Luchtbescherming in Den Haag
Oorlogsschade in
Zeeland
Duitsche militairen
begraven
iteenloopende
wegen
Goede verduistering
HET P0ST-PR0BLEEM IN DE MAASSTAD
Noodgebouw nabij
het station D.P.
Ledige vaten inleveren
Naturalisatie-aanvragen
WOENSDAG 5 JUNI 1940
Een dappere damesploeg
Kerkelijk Leven
Een veelzeggende lijst
Plechtigheid te 's-Gravenhage
Het aantal functionarissen moet
echter nog aanzienlijk grooter
worden, anders volgt dwang
Het hoofdpostkantoor
In de kritieke dagen
Een wensch
Electro-techniek
Voor het vervoer van benzine
geschikte vaten dienen on
verwijld beschikbaar te
worden gesteld
REDDERS BELOOND
Vierjarig jongetje verdronken
Door landmijn gedood
ZILVEREN PRIESTER
FEESTEN
ZEEUWSCH DAGBLAD
Stichting Zuid-Holland 1940
UIT DE STAATSCOURANT
Douanerecherchedienst
DOOR A. HRUSCHKA
DEN HAAG, 4 Juni 1940
's Avonds laat tegen het vallen van de
duisternis trekken de straat- en blokhoof
den van den luchtbeschermingsdienst naar
buiten om hun wijk te controleeren. Zij
loopen met den nog net in den schemer
zichtbaren witten band om den arm in het
midden van de straat, speurend naar ieder
streepje licht, dat nog tusschen gordijn
reten doordringt en den onachtzamen burger
met een fikschen ruk aan de bel op zijn
ongeoorloofde lichtuitstraling attent ma
kend en af en toe opkijkend, wanneer een
contrölevliegtuig over de daken scheert of
dit wellicht eenig teeken van goed- of af
keuring zal geven. Veel immers van wat de
vliegenier kan zien is aan het oog van de
op straat controleerende functionarissen
onttrokken. Zijn de dakramen voldoende
afgeschermd? De koekoekvensters boven de
gangen of boven de zolders? Welken indruk
hebben die controleerende vliegmachines?
£ijn ook zij tevreden?
Wij hebben deze vragen voorgelegd aan den
aclrninistrateur-vertegenwoordiger van de Haag
se afdeeling der Nederlandsche luchtbe-
^herming, den heer N. van Helsdingen en hem
eh passant een en ander gevraagd over de
ïesultaten van de luchtbescherming in de af-
geloopen weken.
Gij weet, aldus de heer Van Helsdingen, dat
111 Den Haag een tamelijk sterke organisatie
Wn de luchtbescherming bestaat. Wij tellen
"ier volgens de laatste cijfers ruim 40.000 leden,
bkt is over de stad genomen 8.24 pCt. van de
bevolking. In sommige gedeelten van de stad
ligt dit percentage nog aanzienlijk hooger.
In het Benoordenhout bijvoorbeeld is 22 pCt
dit stadsdeel lid van onze vereeniging
Daarnaast hebben wij een voortreffelijke sa
menwerking- met de gemeente, die alles doet
^at zij kan en ons, zoowel wat de aanschaf
te van materiaal als wat het beschikbaar
pellen van krachten betreft, vooral in den laat-
sten tijd zeer ter wille is geweest.
.Daarmee is niet gezegd, dat wij aan het
emde van onze wenschen zijn.
Ge gemeente heeft den wijkhoofden dat
bijn er 71 in onze stad ieder een zestal in-
tillectueele werkloozèn tegen vergoeding ten
b'enste gesteld, zoodat de post van deze func
tionarissen steeds op volle kracht kan werken,
dag
en nacht. Ztoo is ook de bewaking van de
bpenbare schuilkelders toevertrouwd aan een
6antal werkloozen, die op die manier hun
'tieunbedrag met 4 uren post moeten verdienen,
tornen zij niet op hun post, dan wordt hun
v°or iederen dag verzuim een zesde gedeelte
Van den steun ingehouden. 2oo is er dus reeds
eeu begin gemaakt met de toepassing van art.
12 der luchtbeschermingswet, dat den burge
meester de bevoegdheid geeft om zoo noodig
'^Paalde burgers te verplichten aan de lucht
bescherming mede te werken.
Daar zal echter nog veel meer gebruik moe-
mu worden gemaakt van dit artikel, indien
biet velen thans vrijwillig hun krachten voor
I 1 luchtbeschermingsdienst beschikbaar stel-
j?m Van de bijna 9.000 straathoofden, die er in
g Haag behooren te zijn, zijn er nog slechts
00 gevonden. Daar moeten 5.300 menschen
"bh, die de blokbrandweerwagens, waarvan er
?b'0Kienteel 363 aanwezig zijn, bedienen. Wij
ebben 19.000 ordonnansen noodig, bijna 9.000
rahdmelders en bijna 18.000 menschen, die de
erzorging van zieken, ouden van dagen en
bvaliden bij brand- of luchtgevaar op zich
tiernen.
Telt men dit alles bij elkaar dan blijkt, dat
zelfbescherming alleen geheel los dus van
gemeentelijke diensten, zooals bewaking der
^huilkelders, orde-diensten enz. ruim 60.000
fmchten behoeft, dat is nog 20.000 meer dan
aantal leden der vereeniging.
Nu is er in den laatsten tijd een
sterke aandrang tot lidmaatschap
®n wij zijn druk bezig uit te bouwen,
Waar wij het nog langs den weg der
Vrijwillige toetreding kunnen, doch
als deze toestand lang duurt, zullen
Pi deze functionarissen moeten zijn
aangewezen en kan het moment
komen, dat ook te hunnen aanzien
gegrepen moet worden naar het
hiiddel van den dwang, dan wordt
ieder een functie toegewezen of hij
deze graag heeft of niet.
En bent U tevreden over de wijze waarop
Den Haag verduistert?
Wij hebben daarover geen klachten gekregen.
Geen klachten tenminste voor Den Haag in zijn
geheel. Alleen de 2e sector, de Schilders- en
Ti ansvaalbuurt heeft in het begin een waar
schuwing gekregen; sindsdien echter function-
neert alles uitstekend. Men heeft in het alge
meen goed afgeschermd. Men let op de boven
ramen en men went er aan den weg door zijn
huis in het donker te vinden.
Daar is aanvankelijk bepaald, dat de ra
men aan de voorzijde des nachts niet mochten
open blijven, geldt die bepaling thans nog?
Niet meer. Men kan des nachts rustig zijn
rdam open zetten, alleen bij luchtalarm is men
verplicht het te sluiten.
U sprak zoo juist over de bediening van de
blokbrandweerwagens. Zijn die gedurende den
oorlog nog in functie geweest?
Zeer zeker. Een der blokbrandweerwagen-
tjes heeft aan het Bezuidenhout, bediend door
4 dames onder leiding van den heer Fooy, den
eersten morgen den besten reeds den vuurdoop
gekregen. Gij weet, dat toen een vliegtuig bran
dend in dit gedeelte van de stad neerkwam,
een brandende vleugel brak er af en stortte op
het Louise de Colignyplein vlak voor twee
huizen op de stoep neer. De vlammen sloegen
tegen den gevel en staken het houtwerk in een
minimum van tijd in brand. De brandweerpost
aan de Carpentierstraat, die een en ander zag
gebeuren, trok onmiddellijk erop uit met haar
klein handwagentje met enkele tientallen me
ters slang en wat zwaar koper spuit-materiaal,
een bijl en nog een paar instrumenten en kwam
zeer spoedig ter plaatse van h»t onheil.
Vier dames in zwarte brandweerkleeaing
en met helmen op het hoofd, die al eerder
bij oefeningen branden hadden gebluscht en
dus niet voor het eerst werkelijk tegenover
het vuur stonden, hadden in een minimum
van tijd het materiaal aangezet en spoten
van vlak bij op de brandende deelen van den
vliegtuigvleugel en van het huis. Van zóó
dicht bij, dat zij elkander om de halve mi
nuut moesten aflossen daar de hitte het hun
onmogelijk maakte langer stand te houden.
Zij zijn nog naar boven geklommen met bun
slangen en zijn erin geslaagd in betrekkelijk
korten tijd den uitgebroken brand geheel meester
te worden. Anderhalven meter naar binnen in
het huis is het vuur gekomen, verder niet. Toen
dit alles was afgeloopen begaf zich het kleine
wagentje naar de Adelheidstraat om daar, waar
de romp van hetzelfde vliegtuig de voorétage
van 'n huis had meegenomen en waar de offi-
cieele brandweer de handen vol werk had, nog
geducht bij te springen.
Ik mag daar misschien aan toevoegen, besloot
de heer van Helsdingen het onderhoud: wij zijn
nog steeds bezig met goed in te zamelen voor
onze wagentjes. Deze kleine dingen kunnen zéér
veel bereiken, vooral omdat zij overal, door de
heele stad verspreid staan en dus snel bij de
hand kunnen zijn en de snelheid, het spoedig-
erbij-zijn is bij het brandblusschen de helft
van het succes. Redelijkerwijs kan ieder nor
maal huizenblok zoo'n wagentje ofwel voor
zich zelf ofwel met een ander blok samen be
zitten. Zóó duur zijn zij niet. Uw lezers mogen
de conclusie trekken!
De directie van de P.T.T. te Rotterdam
heeft besprekingen gevoerd met het ge-
gemeentebestuur en den gemeentelijken
teehnischen dienst om te komen tot den
bouw van een groot noodkantoor nabij het
station D.P.
In dat noodgebouw, dat gedurende gerui-
men tijd dienst zou moeten doen, zouden
de geheele expeditie van de briefpost, de
geheele pakketpost en de afdeeling bestel
ling-centrum worden gevestigd.
Zooals bekend, is de centrale expeditie van
de briefpost thans tijdelijk ondergebracht in het
Fordgebouw aan het Marconiplein.
De plannen voor dit hoofdgebouw zijn thans
in zooverre gevorderd, dat de gemeentelijke
technische dienst er in heeft toegestemd, een
terrein ter beschikking te stellen.
Het ligt ook in de bedoeling, om met ingang
van de volgende week weer drie postbestellin
gen in Rotterdam uit te voeren.
Op het postkantoor ligt een massa brieven en
poststukken voor personen en firma's, die zon
der adres achter te laten uit de binnenstad
zijn vertrokken.
In verband hiermede wordt dengenen, wier
nieuw adres op het postkantoor te Rotterdam
nog niet bekend is, verzocht, oud en nieuw
adres op te geven aan het bijkantoor-Noord
van de P.T.T. aan den Soetendaalseheweg.
Nadat het puin in het beschadigde deel was
verwijderd, hebben deskundigen vastgesteld, dat
het hoofdpostkantoor aan den Coolsingel' ge
heel gerestaureerd kan worden.
Door het inrichten van een noodpostkantoor
bij het station D.P. zullen verscheidene dien
sten. die thuis hoorden tot voor kort in het
groote postkantoor aan den Coolsingel, daarin
niet terugkeeren. De telefoon- en telegraafdienst
hebben reeds lang behoefte aan meer ruimte
in het gebouw aan den Coolsingel en kunnen
die thans krijgen.
De directie van het postkantoor blijft aan
den Coolsingel gevestigd.
Daar de hoofdingang van het hoofdpostkan
toor hersteld is en men waarschijnlijk reeds vol
gende week de groote hal weer zal kunnen be
treden, zal de lokettendienst in de hal dan
worden hervat.
Over het algemeen, zoo deelde de directie van
het postkantoor mede, is de beschadiging van
poststukken nogal meegevallen. Onder het puin
van het vernielde gedeelte van het hoofdpost
kantoor is b.v. alles zoo goed als geheel intact
te voorschijn gekomen.
De chef van den besteldienst, de referendaris
W. M. Grevelink, heeft aan „Het Volk" het een
en ander van den gang zaken uit de afgeloopen
weken verteld, waarbij hij vooral deed uit
komen, hoe groot nog altijd de moeilijkheden
zijn bij het bestellen van poststukken, bestemd
voor adressen in het door de brand geteisterde
gebied, omdat nog lang niet alle belanghebben
den de moeite genomen hebben, hun nieuwe
adres op te geven.
Wij zaten, aldus de heer Grevelink, in de
eerste plaats voor de moeilijkheid, dat wij tus
schen 10 en 17 Mei geen bestelling hadden
gehad, waardoor de post uit alle deelen des
lands zich had opgestapeld en er langzamer
hand een chaos dreigde te ontstaan. Door de
gebeurtenissen van 14 Mei, waardoor de bestel
lerskamer van het hoofdpostkantoor met alles
wat zich daarin bevond aan materiaal, als sor-
teerkasten, tafels e.d., werd vernield, werd de
gang van zaken volkomen gedesorganiseerd.
Het werd Donderdag 16 Mei, vóór we er aan
konden beginnen een voorsorteerdienst in el
kaar te zetten. De moeilijkheid was vooral om,
onder de bestaande omstandigheden, een ge
schikte ruimte te vinden. Wij vonden die ten
slotte in het kantoor van ons district Noord
aan den Soetendaalseheweg.
Kunt u zich voorstellen wat het voor een
postkantoor als dat van Rotterdam beteekent,
wanneer men plotseling voor het feit geplaatst
wordt, zonder sorteerkasten te zitten. Alleen
het Centrum is al in 60 a 70 wijken onderver
deeld en elk deel heeft zijn kast. Daarbij kwam
ook nog het district Oost. waarvan het kantoor
aan den Vredehofweg eveneens vernield was.
Met de betrekkelijk geringe middelen, die ons
nog resten, hebben we hier weer een bestel
dienst georganiseerd. Er kon althens een begin
gemaakt worden met het sorteeren van de
enorme hoeveelheid post, die zich inmiddels
had opgestapeld. Zoo kon op Vrijdagmorgen
17 Mei om acht uur de eerste bestelling weer
uitgaan en 's middags van denzelfden dag de
tweede.
Nu er weer drie bestellingen uitgaan, zal de
toestand ongeveer normaal zijn, al komen de
bestellingen door het feit, dat nog geen nacht
dienst gedaan wordt, nog niet heelemaal tot
hun recht.
Voor die correspondentie, waarvan de
adressen niet meer bestonden, hebben we
op den zolder van het gebouw aan den
Soetendaalseheweg een aparte afdeeling
ingericht. Adreswijzigingen worden op gele
kaarten genoteerd en deze worden tusschen
de onbestelbare poststukken geplaatst. De be
steller kan dan onmiddellijk zien, op welk nieuw
adres de post bezorgd moeten worden.
In aansluiting hierop geven wij nog plaats
aan een wensch van de postdirectieMen wordt
verzocht, de te verzenden post zoo snel moge
lijk te posten en niet te wachten tot 's avonds.
Doordat nog te veel firma's en particulieren
des avonds de stukken in de ,bus doen kan niet
alles achter elkaar worden verwerkt. Daarbij
bedenke men dat ook de post zuinig moet zijn
met benzine en dus niet te veel wagens kan
laten rijden. Post, die gereed komt zoo gauw
mogelijk in de bus doen, zij thans het devies
Ten kantore van het G.E.B. te Rotterdam is
een bespreking gehouden inzake de uitvoering
der electro-technische werkzaamheden, welke
voortvloeien uit den wederopbouw der stad.
Ir. G. J. Th. Bakker, directeur-generaal van
de Electriciteitsvoorziening in Nederland, gaf
advies op verschillende punten.
Voorloopig is een centraal bureau gevormd,
bestaande uit: ir. M. J. Römer; ir. W. Roijer,
plaatsvervangend lid ir. J. J. van Rietschoten;
H. M. v. d. Meer, plaatsvervangend lid W.
Doeland; H. A. v. d. Maas, secretaris. Het
secretariaat is gevestigd in het gebouw van het
G. E. B.
Dit bureau zal zich belasten met het behar
tigen der belangen, welke bij dit vraagstuk een
rol spelen.
Principieel is vastgelegd, dat de werkzaam
heden zullen worden uitgevoerd door Rotter-
aamsche firma's met Rotterdamsch personeel
onder toezicht en controle van het G. E. B„
terwijl alle maatregelen zullen worden geno
men om de deugdelijkheid van de installaties
te waarborgen.
Contact zal worden gezocht met alle instan
ties, welke zich met den wederopbouw be
moeien en van de oprichting van het bureau
is kennis gegeven aan den Regeeringscommis-
saris voor den Wederopbouw: dr. ir. J. A.
Ringers.
Het departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart maakt in opdracht van de Duit
sche autoriteiten het volgende bekend:
De burgemeesters moeten er oogenblikkelijk
hun medewerking aan verleenen, dat alle in hun
gemeente aanwezige ledige benzine-vaten of
andere voor het vervoer van benzine geschikte
vaten, b.v. petroleumvaten, naar de naastbijge-
legen opslagplaatsen der benzine- en petroleum-
maatschappijen worden vervoerd.
Aan de benzine- en petroleummaatschap-
pijen is opgedragen en voor zoover zij nog
niet bereikt konden worden, wordt hun hier
bij opgedragen aan deze actie hun krach
tige medewerking te verleenen. De aldus
verkregen vaten moeten oogenblikkelijk
worden geïnventariseerd en de cijfers tele
grafisch door de eigenaren van de opslag
plaatsen worden doorgegeven aan den di
recteur van het Rijksbureau voor Aardolie
producten te 's-Gravenhage, Zeestraat 100.
Verwacht wordt, dat de eerste opgaven van
het totaalcijfer uiterlijk 6 Juni des namiddags
5 uur in het bezit van voornoemden directeur
zullen zijn.
Vaten, die om technische redenen op dat tijd
stip nog niet ingeleverd kunnen zijn, moeten
nadien uiterlijk 8 Juni ingeleverd worden. Het
aantal der desbetrefende vaten moet uiterlijk
8 Juni des namiddags 5 uur afzonderlijk van
het op 6 Juni opgegeven aantal aan den di
recteur voornoemd telegrafisch worden medege
deeld.
Voor zoover de benzine- en petroleummaat-
schappijen of de houders van vaten niet in het
bezit zijn van transportmateriaal om de vaten
naar de opslagplaatsen te vervoeren, zullen de
burgemeesters hiertoe de noodige transportmid
delen in hun gemeente vorderen en eventueel
de noodige motorbrandstof voor dit vervoer ter
beschikking stellen.
Het departement van Justitie heeft, volgens
de N. R. Ct., de behandeling van alle nog aan
hangig zijnde aanvragen om naturalisatie opge
schort. Nieuwe aanvragen zullen niet in behan
deling worden genomen. Paspoorten, welke in
verband met een naturalisatie-aanvrage reeds
waren ingenomen, kunnen teruggevraagd wor
den bij het departement van Justitie.
Maandagavond heeft dr. J. W. V. d. Zijp, ver
tegenwoordiger te Sneek van de Maatschappij
tot redding van drenkelingen te Amsterdam,
namens die maatschappij een bronzen draag-
medaille met getuigschrift en een bedrag in
geld uitgereikt aan de heeren G. Schuil en S.
de Jonge te Sneek. Deze belooning werd hun
toegekend wegens het opwekken der levens
geesten bij het zoontje van den heer A. Bak
ker, wonende in den molen „De Hen" te Sneek,
dat op 25 Juli 1939 te water geraakte en bewus
teloos werd opgehaald.
Een vierjarig zoontje van de familie G. Hui-
zinga te Stitswerd (gemeente Kantens) is spe
lenderwijs nabij de ouderlijke woning te water
geraakt en verdronken.
Bij het opruimen van landmijnvelden in de
Peel is de sergeant-majoor Van der Kalken uit
Utrecht door een tot ontploffing gekomen mijn
gedood.
Te Kaatsheuvel zijn de zilveren priesterjubilea
van pastoor-deken A. J. van den Brekel en pas
toor F. de Klijn in stilte gevierd. Beide jubila
rissen ontvingen in velerlei vormen blijken van
belangstelling. Op 9 Juni worden in beide paro
chies plechtige H.H. Missen opgedragen in ver
band met de jubilea. Als feestgeschenken zijn
gekozen voor deken Van den Brekel een ge
luidsinstallatie voor de kerk en voor pastoor De
Klijn een baldakijn met lichtkronen.
Te Heesch heeft pastoor H. J. Smits in allen
eenvoud zijn zilveren priesterfeest gevierd. Een
plechtige H. Mis werd op den eigenlijken jubi
leumdag opgedragen. Er waren vele blijken van
belangstelling.
In een te Middelburg gehouden vergade
ring tot oprichting van een provinciaal co
mité voor hulp en herstel van door den
oorlog verwoeste plaatsen hebben de burge
meesters van onderscheiden Zeeuwsche ge
meenten opgave van de geleden schade
gedaan.
Volgens een verslag in „De Zeeuw" deelde
de burgemeester van Middelburg mede, dat
daar 19 dooden zijn te betreuren (van wie acht
tijdens het bombardement) en 30 gewonden.
Dat dit getal zoo klein is, is te danken aan
de evacuatie. Verder zijn 1820 openbare ge
bouwen en 573 particuliere panden, waarvan
500 woningen, verwoest. De schade wordt be
groot op 1020 millioen. De 500 daklooze ge
zinnen hebben op de een of andere wijze voor
loopig onderdak gevonden, hetzij in of buiten
de gemeente.
Vlissingen heeft veel geleden door bombarde
menten. Ook de Prov. bootdienst, de Mij. Zee
land en het station werden getroffen, even
als een aantal woningen op het Eiland en een
gedeelte van de werf „De Schelde".
Ook in de stad zijn bommen op de huizen
gevallen. Een van de eerste dagen kwamen vijf
personen uit één gezin om het leven.
Getroffen zijn ook de Apostolische kerk en
één der gebouwen van de Zeevaartschool.
Later is het bevel tot evacuatie gevolgd. Dit
bracht verwarring en desorganisatie. Thans
is echter het vertrouwen weer terug gekeerd en
betrokken vele bewoners weer hun woningen.
Een groot ongemak is het, dat de gasfabriek
defect is geraakt.
Het dorp Kruiningen is er goed afgekomen.
Twee hofsteden en twee arbeiderswoningen
zijn verbrand.
Te Hansweert zijn echter 48 woningen, een
gedeelte van de R.K. kerk en de R.K. pastorie
verwoest.
Souburg is tweemaal geëvacueerd jeweest.
Twintig huizen zijn min of meer beschadigd
Sommige liggen in puin. Oost-Souburg is er
beter afgekomen dan West. Hier valt melding
te maken van één doode en van enkele gewon
den. Er is ontzaglijk geroofd en vernield. Bij
iemand, die een kostbare verzameling antiqui
teiten had, is reeds voor tienduizenden schade
aangericht. Zelfs in het Raadhuis is er gesto
len.
De heer Mes, burgemeester van Heinkens-
zand, kon mededeelen, dat de zak van Zuid-
Beveland et goed is afgekomen. Er is zoo goed
als geen schade aangericht.
In 's-Heer Arendskerke vallen acht dooden
te betreuren, van wie twee uit de gemeente
Yerseke. Een paar huizen zijn afgebrand, ter
wijl er zes flink beschadigd zijn. Ook hier is
veel gestolen.
In de gemeente Wemeldinge zijn dertien wo
ningen vernield. De schade aan woningen toe
gebracht, wordt op f 55.000 geraamd. Er zijn
vijf gewonden.
De gemeente Schore is buitengewoon zwaar
getroffen. Dank zij de evacuatie, vielen er geen
dooden. Het bombardement is hier hevig
geweest. Geheel het centrum van de gemeente
(32 gebouwen) is weggevallen. Daartoe behooren
alle gemeente-gebouwen (toren, gemeentehuis,
school, enz.). De kerk is gedeeltelijk verwoest.
De totale schade bedraagt naar schatting
f 250.000.
Ook hier is wel wat gestolen, maar toch niet
zoo heel veel, omdat de politie en de burge
meester zoo lang mogelijk op hun post zijn
gebleven.
In Goes vielen op Donderdag 16 Mei zeven
dooden te betreuren bij een bombardement.
De materieele schade is naar schatting
f 15.000.
In Ierseke is de materieele schade groot. De
Ned. Herv. kerk, het vergaderlokaal, een bijz.
school en 69 gebouwen werden beschadigd. Zes
tig dezer panden liggen in puin.
De schade (behalve die aan de kerk) wordt
geraamd op f 600.000 (inclusief f 100.000 aan
schepen)
Verschillende schepen zijn gezonken.
Er is enorm geplunderd en veel is daarbij
beschadigd.
Het eiland Tholjp is er wonderwel afgekomen
Alleen te Tholen is door het springen van de
brug en het bombardement schade aangericht.
De voorzitter der vergadering, de Commis
saris der Koningin in de provincie, jhr. mr
Quarles van Ufford, deed eenige mededeelingsn
over Zeeuwsch-Y laanderen.
Breskens is zwaar getroffen. Verschillende
provinciale en visschersschepen zijn gezonken
In de kom van de gemeente is een aantal pan
den verwoest.
Er is op schandelijke en ergerlijke wijze ge
roofd. Haast geen enkele woning in de Dorps
straat bleef hiervoor gespaard.
Te Oostburg zijn eenige bommen gevallen,
waarvan eenige huizen en het raadhuis te lijden
hebben gehad.
Sluis is er vrij goed afgekomen al is er eenige
schade aan enkele buizen.
Hetzelfde geldt van Aardenburg en Biervliet.
Te Groede is de schade aan eenige panden
en het nieuwe Raadhuis vrij ernstig.
Te Eede is de toren opgeblazen. Helaas zijn
er eenige slachtoffers in West-Zeeuwsch-Vlaan-
deren te betreuren.
Te Terneuzen zijn de haven en de steiger ern
stig beschadigd; er zijn verschillende schepen
gezonken. Bruggen zijn vernield en verschillende
huizen beschadigd.
Sas van Gent is wel het ergst van geheel
Zeeuwsch-Vlaanderen geteisterd door bombar
dementen en het springen van bruggen. Veel
is hier verwoest.
Ook te Westdorpe zijn verscheidene huizen
tot en met de kerk ernstig beschadigd.
Hulst en Zaamslag zijn er goed afgekomeD
Te 's-Gravenhage heeft Dinsdagmiddag
op de Algemeene Begraafplaats een korte
plechtigheid plaats gehad, waarbij de
Duitsche militaire bevelhebber in Neder
land, generaal der vliegers Christiansen,
aanwezig was. Voor het eerst werden n.l. in
het openbaar eenige in ons land gevallen
Duitsche militairen begraven.
Tegenover de twee kisten, die gedekt waren
met de Duitsche oorlogsvlag, stonden een man-
nendeputatie van de Duitsche Kolonie in Den
Haag, welker voorzitter, de heer Schuon, mede
op het kerkhof aanwezig was, benevens een
deputatie van de jeugdafdeeling opgesteld.
Behalve vele leden van de Duitsche kolonie
waren voorts aanwezig de chef van de pers-
afdeeling van den staf van den Rijkscommissa
ris, de heer W. Janke, de kanselier van die
afdeeling, de heer Treger, de heer Heuer,
eveneens aan die afdeeling verbonden, dr. Wiss-
mann, referent voor buitenlandsche aangele
genheden, en een onderofficier en een soldaat
van het begrafeniscommando.
Nadat generaal Christiansen in gezelschap
van zijn adjudant majoor Engel en van den
commandant van het begrafeniscommando
kapitein Polenz op de begraafplaats was ge
arriveerd, nam patsoor Iling van de Duitsch-
Evangelische gemeente te Haarlem het woord.
Na te zijn voorgegaan in gebed, wees hij er
op, dat de soldaten het recht hebben, in het
aangezicht van den dood te spreken over
vrees; niet over de kleine vrees, doch over de
vrees voor den dood. Doch ook mag gesproken
worden over de kracht om deze vrees te over
winnen. Spreker maande tot trouw in den
dood, trouw aan de orde en de plichten, die
God ons heeft gesteld, trouw tegenover Hem,
die als laatste Heer ons rekenschap zal vragen.
In dit verband haalde hij het woord aan van
Veldmaarschalk Hindenburg, waarin deze zijn
vertrouwen in Jezus Christus uitsprak. Nadat
pastoor Iling de beaarding verricht had en het
Onze Vader had gezegd, was het woord aan
rector Müller.
Het sterven is des levens hoogste daad, aldus
deze spreker. Deze waarheid wordt op deze
geheiligde plaats werkelijkheid. Waardevolle
levenskrachten voerden hen, de gevallen kame
raden, in den dood: liefde voor Führer, voor
volk en vaderland. In groote plichtsvervulling
gaven zij hun leven. Spr. bracht aller dank
over voor hun bereidheid, hun trouw en hun
liefde. Wij scheiden van deze plaats met de
gelofte: zij leefden voor ons, zij stierven voor
ons, zij zullen verder leven in ons.
Na gebed en beaarding trad generaal
Christiansen naar voren, die op elk der
beide kisten een krans neerlegde van
groen met aronskelken en een lint in de
Duitsche kleuren.
Hij sprak als volgt: „Kameraden, in lange
.jaren van strijd hebben wij niet geleerd te
treuren, doch onze Führer heeft ons geleerd
te strijden. Kameraden, die van ons gegaan
zijt, gij zijt ons een voorbeeld in den strijd
die nog komt."
Namens de Duitsche kolonie in Den Haag
legde de heer Schuon vervolgens een krans op
de graven, waarna hij een laatsten groet bracht.
Aan het einde van de plechtigheid legden
verscheidene dames van de kolonie bloemen
op de baren.
Als combinatie van de Middelburgsche, de
Vlissingsche, de Goesche en de Breskensche
Couranten is de Provinciale Zeeuwsche Courant
verschenen.
Het eerste nummer vermeldt: 183ste jaargang,
het jaar van de oudste der samengevoegde
kranten, de Middelburgsche.
Ter voorkoming van misverstand wordt er
uitdrukkelijk de aandacht op gevestigd, dat de
Stichting Zuid-Holland 1940 uitsluitend ten
doel heeft: de bevordering van het herstel van
het bedrijfsleven in den ruimsten zin en wel
door de verleening van credieten in die geval
len dat materieele oorlogsschade oorzaak is
van stagnatie van het bedrijf.
Het toekennen van vergoedingen voor asm
onroerende en roerende goederen toegebrachte
oorlogsschade ligt niet op den weg der Stichting
Ingesteld is een inspectie van den douane
recherchedienst te Amsterdam, ressorteerende
onder de directie der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen te Amsterdam.
De afdeelingen van den douane-recherche
dienst welke buiten het gebied van de directie
der directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen te Amsterdam zijn of zullen worden geves
tigd, zullen eveneens onder den directeur der
directe belastingen, invoerrechten en accijnzen
te Amsterdam ressorteeren.
(Nadruk verboden)
r De inzegening van 't huwelijk vond in de Ma-
(^-Treu-kerk plaats. De bruid droeg een wit ba
kten kleedje, mevrouw Delareine een kostbaar
°'let uit Parijs. Na de plechtigheid in de kerk
!'rd in de woning der bruid, Wickenburger-
sse 28. op de derde verdieping, een koude
'ihch gegeven
Je weet wel, dat 't bericht niet zóó in de
aden zal verschijnen!
v In ieder geval zou men het elkaar in dien
Jtihi vertellen.... Neen, ik heb geen lust om
jtii belachelijk te maken. Je schijnt er ook
begrip van te hebben, hoe armzalig 't bij
mienes bruiloft zal toegaan.
Maar wat nu gedaan? Had ik geweten....
Och de fout is gemakkelijk te herstellen,
schrijft Hardy, onder het een of ander voor-
®hdsel af. Zeg hem, dat de staat van je ge-
fhdheid veel te wenschen overlaat; dat we om
le reden onze terugreis moeten uitstellen en
J^arschijnli.ik hier blijven tot Mei. Hardy's va-
^htie wordt verminderd van drie weken tot
acht dagen en daarmee is heel de misselijke
geschiedenis afgedaan.
Delareine, die verschillende redenen had om
niet in te gaan op Linda's plannen of
eischen probeerde het nog met allerlei voor
wendsels, maar zij gaf niet toe.
Wil je absoluut er bij zijn, beet ze hem
toe, vertrek dan alléén. Ik blijf hier.
En zij dacht: „Liever sterven, dan getuige te
zijn van 't geluk van die twee. Alsof niet reeds
de gedachte eraan mij slapelooze nachten zal
kosten!"
Delareine onderwierp zich eindelijk en
schreef voor de derde maal aan zijn bankier....
De mededeeling uit Parijs was een bittere
teleurstelling voor Helene. Zij had zoo vast ge
rekend op 't genoegen, haar geliefde vriendin
alles te kunnen laten zien: het gezellig appar
tementje in de Brunnengasse, het eenvoudig,
maar fraai bruidskleed, de huwelijksgeschen
ken, die zij van kennissen en leerlingen gekre
gen had.
Bijna tegelijk met den brief was er een kist
uit Parijs aangekomen. Die kist bevatte Dela-
reine's huwelijksgeschenk: een kostbare licht
kroon, kristal en brons, een prachtig stuk, maar
heelemaal niet passend bij den eenvoud van 't
jonge huishouden.
Aan 't geschenk was enkel een kaartje toe
gevoegd: „De heer en mevrouw Delareine zen
den u hun beste gelukwenschen."
Helene was te goed van hart en te argeloos,
om niet alles te verschoonen met Delareine's
ziekte. Arme Linda! Als haar man ziek te bed
lag, kon zij natuurlijk niet schrijven en ook
niet lang zoeken naar een passend huwelijks
geschenk. Hoe treurig, dat zoo iets op de huwe
lijksreis moest gebeuren! Wat moest het arme
kind bekommerd zijn! En hoe spijtig, dat zij nu
de bruiloft niet kon bijwonen en dat Richard
slechts acht dagen vacantie kon hebben!
Hardy zei niets, want hij wilde Helene niet
bedroeven, maar hij begreep zeer goed, waar 't
haperde. Van Delareine's ziekte geloofde hij
niets en 't leed voor hem geen twijfel dat Linda
haar vriendelijken omgang met Helene zoo al
niet geheel wilde afbreken, dan toch zooveel
mogelijk beperken. De rijkdom scheen haar
naar 't hoofd te stijgen en blijkbaar lag 't m
haar bedoeling, den afstand tusschen de vrouw
van den chef en die van den tweeden boekhou
der scherp te doen uitkomen.
„Ze is ijdel en kinderachtig," dacht hij. „Ik
hield Linda voor heel wat verstandiger." Hij en
Linda kenden elkaar sinds vele jaren Har
dy's overleden moeder was een boezemvriendin
van mevrouw Redl geweest en de twee fa
milies hadden steeds aangename betrekkingen
onderhouden. Linda was Helene's beste vrien
din geweest en als zoodanig had zij zelf Rl-
hard bij de Pastors geïntroduceerd.
Hoe kleinzielig moest Linda zijn, om nu dit
alles als afgedaan te beschouwen! Hardy bleef
boos op haar, hoewel hij zijn best deed om dat
gevoel te onderdrukken.
Eindelijk ging alles onder in de zee van
Richard's en Helene's geluk. Iederen dag voel
den zij beter, hoe voortreffelijk zij bij elkaar
pasten. De buitenwereld bestond niet meer voor
hen; kalm bouwden zij aan den tempel van
hun vredig geluk.
Menigmaal zuchtte mevrouw Redl als zij thuis
was, met diepe meewarigheid: „Arme Helene!
Wat 'n armzaligheid, vergeleken bij de weelde
van Linda!" Maar zij wist niet, hoe rijk Helene
en Hardy zich gevoelden
Hun bruiloft was stil en eenvoudig, maar heel
netjes. Men had Römer verzocht, Delareine ais
getuige te vervangen, aan welk verzoek hij
gaarne had voldaan.
Hardy bezat geen verwanten, die men kon
uitnoodigen, behalve een te Graz wonend oud
oom, die niet had kunnen komen omdat hij ziek
was. De man scheen echter blij te zijn, dat
men aan hem dacht, want hij schreef een
mooien, hartelijken brief en zond een dozijn
ouderwetsche zilveren lepels en vorken, die
naar hij aanstipte, nog van zijn moeder kwa
men, als huwelijksgeschenk.
De brief en 't geschenk kwamen des avonds
voor de bruiloft aan.
Die goéde oude man! zei Hardy met aan
doening, terwijl mevrouw Pastor de lepels en
vorken uitpakte en de degelijkheid ervan be
wonderde. Hij leeft van een pensioentje en
heeft het zelf niet te breed. Ik geloof dat hij
ons de éénige dingen van waarde, die hij nog
bezat, ten geschenke heeft gegeven.
Er was geen tijd meer om hem nog vóór de
bruiloft te danken; Hardy vond, dat zulks niet
met een paar onnoozele woordjes kon worden
gedaan. De goede oom Bastian Neidegger ver
diende wel een flinken brief, te meer omdat hij
met groote belangstelling naar de bruid had ge
ïnformeerd.
V
Het jonge paar had om twee redenen van een
huwelijksreis afgezien. Ten eerste vonden zij
het verschrikkelijk, in treinen en hotels hun
jong geluk aan de nieuwsgierigheid van vreem
de menschen prijs te geven; ten tweede be
schouwden zij het als een dwaasheid, de rest
van Hardy's spaarduitjes „een appeltje voor den
dorst," te verspillen aan dingen die zij heel
goed konden missen.
Maar Hardy, die zijn vacanties veelal aan
voetreisjes had besteed, kende in de Maria-
zeller-streek een klein, eenvoudig hotel, eenigs-
zins afgelegen, maar heerlijk weggedoken, diep
in een prachtig woud. Toeristen kwamen e:
slechts bij uitzondering en op „Meerhof," zoo
heette de buitenherberg, had men te veel werk
om nieuwsgierig te zijn.
Daarheen namen zij de vlucht. Voor den
waard, 'n flinken, opgeruimden man, was de her
berg eigenlijk maar bijzaak. Hij legde zich voor
namelijk toe op landbouw, veeteelt en hoender
teelt. Vijf minuten van 't groote gedoente lag
een fraai meer, waaraan 't hotel zijn naam ont
leende en in welks smaragdgroen water zich
hooge. oude dennen en sterke rotswanden spie
gelden.
In het voorjaar zag men geen gasten meer
op „Meerhof." 't Spreekt van zelf, dat dit ver
blijf alleen menschen, die zoo weinig preten
tie hadden als de Hardy's, kon bevredigen.
Want de vrouw van den waard was geen steed-
sche kok, en wie haar met een bezoek vereerde,
moest zich met den gewonen kost van t huis
houden tevreden stellen. Maar juist die dege
lijke eenvoud beviel Helene. Alles, wat er werd
opgedischt, smaakte haar voortreffelijk.
Het echtpaar was nauwelijks acht jaar ge
trouwd en had reeds zes gezonde kinderen, „en
geltjes," zei Helene, die zich met hen bezig
hield.
Nu, zei haar man, voor engelen vind ik ze
wel 'n beetje vuil....
Wat ben je prozaïsch! plaagde Helene.
Echte kinderen zijn altijd vuil. Er is nog water
genoeg te krijgen.
En zij begon de „engeltjes" een voor een te
wasschen, zoodat ze althans voor een half uur
presentabel waren.
Hardy keek met verrukking toe.
Wat 'n lief moedertje zul je zijn! fluister
de hij. Je houdt dus veel van kinderen?
O ja! We mogen er gerust een dozijn krij
gen. Zes jongens en zes meisjes! Zou dat niet
heerlijk zijn?
Ja, zeker, ik hou ook van kinderen. Maar,
Lenetwaalf!
Och. die komen toch niet allen in één keer.
Maar in de stad kosten kinderen geld, veel
geld. Men moét hun te eten geven, kleeden. op
voeden
(Wordt vervolgd.)