Luchtbescherming in Den Haag Oorlogsschade in Zeeland Duitsche militairen begraven iteenloopende wegen Goede verduistering HET P0ST-PR0BLEEM IN DE MAASSTAD Noodgebouw nabij het station D.P. Ledige vaten inleveren Naturalisatie-aanvragen WOENSDAG 5 JUNI 1940 Een dappere damesploeg Kerkelijk Leven Een veelzeggende lijst Plechtigheid te 's-Gravenhage Het aantal functionarissen moet echter nog aanzienlijk grooter worden, anders volgt dwang Het hoofdpostkantoor In de kritieke dagen Een wensch Electro-techniek Voor het vervoer van benzine geschikte vaten dienen on verwijld beschikbaar te worden gesteld REDDERS BELOOND Vierjarig jongetje verdronken Door landmijn gedood ZILVEREN PRIESTER FEESTEN ZEEUWSCH DAGBLAD Stichting Zuid-Holland 1940 UIT DE STAATSCOURANT Douanerecherchedienst DOOR A. HRUSCHKA DEN HAAG, 4 Juni 1940 's Avonds laat tegen het vallen van de duisternis trekken de straat- en blokhoof den van den luchtbeschermingsdienst naar buiten om hun wijk te controleeren. Zij loopen met den nog net in den schemer zichtbaren witten band om den arm in het midden van de straat, speurend naar ieder streepje licht, dat nog tusschen gordijn reten doordringt en den onachtzamen burger met een fikschen ruk aan de bel op zijn ongeoorloofde lichtuitstraling attent ma kend en af en toe opkijkend, wanneer een contrölevliegtuig over de daken scheert of dit wellicht eenig teeken van goed- of af keuring zal geven. Veel immers van wat de vliegenier kan zien is aan het oog van de op straat controleerende functionarissen onttrokken. Zijn de dakramen voldoende afgeschermd? De koekoekvensters boven de gangen of boven de zolders? Welken indruk hebben die controleerende vliegmachines? £ijn ook zij tevreden? Wij hebben deze vragen voorgelegd aan den aclrninistrateur-vertegenwoordiger van de Haag se afdeeling der Nederlandsche luchtbe- ^herming, den heer N. van Helsdingen en hem eh passant een en ander gevraagd over de ïesultaten van de luchtbescherming in de af- geloopen weken. Gij weet, aldus de heer Van Helsdingen, dat 111 Den Haag een tamelijk sterke organisatie Wn de luchtbescherming bestaat. Wij tellen "ier volgens de laatste cijfers ruim 40.000 leden, bkt is over de stad genomen 8.24 pCt. van de bevolking. In sommige gedeelten van de stad ligt dit percentage nog aanzienlijk hooger. In het Benoordenhout bijvoorbeeld is 22 pCt dit stadsdeel lid van onze vereeniging Daarnaast hebben wij een voortreffelijke sa menwerking- met de gemeente, die alles doet ^at zij kan en ons, zoowel wat de aanschaf te van materiaal als wat het beschikbaar pellen van krachten betreft, vooral in den laat- sten tijd zeer ter wille is geweest. .Daarmee is niet gezegd, dat wij aan het emde van onze wenschen zijn. Ge gemeente heeft den wijkhoofden dat bijn er 71 in onze stad ieder een zestal in- tillectueele werkloozèn tegen vergoeding ten b'enste gesteld, zoodat de post van deze func tionarissen steeds op volle kracht kan werken, dag en nacht. Ztoo is ook de bewaking van de bpenbare schuilkelders toevertrouwd aan een 6antal werkloozen, die op die manier hun 'tieunbedrag met 4 uren post moeten verdienen, tornen zij niet op hun post, dan wordt hun v°or iederen dag verzuim een zesde gedeelte Van den steun ingehouden. 2oo is er dus reeds eeu begin gemaakt met de toepassing van art. 12 der luchtbeschermingswet, dat den burge meester de bevoegdheid geeft om zoo noodig '^Paalde burgers te verplichten aan de lucht bescherming mede te werken. Daar zal echter nog veel meer gebruik moe- mu worden gemaakt van dit artikel, indien biet velen thans vrijwillig hun krachten voor I 1 luchtbeschermingsdienst beschikbaar stel- j?m Van de bijna 9.000 straathoofden, die er in g Haag behooren te zijn, zijn er nog slechts 00 gevonden. Daar moeten 5.300 menschen "bh, die de blokbrandweerwagens, waarvan er ?b'0Kienteel 363 aanwezig zijn, bedienen. Wij ebben 19.000 ordonnansen noodig, bijna 9.000 rahdmelders en bijna 18.000 menschen, die de erzorging van zieken, ouden van dagen en bvaliden bij brand- of luchtgevaar op zich tiernen. Telt men dit alles bij elkaar dan blijkt, dat zelfbescherming alleen geheel los dus van gemeentelijke diensten, zooals bewaking der ^huilkelders, orde-diensten enz. ruim 60.000 fmchten behoeft, dat is nog 20.000 meer dan aantal leden der vereeniging. Nu is er in den laatsten tijd een sterke aandrang tot lidmaatschap ®n wij zijn druk bezig uit te bouwen, Waar wij het nog langs den weg der Vrijwillige toetreding kunnen, doch als deze toestand lang duurt, zullen Pi deze functionarissen moeten zijn aangewezen en kan het moment komen, dat ook te hunnen aanzien gegrepen moet worden naar het hiiddel van den dwang, dan wordt ieder een functie toegewezen of hij deze graag heeft of niet. En bent U tevreden over de wijze waarop Den Haag verduistert? Wij hebben daarover geen klachten gekregen. Geen klachten tenminste voor Den Haag in zijn geheel. Alleen de 2e sector, de Schilders- en Ti ansvaalbuurt heeft in het begin een waar schuwing gekregen; sindsdien echter function- neert alles uitstekend. Men heeft in het alge meen goed afgeschermd. Men let op de boven ramen en men went er aan den weg door zijn huis in het donker te vinden. Daar is aanvankelijk bepaald, dat de ra men aan de voorzijde des nachts niet mochten open blijven, geldt die bepaling thans nog? Niet meer. Men kan des nachts rustig zijn rdam open zetten, alleen bij luchtalarm is men verplicht het te sluiten. U sprak zoo juist over de bediening van de blokbrandweerwagens. Zijn die gedurende den oorlog nog in functie geweest? Zeer zeker. Een der blokbrandweerwagen- tjes heeft aan het Bezuidenhout, bediend door 4 dames onder leiding van den heer Fooy, den eersten morgen den besten reeds den vuurdoop gekregen. Gij weet, dat toen een vliegtuig bran dend in dit gedeelte van de stad neerkwam, een brandende vleugel brak er af en stortte op het Louise de Colignyplein vlak voor twee huizen op de stoep neer. De vlammen sloegen tegen den gevel en staken het houtwerk in een minimum van tijd in brand. De brandweerpost aan de Carpentierstraat, die een en ander zag gebeuren, trok onmiddellijk erop uit met haar klein handwagentje met enkele tientallen me ters slang en wat zwaar koper spuit-materiaal, een bijl en nog een paar instrumenten en kwam zeer spoedig ter plaatse van h»t onheil. Vier dames in zwarte brandweerkleeaing en met helmen op het hoofd, die al eerder bij oefeningen branden hadden gebluscht en dus niet voor het eerst werkelijk tegenover het vuur stonden, hadden in een minimum van tijd het materiaal aangezet en spoten van vlak bij op de brandende deelen van den vliegtuigvleugel en van het huis. Van zóó dicht bij, dat zij elkander om de halve mi nuut moesten aflossen daar de hitte het hun onmogelijk maakte langer stand te houden. Zij zijn nog naar boven geklommen met bun slangen en zijn erin geslaagd in betrekkelijk korten tijd den uitgebroken brand geheel meester te worden. Anderhalven meter naar binnen in het huis is het vuur gekomen, verder niet. Toen dit alles was afgeloopen begaf zich het kleine wagentje naar de Adelheidstraat om daar, waar de romp van hetzelfde vliegtuig de voorétage van 'n huis had meegenomen en waar de offi- cieele brandweer de handen vol werk had, nog geducht bij te springen. Ik mag daar misschien aan toevoegen, besloot de heer van Helsdingen het onderhoud: wij zijn nog steeds bezig met goed in te zamelen voor onze wagentjes. Deze kleine dingen kunnen zéér veel bereiken, vooral omdat zij overal, door de heele stad verspreid staan en dus snel bij de hand kunnen zijn en de snelheid, het spoedig- erbij-zijn is bij het brandblusschen de helft van het succes. Redelijkerwijs kan ieder nor maal huizenblok zoo'n wagentje ofwel voor zich zelf ofwel met een ander blok samen be zitten. Zóó duur zijn zij niet. Uw lezers mogen de conclusie trekken! De directie van de P.T.T. te Rotterdam heeft besprekingen gevoerd met het ge- gemeentebestuur en den gemeentelijken teehnischen dienst om te komen tot den bouw van een groot noodkantoor nabij het station D.P. In dat noodgebouw, dat gedurende gerui- men tijd dienst zou moeten doen, zouden de geheele expeditie van de briefpost, de geheele pakketpost en de afdeeling bestel ling-centrum worden gevestigd. Zooals bekend, is de centrale expeditie van de briefpost thans tijdelijk ondergebracht in het Fordgebouw aan het Marconiplein. De plannen voor dit hoofdgebouw zijn thans in zooverre gevorderd, dat de gemeentelijke technische dienst er in heeft toegestemd, een terrein ter beschikking te stellen. Het ligt ook in de bedoeling, om met ingang van de volgende week weer drie postbestellin gen in Rotterdam uit te voeren. Op het postkantoor ligt een massa brieven en poststukken voor personen en firma's, die zon der adres achter te laten uit de binnenstad zijn vertrokken. In verband hiermede wordt dengenen, wier nieuw adres op het postkantoor te Rotterdam nog niet bekend is, verzocht, oud en nieuw adres op te geven aan het bijkantoor-Noord van de P.T.T. aan den Soetendaalseheweg. Nadat het puin in het beschadigde deel was verwijderd, hebben deskundigen vastgesteld, dat het hoofdpostkantoor aan den Coolsingel' ge heel gerestaureerd kan worden. Door het inrichten van een noodpostkantoor bij het station D.P. zullen verscheidene dien sten. die thuis hoorden tot voor kort in het groote postkantoor aan den Coolsingel, daarin niet terugkeeren. De telefoon- en telegraafdienst hebben reeds lang behoefte aan meer ruimte in het gebouw aan den Coolsingel en kunnen die thans krijgen. De directie van het postkantoor blijft aan den Coolsingel gevestigd. Daar de hoofdingang van het hoofdpostkan toor hersteld is en men waarschijnlijk reeds vol gende week de groote hal weer zal kunnen be treden, zal de lokettendienst in de hal dan worden hervat. Over het algemeen, zoo deelde de directie van het postkantoor mede, is de beschadiging van poststukken nogal meegevallen. Onder het puin van het vernielde gedeelte van het hoofdpost kantoor is b.v. alles zoo goed als geheel intact te voorschijn gekomen. De chef van den besteldienst, de referendaris W. M. Grevelink, heeft aan „Het Volk" het een en ander van den gang zaken uit de afgeloopen weken verteld, waarbij hij vooral deed uit komen, hoe groot nog altijd de moeilijkheden zijn bij het bestellen van poststukken, bestemd voor adressen in het door de brand geteisterde gebied, omdat nog lang niet alle belanghebben den de moeite genomen hebben, hun nieuwe adres op te geven. Wij zaten, aldus de heer Grevelink, in de eerste plaats voor de moeilijkheid, dat wij tus schen 10 en 17 Mei geen bestelling hadden gehad, waardoor de post uit alle deelen des lands zich had opgestapeld en er langzamer hand een chaos dreigde te ontstaan. Door de gebeurtenissen van 14 Mei, waardoor de bestel lerskamer van het hoofdpostkantoor met alles wat zich daarin bevond aan materiaal, als sor- teerkasten, tafels e.d., werd vernield, werd de gang van zaken volkomen gedesorganiseerd. Het werd Donderdag 16 Mei, vóór we er aan konden beginnen een voorsorteerdienst in el kaar te zetten. De moeilijkheid was vooral om, onder de bestaande omstandigheden, een ge schikte ruimte te vinden. Wij vonden die ten slotte in het kantoor van ons district Noord aan den Soetendaalseheweg. Kunt u zich voorstellen wat het voor een postkantoor als dat van Rotterdam beteekent, wanneer men plotseling voor het feit geplaatst wordt, zonder sorteerkasten te zitten. Alleen het Centrum is al in 60 a 70 wijken onderver deeld en elk deel heeft zijn kast. Daarbij kwam ook nog het district Oost. waarvan het kantoor aan den Vredehofweg eveneens vernield was. Met de betrekkelijk geringe middelen, die ons nog resten, hebben we hier weer een bestel dienst georganiseerd. Er kon althens een begin gemaakt worden met het sorteeren van de enorme hoeveelheid post, die zich inmiddels had opgestapeld. Zoo kon op Vrijdagmorgen 17 Mei om acht uur de eerste bestelling weer uitgaan en 's middags van denzelfden dag de tweede. Nu er weer drie bestellingen uitgaan, zal de toestand ongeveer normaal zijn, al komen de bestellingen door het feit, dat nog geen nacht dienst gedaan wordt, nog niet heelemaal tot hun recht. Voor die correspondentie, waarvan de adressen niet meer bestonden, hebben we op den zolder van het gebouw aan den Soetendaalseheweg een aparte afdeeling ingericht. Adreswijzigingen worden op gele kaarten genoteerd en deze worden tusschen de onbestelbare poststukken geplaatst. De be steller kan dan onmiddellijk zien, op welk nieuw adres de post bezorgd moeten worden. In aansluiting hierop geven wij nog plaats aan een wensch van de postdirectieMen wordt verzocht, de te verzenden post zoo snel moge lijk te posten en niet te wachten tot 's avonds. Doordat nog te veel firma's en particulieren des avonds de stukken in de ,bus doen kan niet alles achter elkaar worden verwerkt. Daarbij bedenke men dat ook de post zuinig moet zijn met benzine en dus niet te veel wagens kan laten rijden. Post, die gereed komt zoo gauw mogelijk in de bus doen, zij thans het devies Ten kantore van het G.E.B. te Rotterdam is een bespreking gehouden inzake de uitvoering der electro-technische werkzaamheden, welke voortvloeien uit den wederopbouw der stad. Ir. G. J. Th. Bakker, directeur-generaal van de Electriciteitsvoorziening in Nederland, gaf advies op verschillende punten. Voorloopig is een centraal bureau gevormd, bestaande uit: ir. M. J. Römer; ir. W. Roijer, plaatsvervangend lid ir. J. J. van Rietschoten; H. M. v. d. Meer, plaatsvervangend lid W. Doeland; H. A. v. d. Maas, secretaris. Het secretariaat is gevestigd in het gebouw van het G. E. B. Dit bureau zal zich belasten met het behar tigen der belangen, welke bij dit vraagstuk een rol spelen. Principieel is vastgelegd, dat de werkzaam heden zullen worden uitgevoerd door Rotter- aamsche firma's met Rotterdamsch personeel onder toezicht en controle van het G. E. B„ terwijl alle maatregelen zullen worden geno men om de deugdelijkheid van de installaties te waarborgen. Contact zal worden gezocht met alle instan ties, welke zich met den wederopbouw be moeien en van de oprichting van het bureau is kennis gegeven aan den Regeeringscommis- saris voor den Wederopbouw: dr. ir. J. A. Ringers. Het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart maakt in opdracht van de Duit sche autoriteiten het volgende bekend: De burgemeesters moeten er oogenblikkelijk hun medewerking aan verleenen, dat alle in hun gemeente aanwezige ledige benzine-vaten of andere voor het vervoer van benzine geschikte vaten, b.v. petroleumvaten, naar de naastbijge- legen opslagplaatsen der benzine- en petroleum- maatschappijen worden vervoerd. Aan de benzine- en petroleummaatschap- pijen is opgedragen en voor zoover zij nog niet bereikt konden worden, wordt hun hier bij opgedragen aan deze actie hun krach tige medewerking te verleenen. De aldus verkregen vaten moeten oogenblikkelijk worden geïnventariseerd en de cijfers tele grafisch door de eigenaren van de opslag plaatsen worden doorgegeven aan den di recteur van het Rijksbureau voor Aardolie producten te 's-Gravenhage, Zeestraat 100. Verwacht wordt, dat de eerste opgaven van het totaalcijfer uiterlijk 6 Juni des namiddags 5 uur in het bezit van voornoemden directeur zullen zijn. Vaten, die om technische redenen op dat tijd stip nog niet ingeleverd kunnen zijn, moeten nadien uiterlijk 8 Juni ingeleverd worden. Het aantal der desbetrefende vaten moet uiterlijk 8 Juni des namiddags 5 uur afzonderlijk van het op 6 Juni opgegeven aantal aan den di recteur voornoemd telegrafisch worden medege deeld. Voor zoover de benzine- en petroleummaat- schappijen of de houders van vaten niet in het bezit zijn van transportmateriaal om de vaten naar de opslagplaatsen te vervoeren, zullen de burgemeesters hiertoe de noodige transportmid delen in hun gemeente vorderen en eventueel de noodige motorbrandstof voor dit vervoer ter beschikking stellen. Het departement van Justitie heeft, volgens de N. R. Ct., de behandeling van alle nog aan hangig zijnde aanvragen om naturalisatie opge schort. Nieuwe aanvragen zullen niet in behan deling worden genomen. Paspoorten, welke in verband met een naturalisatie-aanvrage reeds waren ingenomen, kunnen teruggevraagd wor den bij het departement van Justitie. Maandagavond heeft dr. J. W. V. d. Zijp, ver tegenwoordiger te Sneek van de Maatschappij tot redding van drenkelingen te Amsterdam, namens die maatschappij een bronzen draag- medaille met getuigschrift en een bedrag in geld uitgereikt aan de heeren G. Schuil en S. de Jonge te Sneek. Deze belooning werd hun toegekend wegens het opwekken der levens geesten bij het zoontje van den heer A. Bak ker, wonende in den molen „De Hen" te Sneek, dat op 25 Juli 1939 te water geraakte en bewus teloos werd opgehaald. Een vierjarig zoontje van de familie G. Hui- zinga te Stitswerd (gemeente Kantens) is spe lenderwijs nabij de ouderlijke woning te water geraakt en verdronken. Bij het opruimen van landmijnvelden in de Peel is de sergeant-majoor Van der Kalken uit Utrecht door een tot ontploffing gekomen mijn gedood. Te Kaatsheuvel zijn de zilveren priesterjubilea van pastoor-deken A. J. van den Brekel en pas toor F. de Klijn in stilte gevierd. Beide jubila rissen ontvingen in velerlei vormen blijken van belangstelling. Op 9 Juni worden in beide paro chies plechtige H.H. Missen opgedragen in ver band met de jubilea. Als feestgeschenken zijn gekozen voor deken Van den Brekel een ge luidsinstallatie voor de kerk en voor pastoor De Klijn een baldakijn met lichtkronen. Te Heesch heeft pastoor H. J. Smits in allen eenvoud zijn zilveren priesterfeest gevierd. Een plechtige H. Mis werd op den eigenlijken jubi leumdag opgedragen. Er waren vele blijken van belangstelling. In een te Middelburg gehouden vergade ring tot oprichting van een provinciaal co mité voor hulp en herstel van door den oorlog verwoeste plaatsen hebben de burge meesters van onderscheiden Zeeuwsche ge meenten opgave van de geleden schade gedaan. Volgens een verslag in „De Zeeuw" deelde de burgemeester van Middelburg mede, dat daar 19 dooden zijn te betreuren (van wie acht tijdens het bombardement) en 30 gewonden. Dat dit getal zoo klein is, is te danken aan de evacuatie. Verder zijn 1820 openbare ge bouwen en 573 particuliere panden, waarvan 500 woningen, verwoest. De schade wordt be groot op 1020 millioen. De 500 daklooze ge zinnen hebben op de een of andere wijze voor loopig onderdak gevonden, hetzij in of buiten de gemeente. Vlissingen heeft veel geleden door bombarde menten. Ook de Prov. bootdienst, de Mij. Zee land en het station werden getroffen, even als een aantal woningen op het Eiland en een gedeelte van de werf „De Schelde". Ook in de stad zijn bommen op de huizen gevallen. Een van de eerste dagen kwamen vijf personen uit één gezin om het leven. Getroffen zijn ook de Apostolische kerk en één der gebouwen van de Zeevaartschool. Later is het bevel tot evacuatie gevolgd. Dit bracht verwarring en desorganisatie. Thans is echter het vertrouwen weer terug gekeerd en betrokken vele bewoners weer hun woningen. Een groot ongemak is het, dat de gasfabriek defect is geraakt. Het dorp Kruiningen is er goed afgekomen. Twee hofsteden en twee arbeiderswoningen zijn verbrand. Te Hansweert zijn echter 48 woningen, een gedeelte van de R.K. kerk en de R.K. pastorie verwoest. Souburg is tweemaal geëvacueerd jeweest. Twintig huizen zijn min of meer beschadigd Sommige liggen in puin. Oost-Souburg is er beter afgekomen dan West. Hier valt melding te maken van één doode en van enkele gewon den. Er is ontzaglijk geroofd en vernield. Bij iemand, die een kostbare verzameling antiqui teiten had, is reeds voor tienduizenden schade aangericht. Zelfs in het Raadhuis is er gesto len. De heer Mes, burgemeester van Heinkens- zand, kon mededeelen, dat de zak van Zuid- Beveland et goed is afgekomen. Er is zoo goed als geen schade aangericht. In 's-Heer Arendskerke vallen acht dooden te betreuren, van wie twee uit de gemeente Yerseke. Een paar huizen zijn afgebrand, ter wijl er zes flink beschadigd zijn. Ook hier is veel gestolen. In de gemeente Wemeldinge zijn dertien wo ningen vernield. De schade aan woningen toe gebracht, wordt op f 55.000 geraamd. Er zijn vijf gewonden. De gemeente Schore is buitengewoon zwaar getroffen. Dank zij de evacuatie, vielen er geen dooden. Het bombardement is hier hevig geweest. Geheel het centrum van de gemeente (32 gebouwen) is weggevallen. Daartoe behooren alle gemeente-gebouwen (toren, gemeentehuis, school, enz.). De kerk is gedeeltelijk verwoest. De totale schade bedraagt naar schatting f 250.000. Ook hier is wel wat gestolen, maar toch niet zoo heel veel, omdat de politie en de burge meester zoo lang mogelijk op hun post zijn gebleven. In Goes vielen op Donderdag 16 Mei zeven dooden te betreuren bij een bombardement. De materieele schade is naar schatting f 15.000. In Ierseke is de materieele schade groot. De Ned. Herv. kerk, het vergaderlokaal, een bijz. school en 69 gebouwen werden beschadigd. Zes tig dezer panden liggen in puin. De schade (behalve die aan de kerk) wordt geraamd op f 600.000 (inclusief f 100.000 aan schepen) Verschillende schepen zijn gezonken. Er is enorm geplunderd en veel is daarbij beschadigd. Het eiland Tholjp is er wonderwel afgekomen Alleen te Tholen is door het springen van de brug en het bombardement schade aangericht. De voorzitter der vergadering, de Commis saris der Koningin in de provincie, jhr. mr Quarles van Ufford, deed eenige mededeelingsn over Zeeuwsch-Y laanderen. Breskens is zwaar getroffen. Verschillende provinciale en visschersschepen zijn gezonken In de kom van de gemeente is een aantal pan den verwoest. Er is op schandelijke en ergerlijke wijze ge roofd. Haast geen enkele woning in de Dorps straat bleef hiervoor gespaard. Te Oostburg zijn eenige bommen gevallen, waarvan eenige huizen en het raadhuis te lijden hebben gehad. Sluis is er vrij goed afgekomen al is er eenige schade aan enkele buizen. Hetzelfde geldt van Aardenburg en Biervliet. Te Groede is de schade aan eenige panden en het nieuwe Raadhuis vrij ernstig. Te Eede is de toren opgeblazen. Helaas zijn er eenige slachtoffers in West-Zeeuwsch-Vlaan- deren te betreuren. Te Terneuzen zijn de haven en de steiger ern stig beschadigd; er zijn verschillende schepen gezonken. Bruggen zijn vernield en verschillende huizen beschadigd. Sas van Gent is wel het ergst van geheel Zeeuwsch-Vlaanderen geteisterd door bombar dementen en het springen van bruggen. Veel is hier verwoest. Ook te Westdorpe zijn verscheidene huizen tot en met de kerk ernstig beschadigd. Hulst en Zaamslag zijn er goed afgekomeD Te 's-Gravenhage heeft Dinsdagmiddag op de Algemeene Begraafplaats een korte plechtigheid plaats gehad, waarbij de Duitsche militaire bevelhebber in Neder land, generaal der vliegers Christiansen, aanwezig was. Voor het eerst werden n.l. in het openbaar eenige in ons land gevallen Duitsche militairen begraven. Tegenover de twee kisten, die gedekt waren met de Duitsche oorlogsvlag, stonden een man- nendeputatie van de Duitsche Kolonie in Den Haag, welker voorzitter, de heer Schuon, mede op het kerkhof aanwezig was, benevens een deputatie van de jeugdafdeeling opgesteld. Behalve vele leden van de Duitsche kolonie waren voorts aanwezig de chef van de pers- afdeeling van den staf van den Rijkscommissa ris, de heer W. Janke, de kanselier van die afdeeling, de heer Treger, de heer Heuer, eveneens aan die afdeeling verbonden, dr. Wiss- mann, referent voor buitenlandsche aangele genheden, en een onderofficier en een soldaat van het begrafeniscommando. Nadat generaal Christiansen in gezelschap van zijn adjudant majoor Engel en van den commandant van het begrafeniscommando kapitein Polenz op de begraafplaats was ge arriveerd, nam patsoor Iling van de Duitsch- Evangelische gemeente te Haarlem het woord. Na te zijn voorgegaan in gebed, wees hij er op, dat de soldaten het recht hebben, in het aangezicht van den dood te spreken over vrees; niet over de kleine vrees, doch over de vrees voor den dood. Doch ook mag gesproken worden over de kracht om deze vrees te over winnen. Spreker maande tot trouw in den dood, trouw aan de orde en de plichten, die God ons heeft gesteld, trouw tegenover Hem, die als laatste Heer ons rekenschap zal vragen. In dit verband haalde hij het woord aan van Veldmaarschalk Hindenburg, waarin deze zijn vertrouwen in Jezus Christus uitsprak. Nadat pastoor Iling de beaarding verricht had en het Onze Vader had gezegd, was het woord aan rector Müller. Het sterven is des levens hoogste daad, aldus deze spreker. Deze waarheid wordt op deze geheiligde plaats werkelijkheid. Waardevolle levenskrachten voerden hen, de gevallen kame raden, in den dood: liefde voor Führer, voor volk en vaderland. In groote plichtsvervulling gaven zij hun leven. Spr. bracht aller dank over voor hun bereidheid, hun trouw en hun liefde. Wij scheiden van deze plaats met de gelofte: zij leefden voor ons, zij stierven voor ons, zij zullen verder leven in ons. Na gebed en beaarding trad generaal Christiansen naar voren, die op elk der beide kisten een krans neerlegde van groen met aronskelken en een lint in de Duitsche kleuren. Hij sprak als volgt: „Kameraden, in lange .jaren van strijd hebben wij niet geleerd te treuren, doch onze Führer heeft ons geleerd te strijden. Kameraden, die van ons gegaan zijt, gij zijt ons een voorbeeld in den strijd die nog komt." Namens de Duitsche kolonie in Den Haag legde de heer Schuon vervolgens een krans op de graven, waarna hij een laatsten groet bracht. Aan het einde van de plechtigheid legden verscheidene dames van de kolonie bloemen op de baren. Als combinatie van de Middelburgsche, de Vlissingsche, de Goesche en de Breskensche Couranten is de Provinciale Zeeuwsche Courant verschenen. Het eerste nummer vermeldt: 183ste jaargang, het jaar van de oudste der samengevoegde kranten, de Middelburgsche. Ter voorkoming van misverstand wordt er uitdrukkelijk de aandacht op gevestigd, dat de Stichting Zuid-Holland 1940 uitsluitend ten doel heeft: de bevordering van het herstel van het bedrijfsleven in den ruimsten zin en wel door de verleening van credieten in die geval len dat materieele oorlogsschade oorzaak is van stagnatie van het bedrijf. Het toekennen van vergoedingen voor asm onroerende en roerende goederen toegebrachte oorlogsschade ligt niet op den weg der Stichting Ingesteld is een inspectie van den douane recherchedienst te Amsterdam, ressorteerende onder de directie der directe belastingen, invoer rechten en accijnzen te Amsterdam. De afdeelingen van den douane-recherche dienst welke buiten het gebied van de directie der directe belastingen, invoerrechten en accijn zen te Amsterdam zijn of zullen worden geves tigd, zullen eveneens onder den directeur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Amsterdam ressorteeren. (Nadruk verboden) r De inzegening van 't huwelijk vond in de Ma- (^-Treu-kerk plaats. De bruid droeg een wit ba kten kleedje, mevrouw Delareine een kostbaar °'let uit Parijs. Na de plechtigheid in de kerk !'rd in de woning der bruid, Wickenburger- sse 28. op de derde verdieping, een koude 'ihch gegeven Je weet wel, dat 't bericht niet zóó in de aden zal verschijnen! v In ieder geval zou men het elkaar in dien Jtihi vertellen.... Neen, ik heb geen lust om jtii belachelijk te maken. Je schijnt er ook begrip van te hebben, hoe armzalig 't bij mienes bruiloft zal toegaan. Maar wat nu gedaan? Had ik geweten.... Och de fout is gemakkelijk te herstellen, schrijft Hardy, onder het een of ander voor- ®hdsel af. Zeg hem, dat de staat van je ge- fhdheid veel te wenschen overlaat; dat we om le reden onze terugreis moeten uitstellen en J^arschijnli.ik hier blijven tot Mei. Hardy's va- ^htie wordt verminderd van drie weken tot acht dagen en daarmee is heel de misselijke geschiedenis afgedaan. Delareine, die verschillende redenen had om niet in te gaan op Linda's plannen of eischen probeerde het nog met allerlei voor wendsels, maar zij gaf niet toe. Wil je absoluut er bij zijn, beet ze hem toe, vertrek dan alléén. Ik blijf hier. En zij dacht: „Liever sterven, dan getuige te zijn van 't geluk van die twee. Alsof niet reeds de gedachte eraan mij slapelooze nachten zal kosten!" Delareine onderwierp zich eindelijk en schreef voor de derde maal aan zijn bankier.... De mededeeling uit Parijs was een bittere teleurstelling voor Helene. Zij had zoo vast ge rekend op 't genoegen, haar geliefde vriendin alles te kunnen laten zien: het gezellig appar tementje in de Brunnengasse, het eenvoudig, maar fraai bruidskleed, de huwelijksgeschen ken, die zij van kennissen en leerlingen gekre gen had. Bijna tegelijk met den brief was er een kist uit Parijs aangekomen. Die kist bevatte Dela- reine's huwelijksgeschenk: een kostbare licht kroon, kristal en brons, een prachtig stuk, maar heelemaal niet passend bij den eenvoud van 't jonge huishouden. Aan 't geschenk was enkel een kaartje toe gevoegd: „De heer en mevrouw Delareine zen den u hun beste gelukwenschen." Helene was te goed van hart en te argeloos, om niet alles te verschoonen met Delareine's ziekte. Arme Linda! Als haar man ziek te bed lag, kon zij natuurlijk niet schrijven en ook niet lang zoeken naar een passend huwelijks geschenk. Hoe treurig, dat zoo iets op de huwe lijksreis moest gebeuren! Wat moest het arme kind bekommerd zijn! En hoe spijtig, dat zij nu de bruiloft niet kon bijwonen en dat Richard slechts acht dagen vacantie kon hebben! Hardy zei niets, want hij wilde Helene niet bedroeven, maar hij begreep zeer goed, waar 't haperde. Van Delareine's ziekte geloofde hij niets en 't leed voor hem geen twijfel dat Linda haar vriendelijken omgang met Helene zoo al niet geheel wilde afbreken, dan toch zooveel mogelijk beperken. De rijkdom scheen haar naar 't hoofd te stijgen en blijkbaar lag 't m haar bedoeling, den afstand tusschen de vrouw van den chef en die van den tweeden boekhou der scherp te doen uitkomen. „Ze is ijdel en kinderachtig," dacht hij. „Ik hield Linda voor heel wat verstandiger." Hij en Linda kenden elkaar sinds vele jaren Har dy's overleden moeder was een boezemvriendin van mevrouw Redl geweest en de twee fa milies hadden steeds aangename betrekkingen onderhouden. Linda was Helene's beste vrien din geweest en als zoodanig had zij zelf Rl- hard bij de Pastors geïntroduceerd. Hoe kleinzielig moest Linda zijn, om nu dit alles als afgedaan te beschouwen! Hardy bleef boos op haar, hoewel hij zijn best deed om dat gevoel te onderdrukken. Eindelijk ging alles onder in de zee van Richard's en Helene's geluk. Iederen dag voel den zij beter, hoe voortreffelijk zij bij elkaar pasten. De buitenwereld bestond niet meer voor hen; kalm bouwden zij aan den tempel van hun vredig geluk. Menigmaal zuchtte mevrouw Redl als zij thuis was, met diepe meewarigheid: „Arme Helene! Wat 'n armzaligheid, vergeleken bij de weelde van Linda!" Maar zij wist niet, hoe rijk Helene en Hardy zich gevoelden Hun bruiloft was stil en eenvoudig, maar heel netjes. Men had Römer verzocht, Delareine ais getuige te vervangen, aan welk verzoek hij gaarne had voldaan. Hardy bezat geen verwanten, die men kon uitnoodigen, behalve een te Graz wonend oud oom, die niet had kunnen komen omdat hij ziek was. De man scheen echter blij te zijn, dat men aan hem dacht, want hij schreef een mooien, hartelijken brief en zond een dozijn ouderwetsche zilveren lepels en vorken, die naar hij aanstipte, nog van zijn moeder kwa men, als huwelijksgeschenk. De brief en 't geschenk kwamen des avonds voor de bruiloft aan. Die goéde oude man! zei Hardy met aan doening, terwijl mevrouw Pastor de lepels en vorken uitpakte en de degelijkheid ervan be wonderde. Hij leeft van een pensioentje en heeft het zelf niet te breed. Ik geloof dat hij ons de éénige dingen van waarde, die hij nog bezat, ten geschenke heeft gegeven. Er was geen tijd meer om hem nog vóór de bruiloft te danken; Hardy vond, dat zulks niet met een paar onnoozele woordjes kon worden gedaan. De goede oom Bastian Neidegger ver diende wel een flinken brief, te meer omdat hij met groote belangstelling naar de bruid had ge ïnformeerd. V Het jonge paar had om twee redenen van een huwelijksreis afgezien. Ten eerste vonden zij het verschrikkelijk, in treinen en hotels hun jong geluk aan de nieuwsgierigheid van vreem de menschen prijs te geven; ten tweede be schouwden zij het als een dwaasheid, de rest van Hardy's spaarduitjes „een appeltje voor den dorst," te verspillen aan dingen die zij heel goed konden missen. Maar Hardy, die zijn vacanties veelal aan voetreisjes had besteed, kende in de Maria- zeller-streek een klein, eenvoudig hotel, eenigs- zins afgelegen, maar heerlijk weggedoken, diep in een prachtig woud. Toeristen kwamen e: slechts bij uitzondering en op „Meerhof," zoo heette de buitenherberg, had men te veel werk om nieuwsgierig te zijn. Daarheen namen zij de vlucht. Voor den waard, 'n flinken, opgeruimden man, was de her berg eigenlijk maar bijzaak. Hij legde zich voor namelijk toe op landbouw, veeteelt en hoender teelt. Vijf minuten van 't groote gedoente lag een fraai meer, waaraan 't hotel zijn naam ont leende en in welks smaragdgroen water zich hooge. oude dennen en sterke rotswanden spie gelden. In het voorjaar zag men geen gasten meer op „Meerhof." 't Spreekt van zelf, dat dit ver blijf alleen menschen, die zoo weinig preten tie hadden als de Hardy's, kon bevredigen. Want de vrouw van den waard was geen steed- sche kok, en wie haar met een bezoek vereerde, moest zich met den gewonen kost van t huis houden tevreden stellen. Maar juist die dege lijke eenvoud beviel Helene. Alles, wat er werd opgedischt, smaakte haar voortreffelijk. Het echtpaar was nauwelijks acht jaar ge trouwd en had reeds zes gezonde kinderen, „en geltjes," zei Helene, die zich met hen bezig hield. Nu, zei haar man, voor engelen vind ik ze wel 'n beetje vuil.... Wat ben je prozaïsch! plaagde Helene. Echte kinderen zijn altijd vuil. Er is nog water genoeg te krijgen. En zij begon de „engeltjes" een voor een te wasschen, zoodat ze althans voor een half uur presentabel waren. Hardy keek met verrukking toe. Wat 'n lief moedertje zul je zijn! fluister de hij. Je houdt dus veel van kinderen? O ja! We mogen er gerust een dozijn krij gen. Zes jongens en zes meisjes! Zou dat niet heerlijk zijn? Ja, zeker, ik hou ook van kinderen. Maar, Lenetwaalf! Och. die komen toch niet allen in één keer. Maar in de stad kosten kinderen geld, veel geld. Men moét hun te eten geven, kleeden. op voeden (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3