Het werk van Mr. Frans Erens
De kleine dingen des levens
Laatste Nieuws
Paedagogie op zijn
smalst
Duitsche troepen
over de Dender
Rooken en zenuwen
Een bibliographie
Somme-slagveld reeds be
reikt, 143 vijandelijke
vliegtuigen vernietigd
POSTVERKEER WEER
HERSTELD
DINSDAG 21 MEI 1940
„Arie komt om te leeren en niet
om in de gang te staan"
Een luchtig" drama
te Zandvoort
Krachtsport
Haarlemsche Race-club
„Excelsior"
Gevonden voorwerpen en dieren
IJMUIDEN
Afhalen distributieboekjes
Uit het politierapport
40 jaar bij de N. S.
ZANDVOORT
UVI DE HOOFDSTAD
FABRIEKSPERSONEEL DOOR
DIRECTIE GEHULDIGD
RIJWIELDIEVEN OP HEETER-
DAAD BETRAPT
Van de trap gevallen
Ongeval tijdens het spel
Veel minder rijwieldiefstallen
Nederlandsche Bank
Dividend van f SS.per aandeel
van f 1000.
Het bezoek aan Spanje
van Kard. Suhard
Amerika's bewapening
in de lucht
Russisch commentaar
op Churchill's rede
STAD
Toen op 11 April een hoofdonderwijzer
Tan een der openbare schoten te Zandvoort
druk bezig was zijn leerlingen iets beters
wijs te maken dan dat twee maal twee vier
is, deed een zekere Arie iéts, wat nu wel
verre van netjes was. De hoofdonderwijzer
vond niet, dat dit door den beugel kon.
Arie zelf dacht er schijnbaar precies het
zelfde van. want een dikke schaamteblos
gloeide op zijn wangen.
,.Ga jij maar eens even op de gang staan,
Arie". zei de hoofdonderwijzer.
Arie slofte de klas uit en zocht zijn heil in
de koele gang.
Ondertusschen was de consternatie, die on
der de omzittende leerlingenwas uitgebroken,
iets bedaard.
Toen de onderwijzer zijn jongens had Dietsch
gemaakt, wat nu eigenlijk een breuk voor een
ding was, werd Arie de klas weer binnen ge
roepen.
Nauwelijks had hij echter zijn leerstoel be
klommen of hij greeg het weer te kwaad.
Groote verontwaardiging brak los. De leer
lingen stonden en bloc op en protesteerden tegen
dergelijke rustverstoringen. Voor de tweede
maal werd Arie uit de klas verwijderd en weer
mocht hij zijn dagelijksche zonde in de gang
gaan betreuren.
Maar daar voelde hij bitter weinig voor en
het leek hem maar het wijste om de beenen te
nemen.
Toen de hoofdonderwijzer na tien minuten
het voor den derden keer nog eens wilde pro-
beeren om Arie op hoop van zegen binnen te
halen, was de vogel gevlogen.
Een leerling werd naar den vader van Arie
gestuurd en even later keerde Arie met een
briefje van papa naar school terug.
De hoofdonderwijzer las: „Arie komt om
te leeren en niet om in de gang te staan.
Als hij in de gang moet staan, mag hij
naar huis komen"
De hoofdonderwijzer koos den wijsten weg
en nam Arie weer in de schoolclub op zon
der dat er zich verdere incidenten voor
deden.
Maar het eind van het drama was nog
niet in het zicht.
Tégen koffietijd stevende de vader van Arie
naaf de klas en kwam zijn zoontje opeischen.
In zoon school hóórde een keurig véntjè als
Arie n*.t thuis, vond hij. - -
Er ontstond een twistgesprek tusschèn den
vader én den hoofdonderwijzer.
Vader: „Arie, je gaat met je vader mee!"
Arie deed een poging om uit zijn bank te
komen, maar de dreigende blikken van den
onderwijzer weerhielden hem en scherp klonk
het: „Je blijft hier Arie, begrepen?!"
Het rumoer in de klas nam toe en eindelijk
had de vader kans gezien zijn zoontje uit de
bank te halen en deed een poging om den on
derwijzer, die in de deur had post gevat, te
passeeren.
De ontvluchtingspoging lukte niet bijzonder
goed en daarom greep de vader de stropdas
van den onderwijzer en gaf hem een klinkenden
klap tegen den linkerwang.
Dit is in verkorten vorm de draad van het
„luchtige" drama, dat gisterenmorgen voor den
Haarlemschen Politierechter in scène werd ge
zet. Verdachte beweerde voor het hekje, dat hij
den onderwijzer niet eens had geslagen, hij'had
hem alleen maar vastgepakt.
Een dertienjarige scholier, die de conster
natie in de klas had meegemaakt, verklaarde
voor den rechter, dat verdachte wel degelijk
den onderwijzer geslagen had.
Verdachte: „Op andere scholen gaat alles
gesmeerd. Daar hoor je nooit de minste klacht.
Maar op de school van Arie is er altijd wat!"
De officier constateerde, dat verdachte reeds
vijfmaal veroordeeld is en achteraf bekeken
een slecht opvoeder van de jeugd is. Het is het
hoofd van de school, die de lakens behoort uit
te deelen en niet de vader. Als er zich nog eens
zooiets dergelijks afspeelt in de scholen van
Zandvoort, zullen er nog zwaardere eischen
gesteld worden. Voor dezen verdachte eischte
de officier een maand hechtenis.
Na dezen eisch koos verdachte plotseling een
anderen koers en vroeg smeekend of hij niet
met een geldboete kon volstaan.
De Haarlemsche Politierechter veroordeelde
verdachte voor dezen eenen klap tot een week
gevangenisstraf.
Wellicht zullen dergelijke schcolrelletjes,
waar dit keer een luchtje aan zat, voortaan
wel achterwege blijven.
Het bestuur der H. K. V. Achilles deelt mede,
dat Dinsdag 21 Mei a.s. wederom de genomen
oefenavonden beginnen om 8 uur: alle leden
worden verzocht op te komen. Tevens wordt
medegedeeld, dat de leden, die in militairen
dienst zijn het allen goed maken.
Bovengenoemde vereeniging hield wederom
een trainingsrit voor haar leden.
De A B en C K bereden een'wedstrijd over
35 K.M. en de junioren 25 K.M.
Na een zeer spannende eindsprint werd de
uitslag als volgt: 1. J. Westbroek op banddikte;
2. E. Zekveld; 3. H. Taverne; 4. B. Fennis; 5.
K. Verbeek; 6. B. Kleinhout; 7 Joubij, die met
pech te kampen had.
Junioren 25 K.M.: 1. H. Jas, 2. C. Tholen, 3.
Schippers, 4. Ketting.
Inlichtingen aan het bureau van politie,
Smedestraat, uitsluitend tusschèn 11 en 13 uur.
Bril, de Vos, Ted. v. Berkhoutstraat 21.
Bankbiljet, Pieterse, Oost-Indiëstraat 120.
Doosje met filmstrookjes, Verberne, Engel-
Straat 14.
Doos met dameskleeding. Wijfjes, Papentoren-
vest 24.
Geld. Gottgens, dr. Bakkerlaan 5T.
Dameshandschoenen Bijster, Nagtzaamstr. 2rd
Koffer m. inh., Winkelman, Schagcheistr. 38rd.
EllWS
Nummerbewijs, bur. v. politie, Smedestr.
Portemonnaie met inhoud, Klooster, Bent-
veldschewee 126 Aerdenhout.
Pakje met boeken, bur. v. politie, Smedestr.
Rozenkrans, v. d. Kiugt, v. Berensteynstr. 16.
Rijwielplaatje, v. Brugge, Edisonstraat 32.
Rijwielplaatje, Drunr.e, Vrouwehekstr. 23.
Rijwielplaatje, bur. van politie, Smedestraat.
Heerenrijwiel, Kroomberg, Ged. Raamgiacht 29
Bril, Bureau van Politie, Smedestraat; boe
ken, Meulenbroek, Deyserinckstraat 1; bril. v. d.
Waal. Roosveldstraat 62; bankbiljet, Bo'denstaff,
Barbarossastraat 1; broche, Soesan, KI. Hout
straat 65 rd.; fototoestel, Gosti, Duvenvoorde-
straat 11; hamer, Bureau van Politie, Smede
straat; dameshoed, Snijders, Schouwtjeslaan
53; kinderjasje, Grijmans, Zaanenstraat 9; jon
gensjasje, Rooda. Duvenvoordestraat 68; iden
titeitskaart, Bureau van Politie, Smedestraat;
R.K. kruisje, v. Eeuwijk, Tugelastraat 13; sol-
datenmuts, Bleising, Marko Polostraat 88 hs.,
Amsterdam; portemonnaie m.i.. Galama, Rijks
straatweg 475; Duitsch paspoort, Bureau van
Politie, Smedestraat; portemonnaie, Smolders,
Oranjeboomstraat 103; ring, Heemskerk. Scho
terstraat 7; regenpijpen, Haak, Teslastraat 9;
kinderschoentjes, de Best, Zuid Polderstraat 67;
shawl, Staubesand, Leidscheplein 35; taschje
m.i., Draaisma. Kennemerstraat 1: reparatie-
taschje, Grocneveld. Perseusstraat 12; rijwiel-
taschje m.i., Neven. Bisschop Ottostraat 14; ka
narie, v. Unen, Dr. Schaepmanstraat 118 rd;
zeil, staak en kalkzakken, Beets, Plataanstraat
65.
Men verzoekt ons mede te deelen, dat de be
woners van IJmuiden-W hun distributie-bon
boekjes moeten afhalen tusschèn 21 en 23 Mei
a.s. in het gebouw van het Leger des Heils, in
gang Edisonstraat.
Op het kruispunt Verloren van Themaat-
laan—Van Tuyllweg kwam een luxe-auto, be
stuurd door den 31-jarigen Z„ wonende te Hil-
lergersberg, in botsing met een motorrijwiel. De
aanrijding ontstond, doordat een jongen zich
met een rijwiel onvoorzichtig op den rijweg
begaf en weifelde bij het oversteken. De mo
torrijder bekwam eenige schaafwonden en een
gekneusde knie. Het motorrijwiel werd licht
beschadigd.
Onze plaatsgenoot, de heer H. Belgraver,
commies bij de Nederlandsche Spoorwegen, hoopt
a.s. Donderdag 23 Mei den dag te herdenken, dat
hij 40 jaar in dienst is bij de N. S. Ruim 30 jaar
heeft hij nu reeds in IJmuiden doorgebracht en
zijn vele vrienden en bekenden zullen dien dag
zeker niet voor hem ongemerkt voorbij laten
gaan.
Inzameling voor Rotterdam. Zondag is in
Zandvoort een inzameling gehouden van bed
den, dekens, kleeding en schoeisel voor de
zwaar getroffen gemeente Rotterdam.
De inzameling, welke een buitengewoon groot
succes is geworden, geschiedde door de trans
port-colonne van de afdeeling Zandvoort van
het Roode Kruis.
De goederen zijn per eerste gelegenheid naar
Rotterdam vervoerd.
(Berichten reeds geplaatst m een
deel van onze vorige oplaag)
Toen in de afgeloopen week de toestand voor
Weesp het meest dreigend scheen, hebben ge
ëmployeerden van de Van Houten's fabrieken,
zoowel wat het fabrieks- als het kantoorperso
neel betreft, zich bijzonder verdienstelijk ge
maakt, door het kantoorgebouw aldus in te rich
ten, dat men daar dag en nacht verblijf zou kun
nen houden en dus bij de fabriek zou kunnen
blijven, als het ergste gebeuren mocht. De
directie der Van Houten's fabrieken heeft deze
zoo spontaan tot uiting gekomen gemeenschaps
zin zeer op prijs gesteld en een 60-tal dergenen,
die zich bijzonder hadden ingespannen, is aan
het einde der vorige week in de groote hal van
het kantoorgebouw op waardeerende wijze toe
gesproken. Hierbij was het brandweercorps in
uniform aanwezig.
De directie deelde mede, dat men geen ver
schil had willen maken ten aanzien van de
wijze, waarop ieder gehuldigd zou worden. Daar
om stelde de directie een bedrag van f 1000
voor de geheele groep employe's beschikbaar, en
gaf daarbij in overweging, deze gelden beschik
baar te houden voor den wederopbouw der ge
teisterde gebieden in ons land. Een luid gejuich
ging uit de groep der gehuldigden op, toen dit
voorstel werd gedaan, zoodat het fabrieks- en
kantoorpersoneel der firma van Houten en Zn.
thans f 1000 beschikbaar heeft gesteld voor het
bovengenoemde doel. Reeds is een comité ge
vormd uit het personeel, om t.z.t. te beslissen,
welke bestemming nader aan de gelden gege
ven zal worden.
Op de Rozengracht is een man gearresteerd
die een daar geparkeerde fiets stal.
In de Utrechtschedwarsstraat heeft de po
litie twee mannen aangehouden waarvan er een
'n fiets op zijn schouders droeg. Van deze fiets
was het slot nog gesloten, doch blijkbaar had
de man getracht het te verbreken. Het onder
zoek wees uit, dat de fiets gestolen was. De rij-
wieldieven zijn opgesloten en zullen ter be
schikking van de Justitie worden gesteld.
Maandagmiddag is in de woning Wagenaar-
straat 58 een oude dame van een steile trap
gevallen. Zij bekwam een zware hersenschudding
en is per ambulance-auto door den G.G.D. naar
het Burgerziekenhuis vervoerd.
Op de Joz. Israëlskade waren Maandagmiddag
eenige jongens aan het stoeien. Een van hen,
de 14-jarige van H„ kwam hierbij zoo ernstig
te vallen, dat de G.G.D. hem met een hersen
schudding naar huis moest vervoeren.
Een opmerkelijk verschijnsel is het, dat de
rijwielen de laatste dagen minder in de belang
stelling van de dieven staan. Waren er etmalen
dat er per dag tusschèn de 40 en 60 rijwielen
over de geheele stad werden gestolen. Maandag
avond om 8 uur waren over de geheele stad aan
de verschillende politiebureaux nog maar tien
aangiften van gestolen rijwielen binnengekomen.
HOOFDKWARTIER VAN DEN FUHRER,
20 Mei (D. N. E.). Het Opperbevel van
het Duitsche leger deelt mede:
In Belgïc wordt de achtervolging voort
gezet, strijdend tegen de achterhoede van
het vijandelijke leger. De Dender is over-
schreden en in de achtervolging is de bo
venloop van de Schelde bereikt. De Brit- -
sche troepen trekken in geforceerde mar-
schen naar de havens aan het Kanaal, ter
wijl bij Maubeugc en ten Zuiden van Va
lenciennes een aanval van een naar het
Zuiden trekkend Fransch-Bclgisch leger
werd afgeslagen. De vijand leed hierbij zwa
re verliezen, in het bijzonder heeft hij tal
rijke pantserwagens verloren.
Na deze mislukte poging om door te breken
trekt de vijand ontmoedigd naar het Westen
terug. Ten Zuid-Westen hiervan hebben onze
pantscr-afdcclingen en gemotoriseerde troepen
het veld van den Somme-slag van 1916 bereikt
aan den weg van Kamcrijk naar Pcronnc.
Duikbommenwerpers en andere bommenwer
pers hebben een van Laón naar het Noorden
rukkende vijandelijke pantscrkolonnc verslagen
en teruggedrongen.
De geheele binnenste fortengordel van
Luik, alsmede de forten van Namen op een
na zijn in onze handen.
Bij de gevechten der pantsereenheden in Bel
gië heeft zich de eerste luitenant baron Nolde
onderscheiden door buitengewone koelbloedig
heid.
Op 19 Mei heeft de Duitsche luchtmacht
haar aanvallen op de achterwaartsche verbin
dingen en terugtochtswegen van den vijand in
Noord-Frankrijk en België voortgezet. Tijdens
gewapende verkenningstochten voor de
Fransch-Belgische kust werden twee vijandelij
ke torpedojagers vernield. Een torpedojager en
de Fransche torpedoboot „Incomprise". alsme
de drie koopvaardijschepen met in totaal 15.000
ton werden ernstig beschadigd.
De totale verliezen van den vijand be
droegen gisteren 143 vliegtuigen, waarvan
95 in luchtgevechten en 15 door luchtdoel
artillerie omlaag werden geschoten. De rest
is op den grond vernield. 31 Duitsche vlieg
tuigen worden vermist.
In den nacht van 19 op 20 Mei hebben Brit-
sche vliegtuigen hun zinlooze bomaanvallen
boven West-Duitschland voortgezet. Een aan
tal burgers werd gedood en gewond. Het eenige
militaire doel, dat werd getroffen, was 'n kamp
voor krijgsgevangenen. Een aantal krijgsgevan
genen werd gedood.
derlandsche. Bank aan de eerstvolgende verga
dering van aandeelhouders worden voorgesteld
over het boekjaar 1939/1940 een dividend van
f 55— per aandeel van f 1000.— uit te keeren.
De postverbindingen zjjn, met uitzondering
van Zeeland, in geheel Nederland hersteld.
Dit wil echter niet zeggen, dat het verkeer
neder geheel normaal is. De vervoermid
delen, in het bijzonder voor zoover van bus
sen gebruik moet worden gemaakt, zijn nog
aan beperking gebonden, terwijl vaak nog
groote omwegen moeten worden gemaakt om
bepaalde gebieden te bereiken.
Daarom moet nog met een zekere vertra
ging in de overkomst rekening worden ge
houden.
Mr. Frans Erens
Naar wij van bevoegde zijde vernemen zal
door de directie en commissarissen van de Ne-
In de moeilijke dagen waarin wfj leven en
groote zorgen ons dagelijks in beslag nemen
is het zaak zijn zenuwen in bedwang te hou
den. Wij zijn zulks verplicht ten overstaan
van ons gezin, van ons werk, van het vader
land. En er zijn gelukkig vele middelen om
dit te bereiken. Onder deze middelen zijn er
vele, die tot de kleine dingen des levens be-
hooren, maar die een groote rol kunnen spe
len, indien zij goed worden gebruikt.
Daar is b.v. ons rookertje. De Nederlander is
altijd een goed toebacksuijger geweest en de ver
standige Nederlander, die naar. zijn aard een en
ander van rooken weet, weet zijn sigaar en siga
ret op de juiste oogenblikken aan te wenden.
Men kan natuurlijk overdrijven; heel veel roo
ken maakt zenuwachtig, matig rooken kalmeert.
Het is bekend, dat gewonden, vermoeiden en
allen die eenigen tijd onder abnormale omstan
digheden hebben geleefd, vóór alles om een
sigaar of sigaret vragen. Soldaten in den oorlog
hebben op tijd hun rookgenot; zij beschouwen
het als een onmisbaarheid, als een noodzakelijk
heid maar ook als een welkome gave. En daar
om: indien uw middelen het toelaten, veroorloof
u het rookertje, dat uw zenuwen ontspannen
kan. En neem deze zaken een beetje ernstig;
zij houden uw aandacht bezig, zij leiden uw ge
dachten af, zij stemmen u rustig en maken u
paraat voor uw werk, dat doorgang moet vinden
tot heil van land en volk.
Ziet, welk een rijke keus; de sigaar, de sigaret,
de pijp. En om vandaag dan over de sigaar te
spreken. Voor den sigarenrooker is zij een milde
vreugde. Zij verzoent hem met de vele kleine
akelige dingen des levens, die het rookertje-op-
z'n-tijd met succes bestrijdt en het interpre
teert vaak de weldadige gevoelens van den siga-
renliefhebber, die eenigszins werk maakt van
zijn keuze, die opfleurt als hij den naam „La
Corona" hoort of de beroemde ovale bus in de
verte ziet. „La Carona", een van de merken, die
men onder den verzamelnaam „Het Goud der
Tropen" samenvat, de dikke, rondgerolde sigaar,
het zusje van „Romeo y Julieta", de kostelijke
staaf voor buitengewone gelegenheden en van
de Romón Allones en de Por Larranaga, namen
die klinken als Mexicaansche krachttermen. He
laas: duur, peperduur! Bijna te duur om ze goed
en nauwkeurig te leeren kennen. Het zijn de
„echte", maar waarom moeten die echte zoo
„onbetaalbaar" zijn? Laten wij ons troosten: er
zijn nog andere merken, voor den waren lief
hebber. Zie den schoonen, zwarten Dannemann,
den machtigen Brasiel. Ge durft hem nauwelijks
één maal per dag aan, na uw diner en dan
nog....
Maar laten we afzakken naar lagere prijzen.
We behoeven gelukkig geen rijkaards te
zijn om een pittige, uitstekende sigaar te kun
nen savoureeren, een sigaar van voornamen
komaf, een echten import: de Manilla.
Niet iedereen houdt van haar. Zij is nogal
machtig, die donker-bruine, trompvormige
stronk, zonder punt. Ge koopt haar reeds voor
twaalf, tien en acht cent in gelijke kwaliteit,
alleen in verschillende grootte. Op de Philippij-
nen rooken ze haar met het dikke einde in den
mond. Wij niet. Wij steken den brand in den
breeden kop en trekken langzaam aan, maar zóó
dat het geheele breede vlak goed brandt, om
het scheefrooken te voorkomen. Want een
scheefbrandende Alhambra is even ongeniet
baar als een deskundig-behandelde heerlijk is
met zijn prikkelende aroma en zijn zachten,
drogen smaak. Wee echter den overmoedige, die
dezen boom waarmee hij anderhalf uur zoet
is in den vroegen ochtend aanpakt. Maar wie
doet zoo iets, behalve dan de dikhuid, die rookt
om te rooken, zooals de Amerikaan gom kauwt
om te kauwen! Want laten we dit even vast
stellen goed rooken is een kunst en alleen het
goed rooken is een beschouwing waard.
Een goed rooker gaat dan ook met ver
stand te werk. Hij begint zijn dag niet met
een sigaar, lukraak uit zijn voorraad gegre
pen, zelfs niet al zijn er echte Havana's on
der. Hij kiest met zorg de sigaar die hem na
zijn ontbijt het best zal smaken. En dat zal
in verreweg de meeste gevallen nu eens niet
de beroemde Spaanschklinkende geur-staaf
zijn maar de Hollandsche blazer. Dit woord
„blazer" moet u vooral niet te laag schatten.
De Hollandsche sigaar is nu eenmaal in ver
gelijking met de tropische merken zeer licht
en gemakkelijk verteerbaar, brandt snel en
geeft een licht, maar geurig aroma. Zij geeft
u niet het volle zware genot van een donkere
Braziel, maar is juist daarom ten zeerste ge
schikt om de dag-agenda te openen. Zij is
als het ware een inleiding tot hooger genot
en als zoodanig een onmisbare schakel in de
tabaksgeneugten van den dag. Daarom is de
Hollandsche blazer de lekkerste sigaar in de
morgenuren.
Stel u niet voor, dat onze nationale sigaar
duur moet zijn om lekker te zijn. Voor acht
cent kan een kenner een heerlijke, voor zes,
vijf en vier cent een zeer rookbare sigaar
koopen, vooral als hij prijs stelt op een pittig
rookertje, want in de pittige tabak zal-men
gemakkelijker een geurige sigaar aantreffen
dan in de lichte soorten.
De gebruikelijke seriemerken, zooals vrij
wel alle Hollandsche fabrieken die maken,
verschillen onderling uiterst weinig in smaak
en samenstelling, hetgeen beteekent, dat het
zoeken naar een favoriet merk in den chaos
van merken een onbegonnen werk is. De
brand doet het hem niet, de banderolle nog
minder. O! die banderolle, die zelfs de mooi
ste siga.ar ontsiert, die alle sigaren duurder
maakt en die summum van smakeloosheid
door honderden mèt de sigaar wordt op-
gerookt, als waren tabak en papier familie
van elkaar.
De serieuze rooker, die iets anders zoekt
dan een staaf tabak om zoo maar tusschèn z'n
tande nte dragen, durft nauwelijks in die hon
derden seriemerken te kiezen naar een blazer-
tje, dat hij trouw zal blijven en als zijn stan
daardsigaar zal beschouwen. Maar als de sleu
tel tot de dagtaak is de lichte Hollandsche
rookstaaf onvolprezen. Hij kan dan ook een
vergelijking met de buitenlandsche blazers
triomfantelijk doorstaan, want behalve op zijn
veel betere kwaliteit kan hij zich ook beroe
pen op een veel lageren prijs.
De Balkanstaten schijnen op het stuk van
sigaren een heel droevig figuur te maken. De
gebruikelijke sigaar een geschikte „buiten-
rooker" is de z.g. Trafik-sigaar, aldus ge
noemd naar de vele Trafiks (sigarenwinkeltjes)
die men in deze landen aantreft.
Nog een enkel woord over de „natte" en de
„droge" sigaar, d.w.z. de sigaar, die men nat of
droog dient te rooken. Dat de Hollandsche si
gaar tot de droge categorie behoort, behoeft
geen nader betoog. De droogtrommels en de
droogflesschen zijn legio en wie in 't hartje van
den zomer een sigarenwinkel betreedt, loopt
groote kans door een flauwte te worden aange
grepen wegensde kachel. De Nederlander
gelooft dus vooral in de droge sigaar. Deze
droogte kan echter ook overdreven worden. De
paardenmiddelen zijn ook hier niet de juiste.
Een sigaar kan heusch te droog zijn, zoodat het
dekblad springt, waardoor het rooken niet lan
ger meer een genot genoemd kan worden. Daar
om is het aan te bevelen de Hollandsche sigaar
te bewaren in een normale kamertemperatuur,
maar niet vlak bij de kachel. Ook de Manilla,
die eveneens tot de „drogen" behoort, is aan
deze behandelingsmethode onderworpen.
Maar de „natten" zijn de Havanna en de
Bahia, Sommige fijnproevers drijven deze nat
tigheid zoo ver, dat de sigaar nauwelijks aan
de schimmel ontsnapt. Dit verhoogt het ge
vaar van scheefbranden, een euvel dat men
vaak tracht te bestrijden door hard te trekken.
En dit is juist, de verkeerde manier, dit maakt
den bijtenden smaak ondraaglijk. De deskundi
gen adviseeren dan ook om een scheefbranden
de sigaar langzaam in de vingers rond te laten
rollen en bij het trekken de ingebrande zijde
omhoog te houden. Houdt men zich aan deze
regelen, dan kan men verzekerd zijn van ander
half uur zuiver rookgenot.
Laten we hier nog aan toevoegen, dat ook de
goedkoopste sigaar slechts winnen kan bij een
deskundige behandeling. Een sigaartje van vijf
en vier en drie cent kan, mits goed behandeld,
wedijveren met een sigaar van tien of acht cent,
die nonchalant wordt bejegend. De sigaar, die
niet te nat en niet te droog is en die met ver
stand wordt genoten, biedt de meeste kans op
groot genoot. Let op de voorwaarde: met ver
stand rooken! Men rookt niet als men paft, of
als men de sigaar tijdens haar consumptie voort
durend uit den mond laat hangen of half op-
kauwt. Een sigaar behoeft aan het mondstuk
van tijd tot tijd een afkoeling en deelt deze be
hoefte met de pijp
Ziedaar enkele bespiegelingen over het
rooken van de sigaar. Och, deze overwegin
gen zullen geen problemen oplossen en het
aanschijn van het leven niet veranderen,
maar zij kunnen u de kleine verstrooiingen
tot een grooten troost maken en uw zinnen
het verzet geven dat sy noodig hebben.
„Wanneer men zijn werk overziet, dan is het
de lustige kalmte, welke in alles het eerst op
valt" zoo oordeelt Pierre van Valkenhoff in
een studie, die hij laat voorafgaan aan een over
zicht der boekuitgaven en tijdschriftbijdragen
van wijlen Mr. Frans Erens, welke hij samen
stelde voor het zoo juist verschenen vijf-en-ze-
ventigste deel van de „Publications de la So-
ciété historique et Archéologique dans le Lim-
bourg et a Maestricht".
Hierin noemt hij den bekenden katholieken
schrijver uit de Tachtiger School „meer érudit
dan beeldstormer", maar ziet overigens geen re
den om Frans Erens van de Nieuwe Gidsers te
onderscheiden. Zijn kunst behoort geheel zoo
oordeelt hij tot die van de groep, welke in de
laatste decennia der vorige eeuw in Nederland
naar voren kwamen.
Het wil ons nochtans voorkomen, dat de
aesthetische beginselen en de critische normen
van Mr. Frans Erens niet geheel met die der-
tachtigers samenvielen. Juist zijn merkwaardige
aansluiting bij de opvattingen van Leo Tolstoï
over het onderscheid tusschèn schoonheid en
kunst, zondert hem wel eenigszins af van de
andere Nieuwe Gidsers. Mad de Erens deze mee
ningen in een uitvoerig geschrift van wijsgee-
rigen aard verantwoord, hij zou waarschijnlijk
een debat hebben ontketend, waarin Kloos, Ver-
wey, Van Deyssel, Gorter noch Van Eeden zijne
zijde hadden gekozen. Maar hij onthield zich van
groote principieele strijdvragen, omdat hij wel
begreep, dat hij daar de man niet voor was. Hij
vond ze trouwens ook meestal van een valsche
gewichtigheid. Ze interesseerden hem veel min
der dan de litteraire meesterwerken, waarover
hij als een bevoegd en smaakrijk boekenkeurder
geregeld zijn oordeel uitsprak. Opzettelijk hield
hij zich eenigermate op den achtergrond, aller
eerst uit aangeboren bescheidenheid, vervolgens
uit helder begrip van de betrekkelijkheid der let
terkundige activiteit. Hij gaf er niets om, te
worden gehouden voor een „leider", maar maak
te liever iets moois, of sprak een oordeel uit,
dat betrouwbaar zou blijven, wanneer vele strijd
vragen geen aandacht meer hebben zouden. De
ze voorname terughouding geeft aan een goed
deel vair zijn waarde de blijvende waarde, die
meer en meer gewaardeerd wordt. „Huldigde hij
niet alle theorieën der tachtigers, over het al
gemeen bleef hij toch hun streven steeds trouw,
al nam hij vanaf den beginne tot het einde een
eigen houding in", schrijft Van Valkenhoff.
Op die „eigen houding" van Frans Erens komt
het duidelijk aan, wanneer men de beteekenis
van dezen auteur wil karakteriseeren. Ze is be
paald door zijn katholieke geloofs-overtuiging,
doch in nauw verband hiermede ook door zijn
Limburgsche afkomst. Hij hechtte als beoor-
deelaar van letterkundige figuren steeds groote
beteekenis aan afkomst en omgeving, ja schreef
zelfs eenmaal, en liet het cursief drukken: „Het
milieu is ten slotte alles". Hij had deze meening
van Taine en de naturalistische critici weliswaar
overgenomen, doch paste haar met de uiterste
voorzichtigheid toe.
Dat hij echter als Limburger anders schreef
en ook vaak anders oordeelde dan de Holland
sche bentgenooten van de tachtiger school, wist
hij zelf heel goed en verscheidene malen heeft
hij de gevolgen zijner Limburgsche afkomst
voor zijn prozastijl en zijn litteraire oordeelen
dan ook in zijn geschriften ter sprake gebracht.
Zijn kunst geheel te rekenen tot het impressio
nisme, gelijk Van Valkenhoff doet, en overeen
komstig, hiermede te ontkennen, dat er in zijn
werk een zekere groei of ontwikkeling waar te
nemen is, lijkt ons een beetje eenzijdig. Natuur
lijk is het heel aardig, met Lodewijk van Deyssel
in Frans Erens „een man zonder leeftijd" te zien,
doch die formule behoeft niet in te houden, dat
zijn meeningen levenslang onveranderd bleven
en dit is ook in werkelijkheid niet het geval ge
weest.
In de uitvoerige bibliographie ontbreken
helaas de bijdragen aan weekbladen en dagbla
den (op ongeregelde tijden heeft Erens medege
werkt aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant,
De Maasbode en De Tijd) alsmede boekbeoor-
deelingen, voorzoover ze door Frans Erens zelf
niet werden gebundeld.
Vooral dit laatste betreuren wij, want het
komt ons voor, dat Erens bij het bundelen, al
ging hij dan niet geheel willekeurig te werk,
toch nooit een vast schema voor oogen heeft
gehad, zoodat de inhoud zijner boeken zeker
door hem gewijzigd zou zijn, hadde hij de ge
legenheid gekregen, al hetgeen hij schreef onder
te brengen in een vijf- of zestal deelen „Vol
ledige Werken".
Het is altijd nog te hopen, dat er voor zulk
een editie eens plaats komt, maar in afwach
ting zou alvast het belangrijkste ongebundelde
werk bijeengebracht kunnen worden. Na 1928
heeft de schrijver geen kritieken meer gebun
deld, terwijl hij er nog verscheidene schreef, die
zeker niet tot zijn minst beduidende behooren.
Van principieele beteekenis is het opstel „Een
Limburger over Nederlandsche Litteratuur",
dat in 1930 in „De Gemeenschap" verscheen
en waarin de hierboven behandelde kwestie be
sproken wordt. Ook „De Confessiones als Litte
raire Daad" is een opstel van beteekenis. Ver
der zijn er uit den laatsten tijd o.m. artikels over
„Het Dagboek van Benjamin Constant" (De
Gids 1929) en in De Nieuwe Gids over „De Le
gende van Sint Christina de wonderbare" (1923),
over „De Verloofden" van Mansoni (1927), over
Tharaud betreffende Barrès (1928), over de
Mirillo van Mistral (1931), die zeker naast de
gebundelde kritieken een plaats verdienen.
Afgezien van dit critische werk, is er echter
een groote verzameling proza-stukken, meestal
van korteren adem, die gewoonlijk onder den
titel „Invallen" verschenen In het maandblad
„De Nieuwe Gids" tusschèn 1932 en het sterf
jaar van den schrijver, 1935. Een drietal van
zulke schetsen verscheen ook in ,J3e Gemeen
schap". Tezamen vormen deze stukken een
deels verhalend, deels mijmerend, deels critiseh
dagboek uit Erens' ouderdom en ze zijn zeker
even genietelijk als het schetsboek zijner jeugd
„Dansen en Rhythmen", waarmede hij veel
succes heeft gehad.
Een daad van zeer gewenschte piëteit zou het
zijn, het proza van Frans Erens, dat nog niet
gebundeld werd, bijeen te brengen en dan liefst
zóó, dat het critische proza apart bleef, terwijl
het verhalende en beschrijvende in één bundel
vereenigd werd met de stukken uit „Dansen en
Rhythmen", waaraan opnieuw toegevoegd „Ber-
the" en ook het romanfragment „De Conferen
tie", zoodat naast den bundel „Vertelling en
Mijmering" een even omvangrijke bundel van
gelijksoortigen inhoud ontstond.
Ideaal is deze regeling echter nog niet. Wil
de men aan de nagedachtenis van Frans Erens
volle recht doen, dan zou men een geheel nieuwe
editie moeten opzetten van al zijn werk. waar
in onderscheiden werd het verhalend en be
schrijvend proza van strikt objectieven aard, te
zamen twee deelen, het proza, dat het karakter
heeft van mémoires en dagboek-aanteekenin-
gen en dat aansluit bij „Vervlogen Jaren". Ook
dit zou een boekdeel vullen. Tenslotte zou
een vier- of vijftal kritiekbundels verzameld
moeten worden en gerangschikt in een logi
sche volgorde, overeenkomstig de behandelde
stof, doch met duidelijke chronologische aan
wijzingen. Dan bleef er nog de stof over voor
een speciaal boekdeel, dat de opstellen van
Frans Erens over de Katholieke Kerk, de heili-
genvereering en verscheidene heiligen of gees
telijke auteurs zou bevatten. Met „Vervlogen
Jaren" mee zou deze volledige editie negen of
tien boekdeelen van ieder zoowat driehonderd
bladzijden beslaan. Ze zou critisch verzorgd
moeten zijn.
(Gedeeltelijk gecorrigeerd)
MADRID, 20 Mei DNB De Spaansche
minister van Buitenlandsche Zaken, Suner,
heeft den Aartsbisschop van Parijs, Kardinaal
Suhard en de Bisschoppen van Bayonne en
Perpignah, alsmede admiraal Joubert, ontvan
gen. Zij zijn aan het hoofd van een Fransche
groep pelgrims naar Spanje gekomen. Ook de
minister van Buitenlandsche Zaken, Beigbeder,
heeft Kardinaal Suhard, die Maandag a.s.
naar Parijs terugkeert, ontvangen.
WASHINGTON, 20 Mei. (D.N.B.) In het de
partement van Financiën der Ver. Staten is
vandaag over Roosevelts luchtbewapeningspro-
gram de eerste conferentie gehouden, waaraan
werd deelgenomen door omstreeks honderd
prominente vertegenwoordigers der vliegtuig
industrie en talrijke militaire en financieele des
kundigen.
Voor de militaire commissie van het Huis van
Afgevaardigden heeft de chef van den generalen
staf, Marshall, de eischen van het leger betref
fende vermeerdering van het op het oogenblik
tot 6.000 machines beperkte aantal vliegtuigen
gemotiveerd. Roosevelt heeft weliswaar, zoo
zette hij uiteen, gesproken van in totaal 50.000
vliegtuigen per jaar, het leger echter overweegt
een luchtwapen van 10.000 machines. Reeds .op
den eersten dag van het offensief in het Westen
heeft een regeering zes maal zoo veel vliegtuigen
verloren als het Congres in het op het oogen
blik door den Senaat behandelde wetsontwerp
oorspronkelijk inwilligde als vervangingsvlieg
tuigen voor het Amerikaansche luchtwapen.
Marshalls uitlating had naar het schijnt betrek
king op de Fransche vliegtuigverliezen, want hij
verklaarde: Deze machines zijn niet eens in de
gevechten in de lucht, maar op den grond ver
loren gegaan.
In aansluiting hierop zeide de chef van het
luchtwapen, generaal-majoor Arnold, dat plan
nen zijn gemaakt voor vier nieuwe opleidings
centra voor piloten, welke na elkander in Sep
temberNovember 1940 en FebruariApril 1941
geopend zullen worden en jaarlijks 1200 piloten
zullen opleiden. Van Juni 1941 af kan het leger
jaarlijks 6.000 piloten opleiden.
MOSKOU, 20 Mei (D.N.B.). In de Zondag
door Churchill uitgesproken redevoering ziet
men in politieke kringen te Moskou de beken
tenis der ineenstorting van de tot dusverre be
staande Britsche oorlogsplannen en een symp
toom voor het ernstige gevaar, dat zich samen
pakt voor de poorten van Engeland door do
laatste Duitsche wapensuccessen. Men teekent
tegelijkertijd het veelzeggende dreigement van
Churchill, dat Engeland op de het toegebrachte
slagen zoo wil reageeren „als de omschreven
wetten van den oorlog veroorloven", met te
grooter aandacht aan, daar de aanvallen der
Britsche vliegtuigen op niet-militaire objecten
in Duitschland reeds in de laatste dagen ra
de Sovjetpers naar voren gebracht sajn.