Het burgerlijk bestuur
in Nederland
De Duitsche pers over de
overwinning in België
Churchill licht Lagerhuis in
over dit belangrijke feit
Het einde van den strijd op
Belgischen bodem
Plechtigheid in de Ridderzaal
Inlevering van
Reichsmarknoten
Rijksminister dr. Seyss-Inquart, Rijkscommissaris voor
de bezette Nederlandsche gebiedenzal
hedenmorgen dit gezag aanvaarden
DE „PRES. ROOSEVELT
ONDERWEG
WAARDEERING VOOR
's KONINGS BESLUIT
Belgisch leger deed tot het
laatst zijn plicht
Na de capitulatie der Belgen
De Engelschen door de gebeurtenissen verrast;
neerslachtigheid onder de bevolking
DE STEMMING IN PARIJS
I HEERKENS THIJSSEN Co. I
Duitsche troepen niet
belangrijk opgehouden
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
WOENSDAG 29 ME11940 - OCHTENDBLAD
BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
NASSAULAAN 51 - TEL. 15866 - GIRO 22884
Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling)voor
Haarlem 25 cent per week; per kwartaal
1 3.25. Bij onze Agenten 27i/2 ct. per week,
per kwartaal f 3.58
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM
VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 22411
In een plechtige bijeenkomst in de Ridderzaal zal de Rijks
commissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden, Rijksminister
dr. Seyss-Inquart, hedenmorgen het burgerlijk regeeringsgezag over
het door de Duitsche troepen bezette Nederlandsche gebied aan
vaarden. Bij deze plechtigheid zullen vele Duitsche en Nederland
sche autoriteiten aanwezig zijn, onder wie de secretarissen-generaal
van de Nederlandsche departementen, de Duitsche militaire bevel
hebber in Nederland en België, voorts de heer Amann, rijksleider
van de Duitsche pers, en verscheidene anderen. Op het Binnenhof
zullen eerecompagnieën de afzetting vormen voor de voorname ge-
noodigden, die door de poort van het Buitenhof af zullen aankomen.
De plechtigheid zal een half uur tot drie kwartier duren.
Dr. Seyss-Inquart
Roemeensch gezant
in Berlijn
Amerika wijst de oorlogvoe
renden op de bestemming
van dit schip
Helsinki's beteekenis
als Oostzeehaven
De uitwisseling van Finsche en
Russische krijgsgevangenen
De indruk in Italië
Parijs terneergeslagen
De nieuwe morgen
Circulatie van in Duitschland gang
bare bankbiljetten kan hier
niet worden gedoogd
Albaansche betuiging
van trouw
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 ct., Ingez.
mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voer
prijzen der „Omroepers" zie de rubriek
BOEKAREST, 28 Mei (D.N.B.) In de Roe-
meensche staatscourant is heden een koninklijk
decreet verschenen, waarbij Alexander Romalo.
tot dusverre directeur van de Roemeensche ver
zekeringsmaatschappij Dacia, benoemd wordt
tot Roemeensch gezant in Berlijn. Crutzeseoe,
die tot dusverre gezant in Berlijn was, is be
noemd tot ambassadeur in Ankara, in plaats
van Stoica, die tot onderstaatssecretaris in
het ministerie voor de Propaganda is benoemd
'tf
BERLIJN, 28 Mei (D.N.B.) De regeering
van de Vereenigde Staten van Amerika heeft
door middel van haar ambassades den regee
ringen der oorlogvoerende landen officieel
medegedeeld, dat het Amerikaansche mailschip
„President Roosevelt" 24 Mei van New York
vertrokken is, met bestemming Galway in Ier
land voor het afhalen van Amerikaansche
staatsburgers uit Europa. De Amerikaansche
regeering sprak de hoop uit dat het onbewa
pende schip, dat niet in convooi vaart, 's nachts
verlicht is en duidelijk nationaliteitskenteeke-
nen draagt, niet door maatregelen der zeestrijd
krachten der oorlogvoerende mogendheden lastig
gevallen zal worden.
De rijksregeering heeft daarop de Ameri
kaansche ambassade te Berlijn het volgende
medegedeeld
Schepten, die hun reizen op de door de Ame
rikaansche regeering aangegeven wijze volbren
gen, staan, overeenkomstig de beginselen van
de Duitsche oorlogvoering, aan geen enkel ge
vaar van de Duitsche zeestrijdkrachten bloot.
Met het oog op het feit. dat dit Amerikaan
sche schip vaart in de oorlogszone, die anders
door Amerikaansche schepen vermeden wordt,
heeft de Duitsche regeering haar strijdkrach
ten op de hoogte gebracht van de voorgenomen
reis van dit schip en strikte bevelen ge
geven, dat dit schip zonder gehinderd te
worden, op welke wijze dan ook, zijn reis
kan volbrengen. Overigens bevinden zich op de
route, welke het schip zoowel op de heen- als
de terugreis bevaart, geen Duitsche strijdkrach
ten. Eenigerlei in gevaar brengen van het
Amerikaansche schip van Duitsche zijde is
daarom uitgesloten. De rijksregeering heeft
echter daarenboven de Amerikaansche ambas
sade op berichten gewezen, die reeds in de
pers zijn gepubliceerd en die overeenstemmen
met zekere door de rijksregeering ontvangen
informaties volgens welke door de regeeringen
der landen, die met Duitschland in oorlog zijn,
een aanslag op de „President Roosevelt" be
raamd is en wordt voorbereid.
In verband met het feit, dat de vijanden.van
Duitschland om doorzichtige redenen reeds twee
maal hebben geprobeerd, door het plegen van
aanslagen op schepen met Amerikaansche pas
sagiers en de schuld hieraan Duitschland toe
te dichten, de Duitsch-Amerikaansche betrek
kingen te verstoren, heeft de rijksregeering de
Vereenigde Staten op deze berichten opmerk
zaam gemaakt. Zij heeft daarbij uitdrukking
gegeven aan de verwachting, dat de Ameri
kaansche regeering, die zelf toch het grootste
belang heeft bij het levensbehoud van haar
staatsburgers, daarom ook van haar kant alles
zal doen ter vermijding van een verstoring der
Duitsch-Amerikaansche betrekkingen en door
dienovereenkomstige maatregelen dergelijke
misdadige plannen van de vijanden van
Duitschland zal verijdelen.
HELSINKI, 28 Mei (D.N.B.) Op de jaar-
Hjksche bijeenkomst van de Finsche Kamer
van Koophandel in Helsinki heeft de voorzit
ter dr. Ramsay, medegedeeld, dat de haven van
Helsinki door den afstand der gebieden aan
Rusland vooral gewonnen heeft aan beteekenis
als invoer- en omslaghaven voor het land. Op
het oogenblik is Helsinki in de eerste plaats
Oostzeehaven. Om de versterkte taken ten uit
voer te leggen is het noodig kaden ter lengte
van 2500 M. aan te leggen.
Het Finsche telegraaf-agentsehap deelt mede,
dat thans de uitwisseling van -Finsche en Rus
sische krijgsgevangenen ten einde is. Van Fin
sche zijde werden 5468 krijgsgevangenen en
van Russische zijde 825 Finsche krijgsgevange
nen uitgewisseld. Onder de laatsten bevonden
zich vijf Zweedsche vrijwilligers. De Russische
dienstinstanties hebben den Finschcn autoritei
ten medegedeeld, dat daarmede alle krijgsge
vangenen zijn uitgewisseld.
BERLIJN, 28 Mei KD.N.B.). De geheele
Duitsche pers staat, zooals te begrijpen valt,
geheel in het teeken van de capitulatie van
België.
De opschriften in bijzonder groote let
ters duiden reeds uiterlijk op dit ge
beuren, dat onwillekeurig met onweer
staanbare kracht alle blikken tot zich
trekt. Alle bladen beginnen hun commen
taar op de geweldige overwinning der Duit
sche wapenen met te wijzen op den weder
om merkwaardigen samenloop van omstan
digheden, dat het noodlottige getal van
achttien moeilijke dagen van strijd wederom
voldoende was de capitulatie van een land
af te dwingen.
ih achttien dagen, zoo schrijft de Deutsche
Allgemeine Zeitung, werd het Foolsche leger
verslagen.
In wederom achttien dagen sedert het begin
van het Duitsche offensief, heeft thans ook,
na de capitulatie van Holland, het Belgische
leger opgehouden te bestaan, niettegenstaande
het Fransche Noordelijke leger en het geheele
Britsche expeditieleger, te hulp waren gesneld,
zoo begint de commentaar van de Berliner
Lokal-Anzeiger.
Eenstemmig komt in de bladen tot uiting,
dat de Belgische Koning zich in zijn hou
ding waardig heeft getoond en dat hij zijn
soldaten en daarmede zijn volk de onver
mijdelijke offers aan bloed, die bij den toe
stand der Geallieerde legers 'n onontkoom
bare massamoord zouden hebben beteekend,
alsmede den val in den afgrond tegen den
wil zijner ministers te elfder ure heeft wil
len besparen.
De rede van den Franschen minister-presi
dent met haar hatelijke aanvallen op Koning
Lèopold ontmoet in de Duitsche pers slechts
de verachting van het Duitsche volk. Men ziet
in deze verklaringen van Reynaud slechts het
zoeken van ëen zondenbok in deze voor de Wes
telijke mogendheden wanhopige uren, waarop
de plutocratische oorlogsdrijvers den geheelen
last der verantwoording voor hun militair falen
zouden kunnen afwentelen.
Zij hebben waarachtig niet het recht, zoo
schrijft het Hamburger Fremdenblatt, in op
stand te komen tegen het besluit van een mo
narch, die tot het laatste bij zijn troepen is
gebleven en wiens eenige fout berust op het feit,
dat hij niet de kracht bezat zijn betere poli
tieke inzichten te doen gelden tegenover de tot
oorlog drijvende politiek van de door hem be
roepen regeering.
Die mannen, die zich thans hebben.aan
gesloten bij de steeds toenemende emigran-
ten-vereeniging in Londen, hebben niet het
recht zich te beroepen op het Belgische
volk, dat alleen wordt vertegenwoordigd
door hét Belgische leger, dat tot het laatst
zijn plicht heeft gedaan aan het front in
Vlaanderen.
De in de late ochtenduren in de Italiaansche
hoofdstad bekend geworden capitulatie van
België is de bevolking terstond met extra edi
ties bekend gemaakt. De kranten werden den
verkoopers uit de handen gescheurd. „Het Bel
gische leger legt de wapens neer. Koning Leo
pold beveelt de capitulatie van het Belgische
leger. België heeft de Franschen en Engelschen
opgegeven" zoo luiden de reusachtige opschrif
ten der extra-edities.
Overal ziet men groepen, die dezen nieuwen
zwaren slag voor Engeland en Frankrijk leven
dig bespreken, en die openlijk uitdrukking geven
aan hun voldcening over het nieuwe, gewel
dige succes van het bevriende Duitschland.
De „Giornale d'Italia" noemt de handelwijze
van den Koning der Belgen een „daad van
groote politiek en menschelijk verstand." Drie
motieven hebben den Koning aanleiding gege
ven tot zijn besluit, zoo meent het blad: 1 De
wil om zijn volk in een doelloozen strijd eeb
verder bloedvergieten en verdere offers te be
sparen. 2. De groote reeds geleden verliezen der
Belgische natie. 3. Het inzicht, dat de Geallieer
den niet zoo zeer streefden naar de verdediging
der onafhankelijkheid en het lot van België,
als veeleer alle middelen van België aan men-
schen, wapens en financiën trachtten uit te
buiten voor het behoud en de verdediging van
hun eigen gebieden en hun eigen groote im
peria. Er kan geen twijfel aan bestaan, zoo gaat
het blad verder, dat de Koning de houding der
Britsche troepen op juiste waarde heeft ge
schat. De Engelschen hebben duidelijk hun voor
nemen te kennen gegeven om naar huis terug
te keeren, terwijl de Belgen voor hen vechten
en hun terugtocht met zware offers moesten
dekken. Voorts hebben de Engelschen, zonder
rekening te houden met leven en eigendom der
Belgische burgers zich schuldig gemaakt aan
zware verwoestingen. Het bewijs daarvoor is
Brussel, waar de Engelschen, ofschoon het een
erkend open stad betrof, bruggen in de lucht
lieten vliegen en met springstoffen de huizen
vernielden en burgers doodden. De Koning
heeft, in tegenstelling tot de gevluchte minis
ters, op het slagveld den roep van zijn volk
gehoord en er gevolg aan gegeven.
Met onberaden woorden, zoo schrijft het blad
verder, heeft Reynaud heden willen spreken van
„verraad". De Koning heeft niemand verraden,
want België heeft niet den plicht zichzelf te
vernielen voor de redding van Frankrijk en
Engeland. Wederom zijn de Engelschen en
Franschen, die dezen Europeeschen oorlog- wil
den, gedwongen slag te leveren met hun eigen
menschen en hun eigen middelen en wel zon
der inschakeling van vreemde naties of bloks.
(Zie vervolg pagina 2)
LONDEN, 28 Mei (D.N.B.) Churchill
heeft Dinsdag in het Engelschc Lagerhuis
zijn aangekondigde redevoering uitgespro
ken. Allereerst deelde hij de capitulatie van
het Belgische leger door Koning Leopold
mede. Hij vervolgde toen: „De Britsche en
de Fransche regecringen hebben daartegen
over hun generaals onmiddellijk bevolen zich
verre te houden van dit optreden en de
operaties voort te zetten. Het Duitsche
opperbevel heeft toegestemd in de Belgische
capitulatie. Het Belgische leger heeft sedert
hedenochtend vier uur opgehouden den
Duitschers tegenstand te bieden.
De Belgische regeering heeft zich niet solli-
dair verklaard met deze .handeling van koning
Leopold en heeft in allen vorm bekend gemaakt,
dat zij vastbesloten is den oorlog voort te zetten
aan den kant van de Geallieerden. De toestand
der Britsche en Fransche legers, die in een der
heftigste veldslagen gewikkeld zijn, en van drie
kanten benevens uit de lucht ingesloten zijn, is
vanzelfsprekend buitengewoon ernstig. De over
gave van het Belgische leger vergroot het ern
stige gevaar. Maar de Engelsche troepen hebben
een goede stemming en vechten. Vloot en lucht
vloot verleenen dezen legers krachtige onder
steuning. Hij (Churchill) zal het Huis een ver
klaring afleggen over den algemeenen toestand,
wanneer het resultaat van den ontzaglijken
strijd, die thans geleverd wordt, bekend is en
overzien kan worden. Dit zal waarschijnlijk niet
voor het begin van de volgende week zijn. In
middels zal het Huis er goed aan doen zich
voor te bereiden op harde en zware tijden".
Het Duitsche Nieuwsbureau deelt verder
mede over de stemming in Engeland: Een
toenemende onrust drukte de laatste da
gen het Britsche volk. Men hoorde niets
meer over de gevechten in het Westen, men
vermoedde slechts, dat erge dingen in
voorbereiding waren. Niettemin verwachtte
niemand in Engeland een dergelijke jobs
tijding.
De capitulatie van het Belgische leger heeft
de openbare meening in Engeland volkomen
verrast. De stemming is onbeschrijfelijk, overal
in het geheele land heerscht de grootste neer
slachtigheid. In officieele Londensche kringen
is men volkomen radeloos. Groote vrees komt
tot uiting voor het lot van de Britsche troepen,
die tezamen met de Fransche, en tot dusver
ook met de Belgische strijdkrachten, in België
streden. Geen enkele autoriteit in Engeland of
Frankrijk heeft tot nu toe een duidelijke ver
klaring afgelegd naar aanleiding van deze
kwestie.
In militaire Engelsche kringen heeft het be
richt van de capitulatie van het Belgische
leger niet alleen de diepste neerslachtigheid
doch tevens ook onbeschrijfelijke woede ont
ketend.
Men had er zich geheel op verlaten, dat de
Belgen tot den laatsten man voor Engeland
zouden strijden. Men wist wei, dat België ver
loren was, ja men rekende er zelfs op, dat ook
Frankrijk op den duur niet meer tegenover
den Duitschen druk kon standhouden, maar
de plotselinge capitulatie van het Belgische
leger past niet in de Britsche berekening om
tijd te winnen.
De angst, dat de vijand thans tot den aan
val op Engeland zelf zal overgaan, heeft in
Engeland zijn hoogtepunt bereikt.
In Londen beweert men, dat men aan de
zijde der Geallieerden niets van het besluit tot
capitulatie van den Koning der Belgen heeft
geweten, dat men volkomen verrast is en dat
de Koning over het hoofd van zijn eigen
ministers heen die zich bijtijds, reeds ge
durende het jongste weekeinde, te Londen in
veiligheid hadden gebracht bevel tot de
capitulatie heeft gegeven.
Uit betrouwbare bron verluidt echter, dat
van beslissenden invloed op het besluit van
den Koning der Belgen geweest zijn de vreese-
Iijke vernielingen, welke de Engelschen in Bel
gië, klaarblijkelijk volkomen stelselmatig, heb
ben aangericht.
Naar verder bekend y^u'dt, zou de plotse
linge reis van generaal Weygand naar het Bel
gische strijdgebied uitsluitend de kwestie van
de Belgische capitulatie hebben betroffen. Het
heeft - er dus allen schijn van, dat in tegen
stelling tot hetgeen Parijs en Londen bewe
ren, desbetreffende onderhandelingen tusschen
Koning Leopold en de officieele kringen in
Londen en Parijs Zondag j.l. reeds gaande
waren.
Ook het onderhoud, dat lord Halifax Zon
dagmiddag met Pierlot, alsmede met Spaak,
heeft gehad zou uitsluitend hebben geloopen
over het besluit van den Belgischen koning:
den zinloozen strijd tegen de Duitsche troepen
op te geven.
De Londensche correspondent van het Fin
sche blad „Helsingin Sanomat" schrijft, dat
men in Londen thans heeft ingezien, dat de
tijd niet voor, doch tegen Engeland' gewerkt
heeft. De angst voor gevaren neemt in Engeland
meer en meer toe. Het aantal gebouwen, dat
met. prikkeldraad en zakken zand wordt gebar
ricadeerd, neemt voordurend toe. In de stra
ten worden steeds meer mitrailleurposten op
gesteld. De correspondent vestigt er de aan
dacht op, dat men in Londen tusschen de fei
telijke gebeurtenissen in Vlaanderen en de
openbare meening een gordijn heeft geschoven.
Veelbeteekenend wordt het geacht, dat de En
gelsche militaire deskundigen over den toe
stand geen commentaar publiceeren.
PARIJS, 28 Mei (D.N.B.). Het bericht van de
capitulatie van het Belgische, leger heeft in po
litieke kringen te Parijs de grootste onrust en
terneergeslagenheid gewekt. Men verheelt zich
niet, dat Frankrijk en Engeland zich na 't neer
leggen der wapenen door het Belgische leger in
een veel ernstiger toestand bevinden dan ooit
te voren. Zelfs Weygand zou, naar men hier
vertelt, den toestand van Frankrijk als in den
hoogsten graad in gevaar gebracht hebben aan
geduid. Reeds voor het bekend maken van de
capitulatie van België door Reynaud gaven de
militaire critici van de dagbladen Matin, Fi
garo, Journal, Petit Parisien en Jour toe, dat
de toestand der Fransch-Engelsche legers in
het Noorden wanhopig is. Zij schreven, dat
de groote slag in Vlaanderen op zijn hoogte
punt is gekoimen en dat de troepen der Weste
lijke mogendheden aanvallen van de grootste
felheid het hoofd moesten bieden. Het opper
bevel, zoo schreven de Jour en de Petit Pari
sien, heeft zich gedwongen gezien bevel te
geven voor een nieuw terugtrekken der troepen
De Matin en de Figaro leggen er den nadruk
op, dat de Duitsche aanvallen uiterst heftig
zijn en dat Duitschland zijn strijdkrachten aan
de „tegenover Engeland liggende kust" wil op
stellen.
Alle Fransche avondbladen keeren zich met
ongehoorde felheid tegen Koning Leopold, dien
zjj bedelven onder alle mogelijke beleedigingen
en scheldwoorden.
^JIIllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllir:
ASSURANTIEBEZORGERS
belasten zich niet het sluiten van
verzekeringen bij Nederlanilsehe E
Maatschappijen
DAMRAK 61) AMSTERDAM C.
Telef. 45014 45016
nu ii ii Minimin in ui min ui in lil li ui ii in hui ui i muil in in in ii uil in HiiF
BERLIJN, 28 Mei (D.N.B.) Het frontbericht
van het D.N.B. van Dinsdag luidt als volgt:
De capitulatie, die door den Koning dei-
Belgen gisteren is aangeboden en waarin de
geëischtc onvoorwaardelijke overgave werd
aangeboden, trekt de slotstrecp onder dch
Engelschen oorlog op Belgischen bodem. De
Engelschen hadden gehoopt de beslissing
op het Bclgisch-Nederlandschc voorterrein
tot stand te brengen, nadat hun voornemen
om van daar een aanval op het Duitsche
Roergebied te ondernemen door den blik
semsnellen Duitschen slag terug verijdeld
was.
Een beslissing is gevallen, maar zij brengt
het tegendeel van datgene, wat de Britten
hoopten. Zelfs met hulp van de bondgenooten
is het hun niet gelukt de Duitsche troepen be
langrijk op te houden. Veeleer werden de En
gelschen volkomen verslagen.
De Britsche troepen, dis over het Kanaal
naar Engeland terug gebracht konden worden,
zijn voor het grootste deel hals over kop en met
achterlating van hun wapens en hun tros in
gescheept. Tijdens de Noorsche onderneming
hebben, de Engelschen het begrip der „succes
volle wederinscheping" een stempel gegeven.
Voor de houding der Engelsche troepen bestaat
echter alleen het woord „vlucht".
Op het vasteland laten zij, evenals in Noor
wegen, behalve duizenden gevangenen, wapens
en gereedschap, alleen gemengde gevoelens
achter bij de troepen, die zij aan zij met hen
moesten strijden, en bij de bevolking, die ge
tuige moest zijn van de machtelooze vernie
lingswoede der naar de inschepingshavens
stroomende Britsche colonnes.
De strijd tot den laatsten Belg heeft den
Engelschen geenerlei nut gebracht. Het was de
hoogste tijd, dat de Belgen er van af zagen
zich volledig op te offeren voor de Westelijke
mogendheden. De Belgische troepen hebben
dapper gestreden, in het algemeen gezien zelfs
het dapperst van de ingesloten legers. De
overwinning heeft van Duitsche zijde volledige
krachtsinspanning gekost. Steeds weer heeft de
Duitsche infanterie aangevallen, tot de sterkste
stellingen doorbroken en de vertwijfelde afweer
bedwongen was. De korte constateering van het
legerbericht van vandaag, dat Duitsche infan
teristen acht vijandelijke batterijen hebben be
stormd en in een strijd van nabij genomen
hebben, werpt een indrukwekkend licht op den
heroïeken strijd, dien de Duitsche infanteristen
met doodsverachting tot aan de overwinning
hebben doorstaan.
In de Noord-Fraiubh-Belgische ruimte neemt
de ontwikkeling van den militairen toestand
thans een snel tempo aan. De gebeurtenissen
volgen elkander snel op, de Duitsche troepen
dringen opeen breed front den tegenstander
bijeen, het laatste bedrijf van deze worsteling
zal wel spoedig ten einde zijn.
Zonder effect blijven de pogingen der Fran
schen om door aanvallen op het Zuidelijk front
hun ingesloten landslieden verlichting te bren
gen. Deze aanvallen, waaruit geen groot opge
zet plan blijkt, werden volkomen afgeslagen.
Met de vernietiging van 30 vijandelijke pant
serwagens door weinige stuks afweergeschut is
het vonnis geveld over de vijandelijke pantser
wagens.
Het Duitsche Nieuwsbureau heeft verder nog
bijzonderheden ontvangen van het front over
den snellen terugtocht der Fransche troepen.
Deze trekken zoo snel terug, dat zij nauwelijks
tijd hebben zeer belangrijk en daarmede zeer
waardevol oorlogsmateriaal mede te nemen.
De buit, welken de oprukkende Duitsche sol
daten de laatste dagen gemaakt hebben. is
daarom ook dienovereenkomstig groot. Zoo is
hun o.a. ook een groot deel van de Franklin-
stichting in handen gevallen, welke uit medi
sche inrichtingen bestaat. Reusachtige uitste
kend ingerichte veld-lazaretten hebben de
Franschen laten staan, waarin thans verwonde
Duitsche soldaten door Duitsch personeel ver
pleegd worden.
Een arts verhaalde aan den berichtgever, da)
Fransche vliegers op dit lazaret bommen wilden
werpen. De chauffeurs van de ziekenauto's wa
ren Amerikanen, die echter geen woord En-
gelsch spraken. Het waren n.l. Poolsche en
Tsjechische emigranten.
In dezelfde plaats bevond zich ook een ach
tergebleven lazaret met Fransche gewonden.
Het sprak vanzelf, dat de Duitsche militaire
autoriteiten den Franschen artsen toestonden
hun gewonde landgenooten te blijven verplegen.
Er is een nieuwe morgen aan
gebroken en we moeten ons zelf goed
voor oogen houden, dat de dag van
gisteren voorbij is en een nieuwe dag
met nieuwe eischen en verplichtingen
ons roept. De nieuwe tijd is geweldig
en we dienen ons los te maken vqn al
het kleine, van al het onnutte, dat
onzen geest te zeer in beslag nam en
onze daadkracht belemmerde. Wan
neer er bij het aanbreken van een
nieuwen dag na een donkeren nacht
één lichtpunt aan den hemel is, dan
is het de noodzaak ons zelf geestelijk
beter te maken, ons te ontdoen vol
gens het schriftuurwoord van den
ouden zuurdeesem en een betere ge
meenschap op te bouwen, allereerst
door ons zelf te verbeteren. Alles wat
verdeelde moeten we achter ons laten,
alle wantrouwen en vijandschap doen
ophouden en onze eenheid demon-
streeren door goeden wil en nobele
daden.
Een nieuwe dag is aangebroken en
we moeten den nieuwen tijd verstaan
door als karaktervolle menschen van
den nieuwen dag, welken God ons
geeft, het allerbeste te maken, weg
werpend al het kleingeestige en be
trachtende het groote, waartoe God
ons heden roept.
Ter toelichting van het gebod tot
inlevering van „Reichsmarknoten
wordt het volgende medegedeeld:
Onder deze „Reichsmarknoten'
worden ui tsluitend verstaan
de thans in Duitschland gangbare
bankbiljetten. Reichskreditkassen-
scheine zijn wettig betaalmiddel en
dientengevolge niet aan het gebod
onderworpen. Ook op de „Renten;
bank"-biljetten van 12 en 5 Ren-
tenmark is het onderhavig gebod
niet van toepassing.
De circulatie van in Nederland aanwezige
Duitsche „Reichsmarknoten" kam, aange
zien hier te lande uitsluitend het Neder
landsche geld en de Reichskreditkassen-
scheine wettig betaalmiddel zijn, niet wor
den gedoogd. De mogelijkheid bestaat, dat
deze Duitsche bank- en muntbiljetten, in
strijd met het belang van het Duitsche en
Nederlandsche economische leven, naar
het Duitsche rijksgebied zouden worden
overgebracht, aangezien deze biljetten
slechts daar in betaling kunnen worden
gegeven. Teneinde te voorkomen, dat deze
biljetten naar het Duitsche gebied worden
overgebracht hetgeen volgens de Duit
sche wet verboden is bleek het noodig,
de in Nederland aanwezige Duitsche
„Reichsmarknoten" aan de circulatie te
onttrekken. Het is niet de bedoeling, hier
door op het eigendomsrecht van den be
trokkene inbreuk te maken.
De banken, alwaar de inlevering is geschied,
zijn verplicht, zoowel de ingeleverde biljetten
als die, welke zich in haar eigen bezit bevin
den, aan het einde van den inleveringstermijn
onverwijld over te dragen aan de Nederland
sche Bank N.V., de .Reichsmarknoten", door
de Nederlandsche Bank verzameld, zullen door
haar aan het departement van Financiën in
bewaring worden gegeven.
Aan hen, die kunnen aantoonen, dat zij n a
10 Mei 1940 te goeder trouw „Reichsmarkno
ten" in betaling hebben aangenomen, wordt
gelegenheid gegeven, binnen den inleverings
termijn de inwisseling daarvan in „Reichskre-
ditkassenschetne" bij de „Reichskreditkassen"
en bij de door deze daartoe gemachtigde
instanties te verzoeken. Welke instanties
hiervoor in aanmerking komen, zal nader
bekend gemaakt worden. Indien degene, die
te goeder trouw de „Reichsmarknoten" ont
vangen heeft, niet in de gelegenheid is, vóór
den afloop van den inleveringstermijn de in
wisseling te verkrijgen, dan moet hij de bil
jetten bij een der in het besluit genoemde
banken inleveren. Hij kan tegelijkertijd het
verzoek doen, de inwisseling achteraf nog-
toe te staan
Met nadruk wordt de aandacht er op ge
vestigd, dat het verhandelen van „Reichs
marknoten" aan ingezetenen ingevolge ar
tikel 3 en aan niet-ingezetenen ingevolge
artike 4> van het besluit tot het treffen
van een deviezennoodmaatregel van 10 Mei
1940 verboden is en overeenkomstig arti
kel 7 van dat besluit wordt gestraft.
ROME, 28 Mei (D.N.B De Albaansche
minister-president, Verlaci, heeft heden in een
telegram aan den Italiaanschen minister van
Buiten!andsche Zaken, graaf Ciano, verklaard,
dat „het volk van Albanië bereid is om op
zijn bevel en voor den hoogeren roem van den
Koning en Keizer en van het fascistische im
perium a)s een man op te staan. Verlaci ver
zocht graaf Ciano deze houding van het Al
baansche tolk ter kennis van Mussolini te
brengen.