élan oJtvzA èldve&t&ehdeM-
Bij de broedende kokmeeuwen
en vischdief jes
Het goede hart van Utrechts
burgerij
Autoriteiten van
Groningen bijeen
1
A
IJmuiden leeft
MOGELIJKHEDEN VOOR
HET TOERISME
NATUURWEELDE OP EEN
EENZAAM EILAND
TILBURG VIERDE EEN
SPANNEND PINKSTEREN
ii
VRIJDAG 24 MEI 1940
Toespraken van mr. J. Linthorst
Homan en van Oberstleutnant
Von Bonin
Valkenburg maakt een goede kans
Wederopbouw van het
economische leven
Centraal Bureau voor Organisatie
en Efficiency opgericht
Verbond van vereenigingen
voor veilig verkeer
Gepensionneerde Ned.-Ind. ambte-
nar enin Europa aangekomen
Vreedzame duikvlucht
en „bomaanval"
De zorg voor de geëvacueerden was
ware gemeenschapszorg
Het hart van deze drukke visschers-
haven werd niet gedeerd
Handelsspionnage in
Japan ontdekt
Engelschein halen post
uit Atlantic Clipper
Fransche, Nederlandsche en
Duitsche troepen in de stad
Moeilijkheden in de
textielindüstrie
Kans op toenemende werk
loosheid dreigt
Loterij St. Aloysiusgesticht
te Voorhout
«re
êtmêtm
In het Provinciehuis te Groningen heb
ben de burgemeesters der 57 gemeenten uit
de provincie Groningen vergaderd over de
verschillende problemen, welke samenhan
gen met de bijzondere omstandigheden,
waarin ons land en daardoor deze provin
cie verkeert.
Het initiatief voor deze bijeenkomst, zoo
hieldt het „Nieuwsblad van het Noorden", was
Uitgegaan van onderling overleg tusschen den
Feldkommandant Oberstleutnant Von Bonin.
Waarnemend het hoogste bezettingsgezag in
deze provincie, en den commissaris dier Konin
gin, mr. J. Linthorst Homan, waarnemend het
hoogste Nederlandsche gezag in zijn provincie.
He voornaamste Duitsche autoriteiten uit de
bezetting der provincie en de leiders van ver
schillende werkzaamheden van Nederlandsche
zijde maakten de besprekingen mede; onder
he laatste behoorde ook de territoriaal be
velhebber in de drie Noordelijke provinciën,
kolonel J. Veenbaas, die thans zijn standplaats
te Groningen weder heeft ingenomen.
De commissaris der Koningin begon zijn ope-
hingswoord met een woord van eerbiedige, na
gedachtenis aan de mannen, die van Neder
landsche zijde voor de verdediging van hun
vaderland en van Duitsche zijde, ter uitvoering
Van de hun gegeven bevelen, zijn gesneuveld.
Voorts drong de commissaris der Konin
gin er op aan, dat men de gebeurtenissen
moedig draagt, gelijk ons voorgeslacht zoo
vele tegenslagen moedig gedragen heeft.
Men blijve zich als waardige Nederlan
ders en Groningers gedragen. De bezetter
zelf zal een karaktervolle houding hooger
achten dan on-Nederlandsche oogendienerij
jegens den bezetter.
Men behandele zijn moeilijkheden met
zijn eigen Nederlandsche autoriteiten, men
valle de Duitsche autoriteiten niet met
eigen belangen lastig. In onderlinge sa
menwerking streven de overheden van pro
vincie en gemeenten met de bezettings
autoriteiten naar krachtige voortzetting
van al het werk, vooral ook het economi
sche en sociale werk, en zoo mogelijk naar
Uitbouw daarvan. Ieder werke daaraan
mede, ieder spanne zich tot het uiterste in.
De commissaris der Koningin ziet in den
Persoon van den Feldkommandant Oberst
leutnant Von Bonin den waarborg van eer
lijke en openhartige bejegening, karaktervol
toezicht en gevoelvol medeleven met dit deel
Van Nederland, dat zijn tegenslag met opge
heven hoofd wil dragen. Hij verzekerde den
heer Von Bonin aller loyaliteit binnen de
eeuwenoude eeregrenzen van een volk jegens
Zün bezetter.
De Feldkommandant der provincie Gronin
gen, Oberstleutnant Von Bonin, begroette
de vergadering en gaf den burgemeesters de
Verzekering, dat hij zich tot taak stelde hun
verantwoordelijk ambt zoo goed mogelijk te
Verlichten; zijnerzijds verwacht hij van de bur
gemeesters loyale medewerking. Hij schenkt
vertrouwen en verwacht vertrouwen.
Vervolgens ging de Feldkommandant op
talrijke moeilijke vragen van dit oogenblik
tn. Als belangrijke richtlijn gaf hij aan, dat
het werk van de overheid en van het be
drijfsleven zoo snel mogelijk weer moet
worden gelijk het in vredestijd geweest is.
Waar moeilijkheden zijn, worden deze door
de diensten van den Feldkommandant te
zamen met den commissaris der Koningin
opgelost.
De Feldkommandant sloot zijn toespraak
met den wensch, dat men over en weer
vrienden zal worden en ook na den oor
logstijd vrienden zal blijven.
Vervolgens werden van alle zijden vragen
gesteld en beantwoord.
Deze bijeenkomst zal spoedig worden her
haald.
Zonder voor de Spoorwegen een propa-
gandapolitiek te willen voeren, zal men toch
toe moeten geven, dat zij op het oogenblik
het eenigste vervoermiddel van beteekenis
zijn geworden. En dit wil, nu allerwege
zich de aandacht richt op het binnen-
landsch toerisme, heel wat zeggen. Het
touringcarbedrijf ligt, door de benzinedis
tributie, practisch aan banden. Het rijwiel-
verkeer is voor enkele plaatsen al beperkt
tot de naaste omgeving. Zoodoende zijn dus
alleen de Spoorwegen in staat de reislus
tige Nederlanders naar de verschillende
toeristencentra te vervoeren.
Dat er behoefte aan ontspanning bestaat en
het binnenlandseh toerisme, indien eenigszins
hiogelijk, zich spoedig weer zal ontplooien is
huiten twijfel. De verschillende plaatsen in ons
land, wier inkomsten voor een goed deel hier
van afhankelijk zijn, rekenen dan ook vast op
he komst van het reizende en trekkende publiek
en zijn niet van plan bij de pakken te blijven
neerzitten. Vooral Zuid-Limburg en meer in
het bijzonder het mooie Valkenburg, welks in
woners, meer dan elders in ons land, moeten
leren op de verdiensten, welke de korte zomer
maanden hun opleveren, zal in dit verband de
Sroote trom gaan roeren. Het is hier nu een
maal zoo gesteld, dat een mager seizoen voor
Velen armoede en voor den enkeling zelfs den
ondergang beteekent, iets wat tot eiken prijs
moet voorkomen worden. De verschillende eige-
haren van hotels en restaurants en de exploi
tanten van de talrijke vermakelijkheden leefden
allen in de stellige en ongetwijfeld gewettigde
Verwachting, dat het zomerseizoen hun in staat
2ou stellen de geldelijke lasten, welke vaak zoo
knellend op hun bedrijf drukken, eenigszins te
Verlichten.
De laatste dagen heeft de algemeene ver-
Wachting geheerscht, dat de toestand weinig
Rooskleurig zou blijven. Al spoedig echter heeft
men begrepen, dat de zomer voor ons land on
getwijfeld rustig zal verloopen en aangezien het
huitenlandsch toerisme geheel is stopgezet, zijn
he reizigers uitsluitend op het eigen land aan
gewezen. Limburg is altijd een van de meest
aantrekkelijke streken van ons land geweest en
haarom is de mogelijkheid niet uitgesloten dat
een aantal landgenooten het Geulstadje zal
hitkiezen om er eenige rustige vacantiedagen
hoor te brengen. Het vertier en de opleving,
hie het vreemdelingenverkeer altijd met zich
brengt, biedt aan duizenden de mogelijkheid van
een bestaan en dit is een reden te meer, om uit
den toestand te halen, wat er uit te halen valt.
Om echter bezoekers te trekken is het een
eerste vereischte, dat men hun een aantrekkelijk
en veelzijdig programma kan voorleggen, waar
in alle categoriën vertegenwoordigd zijn. Wij
denken in dit verband aan het openluchttheater
en de wielerbaan, die reeds meermalen getoond
hebben te verstaan, wat een goed programma
is. Ook de andere amusementsgelegenheden
zullen hiertoe, aangepast aan den ernst der
tijden, moeten medewerken. Om tot een har
monische samenwerking te geraken is echter de
bereidwilligheid van allen en alle instanties
noodig. Zelfs één enkel slecht seizoen kan voor
Valkenburg reeds funest zijn en den ondergang
beteekenen van talrijke bedrijven, die met veel
zorg en moeite waren opgebouwd. In normale
tijden zouden de hotels reeds geheel bezet zijn
en zou het plaatsje vol zijn van de vele toeris
ten, dis kwamen genieten van het schoone
Limburg. Nog is het niet te laat, maar dan zal
er hard aangepakt moeten woorden. Een han
dige, stelselmatige propaganda kan in dit op
zicht wonderen doen.
Ten einde overheidslichamen en bedrijfs
leven op zoo doelmatig mogelijke wijze bij
het wederopbouwen, organiseeren en ratio-
naliseeren van het economische leven ter
zijde te kunnen staan, heeft een groep
vooraanstaande deskundigen op het gebied
van bedrijfsorganisatie en efficiency het
initiatief genomen tot oprichting van een
Centraal Bureau voor Organisatie en Effi
ciency.
Tot nog toe bestonden hier te lande verschil
lende adviesbureaux, die vrijwel geheel los van
elkaar hun functie ten behoeve van het be
drijfsleven uitoefenen. Het doel van het opge
richte centrale bureau is, den arbeid van deze
particuliere bureaux te coördineeren, ten einde
het bedrijfsleven in deze dagen op zoo efficient
mogelijke wijze te hulp te komen en van voor
lichting te kunnen dienen.
Tot de adviseurs, die zich reeds hebben aan
gesloten, behooren o. a. verschillende deskundi
gen op het gebied van fabrieksorganisatie,
transportorganisatie, verkooporganisatie, admi
nistratieve organisatie, algemeene bestuursorga
nisatie, psychotechniek e. d.
Het streven is er op gericht zooveel mogelijk
alle practiseerende organisatie- en efficiency-
deskundigen van erkende reputatie in dit cen
trale bureau bijeen te brengen.
Het voorloopig bestuur bestaat uit de heeren
ir. B. W. Berenschot, ir. V. W. van Gogh, dr. T.
Kuiper, R. W. Starreveld (acc. N. I. V. A.) en
ing. L. C. Vervooren.
Nadere inlichtingen worden verstrekt door
het secretariaat, Vijgendam 2—6, Amsterdam-C.
De algemeene vergadering van het verbond
van vereenigingen voor veilig verkeer, welke
was vastgesteld op Zaterdag 25 Mei a.s.. zal in
verband met de tijdsomstandigheden worden
uitgesteld tot een nader te bepalen datum.
W. Heintz, magazijnmeester 2e klasse bij het
marine-etablissement te Soerabaja, Rustenbur
gerlaan 20, Haarlem; G. M. Wagemans, hoofd
opzichter prov. Waterstaat v. Oost-Java, Fr.
Valentijnstraat 197. 's Gravenhage.
Ter voorkoming van vertraging en klachien ver
zoeken wij onzen adverteerders er rekening mede
±e houden, dat alle adverieniiën naam en adres
van den steller moeien bevatten en adverieniiën
onder no. of leiier niet meer worden opgenomen.
Heeft de lezer er wel op gelet, welk een.
heerlijke lente wij beleven? De afgeloopen
weken waren weliswaar niet erg geschikt
voor vreedzaam aanschouwen van natuur
schoon, maar thans kan men toch deze
schade zonder bezwaar inhalen. En dan
moet het wel opvallen, dat de levende na
tuur zich zelden zoo mooi in ons land heeft
ontplooid als juist in Mei van het jaar
1940.
Wat heel begrijpelijk is na zulk een ongekend
strengen en langdurigen winter. Daardoor komt
het voorjaar veel later, maar als dan ook een
maal de knoppen openspringen wordt een over
stelpende rijkdom van bloeiend leven over de
aarde uitgestrooid. Boomen als iepen, beuken
en eiken tooien zich bijna tegelijk met het
teergroene loover, dat als goud straalt wanneer
de zon er op valt. Zoo zag het ook de dichter
Reddingius:
Goud is de looverpraal
wiegend in wind,
hoort ge die toovertaal,
blijde als een kind?
Tegelijk bloeit overal de bloesem van kastan
je en gouden regen, sering en rhododendron,
waardoor onze parken worden tot een weelde
voor het oog, dat zich maar niet kan verzadi
gen aan zooveel kleurenschoon. En omdat
daarbij nog het heerlijkste weer hebben wij
deze goede Hemelgave wel genoeg gewaardeerd?
alles nog eens zoo mooi maakt, is er inder
daad voor den natuurvriend alle reden te spre
ken over de lente van 1940, zooals thans ook
reeds de winter van 19391940 spreekwoordelijk
begint te worden.
Zulk een juichende lentestemming heerschte
ook onder de kleurige bevolking van den
IJdoornpolder voor Durgerdam, toen wij dezen
opnieuw opzochten. Het lage land was, on
danks het nog steeds hooge IJselmeer-water,
dat door de Noordoosterbries tegen het lage
dijkje klopt, niet ontruimd. Integendeel! De
bodem kleurt al weer donkergroen door veler
lei grassoorten: een typische kwelderland-flo
ra waarop wij later wellicht nog eens de aan
dacht zullen vestigen. Wij letten nu alleen op
enkele bloemen die vroolük daartusschen stra
len: vooral de paarse kopjes van Armeria, het
Engelsch gras, dat ook in onze rotstuintjes zoo
graag groeien wil. Hier bloeit het niet minder
rijk, en duidelijk is te zien, dat deze laagland-
planten hooger opgroeiden en meestal watblee-
ker van kleur zijn dan de vormen van droge
ren bodem.
Van de planten-bevolking noemen wij verder
de paardebloemen, die reeds overal hun wit-
pluizige zaden als vreedzame parachutisten
Het kunstelooze nest van een kokmeeuw
laten wegdrijven. En ook vermelden wij de
vondst eener van ouds beroemde plant; het
Lepelblad, dat zijn blanke bloemtrossen hier
en daar in de slooten weerspiegelde. Maar
hierover kan beter een andermaal meer wor
den verteld.
Want ditmaal waren we er op uitgetrokken
om broedende vogels te bestudeeren. Het viel
nog niet mee de nestplaatsen te bereiken dei-
honderden meeuwen en sterntjes of vischdief -
jes, die als een witte wolk boven het land
wiekten, of op de eieren zaten te broeden.
Maar de vriendelijke hulp van enkele Durger-
dammers, die met hun boot in den polder aan
het werk waren, bracht ons al spoedig op een
der drassige vogel-eilanden, waar we eenige
heerlijke uurtjes doorbrachten.
Natuurlijk ging daar de heele kolonie van
kokmeeuwen en vischdiefjes op de wieken,
zoodra wü de nesten naderden. Het „kok-
kok"-roepen der bruingekopte meeuwen, zoo
wel als hun scheller alarmkreten waren niet
van de lucht, en de sterntjes leverden hun
aandeel in dit lawaai door hun gierend geluid.
Prachtig kleurden de blanke vogels tegen
den azuren hemel, dien men zelfs door de uit
gespreide pennen van vleugels en staart heen
kon zien schijnen. En terwijl wij zoo langzaam
voortstapten tusschen het gras, leerde het ge
drag der vogels zelf ons plotseling, dat we
het doel dicht waren genaderd.
Een der kokmeeuwen, die reeds bijzon
dere onrust had vertoond door opgewonden
duikelingen, laat zich in stijle duikvlucht
vallen tot vlak voor ons verschrikte ge
zicht. De snavel is recht op onze oogen
gericht en we maken instinctief een af-
weerbeweging. Maar het was meer een
schijn-aanval, want de vogel suist voorbij,
terwijl alleen een der wieken mij tegen
het hoofd slaat. En meteen zie ik dan de
reden der snelle duikvlucht: het nest met
de drie groenachtige eieren die door don
kerbruine vlekken zijn geteekend.
Die liggen daar in een bouwsel van droge,
halfvergane stengels van rie. en biezen; geen
keurig afgewerkt, stevig nest', maar toch met
zorg bij elkaar gesleept. Vlak hiernaast ligt
nog zoo'n meeuwenburcht, en als ik wat ver-
•5if%
DOBBELMAN N.V NIJMEGEN
Als het waar is, dat men in tijd van nood
zijn vrienden leert kennen, dan moeten vele
Utrechtenaren en niet minder vele door
den oorlogsgruwel uit de provincie naar de
Domstad gevluchten, wel zeer verbaasd zijn
geweest over de hartelijke vriendschap en
het innig medeleven, dat zü in de afgeloo
pen weken hier ter plaatse ondervonden
hebben.
Een vriendschap, die zich niet alleen uitte in
betuigingen van deelneming of woorden van
troost en bemoediging, maar die getuigde van
een intensief meeleven, van een spontaan en
daadwerkelijk behulpzaam ziin op velerlei wijze.
En daarbij is geen benepen urbanisme of pro
vincialisme in het spel geweest, maar heeft zich
een breede, allesomvattende liefdadigheids- en
gemeenschapszin geopenbaard. Getuige b.v. het
feit, dat in de afgeloopen dagen niet minder dan
zes groote vrachtauto's met dekens, bedden, ma
trassen, kleedingstukken enz. van hieruit naar
Rotterdam konden gezonden worden. Ongere
kend de op andere wijze aan de zwaar beproefde
bewoners der Maasstad door Utrechts burgerij
geboden hulp.
Uiteraard hebben de eigen geëvacueerde
inwoners en de bewoners van onze randge
meenten van die spontane vriendschap en
van het onderling hulpbetoon genoten. Zoo
is het in verschillende gevallen voorgekomen,
dat de bewoners van een huis in de spannen
de dagen van 1015 Mei met geheel hun
huisgezin op den grond zijn gaan slapen om
den uit de bedreigde stadsgedeelten geëva
cueerden bewoners maar een goede nachtrust
deelachtig te doen worden.
En ook is het gebeurd, dat menschen, die reeds
zeven of acht vluchtelingen in huis hadden nog
gastvrijheid verleenden aan zes of zeven anderen.
Terwijl in vele gevallen de buurtbewoners bij
dezen of gene samentroepten om in de aanwezig
heid van meerdere anderen een zekere gerust
stelling te vinden.
Menschen, die anders elkaar niet of nauwe
lijks spraken, schenen opeens vertrouwde vrien
den geworden!
Maar ook de geëvacueerden uit den omtrek
kunnen met lof gewagen over de hartelijke
hulp, welke hun hier in die kritieke dagen is ge
boden.
Toen op den dag vóór Pinksteren de mare ging,
dat de eerste geëvacueerden uit Veenendaal in
de Beatrixhal waren aangekomen, kwamen de
eerste bewoners uit de omliggende wijken spon
taan met beddenmateriaal kleeding en voedsel
ter hulp en ongevraagd werden de slachtoffers
van den oorlogsbrand door Utrechts burgerij op
allerlei wijzen geholpen. Wij vernamen ook, dat
velen hunner te Utrecht wonende verwanten,
vrienden en kennissen naar de Beatrixhal op
trokken om hen te bezoeken, ongeacht het ge
vaar voor de kogels der in de nabijheid ope-
reerende troepen en burgerwacht tot beteugeling
van de in de binnenstad voorkomende ordever
storingen.
Hetzelfde hartelijk onthaal vonden de ge-
evacueerden uit Rhenen, Schalkwijk en Houten,
die met de Pinksterdagen waren aangekomen
aan de Muntkade en Leidschekade, waar ver
schillende scholen voor hun opname waren ont
ruimd. Ook zij ontvingen van de burgerij uit de
J. P. Coenstraat, Kanaalstraat, Pieter Both-
straat, Laurens Reaalstraat enz. de meest on
dubbelzinnige blijken van hartelijkheid en
steun in allerlei vorm.
De hulp der burgerij zoo verklaarde ons
dezer dagen mevr. Waller, de leidster van het
Vrouwelijk Vrijwilligerscorps was waarlijk
ontroerend!
Behalve de particulieren hebben ook verschil
lende organisaties, zooals het V.V.C. en andere
hulpcomité's, zich zeer verdienstelijk gemaakt.
Met lof wordt ook melding gemaakt van
de hulp voor de geëvacueerden, verleend
door verschillende Zusters- en Broeders
congregaties. Zoo bood b.v. de priorin der
Zusters Augustinessen van St. Monica tij
dens de kritieke dagen de gastvrijheid van
haar klooster aan, waarvan gedurende
eenige dagen dankbaar gebruik is gemaakt.
Zoowei een gedeelte van de Fröbelschool
aan de Waterstraat als het gymnastieklo
kaal van de lagere school aan de Oude
Gracht werd voor de huisvesting van ge-
evacueerden ingericht en de zusters hebben
niets nagelaten, wat den nood van de ge
troffenen kon verlichten.
Hetzelfde geschiedde met de Fraters van het
St. Gregoriushuis aan de Heerenstraat, die zich
bij de tot stand koming van de georganiseerde
burgerlijke hulpdiensten aanstonds spontaan
hadden opgegeven voor E.H.B.O. en den lucht
beschermingsdienst. Ook tijdens de evacuatie
van de wijken in de omgeving van de v. Osta-
delaan hebben de fraters zich verdienstelijk
weten te maken door het verleenen van onder
dak aan een aantal burgers uit deze bedreigde
stadsgedeelten, zoomede aan de verzorging van
zieken en gewonden uit Zeist en omliggende
plaatsen.
Men kon de Fraters in die dagen in de meest
vreemdsoortige omstandigheden ontmoeten.
Een frater te fiets met een mand met linnen
goed, een frater op een bakfiets, waarop een
kinderwieg troonde, een frater, statig wande
lend met een kinderwagen, enz. Niets hebben zij
geschroomd om de beproefde burgerij ter wille
te z;jn en gaarne hadden zij nog meer gedaan,
als de gelegenheid zich daartoe had geboden.
Zoo heeft in de afgeloopen weken schier heel
Utrechts burgerij blijk gegeven van royale goed
hartigheid en van echten burger- en gemeen
schapszin.
Desondanks is nog alle leed niet gelenigd en
rest er nog zeer veel schade te herstellen, met
name in de omliggende gemeenten, waar velen
door den oorlogsbrand huis en have hebben ver
loren en in kommervolle omstandigheden ver-
keeren.
Maar de snelle en sportieve hulp, door
Utrechts burgerij in de afgeloopen twee weken
gegeven, is niet een plots oplaaiend en snel
doovend stroovuur geweest. Wat wü nu aan
hulpvaardigheid en leniging van nood gezien
hebben, is niet anders dan de voortzetting eener
oude traditie: die van hartelijke liefdadigheid
en goeden burgerzin in tijden van nood die
een der schoonste tradities van Utrechts bur-
gery vormt in den loop der tijden.
Dat die vlam niet gedoofd is, bleek ook na he
crisisdagen uit de buitengewone royaliteit,
waarmede men hier de inzameling van klee
ding, dekking, huisraad en huishoudelijke aï-
tikelen voor de geteisterde gebieden heeft ge
steund.
Dat zal wederom blyken Zondag as., wan
neer in alle kerken van onze stad een collecte
ten bate van de slachtoffers van den oorlog
wordt gehouden.
Er valt niet aan te twijfelen, dat ook op dien
dag alle harten en alle beurzen openstaan voor
den nood van onze zwaar beproefde broeders en
zusters uit de omgeving van de Domstad!
der loop vinden we er bij dozijnen. Men moet
hier en daar goed uitkijken om de eieren,
waarvan er meestal drie, soms ook minder, in
één nest liggen, niet stuk te trappen! Al gauw
hebben we een paar foto's gemaakj. en intus-
schen verdedigen de kokmeeuwen hun kost
baarste bezit met waren heldenmoed.
Het lijkt inderdaad op een luchtaanval
in modernen stijl, waardoor de vogels op
nieuw bewijzen, dat de mensch eigenlijk
maar steeds achter de natuur aan blijft
hinken. Een serie van snelle duikvluchten
wordt op mijn hoofd gericht. Het leger van
meeuwen en vischdiefjes zorgt zelf voor
gierend luchtalarm, terwü'l een inspectie
van mijn jas al gauw leert, dat de projec
tielen niet ontbreken zij het ook in half-
vloeibaren vorm.
Maar het mooiste is dat hier geen bloed vloeit
en de aangevallene al gauw opgetogen is over
het sierlijke, soepele verdedigingsspel dezer vo
gels, die hun nesten beschermen. Wij laten ze
niet lang in angst en zorg blijven, en zitten
even later rustig op een afstand door den kij
ker te beloeren, hoe de eene vogel na den an
deren weer het nest opzoekt en zün taak
hervat.
Als ik na eenigen tijd opsta is het weer als
een sneeuwwolk van blanke wieken, die dwar
relt boven de broedplaats. Ook sterntjes be
wegen zich daaronder, dadelijk te herkennen
aan hun rankeren bouw, aan het zwarte sche
delkapje, de smalle vleugels en gevorkten staart.
Die broeden hier blijkbaar ook, wat niet te ver
wonderen is, omdat de vischdiefjes graag ko
lonies met de verwante meeuwen vormen. Even
later staan we dan ook al voor het nest van
een dezer vogels: een eenvoudig kuiltje tusschen
de grashalmen, met drie puntige eieren. De
bruine kleur met de donkere vlekken beschut
deze vrij goed, hoewel bijvoorbeeld een kievits
nest door de schutkleur zeker beter aan de om
geving is aangepast. De eieren zijn kleiner dan
die der kokmeeuwen en ook nog iets kleiner
dan een kievitsei.
Nadat verschillende foto's van vogels en
bloemen zijn gemaakt overzien we opnieuw
geheel het kleurige panorama van den
IJdoornpolder, dat zoo pittoresk wordt af
gesloten door de rij der spitse geveltjes aan
den dijk. Ook zien wij dan nog enkele
merkwaardige vogels gaan: kemphaantjes
met de veerenboa om den hals, die in stilte
voorbij vliegen, en ook de opvallende kleu
ren van een paar bergeenden. Deze wit-
zwart-bruin-roode vogels moeten hier ook
broeden, maar het zal niet gemakkelijk val
len het nest te vinden.
Zoo ten minste vertelt ons even later de
schipper, die ons met zün platte, spitsgeboegde
polderboot uit onze Robinson-positie komt ver
lossen. En we aanvaarden dankbaar het aan
bod voor ©en volgende vaart, als de jonge vo
gels uit het ei gekropen zijn. Want wij ver
laten maar met tegenzin dit heerhjke oord,
waar allerlei vogels en bloemen onder den rook
van Amsterdam nog zoo goed te bestudeeren
zijn. M. B.
Vaardige handen zijn druk bezig met het
herstellen en moderniseeren van uiterlijk
roestige trawlers in de monding van liet
Noordzeekanaal. Driftige witte golfkopjes
klotsen tegen de stevige dukdalven, waarop
de vogels zoo graag hun vroolijke voorjaars
liedjes zingen. De vuurtoren inspecteert de
wijde omgeving met zijn dikke brilieglazen
hü weet dat hij, na lange, lange jaren des
nachts kan rusten, omdat de zeeman wacht
op betere dagen. Groepjes menschen staren
naar den blauwen horizon en laten de fris-
sche lucht in hun gezichten dringen. In de
pakhuizen aan de kade wordt wat visch ge
sorteerd. En de ijsfabrieken draaien
IJmuiden met zijn trotsche haven, waarin
het hart van Holland klopt, waarin dui
zenden en duizenden zeekasteelen een weg
vonden naar de hoofdstad, leeft nog.
De oorlog woedde over ons land. Hoe kon het
anders, ook IJmuiden werd getroffen. Daar lag
een breede, gastvrije haven; daar openden en
sloten zich de nog slechts tien jaar oude, we
reldberoemde sluizen; daar klonk dag aan dag,
nacht aan nacht, het lied van den arbeid in
internationale industrieën, daar kleurde het
rood-gloeiende staal in de hoogovens den he
mel in wyden omtrek.
En bü de gedachte aan dit alles sloegen de
nijvere IJmuidenaars de handen voor de oogen.
Maar zij hadden al zoovele stormen weerstaan,
waarom zouden ze ook dezen van den oorlog
niet te boven komen?
Na vijf dagen keerde de rust weer en men
ging de balans opmaken, vastbesloten ook het
allerergste om te zetten in een nieuwe, trotsche
toekomst. Het is meegevallen. Men is dankbaar
in IJmuiden. Wel liggen tusschen de pieren,
als een droevige barricade eenige vrachtsche
pen en een oud passagiersschip, wel steken hier
en daar nog alleen maar de schoorsteenen van
pittige, oersterke sleepbooten boven het water
uit, wel zijn er sporen van andere vernieling,
maar.... het hart van IJmuiden is behouden.
De prachtige sluizen zijn volkomen intact, ook
al kunnen ze niet bediend worden door storin
gen in de electrische centrale, de hoogovens
kunnen bü het aanbreken van den nieuwen da
geraad weer spoedig in bedrijf komen.
IJmuiden, dat tusschen twee vuren gezeten
heeft, is geenszins doodelijk getroffen. De vis-
schers praten alweer over de toekomst en ma
ken plannen. De reederüen zien nieuwe per
spectieven en willen klaar zijn als die verwe
zenlijkt kunnen worden. De visch zal zich in de
zee vermenigvuldigen en de buit zal straks rü-
ker dan ooit zijn.
Het zeewater stroomt even onstuimig en wils
krachtig als vroeger door het Noordzeekanaal.
De vuurtoren staat daar nog triomphantelijk
en ongeschonden. De haven wacht. De sluizen
wachten.
IJmuiden leeft! IJmuiden kón niet sterven!!
TOKIO, 24 Mei (D.N.B.). De „Kokoemin
Sjimboen" meldt, dat onlangs belangrüke do
cumenten van het Japansche ministerie van
Handel en Scheepvaart zijn gestolen en ge
fotografeerd en op deze wijze in handen van
een vreemde mogendheid zijn gekomen, waar
door voor den Japanschen handel in oorlogs
tijd groote schade is ontstaan. Het blad ver
moedt, dat vooral in de hoogere politieke en
financieele regeeringskringen agenten aan het
werk zijn. Engeland probeert tegenover Japan
de meest uiteenloopende middelen te gebrui
ken om zijn economische blokkade tegen
Duitschland te versterken.
In verband met deze spionnagekwestie pu
bliceert de chef van de vreemdelingenpolitie te
Tokio een waarschuwing aan de bevolking,
voorzichtig te zijn in uitlatingen tegenover
vreemdelingen. Zoo mag bijvoorbeeld niet ont
huld worden, dat Japan een tekort heeft aan
benzine en lucifers, of dat de papierproductie
achteruitloopt. Inlichtingen van dit soort die
nen voor de spionnage van buitenlandsche mo
gendheden en brengen de levensbelangen van
Japan in gevaar.
NEW-YORK, 24 Mei (D.N.B.). Naar uit Ha
milton (Bermuda-eilanden) gemeld wordt, heb
ben de Engelschen van het Clipper-vliegtuig,
dat den dienst onderhoudt tusschen Amerika
en Lissabon en wegens den zwaren storm in
Bermuda moest landen, 22 zakken post wegge
haald. Hiervan waren er zes bestemd voor
Duitschland, vier voor Italië, vier voor Portu
gal en de overigen voor Zwitserland, Noorwe
gen, Zweden, Denemarken, Griekenland en
Spanje.
Tilburg heeft eenige wel zeer spannende dagen
achter den rug en helaas hebben zij droeve
sporen achter gelaten. Reeds Vrijdagmorgen om
half vier waren er talrüke vliegtuigen boven de
stad, doch zonder dat er eenigen aanval werd
gedaan. Toen kwamen enkele Fransche troepen
in Tilburg en werd als tegenmaatregel door de
Duitschers het station, de spoorbruggen en de
„Üzeren weg" gebombardeerd Op bevel van den
Franschen commandant werden Zaterdagavond
de spoor- en kanaal'oruggen opgeblazen, het
geen ook veel particulieren eigendom beschadigde
al wist de bevolking nog tijdig te vluchten.
Deze vlucht is overigens rustig verloopen. Het
was opvallend hoe kalm de bevolking zich onder
de moeilijkste omstandigheden heeft gedragen
ook op dien onvergetclijken Zaterdagavond toen
de Franschen en Nederlanders zich in de rich
ting Breda terugtrokken, waarbij vele huizen
vooral in het Westen zijn vernield.
Pinksteren bracht de Duitschers binnen de
stad. De burgemeester, mr. J. v. d. Mortel, kon
digde hun komst in een radio-toespraak aan,
waarin hij tot handhaving der openbare orde
opwekte. Mede door het tactvol optreden van
den burgemeester en de welwillende houding
van den commandant der Duitsche bezettings
troepen is de bezetting zonder incidenten ver
loopen. Zoo langzamerhand is zooveel mogelijk
het normale leven hersteld. De gemeentelijke
diensten doen weer him gewone werk, de post
brengt weer brieven en het sluitingsuur is twee
uur verlaat.
Al zijn er dooden en gewonden gevallen en is
er veel materieele schade aangericht, toch heeft
Tilburg niet deri moed verloren en de kracht
gevonden het gemeentelijk leven te herstellen.
De textielindustrie in Winterswijk maakt
een zeer moeilüken tijd door. Door afwe
zigheid van elk communicatie-middel is
verzenden van reeds afgewerkte goederen
totaal buitgesloten. Import van katoen
is momenteel eveneens onmogelijk, zoodat
een tekort aan garens dreigt. Daarbü komt,
dat enkele fabrieken de opdrachten voor de
Nederlandsche weermacht moesten stop
zetten, waardoor slechts op beperkte schaal
de werkzaamheden konden worden hervat;
men hoopt op een spoedige komst van rui
mere werkgelegenheid.
Andere fabrikanten verwerken de nog aanwe
zige garens, in afwachting van nieuwen aan
voer en zün ten gevolge daarvan genoodzaakt
het personeel voorloopig drie dagen in de week
te laten werken.
Houdt deze toestand nog geruimen tijd aan,
dan kan een toename van de werkloosheid niet
uitblijven, met al de gevolgen daarvan.
Lofwaardig zijn dan ook de pogingen van
enkele fabrikanten mede te werken tot pro
ductie van zooveel mogelük voedsel. Zü
laten daarvoor door hun arbeiders groote
stukken land bepoten met bruine boonen.
Zij die een prüs hebben gewonnen in de loterü
van het St. Aloysius-Gesticht te Voorhout kun
nen deze afhalen aan het adres: Koningslaan
30, Zaterdagmiddag 25 Mei, tusschen 2 en 4 uur.
Hard wordt er gewerkt aan den wederopbouw van Rotterdam. Puin-
resten worden gebruikt voor het d empen van de Schie. De wagens
rijden af en aan