Het burgerlijk bestuur in Nederland De Duitsche pers over de overwinning in België Churchill licht Lagerhuis in over dit belangrijke feit Het einde van den strijd op Belgischen bodem Plechtigheid in de Ridderzaal Inlevering van Reichsmarknoten Rijksminister dr. Seyss-Inquart, Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebiedenzal hedenmorgen dit gezag aanvaarden DE „PRES. ROOSEVELT ONDERWEG WAARDEERING VOOR 's KONINGS BESLUIT Belgisch leger deed tot het laatst zijn plicht Na de capitulatie der Belgen De Engelschen door de gebeurtenissen verrast; neerslachtigheid onder de bevolking DE STEMMING IN PARIJS I HEERKENS THIJSSEN Co. I Duitsche troepen niet belangrijk opgehouden VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS WOENSDAG 29 ME11940 - OCHTENDBLAD BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: NASSAULAAN 51 - TEL. 15866 - GIRO 22884 Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling)voor Haarlem 25 cent per week; per kwartaal 1 3.25. Bij onze Agenten 27i/2 ct. per week, per kwartaal f 3.58 DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 22411 In een plechtige bijeenkomst in de Ridderzaal zal de Rijks commissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden, Rijksminister dr. Seyss-Inquart, hedenmorgen het burgerlijk regeeringsgezag over het door de Duitsche troepen bezette Nederlandsche gebied aan vaarden. Bij deze plechtigheid zullen vele Duitsche en Nederland sche autoriteiten aanwezig zijn, onder wie de secretarissen-generaal van de Nederlandsche departementen, de Duitsche militaire bevel hebber in Nederland en België, voorts de heer Amann, rijksleider van de Duitsche pers, en verscheidene anderen. Op het Binnenhof zullen eerecompagnieën de afzetting vormen voor de voorname ge- noodigden, die door de poort van het Buitenhof af zullen aankomen. De plechtigheid zal een half uur tot drie kwartier duren. Dr. Seyss-Inquart Roemeensch gezant in Berlijn Amerika wijst de oorlogvoe renden op de bestemming van dit schip Helsinki's beteekenis als Oostzeehaven De uitwisseling van Finsche en Russische krijgsgevangenen De indruk in Italië Parijs terneergeslagen De nieuwe morgen Circulatie van in Duitschland gang bare bankbiljetten kan hier niet worden gedoogd Albaansche betuiging van trouw NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 ct., Ingez. mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voer prijzen der „Omroepers" zie de rubriek BOEKAREST, 28 Mei (D.N.B.) In de Roe- meensche staatscourant is heden een koninklijk decreet verschenen, waarbij Alexander Romalo. tot dusverre directeur van de Roemeensche ver zekeringsmaatschappij Dacia, benoemd wordt tot Roemeensch gezant in Berlijn. Crutzeseoe, die tot dusverre gezant in Berlijn was, is be noemd tot ambassadeur in Ankara, in plaats van Stoica, die tot onderstaatssecretaris in het ministerie voor de Propaganda is benoemd 'tf BERLIJN, 28 Mei (D.N.B.) De regeering van de Vereenigde Staten van Amerika heeft door middel van haar ambassades den regee ringen der oorlogvoerende landen officieel medegedeeld, dat het Amerikaansche mailschip „President Roosevelt" 24 Mei van New York vertrokken is, met bestemming Galway in Ier land voor het afhalen van Amerikaansche staatsburgers uit Europa. De Amerikaansche regeering sprak de hoop uit dat het onbewa pende schip, dat niet in convooi vaart, 's nachts verlicht is en duidelijk nationaliteitskenteeke- nen draagt, niet door maatregelen der zeestrijd krachten der oorlogvoerende mogendheden lastig gevallen zal worden. De rijksregeering heeft daarop de Ameri kaansche ambassade te Berlijn het volgende medegedeeld Schepten, die hun reizen op de door de Ame rikaansche regeering aangegeven wijze volbren gen, staan, overeenkomstig de beginselen van de Duitsche oorlogvoering, aan geen enkel ge vaar van de Duitsche zeestrijdkrachten bloot. Met het oog op het feit. dat dit Amerikaan sche schip vaart in de oorlogszone, die anders door Amerikaansche schepen vermeden wordt, heeft de Duitsche regeering haar strijdkrach ten op de hoogte gebracht van de voorgenomen reis van dit schip en strikte bevelen ge geven, dat dit schip zonder gehinderd te worden, op welke wijze dan ook, zijn reis kan volbrengen. Overigens bevinden zich op de route, welke het schip zoowel op de heen- als de terugreis bevaart, geen Duitsche strijdkrach ten. Eenigerlei in gevaar brengen van het Amerikaansche schip van Duitsche zijde is daarom uitgesloten. De rijksregeering heeft echter daarenboven de Amerikaansche ambas sade op berichten gewezen, die reeds in de pers zijn gepubliceerd en die overeenstemmen met zekere door de rijksregeering ontvangen informaties volgens welke door de regeeringen der landen, die met Duitschland in oorlog zijn, een aanslag op de „President Roosevelt" be raamd is en wordt voorbereid. In verband met het feit, dat de vijanden.van Duitschland om doorzichtige redenen reeds twee maal hebben geprobeerd, door het plegen van aanslagen op schepen met Amerikaansche pas sagiers en de schuld hieraan Duitschland toe te dichten, de Duitsch-Amerikaansche betrek kingen te verstoren, heeft de rijksregeering de Vereenigde Staten op deze berichten opmerk zaam gemaakt. Zij heeft daarbij uitdrukking gegeven aan de verwachting, dat de Ameri kaansche regeering, die zelf toch het grootste belang heeft bij het levensbehoud van haar staatsburgers, daarom ook van haar kant alles zal doen ter vermijding van een verstoring der Duitsch-Amerikaansche betrekkingen en door dienovereenkomstige maatregelen dergelijke misdadige plannen van de vijanden van Duitschland zal verijdelen. HELSINKI, 28 Mei (D.N.B.) Op de jaar- Hjksche bijeenkomst van de Finsche Kamer van Koophandel in Helsinki heeft de voorzit ter dr. Ramsay, medegedeeld, dat de haven van Helsinki door den afstand der gebieden aan Rusland vooral gewonnen heeft aan beteekenis als invoer- en omslaghaven voor het land. Op het oogenblik is Helsinki in de eerste plaats Oostzeehaven. Om de versterkte taken ten uit voer te leggen is het noodig kaden ter lengte van 2500 M. aan te leggen. Het Finsche telegraaf-agentsehap deelt mede, dat thans de uitwisseling van -Finsche en Rus sische krijgsgevangenen ten einde is. Van Fin sche zijde werden 5468 krijgsgevangenen en van Russische zijde 825 Finsche krijgsgevange nen uitgewisseld. Onder de laatsten bevonden zich vijf Zweedsche vrijwilligers. De Russische dienstinstanties hebben den Finschcn autoritei ten medegedeeld, dat daarmede alle krijgsge vangenen zijn uitgewisseld. BERLIJN, 28 Mei KD.N.B.). De geheele Duitsche pers staat, zooals te begrijpen valt, geheel in het teeken van de capitulatie van België. De opschriften in bijzonder groote let ters duiden reeds uiterlijk op dit ge beuren, dat onwillekeurig met onweer staanbare kracht alle blikken tot zich trekt. Alle bladen beginnen hun commen taar op de geweldige overwinning der Duit sche wapenen met te wijzen op den weder om merkwaardigen samenloop van omstan digheden, dat het noodlottige getal van achttien moeilijke dagen van strijd wederom voldoende was de capitulatie van een land af te dwingen. ih achttien dagen, zoo schrijft de Deutsche Allgemeine Zeitung, werd het Foolsche leger verslagen. In wederom achttien dagen sedert het begin van het Duitsche offensief, heeft thans ook, na de capitulatie van Holland, het Belgische leger opgehouden te bestaan, niettegenstaande het Fransche Noordelijke leger en het geheele Britsche expeditieleger, te hulp waren gesneld, zoo begint de commentaar van de Berliner Lokal-Anzeiger. Eenstemmig komt in de bladen tot uiting, dat de Belgische Koning zich in zijn hou ding waardig heeft getoond en dat hij zijn soldaten en daarmede zijn volk de onver mijdelijke offers aan bloed, die bij den toe stand der Geallieerde legers 'n onontkoom bare massamoord zouden hebben beteekend, alsmede den val in den afgrond tegen den wil zijner ministers te elfder ure heeft wil len besparen. De rede van den Franschen minister-presi dent met haar hatelijke aanvallen op Koning Lèopold ontmoet in de Duitsche pers slechts de verachting van het Duitsche volk. Men ziet in deze verklaringen van Reynaud slechts het zoeken van ëen zondenbok in deze voor de Wes telijke mogendheden wanhopige uren, waarop de plutocratische oorlogsdrijvers den geheelen last der verantwoording voor hun militair falen zouden kunnen afwentelen. Zij hebben waarachtig niet het recht, zoo schrijft het Hamburger Fremdenblatt, in op stand te komen tegen het besluit van een mo narch, die tot het laatste bij zijn troepen is gebleven en wiens eenige fout berust op het feit, dat hij niet de kracht bezat zijn betere poli tieke inzichten te doen gelden tegenover de tot oorlog drijvende politiek van de door hem be roepen regeering. Die mannen, die zich thans hebben.aan gesloten bij de steeds toenemende emigran- ten-vereeniging in Londen, hebben niet het recht zich te beroepen op het Belgische volk, dat alleen wordt vertegenwoordigd door hét Belgische leger, dat tot het laatst zijn plicht heeft gedaan aan het front in Vlaanderen. De in de late ochtenduren in de Italiaansche hoofdstad bekend geworden capitulatie van België is de bevolking terstond met extra edi ties bekend gemaakt. De kranten werden den verkoopers uit de handen gescheurd. „Het Bel gische leger legt de wapens neer. Koning Leo pold beveelt de capitulatie van het Belgische leger. België heeft de Franschen en Engelschen opgegeven" zoo luiden de reusachtige opschrif ten der extra-edities. Overal ziet men groepen, die dezen nieuwen zwaren slag voor Engeland en Frankrijk leven dig bespreken, en die openlijk uitdrukking geven aan hun voldcening over het nieuwe, gewel dige succes van het bevriende Duitschland. De „Giornale d'Italia" noemt de handelwijze van den Koning der Belgen een „daad van groote politiek en menschelijk verstand." Drie motieven hebben den Koning aanleiding gege ven tot zijn besluit, zoo meent het blad: 1 De wil om zijn volk in een doelloozen strijd eeb verder bloedvergieten en verdere offers te be sparen. 2. De groote reeds geleden verliezen der Belgische natie. 3. Het inzicht, dat de Geallieer den niet zoo zeer streefden naar de verdediging der onafhankelijkheid en het lot van België, als veeleer alle middelen van België aan men- schen, wapens en financiën trachtten uit te buiten voor het behoud en de verdediging van hun eigen gebieden en hun eigen groote im peria. Er kan geen twijfel aan bestaan, zoo gaat het blad verder, dat de Koning de houding der Britsche troepen op juiste waarde heeft ge schat. De Engelschen hebben duidelijk hun voor nemen te kennen gegeven om naar huis terug te keeren, terwijl de Belgen voor hen vechten en hun terugtocht met zware offers moesten dekken. Voorts hebben de Engelschen, zonder rekening te houden met leven en eigendom der Belgische burgers zich schuldig gemaakt aan zware verwoestingen. Het bewijs daarvoor is Brussel, waar de Engelschen, ofschoon het een erkend open stad betrof, bruggen in de lucht lieten vliegen en met springstoffen de huizen vernielden en burgers doodden. De Koning heeft, in tegenstelling tot de gevluchte minis ters, op het slagveld den roep van zijn volk gehoord en er gevolg aan gegeven. Met onberaden woorden, zoo schrijft het blad verder, heeft Reynaud heden willen spreken van „verraad". De Koning heeft niemand verraden, want België heeft niet den plicht zichzelf te vernielen voor de redding van Frankrijk en Engeland. Wederom zijn de Engelschen en Franschen, die dezen Europeeschen oorlog- wil den, gedwongen slag te leveren met hun eigen menschen en hun eigen middelen en wel zon der inschakeling van vreemde naties of bloks. (Zie vervolg pagina 2) LONDEN, 28 Mei (D.N.B.) Churchill heeft Dinsdag in het Engelschc Lagerhuis zijn aangekondigde redevoering uitgespro ken. Allereerst deelde hij de capitulatie van het Belgische leger door Koning Leopold mede. Hij vervolgde toen: „De Britsche en de Fransche regecringen hebben daartegen over hun generaals onmiddellijk bevolen zich verre te houden van dit optreden en de operaties voort te zetten. Het Duitsche opperbevel heeft toegestemd in de Belgische capitulatie. Het Belgische leger heeft sedert hedenochtend vier uur opgehouden den Duitschers tegenstand te bieden. De Belgische regeering heeft zich niet solli- dair verklaard met deze .handeling van koning Leopold en heeft in allen vorm bekend gemaakt, dat zij vastbesloten is den oorlog voort te zetten aan den kant van de Geallieerden. De toestand der Britsche en Fransche legers, die in een der heftigste veldslagen gewikkeld zijn, en van drie kanten benevens uit de lucht ingesloten zijn, is vanzelfsprekend buitengewoon ernstig. De over gave van het Belgische leger vergroot het ern stige gevaar. Maar de Engelsche troepen hebben een goede stemming en vechten. Vloot en lucht vloot verleenen dezen legers krachtige onder steuning. Hij (Churchill) zal het Huis een ver klaring afleggen over den algemeenen toestand, wanneer het resultaat van den ontzaglijken strijd, die thans geleverd wordt, bekend is en overzien kan worden. Dit zal waarschijnlijk niet voor het begin van de volgende week zijn. In middels zal het Huis er goed aan doen zich voor te bereiden op harde en zware tijden". Het Duitsche Nieuwsbureau deelt verder mede over de stemming in Engeland: Een toenemende onrust drukte de laatste da gen het Britsche volk. Men hoorde niets meer over de gevechten in het Westen, men vermoedde slechts, dat erge dingen in voorbereiding waren. Niettemin verwachtte niemand in Engeland een dergelijke jobs tijding. De capitulatie van het Belgische leger heeft de openbare meening in Engeland volkomen verrast. De stemming is onbeschrijfelijk, overal in het geheele land heerscht de grootste neer slachtigheid. In officieele Londensche kringen is men volkomen radeloos. Groote vrees komt tot uiting voor het lot van de Britsche troepen, die tezamen met de Fransche, en tot dusver ook met de Belgische strijdkrachten, in België streden. Geen enkele autoriteit in Engeland of Frankrijk heeft tot nu toe een duidelijke ver klaring afgelegd naar aanleiding van deze kwestie. In militaire Engelsche kringen heeft het be richt van de capitulatie van het Belgische leger niet alleen de diepste neerslachtigheid doch tevens ook onbeschrijfelijke woede ont ketend. Men had er zich geheel op verlaten, dat de Belgen tot den laatsten man voor Engeland zouden strijden. Men wist wei, dat België ver loren was, ja men rekende er zelfs op, dat ook Frankrijk op den duur niet meer tegenover den Duitschen druk kon standhouden, maar de plotselinge capitulatie van het Belgische leger past niet in de Britsche berekening om tijd te winnen. De angst, dat de vijand thans tot den aan val op Engeland zelf zal overgaan, heeft in Engeland zijn hoogtepunt bereikt. In Londen beweert men, dat men aan de zijde der Geallieerden niets van het besluit tot capitulatie van den Koning der Belgen heeft geweten, dat men volkomen verrast is en dat de Koning over het hoofd van zijn eigen ministers heen die zich bijtijds, reeds ge durende het jongste weekeinde, te Londen in veiligheid hadden gebracht bevel tot de capitulatie heeft gegeven. Uit betrouwbare bron verluidt echter, dat van beslissenden invloed op het besluit van den Koning der Belgen geweest zijn de vreese- Iijke vernielingen, welke de Engelschen in Bel gië, klaarblijkelijk volkomen stelselmatig, heb ben aangericht. Naar verder bekend y^u'dt, zou de plotse linge reis van generaal Weygand naar het Bel gische strijdgebied uitsluitend de kwestie van de Belgische capitulatie hebben betroffen. Het heeft - er dus allen schijn van, dat in tegen stelling tot hetgeen Parijs en Londen bewe ren, desbetreffende onderhandelingen tusschen Koning Leopold en de officieele kringen in Londen en Parijs Zondag j.l. reeds gaande waren. Ook het onderhoud, dat lord Halifax Zon dagmiddag met Pierlot, alsmede met Spaak, heeft gehad zou uitsluitend hebben geloopen over het besluit van den Belgischen koning: den zinloozen strijd tegen de Duitsche troepen op te geven. De Londensche correspondent van het Fin sche blad „Helsingin Sanomat" schrijft, dat men in Londen thans heeft ingezien, dat de tijd niet voor, doch tegen Engeland' gewerkt heeft. De angst voor gevaren neemt in Engeland meer en meer toe. Het aantal gebouwen, dat met. prikkeldraad en zakken zand wordt gebar ricadeerd, neemt voordurend toe. In de stra ten worden steeds meer mitrailleurposten op gesteld. De correspondent vestigt er de aan dacht op, dat men in Londen tusschen de fei telijke gebeurtenissen in Vlaanderen en de openbare meening een gordijn heeft geschoven. Veelbeteekenend wordt het geacht, dat de En gelsche militaire deskundigen over den toe stand geen commentaar publiceeren. PARIJS, 28 Mei (D.N.B.). Het bericht van de capitulatie van het Belgische, leger heeft in po litieke kringen te Parijs de grootste onrust en terneergeslagenheid gewekt. Men verheelt zich niet, dat Frankrijk en Engeland zich na 't neer leggen der wapenen door het Belgische leger in een veel ernstiger toestand bevinden dan ooit te voren. Zelfs Weygand zou, naar men hier vertelt, den toestand van Frankrijk als in den hoogsten graad in gevaar gebracht hebben aan geduid. Reeds voor het bekend maken van de capitulatie van België door Reynaud gaven de militaire critici van de dagbladen Matin, Fi garo, Journal, Petit Parisien en Jour toe, dat de toestand der Fransch-Engelsche legers in het Noorden wanhopig is. Zij schreven, dat de groote slag in Vlaanderen op zijn hoogte punt is gekoimen en dat de troepen der Weste lijke mogendheden aanvallen van de grootste felheid het hoofd moesten bieden. Het opper bevel, zoo schreven de Jour en de Petit Pari sien, heeft zich gedwongen gezien bevel te geven voor een nieuw terugtrekken der troepen De Matin en de Figaro leggen er den nadruk op, dat de Duitsche aanvallen uiterst heftig zijn en dat Duitschland zijn strijdkrachten aan de „tegenover Engeland liggende kust" wil op stellen. Alle Fransche avondbladen keeren zich met ongehoorde felheid tegen Koning Leopold, dien zjj bedelven onder alle mogelijke beleedigingen en scheldwoorden. ^JIIllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllir: ASSURANTIEBEZORGERS belasten zich niet het sluiten van verzekeringen bij Nederlanilsehe E Maatschappijen DAMRAK 61) AMSTERDAM C. Telef. 45014 45016 nu ii ii Minimin in ui min ui in lil li ui ii in hui ui i muil in in in ii uil in HiiF BERLIJN, 28 Mei (D.N.B.) Het frontbericht van het D.N.B. van Dinsdag luidt als volgt: De capitulatie, die door den Koning dei- Belgen gisteren is aangeboden en waarin de geëischtc onvoorwaardelijke overgave werd aangeboden, trekt de slotstrecp onder dch Engelschen oorlog op Belgischen bodem. De Engelschen hadden gehoopt de beslissing op het Bclgisch-Nederlandschc voorterrein tot stand te brengen, nadat hun voornemen om van daar een aanval op het Duitsche Roergebied te ondernemen door den blik semsnellen Duitschen slag terug verijdeld was. Een beslissing is gevallen, maar zij brengt het tegendeel van datgene, wat de Britten hoopten. Zelfs met hulp van de bondgenooten is het hun niet gelukt de Duitsche troepen be langrijk op te houden. Veeleer werden de En gelschen volkomen verslagen. De Britsche troepen, dis over het Kanaal naar Engeland terug gebracht konden worden, zijn voor het grootste deel hals over kop en met achterlating van hun wapens en hun tros in gescheept. Tijdens de Noorsche onderneming hebben, de Engelschen het begrip der „succes volle wederinscheping" een stempel gegeven. Voor de houding der Engelsche troepen bestaat echter alleen het woord „vlucht". Op het vasteland laten zij, evenals in Noor wegen, behalve duizenden gevangenen, wapens en gereedschap, alleen gemengde gevoelens achter bij de troepen, die zij aan zij met hen moesten strijden, en bij de bevolking, die ge tuige moest zijn van de machtelooze vernie lingswoede der naar de inschepingshavens stroomende Britsche colonnes. De strijd tot den laatsten Belg heeft den Engelschen geenerlei nut gebracht. Het was de hoogste tijd, dat de Belgen er van af zagen zich volledig op te offeren voor de Westelijke mogendheden. De Belgische troepen hebben dapper gestreden, in het algemeen gezien zelfs het dapperst van de ingesloten legers. De overwinning heeft van Duitsche zijde volledige krachtsinspanning gekost. Steeds weer heeft de Duitsche infanterie aangevallen, tot de sterkste stellingen doorbroken en de vertwijfelde afweer bedwongen was. De korte constateering van het legerbericht van vandaag, dat Duitsche infan teristen acht vijandelijke batterijen hebben be stormd en in een strijd van nabij genomen hebben, werpt een indrukwekkend licht op den heroïeken strijd, dien de Duitsche infanteristen met doodsverachting tot aan de overwinning hebben doorstaan. In de Noord-Fraiubh-Belgische ruimte neemt de ontwikkeling van den militairen toestand thans een snel tempo aan. De gebeurtenissen volgen elkander snel op, de Duitsche troepen dringen opeen breed front den tegenstander bijeen, het laatste bedrijf van deze worsteling zal wel spoedig ten einde zijn. Zonder effect blijven de pogingen der Fran schen om door aanvallen op het Zuidelijk front hun ingesloten landslieden verlichting te bren gen. Deze aanvallen, waaruit geen groot opge zet plan blijkt, werden volkomen afgeslagen. Met de vernietiging van 30 vijandelijke pant serwagens door weinige stuks afweergeschut is het vonnis geveld over de vijandelijke pantser wagens. Het Duitsche Nieuwsbureau heeft verder nog bijzonderheden ontvangen van het front over den snellen terugtocht der Fransche troepen. Deze trekken zoo snel terug, dat zij nauwelijks tijd hebben zeer belangrijk en daarmede zeer waardevol oorlogsmateriaal mede te nemen. De buit, welken de oprukkende Duitsche sol daten de laatste dagen gemaakt hebben. is daarom ook dienovereenkomstig groot. Zoo is hun o.a. ook een groot deel van de Franklin- stichting in handen gevallen, welke uit medi sche inrichtingen bestaat. Reusachtige uitste kend ingerichte veld-lazaretten hebben de Franschen laten staan, waarin thans verwonde Duitsche soldaten door Duitsch personeel ver pleegd worden. Een arts verhaalde aan den berichtgever, da) Fransche vliegers op dit lazaret bommen wilden werpen. De chauffeurs van de ziekenauto's wa ren Amerikanen, die echter geen woord En- gelsch spraken. Het waren n.l. Poolsche en Tsjechische emigranten. In dezelfde plaats bevond zich ook een ach tergebleven lazaret met Fransche gewonden. Het sprak vanzelf, dat de Duitsche militaire autoriteiten den Franschen artsen toestonden hun gewonde landgenooten te blijven verplegen. Er is een nieuwe morgen aan gebroken en we moeten ons zelf goed voor oogen houden, dat de dag van gisteren voorbij is en een nieuwe dag met nieuwe eischen en verplichtingen ons roept. De nieuwe tijd is geweldig en we dienen ons los te maken vqn al het kleine, van al het onnutte, dat onzen geest te zeer in beslag nam en onze daadkracht belemmerde. Wan neer er bij het aanbreken van een nieuwen dag na een donkeren nacht één lichtpunt aan den hemel is, dan is het de noodzaak ons zelf geestelijk beter te maken, ons te ontdoen vol gens het schriftuurwoord van den ouden zuurdeesem en een betere ge meenschap op te bouwen, allereerst door ons zelf te verbeteren. Alles wat verdeelde moeten we achter ons laten, alle wantrouwen en vijandschap doen ophouden en onze eenheid demon- streeren door goeden wil en nobele daden. Een nieuwe dag is aangebroken en we moeten den nieuwen tijd verstaan door als karaktervolle menschen van den nieuwen dag, welken God ons geeft, het allerbeste te maken, weg werpend al het kleingeestige en be trachtende het groote, waartoe God ons heden roept. Ter toelichting van het gebod tot inlevering van „Reichsmarknoten wordt het volgende medegedeeld: Onder deze „Reichsmarknoten' worden ui tsluitend verstaan de thans in Duitschland gangbare bankbiljetten. Reichskreditkassen- scheine zijn wettig betaalmiddel en dientengevolge niet aan het gebod onderworpen. Ook op de „Renten; bank"-biljetten van 12 en 5 Ren- tenmark is het onderhavig gebod niet van toepassing. De circulatie van in Nederland aanwezige Duitsche „Reichsmarknoten" kam, aange zien hier te lande uitsluitend het Neder landsche geld en de Reichskreditkassen- scheine wettig betaalmiddel zijn, niet wor den gedoogd. De mogelijkheid bestaat, dat deze Duitsche bank- en muntbiljetten, in strijd met het belang van het Duitsche en Nederlandsche economische leven, naar het Duitsche rijksgebied zouden worden overgebracht, aangezien deze biljetten slechts daar in betaling kunnen worden gegeven. Teneinde te voorkomen, dat deze biljetten naar het Duitsche gebied worden overgebracht hetgeen volgens de Duit sche wet verboden is bleek het noodig, de in Nederland aanwezige Duitsche „Reichsmarknoten" aan de circulatie te onttrekken. Het is niet de bedoeling, hier door op het eigendomsrecht van den be trokkene inbreuk te maken. De banken, alwaar de inlevering is geschied, zijn verplicht, zoowel de ingeleverde biljetten als die, welke zich in haar eigen bezit bevin den, aan het einde van den inleveringstermijn onverwijld over te dragen aan de Nederland sche Bank N.V., de .Reichsmarknoten", door de Nederlandsche Bank verzameld, zullen door haar aan het departement van Financiën in bewaring worden gegeven. Aan hen, die kunnen aantoonen, dat zij n a 10 Mei 1940 te goeder trouw „Reichsmarkno ten" in betaling hebben aangenomen, wordt gelegenheid gegeven, binnen den inleverings termijn de inwisseling daarvan in „Reichskre- ditkassenschetne" bij de „Reichskreditkassen" en bij de door deze daartoe gemachtigde instanties te verzoeken. Welke instanties hiervoor in aanmerking komen, zal nader bekend gemaakt worden. Indien degene, die te goeder trouw de „Reichsmarknoten" ont vangen heeft, niet in de gelegenheid is, vóór den afloop van den inleveringstermijn de in wisseling te verkrijgen, dan moet hij de bil jetten bij een der in het besluit genoemde banken inleveren. Hij kan tegelijkertijd het verzoek doen, de inwisseling achteraf nog- toe te staan Met nadruk wordt de aandacht er op ge vestigd, dat het verhandelen van „Reichs marknoten" aan ingezetenen ingevolge ar tikel 3 en aan niet-ingezetenen ingevolge artike 4> van het besluit tot het treffen van een deviezennoodmaatregel van 10 Mei 1940 verboden is en overeenkomstig arti kel 7 van dat besluit wordt gestraft. ROME, 28 Mei (D.N.B De Albaansche minister-president, Verlaci, heeft heden in een telegram aan den Italiaanschen minister van Buiten!andsche Zaken, graaf Ciano, verklaard, dat „het volk van Albanië bereid is om op zijn bevel en voor den hoogeren roem van den Koning en Keizer en van het fascistische im perium a)s een man op te staan. Verlaci ver zocht graaf Ciano deze houding van het Al baansche tolk ter kennis van Mussolini te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 1