De militaire operaties in Denemarken en Noorwegen Wederzij dsche luchtaanvallen 1939: veelbewogen jaar voor de K.L.M. OPMERKELIJKE WOORDEN Schade in Den Helder Op ruim f200.000.- Balans Van den strijd in het Noorden Defensie-schadezaken Fransche aanval in de Alpen afgeslagen Tanks in actie aan Egyptische grens Beperkingen door den oorlog geschat VRIJDAG 14 JUNI 1940 R. K. UNIVERSITEIT Nieuwe Rector-Magnificus st "ÖE WACHT" BEKROOND Regeling der vergoedingen HERDENKING GESNEUVELDEN Door den Bond van oud onderofficieren Italiaansch legerbericht: De gunstige uitkomsten over de eerste acht maanden geheel teniet gegaan De oorlog en het luchtverkeer A msterdamBatavia KAZERNEDIEFSTAL. LEN BERECHT Zware straffen geëischt Ouwehand's dierenpark De dierencollectie spoedig compleet Katholieke economische Hoogeschool ProfGoossens tot rector magnificus benoemd ONGEOORLOOFDE RIJST VERVOERD Vormreizen uitgesteld Hulpaalmoezeniers met groot verlof Eindexamen gymnasium Academische examens Op zijn inspectie-tocht door Zee land heeft de Rijkscommissaris voor de bezette gebieden dr. Seyss- hiquart in het museum van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap- Pen te Middelburg opmerkelijke woor den gesproken, die niet alleen aanslui pen bij verschillende passages van zijn installatie-rede, maar er ook een nadere bevestiging en verduidelijking van zijn. Öij zeide o.m. het volgende: ..Wij kunnen ons uw gevoelens inden ken, waarmede gij thans door de puin hopen van uw stad gaat. Het was al ken de harde en ijzeren noodzaak, welke °hs dwong van Middelburg het tooneel Van den strijd te maken, niet tegen de Nederlanders, doch tegen de Franschen. Middelburg is een stad van historische Bebouwen en wij zullen er naar streven Mies te herstellen, wat slechts eeniger- kate kan worden hersteld. Historische Bebouwen zijn de getuigen van den wil v&n een volk, zijn gedachten vorm te Beven." En verder: ..De wederopbouw van Nederland is een zaak, welke vóór alles de uwe is. ^ij matigen ons niet aan, u hierbij be llen te geven. Wij willen U hierbij hel- hn en raadgeven." En tenslotte: ..Wanneer u uit onze houding wilt op haken, dat wij u een genoegen willen boen, dan is dit inzooverre juist, dat wij 11 Welwillendheid willen toonen, niet in bon zin van een beschermheerschap, ö°ch in den zin van een bereid staan tot ^menwerking. De voornaamste reden is evenwel de eerbied, welken wij hebben v°or wat in het volk leeft, en de ach ing, welke wij koesteren voor de wer kelijke uitdrukking van zijn innerlijke hacht. Door dezen geest bezield, staan Mi tegenover het Nederlandsche volk." Wij meenen te mogen aannemen, dat deze woorden over de pui- nen van Middelburg heen wer den gesproken tot heel het Nederland se volk. Zij hebben daardoor een zeer Wijde beteekenis. Immers, historische Bebouwen zijn niet de eenige getui- Ben 'van den wil van een volk, zijn ge dachten vorm te geven. Ook de sociale, °aitureele, wetenschappelijke, religieuze eh staatkundige instellingen en organi saties moeten tot die getuigen worden Berekend. Spreken historische gebouwen s°ths slechts van wat er geleefd heeft vroegere geslachten, de bestaande ^stellingen en organisaties spreken van wat er leeft in de generatie van den huldigen dag. De gebeurtenissen der Matste weken hebben niet enkel gebou wen in puin doen storten, maar ook ver woestingen aangericht op ander gebied. En ook ten aanzien van die verwoes- Migen moet gestreefd worden naar her- Mei van alles, wat slechts eenigermate kan worden hersteld. Ook die weder- °Pbouw is een zaak, welke vóór alles de onze is. Dat in dien wederopbouw d'et betrokken dient te worden, w^t ho floos voos en loos is gebleken, spreekt W®1 vanzelf. Maar wij Nederlanders boeten trachten te behouden, wat de Moeite waard is om behouden te wor sen, en wij zullen moeten bewijzen, wei- ka instellingen en organisaties de wer kelijke uitdrukking van onze innerlijke Macht zijn, zoodat zij ook den eerbied en ba achting van de Duitsche autoritei- eh deelachtig zullen worden. In de ten Stadhuize te Den Helder ge bonden bijeenkomst van het Plaatselijk Sulpcomité-1940 deelde de Burgemees ter mede, dat de materieele schade in Den Helder, door het bombardement geleden, globaal geschat wordt op ruim 200.000, He schade door zakenmenschen in hun on derneming tengevolge van de materieele Whade geleden, niet meegerekend. Het Bestuur der St. Radboudstichting heeft t Rector-Magnificus der R. K. Universiteit te ÜQiegen voor het studiejaar 19401941 be mind prof. mr. W. J. A. J. Duynstee, hoog r&ar in de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. jw°°a.ls bekend verondersteld mag worden, de Koninklijke Nederlandsche Vereeni- \,Q B „Ons Leger", die het weekblad De Wacht kr, J be gemobiliseerde weermacht en het vberlandsche volk heeft uitgegeven, een prijs- >.aê uitgeschreven voor een militairen marsch Wacht". fyg inzending was 15 Mei 1940 gesloten, doch din 111 verband met de moeilijke postverbin- jBeu, stilzwijgend verlengd tot en met 31 Mei. W - jury, bestaande uit de heeren dr. Joh. ^Benaar, Sem Dresden en kapitein dr. C. L. B°er, heeft van de 84 ingekomen in- w'b'hgen met algemeene stemmen die, met motto „Semper Paratus" voor toekenning b den prijs in aanmerking gebracht, ienrt openin? van het bij de inzending behoo- le be briefje bleek de componist te zijn: Wil- j? Rlinkert, Rembrandtstraat 36 te Nijmegen. e inzenders van de niet bekroonde compo- hi ontvangen van den secretaris van de Ko- ïet.. ''ke Nederlandsche Vereeniging „Ons Le- bun inzendingen per post terug. Hoofdkwartier van den Führer, 13 Juni. (D. N.B.). Na het zegevierende einde van de gevech ten om Narvik deelt het opperbevel van de weer macht in een samenvatting over het verloop dei- militaire operaties in Denemarken en Noorwegen mede: „De plannen der Geallieerden, in den oorlog via Scandinavië een voor hen gunstige wending te geven, waren het opperbevel der weermacht reeds lang bekend. Zij noopten tot de voorberei ding van een bliksemsnelle tegenactie. Afdeelingen van leger en luchtmacht, alsmede de geheele vloot werden daarom ter voorberei ding van een eenparige actie bijeengebracht on der persoonlijke leiding van den Führer. Na herhaalde flagrante schendingen der Noor- sche neutraliteit door Britsche vlootstrjjdkrach- ten ontketende een onmiddellijk dreigende aan slag der Britsche vloot de operaties op den 9den April bij het krieken van den dag. Zij begonnen met het oprukken over de Duitsch-Deensche grens, alsmede met de landing in en op talrijke havens en vliegvelden in Denemarken en Noor wegen. Na korte gevechten aan de grens werd de beveiliging van Denemarken nog op denzelf den dag vlot tot stand gebracht tengevolge van de verstandige houding van den Koning en zijn regeering. Op 9 April landden in Noorwegen Duitsche troepen, en wel zoowel aan boord van schepen als in vliegtuigen, waarbij men soms zeer dicht langs de Britsche vlootkrachten pas seerde. Narvik, Drontheim, Bergen, Stavanger, Eger- sund. Kristiansand, Arendal en Oslo werden bezet. Te Narvik moest het verzet van Noorsche zeestrijdkrachten, in Drontheim, Kristiansand en vooral te Oslo de tegenstand der kustver dediging door de vloot, de luchtmacht en de gelande stoottroepen van het leger worden ge broken. Aan de spits van alle volbrachte hel dendaden zullen voor altijd de heldhaftige strijd en ondergang van den kruiser Blücher staan. Op 21 April waren de bemachtigde steunpun ten uitgebreid, versterkt en beveiligd. Het ge bied rondom Oslo was tot rust gebracht, de versterkte zone Frederikstad-Askim was in Duitsche handen. Kongsvinger was genomen, de verbinding over land van Oslo over Kris tiansand naar Stavanger tot stand gebracht. Verder naar het Noorden waren de spoorweg van Drontheim naar de Zweedsche grens en ten Oosten van Narvik het grootste deel van den ertsspoorweg in Duitsche handen. Nadat de Engelschen er in geslaagd waren, de kustbat- terijen, welke ter bescherming van de haven van Narvik waren opgesteld, buiten gevecht te stellen, kon het binnendringen van sterkere Britsche vlootstrijdkrachten in de Lofoddenfjord niet worden verhinderd. Aan deze vlootstrijd krachten vielen onze torpedobootjagers na dap peren strijd ten offer, nadat zij hun laatste gra naat afgeschoten en den tegenstander zware verliezen toegebracht hadden. De bemanning dezer jagers voegde zich als welkome verster king bij de kleine schare onzer bergjagers, die zich aan de met sneeuw bedekte en rotsach tige kust nestelden en In de daarop volgende weken het zware vuur van het vijandelijke scheepsgeschut en alle landingspogingen trot seerden. Met een zoo groot mogelijk gebruik van oorlogs- en vrachtschepen bereidden de Geallieerden een tegenactie voor: Zij brachten te Andalsnes, Namsos en Harstad troepen aan land. De vijandelijke pogingen, de Duitsche luchtmacht de heerschappij over het lucht ruim boven Noorwegen te betwisten, strand den. met zware verliezen voor den tegenstan der, op de Duitsche afweer door jagers en luchtdoelgeschut. Toen wierpen zich jonge Duitsche regimenten, op voortreffelijke wijze door de luchtmacht gesteund, op de Noorsche en Britsche strijdkrachten, die trachtten de vereeniging van de uit Oslo naar het Noorden er. de uit Drontheim naar het Zuiden aanval lende Duitsche afdeelingen te weren Onder de moeilijkste terreinomstandigheden, en met overwinning van alle vernielingen werd de vijand in de dalen van pas tot pas terugge worpen en reeds op 30 April reikten de te Oslo en Drontheim gelande troepen elkander de hand bij Stoeren, 50 kilometer ten Zuiden van Drontheim. Daarmede waren de Britsche ope ratieplannen mislukt. De Engelschen vluchtten naar Andalsnes terug om zich daar weer in te schepen, onder de doeltreffende aanvallen der Duitsche luchtmacht met achterlating van groote hoeveelheden materiaal en voorraden. Op 2 Mei heschen onze troepen te Andalsnes de Duitsche vlag. Van Drontheim uit had reeds op 25 April een Duitsche afdeeling, gesteund door lichte vlootstrijdkrachten, den pas van Steinkjer genomen en daar den vijandelijken aanval van Namsos uit ondernomen, tot staan gebracht. Met de Intusschen aangekomen ver sterkingen werd de opmarsch naar het Noorden zonder verwijl voortgezet. Doch de Britsche en Fransche strijdkrachten, die te Namsos geland waren, hebben den strijd niet meer aanvaard. Onder smadelijke omstan digheden lieten zij de Noren in den steek en scheepten zich in. Eerst daarna hebben deze laatsten, verbitterd, eveneens de wapens neer gelegd. Op 6 Mei zijn Grong, Namsos en MOs- joen door onze troepen ingenomen. Van daaruit hebben vervolgens berggroepen, strijdend tegen Noorsche en Engelsche bataljons en met het buitengewoon zware terrein, den weg naar Faus- ke en Bodoe, dat meer dan 500 K.M. van Drontheim verwijderd ligt, op 1 Juni bereikt. Daarmee was de noordelijkste basis genomen, van waaruit over volkomen ongebaande wegen in het hooggebergte de in het nauw gebrachte groep te Narvik ook over land de noodige hulp kon worden verleend. Deze groep was intus schen door een bijna zesvoudige overmacht van zee uit, op de beide vleugels en in den rug aangevallen. Engelschen,. Fransche Alpenjagers, Poolsche bergjagers en sterke afdeelingen van de Noorsche 6e divisie poogden den zwakken Duitschen troep opeen te drijven en te vernie tigen. Weliswaar moesten de stellingen aan de kust en op 28 Mei ook de stad Narvik worden opgegeven, maar in de bergen aan beide zijden van de Rombakken-fjord en aan den erts spoorweg vermocht de vijand het verzet van dezen troep, die hard was als staal en den on- bulgzamen wil van zijn voorbeeldigen leider niet te breken. Zoo hield de troep stand, alleen door het luchtwapen ondersteund, van onmisbaar materiaal slechts op spaarzame wijze voorzien en door gelande bergjagers en valschermsprin gers vergroot en versterkt, steeds weer zich door tegenaanvallen lucht verschaffend, tot de Duitsche strijdgroepen vanuit hun ver naar het noorden verplaatste vliegvelden de verliezen aan vijandelijke oorlogs- en koopvaardijschepen tot in het ondraaglijke opvoerden; toen eerst gaf de vijand ook dit laatste stuk Noorschen bodem op. Op zjjn terugtocht werd hij op 8 Juni aange vallen door Duitsche zeestrijdkrachten, die het vliegtuigmoederschip „Glorious" met zijn beide begeleidende torpedojagers, transport- en koop vaardijschepen met een totaal tonnage van bijna 30.000 bruto-registerton vernietigden. Te land wei-den Narvik en Elvegardsmoen opnieuw be zet en op 10 Juni werd de capitulatie tusschen het Duitsche opperbevel in Noorwegen en het Noorsche opperbevel onderteekend. De geza menlijke nog aanwezige Noorsche troepen leg den de wapens neer. Sindsdien is de veldtocht in Noorwegen ten einde. Zijn bijzonder karakter verwierf deze veldtocht, doordat hij een militai re operatie is geweest, welke in verhoudingen, die tot dusver onbekend waren, deelen van het leger, van het luchtwapen en van de oorlogs marine onder centrale leiding in een tactische prestatie combineerde. De oorlogsmarine heeft een taak, welke tot dusver onmogelijk scheen, volbracht. Met een vermetele aanwending van schepen en bemanningen, ver van de eigen basis en bijna onder het oog van de Britsche vloot, die sterk in de meerderheid was, heeft zij in de haven, die met talrijke kustbatterijen zwaar was versterkt, een landingsoperatie ten deele met geweld, ten deele door verrassing, volbracht. Zonder onderbreking heeft zij over zee de massa der Duitsche zeestrijdkrachten en haar reserves naar Noorwegen overgebracht, wat op trans portgebied een geweldige prestatie vormt. Dit geschiedde niettegenstaande de voortdu rende flankbedreiging door de veel sterkere Britsche vloot en het optreden van talrijke vij andelijke duikbooten. Aan bet welslagen van dit massa-transport hadden vooral de Duit sche torpedobooten, mijnzoekers, mijnvegers, duikbootjagers, snelle booten, escortevaartuigen en patrouille-vaartuigen, met steun van de grootere schepen, deel. Zij traden dag en nacht op in nauwe samenwerking met de lucht-afdee- lingen aan de kust. Het succes moet te hooger geschat worden, omdat de landingshavens oen vijand bekend waren en de nauwe doorvaarten van Kattegat en Skagerrak gepasseerd moes ten worden. De langgerekte kust werd sterk be veiligd door veroverde en toegevoegde batte rijen. De Duitsche vloot heeft den Britschen en Franschen zeestrijdkrachten de volgende ver liezen toegebracht: 1 vliegtuigschip, 1 kruiser, 10 torpedobootjagers, 1 duikbootjager, 19 duik booten, te zamen ongeveer 65.000 ton. Verder: een transportschip: te zamen 29.100 ton. Voorts zijn 11 Noorsche oorlogsschepen vernietigd, 2 gepantserde kustschepen, 3 torpedojagers, 7 mijnenleggers, 2 mijnenzoekers, 14 torpedoboo ten, eenige duikbooten en vele kleinere vaar tuigen buitgemaakt. De luchtmacht bleek in Noorwegen de be slissende factor voor het welslagen der opera ties te zijn. Zij heeft het voornaamste deel van den strijd tegen de vijandelijke vloot, welke numeriek veel sterker was dan de Duitsche, gedragen en zij alleen kon tot 10 Juni de bij Narvik zonder eenige verbinding over land of zee strijdende afdeeling voorraden, versterking en verlichting brengen. Zij heeft een bewijs geleverd, dat voor de verdere ontwikkeling be slissend is, n.l. dat geen vloot, al is zij nog zoo sterk, op den duur kan optreden dicht in de nabijheid van een superieure vijandelijke lucht macht. Zoo is de Duitsche luchtmacht er in geslaagd de na onze landing aan de Noorsche kust opereerende vijandelijke vloot te verdrij ven. Zij heeft de vijandelijke vloot, zoowel bij de landing te Namsos en Andalsnes als bij de inscheping daar, reusachtige verliezen toege bracht. Haar meest trotsche succes wa daarbij de vernietiging van een Engelsch slagschip bij Namsos op 3 Mei. De snelle bezetting van Oslo en Stavanger reeds op 9 April was slechts mo gelijk door het aanwenden van valschermjagers en landingstroepen der luchtmacht. Gevechts- en stuka-toestellen demoraliseerden de beman ning der kustbatterijen in de Oslofjord en te Christiansand en bespoedigden de capitulatie dier batterijen. Zooals steeds heeft de lucht macht ook bij den strijd te land doeltreffend ingegrepen, zoo tusschen Oslo en Bergen en vooral tusschen Oslo en Drontheim. Zij ver nielde de verbindingswegen achter het front en belemmerde de nazendingen. Voor de verbin ding tusschen Oslo en Drontheim tot stand was gebracht, heeft zij vele duizenden man schappen ter versterking naar Drontheim over gebracht. Met haar jagers en bommenwerpers heeft zij van den eersten dag af het lucht ruim beheerscht en bij het aanleggen van nieu we vliegvelden is zij ook voor de grootste moei lijkheden niet teruggeschrikt. Dat de heldhaf tige tegenstand van de troepen te Narvik met een volledige overwinning eindigde, is naast de groote successen aan het westelijk front te dan ken aan de actie der luchtmacht. Het succes van haar optreden komt ook tot uiting in de verliescijfers van den vijand. Ver nietigd werden: 87 vijandelijke vliegtuigen, buiten de toestellen op de Britsche vliegtuig- schepen, die op 25 Mei in de Lofoddenfjord en op 8 Juni op de Noordzee tot zinken werden gebracht, verder 28 oorlogs- en hulpschepen met een tonnage van ongeveer 90.000 ton, 71 koopvaardijschepen met een tonnage van 280.000 ton. Door bomtreffers werden be schadigd 80 oorlogs- en hulpschepen en 39 vrachtschepen. De legerdivisies hebben, afge zien van de Fransche en Engelsche strijd krachten, zes Noorsche divisies verstrooid, ge vangen genomen, tot capitulatie gedwongen of over de Zweedsche grens gedrongen. De Duitsche verïrezen aan officieren, onder officieren en manschappen bedragen 1317 ge sneuvelden en 1604 gewonden; tijdens het transport ter zee of elders vermist: 2375. De vloot heeft 3 kruisers, 10 torpedojagers, een torpedoboot, 6 duikbooten en ongeveer 15 klei ne oorlogs- en hulpschepen verloren. De lucht macht verloor 90 toestellen in den strijd en bij noodlandingen op zee. Verder zijn 27 vlieg tuigen bij noodlandingen te land en door vij andelijk optreden op den grond beschadigd. De veldtocht in Noorwegen heeft het Engel sche blokkadefront verbroken. Groot-Duitsch- land is in het bezit van de strategisch belang rijke flankstelling tegenover de Engelsche Oost kust. De Staatscourant bevat een beschikking van het waarnemende hoofd van het departement van defensie betreffende opruimingen en in gebruikneming van onroerende goederen ten behoeve van de landsverdediging en de uit oefening van den militairen dienst, welke heb ben plaats gehad op grond van de Wet staat van oorlog en beleg, de Inundatiewet en de Al gemeene vorderingswet. In de tegenwoordige omstandigheden, zoo staat in die beschikking, zal in vele gevallen het gebruik voor het beoogde doel niet meer noodig zijn. De gebruikte eigen dommen dienen derhalve wederom ter be schikking van de rechthebbenden te wor den gesteld. Omtrent het tijdstip van deze weder terbeschikkingstelling en de for maliteiten, welke daarbij moeten worden in acht genomen, volgen afzonderlijke aan wijzingen. Inmiddels kan reeds dadelijk aan de belanghebbenden het feitelijke gebruik van de eigendommen worden gelaten, voor zooveel de werkzaamheden tot het opne men en vaststellen der schade dit toelaten, uiteraard met inachtneming van de voor schriften, welke ten aanzien van dit ge bruik zijn of nog mochten worden gege ven. Hetgeen is weggeruimd, dient voor zooveel dit nog niet is geschied ten spoedigste te worden beschreven, met vermelding van het gebruik, dat de belanghebbende vóór de weg ruiming van het goed maakte, en van de ge schatte waarde daarvan. Schadeloosstelling wordt in natura gegeven, in dier voege dat het herstel ter zake van ge bruikte of weggeruimde eigendommen ge schiedt in het kader van een herstelplan voor de streek, waarin die eigendommen zijn of waren gelegen. Boven deze schadeloosstelling kan een gel delijke vergoeding worden gegeven, voor zoo ver daartoe aanleiding bestaat. Aan een recht hebbende, die door de schadeloosstelling in natura meer krijgt toegewezen dan waarop hij recht heeft, kunnen verplichtingen worden op gelegd. Toewijzing in natura heeft slechts plaats, nadat een belanghebbende een verklaring heeft overgelegd dat hij ten volle bevredigd is in alle aanspraken welke hij krachtens wet telijk voorschrift kan doen gelden. Aan hypotheekhouders op de betrokken goe deren zal mededeelingi worden gedaan van de wijze van schadeloosstelling. Alle aanspraken worden onderzocht door de AdviescommissieVorderingen, (Alexander- straat 15, Den Haag). Verzoekschriften om schadeloosstelling worden bij deze commissie ingezonden. Reeds ingezonden verzoeken (ook bij het departement van defensie) behoeven niet te worden herhaald. De verzoekschriften worden door de commissie ter hand gesteld van den betrokken districts-schadecommissaris. De beschikking regelt voorts de werkzaamhe den van deze districts-schadecommissarissen nader. Het land is voor deze aangelegenheden in acht districten verdeeld. In een korte, maar plechtige bijeenkomst op het soldatenkerkhof te Rhenen heeft de Ko ninklijke Nederlandsche Bond van oud-onder officieren Donderdagmiddag de in den oorlog gevallen Nederlandsche militairen herdacht. Bij deze plechtigheid op den Grebbeberg waren tegenwoordig de luitenant-generaal C. A. Ren ders commandant van het Koninklijk Militair Invalidenhuis Bronbeek, kolonel W. v. Ingen Schouten, eerevoorzitter van den Bond en vele anderen. Op het graf van den gesneuvelden sergeant Van Krimpen van het 8e regiment infanterie werd een fraaie krans gelegd om daarmede te vens alle gevallenen te eeren. De voorzitter van de afdeeling Arnhem, de heer Bloemheuvel, sprak eenige gevoelvolle woorden, mede na mens den beschermheer van den bond L. G. A. Graaf v. Limburg Stirum, die verhinderd was aanwezig te zijn. Tot slot van deze indruk-makende plechtig heid werd gedurende een minuut stilte in acht genomen. I ROME, 14 Juni (Stefani) Het derde leger bericht van het Italiaansche opperbevel luidt als volgt: Er was bedrijvigheid van kleine afdeelin gen in sommige streken van het front aan de Alpen. Een poging van den vijand zich van den Gallsia-pas meester te maken, werd verijdeld. In het centrale gedeelte van de Middel- landsche Zee probeerden vijandelijke duik booten zonder succes vlootbewegingen te be lemmeren. Twee vijandelijke onderzeeërs werden getroffen; een daarvan werd ernstig beschadigd. Het luchtwapen heeft rijn actie voortge zet en de Iuchtbases in de streek van Tunis doeltreffend met bommen bestookt. Een uit gebreide aanvalsactie werd tegen de lucht basis van Hyeres ondernomen, waarhij van geringe hoogte vliegtuigen op deze lucht haven onder het vuur van machinegeweren wei-den genomen. Voorts werd de luchtbasis Fayence in de Provence aangevallen en de militaire inrich tingen van Toulon. Een van onze toestellen is niet teruggekeerd. Verkenningsvluchten tegen vijandelijke steunpunten en gebieden werden krachtig voortgezet. In Italiaansch Noord-Afrika zijn vijande lijke aanvallen op onze grensposten aan de Egyptische grens, welke door tanks gesteund werden, afgeslagen. Het luchtwapen greep terstond in, vernielde eenige tanks en be schadigde anderen. In Italiaansch Oost- Afrika hebben in den ochtend van li Juni vijandelijke afdeelingen uit Kenya, ge steund door bombardementen van artillerie en vliegtuigen, van Mojale uit aanvallen ondernomen. Deze werden met lichte ver liezen afgeslagen. Onder de in onze handen gevallen gevangenen bevinden zich een Engelsche officier en een Engelsche onder officier. Ons luchtwapen bombardeerde Port Soudan en het vliegveld van Aden, alsmede dat van Mojale. Twee van onze vliegtuigen zijn niet teruggekeerd. Vijandelijke vluchten werden gemaakt boven Erytrea, waarbij onaanzienlijke materieele schade werd aangericht. Een vijandelijk toestel werd neergeschoten. Verschenen is het verslag van de Kon. Lucht vaart Mij. over 1939, waaraan het volgende wordt ontleend: Ten aanzien van het bedrijf in het algemeen stemden in de eerste acht maanden van het jaar de resultaten tot voldoening. De bedrijfs resultaten, welke in deze perioden werden be haald, waren: Januari-Augustus: passagiers 119.403 in '39 (v. j. 111.272) stijging 7.3 pCt.; vracht en bagage in K.G. 1.770.870 in '39 (v. j. 1.448.787), stijging 22.2 pCt.; post in K.G. 733.963 in '39 (v. j. 540.714), stijging 35.7 pCt. .De belangrijke en voortdurende stijging der vervoercijfers van de luchtverbinding tusschen Nederland en Nederlandsch-lndië zette zich in 1939 voort. In de eerste acht maanden van het jaar was het vervoer van dien aard, dat verschillende plannen tot uit breiding een economisch verantwoorde basis kregen. In den loop van het jaar bereikte het passagiersvervoer het peil, waarop een rendabele exploitatie van een tweemaal wekelijkschen dienst met snelle viermotorige vliegtuigen mogelijk zou zijn. In 1939 kon men het luchtnet belangrijk uit breiden. Nieuwe luchtverbindingen werden ge opend tusschen Nederland en Zwitserland, Ne derland en Noorwegen, terwijl ook Finland in het luchtnet werd opgenomen door een verlen ging van de verbinding tusschen Nederland en Zweden. De gunstige ontwikkeling van het vervoer in het binnenland in 1938 heeft zich in 1939 niet voortgezet. De voornaamste oorzaak hiervan was de onregelmatige exploitatie tengevolge van de buitengewone militaire maatregelen der regeering. Het aantal passagiers liep hier van Januari tot Augustus terug van 26.096 in 1938 tot 17.559 in 1939 of een daling met 32.7 procent. Dat de K.L.M. den terugslag zou ondervin den van de politieke verwikkelingen was te ver wachten. Ook toen er nog geen sprake was van den feitelijkcn oorlog deden zich alom moei lijkheden voor. Op 23 Augustus werd een aantal luchtverbindingen stilgelegd en wel; Amsterdam—KriansandOslo; Amsterdam- HannoverBerlijn; AmsterdamBremenHam burg; AmsterdamParijs via Rotterdam en Brussel; AmsterdamStockholm via Bremen- HamburgKopenhagenMalmö. Een dag te voren was men er toe overgegaan, het geheele binnenlandsche luchtverkeer stil te leggen. De uitvoering van de lijn Amsterdam- RotterdamKeulenFrankfort—MilaanRome werd voorloopig overgenomen door de Deutsche Lufthansa. Reeds op 27 Augustus werd het voor de burgerluchtvaart verboden gebied in Mid den-Europa belangrijk uitgebreid en moesten de verbindingen met Rome en Zürich worden gestaakt. Op 1 September, den dag, waarop de vijan delijkheden tusschen Duitschland en Polen be gonnen, volgde de opheffing van de diensten op Berlijn, op Praag, Weenen en Boedapest, op Li verpool en op Keulen. Den dag daarop moest ook de dienst tusschen Amsterdam en Parijs worden gestaakt; de verbinding tusschen Ne derland en Noorwegen kon evenwel worden hersteld. Het verbod van vliegen over Frankrijk had tot gevolg, dat de luchtverbinding tusschen Ne derland en Nederlandsch-lndië dreigde geheel te worden verstoord. Toen den 3den September Frankrijk en En geland verklaarden, zich in staat van oorlog te bevinden met Duitschland, en ook in West- Europa de vijandelijkheden werden geopend, was het luchtnet der K.L.M. teruggebracht tot twee diensten AmsterdamLonden v.v. en twee diensten AmsterdamKopenhagen—Malmö v.v Van io September af moest ook het verkeer tusschen Nederland en Engeland worden ge staakt. Door de inkrimping van de inkomsten in September met ruim 45 pet. ten opzichte van de vorige maand diende het peil der vaste lasten met spoed te worden aange past. De organisatie werd op verschillend gebied herzien. Het personeel der K.L.M., waarvan de sterkte in Augustus nog ruim 1800 man bedroeg, onderging reeds een ver mindering door de mobilisatie van 322 man. Een aantal van 262 man werd daarenboven nog gedetacheerd bij andere bedrijven. Mede dank zij dezen verminderingen was 't personeel op 1 November teruggebracht tot ca. 1200 man. Door het nemen van verschillende maat regelen was ook de K.L.M. er in geslaagd, in de laatste maanden van 1939 weer een luchtnet op te bouwen van weliswaar gerin- geren omvang, doch waarvan het gebruik zelfs intensief begon te worden. De vervoersresultaten van het geheele bedrijf in de oorlogsperiode van 1939 zijn opgebracht door de exploitatie van een klein luchtnet; mogen zij op zich zelf beschouwd nog tot een zekere voldoening aanleiding geven, in vergelijking met de resultaten in de overeenkomstge periode van het vorige jaar vertoonen zij 'n belangrijken teruggang. De heropening van den Indië-dienst met Napels als begin- en eindpunt, was een eerste verblijdend teeken. Daartoe in staat gesteld door de bijzondere welwillende medewerking van de Italiaansche regeering kon de KLi.M. binnen korten tijd een organisatie oprichten, welke alle waarborgen bood voor een goede werking van Nape's als kopstation. Een naar de eischen in gerichte technische dienst werd naar Capo- dichino. 't vliegveld van Napels, overgebracht Het vervoer verminderde vooral in westelijke richting zoodanig, dat een frequentie van twee diensten per week voldoende moest worden geacht. Reeds enkele dagen, nadat het verkeer met Nederlandsch-lndië was hersteld, kon een, zij het geringe, uitbreiding tot stand worden ge bracht: op 20 September werd, in samenwerking met de Belgische Luchtvaartmaatschappij Sa bena, een luchtverbinding geopend tusschen Amsterdam en Brussel. Veel gunstiger werden de vooruitzichten van het verkeer in Europa toen op 16 October het luchtverkeer tusschen Nederland en Engeland kon worden hervat. De volgende diensten wer den toen reeds weer uitgevoerd: Tweemaal per dag Amsterdam—Kopenhagen Malmö. Tweemaal per dag AmsterdamBrussel. Eenmaal per dag AmsterdamShoreham. Driemaal per week AmsterdamKristian sandOslo. Nieuwe verbindingen werden hier in den loop van het verslagjaar niet aan toegevoegd, doch het streven was er op gericht, de frequentie der bestaande diensten te verhoogen. De ontvangster) bedroegen in dit verslagjaar bijna ƒ11.000.000, hetgeen ongeveer ƒ264.000 minder is dan in het jaar 1938; in de eerste drie maanden van den oorlog werd in totaal ƒ750.000 minder ontvangen, waardoor de gun stige resultaten, welke reeds waren bereikt, volkomen teniet werden gedaan. Het was nog juist mogelijk, te eindigen met ongeveer het zelfde verlies als in 1938. Dit verlies werd ge dekt door de subsidie. Voor de rechtbank te Groningen is Donder dag behandeld een aantal zaken, voortvloeien de uit de diefstallen welke in het tijdvak van September 1939 tot April 1940 op het kazerne- terrein te Groningen ten nadeele van het Rijk zijn gepleegd en waarbij groote hoeveelheden gaas en draad, gereedschap, schoonmaakarti kelen, zakken anthraciet enz. zijn ontvreemd. Wegens de diefstallen stonden terecht de gewezen rijkswerkman-opzichter A. H. en de gewezen rijkswerkman J. R. N., beiden thans gedetineerd. Deze verdachten, die de feiten bekenden, hoorden respectievelijk een jaar en drie maanden gevangenisstraf en acht maan den gevangenisstraf tegen zich eischen. Tegen den expediteur G. H. te Groningen, die de gestolen goederen heeft vervoerd en een gedeelte er van ten geschenke heeft aangeno men, werd ondanks zijn ontkenning dat hij geweten, althans begrepen zou hebben, dat het hier om gestolen goed ging twee maan den gevangenisstraf geëischt wegens heling. Voorts werden wegens heling, althans schuld- heling, n.l. het koopen van gedeelten der ge stolen goederen beneden den marktprijs, tegen verscheidene winkeliers eveneens gevangenis straffen voor den tijd van twee maanden ge- eischt. De uitspraak der rechtbank in al deze zaken werd op 20 Juni bepaald. Vandaag arriveerden in Ouwehand's Dieren park te Rhenen eenige roofdieren en een col lectie tropische visschen, welwillend ter be schikking gesteld door de directie van den Haag- sche Dierentuin, den heer W. Graaf v. Bylandt. Ouwehand's Dierenpark heeft in het buiten land eenige leeuwen en beren aangekocht, zoo dat de dierencollectie spoedig opnieuw com pleet zal zijn. Het Curatorium der Katholieke Economi sche Hoogeschool te Tilburg heeft voor 't studiejaar 1940/1941 benoemd tot rector- magnificus prof. dr. Th. Goossens en tot secretaris van den senaat prof. dr. P. van Berkum. Voor den kantonrechter te Amersfoort heeft Donderdag terecht gestaan de graanhandelaar J. v. N., die een partij rijst van 2000 K.G. zonder geleide-brief had vervoerd. De ambtenaar van het O.M. eischte f 200 boete, subs. 2 maanden hechtenis. De kantonrechter veroordeelde verdachte tot f 60 boete subs. 20 dagen hechtenis, met ver beurdverklaring van de in beslag genomen rijst. De graanhandelaar zal in hooger beroep gaan. Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers heeft de toe diening van het H. Vormsel in de dekenaten Middelburg en Ouderkerk a. d. Amstel en in de stad Delft uitgesteld. Blijkens mededeeling In het tijdschrift „Sint Bavo" zijn de hulpaalmoezeniers F. P. M. van Vliet en K. E. Vossklihler met ingang van 1 Juni 1940 met groot verlof van him le geronderdeel vertrokken. VENRAY. R.K. Gymnasium St. Angelo. Ge slaagd voor diploma B: M. M. Ten Doeschate Severrum, D. D. F. M. Dols, Geleen, C. A. Groo- tenboer Venray, H. A. F. van Thiel, Beek en Donk. LEIDEN (Stedelijk Gymnasium). Voor de Afd. A zijn geslaagd voor groep III: L. van Gilse, J. P. van Ham, Hansje Schijfsma en Aleid de Vries. Het examen wordt met eên candidaat voortgezet. DELFT. Geslaagd voor het ingenieursexamen voor werktuigkundig ingenieur: J. Andriesse, Lho Soekon; J. c. Bakker, Rotterdam; H. Croll, Bussum; T. A. Gerritzen, Batavia; A. Hooyen, Rotterdam J. A. Th. Sluis, 's-Hertogen- bosch; A. R. Takelma, Madioen; C. H. F. Wes- selink, Soekaboemi; B. Wilton, Rotterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5