VEETEELT EN BODEM
PRODUCTIE
Kdvcifiaal wat den daa
TOONTJE VAN TEUTEN
FINANCIEN
IN 'T GRIJS
DE MAN muoN
Het transportwezen in
Noord-Brabant
Het verloren evenwicht zal
men moeten hervinden
Dagfilm
door A. HRUSCHKA
ZATERDAG 8 JUNI 1940
Philips past zich aan. Ook te
S'Hertogenbosch goederen-
vervoer centrale
Vervoercentrales
DE NIEUWE HOOG-
LEERAREN TE NIJMEGEN
Wegen, bruggen en
veerdiensten
MARKTEN
'n Voorbeeldige
echtgenoote
Uw Itite'Uij/t
■kcmUclt t
Het is geen gemakkelijke taak op dit
oogenblik een algemeen overzicht te geven
van den toestand in den landbouw. Er is
in korten tijd, in enkele dagen, zooveel
veranderd, dat er totaal andere verhou
dingen zijn ontstaan. Dit geldt voorna
melijk ten aanzien van den invoer van een
aantal grondstoffen die wij voor onzen
landbouw noodig hebben en voor den uit
voer van een aantal producten, die "den
weg hadden gevonden naar bepaalde
markten, welke wegen door den oorlog
thans voor ons zijn afgesloten.
De laatste dagen heeft men herhaaldelijk
kunnen lezen, dat Duitschland voor zoowat
alle producten den afzet garandeert, en dat al
datgene, dat voordien ofwel vernietigd moest
worden omdat er geen koopers voor te vinden
waren, ofwel met uitvoerpremies naar be
paalde markten moest worden uitgevoerd, thans
naar onze Oosterburen kan worden uitgevoerd.
Hierdoor heeft Nederland voor tal van producten
zijn natuurlijk afzetgebied weer teruggekregen.
Jaren lang is immers Duitschland de grootste
afnemer van Nederland geweest. Men zou zelfs
kunnen zeggen, dat onze land- en tuinbouw,
althans voor een aanzienlijk gedeelte, zoo groot
en zoo voortreffelijk is geworden, omdat men
alle producten tot elke hoeveelheid aan Duitsch
land kon verkoopen. Door den wereldoorlog en
de gevolgen daarvan is, hierin reeds een veran
dering gekomen en nog grooter werd deze ver
andering toen in 1933 de nieuwe regeering in
Duitschland een nieuwen koers insloeg op het
gebied der economie en er zich op ging toeleg
gen den invoer van bepaalde producten te ver
minderen. Door deze nieuwe economische po
litiek van de Oosterburen is Nederland voor
een gedeelte zijn natuurlijk achterland kwijt
geraakt en bijna iedereen weet, welke gevolgen
dit gehad heeft voor onzen land- en tuinbouw
en daardoor ook voor het geheele economische
leven van ons land. Land- en tuinbouw immers
vormen nog steeds de voornaamste grondsla
gen waarop ons economisch leven rust en
door het verloren gaan van de bestaande mark
ten zijn deze grondslagen zeer verzwakt.
Thans echter heeft Nederland dit na
tuurlijk achterland, dit natuurlijk afzet
gebied, weer terug gekregen en de kans
bestaat daardoor, dat er voor deze takken
van ons economisch leven weer een beteren
tijd aanbreekt. Het zou echter verkeerd zijn
te meenen, dat alles bij het oude is ge
bleven; dat er slechts een verandering in
het afzetgebied is gekomen en dat de land
bouw voor het overige op den ouden voet
kan worden voortgezet. Er is meer veran
derd dan het afzetgebied alleen. Want
langs dezelfde wegen, waarlangs tot voor
kort een groot aantal van onze producten
werd uitgevoerd, voerden wy ook een groot
gedeelte van de grondstoffen in, die wij noo
dig hadden voor het in stand houden
van onze bedrijven. En deze invoer is thans
zeer bemoeilijkt. Een aantal grondstoffen,
die voorheen de basis vormden voor ons
landbouwbedrijf, is thans niet meer te ver
krijgen.
Toch zou het verkeerd zijn zich door dezen
toestand te laten ontmoedigen en te meenen,
dat nu aan onzen landbouw zijn basis is ont
nomen en dat het binnenkort niet meer mo
gelijk zijn zal, een behoorlijke bedrijfsvoering
te krijgen. Zoo is de toestand heelemaal niet.
Het zal wel noodig zijn zich aan te passen aan
de veranderde omstandigheden. Het gevolg zal
zijn, dat bepaalde producten beperkt zullen
moeten worden, doch daar staat tegenover, dat
andere producten thans een beter resultaat
zullen opleveren. Dit behoeft niet te leiden tot
de vrees, dat van de producten, die men zal
moeten beperken, een tekort zal ontstaan en dat
daartegenover het opvoeren van de productie
op ander terrein zal voeren tot een teveel, dat
wij niet zullen kunnen verwerken. Het is veel
eer zoo, dat van de producten, die beperkt moe
ten worden, een teveel bestond, terwijl op an
der gebied een tekort bestond, dat thans, ten
minste voor een gedeelte, kan worden aange
vuld. Het zal mogelijk zijn een betere verdee
ling van de productie te verkrijgen, die meer
aangepast is aan de natuurlijke omstandighe
den van ons land, welke bepaald worden door
den bodem.
De toestand in onzen landbouw was immers
zoo, dat gedurende de laatste jaren de agra
rische basis, in den strikten zin van het woord,
te smal was geworden, of, als men het liever
anders wil uitdrukken, in den landbouw was
de productie van den bodem te gering voor de
andere takken van het bedrijf. Voor goed be
grip is het noodig deze begrippen scherp te
omschrijven. Als men over landbouw spreekt,
bedoelt men over het algemeen dat complex
van bedrijven, dat zorgt voor het voedsel van
den mensch, uitgezonderd visch en vischpro-
ducten. De eerste onderscheiding, die men
maakt, is dan die tusschen landbouw en tuin
bouw, maar het meerendeel van de menschen
gaat in de scheiding van de begrippen niet ver
der. Toch is het noodzakelijk deze scheiding
nog verder door te voeren, waarbij men aan
de eene zijde krijgt den akkerbouw en aan de
andere zijde de veehouderij. Deze laatste nu is
geen landbouw in den eigenlijken zin van het
woord, omdat de producten van de veehouderij
niet direct door den bodem zijn opgebracht,
doch slechts indirect. De producten van den
bodem worden in dit bedrijf veredeld; zij krij
gen door de veehouderij meer waarde. Het is
dus eigenlijk een soort industrie, waarbij men
voor de verbetering van het product geen ge
bruik maakt van machines, doch van levende
wezens. Hieruit volgt, dat de veehouderij moet
rusten op de basis van de bodemproductie en
dat er, over de geheele wereld genomen, niet
meer vee kan bestaan, dan de bodemproductie
toestaat. Maar hieruit volgt evenzeer, dat er
voor een bepaald landbouwgebied en dan be
hoeft men dit gebied niet te klein te zien
een evenwicht moet bestaan tusschen akker
bouw en veehouderij, of misschien is het juister
uitgedrukt, tusschen akkerbouw en veredelings-
bedrijven, omdat dit evenwicht door de natuur
zelf wordt aangegeven.
In tijden, waarin een onbeperkt wereldver
keer mogelijk is, zal men er weinig nadeel van
ondervinden, als dit evenwicht verbroken wordt.
Wat het eigen land door de bodemproductie
niet of in onvoldoende mate voor het vee kan
opbrengen, kan men van elders invoeren. Doch
wanneer, om welke reden dan ook, dit we
reldverkeer plotseling geheel of gedeeltelijk be
lemmerd wordt, ondervindt men de nadeelen
van het verbreken van dit evenwicht. Nadee
len, welke naar twee zijden hun uitwerking
doen gevoelen, omdat men eerstens niet vol
doende kan invoeren voor den bestaanden vee
stapel en tweedens niet de producten van de
zen veestapel kan uitvoeren, In de thans gel
dende omstandigheden zullen wij het tweede
nadeel minder voelen, daar Duitschland de
overtollige producten zal afnemen. We hebben
ze echter wel gevoeld, toen ook in vredestijd
reeds de toestand bestond, dat het wereldverkeer
niet meer onbeperkt mogelijk was en toen we
bijvoorbeeld onze boter moesten uitvoeren voor
een prijs, die ternauwernood de helft van de
productiekosten kon dekken.
Het eerste nadeel zullen we echter duch
tig ondervinden. Er kan thans veel minder
veevoeder worden ingevoerd dan vroeger,
zoodat we noodzakelijk zullen moeten over
gaan tot inkrimping van den veestapel. De
eerste maatregelen op dit gebied kennen we
reeds: er zijn al bepalingen uitgevaardigd
ten aanzien van het verminderen van den
pluimveestapel. En nog meer maatregelen
zijn te verwachten, die de bedoeling zul
len hebben, het teveel aan vee weg te ne
men. Het zal duidelijk zijn, dat we liever
spreken van een teveel aan vee, dan van een
tekort aan veevoeder, omdat ons land de
zen grooten veestapel slechts kan aanhou
den ten koste van een verbreking van het
evenwicht tusschen bodemproductie en
veredelingsbedrijf. Het zal thans zaak zijn,
dit evenwicht weer terug te vinden, het
geen geschieden kan, eenerzijds door het
afslachten van vee, anderzijds door het ver
bouwen van meer veevoeder.
Hoe deze toestand zich de laatste jaren ont
wikkeld heeft en welke de verwachtingen zijn
voor de toekomst, is van vpldoende belang, om
aan een meer gedetailleerde beschouwing te
worden onderworpen.
Omtrent den huidigen toestand va.n het gce-
derentransportwezen in Noord-Brabant bericht
men ons, dat op velerlei gebied een prijzens
waardige aanpassing wordt nagestreefd. Intus-
schen zijn nog verscheidene moeilijkheden op te
lossen, o.a. ten aanzien van afgelegen derpen
en dorpscomplexen.
Een voorbeeld der aanpassing geeft het be
drijf der Philipsfabrieken. De binnenlandsche
verzending vanuit Eindhoven geschiedt met be
hulp van diverse instanties. Nu de wagens van
het eigen vrachtautopark buiten functie zijn,
werden vrachtauto-expeditiebedrijven uit dc
stad en daarbuiten, o.a. Van Doorne's Expedi
tiebedrijf en enkele andere, ingeschakeld om het
vervoer te bewerkstelligen. Voorts wordt ook de
binnenscheepvaart dankbaar gebruikt. Zoo werd
dezer dagen een afgeladen schip Philips-artike-
len van 's-Hertogenbosch naar Amsterdam ver
scheept.
Wat de scheepvaart betreft, het laat zich aan
zien, dat het vervoer te water vanuit verschil
lende Brabantsche centra het karakter van vas
te beurtvaartdiensten zal verkrijgen naar de
hartaderen des lands, ter aanvulling van reeds
in normale tijden furvctionneerende stoomboot-
lijnen.
Intusschen is ook in het rayon der Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor 's-Hertogenbosch
een goederenvervoercentrale in het leven geroe^
pen. Vertegenwoordigers van Van Gend Loos,
B. B. A. en Janssen-Booten hebben hierin zit
ting. De bedoeling is te komen tot de meest ef
ficiënte en beste vervoermethode voor het ge
bied der Kamer. O.m. wil men langs den weg
der coördinatie voorkomen, dat met ledige of
half-ledige vrachtauto's zal worden gereden. De
Bossche Kamer van Koophandel heeft hier blijk
gegeven van een verdienstelijk initiatief, dat ook
tevoren reeds elders in Brabant werd genomen,
o.a., zooals we destijds berichtten, te Tilburg.
Op grond van de aan den dag tredende acti
viteit lijkt de hoop niet ongegrond, dat weldra
weder een goed goederenverkeersnet over het
uitgestrekte Brabantsche land zal zijn gespannen.
Donderdag is te 's-Hertogenbosch in het
gebouw van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor 's-Hertogenbosch en omstre
ken onder voorzitterschap van den heer Jos
Meyring een bijeenkomst van de Noord-
Brabantsche Kamers van Koophandel gehouden
ten einde te komen tot een definitieve en een
vormige regeling van de vervoercentrales in de
provincie Noord-Brabant. Op deze bijeenkomst
waren mede aanwezig Ir. Dupui, rijksinspec
teur van het verkeerswezen, alsmede verte
genwoordigers van de gemeentelijke vervoer
centrales te Tilburg en Oss.
Na een inleidend woord door den voorzitter,
deelde ir. Dupui mede, dat bij het Departe
ment van Waterstaat een regeling betreffen
de de vervoercentrale in voorbereiding is,
welke in het kort hierop neerkomt. Er zullen
plaatselijke commissies uit expediteurs worden
opgericht, die een vervoersregeling zullen ont
werpen. Deze regeling zal ter goedkeuring wor
den voorgelegd aan een andere commissie,
bestaande uit een vertegenwoordiger van de
Kamer van Koophandel, Rijksverkeersinspec
tie en den voorzitter van eerstgenoemde com
missie. De vergadering besloot, vcort te gaan
met hetgeen de Kamers en enkele gemeenten
thans reeds opbouwden en waar noodig eeni-
ge uitbreiding aan de reeds opgerichte com
missies te geven.
De taak, welke ten aanzien van de vervoer
centrale op de gemeente Tilburg rustte, zal
overgaan op de Kamer van Koophandel te
Tilburg, terwijl de vervoercentrale van Oss bij
de vervoercentrales van de Kamer van Koop
handel te 's-Hertogenbosch zal worden in
geschakeld.
Voorts werd besloten, dat naast de twee
reeds werkende vervoercentrales te Tilburg en
te Oss Maandag a.s. de volgende centrales
haar arbeid zullen aanvangen: s-Hertogen
bosch, Waalwijk, Eindhoven en Breda, terwijl
in de overige daarvoor in aanmerking komen
de gemeenten zoo spoedig mogelijk vervoer
centrales in werking zullen treden.
Prof. dr. F- J. De Waele en dr. H. H. Jansen
zijn, naar wij reeds berichtten, benoemd tot
gewoon hoogleeraar aan de RK. Universiteit
te Nijmegen-
Ferdinand Joseph Maria De Waele werd ge
boren te Sinaai (Waas) in Vlaanderen in 1898
en maakte zijn gymnasiale studies aan het
Bisschoppelijk Coilege te Sint Nicola as, waarna
bij studeerde aan de universiteiten te Gent,
Würzburg en Utrecht. In 1927 promoveerde hij
aan de Keizer Karei Universiteit te Nijmegen
en daarna was hij achtereenvolgens werkzaam
als leeraar in de klassieke taal- en letterkunde
aan de gymnasia der Augustijnen te Venlo, Eind
hoven en aan het gymnasium der Jezuïeten te
's-Gravenhage, terwijl hij intusschen half wes
telijk Europa, Griekenland, Turkije en Kiein-
Azië bereisde en voor de Amerikaansche Ar
cheologische vereeniging opgravingen verrichtte
te Corinthe .Prof- De Waele, die lid is van de
Koninklijke Vlaamsche Academie van Weten
schappen, werd in 1928 benoemd tot lector en
in 1930 tot buitengewoon hoogleeraar te Nij
megen
Dr. H. H- Jansen, die in 1910 te Swalmen
geboren werd, studeerde aan het Bisschoppelijk
College te Roermond en aan de R.K. Universi
teit te Nijmegen, waar hij in 1938 in de lette
ren promoveerde op een proefschrift ,Kui: ur
und Sprache". Na eenige jaren leeraar te zijn
geweest aan het Bisscboppe'ijk College te
Roermond, werd hij in 1938 benoemd tot lec
tor in de Grieksche en Latijnsche taalkunde
aan de R.K. Universiteit te Nijmegen.
Aanvullende lijst van mededeelingen over den
toestand van wegen, veren en stoomvaartlijnen,
ons medegedeeld door den Kon. Ned. Toeristen
bond A.N.W.B.
Wegen:
Bathmen, alles normaal.
Drumpt, de dijk van Echteld tot Dodewaard
is niet toegankelijk, het verkeer wordt binnen
door geleid en de route is aangeduid. Moet men
b.v. naar Arnhem, dan kan men het best rij
den over Ingen of Eek en Wiel, daar overvaren
en dan den straatweg volgen tot Arnhem Deze
route leidt wel om, doch men loopt geen risico
Groenlo, alles normaal
Hardinxveld, alles normaal.
Kesteren, alles normaal.
Schiedam, alles normaal.
Veerdiensten:
Op den weg van Wamel naar Oss is over
tocht over de Maas bij Oyen mogeiük voor
wagens tot 10 ton. De weg Tiel-Wamel-Oyen
is in goeden staat.
Maassluis:
MaassluisRozenburg
BrielleRozenburg
5.00
5.15
5.45
6.00
6.00
6.15
6.30
7.00
6.30
7.00
7.30
8.00
7.3Ö
8.00
8.30
9.00
8.30
9.00
enz.
elk uur tot
enz. elk uur tot
21.30
22.00
21.30
22.00
Op Zondag eerste
dienst van Maassluis om
7.30 uur.
PURMERHMD, 7 Juni. Afslagver1. Beemster,
Purmerend en Omstreken". Breede Stamsnij-
boonen 38 00—40, Peulen 18.00—26, Doperwten
21.0024 per 100 kg. Aardbeziën 1224 cent p.
doosje. Bloemkool 4.0021 per 100 stuks. Spina
zie 6.00—16, Postelein 8.00—14 per 100 kg. Sla
12.80 per 100 krop. Andijvie 10.0016 per 100
kg Raapstelen 0.50, Rabarber 2.006, Wortelen
10.00—17 per 100 bos. Prei 3.00 per 100 kg.
WESTLAMD, 6 Juni. Miödenprijs v. d. Westl.
veilingen. Sla 1.07 per 100. Tomaten A 28, CC 15
17 cent per kg. Peen 8 cent per bos.
ZWOLLE, 7 Juni. Boter. Aanvoer 216 K.G.,
waarvan 5 1/8 vaten, 2 1/16 vaten en 192 stuk
ken van 'A K.G., prijs 1.60 per K.G., per
1/8 vat van 20 K.G. prima ƒ30.— a ƒ30.50, per
1/16 vat van 10 K.G. 15.—. Handel kalm;
135.000 kipeieren ƒ3.— a 3.75 per 100 stuks.
Huiden. Koehuiden 18 ct., pinkenvellen 19 ct,
stierenvellen 14 ct„ vette vellen 22 ct., gras vel
len 20 ct. per 'A K.G.; paardenhuiden ƒ9.per
stuk. Handel stil.
Veemarkt. Aangevoerd 2)830 stuks als: runde
ren 778, graskalveren 205, nuchtere kalveren
528, schapen 81, lammeren 387, geiten 3, schram
men 104, varkens 36, biggen 508. Men besteedde
voor neurende en versch gekalfde koeien 170
a ƒ225; dito vaarzen en schotten ƒ130 a ƒ180;
gustekoeien voor de vetweide of stal 125 a
ƒ165; dito vaarzen ƒ100 a ƒ145; 1 K-jarige
springstieren ƒ110- a ƒ135; lK-jarige pinken
ƒ60 ƒ100; jonge fokkalveren 20 a ƒ40;
nuchtere kalveren 5 a 8 per stukj vette
koeien en ossen aan bouten 66 a 76 ct.; dito
stieren 60 a 68 ct.; dito kalveren 56 a 62 ct.;
dito schapen ƒ15 a 24; lammeren ƒ4 a ƒ7;
6-weeksche biggen 12 a ƒ15; 14-weeksche dito
ƒ15 a 18; drachtige varkens ƒ70 a 90; ma
gere dito 65 a 80 per stukvette dito 50 a 54 ct.
LEIDEN, 7 Juni. Veemarkt. Aanvoer 586 run
deren 474 kalveren. 4509 schapen, 702 varkens.
17 stieren 220.00—290 per stuk, 6674 cent per
kg. schoon gewicht, matig. 134 kalf- en melk
koeien 190.00—275, tamelijk vlug. Varekoeien
100 00170, matig. 216 vette ossen en koeien
200.00315 per stuk. 6684 cent per kg BCh.
gewicht, zeer matig. 46 vette kalveren 60.00—90
per stuk, 6684 cent per kg. schoon gewicht,
stug 430 nuchtere kalveren 6.00-13, tamelijk.
35C vette schapen 20.00—34, tamelijk. 235 weide-
schapen 15.00—23, tamelijk. 3924 lammeren 7.50
12, tamelijk Zulglammeren 10.0014, tame
lijk. 211 mestvarkens 24.0035, 450 biggen 8.00
14 en 41 zeugen 65.0080 per stuk. matig.
ZWOLLE, 7 Juni. 135000 eieren 33.75 per 100
stuks. 5 1/8 vaten boter 30—30.50 per 1/8 vat.
2 1/16 vaten boter 15.00 per 1/16 vat. 192 pond
boter, 1.60 per kg. Totale aanvoer 216 kg.
Veemarkt. Handel was heden voor neurende
versch gek. koeien duurder, vetvee duur, prijs
houdend, pinken prijshoudend, 6tieren gewoon,
kalveren duurder, schapen prijshoudend, var
kens slecht. Neurende versch gek. koeien 140.00
240, dito schotten 140.00210, gustekoeien
100.00160, vaarzen 100.00180, voorjaarskal-
vende koeien geen noteering. pinlcstieren 100.00
—180, pinken 90.00—140. fokkalveren 20.00—70,
nuchtere kalveren 4.00—10, vette koelen en ossen
per kg. 5075 cent, dito stieren 5070 cent,
dito kalveren 4070 cent, dito schapen 12.00
25. dito lammeren 3.00-8, Biggen 6-weeksche
15.00—17, idem 10-weeksche 17.00—20, drachtige
varkens 65.0080. magere varkens 50.0070,
vette varkens 49—51 cent per kg.
Eugenie Dankers had om half zes met haar
man voor den schouwburg afgesproken. Ze was
een zuinige huisvrouw, en dus een half uur
vroeger van huis gegaan, om te kunnen loopen
Een kleine omweg leidde langs 't huis van haar
modiste. Ze stond voor de etalage en kwam toen
tot de ontstellende ontdekking dat ze op 1 Sep
tember nog geen winterhoed had.
Snel besloten trad Eugenie de zaak binnen.
Zooals gezegd, ze was zuinig en zonder gron
dig overleg met zich zelve zou 't haar niet in
vallen iets te koopen. Ze paste een groot aan
tal hoeden, waarnaze besloot haar keus uit
drie hoofddeksels te maken. Dit passen had
veel tijd gekost, want over eiken hoed had ze
langdurig met de modiste geconfereerd. Toen
ze 't eindelijk niet eens konden worden over den
prijs, verliet Eugenie, zonder iets gekocht te
hebben, de zaak. 't Was toen half acht.
De jonge vrouw had haar echtgenoot in de
bijna vier jaren van hun huwelijk er aan ge
wend. om het met haar stiptheid en nauwgezet
heid niet al te
nauw te nemen.
Maardat hij
van half zes tot
half acht op haar
zou blijven wach
ten, neen, dat ge-
loofde ze zelf toch
ook niet. Daarom vond ze het verstandiger
niet eerst naar den schouwburg te loopen.
maar dadelijk naar huis te gaan.
Om elk mogelijk verwijt nu direct den kop
in te drukken, kocht ze onderweg een kistje si
garen van 25: z'n lievelingsmerk. Daarmede was
de aangelegenheid voor deze voorbeeldige echt
genoote afgedaan. Haar man zou dan ook moe
ten inzien, dat de dringende aankoop van een
winterhoed een redelijk oponthoud is, al had
zij er dan ook geen gekocht. En als Daniël dat.
niet zou begrijpen en hij, boos geworden, de
sigaren niet zou willen accepteeren, dan zou dat
een éclatant bewijs zijn, dat hij eenergoïst
in optima forma was.
Ja, Daniël was thuis. Uit de verte zag ze het
licht al branden. Eigenlijk, zoo dacht ze, was
't toch niet erg attent van hem, zoo maar de
plaats van afspraak te verlaten. Wat zou er bijv.
gebeurd zijn, als ze nu eens niet zoo verstandig
geweest was, om naar huis te gaan? Dan zou ze
nu daar eenzaam en vol ongeduld staan en niet
meer weten hoe of wat. Ze moest hem dit
eens goed onder 't cog brengen; dit had hij ten
minste verdiend. Maar neen, ze was grootmoe
dig en besloot te zwijgen.
Toen Daniël haar zag, keek hü haar bezorgd
aan.
„Kindlief!", begon hij, „ben je daar eindelijk!"
„Al genoeg", zei ze. „Je weet dat ik niet van
explicaties houd."
Het scheen, dat hij opgelucht was.
„Kijk eens, m'n beste", kwam hij, „dat heb ik
voor je meegebracht", en hij gaf haar een pakje
dat ze dadelijk nieuwsgierig openmaakte.
't Was de mooie tasch, die ze al meermalen in
de etalage bewonderd had. Eugenie omhelsde
en kuste haar man.
„Hoe alleraardigst van je!" riep ze, „ik had
niet gedacht, dat ik die nog vóór m'n verjaar
dag zou krijgen."
,,Ik bedoeldeik meendesprak hij
aarzelend,ik wilde goedmakenof
schoon ik er niets aan kon doen.
Ze begreep hem niet goed en vroeg daarom
„Hoezoo?"
,,Ik wilde je afbellenmaar je was al weg;
de kascontrole kwam, heel onverwacht en ik
moest op 't kantoor blijven."
„Den eenen keer, dat ik met je afspreek, heb
je een kascontrole!" riep ze verontwaardigd.
Eugenie was een impulsieve vrouw.
„Lieveling", zei Daniël, „zulke controles heb
ben altijd plaats op 't meest onverwachte oogen
blik."
,.En je bent dus maar eenvoudig niet ge
komen?"
„Wat kon ik anders doen, Eugenie?"
„Je had minstens iemand kunnen sturen om
het me te laten weten."
„Daar heb ik wel aan gedacht, maar er was
niemand dan mijn chefs. En die kon ik toch
niet met een boodschap belasten."
De jonge vrouw toonde zich ten hoogste ge
belgd.
„Dus", klonk het met ingehouden toorn, „als
ik je goed begrijp, wil je me wijs maken, dat
iemand als jij gedwongen kan worden, z'n vrouw
uren lang in weer en wind te laten wachten?''
,,'t Was een ongelukkig toeval; je weet, dat
het voor 't eerst is, datverontschuldigde
hij zich.
„Zal ik je eens precies zeggen, hoe ik je vind,
Daniël? Een egoïst, een ellendige egoïst, dat
ben je!"
„Eugenie," hernam hij weer goedig, „het kan
toch
„Neen," viel ze hem in de rede, „je kunt zeg
gen wat je wilt, maar zoo iets mag nooit voor
komen. Mij zou niemand, de heele wereld niet
kunnen tegen houden, om op een afspraak met
jou precies op tijd te wezen."
„Arm kind," vleide Daniël Dankers, „en zoo
lang heb je gewacht!"
,-Je medelijden komt te laat," grimlachte ze
nijdig. „Je hebt er zeker geen besef van, hoe
koud het vandaag is. Ik heb me zeker de griep
op m'n lijf gehaald. Maar, dat zal jou wel on
verschillig z;jn. Jij hebt kascontróle en bekom
mert je niet in 't minst om je vrouw."
De schuldbewuste Daniël liet weerloos en als
geslagen deze verwijten over zich heen gaan.
Maar juist toen ze weer wilde beginnen, schoot
hem iets te binnen.
„Toch begrijp ik je niet", zei hij. „Toen ik jp
die tasch gaf, heb je me vergeven en nu doe
je niets anders dan mij verwijten naar het hoofd
gooien."
Maar Eugenie was nooit om een antwoord
verlegen.
„Dat is mijn goede hart", stelde zij vast, ,jn'n
goede hart, dat altijd bereid is om te vergeven-
Ik laat veel te veel over m'n kant gaan en ik
schaam me eigenlijk om te bekennen, dat ik op
den terugweg, na die vreeselijke urenniets
beters wist te doen, dan nog een kistje van je
lievelingssigaren te koopen."
Van louter dankbaarheid en diep geroerd,
kuste Daniël de hand zijner vrouw.
„Hoe aardig, hoe lief van je, Eugenie. Een
man, die zich niet aan z'n afspraak houdt, nog
iets te geven."
„Tot zoo iets is alleen maar een voorbeeldige
echtgenoote in staat", verklaarde zij met een
zelfbewust lachje.
„Enenvroeg hij, „hoe kan ik je
zooveel liefde vergelden?"
„Je dank heb ik niet noodig, Daniël", luidde
het ijzige antwoord. „Ik houd er niet van munt
uit dergelijke gevallen te slaan. Maar dit kan
ik je wel zéggen: een man moet ten slotte zelf
voelen en weten, wanneer het hoog tijd is, een
winterhoed voor z'n vrouw te koopen."
(Nadruk verboden)
ENKHUIZEN, 7 Juni. Velling Bloemenlust. Ro
zen per bos van 10 stuks: Helen 24 cent, II 10
—13 cent. Roselandia 25 cent, II 17 cent, ge
mengde kleuren 1215 cent, Bechtold 28 cent,
Columbia 19 cent, korte 11 cent, Hadley kort 11
cent, Poulsen 17 cent, Keizerin 20 cent, korte 10
cent, Butterfly 16 cent, Pyrethrum per bos van
20 stuks, gemengde kleuren 711 cent, Kelnay
4 cent, Metternich 6—7 cent, Yvonne 6 cent,
Margrieten 2 cent per bos (minimumprijs).
Pioenen per bos van 10 stuks witte 1013 cent,
Roode 10 cent. Chineesche rose 1316 cent, Chi-
neesche rood 11 cent, Irissen 7 cent per bos
van 10 stuks. Kasviolieren 5 cent per bos van
10 stuks. Stekpotten per stuk: Coleus groot 12.5
cent, klein 69 cent. Begonia Red King 48
cent, II 3—3.5 cent, Limunose 3.5 cent, II 3
4 cent.
ENKHUIZEN, 7 Juni. Visch. Aan den Gem.
Vischafelag werd aangevoerd door 36 vaartui
gen 10.000 pond Koraal 18.521 cent per pond.
door 15 vaartuigen 1650 pond Lijnaal 3336.5
cent per pond en door 12 vaartuigen 1700 pond
Snoekbaars 1516.5 cent per pond.
Daar had Toontje wel ooren naar. Hij kocht de ijzeren ballen
op en legde ze voor zijn tentje neer tot er klanten kwamen.
„Een cent een gooi," riep Toontje, zoo hard hij kon. De eerste
klant die kwam gooide met de zware ijzeren ballen het heele
tentje in elkaar. De laatste bal kwam echter in het oog van een
meneer terecht.
De meneer die den ijzeren bal tegen zijn oog kreeg was na
tuurlijk erg boos en wilde Toontje een pak slaag geven. Gelukkig
kwam Toontje op de gedachte den vetbolgen man drie briefjes
van duizend gulden te geven. Nu was de man heelemaal niet
boos meer. Integendeel.... Toontje mocht nu tegen zijn andere
oog ook nog een ijzeren bal gooien.
12
Hempel moest nog een uur op zijn trein
wachten. Hij nam plaats in een hoek van de
wachtkamer en verzonk weer in diep ge
peins. Wat moest hij nu eerst doen, om zoo
snel mogelijk zijn doel te bereiken?Het
scheen hem onmogelijk toe. den moordenaar
te vinden, vóór dat hij zich een juist begrip
van de beweegreden tot den moord had ge
vormd. Wist hU eenmaal, waarom men de
weduwe Walker had vermoord, dan wist hij
ook zeker, wie de moordenaars waren; en
hij zou ze vinden, al waren zij naar 't einde
van de wereld gevlucht!
Hij zuchtte en mompelde;
„Zoo ben ik nu juist zoo ver als gisteren
morgen! Je oud gebrek Silas: jé hebt nog niet
begrepen, wat geduld beteekent. Had je, in
plaats van de moordenaars na te loopen, de
papieren van de dooöe bestudeerd en de ver
schillende vertrekken behoorlijk afgezocht,
dan zou je misschien "n heel eind verder zijn
gekomen!"
Hij had niet bemerkt, dat dicht bij hem twee
personen hadden plaats genomen, die op het
vertrek van den trein schenen te wachten.
Eindelijk deed het geluid van hun stemmen
hem sntwaken uit zijn gepeins, en toen wierp
hij een vluchtigen, onverschilligen blik op de
twee personen.
De een was een vrouw van veertig tot vijftig
jaar, nog al corpulent; zij behoorde blijkbaar
tot den boerenstand. Silas herkende In haar
de vrouw van Lampl, en verborg zich achter
een krant.
De ander was een jongen van 1718 jaar;
hij had een ledigen rugkorf vóór zich staan.
Wel, Loïs, goeie zaken gedaan? begon de
vrouw 'n gesprek.
De jongen schudde het hoofd.
Niets bijzonders, vrouw Lampl. De Maan
dag is nooit heel goed. 's Zaterdags wordt op
de markt alles veel beter betaald althans
wanneer men er vroeg genoeg is.
Ik heb toevallig gehoord, dat je Vrijdag
avond al naar de stad vertrekt. Dus mag ik
veronderstellen dat je doorgaans de eerste
bent.
Dat ls zoo. Ik slaap bij mijn neef Stoll,
die vlak bij de markt een wihkel houdt. Wan
neer de eerste klanten komen, zit ik al op mijn
plaats. Verleden Zaterdag had ik een buiten
kansje met mijn paddenstoelen. De kok van
„Erzherzog Johann" heeft me tegen een goe
den prijs heel de mand afgekocht.
Dat doet me plezier. Je kunt het goed
gebruiken en het zoeken kost je tijd en werk
genoeg.
ja.... En sinds den moord op mevrouw
Walker gepleegd, heb ik geen lust meer om
In de Grauenegger-bosschen te gaan zoeken.
Ik vind die historie zoo griezelig! 't Is een
akelige gedachte, dat men zoo maar op eens kan
worden vermoord
Kom, je bent toch njet bang? De moor
denaar was zeker niet uit onze streek.
Dat kan je niet weten
Och, 't was een deftige meneer, die hier
ver vandaan kwam. Mijn man heeft hem
tweemaal gesproken. Je hebt toch het arres
tatiebevel gelezen? 't Staat nu in al de bladen.
Ik heb er een gekocht voor mijn schoonmoe
der, die veel belang stelt in de zaak. Lees
maar!
Zij gaf den jongen een blad, waarin een
nauwkeurige beschrijving van den „man in 't
grijs" was opgenomen.
Loïs las den tekst, gaf het blad terug en
schudde het hoofd.
Alles goed en wel, vrouw Lampl, zei hij;
maar lk waag mij niet meer in de Graueneg
ger-bosschen vóórdat ze den kerel te pakken
hebben.
Je gelooft toch niet, dat hij zich dé.ar nog
verborgen houdt?
Weet 'k nietMaar één ding zeg ik je
vrouw Lampl: de weduwe Walker is niet
de eerste, die hij naar de andere wereld heeft
geholpen.
Je durft nog al wat te zeggen! En wie
zou dat zijn? In Grtinau wordt niemand ver
mist.
Ook dat kan je nog niet weten. Misschien
komt men eerst later tot de ontdekking, dat
er iemand is verdwenen. En 't behoeft ook niet
juist iemand van Grünau te zijn
Vrouw Lampl kwam plotseling dichter bij
den jongen zitten en keek hem angstig aan.
Wat zeg je daar, Loïs? Weet je iets?
Loïs knikte.
Ja, vrouw Lampl, ik weet iets, en ik wou,
dat ik het niet wist!
Spreek alsjeblief toch duidelijk!
Luister vrouw Lampl, maar zeg er nie
mand een woord vanZooals je weet, ligt
ons huis heel dicht bij de Grauenegger-bos
schen, zoowat 'n kwartier van het dorp, en
van daar loopt het voetpad langs de beek
van Grünau naar Wildon. Vrijdagavond 'wilde
ik met paddenstoelen en boschbesschen naar de
stad, en vóór ons huis bracht ik mijn korven
in orde. Op dat oogenblik nog wist niemand
iets van de misdaad, maar die moest toen al
gepleegd zijn, want zij zeggen immers, dat
mevrouw Walker tusschen 6 en 7 uur werd ver
moord.
Ja, dat moet zoo geweest zijn, want tegen
7 uur heeft vrouw Stojan den moordenaar
zien terugkomen.
Welnutoen ik mijn korven in orde
bracht, was 't half acht. Plotseling hoorde
ik Iemand uit de richting van Grünau komen,
't Was bijna donker en ik kon enkel zien,
dat het een groote man was. Onmiddellijk
daarna hoor ik, op eenigen afstand van ons
huis, stemmen als van twistende menschen
en een minuut later hoor ik een scherpe
knal
Lieve hemel!
Daar wordt iemand vermoord, zei ik bij
mezelf. Ik wilde al naar Grünau loopen, om
volk te halen, maar ik dacht aan een waar
schuwing van mijn vader: „Houd je buiten
zaken, die je niet aangaanSloeg ik die
waarschuwing in den wind, dan miste ik den
trein naar Graz en stelde mij bovendien bloot
aan veel last en allerlei onaangenaamheden.
Den heelen dag had ik paddenstoelen gezocht,
en die kon ik toch niet laten bederven! Geen
overhaasting, Loïs, dacht ik; eerst licht halen
en een kijkje gaan nemen. Is er iemand ver
moord, dan kun je hem niet meer helpen; leeft
hij nog, dan ga je de overheid waarschuwen
en kijkt niet meer naar je paddenstoelen om
Je begrijpt, vrouw Lampl, dat m'n hart ge
weldig klopte, toen ik met 'n lantaarn er op
aftrok. Ik was eerst van plan, moeder mee te
nemen, maar zij sliep al; het goede mensch
is zoo doof, dat zij niets had gehoord. Ik wilde
haar niet storen en zou 't maar alléén
wagen
Vrouw Lampl beefde van spanning en angst.
En wat vond je?
Niets, antwoordde Loïs; 't was doodstil en
ik merkte niets bijzonders. Juist ging de maan
op. Ik zocht langs de beek en op den zoom
van het bosch onder de boomen niets! Of
de moordenaar had zijn slachtoffer niet geraakt,
of hij had hem doodgeschoten en het lijk mee
genomen
En dat heb je tegen niemand gezegd?
Maar Lois!
Loïs keek verlegen naar den grond.
Neen, antwoordde de jongen, ik durfde
De I. P. Bemberg boekte in 1939 een
netto-winst van M. 1.603 millioen tegen
M. 1.607 millioen in 1938 en is voornemens
een onveranderd, dividend uit te keeren
van 8 pCt.
De mogelijkheid moet niet uitgesloten
zijn van de opheffing van de valuta-con
trole in Denemarken. Aangezien het groot
ste gedeelte van den Deenschen agrarischen
export thans naar Duitschland gaat en het
evenwicht in de handelsbalans deerlijk is
verbroken, zijn de belangrijkste bestaans
gronden voor de handhaving der valuta-
controle weggevallen.
De beurs te Kopenhagen heeft de moei
lijkheden voor de heropening overwonnen
en nadat aanvankelijk obligatïèn werden
verhandeld kwamen eergisteren ook aan
deden voor handel in aanmerking. De
handel in beleggingsfondsen bleek een suc
ces te zijn en de stemming was gedecideerd
vast. Voor aandeden is echter nog niet veel
animo. Voldoende vraag bleef achterwege,
zoodat de markt zich om en nabij de mi
nimum-koersen bewoog.
Aan de Amerikaansche goud-importen
komt nog steeds geen einde. In de vorige
maand is de monetaire goudvoorraad in de
Vereenigde Staten tot 391 millioen geste
gen, hetgeen de grootste maandelijksche
toename was sedert het begin van den oor
log in Europa. In de eerste negen oorlogs
maanden is de goudvoorraad met 2.517
millioen of 15 pCt. gestegen. De goud-uit
voer uit Engeland was het grootst; behalve
uit zijn eigen reserve-goudvoorraden voerde
Engeland ook goud uit van de Zuid-Afri-
kaansche productie.
er niet van kikken. Verraad mij niet, vrouw
Lampl! Ge weet, dat we leven van hetgeen ik
verdien; moeder is doof en heeft erg zwakke
oogen. Als ik als getuige voor het gerecht zou
moeten verschijnen, dan zou daarmede voor
mij heel wat tijd'verloren gaan
„Instappen voor Graz, Wildon, Marburg!"
riep de conducteur. Zij sprongen op en spoedden
zich naar den uitgang, om toch vooral den
trein niet te missen. Silas Hempel volgde hen
langzaam; schijnbaar was hij den heelen tijd
in de lezing van zijn blad verdiept geweest;
maar geen woord van 't gesprek was hem ont
gaan.
Hij nam plaats in denzelfden coupé derde
klasse, waar vrouw Lampl en Loïs al gezeten
waren; den kraag van zijn jas had hij zóó hoog
mogelijk opgezet en hij zette zich zóó, dat
vrouw Lampl hem niet kon zien.
(Wordt vervolgd)
Om utsf/w/jtufvdUt /tsit
U eU
aVt AuUl o-eJyt. t*.