VEETEELT EN BODEM PRODUCTIE Kdvcifiaal wat den daa TOONTJE VAN TEUTEN FINANCIEN IN 'T GRIJS DE MAN muoN Het transportwezen in Noord-Brabant Het verloren evenwicht zal men moeten hervinden Dagfilm door A. HRUSCHKA ZATERDAG 8 JUNI 1940 Philips past zich aan. Ook te S'Hertogenbosch goederen- vervoer centrale Vervoercentrales DE NIEUWE HOOG- LEERAREN TE NIJMEGEN Wegen, bruggen en veerdiensten MARKTEN 'n Voorbeeldige echtgenoote Uw Itite'Uij/t ■kcmUclt t Het is geen gemakkelijke taak op dit oogenblik een algemeen overzicht te geven van den toestand in den landbouw. Er is in korten tijd, in enkele dagen, zooveel veranderd, dat er totaal andere verhou dingen zijn ontstaan. Dit geldt voorna melijk ten aanzien van den invoer van een aantal grondstoffen die wij voor onzen landbouw noodig hebben en voor den uit voer van een aantal producten, die "den weg hadden gevonden naar bepaalde markten, welke wegen door den oorlog thans voor ons zijn afgesloten. De laatste dagen heeft men herhaaldelijk kunnen lezen, dat Duitschland voor zoowat alle producten den afzet garandeert, en dat al datgene, dat voordien ofwel vernietigd moest worden omdat er geen koopers voor te vinden waren, ofwel met uitvoerpremies naar be paalde markten moest worden uitgevoerd, thans naar onze Oosterburen kan worden uitgevoerd. Hierdoor heeft Nederland voor tal van producten zijn natuurlijk afzetgebied weer teruggekregen. Jaren lang is immers Duitschland de grootste afnemer van Nederland geweest. Men zou zelfs kunnen zeggen, dat onze land- en tuinbouw, althans voor een aanzienlijk gedeelte, zoo groot en zoo voortreffelijk is geworden, omdat men alle producten tot elke hoeveelheid aan Duitsch land kon verkoopen. Door den wereldoorlog en de gevolgen daarvan is, hierin reeds een veran dering gekomen en nog grooter werd deze ver andering toen in 1933 de nieuwe regeering in Duitschland een nieuwen koers insloeg op het gebied der economie en er zich op ging toeleg gen den invoer van bepaalde producten te ver minderen. Door deze nieuwe economische po litiek van de Oosterburen is Nederland voor een gedeelte zijn natuurlijk achterland kwijt geraakt en bijna iedereen weet, welke gevolgen dit gehad heeft voor onzen land- en tuinbouw en daardoor ook voor het geheele economische leven van ons land. Land- en tuinbouw immers vormen nog steeds de voornaamste grondsla gen waarop ons economisch leven rust en door het verloren gaan van de bestaande mark ten zijn deze grondslagen zeer verzwakt. Thans echter heeft Nederland dit na tuurlijk achterland, dit natuurlijk afzet gebied, weer terug gekregen en de kans bestaat daardoor, dat er voor deze takken van ons economisch leven weer een beteren tijd aanbreekt. Het zou echter verkeerd zijn te meenen, dat alles bij het oude is ge bleven; dat er slechts een verandering in het afzetgebied is gekomen en dat de land bouw voor het overige op den ouden voet kan worden voortgezet. Er is meer veran derd dan het afzetgebied alleen. Want langs dezelfde wegen, waarlangs tot voor kort een groot aantal van onze producten werd uitgevoerd, voerden wy ook een groot gedeelte van de grondstoffen in, die wij noo dig hadden voor het in stand houden van onze bedrijven. En deze invoer is thans zeer bemoeilijkt. Een aantal grondstoffen, die voorheen de basis vormden voor ons landbouwbedrijf, is thans niet meer te ver krijgen. Toch zou het verkeerd zijn zich door dezen toestand te laten ontmoedigen en te meenen, dat nu aan onzen landbouw zijn basis is ont nomen en dat het binnenkort niet meer mo gelijk zijn zal, een behoorlijke bedrijfsvoering te krijgen. Zoo is de toestand heelemaal niet. Het zal wel noodig zijn zich aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Het gevolg zal zijn, dat bepaalde producten beperkt zullen moeten worden, doch daar staat tegenover, dat andere producten thans een beter resultaat zullen opleveren. Dit behoeft niet te leiden tot de vrees, dat van de producten, die men zal moeten beperken, een tekort zal ontstaan en dat daartegenover het opvoeren van de productie op ander terrein zal voeren tot een teveel, dat wij niet zullen kunnen verwerken. Het is veel eer zoo, dat van de producten, die beperkt moe ten worden, een teveel bestond, terwijl op an der gebied een tekort bestond, dat thans, ten minste voor een gedeelte, kan worden aange vuld. Het zal mogelijk zijn een betere verdee ling van de productie te verkrijgen, die meer aangepast is aan de natuurlijke omstandighe den van ons land, welke bepaald worden door den bodem. De toestand in onzen landbouw was immers zoo, dat gedurende de laatste jaren de agra rische basis, in den strikten zin van het woord, te smal was geworden, of, als men het liever anders wil uitdrukken, in den landbouw was de productie van den bodem te gering voor de andere takken van het bedrijf. Voor goed be grip is het noodig deze begrippen scherp te omschrijven. Als men over landbouw spreekt, bedoelt men over het algemeen dat complex van bedrijven, dat zorgt voor het voedsel van den mensch, uitgezonderd visch en vischpro- ducten. De eerste onderscheiding, die men maakt, is dan die tusschen landbouw en tuin bouw, maar het meerendeel van de menschen gaat in de scheiding van de begrippen niet ver der. Toch is het noodzakelijk deze scheiding nog verder door te voeren, waarbij men aan de eene zijde krijgt den akkerbouw en aan de andere zijde de veehouderij. Deze laatste nu is geen landbouw in den eigenlijken zin van het woord, omdat de producten van de veehouderij niet direct door den bodem zijn opgebracht, doch slechts indirect. De producten van den bodem worden in dit bedrijf veredeld; zij krij gen door de veehouderij meer waarde. Het is dus eigenlijk een soort industrie, waarbij men voor de verbetering van het product geen ge bruik maakt van machines, doch van levende wezens. Hieruit volgt, dat de veehouderij moet rusten op de basis van de bodemproductie en dat er, over de geheele wereld genomen, niet meer vee kan bestaan, dan de bodemproductie toestaat. Maar hieruit volgt evenzeer, dat er voor een bepaald landbouwgebied en dan be hoeft men dit gebied niet te klein te zien een evenwicht moet bestaan tusschen akker bouw en veehouderij, of misschien is het juister uitgedrukt, tusschen akkerbouw en veredelings- bedrijven, omdat dit evenwicht door de natuur zelf wordt aangegeven. In tijden, waarin een onbeperkt wereldver keer mogelijk is, zal men er weinig nadeel van ondervinden, als dit evenwicht verbroken wordt. Wat het eigen land door de bodemproductie niet of in onvoldoende mate voor het vee kan opbrengen, kan men van elders invoeren. Doch wanneer, om welke reden dan ook, dit we reldverkeer plotseling geheel of gedeeltelijk be lemmerd wordt, ondervindt men de nadeelen van het verbreken van dit evenwicht. Nadee len, welke naar twee zijden hun uitwerking doen gevoelen, omdat men eerstens niet vol doende kan invoeren voor den bestaanden vee stapel en tweedens niet de producten van de zen veestapel kan uitvoeren, In de thans gel dende omstandigheden zullen wij het tweede nadeel minder voelen, daar Duitschland de overtollige producten zal afnemen. We hebben ze echter wel gevoeld, toen ook in vredestijd reeds de toestand bestond, dat het wereldverkeer niet meer onbeperkt mogelijk was en toen we bijvoorbeeld onze boter moesten uitvoeren voor een prijs, die ternauwernood de helft van de productiekosten kon dekken. Het eerste nadeel zullen we echter duch tig ondervinden. Er kan thans veel minder veevoeder worden ingevoerd dan vroeger, zoodat we noodzakelijk zullen moeten over gaan tot inkrimping van den veestapel. De eerste maatregelen op dit gebied kennen we reeds: er zijn al bepalingen uitgevaardigd ten aanzien van het verminderen van den pluimveestapel. En nog meer maatregelen zijn te verwachten, die de bedoeling zul len hebben, het teveel aan vee weg te ne men. Het zal duidelijk zijn, dat we liever spreken van een teveel aan vee, dan van een tekort aan veevoeder, omdat ons land de zen grooten veestapel slechts kan aanhou den ten koste van een verbreking van het evenwicht tusschen bodemproductie en veredelingsbedrijf. Het zal thans zaak zijn, dit evenwicht weer terug te vinden, het geen geschieden kan, eenerzijds door het afslachten van vee, anderzijds door het ver bouwen van meer veevoeder. Hoe deze toestand zich de laatste jaren ont wikkeld heeft en welke de verwachtingen zijn voor de toekomst, is van vpldoende belang, om aan een meer gedetailleerde beschouwing te worden onderworpen. Omtrent den huidigen toestand va.n het gce- derentransportwezen in Noord-Brabant bericht men ons, dat op velerlei gebied een prijzens waardige aanpassing wordt nagestreefd. Intus- schen zijn nog verscheidene moeilijkheden op te lossen, o.a. ten aanzien van afgelegen derpen en dorpscomplexen. Een voorbeeld der aanpassing geeft het be drijf der Philipsfabrieken. De binnenlandsche verzending vanuit Eindhoven geschiedt met be hulp van diverse instanties. Nu de wagens van het eigen vrachtautopark buiten functie zijn, werden vrachtauto-expeditiebedrijven uit dc stad en daarbuiten, o.a. Van Doorne's Expedi tiebedrijf en enkele andere, ingeschakeld om het vervoer te bewerkstelligen. Voorts wordt ook de binnenscheepvaart dankbaar gebruikt. Zoo werd dezer dagen een afgeladen schip Philips-artike- len van 's-Hertogenbosch naar Amsterdam ver scheept. Wat de scheepvaart betreft, het laat zich aan zien, dat het vervoer te water vanuit verschil lende Brabantsche centra het karakter van vas te beurtvaartdiensten zal verkrijgen naar de hartaderen des lands, ter aanvulling van reeds in normale tijden furvctionneerende stoomboot- lijnen. Intusschen is ook in het rayon der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor 's-Hertogenbosch een goederenvervoercentrale in het leven geroe^ pen. Vertegenwoordigers van Van Gend Loos, B. B. A. en Janssen-Booten hebben hierin zit ting. De bedoeling is te komen tot de meest ef ficiënte en beste vervoermethode voor het ge bied der Kamer. O.m. wil men langs den weg der coördinatie voorkomen, dat met ledige of half-ledige vrachtauto's zal worden gereden. De Bossche Kamer van Koophandel heeft hier blijk gegeven van een verdienstelijk initiatief, dat ook tevoren reeds elders in Brabant werd genomen, o.a., zooals we destijds berichtten, te Tilburg. Op grond van de aan den dag tredende acti viteit lijkt de hoop niet ongegrond, dat weldra weder een goed goederenverkeersnet over het uitgestrekte Brabantsche land zal zijn gespannen. Donderdag is te 's-Hertogenbosch in het gebouw van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor 's-Hertogenbosch en omstre ken onder voorzitterschap van den heer Jos Meyring een bijeenkomst van de Noord- Brabantsche Kamers van Koophandel gehouden ten einde te komen tot een definitieve en een vormige regeling van de vervoercentrales in de provincie Noord-Brabant. Op deze bijeenkomst waren mede aanwezig Ir. Dupui, rijksinspec teur van het verkeerswezen, alsmede verte genwoordigers van de gemeentelijke vervoer centrales te Tilburg en Oss. Na een inleidend woord door den voorzitter, deelde ir. Dupui mede, dat bij het Departe ment van Waterstaat een regeling betreffen de de vervoercentrale in voorbereiding is, welke in het kort hierop neerkomt. Er zullen plaatselijke commissies uit expediteurs worden opgericht, die een vervoersregeling zullen ont werpen. Deze regeling zal ter goedkeuring wor den voorgelegd aan een andere commissie, bestaande uit een vertegenwoordiger van de Kamer van Koophandel, Rijksverkeersinspec tie en den voorzitter van eerstgenoemde com missie. De vergadering besloot, vcort te gaan met hetgeen de Kamers en enkele gemeenten thans reeds opbouwden en waar noodig eeni- ge uitbreiding aan de reeds opgerichte com missies te geven. De taak, welke ten aanzien van de vervoer centrale op de gemeente Tilburg rustte, zal overgaan op de Kamer van Koophandel te Tilburg, terwijl de vervoercentrale van Oss bij de vervoercentrales van de Kamer van Koop handel te 's-Hertogenbosch zal worden in geschakeld. Voorts werd besloten, dat naast de twee reeds werkende vervoercentrales te Tilburg en te Oss Maandag a.s. de volgende centrales haar arbeid zullen aanvangen: s-Hertogen bosch, Waalwijk, Eindhoven en Breda, terwijl in de overige daarvoor in aanmerking komen de gemeenten zoo spoedig mogelijk vervoer centrales in werking zullen treden. Prof. dr. F- J. De Waele en dr. H. H. Jansen zijn, naar wij reeds berichtten, benoemd tot gewoon hoogleeraar aan de RK. Universiteit te Nijmegen- Ferdinand Joseph Maria De Waele werd ge boren te Sinaai (Waas) in Vlaanderen in 1898 en maakte zijn gymnasiale studies aan het Bisschoppelijk Coilege te Sint Nicola as, waarna bij studeerde aan de universiteiten te Gent, Würzburg en Utrecht. In 1927 promoveerde hij aan de Keizer Karei Universiteit te Nijmegen en daarna was hij achtereenvolgens werkzaam als leeraar in de klassieke taal- en letterkunde aan de gymnasia der Augustijnen te Venlo, Eind hoven en aan het gymnasium der Jezuïeten te 's-Gravenhage, terwijl hij intusschen half wes telijk Europa, Griekenland, Turkije en Kiein- Azië bereisde en voor de Amerikaansche Ar cheologische vereeniging opgravingen verrichtte te Corinthe .Prof- De Waele, die lid is van de Koninklijke Vlaamsche Academie van Weten schappen, werd in 1928 benoemd tot lector en in 1930 tot buitengewoon hoogleeraar te Nij megen Dr. H. H- Jansen, die in 1910 te Swalmen geboren werd, studeerde aan het Bisschoppelijk College te Roermond en aan de R.K. Universi teit te Nijmegen, waar hij in 1938 in de lette ren promoveerde op een proefschrift ,Kui: ur und Sprache". Na eenige jaren leeraar te zijn geweest aan het Bisscboppe'ijk College te Roermond, werd hij in 1938 benoemd tot lec tor in de Grieksche en Latijnsche taalkunde aan de R.K. Universiteit te Nijmegen. Aanvullende lijst van mededeelingen over den toestand van wegen, veren en stoomvaartlijnen, ons medegedeeld door den Kon. Ned. Toeristen bond A.N.W.B. Wegen: Bathmen, alles normaal. Drumpt, de dijk van Echteld tot Dodewaard is niet toegankelijk, het verkeer wordt binnen door geleid en de route is aangeduid. Moet men b.v. naar Arnhem, dan kan men het best rij den over Ingen of Eek en Wiel, daar overvaren en dan den straatweg volgen tot Arnhem Deze route leidt wel om, doch men loopt geen risico Groenlo, alles normaal Hardinxveld, alles normaal. Kesteren, alles normaal. Schiedam, alles normaal. Veerdiensten: Op den weg van Wamel naar Oss is over tocht over de Maas bij Oyen mogeiük voor wagens tot 10 ton. De weg Tiel-Wamel-Oyen is in goeden staat. Maassluis: MaassluisRozenburg BrielleRozenburg 5.00 5.15 5.45 6.00 6.00 6.15 6.30 7.00 6.30 7.00 7.30 8.00 7.3Ö 8.00 8.30 9.00 8.30 9.00 enz. elk uur tot enz. elk uur tot 21.30 22.00 21.30 22.00 Op Zondag eerste dienst van Maassluis om 7.30 uur. PURMERHMD, 7 Juni. Afslagver1. Beemster, Purmerend en Omstreken". Breede Stamsnij- boonen 38 00—40, Peulen 18.00—26, Doperwten 21.0024 per 100 kg. Aardbeziën 1224 cent p. doosje. Bloemkool 4.0021 per 100 stuks. Spina zie 6.00—16, Postelein 8.00—14 per 100 kg. Sla 12.80 per 100 krop. Andijvie 10.0016 per 100 kg Raapstelen 0.50, Rabarber 2.006, Wortelen 10.00—17 per 100 bos. Prei 3.00 per 100 kg. WESTLAMD, 6 Juni. Miödenprijs v. d. Westl. veilingen. Sla 1.07 per 100. Tomaten A 28, CC 15 17 cent per kg. Peen 8 cent per bos. ZWOLLE, 7 Juni. Boter. Aanvoer 216 K.G., waarvan 5 1/8 vaten, 2 1/16 vaten en 192 stuk ken van 'A K.G., prijs 1.60 per K.G., per 1/8 vat van 20 K.G. prima ƒ30.— a ƒ30.50, per 1/16 vat van 10 K.G. 15.—. Handel kalm; 135.000 kipeieren ƒ3.— a 3.75 per 100 stuks. Huiden. Koehuiden 18 ct., pinkenvellen 19 ct, stierenvellen 14 ct„ vette vellen 22 ct., gras vel len 20 ct. per 'A K.G.; paardenhuiden ƒ9.per stuk. Handel stil. Veemarkt. Aangevoerd 2)830 stuks als: runde ren 778, graskalveren 205, nuchtere kalveren 528, schapen 81, lammeren 387, geiten 3, schram men 104, varkens 36, biggen 508. Men besteedde voor neurende en versch gekalfde koeien 170 a ƒ225; dito vaarzen en schotten ƒ130 a ƒ180; gustekoeien voor de vetweide of stal 125 a ƒ165; dito vaarzen ƒ100 a ƒ145; 1 K-jarige springstieren ƒ110- a ƒ135; lK-jarige pinken ƒ60 ƒ100; jonge fokkalveren 20 a ƒ40; nuchtere kalveren 5 a 8 per stukj vette koeien en ossen aan bouten 66 a 76 ct.; dito stieren 60 a 68 ct.; dito kalveren 56 a 62 ct.; dito schapen ƒ15 a 24; lammeren ƒ4 a ƒ7; 6-weeksche biggen 12 a ƒ15; 14-weeksche dito ƒ15 a 18; drachtige varkens ƒ70 a 90; ma gere dito 65 a 80 per stukvette dito 50 a 54 ct. LEIDEN, 7 Juni. Veemarkt. Aanvoer 586 run deren 474 kalveren. 4509 schapen, 702 varkens. 17 stieren 220.00—290 per stuk, 6674 cent per kg. schoon gewicht, matig. 134 kalf- en melk koeien 190.00—275, tamelijk vlug. Varekoeien 100 00170, matig. 216 vette ossen en koeien 200.00315 per stuk. 6684 cent per kg BCh. gewicht, zeer matig. 46 vette kalveren 60.00—90 per stuk, 6684 cent per kg. schoon gewicht, stug 430 nuchtere kalveren 6.00-13, tamelijk. 35C vette schapen 20.00—34, tamelijk. 235 weide- schapen 15.00—23, tamelijk. 3924 lammeren 7.50 12, tamelijk Zulglammeren 10.0014, tame lijk. 211 mestvarkens 24.0035, 450 biggen 8.00 14 en 41 zeugen 65.0080 per stuk. matig. ZWOLLE, 7 Juni. 135000 eieren 33.75 per 100 stuks. 5 1/8 vaten boter 30—30.50 per 1/8 vat. 2 1/16 vaten boter 15.00 per 1/16 vat. 192 pond boter, 1.60 per kg. Totale aanvoer 216 kg. Veemarkt. Handel was heden voor neurende versch gek. koeien duurder, vetvee duur, prijs houdend, pinken prijshoudend, 6tieren gewoon, kalveren duurder, schapen prijshoudend, var kens slecht. Neurende versch gek. koeien 140.00 240, dito schotten 140.00210, gustekoeien 100.00160, vaarzen 100.00180, voorjaarskal- vende koeien geen noteering. pinlcstieren 100.00 —180, pinken 90.00—140. fokkalveren 20.00—70, nuchtere kalveren 4.00—10, vette koelen en ossen per kg. 5075 cent, dito stieren 5070 cent, dito kalveren 4070 cent, dito schapen 12.00 25. dito lammeren 3.00-8, Biggen 6-weeksche 15.00—17, idem 10-weeksche 17.00—20, drachtige varkens 65.0080. magere varkens 50.0070, vette varkens 49—51 cent per kg. Eugenie Dankers had om half zes met haar man voor den schouwburg afgesproken. Ze was een zuinige huisvrouw, en dus een half uur vroeger van huis gegaan, om te kunnen loopen Een kleine omweg leidde langs 't huis van haar modiste. Ze stond voor de etalage en kwam toen tot de ontstellende ontdekking dat ze op 1 Sep tember nog geen winterhoed had. Snel besloten trad Eugenie de zaak binnen. Zooals gezegd, ze was zuinig en zonder gron dig overleg met zich zelve zou 't haar niet in vallen iets te koopen. Ze paste een groot aan tal hoeden, waarnaze besloot haar keus uit drie hoofddeksels te maken. Dit passen had veel tijd gekost, want over eiken hoed had ze langdurig met de modiste geconfereerd. Toen ze 't eindelijk niet eens konden worden over den prijs, verliet Eugenie, zonder iets gekocht te hebben, de zaak. 't Was toen half acht. De jonge vrouw had haar echtgenoot in de bijna vier jaren van hun huwelijk er aan ge wend. om het met haar stiptheid en nauwgezet heid niet al te nauw te nemen. Maardat hij van half zes tot half acht op haar zou blijven wach ten, neen, dat ge- loofde ze zelf toch ook niet. Daarom vond ze het verstandiger niet eerst naar den schouwburg te loopen. maar dadelijk naar huis te gaan. Om elk mogelijk verwijt nu direct den kop in te drukken, kocht ze onderweg een kistje si garen van 25: z'n lievelingsmerk. Daarmede was de aangelegenheid voor deze voorbeeldige echt genoote afgedaan. Haar man zou dan ook moe ten inzien, dat de dringende aankoop van een winterhoed een redelijk oponthoud is, al had zij er dan ook geen gekocht. En als Daniël dat. niet zou begrijpen en hij, boos geworden, de sigaren niet zou willen accepteeren, dan zou dat een éclatant bewijs zijn, dat hij eenergoïst in optima forma was. Ja, Daniël was thuis. Uit de verte zag ze het licht al branden. Eigenlijk, zoo dacht ze, was 't toch niet erg attent van hem, zoo maar de plaats van afspraak te verlaten. Wat zou er bijv. gebeurd zijn, als ze nu eens niet zoo verstandig geweest was, om naar huis te gaan? Dan zou ze nu daar eenzaam en vol ongeduld staan en niet meer weten hoe of wat. Ze moest hem dit eens goed onder 't cog brengen; dit had hij ten minste verdiend. Maar neen, ze was grootmoe dig en besloot te zwijgen. Toen Daniël haar zag, keek hü haar bezorgd aan. „Kindlief!", begon hij, „ben je daar eindelijk!" „Al genoeg", zei ze. „Je weet dat ik niet van explicaties houd." Het scheen, dat hij opgelucht was. „Kijk eens, m'n beste", kwam hij, „dat heb ik voor je meegebracht", en hij gaf haar een pakje dat ze dadelijk nieuwsgierig openmaakte. 't Was de mooie tasch, die ze al meermalen in de etalage bewonderd had. Eugenie omhelsde en kuste haar man. „Hoe alleraardigst van je!" riep ze, „ik had niet gedacht, dat ik die nog vóór m'n verjaar dag zou krijgen." ,,Ik bedoeldeik meendesprak hij aarzelend,ik wilde goedmakenof schoon ik er niets aan kon doen. Ze begreep hem niet goed en vroeg daarom „Hoezoo?" ,,Ik wilde je afbellenmaar je was al weg; de kascontrole kwam, heel onverwacht en ik moest op 't kantoor blijven." „Den eenen keer, dat ik met je afspreek, heb je een kascontrole!" riep ze verontwaardigd. Eugenie was een impulsieve vrouw. „Lieveling", zei Daniël, „zulke controles heb ben altijd plaats op 't meest onverwachte oogen blik." ,.En je bent dus maar eenvoudig niet ge komen?" „Wat kon ik anders doen, Eugenie?" „Je had minstens iemand kunnen sturen om het me te laten weten." „Daar heb ik wel aan gedacht, maar er was niemand dan mijn chefs. En die kon ik toch niet met een boodschap belasten." De jonge vrouw toonde zich ten hoogste ge belgd. „Dus", klonk het met ingehouden toorn, „als ik je goed begrijp, wil je me wijs maken, dat iemand als jij gedwongen kan worden, z'n vrouw uren lang in weer en wind te laten wachten?'' ,,'t Was een ongelukkig toeval; je weet, dat het voor 't eerst is, datverontschuldigde hij zich. „Zal ik je eens precies zeggen, hoe ik je vind, Daniël? Een egoïst, een ellendige egoïst, dat ben je!" „Eugenie," hernam hij weer goedig, „het kan toch „Neen," viel ze hem in de rede, „je kunt zeg gen wat je wilt, maar zoo iets mag nooit voor komen. Mij zou niemand, de heele wereld niet kunnen tegen houden, om op een afspraak met jou precies op tijd te wezen." „Arm kind," vleide Daniël Dankers, „en zoo lang heb je gewacht!" ,-Je medelijden komt te laat," grimlachte ze nijdig. „Je hebt er zeker geen besef van, hoe koud het vandaag is. Ik heb me zeker de griep op m'n lijf gehaald. Maar, dat zal jou wel on verschillig z;jn. Jij hebt kascontróle en bekom mert je niet in 't minst om je vrouw." De schuldbewuste Daniël liet weerloos en als geslagen deze verwijten over zich heen gaan. Maar juist toen ze weer wilde beginnen, schoot hem iets te binnen. „Toch begrijp ik je niet", zei hij. „Toen ik jp die tasch gaf, heb je me vergeven en nu doe je niets anders dan mij verwijten naar het hoofd gooien." Maar Eugenie was nooit om een antwoord verlegen. „Dat is mijn goede hart", stelde zij vast, ,jn'n goede hart, dat altijd bereid is om te vergeven- Ik laat veel te veel over m'n kant gaan en ik schaam me eigenlijk om te bekennen, dat ik op den terugweg, na die vreeselijke urenniets beters wist te doen, dan nog een kistje van je lievelingssigaren te koopen." Van louter dankbaarheid en diep geroerd, kuste Daniël de hand zijner vrouw. „Hoe aardig, hoe lief van je, Eugenie. Een man, die zich niet aan z'n afspraak houdt, nog iets te geven." „Tot zoo iets is alleen maar een voorbeeldige echtgenoote in staat", verklaarde zij met een zelfbewust lachje. „Enenvroeg hij, „hoe kan ik je zooveel liefde vergelden?" „Je dank heb ik niet noodig, Daniël", luidde het ijzige antwoord. „Ik houd er niet van munt uit dergelijke gevallen te slaan. Maar dit kan ik je wel zéggen: een man moet ten slotte zelf voelen en weten, wanneer het hoog tijd is, een winterhoed voor z'n vrouw te koopen." (Nadruk verboden) ENKHUIZEN, 7 Juni. Velling Bloemenlust. Ro zen per bos van 10 stuks: Helen 24 cent, II 10 —13 cent. Roselandia 25 cent, II 17 cent, ge mengde kleuren 1215 cent, Bechtold 28 cent, Columbia 19 cent, korte 11 cent, Hadley kort 11 cent, Poulsen 17 cent, Keizerin 20 cent, korte 10 cent, Butterfly 16 cent, Pyrethrum per bos van 20 stuks, gemengde kleuren 711 cent, Kelnay 4 cent, Metternich 6—7 cent, Yvonne 6 cent, Margrieten 2 cent per bos (minimumprijs). Pioenen per bos van 10 stuks witte 1013 cent, Roode 10 cent. Chineesche rose 1316 cent, Chi- neesche rood 11 cent, Irissen 7 cent per bos van 10 stuks. Kasviolieren 5 cent per bos van 10 stuks. Stekpotten per stuk: Coleus groot 12.5 cent, klein 69 cent. Begonia Red King 48 cent, II 3—3.5 cent, Limunose 3.5 cent, II 3 4 cent. ENKHUIZEN, 7 Juni. Visch. Aan den Gem. Vischafelag werd aangevoerd door 36 vaartui gen 10.000 pond Koraal 18.521 cent per pond. door 15 vaartuigen 1650 pond Lijnaal 3336.5 cent per pond en door 12 vaartuigen 1700 pond Snoekbaars 1516.5 cent per pond. Daar had Toontje wel ooren naar. Hij kocht de ijzeren ballen op en legde ze voor zijn tentje neer tot er klanten kwamen. „Een cent een gooi," riep Toontje, zoo hard hij kon. De eerste klant die kwam gooide met de zware ijzeren ballen het heele tentje in elkaar. De laatste bal kwam echter in het oog van een meneer terecht. De meneer die den ijzeren bal tegen zijn oog kreeg was na tuurlijk erg boos en wilde Toontje een pak slaag geven. Gelukkig kwam Toontje op de gedachte den vetbolgen man drie briefjes van duizend gulden te geven. Nu was de man heelemaal niet boos meer. Integendeel.... Toontje mocht nu tegen zijn andere oog ook nog een ijzeren bal gooien. 12 Hempel moest nog een uur op zijn trein wachten. Hij nam plaats in een hoek van de wachtkamer en verzonk weer in diep ge peins. Wat moest hij nu eerst doen, om zoo snel mogelijk zijn doel te bereiken?Het scheen hem onmogelijk toe. den moordenaar te vinden, vóór dat hij zich een juist begrip van de beweegreden tot den moord had ge vormd. Wist hU eenmaal, waarom men de weduwe Walker had vermoord, dan wist hij ook zeker, wie de moordenaars waren; en hij zou ze vinden, al waren zij naar 't einde van de wereld gevlucht! Hij zuchtte en mompelde; „Zoo ben ik nu juist zoo ver als gisteren morgen! Je oud gebrek Silas: jé hebt nog niet begrepen, wat geduld beteekent. Had je, in plaats van de moordenaars na te loopen, de papieren van de dooöe bestudeerd en de ver schillende vertrekken behoorlijk afgezocht, dan zou je misschien "n heel eind verder zijn gekomen!" Hij had niet bemerkt, dat dicht bij hem twee personen hadden plaats genomen, die op het vertrek van den trein schenen te wachten. Eindelijk deed het geluid van hun stemmen hem sntwaken uit zijn gepeins, en toen wierp hij een vluchtigen, onverschilligen blik op de twee personen. De een was een vrouw van veertig tot vijftig jaar, nog al corpulent; zij behoorde blijkbaar tot den boerenstand. Silas herkende In haar de vrouw van Lampl, en verborg zich achter een krant. De ander was een jongen van 1718 jaar; hij had een ledigen rugkorf vóór zich staan. Wel, Loïs, goeie zaken gedaan? begon de vrouw 'n gesprek. De jongen schudde het hoofd. Niets bijzonders, vrouw Lampl. De Maan dag is nooit heel goed. 's Zaterdags wordt op de markt alles veel beter betaald althans wanneer men er vroeg genoeg is. Ik heb toevallig gehoord, dat je Vrijdag avond al naar de stad vertrekt. Dus mag ik veronderstellen dat je doorgaans de eerste bent. Dat ls zoo. Ik slaap bij mijn neef Stoll, die vlak bij de markt een wihkel houdt. Wan neer de eerste klanten komen, zit ik al op mijn plaats. Verleden Zaterdag had ik een buiten kansje met mijn paddenstoelen. De kok van „Erzherzog Johann" heeft me tegen een goe den prijs heel de mand afgekocht. Dat doet me plezier. Je kunt het goed gebruiken en het zoeken kost je tijd en werk genoeg. ja.... En sinds den moord op mevrouw Walker gepleegd, heb ik geen lust meer om In de Grauenegger-bosschen te gaan zoeken. Ik vind die historie zoo griezelig! 't Is een akelige gedachte, dat men zoo maar op eens kan worden vermoord Kom, je bent toch njet bang? De moor denaar was zeker niet uit onze streek. Dat kan je niet weten Och, 't was een deftige meneer, die hier ver vandaan kwam. Mijn man heeft hem tweemaal gesproken. Je hebt toch het arres tatiebevel gelezen? 't Staat nu in al de bladen. Ik heb er een gekocht voor mijn schoonmoe der, die veel belang stelt in de zaak. Lees maar! Zij gaf den jongen een blad, waarin een nauwkeurige beschrijving van den „man in 't grijs" was opgenomen. Loïs las den tekst, gaf het blad terug en schudde het hoofd. Alles goed en wel, vrouw Lampl, zei hij; maar lk waag mij niet meer in de Graueneg ger-bosschen vóórdat ze den kerel te pakken hebben. Je gelooft toch niet, dat hij zich dé.ar nog verborgen houdt? Weet 'k nietMaar één ding zeg ik je vrouw Lampl: de weduwe Walker is niet de eerste, die hij naar de andere wereld heeft geholpen. Je durft nog al wat te zeggen! En wie zou dat zijn? In Grtinau wordt niemand ver mist. Ook dat kan je nog niet weten. Misschien komt men eerst later tot de ontdekking, dat er iemand is verdwenen. En 't behoeft ook niet juist iemand van Grünau te zijn Vrouw Lampl kwam plotseling dichter bij den jongen zitten en keek hem angstig aan. Wat zeg je daar, Loïs? Weet je iets? Loïs knikte. Ja, vrouw Lampl, ik weet iets, en ik wou, dat ik het niet wist! Spreek alsjeblief toch duidelijk! Luister vrouw Lampl, maar zeg er nie mand een woord vanZooals je weet, ligt ons huis heel dicht bij de Grauenegger-bos schen, zoowat 'n kwartier van het dorp, en van daar loopt het voetpad langs de beek van Grünau naar Wildon. Vrijdagavond 'wilde ik met paddenstoelen en boschbesschen naar de stad, en vóór ons huis bracht ik mijn korven in orde. Op dat oogenblik nog wist niemand iets van de misdaad, maar die moest toen al gepleegd zijn, want zij zeggen immers, dat mevrouw Walker tusschen 6 en 7 uur werd ver moord. Ja, dat moet zoo geweest zijn, want tegen 7 uur heeft vrouw Stojan den moordenaar zien terugkomen. Welnutoen ik mijn korven in orde bracht, was 't half acht. Plotseling hoorde ik Iemand uit de richting van Grünau komen, 't Was bijna donker en ik kon enkel zien, dat het een groote man was. Onmiddellijk daarna hoor ik, op eenigen afstand van ons huis, stemmen als van twistende menschen en een minuut later hoor ik een scherpe knal Lieve hemel! Daar wordt iemand vermoord, zei ik bij mezelf. Ik wilde al naar Grünau loopen, om volk te halen, maar ik dacht aan een waar schuwing van mijn vader: „Houd je buiten zaken, die je niet aangaanSloeg ik die waarschuwing in den wind, dan miste ik den trein naar Graz en stelde mij bovendien bloot aan veel last en allerlei onaangenaamheden. Den heelen dag had ik paddenstoelen gezocht, en die kon ik toch niet laten bederven! Geen overhaasting, Loïs, dacht ik; eerst licht halen en een kijkje gaan nemen. Is er iemand ver moord, dan kun je hem niet meer helpen; leeft hij nog, dan ga je de overheid waarschuwen en kijkt niet meer naar je paddenstoelen om Je begrijpt, vrouw Lampl, dat m'n hart ge weldig klopte, toen ik met 'n lantaarn er op aftrok. Ik was eerst van plan, moeder mee te nemen, maar zij sliep al; het goede mensch is zoo doof, dat zij niets had gehoord. Ik wilde haar niet storen en zou 't maar alléén wagen Vrouw Lampl beefde van spanning en angst. En wat vond je? Niets, antwoordde Loïs; 't was doodstil en ik merkte niets bijzonders. Juist ging de maan op. Ik zocht langs de beek en op den zoom van het bosch onder de boomen niets! Of de moordenaar had zijn slachtoffer niet geraakt, of hij had hem doodgeschoten en het lijk mee genomen En dat heb je tegen niemand gezegd? Maar Lois! Loïs keek verlegen naar den grond. Neen, antwoordde de jongen, ik durfde De I. P. Bemberg boekte in 1939 een netto-winst van M. 1.603 millioen tegen M. 1.607 millioen in 1938 en is voornemens een onveranderd, dividend uit te keeren van 8 pCt. De mogelijkheid moet niet uitgesloten zijn van de opheffing van de valuta-con trole in Denemarken. Aangezien het groot ste gedeelte van den Deenschen agrarischen export thans naar Duitschland gaat en het evenwicht in de handelsbalans deerlijk is verbroken, zijn de belangrijkste bestaans gronden voor de handhaving der valuta- controle weggevallen. De beurs te Kopenhagen heeft de moei lijkheden voor de heropening overwonnen en nadat aanvankelijk obligatïèn werden verhandeld kwamen eergisteren ook aan deden voor handel in aanmerking. De handel in beleggingsfondsen bleek een suc ces te zijn en de stemming was gedecideerd vast. Voor aandeden is echter nog niet veel animo. Voldoende vraag bleef achterwege, zoodat de markt zich om en nabij de mi nimum-koersen bewoog. Aan de Amerikaansche goud-importen komt nog steeds geen einde. In de vorige maand is de monetaire goudvoorraad in de Vereenigde Staten tot 391 millioen geste gen, hetgeen de grootste maandelijksche toename was sedert het begin van den oor log in Europa. In de eerste negen oorlogs maanden is de goudvoorraad met 2.517 millioen of 15 pCt. gestegen. De goud-uit voer uit Engeland was het grootst; behalve uit zijn eigen reserve-goudvoorraden voerde Engeland ook goud uit van de Zuid-Afri- kaansche productie. er niet van kikken. Verraad mij niet, vrouw Lampl! Ge weet, dat we leven van hetgeen ik verdien; moeder is doof en heeft erg zwakke oogen. Als ik als getuige voor het gerecht zou moeten verschijnen, dan zou daarmede voor mij heel wat tijd'verloren gaan „Instappen voor Graz, Wildon, Marburg!" riep de conducteur. Zij sprongen op en spoedden zich naar den uitgang, om toch vooral den trein niet te missen. Silas Hempel volgde hen langzaam; schijnbaar was hij den heelen tijd in de lezing van zijn blad verdiept geweest; maar geen woord van 't gesprek was hem ont gaan. Hij nam plaats in denzelfden coupé derde klasse, waar vrouw Lampl en Loïs al gezeten waren; den kraag van zijn jas had hij zóó hoog mogelijk opgezet en hij zette zich zóó, dat vrouw Lampl hem niet kon zien. (Wordt vervolgd) Om utsf/w/jtufvdUt /tsit U eU aVt AuUl o-eJyt. t*.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6