Verzet der ingesloten Fransche
troepen gebroken
Het optreden der
„Schnellboote"
ap
Overzicht van den
oorlogstoestand
ONDER GODS MACHTIGE HAND
Zeemiliciens
De demobilisatie
Naar normale kolen-
levering
I
Geen plezierreisjes
per auto!
Opperste Oorlogsraad
te Parijs bijeen
mm
die gedemobiliseerd zijn
Vijf transportschepen tot
zinken gebracht
*1
Derde Zondag na Pinksteren
Op welke gronden de Fuehrer
toestemming verleende
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
ZONDAG 2 JUNI 1940 - OCHTENDBLAD
BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 - GIRO 22884
Abonnementsprijs (bij vooruitbetalingjvoor
Haarlem 25 cent per week; per kwartaal
1 3.25. Bij onze Agenten 27y3 ct. per week,
per kwartaal f 3.58
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM
VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 22419
DUITSCH LEGERBERICHT
De terugtocht van het
expeditieleger
Misbruikt niet!
Slotgevechten van den grooten slag
in Vlaanderen en Artois
M
Zooals bovenstaande foto laat zien
Raadhuis op de Markt te Middelbu
hadden het echter
is de voorgevel van het beroemde
rg ongeschonden. Toren en zijgevels
waarder te verduren
Bij Werkloosheid dienen ook zij in
Werkelijken dienst terug
te keeren
Lord Gort terug in
Engeland
Mèt het vermeerderen der vervoers
mogelijkheden zal de brandstoffen-
voorziening van ons land herstellen
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN
LUCHTBESCHERMING is ZELFBESCHERMING
BOYCE FABRIEKEN N.V.
HET POND STERLING
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 ct., Ingez.
mededeelingen 50 cent; idem op pag. één é5 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor
prijzen der „Omroepers" zie de rubriek
HOOFDKWARTIER VAN DEN FUEH
RER, 1 Juni. (D. N. B.) Het opperbevel
van de weermacht maakt bekend:
Het verzet der laatste in Noordoost-
Frankrijk ingesloten deelen van het Fran
sche leger is gebroken.
Alleen bij de zuivering van het gebied
rondom Rijssei werden hierbij tot dusver
26.000 gevangenen gemaakt.
De aanval op de overblijfselen van het
Britsche expeditieleger aan weerskanten
van Duinkerken maakt ondanks het taaie
verzet van den vijand in het zeer moei
lijke terrein goede vorderingen.
Ondanks de slechte weersgesteldheid heeft ons
luchtwapen op 31 Mei nieuwe inschepingen te
Duinkerken met succes tegengegaan en heeft
ter ondersteuning van het leger deelgenomen
aan den strijd te land.
Er werden vijf transportschepen tot zin
ken gebracht, terwijl, drie kruisers of tor
pedojagers alsmede tien koopvaardijsche
pen in totaal 70.000 ton, door bonitreffers
zwaar beschadigd werden.
Een flottielje „Schnellboote." bracht een
vijandelijken torpedojager en 'n vijandelijke
duikboot tot zinken, waarmede het aan
tal dei' in het gebied van het Kanaal door
„Schnellboote" tot zinken gebrachte tor
pedojagers is verhoogd tot zes en dat van
de duikbóoten tot twee. Een duikboot tor
pedeerde voor Oostende een vijandelijk
oorlogsschip.
Bij de vernietiging van Engelsche troepen
hij Cassel op 30 Mei, welke leidde tot het
bemachtigen van 65 Engelsche pantserstrijd-
Ragens, onderscheidde zich een Onder com
mando van kolonel Koll staande gevechtsaf-
deeling eener pantserdivisie.
Aan het zuidelijk front mislukten bij Abbe
ville vijandelijke pantseraanvallen. Bij de
achtervolging konden wij daar terrein winnen.
Ten zuiden van Abbeville bombardeerde het
luchtwapen met succes vijandelijke troepen
concentraties in de bosschen.
De vijand, die zich nog op een klein brugge-
hoöfd bij Le Chesne op den noordelijken oever
van het Ardennen-kanaal bevond, werd over
het kanaal teruggeworpen.
In Noorwegen hebben de van Drontheim
noordwaarts optrekkende troepen ten noorden
Van Fausuke vijandelijk verzet gebroken en
verder terrein gewonnen.
De groep Narvik heeft gisteren tegenover
Sterke vijandelijke aanvallen- haar stellingen
gehandhaafd.
De totale verliezen van den vijand in de
lucht bedroegen op 31 Mei 49 vliegtuigen,
Waarvan er in luchtgevechten 39 en door lucht
doelgeschut 10 werden neergehaald. Negen
onzer eigen vliegtuigen worden vermist.
Het D. N. B. meldt uit Londen, dat een deel
van het Britsche expeditieleger zich, beschermd
door de duisternis en de slechte weersgesteld
heid, naar Engeland in veiligheid heeft weten
te brengen. De Britsche autoriteiten hebben
gisteren ten stelligste geweigerd getallen op te
geven over de Britsche verliezen en over de
Britsche troepen, die naar Engelsche havens
2011 gevlucht.
Eenige Londensche bladen ramen het aantal
der geredde Engelsche troepen op eenige tien
duizenden. De ramingen loopen echter sterk
hiteen. De aan de Britsche Zuidkust aangeko
men troepentransporten zijn gisteren alle met
vermijding van Londen deels naa.r Liverpool,
deels naar Noordelijke Schot sche landstreken
gebracht.
De Britsche militaire overheid wil een recht-
Streeksch contact tussehen het verslagen en
ontbonden Britsche leger en de bevolking ver
mijden. Men vreest n.l., dat schilderingen van
de ineenstorting van het front der Geallieer
den gevaarlijk zouden kunnen werken op het
moreel van de burgerbevolking.
De Britsche censuur, heeft- elke berichtgeving
over de aankomst van de uit Vlaanderen ge->
Vluchte troepen verboden.
Sinds Vrijdagmiddag is het geen buiten-
landsche correspondent in Engeland meer ge
lukt een waarheidsgetrouwe schildering naar
het buitenland over te brengen. De controle
door de Britsche overheid is zoo scherp, dat
practisch de behandeling van het geheele On
derwerp verboden is.
De Berlijnsche avondbladen wijzen er een
stemmig op, dat het einde van den grooten
vsrnietigingsslag in Vlaanderen is gekomen,
dat de nederlaag der totaal verslagen Fransch-
Britsche legerresten in dit gebied volkomen is,
en het er voor de Duitsche Overwinnaars nog
slechts om gaat, de laatste overblijfselen van
de nog tegenstand biedende troepen der Wes
telijke mogendheden te verslaan.
De Lokalanzeiger schrijft o.m. ondanks alle
goedpraterij komt het Britsche publiek achter
de waarheid door de ontstellende verhalen
over de belevenissen van hen, die ternauwer
nood en slechts met dat, wat zij aan het li
chaam droegen, de hel van Duinkerken ont
vlucht zijn. Wat zal echter, zoo vraagt het
blad, wel iemand, die zulke dingen heeft mee
gemaakt, zeggen van de pers- en radioberich
ten van Churchill en Reynaud, waarin ver
zekerd wordt: „De Britsche soldaten, die thans
uit Vlaanderen terugkomen, beschouwen hun
overtocht niet als een vlucht, doch als een
verlof, tot het er weer op losgaat. De meesten
hunner maken den indruk van een onover
wonnen voetbalelftal." De bevolking echter zal
zich van den toestand een beter beeld kunnen
vormen, wanneer zij uit de kranten verneemt,
dat het aantal in Londen aangekomen gewon-
dèn zoo groot is, dat men particuliere villa's,
groote zalen en scholen heeft moeten requiree-
ren om hun, in afwachting van het verdere
vervoer naar de hospitalen, een gebrekkig on
derkomen te verschaffen.
Het departement van Handel, Nq-
heid en Scheepvaart maakt bekend,
dat het den houders van vergunnin
gen tot het verbruiken van motor
brandstof ten strengste verboden is,
hun wagens voor genoegen en voor
andere particuliere doeleinden te ge
bruiken.
Het heeft zoowel de Duitsche als de
Nederlandsehe autoriteiten teleurge
steld, dat aan dezen maatregel niet
genoegzaam de hand wordt gehouden.
Het spreekt vanzelf, dat, waar de
Duitsche en Nederlandsehe autoriteiten
het mogelijke doen om den aanwezigen
voorraad motorbrandstof zoo oordeel
kundig mogelijk te verdeden om het
economische leven zooveel mogelijk te
steunen, het alleen reeds om psycho
logische redenen ten zeerste af te keu
ren is, dat de tot nu toe afgegeven
vergunningen blijken te worden mis
bruikt.
Deze vergunningen mogen slechts
worden gebruikt voor het doel waar
voor zij zijn Uitgereikt.
De namen van degenen, die zich aan
overtreding schuldig maken, zal de
politie noteeren. Afgezien van verder
vast te stellen straffen zullen de ge
noteerden in geen geval in het bezit
van hun vergunning worden gelaten.
LONDEN, 1 Juni (D.N.B.) Officieel
wordt meegedeeld, dat de Opperste Oor
logsraad der Geallieerden gisteren in Parijs
heeft vergaderd.
Engeland was vertegenwoordigd door
Churchill, Attlec, Sir Ronald Campbell,
generaal Dill, generaal Ismay en generaal
Spears; Frankrijk door Reynaud, Pétain,
Weygand, Darlan en Paul Laudoin.
Er werd naar het communiqué meldt
overeenstemming bereikt over alle maat
regelen, welke de toestand vereischt.
Het zeldzaam mooie Raadhuis van het havenstadje Veere op Walche
ren bleef gelukkig gespaard tijdens de krijgsbedrijven. De voorgevel met
de Gravenbeelden
BERLIJN, 1 Juni. (D.N.B.)Bij het begin van
de tiende oorlogsmaand heeft het D.N.B. van
militaire zijde een uiteenzetting van de situatie
ontvangen, waarin o.a. gezegd wordt:
De overgang van de negende naar de
tiende oorlogsmaand wordt gekenmerkt door
de slotgevechten van den grooten slag in
Vlaanderen en Artois, waarvan het
einde het besluit van de eerste phase
van het groote Duitsche offensief in het
Westen vormt. Het is geenszins in overeen
stemming met de feiten, wanneer de Brit
sche en Fransche propaganda thans den
schijn trachten te wekken alsof het gaat om
een geordenden terugtocht hunner troepen
ter inscheping aan de kust en voor verder
vervoer van de nog intact zijnde eenheden
naar het overblijvende oorlogstooncel. In dit
verband moet ondubbelzinnig vastgesteld
worden, dat tic betreffende Fransche troe
pen als gevechtseenheden niet meer in aan
merking komen.
Het Britsche expeditieleger heeft weliswaar
het onverwachte geluk gehad, dat het onder
bescherming van het in de laatste dagen zeer
mistige weer nog noemenswaardige deelen heeft
kunnen inschepen, doch de Engclschen hebben
dit geluk met buitengewoon zware verliezen en
met het prijsgeven van hun wapens en uitrus
ting gekocht.
Terwijl bij den aanval op de resten van het
Britsche front aan weerszijden van Duinkerken
ondanks het taai verzet van den vijand goede
vorderingen worden gemaakt, heeft de Duitsche
luchtmacht ter ondersteuning van het leger
zich in de gevechten op den grond gemengd en
bovendien ondanks het slechte weer ook gisteren
de inscheping in Duinkerken met succes be
streden.
Aan het Zuidelijk front hebben de Franschen
wederom vergeefs pantseraanvallen onderno
men. Kenmerkend is, dat deze aan den bene
denloop van de Somme bij Abbéville plaats ge
had hebbende aanvallen zonder infanterie on
dernomen werden. Het Duitsche bruggehoofd
ten Zuiden van de Somme bij Abbéville is nier
slechts behouden, doch het kon zelfs nog ver
sterkt worden. Vermelding dient, dat aan het
Zuidelijk front bij Le Chesne aan het Ardennen-
kanaal tussehen Maas en Aisne de vijand, die
daar nog op den Noordelijken oever van het
kanaal stand hield, thans over het kanaal te
ruggeworpen is. Dat is een bewijs, dat ook daar
her front niet verstard is.
De groep-Narvik heeft in weerwil van krach
tige vijandelijke aanvallen haar stellingen gis
teren behouden en maakt den vijand de me?
alle kracht nagestreefde vergrooting van het
prestige-succes zeer moeilijk.
Bij het begin van de tiende oorlogsmaand
moet vastgesteld worden, dat het Duitsche front
van Narvik tot Abbéville aan de kusten van de
Noordzee en vandaar tot de Zwitsersche grens
zich in zulk een gunstige positie bevindt, dat
de Duitsche leiding daardoor verzekerd is van
iedere nieuwe uitvalsmogelijkheid. Daarentegen
zien de Franschen met bezorgdheid naar het
nieuwe front voor Parijs, de Engclschen naar
het Kanaal. Beiden tezamen zien echter met
beklemming naar de Middellandscbe Zee.
„Vernedert onder de machtige hand
van God."
Dit ernstige vermaan richtte St. Petrus, als
hoofd der H. KCrk, tot de vijf kerkprovincies
van Klein Azië, waar de geloovigen tengevolge
van bloedige vervolgingen dreigden te worden
aangegrepen door een geest van neerslachtig
heid en ontmoediging. In het Epistel van de
zen Zondag herhaalt de H. Kerk deze woor
den van den eersten Paus, om ons aan te spo
ren tot een volkomen onderwerping aan Gods
H. Wil, gepaard aan een hoopvol vertrouwen
op Zijn beschermende almacht.
Als een vloedgolf is beproeving, lijden en
rouw over ons dierbaar vaderland gekomen en
juist daarom is vandaag dit vermaan tot ne
derige onderwerping aan God zoo bijzonder
van toepassing op ons. Al dit leed en lijden,
het zou alles zonder vrucht voor ons blijven,
indien wij daaruit niet de belangrijke les trok
ken, die erin ligt opgesloten en het bezien in
het juiste licht, door nederig te erkennen, dat
wij, als persoon en als volk, door onze zonden
en onze gerichtheid op het aardsche Gods
straffende hand hebben verdiend.
God had voorzeker deze beproeving van ons
kunnen weren. Hij heeft dit echter niet ge
wild. Vernederen wij ons dus onder de mach
tige hand van God en vergeten wij daarbij
niet, dat Christus, die ons het eerst heeft lief
gehad, ons ook is voorgegaan in grooter leed
en zwaarder beproeving en den wrangen kelk
van het bitterste lijden ons ten voorbeeld
heeft gedronken tot den laatsten druppel, hoe
wel Hij legioenen van engelen had kunnen roe
pen om Hem te helpen. Waar de onschuldige
Zoon des Vaders het allerzwaarste lijden op
zich nam, daar is het geen teeken der verwer
ping met beproevingen te worden bezocht,
maar beteekent het voor het verloren schaap
de roepende stem van den Goeden Herder
en voor de 99 anderen een louterend middel
tot grooter gelijkvormigheid en verbondenheid
met hun Herder. Ons zij het daarom tot vreug
devollen troost, dat wij, met Christus mede
lijdende, ook met Christus zullen verrijzen. En
beseffen wij daarbij, dat ons toch ook veel is
bespaard gebleven. Andere volken hebben de
verschrikkingen en ellenden in veel overstel-
pender maat moeten ondergaan en ondergaan
die nog op dit oogenblik. Waarom? Omdat
zij slechter, zondiger zijn dan wij? Laten wij
ons niet verlioovaardigen en liever bedenken,
dat God, onze zwakheid kennende, ons mis
schien wel de uiterste ellende heeft bespaard
omdat Hij in Zijn wijsheid wist, dat wij te
kleinmoedig, te weinig overgegeven aan Zijn
Wil zouden zijn om zwaardere beproevingen te
doorstaan.
Voor de wereld, zonder geloof in Christus en
zonder gemeenschap met Christus, blijft het
lijden iets onnatuurlijks, iets raadselachtigs,
den Joden een ergernis, den heidenen een
dwaasheid. Maar God heeft dit dwaze der we
reld verkozen, om al wat wijs is te beschamen.
Beeldt de wereld zijn groote mannen af met
het zwaard, omdat zij met het zwaard anderen
hebben gedood, de Christen geeft zijn Hei
ligen een zwaard in de hand. omdat zij door
het zwaard werden onthoofd en omdat de held
haftigheid van den martelaar grooter is dan
de zwaardslag van den beul. De passieve deug
den van geduld, nederigheid en onderwerping
zijn geen heiligverklaring van moedeloosheid en
gebrek aan karakter, die uit wilsslapheid voort
komen. De deugden van nederigheid en geduld
vereischen de hoogste wilssterkte en leeren ons,
ondanks tegenslagen, fier en met opgeheven
hoofd onzen dagelijkschen arbeid voor gezin,
voor volk en staat blijde te verrichten. Zij ge
ven ons die heilige zorgeloosheid, tot op het
roekelooze af, van de vogelen des hemels en de
leliën des velds, zooals wij lezen in het Gra
duale van dezen Zondag: „Werp op den Heer
uw zorg en Hij, Hij zal u voeden." Omringd
door de dingen dezer aarde, houden wij onze
oogen gericht op God, „zonder Wien niets
bestendig, niets heilig is" en bidden wij in de
Oratie, dat „wij zoo mogen wandelen door de
tijdelijke goederen, dat wij de eeuwige niet ver
liezen."
In dezen geest onvermijdelijk lijden aanvaar
dend. zullen wij er heilzame vruchten uit trek
ken, tot een meer vergeestelijkt leven geraken
en misschien zelfs komen tot dit blijmakende
inzicht, dat het duister, dat ons omringt, dik
wijls niets anders is dan de schaduw van Gods
hand, tot zegen uitgestrekt.
K.
In aansluiting op de publicatie namens den
Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht,
o.a. inhoudende, dat degenen, die zijn gede
mobiliseerd of op eigen initiatief naar hun
haardsteden zijn teruggekeerd en die geen
loongevenden arbeid hebben, zoodat zij ge
dwongen zijn zich om steun aan te melden,
en die niet aannemelijk kunnen maken, dat
zij vóór 8 Juni toonenden arbeid kunnen
verkrijgen, door den burgemeester in wer
kelijken dienst moeten worden geroepen en
onverwijld moeten worden gedirigeerd op de
depots, wordt medegedeeld, dat deze regeling
eveneens geldt voor de zeemiliciens.
In verband hiermede wordt de staat, waarop
de depots zijn vermeld, met het volgende aange
vuld:
Allen, behoorende tot de zeemilitie, moeten
zich melden bij. het Marinedepot Rotterdam,
Museumplein 1, voorzoo ver zij met groot verlof
van dat depot of van het depot Oudenhoorn
vertrokken;
het Marinedepot Den Haag, Koningstraat 3,
voor zoover zij met groot verlof vertrokken van
dat. depot;
het Marinedepot Amsterdam, Marine-kazerne,
voor zoover zij met groot verlof vertrokken van
dat depot of van IJmuiden of van Den Helder
uit;
Militairen der zeemacht voor zoover zij met
groot verlof vertrokken van de depots Vaartui-
gendienst Rotterdam of Amsterdam, keeren in
het bovenbedoelde geval op die depots terug.
Aan een voor den Opperbevelhebber van de
Duitsche troepen in Nederland bestemde ver
ordening van den Fuehrer wordt het volgende
ontleend
Het Duitsche aanbod, Nederland in bescher
ming te nemen tegen het bewezen voornemen
der Westelijke mogendheden, Nederland tot op-
marschbasis tegen het Roergebied te maken,
is bij de Nederlandsehe regeering in verband
met haar geheime verstandhouding met de
Westelijke mogendheden op een welbewuste wei
gering' gestuit. Zij leverde daarmede volk en
land over aan de verschrikking van een oorlog,
bracht echter zichzelf buitenslands in veiligheid.
De Duitsche weermacht heeft in den hierdoor
noodzakelijk geworden strijd met het Neder
landsehe leger al het mogelijke gedaan om de
bevolking en het land te sparen. Dit standpunt
van Duitsche zijde kwam in hooge mate tege
moet. aan de houding zoowel van den Neder-
landschen militair alsook van de Nederland
sehe burgerbevolking. Het was in overeenstem
ming' met den cultureelen en moreelen stand
van het met het Duitsche stamverwante Ne
derlandsehe volk. De verantwoordelijke enke
lingen, die Duitsche valschermjagers in gevan
genissen geworpen, als misdadigers behandeld
en daarop aan de Engelschen uitgeleverd heb
ben, zullen ter verantwoording worden geroe
pen.
De Nederlandsehe soldaat heeft echter overal
met open vizier en eerlijk gesteeden en onze
gewonden en gevangenen dienovereenkomstig
goed behandeld. De burgerbevolking heeft niet
aan den strijd deelgenomen en zich tegenover
onze gewonden eveneens naar de wetten der
menschelijkheió gedragen. Ik heb derhalve ook
voor Nederland besloten, toestemming tot vrij
lating der gevangen Nederlandsehe soldaten te
verleenen.
De verordening geeft verder voor deze vrij
lating nadere richtlijnen aan, welke als benend
mogen worden geacht.
Naar de directies van de steenkolenmij
nen in Limburg ons mcdedeclcn, hopen zij
zeer spoedig in staat te zijn, de levering
van haar producten in het geheele land te
heiwatten, zij het voorshands op beperkte
schaal.
Alles hangt af van het herstel der transport
wegen te water en te land. Dit werk heeft een
gunstig verloop, waarom men vermoedelijk
daarmede eerder gereed zal zijn dan aanvan
kelijk werd aangenomen.
De mijnen zelf zijn alle intact en in bedrijf.
De geproduceerde kolen worden op voorraad
genomen en kunnen onmiddellijk verzonden
worden, zoodra transport mogelijk is.
Een groote Heilige
In deze Junimaand viert onze Moe
derkerk de gedachtenis van een der
grootste heiligen: 13 Juni is de feest
dag van Sint Antonius van Padua.
Zesendertig jactr is deze mensch
slechts geworden en toch werd zijn
naam een wereldnaam, werd zijn
macht een wereldmacht, iverd zijn be-
teekenis er eene, welke heel de aarde
omspant juist omdat ze niet van deze
aarde, doch van de eeuwigheid is.
Zijn kinderjaren bracht hij door in
het ouderlijk huis te Lissabon, van
zijn tiende tot vijftiende jaar was hij
misdienaar der kathedrale kerk. Twee
jaar vertoefde hij als reguliere
kanunnik in het St. Vincentiuskloos-
ter buiten de muren van Portugals
hoofdstad en was acht jaar kanunnik
in Santa Cruz te Coïmbra en eindelijk
werkte hij tien jaar en elf maanden in
de orde van Sint Franciscus. Eerst
arbeidde hij in stilte, maar de laatste
negen jaren van zijn leven icaren vol
openlijk getuigenis van zijn geloofs
kracht en zijn wondermacht. Hij is
een volksheilige geworden in den wa
ren zin des woords en sedert hij 13
Juni 1231 stierf, is het helglanzend
licht van dezen zesendertigjarige niet
verbleekt. Voor heel de aarde is deze
prediker en zielenherder een der
waardigste representanten der Ka
tholieke Kerk geworden. Zesendertig
jaren slechtsmaar een wereldroep
voor eeuwen. Welk een voorbeeld voor
ons, tvelk een voorbeeld voor onzen
tijd! Terecht sprak de groote geleerde
Ozanam dan ook: „Padua is evenals
Assisi een dier plaatsen, welke vol zijn
van één groote gedachte en leven van
één groote traditie." Eeuwen en
eeuweji zijn vervlogen, doch wat van
gisteren schijnt te dagteekenen, is de
herinnering aan dezen bijzonderen
mensch, wiens wondermacht en ge-
bedsverhoorinaen zich nog uitstrek
ken tot onze dagen. Een groot voor
beeld voor ons. Een machtige voor
spreker.
Beveiligt U daarom tijdig met goedgekeurde brandbiuschtoèsteüer»
AMSTERD AM-Noord
Telefoon 60239
LONDEN, 1 Juni (D.N.B.) Generaal
Lord Gort, dé opperbevelhebber van het
Britsche expeditieleger, is Zaterdagochtend
vroeg uit Frankrijk in Engeland aangeko
men.
ATHENE, 1 Juni (D.N.B.) De Bank van Grie
kenland neemt sedert gisteren geen Britsche
ponden-biljetten meer in Betaling aan.
Stand op Zondag 1 uur van.: 768
Vorige stand: 768.7
Zon op 5.35 onder 2L51 licht op 33.31