
len of verkeersagenten bewaakte, kruispunten.
Veelal ziet men, dat bestuurders van auto's, wel
ke rechts af willen slaan, zich opstellen in de
file van het doorgaande snelverkeer, die zich
bevindt op de linkerzijde van de rechterweg-
helft.
Wordt de verkeersrichting weer vrij gegeven,
dan moet het rechts afslaande voertuig zich
dwars door de file van wielrijders en overig
langzaam verkeer boren. Behalve de gevaren
hiervan voor het langzame verkeer, wordt daar
door tevens het vlotte op gang komen van de
snelverkeersfile belemmerd en dusdoende de ca
paciteit van het kruispunt verminderd.
Indachtig aan het motto: „Afslaand snelver
keer is langzaam verkeer" dient het snelverkeer,
dat rechtsaf wil slaan, zich tijdig naar den rech
terkant van den weg te begeven en zich geheel
rechts tusschen het langzame verkeer op te stel
len.
Ook bij niet bewaakte kruispunten zal het
rechts afslaande snelverkeer zich tijdig naar den
rechterkant van den weg begeven en zich tus
schen het langzame verkeer moeten voegen,
waarbij het zich uiteraard aan de snelheid van
dit verkeer zal moeten aanpassen.
Vrijdag 10 Mei overleed in haar woning in
de Hendrik Jacobszstraat te Amsterdam mejuf
frouw Euphemia Molkenboer, in katholieke
kringen van de hoofdstad vooral bekend als
secretaresse van den R. K. Kunstkring „De
Violier". Gedurende talrijke jaren heeft zij deze
functie vervuld, zoowel tijdens het voorzitter
schap van wijlen den dichter Eduard Brom als
tijdens het presidentschap van diens opvolger
Herman van ded Eerenbeemt. Op de vergaderin
gen van den Kunstkring ontbrak zij zoo goed als
nooit; de excursies en gezamenlijke museum-
bezoeken heeft zij vrijwel zonder uitzondering
meegemaakt, na ze voor een aanzienlijk deel te
hebben voorbereid; de feestvergaderingen en
gedenkdagen van de vereeniging danken hun
welslagen vaak aan haar oorspronkelijk initia
tief. Haar groote beteekenis voor den katho
lieken kunstkring kwam niet uitsluitend voort
uit haar onophoudelijke belangstelling voor het
Amsterdamsche kunstleven in al zijn geledingen
de alhier woonachtige katholieke kunstenaars
kénde zij allen persoonlijk; daarenboven was zij
het, die sprekers en uitvoerende kunstenaars
uitnoodigde maar haar beteekenis lag wel
voornamelijk in het feit, dat zij een zeer bij
zondere vrouw was.
Geboren te Weesp op 10 September 1883,
kwam Phemia Molkenboer voort uit de bekende
kunstenaarsfamilie van den directeur der Am
sterdamsche teekenschool, W. Molkenboer, die
getrouwd was met een zuster van Antoon Der
kinderen. Zij was een zuster van Theo Molken
boer, den begaafden schilder, van prof. dr. B.
H. Molkenboer O. P. en van Antoon Molken
boer. Ook in haar leefde de warme belangstelling
voor het artistieke, die de leden van dit gezin
van huis uit meekregen. Als teekenares, ont
werpster van kinderspeelgoed, schrijfster van
verhalen en gedichtjes voor kinderen, was zij
een actief beoefenaarster der kleinkunst, die
zij ook als verzamelaarster liefhad. Haar collec
tie kinderboeken uit alle landen en uit alle
tijden genoot een groote faam onder de kin
deren, die zij kende en waarvoor zij zoo gaarne
haar kinderfeestjes organiseerde in haar ka
mers vol boeken, schilderijen, sieraden en artis
tieke gebruiksvoorwerpen. Ook had zij een mooie
verzameling van werken van vrouwelijke Neder
landsche auteurs, vooral uit het verleden. Wie
iets lezen wilde van Hadewych of' van Lucretia
van Merlen, van Beatrijs van Nazareth of van
Tesselschade, van Anna Maria Schuurmans of
van Betje Wolff, kon bij Phemia Molkenboer
terecht en het was haar geen i.jdel vermaak
haar schatten te toonen, maar zij stelde haar
collecties gaarne open voor ieder, die leergierig
was.
De belangeloosheid, waarmede zij zoovele jaren
het secretariaat van „De Violier" waarnam, tee-
kende heel haar karakter; bij haar was de be
langeloosheid een deel der vroomheid. Diep over
tuigd katholiek, zooals zij zich ook op haar
sterfbed toonde, toen zij in rustige gelatenheid
zich volkomen overgaf aan- Gods heiligen wil,
toonde zij toch altijd een zekere reserve tegen
ieder uitwendig vertoon van godsvrucht. Slechts
wie haar heel goed kenden, wisten hoe onge
veinsd godvruchtig zij ook in het alledaagsche
leven was. Zelfopoffering tot algeheele zelfver
getelheid toe, onvermoeibare paraatheid waar
het aankwam op helpen, zwijgende goedgeefsch-
heid waren de zuiverste vormen van haar gods
dienstzin, die zich bij voorkeur op het prac-
tische richtte. „Meer Martha dan Maria" zei
ze lachend van zichzelf en als karakteristiek
was dit juist, terwijl het bovendien, maar on
bewust, de bescheidenheid doorschemeren liet,
waarmede zij zichzelf bezag. Steeds voor ieder
een klaar staan, ook onder omstandigheden, die
voor haar niet bijzonder aangenaam of bijzonder
gemakkelijk waren, was haar voornaamste
devotie.
Phemia Molkenboer heeft een betrekkelijk
lang en smartelijk ziekbed gehad. Zij ontving
in het begin van het jaar de laatste Heilige Sa
cramenten der Stervenden. Al spoedig toonde
haar kwaal haar kwaadaardigheid, maar hoe zij
ook achteruit ging, zij zon gedurig op middelen
om ontvangen bewijzen van attentie op een
aardige manier te beantwoorden. Haar gemoe-
delijk-geestige levensstijl, die tot uitdrukking
kwam in zoovele jaarverslagen van „De Violier",
bleef haar tot het stervensuur temidden van
pijnen en benauwdheden bij. Velen in de hoofd
stad zullen haar gulle en hartelijke genegen
heid missen.
Dinsdagochtend zal de plechtige uitvaart
dienst, gevolgd door de begrafenis op het kerk
hof „Buitenveldert" aan den Amstelveenschen
weg, plaats hebben.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche Mij. tot
'.".vordering der Geneeskunde heeft den Sden
Mei 1940 gelet op de huidige omstandig
heden besloten zijn mandaat weder op te
nemen, in verband met de motie van vertrou
wen, met algemeene stemmen aangenomen in
de buitengewone algemeene vergadering, gehou
den op 4 Mei 1940.
Het hoofdbestuur meent daardoor het belang
der maatschappij het best te dienen.
De motie, ingediend door de afdeeling Rot
terdam en omstreken, luidde:
„De algemeene vergadering betreurt de be
slissing van het hoofdbestuur, waarbij het zijn
mandaat ter beschikking stelt, verzoekt het
hoofdbestuur hierop terug te komen en spreekt
haar vertrouwen in zijn leiding uit."
SEMARANG (Aneta). Ir. H. R. Beukelman
treedt in 1941 af als voorzitter van het Comité
van Bestuur van de N.I.S.
In dit verband wordt genoemd als zijn op
volger ir. J. C. Keiler', directeur van de Water
leiding Mij. in Overijssel.
Ir. Keiler vertrekt over drie maanden naar
Indië.
BATAVIA, 10 Mei (Aneta). De opbrengst van
dé landsmiddelen bedroeg over Maart f 47.000.000
tegenover in Maart 1939 f39.700.000. Over de
maanden Januari/Maart 1940 brachten zij op
f 132.600.000 tegenover in de overeenkomstige
période van 1939 f 107.700.000.
In de op 16 Mei te houden jaarlijksche alge
meene vergadering van aandeelhouders der
Eerste Hollandsche Levensverzekerfngs-Bank
NV. te Amsterdam zal verslag worden uitge
bracht over het boekjaar 1939 (het 55e boek
jaar), aan welk verslag wij het volgende ont-
leenen:
Een der gevolgen van het uitbreken van den
oorlog is geweest, dat de productie, die tot
September bevredigend verliep, vrijwel geheel
werd stilgelegd. Toch kan de directie nog wijzen
op een vooruitgang van bijna f 700.000.
Een ander gevolg van den oorlog is, dat de
rentevoet belangrijk is gestegen, terwijl daar
mede gepaard ging een belangrijke daling van
de waarde der effecten. De bank had daardoor
een bedrag van ca. f 430.000 af te schrijven uit
hare zeer hooge vrije reserves.
De financieele uitkomsten zijn overigens zeer
bevredigend. Wanneer het voorstel betreffende
de winstverdeeling wordt aangenomen, kunnen
de vrije reserves zoodanig versterkt worden, dat
zij na de afschrijving op effecten en vaste eigen
dommen weder stijgen tot ruim 2 millioen gul
den, zijnde ruim 15 Va pCt. der zeer hoog bere
kende premiereserve. Met inbegrip van het
maatschappelijk kapitaal, hetwelk bijna geheel
is volgestort, bedraagt de extra dekking ruim
19% pCt.
In 1939 bedroeg de totale productie met inbe
grip van lijfrenten f 5.439.479 waardoor de jaar
lijksche premie-ontvangst beloopt f 1.556.249.
In totaal werd aan renten en huren ontvan
gen f 649.840. De winst op sterfte en royement
bedroeg f 200.785 tegen f 235.147 in 1938.
pe gemiddelde rente van alle beleggingen
heeft in 1939 4.35 pCt. bedragen tegen 4.44 pCt.
in 1938. Op interest werd een winst gemaakt
van f 222.565 tegen f 226.587 in 1938.
Terwijl voor de doorloopende onkosten
f 484.730 beschikbaar was, hebben deze in werke
lijkheid slechts f 375.197 bedragen, gevende dus
een voordeelig verschil van f 109.533 tegen
f 125.094 in 1938.
De effectenrekening sluit met een saldo van
f 1.705.694, de hypotheken bedragen f 5.460.352.
cie onroerende goederen f 2.810.000.
In vaste goederen is thans f 2.810.000 belegd,
welk bedrag f 119.300 lager is dan de som, waar-
De economische commissie uit de regeering
heeft onder voorzitterschap van minister-presi
dent Tatarescu een wetsontwerp aangenomen,
waardoor de regeering wordt gemachtigd brand
stof, voederstoffen, aardolieproducten, graan en
levensmiddelen in het belang der landsverdedi
ging en ter verzorging der burgerbevolking te
blokkeeren en op te koopen.
Voorts werd een wetsontwerp goedgekeurd inr
zake inheemsche wol. Nadere bijzonderheden
over de beide wetsontwerpen ontbreken nog.
Het gezantschap van de U.nie van Zuid-
Afrika heeft de volgende inlichtingen ontvangen
omtrent den wolverkoop aan de verschillende
havens voor de week eindigende 27 April 1940:
aangeboden balen verkochte balen
Port Elizabeth 9.127 7.771
Oost Londen 4.131 3.508
Durban 1.292 904
Kaapstad 2.161 1.945
De cijfers toonen slechts aan de hoeveelheid
wol, die aangeboden en verkocht is op de veiling
en sluit geen particuliere of onderhandsche ver-
koopen in.
Prijzen voor gewasschen wol af lager:
70's ketting nil
70's gemiddeld nil
64's ketting nil
64's gemiddeld 2/11 1/2 d
60's super nil
60's gewoon nil
Aanbiedingen bestonden hoofdzakelijk uit ge
middelde tot zeer goede keuze van middellange
en korte wolsoorten met een zeer gering percen
tage van gekamde wolsoorten. De navraag bleef
flink en de prijzen waren doorloopend vaster.
Frankrijk was hoofdkooper, gesteund door Brit-
tannië en redelijk gesteund door België.
Aneta verneemt, dat de bouw van het nieuwe
monumentale hoofdkantoor van de Néd.-Indi-
sche Handelsbank aan het Stationsplein in de
benedenstad van Batavia, practisch gereed is.
Het ligt in de bedoeling, dat het gebouw tegen
het eind van deze maand zal worden betrokken.
De „Sumatra Post" verneemt, dat nieuwe
bodemkundige onderzoekingen zijn aangevangen
voor terreinen, bestemd voor kolonisatie, o.a
in de Alasvallei en in het Troemontgebied.