Wat een jong onderofficier
beleefde
iteenloope n d e
wegen
Engelsche bommen
boven Nederland
Tomaten vervangen
fruit
Vlucht vol ontberingen
naar Frankrijk
DINSDAG 4
JUNI 1940
Ned. Bachvereeniging
Café's en de verkoop van
sterken drank
Tuinbouwbedrijven werken
op volle kracht
HOE DE OVERGAVE VAN
BREDA GESCHIEDDE
Leiders van een groep geëva-
cueerden namen het initiatief
Kerkelijk Leven
DOOR A. HRUSCHKA
Maatregelen in Rotterdam
Bij het fietsen leeren verongelukt
LIJK OPGEHAALD
Verzoek van den burgemeester
Welke Nederlanders
zijn nog in Calais?
UIT DE STAATSCOURANT
K.N.M.I
Retraitehuis te Bergen
H. Hart-hulde te Weert
Vele van de Nederlandsche soldaten, die
in dedagen van het krijgsgeweld in de
Zuidelijke provincies hebben gestreden en
met de Pransche soldaten naar België en
Frankrijk moesten terugtrekken, zijn reeds
Weer in het Vaderland teruggekeerd, na
ontzettende ontberingen te hebben moeten
doorstaan.
Wat een jonge onderofficier uit Roosendaal
heeft beleefd, vertelde hij aan een verslaggever
van de „Tel". Als fourier behoorde hij tot de
Zgn. ongewapende troepen en trok dus steeds,
opgestuwd door het snel binnendringende leger,
i'erder achteruit, ondertusschen strijdende
troepen fourageerend zoo goed als mogelijk
Was.
Ik heb zoo vervolgde de onderofficier
de eerste dagen reeds vreeselijke dingen mee
gemaakt, maar dat was ten minste in den ac
tieven strijd voor ons vaderland, dat in oorlog
Was.
Veel erger zijn de belevenissen, die wij later
°P vreemd grondgebied, te midden van hen,
die zich onze hondgenooten noemden, te ver
duren kregen.
Steeds maar terugtrekkend van stellingen aan
de Maas in Limburg, zijn wij Tweeden Pink
sterdag op Walcheren aangeland en daar heb
ft waarachtig in vollen oorlogstijd twee heel
rustige dagen doorgebracht. Woensdagavond
kwam, plotseling het bericht, dat wij allemaal,
ook het ongewapend administratief personeel,
t'ia Vlissinge'n naar Breskens moesten over
steken en naar België, zoo noodig naar Frank-
tijk moesten trekken.
Onderwijl Vlissingen beschoten werd, voeren
Wij over de Wester-Schelde en net waren wij
aan de overzijde, toen op Walcheren een
^reeselijk bombardement losbarstte. Nog twee
Ponten konden er overvaren, toen was verdere
overtocht uitgesloten. Met naar schatting twee
duizend a vijf en twintighonderd man trokken
Wij door Zeeuwsch-Vlaanderen naar België.
Toen was ik nog in het bezit van een eigen
motor, doch in Cadzand moest ik mijn trouwen
hakkepoffer achterlaten. In een klein plaatsje
v'ak over de grens werd onze troep door de
®elgen ontwapend. Langs de Belgische kust be
reikten wij zonder bijzondere gebeurtenissen
enkele bombardementen, waaraan wij lang-
zamerhand gewoon waren, niet meegerekend
Ta, Panne. De chaos van samenstroomende
troepen, bijeengedreven door het geweld van
den Duitschen aanval, in deze plaats, was on
beschrijfelijk.
Terwijl een deel van ons, ongeveer zeven
tienhonderd man, naar het Oosten moest
afbuigen en dieper Frankrijk binnentrok,
slaagden wij er in Duinkerken te bereiken.
Onder hevige bombardementen hebben wij
hier twee dagen en nachten doorgebracht
en hier was ook het begin van het bitter
lijden. Wij lagen in een grootfe kazerne,
maar eten kregen wij bijna niet. Met ons
Hollandsch geld konden wij niets koopen en
de Nederlandsche consul was niet te vinden.
In den loop van den morgen van Zaterdag
18 Mei kregen wij plotseling opdracht naar de
haven te marcheeren. Wij zouden worden in
scheept op een groote vrachtboot en met
Zeventienhonderd man naar Engeland worden
overgebracht. De manschappen waren daar op
mgen, maar wij waren nog steeds soldaat en
hadden te gehoorzamen. Het was echter alsof
*ij
een voorgevoel hadden, dat er iets zeer
®rnstigs zou gaan gebeuren, 's Middags om
"Waalt uur werden wij op een vrachtboot ge-
jaden, die 's avonds om tien uur zonder ge
elde, zonder bescherming of verdediging, volle
Ze® koos en toen is de hel pas goed losgebar
sten.
De Fransche kust was nog niet uit het ge
dicht verdwenen, toen onze boot door vlieg
tuigen werd bestookt. Zesmaal zijn ze met don
derend geweld over ons heen gevlogen. Twee
bommen vielen in het water, twee vielen er
PP het dek, doch kwamen niet tot ontploffing.
o laatste bom was een voltreffer, die mid-
Scheeps groote verwoestingen aanrichtte.
De paniek, die onder de desolate groep land
rotten Ontstond, was geweldig. De officieren
Poogden aanvankelijk de situatie te redden
door den jongens in het benedenruim toe te
poepen: Kalm blijven, het is het afweergeschut,
blaar de jongens wisten, dat er geen kanonnen
®an boord waren. Ze stormden naar boven,
j^'ie boven was, wou naar beneden. Het
joelde op het schip als in een mierennest.
Tientallen jongens sprongen over boord en
z»Jn waarschijnlijk grootendeels verdronken. Een
ïcddingsboot sloeg om.
De droeve balans van het gebeurde, waar
aan wy onzen lezers de details besparen zul-
jeh, was een kleine zeventig zwaargewonden,
mrwyi honderdtwintig lijkeh werden gebor
en. Deze laatste moesten op de boot worden
Achtergelaten en konden niet worden ge
pontificeerd. Later is de verlaten boot door
eeh explosie vernietigd. Daar het inmiddels
eb geworden was, kwam de boot te voren
reeds aan den grond te zitten en konden vele
opvarenden, onder wie onze zegsman, die lang
Genoeg aan boord van het gebombardeerde
Schip waren gebleven, wadend door het laag
staande water, het Fransche strand bereiken.
(Nadruk verboden)
Een zoo buitengewoon geluk moet met edel
jjbcht besproeid worden! riep hij. Gauw The-
ese, de champagneglazen. Wij moeten klinken
bp de gezondheid van de verloofden.
Therese was heelemaal van streek. Toen zij
0(>rde, dat Linda was verloofd met Delareine,
op eigenaar van den grooten kunsthandel op
eh Ring, begon zij de jonge dame plotseling
„gnadiges Fraulein" aan te spreken!
De algemeene vreugderoes greep ook Linda
&ah- Voor de eerste maal sinds weken vergat
A'J het geluk van de Pastors. Althans, voor het
°°Senblik benijdde zij hen niet meer:
i,Wacht maar! De idylle zal niet lang duren.
'i den eersten tegenspoed stort zij in. Vierdui-
j^hd kronen! En met dat bagatel willen ze
"Pishouden! Die som heb ik zeker voor hand-
Schoenen en parfums noodig."
Eerst toen ze boven in haar klein zeer een-
*°hdig kamertje alléén was, naar bed ging en
het iicht had uitgedraaid verdween de roes.
®n toen kwamen uit het donker plotseling
hP°ken op haar toegekropen.
Aan den wal vroegen wij bij een Fransche
boerderij of wij ons mochten drogen en of wij
eten en drinken konden krijgen. Wij mochten
ons niet drogen en kregen niets. Dat was trou
wens onze bitterste ervaring, die wij op onzen
zwerftocht door Frankrijk opdeden, dat wij be
handeld werden alsof wij een troep landverhui
zers waren. Geen mensch had een vriendelijk
woord voor ons over. Wij waren zichtbaar te
veel en tot last.
Nat, uitgehongerd en uitgeput bereikten
wij tegen den avond Calais, waar nog hevig
werd gevochten. Ten Zuiden van deze stad
werden wij met ruim duizend man in een
aantal boerderijen ondergebracht. De bedoe
ling was nog verder door te marcheeren
naar het Zuiden, doch dit bleek onmogelijk,
omdat het Duitsche leger ons den pas had
afgesneden.
Hoe dat mogelijk was, was voor ons volko
men onbegrijpelijk. Afgesneden van het wereld
nieuws, volkomen onkundig van wat er aan
het front gebeurde, was de wonderbaarlijk
snelle doorbraak van de Duitsche stoottroepen
naar de Fransche kust voor ons een onbegrij
pelijk raadsel.
Zoo leefden wij van den eenen dag in den
anderen in bange onzekerheid en geplaagd
door duizenderlei kwellingen.
Nog scheen Engeland onze eenige redding.
Te Calais kregen wij na twee dagen wachten
telefonische verbinding met Londen. Wij vroe
gen om hulp, in welken vorm dan ook, doch
kregen een afwijzend antwoord. De Nederland
sche regeering in Londen was evenmin bij
machte ons te helpen.
In de boerderijen ten Zuiden van Calais
hebben wij iets beleefd, dat ons op het oogen-
blik, cfat het gebeurde, zoo onwaarschijnlijk
toescheen, dat wij nauwelijks gelooven konden,
wat wij met eigen oogen zagen. Achter en rond
de boerderij, op een afstand van enkele tien
tallen meters, stonden verschillende Fransche
kanonnen opgesteld, die vuurden in de rich
ting van Boulogne. De Duitsche artillerie bleef
het antwoord niet schuldig en twee dagen lang
vlogen de zware projectielen over ons hoofd.
Wij konden niet anders doen dan afwachteh
tot zij onder ons, die er weerloos tusschen in
zaten, dood en verderf zouden zaaien. Een bom
bardement leek ons eveneens onvermijdelijk.
Toen in eens gebeurde het wonderlijke.
Terwijl vlak achter ons de Fransche ka
nonnen onophoudelijk hun vuur braakten,
kwamen voor ons drie Duitsche soldaten,
omzichtig, maar volkomen kalm, op onze
boerderij toeloopcn. Wij konden onz.e oogen
niet gelooven. Zij deelden ons mede. dat zij
van onze aanwezigheid op de hoogte waren
geweest en dat daarom de boerderij niet
gebombardeerd was.
Wij moesten nu maar gauw meekomen; zij
zouden ons veilig naar het door de Duitsche
troepen bezette gebied brengen en dan zorgen,
dat wij terug konden keeren naar Nederland.
Terwijl het geschutvuur aan beide zijden on
verminderd voortduurde, werden wij door de
Duitschers langs greppels en binnenpaadjes,
door bosscnen en over veldwegen naar het
Zuiden geleid, tot wij de Duitsche legermacht
bereikten.
Hoe wij van daar ons vaderland weer hebben
bereikt, daarvan zal ik u het verhaal sparen.
Ik wil er alleen van zeggen, dat wij van Zon
dagsmorgens tot Vrijdagsmiddags hebben ge-
loopen, dagmarschen hebben gemaakt van 25 tot
50 K.M. en in totaal, vermoeid, uitgehongerd en
vooral zeer dorstig, hebben wij meer dan 600
K.M. afgelegd.
Toen wij aan de Belgische grens de geregelde
Duitsche troepen ontmoetten, was ons leed ge
lukkig voorbij. De Duitschers hebben gezorgd,
dat wij met allerlei auto's tot Brussel werden
vervoerd. Daar konden wij een tram nemen naar
Vilvoorde en in deze plaats troffen wij een aan
tal Nederlandsche vrachtauto's, die ons den vol
genden dag hebben meegenomen tot Breda.
In Concordia te Bussum hield de Nederland
sche Bachvereeniging haar jaarvergadering on
der voorzitterschap van prof. dr. J. H. Gun
ning WZin. Uit het jaarverslag van den secre
taris, den heer C. D. van Vliet bleek, dat er in
1939 zes uitvoeringen werden gegeven, waarvan
vijf kerkuitvoeringen Waren en één zaal-uit
voering. Vastgelegd werd, dat de jaarlijksche
gang naar de Naarder kerk voor de vertolking
van de Mattheus-Passion steeds meer opgevat
wordt als een devote kerkgang.
Het financieel jaarverslag van den heer pen
ningmeester, den heer Chr. Freyer, wees een
totaal aan inkomsten uit van f 12163.98 en een
totaal aan uitgaven van f 16034.90, zoodat er
over 1939 een nadeelig slot resulteerde van
f3870.92, dat slechts voor een deel kon worden
verhaald op de contributies van oprichters,
koorleden, donateurs en abonné's tot een be
drag van f3207.75, zoodat er een ongedekt te
kort bleef van f663.17. Aan kaartverkoop, op
brengst van verkochte tekstboekjes en andere
bijdragen werd ontvangen f 10.225.90, aan sub
sidies en radio-bijdragen f 1.938.08. Solisten, or
kest, zaalhuur en reclame vergden een bedrag
van f6301.17, drukwerk, salarissen en verdere
onkosten f7706.06. Op muziek en orgel werd af
geschreven f 2026.67.
Nadat de verslagen waren goedgekeurd, wer
den de periodiek aftredende bestuursleden, mej.
A. F. Dudok van Heel en prof. dr. J. H. Gun
ning Wzn. herkozen.
Telkens opnieuw blijkt, dat de Engelschen,
die bij het uitbreken van den oorlog in Neder
land onze bondgenooten werden, hun verbin
tenissen wel op zonderlinge manier opvatten.
Reeds vroeger is van Duitsche zijde in 't licht
gesteld, hoe minimaal de hulp was, die Neder
land van onze Westerbondgenooten kreeg, toen
enkele honderden Engelschen in Hoek van
Holland en IJmuiden aankwamen. Een negende
gedeelte van deze troepen had opdracht de
olietanks te vernietigen. Hoe perfect zij zich
van hun taak hebben gekweten blijkt uit het
feit, dat, terwijl het land aanvankelijk over
een olievoorraad voor twee jaar geschikte, men
thans met een bijna onmogelijke zuinigheid hét
verkeer op gang moet houden. Juist omdat de
resten van onze voorraden zoo gering zijn, moet
met groote gestrengheid tegen ieder misbruik
van benzinevergunning worden opgetreden.
In plaats dat ons land hulp kreeg van Enge
land, worden wij nog op dit oogenblik, nu de
vijandelijkheden al weken achter oen rug lig
gen en ons land zich verre van het front be
vindt, in ons gewone leven ernstig gehinderd.
Piaatsen als Rotterdam en Vlaardingen, die toch
reeds zooveel te verduren hebben gehad, hebben
nog steeds van Engelsche bommenwerpers te
lijden. Olietanks en fabrieken schijnen nog al
tijd het mikpunt te blijven van het Engelsche
luchtwapen. Al is de schade betrekkelijk gering
en vallen de Engelsche bommen meest in het
open veld, de schrik onder de bewoners dier
plaatsen is des te erger. Zjj worden in hun
nachtelijke rust onophoudelijk gestoord en ra
ken niet zelden in een toestand van overmatige
zenuwachtigheid.
De Engelsche methoden echter houden daar
mede niet op. Zooals wij vernamen zijn alle in
Engeland of in Engelsche gebieden aanwezige
Nederlanders, die tusschen 1904 en 1921 zijn
geboren, opgeroepen om zich te melden. Zij zul
len moeten strijden aan de zijde der geallieer
den, evenals Belgen en Noren, die in dezelfde
omstandigheden verkeeren. Waarheen deze
vreemdelingenlegioenen zullen worden gezon
den misschien naar Noorwegen of naar
Frankrijk, evenals dat reeds eerder met de Po
len is geschied, kan niemand zeggen.
De Burgemeester van Rotterdam heeft be
kend gemaakt, dat het sluitingsuur voor de in
richtingen tot het verbruiken van eet- en
drinkwaren is bepaald op tien uur des namid
dags.
De politie in de Maasstad heeft groote par
tijen sterken drank in beslag genomen, omdat
sommige tappers en slijters zich niet bleken te
houden aan het verbod tot verkoop van sterken
drank in het klein. Het is absoluut verboden
sterken drank in 't klein te verkoopen. Mochten
thans nog overtredingen worden begaan, dan
zal de geheele voorraad in beslag worden ge
nomen.
Ben 38-jarige inwoner van Duivendrecht is
Zondagavond omstreeks zeven uur bij de Dui-
vendrechtsche brug bij het fietsen leeren rijden
verongelukt. De man, die op den Rijksweg reed,
bemerkte niet, dat achter een auto, welken hij
had laten passeeren, een Nederlandsche mili
taire auto volgde en wilde oversteken. De be
stuurder van den militairen wagen kon een aan
rijding niet verhinderen, zoodat de fietser op
den grond werd geworpen en bewusteloos bleef
liggen. Nadat de G.G. en G.D. uit Amsterdam
de eerste hulp had verleend, werd het slacht
offer per particulieren ziekenauto naar het
Burgerziekenhuis vervoerd, waar hij bij aan
komst aan de bekomen schedelfractuur bleek
te zijn overleden.
In een van de donkere nachten van de vo
rige week was omstreeks half twee een man
aan de Bierkade te 's-Gravenhage te water
geraakt en verdrohken. Zaterdagmiddag is het
lichaam opgehaald uit het water langs het
Groenewegje. Het bleek te zijn van den 37-
jarigen P. L. uit de Fisherstraat. Het lijk is
naar de Algemeene Begraafplaats vervoerd.
De afzet van tuinbouwproducten op de
Nederlandsche veilingen is niet alleen van
geheel anderen aard geworden, omdat
Duitschland den afzet van de voor ons land
overtollige gewassen heeft gegarandeerd,
het karakter van de veilingen is evenzeer
veranderd door de veranderde omstandig
heden in Nederland, die den invoer van een
groet aantal buitenlandsche producten on
mogelijk hebben gemaakt.
Tot voor kort werden groote hoeveelheden
butienlandsch fruit in Nederland ingevoerd,
ofschoon de laatste jaren bij de fruitkweekers
wel gedacht is aan de mogelijkheid het Neder
landsche fruit in koelhuizen op te slaan en het
zoo mogelijk te maken, den oogst van enkele
maanden gedurende een groot deel van net
jaar geleidelijk in consumptie te brengen. Deze
plannen waren echter nog niet tot een uitvoe
ring op groote schaal gekomen, zoodat import
van fruit nog altijd noodzakelijk was. Betrek
kelijk noodzakelijk ten minste, want nu deze
import door de veranderde internationale om
standigheden niet meer mogelijk is, zcekt de
Nederlandsche huisvrouw naar een product, da:
het fruit althans in eenige mate kan vervangen
Het gevolg hiervan is geweest, dat er op de
veilingen veel meer tomaten werden verkocht
dan vrceger. Het is tot nu toe nog nooit mo
gelijk geweest een naar verhouding groot kwan
tum tomaten voor de onmiddellijke consumptie
te verkoopen. Het meerendeel van den aanvoer
draaide door en aan dit feit danken wij de
voedzame tomatensoep, die met honderdduizen
den blikken tege'ijk werd aangemaakt en die de
zorg had van het Centraal Bureau voor de
Tuinbouwveilingen.
Wat tot nu toe nooit mogelijk is geweest,
geschiedt thans. Aan de veilingen worden
groote hoeveelheden tomaten verkocht. Nog
wel niet zooveel als de kweekers zouden
wenschen, maar er is ten opzichte van het
verleden toch reeds een groote vooruitgang
merkbaar. Als regel wordt thans ongeveer de
helft van den aanvoer op de veilingen ver
kocht voor onmiddellijke consumptie. En
niet alleen naar tomaten, ook naar andere
versche groenten bestaat een groote vraag,
die weliswaar in dezen tijd van het jaar niet
ongewoon is, doch die dit jaar toch merk
baar grooter proporties aanneemt dan vroe
ger. Komkommers bijvoorbeeld vertoonen de
zelfde tendenz als de tomaten: ze worden
uitzonderlijk veel gevraagd en verkocht. Het
blijkt dus, dat de Nederlandsche huisvrou
wen, als het moet, het wel kunnen stellen
zonder butienlandsch fruit, omdat ze in de
inlandsche producten een compensatie vin
den. De smaak van deze inlandsche pro
ducten is wel anders dan van fruit, maar
heelemaal niet minder, terwijl het zeker is,
dat de voedingswaarde van de versche
groenten even groot, zoo niet grooter is, dan
van het ingevoerde fruit.
Het is te begrijpen, dat de groentenkweekers
dezen gang van zaken met vreugde zien en dat
zij voldaan zijn over het feit, dat thans de
Nederlandsche huisvrouw steeds meer waardet-
ring gaat vertoonen voor het Nederlandsche
tuinbouwproduct. Het stemt da nook tot «oi-
doening, dat er thans geen vernietiging van
groenten meer zal plaats hebben. De groenten
namelijk, die doordraaien en die vroeger voor
menschelijk gebruik ongeschikt zouden worden
gemaakt, staan thans ter beschikking van de
armlastigen. Het blijft voor de kweekers in fi
nancieel opzicht hetzelfde of deze groenten
worden vernietigd dan wel of ze gratis ter
beschikking van de armen worden gesteld,
maar het geeft hun een moreele voldoening, aat
bet product, waaraan zij maandenlang hun
beste zorgen hebben besteed, thans ten minste
het doei bereikt, waarvoor het bestemd is er.
dat hun moeiten en zorgen niet met één slag
waardeloos worden gemaakt, zooals eigenlijk
toch geschiedt, als de groenten naar de mest
vaalt gaat.
Het ligt voor de hand, dat slechts die groen
ten ter beschikking van de armlastigen worden
gesteld, die niet voor uitvoer in aanmerking
komen. Dit zijn in hoofdzaak spinazie, andijvie
en kasboonen. De producten, die wel voor ex
port in aanmerking komen, gaan naar Duitsch-
land. Dit land heeft gegarandeerd, dat 't elk
kwantum van deze artikelen zal afnemen, dat
niet op de binnenlandsche markt geplaatst kan
worden. Zooals bekend, geldt hierbij de restric
tie, dat van komkommers, peen en sla tenmin
ste vijftig procent voor binnenlandsch gebruik
blijft gereserveerd, terwijl dit contingent voor
bloemkool is bepaald op 75 procent. Het is ech
ter gebleken, dat het gedeelte, dat gereserveerd
is voor de binnenlandsche markt, veelal niet
in zijn geheel door deze markt wordt opgeno
men en ook dit niet opgenomen gedeelte kan
naar Duitschland worden uitgevoerd. Voor het
gedeelte van onze groenten, dat naar Duitsch-
iand wordt uitgevoerd, gelden de minimum
prijzen, zooals deze zijn vastgesteld door da
Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale. Deze
minimumprijzen benaderen den kostprijs en de
kweekers beschouwen dezen dan ook als loonend,
meer loonend dan de oude minimumprijzen, die
alleen de kosten van het oogsten en het trans
port konden dekken.
Over het algemeen heeft de oorlog wei
nig schade aangericht aan de tuinbouwbe
drijven. Zij is in ieder geval zóó gering, uat
het meerendeel van d e bedrijven op volle
capaciteit werkt, zoodat er geen gevaar be
staat, dat de groentenvoorziening van ens
land stagneeren zal.
Naar aanleiding van véle onjuiste geruch
ten, welke zijn ontstaan in verband met het
plotseling evacueeren van het meerendeel var»
de bevolking van Breda naar Antwerpen er
dorpen op den weg daarheen, en over de ge-
beurtenissen in Breda gedurende de oorlogs
dagen, heeft de Officier van Justitie bij de
Bredasche rechtbank uiteengezet zooals wij
reeds meldden dat de onverwachte ontwik
keling der gebeurtenissen ook de overheid als
het Ware heeft overrompeld en dat haar in
geen enkel opzicht blaam treft, daar zij alles
tot het uiterste gedaan heeft in het belang
van de veiligheid der burgerij, die voor
99/100ste deel is kunnen vertrekken en die na
bange dagen thans weder geleidelijk haar oude
stad heeft opgezocht.
Vermeldenswaard is nog over het verloop
van de overgave van Breda, dat de hoofdlei
ders van een groep geëvacueerden, die via
Zundert op weg naar veiliger oorden waren
de heer Meeüs en van Mierlo toen het ge
zelschap in Achtmaal was in den snellen te
rugtocht der Franschen tengevolge van de
overdonderende vaart waarmee de Duitsche
opmarsch plaats vond, aanleiding vonden, het
contact met Breda te herstellen.
In die gunstige omstandigheden verkeerden
de leiders op de route via Hoogstraten niet,
want voor hen ontwikkelde het front zich in
ongunstigen zin.
Op tweeden Pinksterdag des morgens tracht
te de heer Meeüs het eerste contact met Breda
mogelijk te maken. Hij vertrok met een auto
via den grooten weg, maar alras bleek, dat
verder trekken niet alleen levensgevaarlijk
maar ten eenenmale onmogelijk was. Hij be
reikte de laatste terugrekkende Franschen,
die met hun mitrailleurs de aanstormende
Duitschers nog trachtten tegen te houden, een
punt dus waar de gevechtsaanraking op dat
oogenblik het hevigst was.
In den middag werd opnieuw een pogmg
gewaagd door de heeren Meeüs en Van der
Ichrieck. Even voor Rijsbergen, op den groo
ten weg, stuitten zij op de eerste Duitschers.
Zes man hadden zich verdekt opgesteld achter
een tetonversperring. Met het geweer in de
hand traden zij den auto tegemoet.
De beide Bredanaars wisten de posten te
overtuigen van het belang en de noodzaak
van een onmiddellijk contact met het com
mando, waarop zij naar den commando-post
in een boerderij aan een zijweg van den Rijs-
bergschen weg werden gevoerd.
Daar kregen de heeren Meeüs en Van der
Schrieck vergunning naar Breda te gaan om
er in contact te treden met de Duitscne lei
ders. Voorafgegaan door twee motorordonnan
sen, vergezeld van een militair in den wagen
en gevolgd door een motorrijder bereikten zij
Breda, alwaar op dat oogenblik nog geer.
Duitschers aanwezig waren. Dezen bleken zich
op te houden aan den buitenkant der stad.
Om 3 Uur verschenen de Duitschers in de
stad, waarop onmiddellijk het contact tus
schen Duitsche legerleiders en de beide Bre
dasche vertegenwoordigers tot stand kon komen.
Voorafgegaan door den heer Meeüs met den
sleutel van het Bredasche stadhuis en gewa
pend met revolvers begaf het gezelschap zich
naar den zetel van het Bredasche stadsbestuur
De onderhandelingen werdgn van de zijde
der Duitschers op correcte en hoffelijke wijze
gevoerd. Daaraan nam eveneens dr. Struycken
deel, die ook in Breda was aangekomen en dooi
den heer Meeüs tot de besprekingen was uit-
genoodigd.
Even dreigden de onderhandelingen een
minder prettig verloop te hebben. Er werd
namelijk mededeeling gedaan, dat juist een
Duitsche militair door een burger vt>or het
stadhuis was doodgeschoten. Zeven burgers
die in de omgeving van het stadhuis werden
opgemerkt, werden daarop gevangen genomen
en in gijzeling gesteld.
Nadat de Bredasche vertegenwoordigers erin
geslaagd waren, hun onschuld aan te toonen,
werden zij evenwel op vrije voeten gesteld.
De onderhandelingen hadden vervolgens
een vlot verloop. Men kreeg toestemming van de
Duitsche leiders om de burgerbevolking te
laten terugkeeren.
Daarvan werd aan de betrokken leiders in
Zundert en Achtmaal mededeeling gedaan en
de terugkeer begon, nadat de heer van Mierlo
zich zekerheid had verschaft, dat de Bredasche
waterleiding nog intact gebleven was.
De heer Meeüs werd door de Duitsche auto
riteiten zoolang als waarnemend burgemeester
aangewezen totdat de burgemeester zou zijn
teruggekeerd, welke functie later weer door
den loco-burgemeester, wethouder Van Mierlo
overgenomen werd.
Vanaf dat oogenblik stroomden de eerste
Bredanaars de stad weer binnen. Breda werd
van een „ville morte" weer een levende en
bevolkte stad.
Door het correcte en tegemoetkomende op
treden der Duitschers en de doortastendheid
van verschillende Bredanaars werden alzoo aan
veel burgers verder leed en ontberingen be
spaard.
De burgemeester van Breda verzoekt den
inwoners van Breda, die naar België zijn uit
geweken en niet op eigen gelegenheid naar
Breda kunnen terugkeeren, zich te melden bij
den burgemeester van de meest nabijgelegen
groote plaats in België. Zij moeten naam en
adres opgeven met verzoek aan den Belgischen
burgemeester, dit door te geven aan den bur
gemeester van Breda, die dan zorg zal dragen,
dat de inwoners met Roode Kruis-auto's zul
len worden gehaald. Dit geldt alleen voor hen,
die wegens verwonding, ziekte of ouderdom
niet tot loopen in staat zijn.
's-GRAVENHAGE, 3 Juni. Door een be
treurenswaardig misverstand zijn heden ver
schillende namen opgegeven van personen, die
uit Calais zouden zijn teruggekeerd.
Het betreft hier echter de namen van Neder
landers, die nog te Calais vertoeven en nog
niet zijn teruggekeerd.
Naar ons wordt medegedeeld, verblijven de
volgende personen uit ons land nog in Calais:
D. van Gulik, Frins Mauritslaan 96, Haar-
lem-Overveen; J. v. d. Vreede, Westweg b 101,
Krabbendijke; W. A. Verplanke, Groede; C.
Wouters, Kerkrade, Voortersstraat 83; F.
Grasser, Kloosterrade; J. C. v. d. Borst, Wil
lemstraat 6, Venraay; W. v. d. Broecke, Mo
lenwater 6, Breskens; I. van Grol. Ie Zand
straat 15, Breskens; A. Simpelaar. Breede-
straat 79, Oostburg; L. Oppeneen, Schoon-
dijke, J. A. de Wilde, L. de Wilde. Klooster-
zande; F. N. de Block, Axel; J. Ros. Aarden
burg; M. Bakker. Axel; W. de Nijs, 417 Bier
vliet; M. Verbrugge, Walsoorden; P. de
Muynck Breskens; J. Niks, Shetstraat 80,
Arnhem; W. Geelen, Gestelsestraat 79. Eind
hoven; K. Thomas, Bleierheidestraat 100,
Kerkrade; A. G. Bouten, Nobrlstraat 103, Rot
terdam (C.); H. J. Curiel, Krabbendijke; C.
Eversevan Klooster, Ierseke; H. Mühlers,
Schore; J. de Kok Schore; J. Poelman, van
Randwijkstraat, Ierseke; A. v. d. Broecke,
Heerendreef, Aardenburg; C. I. Ponger, Am-
sterd.weg 352, Amstelveen; A. Verhoef. Kriec-
kelbergweg 5. Kerkrade; A. Smulders, Meelen-
burgstraat 24, Eindhoven; J. en A. H. Arbman,
Neuren; J. Risseeuw, Kruisdijk, Groede; J.
Dikkenberg, Zuidrede; P. Stox, Waterland-
loerkjeT. Verstelle, Wolphaartsdijk; A.
Haartsen Schoondijke; E. J. de Silva en 2
zoons. IJzendijke; E. van Goethem, S. A. 46,
Vogelwaarde; A. Kools, Hobbemastraat 18, Til
burg; B. J. Kinde, Philippine; II. A. van Hei
ten, Boulevard 144. Arnhem; J. v. d. Hoon
aard, Slotsche dijk 161 (2). Poortugaa! bij
Rotterdam; A. J. Fey, Beverstraat 85 B n.
Rotterdam; dr. K. F. Proost, Westzeedijk 128e
of „Ons Huis", Rotterdam; Jagers p. a. J. C.
Doorns, Tuinpad 22, Terneuzen.
Benoemd is tot secretaris van het college van
curatoren van het Koninklijk Nederlandsch
Meteorologisch Instituut de heer H. Ch. E. van
Ede van der Pais, directeur van den Lucht
vaartdienst en lid van genoemd college.
In het Sint Petrus Canisius Retraitehuis te
Bergen (N.H.) zijn de retraites weer ingezet
met een retraite voor meisjes. De deelneming
was, gezien de tijdsomstandigheden, bevredi
gend.
De retraites in Juni zijn; Zaterdag 811
Heeren Middenstand, Zaterdag 1518 St. Jo
zefgezellen, Dinsdag 1821 Gehuwde Dames,
Zaterdag 2225 Mannen, Dinsdag 2528 Ge
huwde Dames, Zaterdag 29 Juni—2 Juli Meis
jes.
Vooral nu is het geestelijk in zich zelf keeren
een weldaad voor ziel en lichaam. Dagen, daar
aan gewijd, zijn wél besteed.
Zondag had te Weert de jaarlijksche ver
nieuwing der toewijding aan het H. Hart plaats,
die thans werd gehouden, niet bij het H. Hart-
monument, doch in de dekenale kerk.
's Morgens naderden de geloovigen in grooten
getale tot de H. Tafel, terwijl de Hoogmis werd
opgedragen tot intentie der toewijding: ge
spaard te worden voor verdere rampen.
Om vijf uur werd in de tot in de hoeken ge
vulde St. Martinuskerk een plechtig lof gecele
breerd, tijdens welke plechtigheid de hoogeerw.
heer J. M. Souren, pastoor en deken van Weert,
een treffende predicatie hield.
Daar geschiedde de hernieuwing van de toe
wijding met acte van eerherstel.
Met het lied „Aan U, o Koning der eeuwen"
werd de grootsehe plechtigheid besloten.
Een schat van bloemen en bloemstukken was
voor deze plechtigheid geschonken.
Zij begon te huiveren. Een smartelijk gevoel
van afschrik, ledigheid en angst beving haar.
Zij zag Delareine weer voor zich, met al de za
ligheid van den verloofde op het verweerd ge
zicht. En zij voelde weer den kus van zijn fletse
lippen en hoorde hem zeggen: „Morgen kom ik
bij je ouders officieel aanzoek doen om je hand.
en over zes weken ben je mijn vrouw!"
„O, wat heb ik gedaan! Wat heb ik ge
daan!kreunde zij.
Voor één oogenblik lag de heele toekomst
naakt voor haar. Jaren vol uitwendige schitte
ring en inwendig duister.... Toen verdween
Kurt had haar niet tevergeefs een paar gla
zen champagne opgedrongen. Looden matheid
kwam over haar en vaagde de sombere tafe-
reelen weg. In den lichten, rooskleurigen nevel
van haar droomen zag zij niets meer dan fon
kelende diamanten, heerlijke, zeldzame bloe
men, kostbare zijden stoffen, die haar soepel
lichaam omritselden, menschen, die haar met
jaloersche bewondering aanstaarden....
IV
De heer en mevrouw Delareine maakten hun
huwelijksreis naar de Fransche hoofdstad. Een
dag lang sprak men in al de salons van Weenen
over de onvergelijkelijke pracht van de huwe
lijksplechtigheid en de bladen bleven niet ach
terwege. Maar de jonggehuwden vlogen nog in
Delareine's reis-auto (Linda had dat zoo ge
wild) over de stoffige wegen, toen een ver
schrikkelijk spoorwegongeluk in 't Zuiden van
Duitschland de aandacht van 't publiek af
leidde van dat bijna vorstelijk huwelijk.
Parijs! Linda was schier bedwelmd. In haar
meisjesdroomen had zij dikwijls verlangd, een
maal naar Parijs te kunnen gaan, maar aan de
verwezenlijking van dien droom had zij nooit
durven gelooven.
Maar nu was de droom werkelijkheid gewor
den, en hoe! Aan geld ontbrak 't haar niet; zij
behoefde niet te sparen, zich niets te ontzeg
gen. Kurt had gelijk gehad: een blik, een kus
en Delareine deed alles, wat zij wilde.
Hij was vreeselijk verliefd. Méér dan hij zelfs
als mogelijk had beschouwd; veel, veel meer
dan Linda wenschte. Menigmaal moest zij zich
geweld aandoen, om dat gevoel niet al te dui
delijk te toonen.
In eenige weken tijds werd ontzettend veel
geld uitgegeven en Delareine had reeds twee
maal aan zijn bankier te Weenen moeten
schrijven. Doch er was zoo veel, dat hij zelf of
Linda als onmisbaar voor haar schoonheid
hield!
Ik weet, dat je gaarne mooi bent, zei hij
in de overmaat zijner verliefdheid, „en ik wil,
dat je bij onzen terugkeer te Weenen, alle an
dere dames in elegance overtreft!
Bij Worth en Poiret brachten zij halve da
gen met aankoopen door. Het kostbaar antiek
juweelenkistje, een van Delareine's huwelijks
geschenken, 't had, beweerde men, aan Marie-
Antoinette toebehoord, was bijna vol. De
hoeden, schoenen, handschoenen en zijden kou
sen vulden alléén reeds drie koffers en zouden
den uitzet van een hertogin geen oneer aange
daan hebben.
Niet zelden gebeurde het, dat Delareine, van
aard nog al zuinig, bedenkingen opperde, maar
dan zeide Linda met een droef verwijtenden
blik: „Maar, Jacques, begin je nu al gierig te
worden?" Hij was daar uiterst gevoelig voor en
het teedere verwijt had steeds die uitwerking,
dat zijn kooplust dien van zijn vrouw overtrof.
Heimelijk trachtte hij, zijn geweten tot rust
te brengen: „Och, 't is maar het begin! Van
thuis heeft ze niets dan prullen meegekregen.
Tegen Paschen gaan we in ieder geval naar
huis en dan neemt heel die malle historie van
zelf een einde."
Maar toen Paschen naderde en hij nu en aan
voorzichtig over de terugreis sprak zette Linda
een pruilend gezicht:
Moeten we nu al weg? 't Wordt hier lede
ren dag mooier. Iedereen zegt, dat Parijs in 't
voorjaar het schoonst is.
Maar, kindje, 't moet et toch eenmaal van
komen. Paschen hebben wij als uitersten ter
mijn vastgesteld.
Jij, ik niet!
Maar ik moet me toch eindelijk weer met
de zaak gaan bezighouden!
Belachelijk! Of moet je, zooals 'n ordinair
koopman, voor je dagelijksch brood werken? Je
drijft toch je zaak enkel voor je plezier. Laat
je personeel voor je werken. Die menschen
worden ervoor betaald.
Alles goed en wel, maar een zoo lange af
wezigheid zou mij onberekenbaar nadeel kun
nen veroorzaken. Je weet bovendien, dat Hardy
onmiddellijk' na Paschen trouwt, en naar aan
leiding daarvan drie weken vacantie heeft ge
vraagd.
Wat hebben wij daarmee te maken?
(Linda keek nog stuurscher). Laat hem trou
wen. Romer is er nog.
Lief kind
Laat me gerust met je vervelend „lief
kind!" Altijd hetzelfde liedje, 't Maakt me ner
veusMoet ik je dan vlakaf zeggen, dat je
mijn vader had kunnen zijn?
Delareine werd bleek. Het stortbad, hem zoo
ruw toegediend, mist zijn uitwerking niet.
Linda
Het zacht en smartelijk geluid zijner stem
drong door tot haar geweten. Plotseling begreep
zij de wreede grofheid harer woorden, maar zij
behoorde niet tot die vrouwen, die door het
bewustzijn, een fout te hebben begaan, tot ne
derigheid worden gestemd. Integendeel: het be
wustzijn van de fout maakte haar nog boozer.
Wat ik zeg, is doodeenvoudig de waarheid.
Je flauwe voorwendsels zouden een engel zijn
geduld doen verliezen. En ik heb je nooit wil
len wijsmaken, dat ik 'n engel ben.... Hardy's
huwelijk! Is dat 'n reden om onze reis te be
korten? Heeft 'n gewoon boekhouder drie we
ken vacantie noodig als hij trouwt? We hebben
eens 'n leeraar van 't gymnasium tot buurman
gehad, en die was heel blij, dat hij bij z'n hu
welijk van zijn directeur vijf dagen verlof kreeg
Ik heb Hardy beloofd, zijn getuige te zui
len zijn
Hoe langer hoe mooier! En daar heb je
mij niets van gezegd!
Linda bleef plotseling met gekruiste armen
vóór haar man staan. Toorn en spot fonkelden
in haar blik.
Mag ik vragen, ging zij voort, of je mis
schien ook mijn tegenwoordigheid bij die ge
wichtige gebeurtenis beloofd hebt?
O ja. Ik dacht.
Delareine raakte meer en meer in de war.
Je dacht..wat?
Dat ik handelde overeenkomstig je wen
schen. Hardy's verloofde is toch je beste vrien
din!
Dat wil zeggen: zij was het. Maar aan
dergelijke vriendschap tusschen jonge meisjes
wordt door het leven vroeg of laat een einde
gemaakt, 't Spreekt van zelf, dat er, met het
oog op de ondergeschikte positie van haar aan
staande. geen sprake meer kan zijn van inti
miteit tusschen mij en Helene.
Jij wilt dus den omgang met haar afbre
ken? vroeg Delareine, die geen trots kende,
pijnlijk verbaasd.
Dat zeg ik niet. Wij zullen elkaar van tijd
tot tijd een bezoek brengen, maar daar blijft
het bij. Er bestaat nu een al te groot verschil
tusschen haar en mijn levensomstandigheden.
Dat zou je toch moeten begrijpen, Jacques! In
geen geval zal ik mij zelf de vernedering op
leggen. bij die poovere bruiloft tegenwoordig te
zijn. Bedenk toch, hoe bespottelijk het zou we
zen, als men in de kranten las: „De heer en
mevrouw Delareine waren tegenwoordig op de
bruiloft van hun tweeden boekhouder.
(Wordt vervolgd*