Verzet der ingesloten Fransche troepen gebroken Het optreden der „Schnellboote" ap Overzicht van den oorlogstoestand ONDER GODS MACHTIGE HAND Zeemiliciens De demobilisatie Naar normale kolen- levering I Geen plezierreisjes per auto! Opperste Oorlogsraad te Parijs bijeen mm die gedemobiliseerd zijn Vijf transportschepen tot zinken gebracht *1 Derde Zondag na Pinksteren Op welke gronden de Fuehrer toestemming verleende VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS ZONDAG 2 JUNI 1940 - OCHTENDBLAD BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 - GIRO 22884 Abonnementsprijs (bij vooruitbetalingjvoor Haarlem 25 cent per week; per kwartaal 1 3.25. Bij onze Agenten 27y3 ct. per week, per kwartaal f 3.58 DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 22419 DUITSCH LEGERBERICHT De terugtocht van het expeditieleger Misbruikt niet! Slotgevechten van den grooten slag in Vlaanderen en Artois M Zooals bovenstaande foto laat zien Raadhuis op de Markt te Middelbu hadden het echter is de voorgevel van het beroemde rg ongeschonden. Toren en zijgevels waarder te verduren Bij Werkloosheid dienen ook zij in Werkelijken dienst terug te keeren Lord Gort terug in Engeland Mèt het vermeerderen der vervoers mogelijkheden zal de brandstoffen- voorziening van ons land herstellen DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN LUCHTBESCHERMING is ZELFBESCHERMING BOYCE FABRIEKEN N.V. HET POND STERLING NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 ct., Ingez. mededeelingen 50 cent; idem op pag. één é5 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor prijzen der „Omroepers" zie de rubriek HOOFDKWARTIER VAN DEN FUEH RER, 1 Juni. (D. N. B.) Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: Het verzet der laatste in Noordoost- Frankrijk ingesloten deelen van het Fran sche leger is gebroken. Alleen bij de zuivering van het gebied rondom Rijssei werden hierbij tot dusver 26.000 gevangenen gemaakt. De aanval op de overblijfselen van het Britsche expeditieleger aan weerskanten van Duinkerken maakt ondanks het taaie verzet van den vijand in het zeer moei lijke terrein goede vorderingen. Ondanks de slechte weersgesteldheid heeft ons luchtwapen op 31 Mei nieuwe inschepingen te Duinkerken met succes tegengegaan en heeft ter ondersteuning van het leger deelgenomen aan den strijd te land. Er werden vijf transportschepen tot zin ken gebracht, terwijl, drie kruisers of tor pedojagers alsmede tien koopvaardijsche pen in totaal 70.000 ton, door bonitreffers zwaar beschadigd werden. Een flottielje „Schnellboote." bracht een vijandelijken torpedojager en 'n vijandelijke duikboot tot zinken, waarmede het aan tal dei' in het gebied van het Kanaal door „Schnellboote" tot zinken gebrachte tor pedojagers is verhoogd tot zes en dat van de duikbóoten tot twee. Een duikboot tor pedeerde voor Oostende een vijandelijk oorlogsschip. Bij de vernietiging van Engelsche troepen hij Cassel op 30 Mei, welke leidde tot het bemachtigen van 65 Engelsche pantserstrijd- Ragens, onderscheidde zich een Onder com mando van kolonel Koll staande gevechtsaf- deeling eener pantserdivisie. Aan het zuidelijk front mislukten bij Abbe ville vijandelijke pantseraanvallen. Bij de achtervolging konden wij daar terrein winnen. Ten zuiden van Abbeville bombardeerde het luchtwapen met succes vijandelijke troepen concentraties in de bosschen. De vijand, die zich nog op een klein brugge- hoöfd bij Le Chesne op den noordelijken oever van het Ardennen-kanaal bevond, werd over het kanaal teruggeworpen. In Noorwegen hebben de van Drontheim noordwaarts optrekkende troepen ten noorden Van Fausuke vijandelijk verzet gebroken en verder terrein gewonnen. De groep Narvik heeft gisteren tegenover Sterke vijandelijke aanvallen- haar stellingen gehandhaafd. De totale verliezen van den vijand in de lucht bedroegen op 31 Mei 49 vliegtuigen, Waarvan er in luchtgevechten 39 en door lucht doelgeschut 10 werden neergehaald. Negen onzer eigen vliegtuigen worden vermist. Het D. N. B. meldt uit Londen, dat een deel van het Britsche expeditieleger zich, beschermd door de duisternis en de slechte weersgesteld heid, naar Engeland in veiligheid heeft weten te brengen. De Britsche autoriteiten hebben gisteren ten stelligste geweigerd getallen op te geven over de Britsche verliezen en over de Britsche troepen, die naar Engelsche havens 2011 gevlucht. Eenige Londensche bladen ramen het aantal der geredde Engelsche troepen op eenige tien duizenden. De ramingen loopen echter sterk hiteen. De aan de Britsche Zuidkust aangeko men troepentransporten zijn gisteren alle met vermijding van Londen deels naa.r Liverpool, deels naar Noordelijke Schot sche landstreken gebracht. De Britsche militaire overheid wil een recht- Streeksch contact tussehen het verslagen en ontbonden Britsche leger en de bevolking ver mijden. Men vreest n.l., dat schilderingen van de ineenstorting van het front der Geallieer den gevaarlijk zouden kunnen werken op het moreel van de burgerbevolking. De Britsche censuur, heeft- elke berichtgeving over de aankomst van de uit Vlaanderen ge-> Vluchte troepen verboden. Sinds Vrijdagmiddag is het geen buiten- landsche correspondent in Engeland meer ge lukt een waarheidsgetrouwe schildering naar het buitenland over te brengen. De controle door de Britsche overheid is zoo scherp, dat practisch de behandeling van het geheele On derwerp verboden is. De Berlijnsche avondbladen wijzen er een stemmig op, dat het einde van den grooten vsrnietigingsslag in Vlaanderen is gekomen, dat de nederlaag der totaal verslagen Fransch- Britsche legerresten in dit gebied volkomen is, en het er voor de Duitsche Overwinnaars nog slechts om gaat, de laatste overblijfselen van de nog tegenstand biedende troepen der Wes telijke mogendheden te verslaan. De Lokalanzeiger schrijft o.m. ondanks alle goedpraterij komt het Britsche publiek achter de waarheid door de ontstellende verhalen over de belevenissen van hen, die ternauwer nood en slechts met dat, wat zij aan het li chaam droegen, de hel van Duinkerken ont vlucht zijn. Wat zal echter, zoo vraagt het blad, wel iemand, die zulke dingen heeft mee gemaakt, zeggen van de pers- en radioberich ten van Churchill en Reynaud, waarin ver zekerd wordt: „De Britsche soldaten, die thans uit Vlaanderen terugkomen, beschouwen hun overtocht niet als een vlucht, doch als een verlof, tot het er weer op losgaat. De meesten hunner maken den indruk van een onover wonnen voetbalelftal." De bevolking echter zal zich van den toestand een beter beeld kunnen vormen, wanneer zij uit de kranten verneemt, dat het aantal in Londen aangekomen gewon- dèn zoo groot is, dat men particuliere villa's, groote zalen en scholen heeft moeten requiree- ren om hun, in afwachting van het verdere vervoer naar de hospitalen, een gebrekkig on derkomen te verschaffen. Het departement van Handel, Nq- heid en Scheepvaart maakt bekend, dat het den houders van vergunnin gen tot het verbruiken van motor brandstof ten strengste verboden is, hun wagens voor genoegen en voor andere particuliere doeleinden te ge bruiken. Het heeft zoowel de Duitsche als de Nederlandsehe autoriteiten teleurge steld, dat aan dezen maatregel niet genoegzaam de hand wordt gehouden. Het spreekt vanzelf, dat, waar de Duitsche en Nederlandsehe autoriteiten het mogelijke doen om den aanwezigen voorraad motorbrandstof zoo oordeel kundig mogelijk te verdeden om het economische leven zooveel mogelijk te steunen, het alleen reeds om psycho logische redenen ten zeerste af te keu ren is, dat de tot nu toe afgegeven vergunningen blijken te worden mis bruikt. Deze vergunningen mogen slechts worden gebruikt voor het doel waar voor zij zijn Uitgereikt. De namen van degenen, die zich aan overtreding schuldig maken, zal de politie noteeren. Afgezien van verder vast te stellen straffen zullen de ge noteerden in geen geval in het bezit van hun vergunning worden gelaten. LONDEN, 1 Juni (D.N.B.) Officieel wordt meegedeeld, dat de Opperste Oor logsraad der Geallieerden gisteren in Parijs heeft vergaderd. Engeland was vertegenwoordigd door Churchill, Attlec, Sir Ronald Campbell, generaal Dill, generaal Ismay en generaal Spears; Frankrijk door Reynaud, Pétain, Weygand, Darlan en Paul Laudoin. Er werd naar het communiqué meldt overeenstemming bereikt over alle maat regelen, welke de toestand vereischt. Het zeldzaam mooie Raadhuis van het havenstadje Veere op Walche ren bleef gelukkig gespaard tijdens de krijgsbedrijven. De voorgevel met de Gravenbeelden BERLIJN, 1 Juni. (D.N.B.)Bij het begin van de tiende oorlogsmaand heeft het D.N.B. van militaire zijde een uiteenzetting van de situatie ontvangen, waarin o.a. gezegd wordt: De overgang van de negende naar de tiende oorlogsmaand wordt gekenmerkt door de slotgevechten van den grooten slag in Vlaanderen en Artois, waarvan het einde het besluit van de eerste phase van het groote Duitsche offensief in het Westen vormt. Het is geenszins in overeen stemming met de feiten, wanneer de Brit sche en Fransche propaganda thans den schijn trachten te wekken alsof het gaat om een geordenden terugtocht hunner troepen ter inscheping aan de kust en voor verder vervoer van de nog intact zijnde eenheden naar het overblijvende oorlogstooncel. In dit verband moet ondubbelzinnig vastgesteld worden, dat tic betreffende Fransche troe pen als gevechtseenheden niet meer in aan merking komen. Het Britsche expeditieleger heeft weliswaar het onverwachte geluk gehad, dat het onder bescherming van het in de laatste dagen zeer mistige weer nog noemenswaardige deelen heeft kunnen inschepen, doch de Engclschen hebben dit geluk met buitengewoon zware verliezen en met het prijsgeven van hun wapens en uitrus ting gekocht. Terwijl bij den aanval op de resten van het Britsche front aan weerszijden van Duinkerken ondanks het taai verzet van den vijand goede vorderingen worden gemaakt, heeft de Duitsche luchtmacht ter ondersteuning van het leger zich in de gevechten op den grond gemengd en bovendien ondanks het slechte weer ook gisteren de inscheping in Duinkerken met succes be streden. Aan het Zuidelijk front hebben de Franschen wederom vergeefs pantseraanvallen onderno men. Kenmerkend is, dat deze aan den bene denloop van de Somme bij Abbéville plaats ge had hebbende aanvallen zonder infanterie on dernomen werden. Het Duitsche bruggehoofd ten Zuiden van de Somme bij Abbéville is nier slechts behouden, doch het kon zelfs nog ver sterkt worden. Vermelding dient, dat aan het Zuidelijk front bij Le Chesne aan het Ardennen- kanaal tussehen Maas en Aisne de vijand, die daar nog op den Noordelijken oever van het kanaal stand hield, thans over het kanaal te ruggeworpen is. Dat is een bewijs, dat ook daar her front niet verstard is. De groep-Narvik heeft in weerwil van krach tige vijandelijke aanvallen haar stellingen gis teren behouden en maakt den vijand de me? alle kracht nagestreefde vergrooting van het prestige-succes zeer moeilijk. Bij het begin van de tiende oorlogsmaand moet vastgesteld worden, dat het Duitsche front van Narvik tot Abbéville aan de kusten van de Noordzee en vandaar tot de Zwitsersche grens zich in zulk een gunstige positie bevindt, dat de Duitsche leiding daardoor verzekerd is van iedere nieuwe uitvalsmogelijkheid. Daarentegen zien de Franschen met bezorgdheid naar het nieuwe front voor Parijs, de Engclschen naar het Kanaal. Beiden tezamen zien echter met beklemming naar de Middellandscbe Zee. „Vernedert onder de machtige hand van God." Dit ernstige vermaan richtte St. Petrus, als hoofd der H. KCrk, tot de vijf kerkprovincies van Klein Azië, waar de geloovigen tengevolge van bloedige vervolgingen dreigden te worden aangegrepen door een geest van neerslachtig heid en ontmoediging. In het Epistel van de zen Zondag herhaalt de H. Kerk deze woor den van den eersten Paus, om ons aan te spo ren tot een volkomen onderwerping aan Gods H. Wil, gepaard aan een hoopvol vertrouwen op Zijn beschermende almacht. Als een vloedgolf is beproeving, lijden en rouw over ons dierbaar vaderland gekomen en juist daarom is vandaag dit vermaan tot ne derige onderwerping aan God zoo bijzonder van toepassing op ons. Al dit leed en lijden, het zou alles zonder vrucht voor ons blijven, indien wij daaruit niet de belangrijke les trok ken, die erin ligt opgesloten en het bezien in het juiste licht, door nederig te erkennen, dat wij, als persoon en als volk, door onze zonden en onze gerichtheid op het aardsche Gods straffende hand hebben verdiend. God had voorzeker deze beproeving van ons kunnen weren. Hij heeft dit echter niet ge wild. Vernederen wij ons dus onder de mach tige hand van God en vergeten wij daarbij niet, dat Christus, die ons het eerst heeft lief gehad, ons ook is voorgegaan in grooter leed en zwaarder beproeving en den wrangen kelk van het bitterste lijden ons ten voorbeeld heeft gedronken tot den laatsten druppel, hoe wel Hij legioenen van engelen had kunnen roe pen om Hem te helpen. Waar de onschuldige Zoon des Vaders het allerzwaarste lijden op zich nam, daar is het geen teeken der verwer ping met beproevingen te worden bezocht, maar beteekent het voor het verloren schaap de roepende stem van den Goeden Herder en voor de 99 anderen een louterend middel tot grooter gelijkvormigheid en verbondenheid met hun Herder. Ons zij het daarom tot vreug devollen troost, dat wij, met Christus mede lijdende, ook met Christus zullen verrijzen. En beseffen wij daarbij, dat ons toch ook veel is bespaard gebleven. Andere volken hebben de verschrikkingen en ellenden in veel overstel- pender maat moeten ondergaan en ondergaan die nog op dit oogenblik. Waarom? Omdat zij slechter, zondiger zijn dan wij? Laten wij ons niet verlioovaardigen en liever bedenken, dat God, onze zwakheid kennende, ons mis schien wel de uiterste ellende heeft bespaard omdat Hij in Zijn wijsheid wist, dat wij te kleinmoedig, te weinig overgegeven aan Zijn Wil zouden zijn om zwaardere beproevingen te doorstaan. Voor de wereld, zonder geloof in Christus en zonder gemeenschap met Christus, blijft het lijden iets onnatuurlijks, iets raadselachtigs, den Joden een ergernis, den heidenen een dwaasheid. Maar God heeft dit dwaze der we reld verkozen, om al wat wijs is te beschamen. Beeldt de wereld zijn groote mannen af met het zwaard, omdat zij met het zwaard anderen hebben gedood, de Christen geeft zijn Hei ligen een zwaard in de hand. omdat zij door het zwaard werden onthoofd en omdat de held haftigheid van den martelaar grooter is dan de zwaardslag van den beul. De passieve deug den van geduld, nederigheid en onderwerping zijn geen heiligverklaring van moedeloosheid en gebrek aan karakter, die uit wilsslapheid voort komen. De deugden van nederigheid en geduld vereischen de hoogste wilssterkte en leeren ons, ondanks tegenslagen, fier en met opgeheven hoofd onzen dagelijkschen arbeid voor gezin, voor volk en staat blijde te verrichten. Zij ge ven ons die heilige zorgeloosheid, tot op het roekelooze af, van de vogelen des hemels en de leliën des velds, zooals wij lezen in het Gra duale van dezen Zondag: „Werp op den Heer uw zorg en Hij, Hij zal u voeden." Omringd door de dingen dezer aarde, houden wij onze oogen gericht op God, „zonder Wien niets bestendig, niets heilig is" en bidden wij in de Oratie, dat „wij zoo mogen wandelen door de tijdelijke goederen, dat wij de eeuwige niet ver liezen." In dezen geest onvermijdelijk lijden aanvaar dend. zullen wij er heilzame vruchten uit trek ken, tot een meer vergeestelijkt leven geraken en misschien zelfs komen tot dit blijmakende inzicht, dat het duister, dat ons omringt, dik wijls niets anders is dan de schaduw van Gods hand, tot zegen uitgestrekt. K. In aansluiting op de publicatie namens den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, o.a. inhoudende, dat degenen, die zijn gede mobiliseerd of op eigen initiatief naar hun haardsteden zijn teruggekeerd en die geen loongevenden arbeid hebben, zoodat zij ge dwongen zijn zich om steun aan te melden, en die niet aannemelijk kunnen maken, dat zij vóór 8 Juni toonenden arbeid kunnen verkrijgen, door den burgemeester in wer kelijken dienst moeten worden geroepen en onverwijld moeten worden gedirigeerd op de depots, wordt medegedeeld, dat deze regeling eveneens geldt voor de zeemiliciens. In verband hiermede wordt de staat, waarop de depots zijn vermeld, met het volgende aange vuld: Allen, behoorende tot de zeemilitie, moeten zich melden bij. het Marinedepot Rotterdam, Museumplein 1, voorzoo ver zij met groot verlof van dat depot of van het depot Oudenhoorn vertrokken; het Marinedepot Den Haag, Koningstraat 3, voor zoover zij met groot verlof vertrokken van dat. depot; het Marinedepot Amsterdam, Marine-kazerne, voor zoover zij met groot verlof vertrokken van dat depot of van IJmuiden of van Den Helder uit; Militairen der zeemacht voor zoover zij met groot verlof vertrokken van de depots Vaartui- gendienst Rotterdam of Amsterdam, keeren in het bovenbedoelde geval op die depots terug. Aan een voor den Opperbevelhebber van de Duitsche troepen in Nederland bestemde ver ordening van den Fuehrer wordt het volgende ontleend Het Duitsche aanbod, Nederland in bescher ming te nemen tegen het bewezen voornemen der Westelijke mogendheden, Nederland tot op- marschbasis tegen het Roergebied te maken, is bij de Nederlandsehe regeering in verband met haar geheime verstandhouding met de Westelijke mogendheden op een welbewuste wei gering' gestuit. Zij leverde daarmede volk en land over aan de verschrikking van een oorlog, bracht echter zichzelf buitenslands in veiligheid. De Duitsche weermacht heeft in den hierdoor noodzakelijk geworden strijd met het Neder landsehe leger al het mogelijke gedaan om de bevolking en het land te sparen. Dit standpunt van Duitsche zijde kwam in hooge mate tege moet. aan de houding zoowel van den Neder- landschen militair alsook van de Nederland sehe burgerbevolking. Het was in overeenstem ming' met den cultureelen en moreelen stand van het met het Duitsche stamverwante Ne derlandsehe volk. De verantwoordelijke enke lingen, die Duitsche valschermjagers in gevan genissen geworpen, als misdadigers behandeld en daarop aan de Engelschen uitgeleverd heb ben, zullen ter verantwoording worden geroe pen. De Nederlandsehe soldaat heeft echter overal met open vizier en eerlijk gesteeden en onze gewonden en gevangenen dienovereenkomstig goed behandeld. De burgerbevolking heeft niet aan den strijd deelgenomen en zich tegenover onze gewonden eveneens naar de wetten der menschelijkheió gedragen. Ik heb derhalve ook voor Nederland besloten, toestemming tot vrij lating der gevangen Nederlandsehe soldaten te verleenen. De verordening geeft verder voor deze vrij lating nadere richtlijnen aan, welke als benend mogen worden geacht. Naar de directies van de steenkolenmij nen in Limburg ons mcdedeclcn, hopen zij zeer spoedig in staat te zijn, de levering van haar producten in het geheele land te heiwatten, zij het voorshands op beperkte schaal. Alles hangt af van het herstel der transport wegen te water en te land. Dit werk heeft een gunstig verloop, waarom men vermoedelijk daarmede eerder gereed zal zijn dan aanvan kelijk werd aangenomen. De mijnen zelf zijn alle intact en in bedrijf. De geproduceerde kolen worden op voorraad genomen en kunnen onmiddellijk verzonden worden, zoodra transport mogelijk is. Een groote Heilige In deze Junimaand viert onze Moe derkerk de gedachtenis van een der grootste heiligen: 13 Juni is de feest dag van Sint Antonius van Padua. Zesendertig jactr is deze mensch slechts geworden en toch werd zijn naam een wereldnaam, werd zijn macht een wereldmacht, iverd zijn be- teekenis er eene, welke heel de aarde omspant juist omdat ze niet van deze aarde, doch van de eeuwigheid is. Zijn kinderjaren bracht hij door in het ouderlijk huis te Lissabon, van zijn tiende tot vijftiende jaar was hij misdienaar der kathedrale kerk. Twee jaar vertoefde hij als reguliere kanunnik in het St. Vincentiuskloos- ter buiten de muren van Portugals hoofdstad en was acht jaar kanunnik in Santa Cruz te Coïmbra en eindelijk werkte hij tien jaar en elf maanden in de orde van Sint Franciscus. Eerst arbeidde hij in stilte, maar de laatste negen jaren van zijn leven icaren vol openlijk getuigenis van zijn geloofs kracht en zijn wondermacht. Hij is een volksheilige geworden in den wa ren zin des woords en sedert hij 13 Juni 1231 stierf, is het helglanzend licht van dezen zesendertigjarige niet verbleekt. Voor heel de aarde is deze prediker en zielenherder een der waardigste representanten der Ka tholieke Kerk geworden. Zesendertig jaren slechtsmaar een wereldroep voor eeuwen. Welk een voorbeeld voor ons, tvelk een voorbeeld voor onzen tijd! Terecht sprak de groote geleerde Ozanam dan ook: „Padua is evenals Assisi een dier plaatsen, welke vol zijn van één groote gedachte en leven van één groote traditie." Eeuwen en eeuweji zijn vervlogen, doch wat van gisteren schijnt te dagteekenen, is de herinnering aan dezen bijzonderen mensch, wiens wondermacht en ge- bedsverhoorinaen zich nog uitstrek ken tot onze dagen. Een groot voor beeld voor ons. Een machtige voor spreker. Beveiligt U daarom tijdig met goedgekeurde brandbiuschtoèsteüer» AMSTERD AM-Noord Telefoon 60239 LONDEN, 1 Juni (D.N.B.) Generaal Lord Gort, dé opperbevelhebber van het Britsche expeditieleger, is Zaterdagochtend vroeg uit Frankrijk in Engeland aangeko men. ATHENE, 1 Juni (D.N.B.) De Bank van Grie kenland neemt sedert gisteren geen Britsche ponden-biljetten meer in Betaling aan. Stand op Zondag 1 uur van.: 768 Vorige stand: 768.7 Zon op 5.35 onder 2L51 licht op 33.31

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 1