Het werk van Mr. Frans Erens De kleine dingen des levens Laatste Nieuws Paedagogie op zijn smalst Duitsche troepen over de Dender Rooken en zenuwen Een bibliographie Somme-slagveld reeds be reikt, 143 vijandelijke vliegtuigen vernietigd POSTVERKEER WEER HERSTELD DINSDAG 21 MEI 1940 „Arie komt om te leeren en niet om in de gang te staan" Een luchtig" drama te Zandvoort Krachtsport Haarlemsche Race-club „Excelsior" Gevonden voorwerpen en dieren IJMUIDEN Afhalen distributieboekjes Uit het politierapport 40 jaar bij de N. S. ZANDVOORT UVI DE HOOFDSTAD FABRIEKSPERSONEEL DOOR DIRECTIE GEHULDIGD RIJWIELDIEVEN OP HEETER- DAAD BETRAPT Van de trap gevallen Ongeval tijdens het spel Veel minder rijwieldiefstallen Nederlandsche Bank Dividend van f SS.per aandeel van f 1000. Het bezoek aan Spanje van Kard. Suhard Amerika's bewapening in de lucht Russisch commentaar op Churchill's rede STAD Toen op 11 April een hoofdonderwijzer Tan een der openbare schoten te Zandvoort druk bezig was zijn leerlingen iets beters wijs te maken dan dat twee maal twee vier is, deed een zekere Arie iéts, wat nu wel verre van netjes was. De hoofdonderwijzer vond niet, dat dit door den beugel kon. Arie zelf dacht er schijnbaar precies het zelfde van. want een dikke schaamteblos gloeide op zijn wangen. ,.Ga jij maar eens even op de gang staan, Arie". zei de hoofdonderwijzer. Arie slofte de klas uit en zocht zijn heil in de koele gang. Ondertusschen was de consternatie, die on der de omzittende leerlingenwas uitgebroken, iets bedaard. Toen de onderwijzer zijn jongens had Dietsch gemaakt, wat nu eigenlijk een breuk voor een ding was, werd Arie de klas weer binnen ge roepen. Nauwelijks had hij echter zijn leerstoel be klommen of hij greeg het weer te kwaad. Groote verontwaardiging brak los. De leer lingen stonden en bloc op en protesteerden tegen dergelijke rustverstoringen. Voor de tweede maal werd Arie uit de klas verwijderd en weer mocht hij zijn dagelijksche zonde in de gang gaan betreuren. Maar daar voelde hij bitter weinig voor en het leek hem maar het wijste om de beenen te nemen. Toen de hoofdonderwijzer na tien minuten het voor den derden keer nog eens wilde pro- beeren om Arie op hoop van zegen binnen te halen, was de vogel gevlogen. Een leerling werd naar den vader van Arie gestuurd en even later keerde Arie met een briefje van papa naar school terug. De hoofdonderwijzer las: „Arie komt om te leeren en niet om in de gang te staan. Als hij in de gang moet staan, mag hij naar huis komen" De hoofdonderwijzer koos den wijsten weg en nam Arie weer in de schoolclub op zon der dat er zich verdere incidenten voor deden. Maar het eind van het drama was nog niet in het zicht. Tégen koffietijd stevende de vader van Arie naaf de klas en kwam zijn zoontje opeischen. In zoon school hóórde een keurig véntjè als Arie n*.t thuis, vond hij. - - Er ontstond een twistgesprek tusschèn den vader én den hoofdonderwijzer. Vader: „Arie, je gaat met je vader mee!" Arie deed een poging om uit zijn bank te komen, maar de dreigende blikken van den onderwijzer weerhielden hem en scherp klonk het: „Je blijft hier Arie, begrepen?!" Het rumoer in de klas nam toe en eindelijk had de vader kans gezien zijn zoontje uit de bank te halen en deed een poging om den on derwijzer, die in de deur had post gevat, te passeeren. De ontvluchtingspoging lukte niet bijzonder goed en daarom greep de vader de stropdas van den onderwijzer en gaf hem een klinkenden klap tegen den linkerwang. Dit is in verkorten vorm de draad van het „luchtige" drama, dat gisterenmorgen voor den Haarlemschen Politierechter in scène werd ge zet. Verdachte beweerde voor het hekje, dat hij den onderwijzer niet eens had geslagen, hij'had hem alleen maar vastgepakt. Een dertienjarige scholier, die de conster natie in de klas had meegemaakt, verklaarde voor den rechter, dat verdachte wel degelijk den onderwijzer geslagen had. Verdachte: „Op andere scholen gaat alles gesmeerd. Daar hoor je nooit de minste klacht. Maar op de school van Arie is er altijd wat!" De officier constateerde, dat verdachte reeds vijfmaal veroordeeld is en achteraf bekeken een slecht opvoeder van de jeugd is. Het is het hoofd van de school, die de lakens behoort uit te deelen en niet de vader. Als er zich nog eens zooiets dergelijks afspeelt in de scholen van Zandvoort, zullen er nog zwaardere eischen gesteld worden. Voor dezen verdachte eischte de officier een maand hechtenis. Na dezen eisch koos verdachte plotseling een anderen koers en vroeg smeekend of hij niet met een geldboete kon volstaan. De Haarlemsche Politierechter veroordeelde verdachte voor dezen eenen klap tot een week gevangenisstraf. Wellicht zullen dergelijke schcolrelletjes, waar dit keer een luchtje aan zat, voortaan wel achterwege blijven. Het bestuur der H. K. V. Achilles deelt mede, dat Dinsdag 21 Mei a.s. wederom de genomen oefenavonden beginnen om 8 uur: alle leden worden verzocht op te komen. Tevens wordt medegedeeld, dat de leden, die in militairen dienst zijn het allen goed maken. Bovengenoemde vereeniging hield wederom een trainingsrit voor haar leden. De A B en C K bereden een'wedstrijd over 35 K.M. en de junioren 25 K.M. Na een zeer spannende eindsprint werd de uitslag als volgt: 1. J. Westbroek op banddikte; 2. E. Zekveld; 3. H. Taverne; 4. B. Fennis; 5. K. Verbeek; 6. B. Kleinhout; 7 Joubij, die met pech te kampen had. Junioren 25 K.M.: 1. H. Jas, 2. C. Tholen, 3. Schippers, 4. Ketting. Inlichtingen aan het bureau van politie, Smedestraat, uitsluitend tusschèn 11 en 13 uur. Bril, de Vos, Ted. v. Berkhoutstraat 21. Bankbiljet, Pieterse, Oost-Indiëstraat 120. Doosje met filmstrookjes, Verberne, Engel- Straat 14. Doos met dameskleeding. Wijfjes, Papentoren- vest 24. Geld. Gottgens, dr. Bakkerlaan 5T. Dameshandschoenen Bijster, Nagtzaamstr. 2rd Koffer m. inh., Winkelman, Schagcheistr. 38rd. EllWS Nummerbewijs, bur. v. politie, Smedestr. Portemonnaie met inhoud, Klooster, Bent- veldschewee 126 Aerdenhout. Pakje met boeken, bur. v. politie, Smedestr. Rozenkrans, v. d. Kiugt, v. Berensteynstr. 16. Rijwielplaatje, v. Brugge, Edisonstraat 32. Rijwielplaatje, Drunr.e, Vrouwehekstr. 23. Rijwielplaatje, bur. van politie, Smedestraat. Heerenrijwiel, Kroomberg, Ged. Raamgiacht 29 Bril, Bureau van Politie, Smedestraat; boe ken, Meulenbroek, Deyserinckstraat 1; bril. v. d. Waal. Roosveldstraat 62; bankbiljet, Bo'denstaff, Barbarossastraat 1; broche, Soesan, KI. Hout straat 65 rd.; fototoestel, Gosti, Duvenvoorde- straat 11; hamer, Bureau van Politie, Smede straat; dameshoed, Snijders, Schouwtjeslaan 53; kinderjasje, Grijmans, Zaanenstraat 9; jon gensjasje, Rooda. Duvenvoordestraat 68; iden titeitskaart, Bureau van Politie, Smedestraat; R.K. kruisje, v. Eeuwijk, Tugelastraat 13; sol- datenmuts, Bleising, Marko Polostraat 88 hs., Amsterdam; portemonnaie m.i.. Galama, Rijks straatweg 475; Duitsch paspoort, Bureau van Politie, Smedestraat; portemonnaie, Smolders, Oranjeboomstraat 103; ring, Heemskerk. Scho terstraat 7; regenpijpen, Haak, Teslastraat 9; kinderschoentjes, de Best, Zuid Polderstraat 67; shawl, Staubesand, Leidscheplein 35; taschje m.i., Draaisma. Kennemerstraat 1: reparatie- taschje, Grocneveld. Perseusstraat 12; rijwiel- taschje m.i., Neven. Bisschop Ottostraat 14; ka narie, v. Unen, Dr. Schaepmanstraat 118 rd; zeil, staak en kalkzakken, Beets, Plataanstraat 65. Men verzoekt ons mede te deelen, dat de be woners van IJmuiden-W hun distributie-bon boekjes moeten afhalen tusschèn 21 en 23 Mei a.s. in het gebouw van het Leger des Heils, in gang Edisonstraat. Op het kruispunt Verloren van Themaat- laan—Van Tuyllweg kwam een luxe-auto, be stuurd door den 31-jarigen Z„ wonende te Hil- lergersberg, in botsing met een motorrijwiel. De aanrijding ontstond, doordat een jongen zich met een rijwiel onvoorzichtig op den rijweg begaf en weifelde bij het oversteken. De mo torrijder bekwam eenige schaafwonden en een gekneusde knie. Het motorrijwiel werd licht beschadigd. Onze plaatsgenoot, de heer H. Belgraver, commies bij de Nederlandsche Spoorwegen, hoopt a.s. Donderdag 23 Mei den dag te herdenken, dat hij 40 jaar in dienst is bij de N. S. Ruim 30 jaar heeft hij nu reeds in IJmuiden doorgebracht en zijn vele vrienden en bekenden zullen dien dag zeker niet voor hem ongemerkt voorbij laten gaan. Inzameling voor Rotterdam. Zondag is in Zandvoort een inzameling gehouden van bed den, dekens, kleeding en schoeisel voor de zwaar getroffen gemeente Rotterdam. De inzameling, welke een buitengewoon groot succes is geworden, geschiedde door de trans port-colonne van de afdeeling Zandvoort van het Roode Kruis. De goederen zijn per eerste gelegenheid naar Rotterdam vervoerd. (Berichten reeds geplaatst m een deel van onze vorige oplaag) Toen in de afgeloopen week de toestand voor Weesp het meest dreigend scheen, hebben ge ëmployeerden van de Van Houten's fabrieken, zoowel wat het fabrieks- als het kantoorperso neel betreft, zich bijzonder verdienstelijk ge maakt, door het kantoorgebouw aldus in te rich ten, dat men daar dag en nacht verblijf zou kun nen houden en dus bij de fabriek zou kunnen blijven, als het ergste gebeuren mocht. De directie der Van Houten's fabrieken heeft deze zoo spontaan tot uiting gekomen gemeenschaps zin zeer op prijs gesteld en een 60-tal dergenen, die zich bijzonder hadden ingespannen, is aan het einde der vorige week in de groote hal van het kantoorgebouw op waardeerende wijze toe gesproken. Hierbij was het brandweercorps in uniform aanwezig. De directie deelde mede, dat men geen ver schil had willen maken ten aanzien van de wijze, waarop ieder gehuldigd zou worden. Daar om stelde de directie een bedrag van f 1000 voor de geheele groep employe's beschikbaar, en gaf daarbij in overweging, deze gelden beschik baar te houden voor den wederopbouw der ge teisterde gebieden in ons land. Een luid gejuich ging uit de groep der gehuldigden op, toen dit voorstel werd gedaan, zoodat het fabrieks- en kantoorpersoneel der firma van Houten en Zn. thans f 1000 beschikbaar heeft gesteld voor het bovengenoemde doel. Reeds is een comité ge vormd uit het personeel, om t.z.t. te beslissen, welke bestemming nader aan de gelden gege ven zal worden. Op de Rozengracht is een man gearresteerd die een daar geparkeerde fiets stal. In de Utrechtschedwarsstraat heeft de po litie twee mannen aangehouden waarvan er een 'n fiets op zijn schouders droeg. Van deze fiets was het slot nog gesloten, doch blijkbaar had de man getracht het te verbreken. Het onder zoek wees uit, dat de fiets gestolen was. De rij- wieldieven zijn opgesloten en zullen ter be schikking van de Justitie worden gesteld. Maandagmiddag is in de woning Wagenaar- straat 58 een oude dame van een steile trap gevallen. Zij bekwam een zware hersenschudding en is per ambulance-auto door den G.G.D. naar het Burgerziekenhuis vervoerd. Op de Joz. Israëlskade waren Maandagmiddag eenige jongens aan het stoeien. Een van hen, de 14-jarige van H„ kwam hierbij zoo ernstig te vallen, dat de G.G.D. hem met een hersen schudding naar huis moest vervoeren. Een opmerkelijk verschijnsel is het, dat de rijwielen de laatste dagen minder in de belang stelling van de dieven staan. Waren er etmalen dat er per dag tusschèn de 40 en 60 rijwielen over de geheele stad werden gestolen. Maandag avond om 8 uur waren over de geheele stad aan de verschillende politiebureaux nog maar tien aangiften van gestolen rijwielen binnengekomen. HOOFDKWARTIER VAN DEN FUHRER, 20 Mei (D. N. E.). Het Opperbevel van het Duitsche leger deelt mede: In Belgïc wordt de achtervolging voort gezet, strijdend tegen de achterhoede van het vijandelijke leger. De Dender is over- schreden en in de achtervolging is de bo venloop van de Schelde bereikt. De Brit- - sche troepen trekken in geforceerde mar- schen naar de havens aan het Kanaal, ter wijl bij Maubeugc en ten Zuiden van Va lenciennes een aanval van een naar het Zuiden trekkend Fransch-Bclgisch leger werd afgeslagen. De vijand leed hierbij zwa re verliezen, in het bijzonder heeft hij tal rijke pantserwagens verloren. Na deze mislukte poging om door te breken trekt de vijand ontmoedigd naar het Westen terug. Ten Zuid-Westen hiervan hebben onze pantscr-afdcclingen en gemotoriseerde troepen het veld van den Somme-slag van 1916 bereikt aan den weg van Kamcrijk naar Pcronnc. Duikbommenwerpers en andere bommenwer pers hebben een van Laón naar het Noorden rukkende vijandelijke pantscrkolonnc verslagen en teruggedrongen. De geheele binnenste fortengordel van Luik, alsmede de forten van Namen op een na zijn in onze handen. Bij de gevechten der pantsereenheden in Bel gië heeft zich de eerste luitenant baron Nolde onderscheiden door buitengewone koelbloedig heid. Op 19 Mei heeft de Duitsche luchtmacht haar aanvallen op de achterwaartsche verbin dingen en terugtochtswegen van den vijand in Noord-Frankrijk en België voortgezet. Tijdens gewapende verkenningstochten voor de Fransch-Belgische kust werden twee vijandelij ke torpedojagers vernield. Een torpedojager en de Fransche torpedoboot „Incomprise". alsme de drie koopvaardijschepen met in totaal 15.000 ton werden ernstig beschadigd. De totale verliezen van den vijand be droegen gisteren 143 vliegtuigen, waarvan 95 in luchtgevechten en 15 door luchtdoel artillerie omlaag werden geschoten. De rest is op den grond vernield. 31 Duitsche vlieg tuigen worden vermist. In den nacht van 19 op 20 Mei hebben Brit- sche vliegtuigen hun zinlooze bomaanvallen boven West-Duitschland voortgezet. Een aan tal burgers werd gedood en gewond. Het eenige militaire doel, dat werd getroffen, was 'n kamp voor krijgsgevangenen. Een aantal krijgsgevan genen werd gedood. derlandsche. Bank aan de eerstvolgende verga dering van aandeelhouders worden voorgesteld over het boekjaar 1939/1940 een dividend van f 55— per aandeel van f 1000.— uit te keeren. De postverbindingen zjjn, met uitzondering van Zeeland, in geheel Nederland hersteld. Dit wil echter niet zeggen, dat het verkeer neder geheel normaal is. De vervoermid delen, in het bijzonder voor zoover van bus sen gebruik moet worden gemaakt, zijn nog aan beperking gebonden, terwijl vaak nog groote omwegen moeten worden gemaakt om bepaalde gebieden te bereiken. Daarom moet nog met een zekere vertra ging in de overkomst rekening worden ge houden. Mr. Frans Erens Naar wij van bevoegde zijde vernemen zal door de directie en commissarissen van de Ne- In de moeilijke dagen waarin wfj leven en groote zorgen ons dagelijks in beslag nemen is het zaak zijn zenuwen in bedwang te hou den. Wij zijn zulks verplicht ten overstaan van ons gezin, van ons werk, van het vader land. En er zijn gelukkig vele middelen om dit te bereiken. Onder deze middelen zijn er vele, die tot de kleine dingen des levens be- hooren, maar die een groote rol kunnen spe len, indien zij goed worden gebruikt. Daar is b.v. ons rookertje. De Nederlander is altijd een goed toebacksuijger geweest en de ver standige Nederlander, die naar. zijn aard een en ander van rooken weet, weet zijn sigaar en siga ret op de juiste oogenblikken aan te wenden. Men kan natuurlijk overdrijven; heel veel roo ken maakt zenuwachtig, matig rooken kalmeert. Het is bekend, dat gewonden, vermoeiden en allen die eenigen tijd onder abnormale omstan digheden hebben geleefd, vóór alles om een sigaar of sigaret vragen. Soldaten in den oorlog hebben op tijd hun rookgenot; zij beschouwen het als een onmisbaarheid, als een noodzakelijk heid maar ook als een welkome gave. En daar om: indien uw middelen het toelaten, veroorloof u het rookertje, dat uw zenuwen ontspannen kan. En neem deze zaken een beetje ernstig; zij houden uw aandacht bezig, zij leiden uw ge dachten af, zij stemmen u rustig en maken u paraat voor uw werk, dat doorgang moet vinden tot heil van land en volk. Ziet, welk een rijke keus; de sigaar, de sigaret, de pijp. En om vandaag dan over de sigaar te spreken. Voor den sigarenrooker is zij een milde vreugde. Zij verzoent hem met de vele kleine akelige dingen des levens, die het rookertje-op- z'n-tijd met succes bestrijdt en het interpre teert vaak de weldadige gevoelens van den siga- renliefhebber, die eenigszins werk maakt van zijn keuze, die opfleurt als hij den naam „La Corona" hoort of de beroemde ovale bus in de verte ziet. „La Carona", een van de merken, die men onder den verzamelnaam „Het Goud der Tropen" samenvat, de dikke, rondgerolde sigaar, het zusje van „Romeo y Julieta", de kostelijke staaf voor buitengewone gelegenheden en van de Romón Allones en de Por Larranaga, namen die klinken als Mexicaansche krachttermen. He laas: duur, peperduur! Bijna te duur om ze goed en nauwkeurig te leeren kennen. Het zijn de „echte", maar waarom moeten die echte zoo „onbetaalbaar" zijn? Laten wij ons troosten: er zijn nog andere merken, voor den waren lief hebber. Zie den schoonen, zwarten Dannemann, den machtigen Brasiel. Ge durft hem nauwelijks één maal per dag aan, na uw diner en dan nog.... Maar laten we afzakken naar lagere prijzen. We behoeven gelukkig geen rijkaards te zijn om een pittige, uitstekende sigaar te kun nen savoureeren, een sigaar van voornamen komaf, een echten import: de Manilla. Niet iedereen houdt van haar. Zij is nogal machtig, die donker-bruine, trompvormige stronk, zonder punt. Ge koopt haar reeds voor twaalf, tien en acht cent in gelijke kwaliteit, alleen in verschillende grootte. Op de Philippij- nen rooken ze haar met het dikke einde in den mond. Wij niet. Wij steken den brand in den breeden kop en trekken langzaam aan, maar zóó dat het geheele breede vlak goed brandt, om het scheefrooken te voorkomen. Want een scheefbrandende Alhambra is even ongeniet baar als een deskundig-behandelde heerlijk is met zijn prikkelende aroma en zijn zachten, drogen smaak. Wee echter den overmoedige, die dezen boom waarmee hij anderhalf uur zoet is in den vroegen ochtend aanpakt. Maar wie doet zoo iets, behalve dan de dikhuid, die rookt om te rooken, zooals de Amerikaan gom kauwt om te kauwen! Want laten we dit even vast stellen goed rooken is een kunst en alleen het goed rooken is een beschouwing waard. Een goed rooker gaat dan ook met ver stand te werk. Hij begint zijn dag niet met een sigaar, lukraak uit zijn voorraad gegre pen, zelfs niet al zijn er echte Havana's on der. Hij kiest met zorg de sigaar die hem na zijn ontbijt het best zal smaken. En dat zal in verreweg de meeste gevallen nu eens niet de beroemde Spaanschklinkende geur-staaf zijn maar de Hollandsche blazer. Dit woord „blazer" moet u vooral niet te laag schatten. De Hollandsche sigaar is nu eenmaal in ver gelijking met de tropische merken zeer licht en gemakkelijk verteerbaar, brandt snel en geeft een licht, maar geurig aroma. Zij geeft u niet het volle zware genot van een donkere Braziel, maar is juist daarom ten zeerste ge schikt om de dag-agenda te openen. Zij is als het ware een inleiding tot hooger genot en als zoodanig een onmisbare schakel in de tabaksgeneugten van den dag. Daarom is de Hollandsche blazer de lekkerste sigaar in de morgenuren. Stel u niet voor, dat onze nationale sigaar duur moet zijn om lekker te zijn. Voor acht cent kan een kenner een heerlijke, voor zes, vijf en vier cent een zeer rookbare sigaar koopen, vooral als hij prijs stelt op een pittig rookertje, want in de pittige tabak zal-men gemakkelijker een geurige sigaar aantreffen dan in de lichte soorten. De gebruikelijke seriemerken, zooals vrij wel alle Hollandsche fabrieken die maken, verschillen onderling uiterst weinig in smaak en samenstelling, hetgeen beteekent, dat het zoeken naar een favoriet merk in den chaos van merken een onbegonnen werk is. De brand doet het hem niet, de banderolle nog minder. O! die banderolle, die zelfs de mooi ste siga.ar ontsiert, die alle sigaren duurder maakt en die summum van smakeloosheid door honderden mèt de sigaar wordt op- gerookt, als waren tabak en papier familie van elkaar. De serieuze rooker, die iets anders zoekt dan een staaf tabak om zoo maar tusschèn z'n tande nte dragen, durft nauwelijks in die hon derden seriemerken te kiezen naar een blazer- tje, dat hij trouw zal blijven en als zijn stan daardsigaar zal beschouwen. Maar als de sleu tel tot de dagtaak is de lichte Hollandsche rookstaaf onvolprezen. Hij kan dan ook een vergelijking met de buitenlandsche blazers triomfantelijk doorstaan, want behalve op zijn veel betere kwaliteit kan hij zich ook beroe pen op een veel lageren prijs. De Balkanstaten schijnen op het stuk van sigaren een heel droevig figuur te maken. De gebruikelijke sigaar een geschikte „buiten- rooker" is de z.g. Trafik-sigaar, aldus ge noemd naar de vele Trafiks (sigarenwinkeltjes) die men in deze landen aantreft. Nog een enkel woord over de „natte" en de „droge" sigaar, d.w.z. de sigaar, die men nat of droog dient te rooken. Dat de Hollandsche si gaar tot de droge categorie behoort, behoeft geen nader betoog. De droogtrommels en de droogflesschen zijn legio en wie in 't hartje van den zomer een sigarenwinkel betreedt, loopt groote kans door een flauwte te worden aange grepen wegensde kachel. De Nederlander gelooft dus vooral in de droge sigaar. Deze droogte kan echter ook overdreven worden. De paardenmiddelen zijn ook hier niet de juiste. Een sigaar kan heusch te droog zijn, zoodat het dekblad springt, waardoor het rooken niet lan ger meer een genot genoemd kan worden. Daar om is het aan te bevelen de Hollandsche sigaar te bewaren in een normale kamertemperatuur, maar niet vlak bij de kachel. Ook de Manilla, die eveneens tot de „drogen" behoort, is aan deze behandelingsmethode onderworpen. Maar de „natten" zijn de Havanna en de Bahia, Sommige fijnproevers drijven deze nat tigheid zoo ver, dat de sigaar nauwelijks aan de schimmel ontsnapt. Dit verhoogt het ge vaar van scheefbranden, een euvel dat men vaak tracht te bestrijden door hard te trekken. En dit is juist, de verkeerde manier, dit maakt den bijtenden smaak ondraaglijk. De deskundi gen adviseeren dan ook om een scheefbranden de sigaar langzaam in de vingers rond te laten rollen en bij het trekken de ingebrande zijde omhoog te houden. Houdt men zich aan deze regelen, dan kan men verzekerd zijn van ander half uur zuiver rookgenot. Laten we hier nog aan toevoegen, dat ook de goedkoopste sigaar slechts winnen kan bij een deskundige behandeling. Een sigaartje van vijf en vier en drie cent kan, mits goed behandeld, wedijveren met een sigaar van tien of acht cent, die nonchalant wordt bejegend. De sigaar, die niet te nat en niet te droog is en die met ver stand wordt genoten, biedt de meeste kans op groot genoot. Let op de voorwaarde: met ver stand rooken! Men rookt niet als men paft, of als men de sigaar tijdens haar consumptie voort durend uit den mond laat hangen of half op- kauwt. Een sigaar behoeft aan het mondstuk van tijd tot tijd een afkoeling en deelt deze be hoefte met de pijp Ziedaar enkele bespiegelingen over het rooken van de sigaar. Och, deze overwegin gen zullen geen problemen oplossen en het aanschijn van het leven niet veranderen, maar zij kunnen u de kleine verstrooiingen tot een grooten troost maken en uw zinnen het verzet geven dat sy noodig hebben. „Wanneer men zijn werk overziet, dan is het de lustige kalmte, welke in alles het eerst op valt" zoo oordeelt Pierre van Valkenhoff in een studie, die hij laat voorafgaan aan een over zicht der boekuitgaven en tijdschriftbijdragen van wijlen Mr. Frans Erens, welke hij samen stelde voor het zoo juist verschenen vijf-en-ze- ventigste deel van de „Publications de la So- ciété historique et Archéologique dans le Lim- bourg et a Maestricht". Hierin noemt hij den bekenden katholieken schrijver uit de Tachtiger School „meer érudit dan beeldstormer", maar ziet overigens geen re den om Frans Erens van de Nieuwe Gidsers te onderscheiden. Zijn kunst behoort geheel zoo oordeelt hij tot die van de groep, welke in de laatste decennia der vorige eeuw in Nederland naar voren kwamen. Het wil ons nochtans voorkomen, dat de aesthetische beginselen en de critische normen van Mr. Frans Erens niet geheel met die der- tachtigers samenvielen. Juist zijn merkwaardige aansluiting bij de opvattingen van Leo Tolstoï over het onderscheid tusschèn schoonheid en kunst, zondert hem wel eenigszins af van de andere Nieuwe Gidsers. Mad de Erens deze mee ningen in een uitvoerig geschrift van wijsgee- rigen aard verantwoord, hij zou waarschijnlijk een debat hebben ontketend, waarin Kloos, Ver- wey, Van Deyssel, Gorter noch Van Eeden zijne zijde hadden gekozen. Maar hij onthield zich van groote principieele strijdvragen, omdat hij wel begreep, dat hij daar de man niet voor was. Hij vond ze trouwens ook meestal van een valsche gewichtigheid. Ze interesseerden hem veel min der dan de litteraire meesterwerken, waarover hij als een bevoegd en smaakrijk boekenkeurder geregeld zijn oordeel uitsprak. Opzettelijk hield hij zich eenigermate op den achtergrond, aller eerst uit aangeboren bescheidenheid, vervolgens uit helder begrip van de betrekkelijkheid der let terkundige activiteit. Hij gaf er niets om, te worden gehouden voor een „leider", maar maak te liever iets moois, of sprak een oordeel uit, dat betrouwbaar zou blijven, wanneer vele strijd vragen geen aandacht meer hebben zouden. De ze voorname terughouding geeft aan een goed deel vair zijn waarde de blijvende waarde, die meer en meer gewaardeerd wordt. „Huldigde hij niet alle theorieën der tachtigers, over het al gemeen bleef hij toch hun streven steeds trouw, al nam hij vanaf den beginne tot het einde een eigen houding in", schrijft Van Valkenhoff. Op die „eigen houding" van Frans Erens komt het duidelijk aan, wanneer men de beteekenis van dezen auteur wil karakteriseeren. Ze is be paald door zijn katholieke geloofs-overtuiging, doch in nauw verband hiermede ook door zijn Limburgsche afkomst. Hij hechtte als beoor- deelaar van letterkundige figuren steeds groote beteekenis aan afkomst en omgeving, ja schreef zelfs eenmaal, en liet het cursief drukken: „Het milieu is ten slotte alles". Hij had deze meening van Taine en de naturalistische critici weliswaar overgenomen, doch paste haar met de uiterste voorzichtigheid toe. Dat hij echter als Limburger anders schreef en ook vaak anders oordeelde dan de Holland sche bentgenooten van de tachtiger school, wist hij zelf heel goed en verscheidene malen heeft hij de gevolgen zijner Limburgsche afkomst voor zijn prozastijl en zijn litteraire oordeelen dan ook in zijn geschriften ter sprake gebracht. Zijn kunst geheel te rekenen tot het impressio nisme, gelijk Van Valkenhoff doet, en overeen komstig, hiermede te ontkennen, dat er in zijn werk een zekere groei of ontwikkeling waar te nemen is, lijkt ons een beetje eenzijdig. Natuur lijk is het heel aardig, met Lodewijk van Deyssel in Frans Erens „een man zonder leeftijd" te zien, doch die formule behoeft niet in te houden, dat zijn meeningen levenslang onveranderd bleven en dit is ook in werkelijkheid niet het geval ge weest. In de uitvoerige bibliographie ontbreken helaas de bijdragen aan weekbladen en dagbla den (op ongeregelde tijden heeft Erens medege werkt aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant, De Maasbode en De Tijd) alsmede boekbeoor- deelingen, voorzoover ze door Frans Erens zelf niet werden gebundeld. Vooral dit laatste betreuren wij, want het komt ons voor, dat Erens bij het bundelen, al ging hij dan niet geheel willekeurig te werk, toch nooit een vast schema voor oogen heeft gehad, zoodat de inhoud zijner boeken zeker door hem gewijzigd zou zijn, hadde hij de ge legenheid gekregen, al hetgeen hij schreef onder te brengen in een vijf- of zestal deelen „Vol ledige Werken". Het is altijd nog te hopen, dat er voor zulk een editie eens plaats komt, maar in afwach ting zou alvast het belangrijkste ongebundelde werk bijeengebracht kunnen worden. Na 1928 heeft de schrijver geen kritieken meer gebun deld, terwijl hij er nog verscheidene schreef, die zeker niet tot zijn minst beduidende behooren. Van principieele beteekenis is het opstel „Een Limburger over Nederlandsche Litteratuur", dat in 1930 in „De Gemeenschap" verscheen en waarin de hierboven behandelde kwestie be sproken wordt. Ook „De Confessiones als Litte raire Daad" is een opstel van beteekenis. Ver der zijn er uit den laatsten tijd o.m. artikels over „Het Dagboek van Benjamin Constant" (De Gids 1929) en in De Nieuwe Gids over „De Le gende van Sint Christina de wonderbare" (1923), over „De Verloofden" van Mansoni (1927), over Tharaud betreffende Barrès (1928), over de Mirillo van Mistral (1931), die zeker naast de gebundelde kritieken een plaats verdienen. Afgezien van dit critische werk, is er echter een groote verzameling proza-stukken, meestal van korteren adem, die gewoonlijk onder den titel „Invallen" verschenen In het maandblad „De Nieuwe Gids" tusschèn 1932 en het sterf jaar van den schrijver, 1935. Een drietal van zulke schetsen verscheen ook in ,J3e Gemeen schap". Tezamen vormen deze stukken een deels verhalend, deels mijmerend, deels critiseh dagboek uit Erens' ouderdom en ze zijn zeker even genietelijk als het schetsboek zijner jeugd „Dansen en Rhythmen", waarmede hij veel succes heeft gehad. Een daad van zeer gewenschte piëteit zou het zijn, het proza van Frans Erens, dat nog niet gebundeld werd, bijeen te brengen en dan liefst zóó, dat het critische proza apart bleef, terwijl het verhalende en beschrijvende in één bundel vereenigd werd met de stukken uit „Dansen en Rhythmen", waaraan opnieuw toegevoegd „Ber- the" en ook het romanfragment „De Conferen tie", zoodat naast den bundel „Vertelling en Mijmering" een even omvangrijke bundel van gelijksoortigen inhoud ontstond. Ideaal is deze regeling echter nog niet. Wil de men aan de nagedachtenis van Frans Erens volle recht doen, dan zou men een geheel nieuwe editie moeten opzetten van al zijn werk. waar in onderscheiden werd het verhalend en be schrijvend proza van strikt objectieven aard, te zamen twee deelen, het proza, dat het karakter heeft van mémoires en dagboek-aanteekenin- gen en dat aansluit bij „Vervlogen Jaren". Ook dit zou een boekdeel vullen. Tenslotte zou een vier- of vijftal kritiekbundels verzameld moeten worden en gerangschikt in een logi sche volgorde, overeenkomstig de behandelde stof, doch met duidelijke chronologische aan wijzingen. Dan bleef er nog de stof over voor een speciaal boekdeel, dat de opstellen van Frans Erens over de Katholieke Kerk, de heili- genvereering en verscheidene heiligen of gees telijke auteurs zou bevatten. Met „Vervlogen Jaren" mee zou deze volledige editie negen of tien boekdeelen van ieder zoowat driehonderd bladzijden beslaan. Ze zou critisch verzorgd moeten zijn. (Gedeeltelijk gecorrigeerd) MADRID, 20 Mei DNB De Spaansche minister van Buitenlandsche Zaken, Suner, heeft den Aartsbisschop van Parijs, Kardinaal Suhard en de Bisschoppen van Bayonne en Perpignah, alsmede admiraal Joubert, ontvan gen. Zij zijn aan het hoofd van een Fransche groep pelgrims naar Spanje gekomen. Ook de minister van Buitenlandsche Zaken, Beigbeder, heeft Kardinaal Suhard, die Maandag a.s. naar Parijs terugkeert, ontvangen. WASHINGTON, 20 Mei. (D.N.B.) In het de partement van Financiën der Ver. Staten is vandaag over Roosevelts luchtbewapeningspro- gram de eerste conferentie gehouden, waaraan werd deelgenomen door omstreeks honderd prominente vertegenwoordigers der vliegtuig industrie en talrijke militaire en financieele des kundigen. Voor de militaire commissie van het Huis van Afgevaardigden heeft de chef van den generalen staf, Marshall, de eischen van het leger betref fende vermeerdering van het op het oogenblik tot 6.000 machines beperkte aantal vliegtuigen gemotiveerd. Roosevelt heeft weliswaar, zoo zette hij uiteen, gesproken van in totaal 50.000 vliegtuigen per jaar, het leger echter overweegt een luchtwapen van 10.000 machines. Reeds .op den eersten dag van het offensief in het Westen heeft een regeering zes maal zoo veel vliegtuigen verloren als het Congres in het op het oogen blik door den Senaat behandelde wetsontwerp oorspronkelijk inwilligde als vervangingsvlieg tuigen voor het Amerikaansche luchtwapen. Marshalls uitlating had naar het schijnt betrek king op de Fransche vliegtuigverliezen, want hij verklaarde: Deze machines zijn niet eens in de gevechten in de lucht, maar op den grond ver loren gegaan. In aansluiting hierop zeide de chef van het luchtwapen, generaal-majoor Arnold, dat plan nen zijn gemaakt voor vier nieuwe opleidings centra voor piloten, welke na elkander in Sep temberNovember 1940 en FebruariApril 1941 geopend zullen worden en jaarlijks 1200 piloten zullen opleiden. Van Juni 1941 af kan het leger jaarlijks 6.000 piloten opleiden. MOSKOU, 20 Mei (D.N.B.). In de Zondag door Churchill uitgesproken redevoering ziet men in politieke kringen te Moskou de beken tenis der ineenstorting van de tot dusverre be staande Britsche oorlogsplannen en een symp toom voor het ernstige gevaar, dat zich samen pakt voor de poorten van Engeland door do laatste Duitsche wapensuccessen. Men teekent tegelijkertijd het veelzeggende dreigement van Churchill, dat Engeland op de het toegebrachte slagen zoo wil reageeren „als de omschreven wetten van den oorlog veroorloven", met te grooter aandacht aan, daar de aanvallen der Britsche vliegtuigen op niet-militaire objecten in Duitschland reeds in de laatste dagen ra de Sovjetpers naar voren gebracht sajn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 4