De militaire operaties in Denemarken
en Noorwegen
Wederzij dsche luchtaanvallen
1939: veelbewogen jaar voor
de K.L.M.
OPMERKELIJKE
WOORDEN
Schade in Den Helder
Op ruim f200.000.-
Balans Van den strijd
in het Noorden
Defensie-schadezaken
Fransche aanval in de
Alpen afgeslagen
Tanks in actie aan
Egyptische grens
Beperkingen door den
oorlog
geschat
VRIJDAG 14 JUNI 1940
R. K. UNIVERSITEIT
Nieuwe Rector-Magnificus
st
"ÖE WACHT" BEKROOND
Regeling der vergoedingen
HERDENKING
GESNEUVELDEN
Door den Bond van oud
onderofficieren
Italiaansch legerbericht:
De gunstige uitkomsten over de
eerste acht maanden geheel
teniet gegaan
De oorlog en het luchtverkeer
A msterdamBatavia
KAZERNEDIEFSTAL.
LEN BERECHT
Zware straffen geëischt
Ouwehand's dierenpark
De dierencollectie spoedig
compleet
Katholieke economische
Hoogeschool
ProfGoossens tot rector
magnificus benoemd
ONGEOORLOOFDE RIJST
VERVOERD
Vormreizen uitgesteld
Hulpaalmoezeniers met
groot verlof
Eindexamen gymnasium
Academische examens
Op zijn inspectie-tocht door Zee
land heeft de Rijkscommissaris
voor de bezette gebieden dr. Seyss-
hiquart in het museum van het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap-
Pen te Middelburg opmerkelijke woor
den gesproken, die niet alleen aanslui
pen bij verschillende passages van zijn
installatie-rede, maar er ook een nadere
bevestiging en verduidelijking van zijn.
Öij zeide o.m. het volgende:
..Wij kunnen ons uw gevoelens inden
ken, waarmede gij thans door de puin
hopen van uw stad gaat. Het was al
ken de harde en ijzeren noodzaak, welke
°hs dwong van Middelburg het tooneel
Van den strijd te maken, niet tegen de
Nederlanders, doch tegen de Franschen.
Middelburg is een stad van historische
Bebouwen en wij zullen er naar streven
Mies te herstellen, wat slechts eeniger-
kate kan worden hersteld. Historische
Bebouwen zijn de getuigen van den wil
v&n een volk, zijn gedachten vorm te
Beven."
En verder:
..De wederopbouw van Nederland is
een zaak, welke vóór alles de uwe is.
^ij matigen ons niet aan, u hierbij be
llen te geven. Wij willen U hierbij hel-
hn en raadgeven."
En tenslotte:
..Wanneer u uit onze houding wilt op
haken, dat wij u een genoegen willen
boen, dan is dit inzooverre juist, dat wij
11 Welwillendheid willen toonen, niet in
bon zin van een beschermheerschap,
ö°ch in den zin van een bereid staan tot
^menwerking. De voornaamste reden is
evenwel de eerbied, welken wij hebben
v°or wat in het volk leeft, en de ach
ing, welke wij koesteren voor de wer
kelijke uitdrukking van zijn innerlijke
hacht. Door dezen geest bezield, staan
Mi tegenover het Nederlandsche volk."
Wij meenen te mogen aannemen,
dat deze woorden over de pui-
nen van Middelburg heen wer
den gesproken tot heel het Nederland
se volk. Zij hebben daardoor een zeer
Wijde beteekenis. Immers, historische
Bebouwen zijn niet de eenige getui-
Ben 'van den wil van een volk, zijn ge
dachten vorm te geven. Ook de sociale,
°aitureele, wetenschappelijke, religieuze
eh staatkundige instellingen en organi
saties moeten tot die getuigen worden
Berekend. Spreken historische gebouwen
s°ths slechts van wat er geleefd heeft
vroegere geslachten, de bestaande
^stellingen en organisaties spreken
van wat er leeft in de generatie van den
huldigen dag. De gebeurtenissen der
Matste weken hebben niet enkel gebou
wen in puin doen storten, maar ook ver
woestingen aangericht op ander gebied.
En ook ten aanzien van die verwoes-
Migen moet gestreefd worden naar her-
Mei van alles, wat slechts eenigermate
kan worden hersteld. Ook die weder-
°Pbouw is een zaak, welke vóór alles
de onze is. Dat in dien wederopbouw
d'et betrokken dient te worden, w^t ho
floos voos en loos is gebleken, spreekt
W®1 vanzelf. Maar wij Nederlanders
boeten trachten te behouden, wat de
Moeite waard is om behouden te wor
sen, en wij zullen moeten bewijzen, wei-
ka instellingen en organisaties de wer
kelijke uitdrukking van onze innerlijke
Macht zijn, zoodat zij ook den eerbied en
ba achting van de Duitsche autoritei-
eh deelachtig zullen worden.
In de ten Stadhuize te Den Helder ge
bonden bijeenkomst van het Plaatselijk
Sulpcomité-1940 deelde de Burgemees
ter mede, dat de materieele schade in Den
Helder, door het bombardement geleden,
globaal geschat wordt op ruim 200.000,
He schade door zakenmenschen in hun on
derneming tengevolge van de materieele
Whade geleden, niet meegerekend.
Het Bestuur der St. Radboudstichting heeft
t Rector-Magnificus der R. K. Universiteit te
ÜQiegen voor het studiejaar 19401941 be
mind prof. mr. W. J. A. J. Duynstee, hoog
r&ar in de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
jw°°a.ls bekend verondersteld mag worden,
de Koninklijke Nederlandsche Vereeni-
\,Q B „Ons Leger", die het weekblad De Wacht
kr, J be gemobiliseerde weermacht en het
vberlandsche volk heeft uitgegeven, een prijs-
>.aê uitgeschreven voor een militairen marsch
Wacht".
fyg inzending was 15 Mei 1940 gesloten, doch
din 111 verband met de moeilijke postverbin-
jBeu, stilzwijgend verlengd tot en met 31 Mei.
W - jury, bestaande uit de heeren dr. Joh.
^Benaar, Sem Dresden en kapitein dr. C. L.
B°er, heeft van de 84 ingekomen in-
w'b'hgen met algemeene stemmen die, met
motto „Semper Paratus" voor toekenning
b den prijs in aanmerking gebracht,
ienrt openin? van het bij de inzending behoo-
le be briefje bleek de componist te zijn: Wil-
j? Rlinkert, Rembrandtstraat 36 te Nijmegen.
e inzenders van de niet bekroonde compo-
hi ontvangen van den secretaris van de Ko-
ïet.. ''ke Nederlandsche Vereeniging „Ons Le-
bun inzendingen per post terug.
Hoofdkwartier van den Führer, 13 Juni. (D.
N.B.). Na het zegevierende einde van de gevech
ten om Narvik deelt het opperbevel van de weer
macht in een samenvatting over het verloop dei-
militaire operaties in Denemarken en Noorwegen
mede:
„De plannen der Geallieerden, in den oorlog
via Scandinavië een voor hen gunstige wending
te geven, waren het opperbevel der weermacht
reeds lang bekend. Zij noopten tot de voorberei
ding van een bliksemsnelle tegenactie.
Afdeelingen van leger en luchtmacht, alsmede
de geheele vloot werden daarom ter voorberei
ding van een eenparige actie bijeengebracht on
der persoonlijke leiding van den Führer.
Na herhaalde flagrante schendingen der Noor-
sche neutraliteit door Britsche vlootstrjjdkrach-
ten ontketende een onmiddellijk dreigende aan
slag der Britsche vloot de operaties op den 9den
April bij het krieken van den dag. Zij begonnen
met het oprukken over de Duitsch-Deensche
grens, alsmede met de landing in en op talrijke
havens en vliegvelden in Denemarken en Noor
wegen. Na korte gevechten aan de grens werd
de beveiliging van Denemarken nog op denzelf
den dag vlot tot stand gebracht tengevolge van
de verstandige houding van den Koning en zijn
regeering. Op 9 April landden in Noorwegen
Duitsche troepen, en wel zoowel aan boord van
schepen als in vliegtuigen, waarbij men soms
zeer dicht langs de Britsche vlootkrachten pas
seerde.
Narvik, Drontheim, Bergen, Stavanger, Eger-
sund. Kristiansand, Arendal en Oslo werden
bezet. Te Narvik moest het verzet van Noorsche
zeestrijdkrachten, in Drontheim, Kristiansand
en vooral te Oslo de tegenstand der kustver
dediging door de vloot, de luchtmacht en de
gelande stoottroepen van het leger worden ge
broken. Aan de spits van alle volbrachte hel
dendaden zullen voor altijd de heldhaftige
strijd en ondergang van den kruiser Blücher
staan.
Op 21 April waren de bemachtigde steunpun
ten uitgebreid, versterkt en beveiligd. Het ge
bied rondom Oslo was tot rust gebracht, de
versterkte zone Frederikstad-Askim was in
Duitsche handen. Kongsvinger was genomen,
de verbinding over land van Oslo over Kris
tiansand naar Stavanger tot stand gebracht.
Verder naar het Noorden waren de spoorweg
van Drontheim naar de Zweedsche grens en
ten Oosten van Narvik het grootste deel van
den ertsspoorweg in Duitsche handen. Nadat de
Engelschen er in geslaagd waren, de kustbat-
terijen, welke ter bescherming van de haven
van Narvik waren opgesteld, buiten gevecht te
stellen, kon het binnendringen van sterkere
Britsche vlootstrijdkrachten in de Lofoddenfjord
niet worden verhinderd. Aan deze vlootstrijd
krachten vielen onze torpedobootjagers na dap
peren strijd ten offer, nadat zij hun laatste gra
naat afgeschoten en den tegenstander zware
verliezen toegebracht hadden. De bemanning
dezer jagers voegde zich als welkome verster
king bij de kleine schare onzer bergjagers, die
zich aan de met sneeuw bedekte en rotsach
tige kust nestelden en In de daarop volgende
weken het zware vuur van het vijandelijke
scheepsgeschut en alle landingspogingen trot
seerden. Met een zoo groot mogelijk gebruik
van oorlogs- en vrachtschepen bereidden de
Geallieerden een tegenactie voor: Zij brachten
te Andalsnes, Namsos en Harstad troepen aan
land. De vijandelijke pogingen, de Duitsche
luchtmacht de heerschappij over het lucht
ruim boven Noorwegen te betwisten, strand
den. met zware verliezen voor den tegenstan
der, op de Duitsche afweer door jagers en
luchtdoelgeschut. Toen wierpen zich jonge
Duitsche regimenten, op voortreffelijke wijze
door de luchtmacht gesteund, op de Noorsche
en Britsche strijdkrachten, die trachtten de
vereeniging van de uit Oslo naar het Noorden
er. de uit Drontheim naar het Zuiden aanval
lende Duitsche afdeelingen te weren
Onder de moeilijkste terreinomstandigheden,
en met overwinning van alle vernielingen werd
de vijand in de dalen van pas tot pas terugge
worpen en reeds op 30 April reikten de te Oslo
en Drontheim gelande troepen elkander de
hand bij Stoeren, 50 kilometer ten Zuiden van
Drontheim. Daarmede waren de Britsche ope
ratieplannen mislukt. De Engelschen vluchtten
naar Andalsnes terug om zich daar weer in te
schepen, onder de doeltreffende aanvallen der
Duitsche luchtmacht met achterlating van
groote hoeveelheden materiaal en voorraden. Op
2 Mei heschen onze troepen te Andalsnes de
Duitsche vlag. Van Drontheim uit had reeds
op 25 April een Duitsche afdeeling, gesteund
door lichte vlootstrijdkrachten, den pas van
Steinkjer genomen en daar den vijandelijken
aanval van Namsos uit ondernomen, tot staan
gebracht. Met de Intusschen aangekomen ver
sterkingen werd de opmarsch naar het Noorden
zonder verwijl voortgezet.
Doch de Britsche en Fransche strijdkrachten,
die te Namsos geland waren, hebben den strijd
niet meer aanvaard. Onder smadelijke omstan
digheden lieten zij de Noren in den steek en
scheepten zich in. Eerst daarna hebben deze
laatsten, verbitterd, eveneens de wapens neer
gelegd. Op 6 Mei zijn Grong, Namsos en MOs-
joen door onze troepen ingenomen. Van daaruit
hebben vervolgens berggroepen, strijdend tegen
Noorsche en Engelsche bataljons en met het
buitengewoon zware terrein, den weg naar Faus-
ke en Bodoe, dat meer dan 500 K.M. van
Drontheim verwijderd ligt, op 1 Juni bereikt.
Daarmee was de noordelijkste basis genomen,
van waaruit over volkomen ongebaande wegen
in het hooggebergte de in het nauw gebrachte
groep te Narvik ook over land de noodige hulp
kon worden verleend. Deze groep was intus
schen door een bijna zesvoudige overmacht van
zee uit, op de beide vleugels en in den rug
aangevallen. Engelschen,. Fransche Alpenjagers,
Poolsche bergjagers en sterke afdeelingen van
de Noorsche 6e divisie poogden den zwakken
Duitschen troep opeen te drijven en te vernie
tigen. Weliswaar moesten de stellingen aan de
kust en op 28 Mei ook de stad Narvik worden
opgegeven, maar in de bergen aan beide zijden
van de Rombakken-fjord en aan den erts
spoorweg vermocht de vijand het verzet van
dezen troep, die hard was als staal en den on-
bulgzamen wil van zijn voorbeeldigen leider niet
te breken. Zoo hield de troep stand, alleen door
het luchtwapen ondersteund, van onmisbaar
materiaal slechts op spaarzame wijze voorzien
en door gelande bergjagers en valschermsprin
gers vergroot en versterkt, steeds weer zich
door tegenaanvallen lucht verschaffend, tot de
Duitsche strijdgroepen vanuit hun ver naar het
noorden verplaatste vliegvelden de verliezen aan
vijandelijke oorlogs- en koopvaardijschepen tot
in het ondraaglijke opvoerden; toen eerst gaf de
vijand ook dit laatste stuk Noorschen bodem op.
Op zjjn terugtocht werd hij op 8 Juni aange
vallen door Duitsche zeestrijdkrachten, die het
vliegtuigmoederschip „Glorious" met zijn beide
begeleidende torpedojagers, transport- en koop
vaardijschepen met een totaal tonnage van bijna
30.000 bruto-registerton vernietigden. Te land
wei-den Narvik en Elvegardsmoen opnieuw be
zet en op 10 Juni werd de capitulatie tusschen
het Duitsche opperbevel in Noorwegen en het
Noorsche opperbevel onderteekend. De geza
menlijke nog aanwezige Noorsche troepen leg
den de wapens neer. Sindsdien is de veldtocht
in Noorwegen ten einde. Zijn bijzonder karakter
verwierf deze veldtocht, doordat hij een militai
re operatie is geweest, welke in verhoudingen,
die tot dusver onbekend waren, deelen van het
leger, van het luchtwapen en van de oorlogs
marine onder centrale leiding in een tactische
prestatie combineerde. De oorlogsmarine heeft
een taak, welke tot dusver onmogelijk scheen,
volbracht. Met een vermetele aanwending van
schepen en bemanningen, ver van de eigen basis
en bijna onder het oog van de Britsche vloot,
die sterk in de meerderheid was, heeft zij in de
haven, die met talrijke kustbatterijen zwaar
was versterkt, een landingsoperatie ten deele
met geweld, ten deele door verrassing, volbracht.
Zonder onderbreking heeft zij over zee de massa
der Duitsche zeestrijdkrachten en haar reserves
naar Noorwegen overgebracht, wat op trans
portgebied een geweldige prestatie vormt.
Dit geschiedde niettegenstaande de voortdu
rende flankbedreiging door de veel sterkere
Britsche vloot en het optreden van talrijke vij
andelijke duikbooten. Aan bet welslagen van
dit massa-transport hadden vooral de Duit
sche torpedobooten, mijnzoekers, mijnvegers,
duikbootjagers, snelle booten, escortevaartuigen
en patrouille-vaartuigen, met steun van de
grootere schepen, deel. Zij traden dag en nacht
op in nauwe samenwerking met de lucht-afdee-
lingen aan de kust. Het succes moet te hooger
geschat worden, omdat de landingshavens oen
vijand bekend waren en de nauwe doorvaarten
van Kattegat en Skagerrak gepasseerd moes
ten worden. De langgerekte kust werd sterk be
veiligd door veroverde en toegevoegde batte
rijen.
De Duitsche vloot heeft den Britschen en
Franschen zeestrijdkrachten de volgende ver
liezen toegebracht: 1 vliegtuigschip, 1 kruiser,
10 torpedobootjagers, 1 duikbootjager, 19 duik
booten, te zamen ongeveer 65.000 ton. Verder:
een transportschip: te zamen 29.100 ton. Voorts
zijn 11 Noorsche oorlogsschepen vernietigd, 2
gepantserde kustschepen, 3 torpedojagers, 7
mijnenleggers, 2 mijnenzoekers, 14 torpedoboo
ten, eenige duikbooten en vele kleinere vaar
tuigen buitgemaakt.
De luchtmacht bleek in Noorwegen de be
slissende factor voor het welslagen der opera
ties te zijn. Zij heeft het voornaamste deel van
den strijd tegen de vijandelijke vloot, welke
numeriek veel sterker was dan de Duitsche,
gedragen en zij alleen kon tot 10 Juni de bij
Narvik zonder eenige verbinding over land of
zee strijdende afdeeling voorraden, versterking
en verlichting brengen. Zij heeft een bewijs
geleverd, dat voor de verdere ontwikkeling be
slissend is, n.l. dat geen vloot, al is zij nog zoo
sterk, op den duur kan optreden dicht in de
nabijheid van een superieure vijandelijke lucht
macht. Zoo is de Duitsche luchtmacht er in
geslaagd de na onze landing aan de Noorsche
kust opereerende vijandelijke vloot te verdrij
ven. Zij heeft de vijandelijke vloot, zoowel bij
de landing te Namsos en Andalsnes als bij de
inscheping daar, reusachtige verliezen toege
bracht. Haar meest trotsche succes wa daarbij
de vernietiging van een Engelsch slagschip bij
Namsos op 3 Mei. De snelle bezetting van Oslo
en Stavanger reeds op 9 April was slechts mo
gelijk door het aanwenden van valschermjagers
en landingstroepen der luchtmacht. Gevechts-
en stuka-toestellen demoraliseerden de beman
ning der kustbatterijen in de Oslofjord en te
Christiansand en bespoedigden de capitulatie
dier batterijen. Zooals steeds heeft de lucht
macht ook bij den strijd te land doeltreffend
ingegrepen, zoo tusschen Oslo en Bergen en
vooral tusschen Oslo en Drontheim. Zij ver
nielde de verbindingswegen achter het front en
belemmerde de nazendingen. Voor de verbin
ding tusschen Oslo en Drontheim tot stand
was gebracht, heeft zij vele duizenden man
schappen ter versterking naar Drontheim over
gebracht. Met haar jagers en bommenwerpers
heeft zij van den eersten dag af het lucht
ruim beheerscht en bij het aanleggen van nieu
we vliegvelden is zij ook voor de grootste moei
lijkheden niet teruggeschrikt. Dat de heldhaf
tige tegenstand van de troepen te Narvik met
een volledige overwinning eindigde, is naast de
groote successen aan het westelijk front te dan
ken aan de actie der luchtmacht.
Het succes van haar optreden komt ook tot
uiting in de verliescijfers van den vijand. Ver
nietigd werden: 87 vijandelijke vliegtuigen,
buiten de toestellen op de Britsche vliegtuig-
schepen, die op 25 Mei in de Lofoddenfjord en
op 8 Juni op de Noordzee tot zinken werden
gebracht, verder 28 oorlogs- en hulpschepen
met een tonnage van ongeveer 90.000 ton, 71
koopvaardijschepen met een tonnage van
280.000 ton. Door bomtreffers werden be
schadigd 80 oorlogs- en hulpschepen en 39
vrachtschepen. De legerdivisies hebben, afge
zien van de Fransche en Engelsche strijd
krachten, zes Noorsche divisies verstrooid, ge
vangen genomen, tot capitulatie gedwongen of
over de Zweedsche grens gedrongen.
De Duitsche verïrezen aan officieren, onder
officieren en manschappen bedragen 1317 ge
sneuvelden en 1604 gewonden; tijdens het
transport ter zee of elders vermist: 2375. De
vloot heeft 3 kruisers, 10 torpedojagers, een
torpedoboot, 6 duikbooten en ongeveer 15 klei
ne oorlogs- en hulpschepen verloren. De lucht
macht verloor 90 toestellen in den strijd en
bij noodlandingen op zee. Verder zijn 27 vlieg
tuigen bij noodlandingen te land en door vij
andelijk optreden op den grond beschadigd.
De veldtocht in Noorwegen heeft het Engel
sche blokkadefront verbroken. Groot-Duitsch-
land is in het bezit van de strategisch belang
rijke flankstelling tegenover de Engelsche Oost
kust.
De Staatscourant bevat een beschikking van
het waarnemende hoofd van het departement
van defensie betreffende opruimingen en in
gebruikneming van onroerende goederen ten
behoeve van de landsverdediging en de uit
oefening van den militairen dienst, welke heb
ben plaats gehad op grond van de Wet staat
van oorlog en beleg, de Inundatiewet en de Al
gemeene vorderingswet.
In de tegenwoordige omstandigheden,
zoo staat in die beschikking, zal in vele
gevallen het gebruik voor het beoogde doel
niet meer noodig zijn. De gebruikte eigen
dommen dienen derhalve wederom ter be
schikking van de rechthebbenden te wor
den gesteld. Omtrent het tijdstip van deze
weder terbeschikkingstelling en de for
maliteiten, welke daarbij moeten worden in
acht genomen, volgen afzonderlijke aan
wijzingen. Inmiddels kan reeds dadelijk aan
de belanghebbenden het feitelijke gebruik
van de eigendommen worden gelaten, voor
zooveel de werkzaamheden tot het opne
men en vaststellen der schade dit toelaten,
uiteraard met inachtneming van de voor
schriften, welke ten aanzien van dit ge
bruik zijn of nog mochten worden gege
ven.
Hetgeen is weggeruimd, dient voor zooveel
dit nog niet is geschied ten spoedigste te
worden beschreven, met vermelding van het
gebruik, dat de belanghebbende vóór de weg
ruiming van het goed maakte, en van de ge
schatte waarde daarvan.
Schadeloosstelling wordt in natura gegeven,
in dier voege dat het herstel ter zake van ge
bruikte of weggeruimde eigendommen ge
schiedt in het kader van een herstelplan voor
de streek, waarin die eigendommen zijn of
waren gelegen.
Boven deze schadeloosstelling kan een gel
delijke vergoeding worden gegeven, voor zoo
ver daartoe aanleiding bestaat. Aan een recht
hebbende, die door de schadeloosstelling in
natura meer krijgt toegewezen dan waarop hij
recht heeft, kunnen verplichtingen worden op
gelegd.
Toewijzing in natura heeft slechts plaats,
nadat een belanghebbende een verklaring
heeft overgelegd dat hij ten volle bevredigd
is in alle aanspraken welke hij krachtens wet
telijk voorschrift kan doen gelden.
Aan hypotheekhouders op de betrokken goe
deren zal mededeelingi worden gedaan van de
wijze van schadeloosstelling.
Alle aanspraken worden onderzocht door de
AdviescommissieVorderingen, (Alexander-
straat 15, Den Haag). Verzoekschriften om
schadeloosstelling worden bij deze commissie
ingezonden. Reeds ingezonden verzoeken (ook
bij het departement van defensie) behoeven
niet te worden herhaald. De verzoekschriften
worden door de commissie ter hand gesteld
van den betrokken districts-schadecommissaris.
De beschikking regelt voorts de werkzaamhe
den van deze districts-schadecommissarissen
nader. Het land is voor deze aangelegenheden
in acht districten verdeeld.
In een korte, maar plechtige bijeenkomst op
het soldatenkerkhof te Rhenen heeft de Ko
ninklijke Nederlandsche Bond van oud-onder
officieren Donderdagmiddag de in den oorlog
gevallen Nederlandsche militairen herdacht. Bij
deze plechtigheid op den Grebbeberg waren
tegenwoordig de luitenant-generaal C. A. Ren
ders commandant van het Koninklijk Militair
Invalidenhuis Bronbeek, kolonel W. v. Ingen
Schouten, eerevoorzitter van den Bond en vele
anderen.
Op het graf van den gesneuvelden sergeant
Van Krimpen van het 8e regiment infanterie
werd een fraaie krans gelegd om daarmede te
vens alle gevallenen te eeren. De voorzitter van
de afdeeling Arnhem, de heer Bloemheuvel,
sprak eenige gevoelvolle woorden, mede na
mens den beschermheer van den bond L. G.
A. Graaf v. Limburg Stirum, die verhinderd
was aanwezig te zijn.
Tot slot van deze indruk-makende plechtig
heid werd gedurende een minuut stilte in acht
genomen.
I
ROME, 14 Juni (Stefani) Het derde leger
bericht van het Italiaansche opperbevel luidt
als volgt:
Er was bedrijvigheid van kleine afdeelin
gen in sommige streken van het front aan
de Alpen. Een poging van den vijand zich
van den Gallsia-pas meester te maken,
werd verijdeld.
In het centrale gedeelte van de Middel-
landsche Zee probeerden vijandelijke duik
booten zonder succes vlootbewegingen te be
lemmeren. Twee vijandelijke onderzeeërs
werden getroffen; een daarvan werd ernstig
beschadigd.
Het luchtwapen heeft rijn actie voortge
zet en de Iuchtbases in de streek van Tunis
doeltreffend met bommen bestookt. Een uit
gebreide aanvalsactie werd tegen de lucht
basis van Hyeres ondernomen, waarhij van
geringe hoogte vliegtuigen op deze lucht
haven onder het vuur van machinegeweren
wei-den genomen.
Voorts werd de luchtbasis Fayence in de
Provence aangevallen en de militaire inrich
tingen van Toulon. Een van onze toestellen is
niet teruggekeerd. Verkenningsvluchten tegen
vijandelijke steunpunten en gebieden werden
krachtig voortgezet.
In Italiaansch Noord-Afrika zijn vijande
lijke aanvallen op onze grensposten aan de
Egyptische grens, welke door tanks gesteund
werden, afgeslagen. Het luchtwapen greep
terstond in, vernielde eenige tanks en be
schadigde anderen. In Italiaansch Oost-
Afrika hebben in den ochtend van li Juni
vijandelijke afdeelingen uit Kenya, ge
steund door bombardementen van artillerie
en vliegtuigen, van Mojale uit aanvallen
ondernomen. Deze werden met lichte ver
liezen afgeslagen. Onder de in onze handen
gevallen gevangenen bevinden zich een
Engelsche officier en een Engelsche onder
officier.
Ons luchtwapen bombardeerde Port Soudan
en het vliegveld van Aden, alsmede dat van
Mojale. Twee van onze vliegtuigen zijn niet
teruggekeerd.
Vijandelijke vluchten werden gemaakt boven
Erytrea, waarbij onaanzienlijke materieele
schade werd aangericht. Een vijandelijk toestel
werd neergeschoten.
Verschenen is het verslag van de Kon. Lucht
vaart Mij. over 1939, waaraan het volgende wordt
ontleend:
Ten aanzien van het bedrijf in het algemeen
stemden in de eerste acht maanden van het
jaar de resultaten tot voldoening. De bedrijfs
resultaten, welke in deze perioden werden be
haald, waren:
Januari-Augustus: passagiers 119.403 in '39
(v. j. 111.272) stijging 7.3 pCt.; vracht en bagage
in K.G. 1.770.870 in '39 (v. j. 1.448.787), stijging
22.2 pCt.; post in K.G. 733.963 in '39 (v. j.
540.714), stijging 35.7 pCt.
.De belangrijke en voortdurende stijging
der vervoercijfers van de luchtverbinding
tusschen Nederland en Nederlandsch-lndië
zette zich in 1939 voort. In de eerste acht
maanden van het jaar was het vervoer van
dien aard, dat verschillende plannen tot uit
breiding een economisch verantwoorde basis
kregen. In den loop van het jaar bereikte
het passagiersvervoer het peil, waarop een
rendabele exploitatie van een tweemaal
wekelijkschen dienst met snelle viermotorige
vliegtuigen mogelijk zou zijn.
In 1939 kon men het luchtnet belangrijk uit
breiden. Nieuwe luchtverbindingen werden ge
opend tusschen Nederland en Zwitserland, Ne
derland en Noorwegen, terwijl ook Finland in
het luchtnet werd opgenomen door een verlen
ging van de verbinding tusschen Nederland en
Zweden.
De gunstige ontwikkeling van het vervoer in
het binnenland in 1938 heeft zich in 1939 niet
voortgezet. De voornaamste oorzaak hiervan
was de onregelmatige exploitatie tengevolge van
de buitengewone militaire maatregelen der
regeering.
Het aantal passagiers liep hier van Januari
tot Augustus terug van 26.096 in 1938 tot 17.559
in 1939 of een daling met 32.7 procent.
Dat de K.L.M. den terugslag zou ondervin
den van de politieke verwikkelingen was te ver
wachten. Ook toen er nog geen sprake was van
den feitelijkcn oorlog deden zich alom moei
lijkheden voor. Op 23 Augustus werd een aantal
luchtverbindingen stilgelegd en wel;
Amsterdam—KriansandOslo; Amsterdam-
HannoverBerlijn; AmsterdamBremenHam
burg; AmsterdamParijs via Rotterdam en
Brussel; AmsterdamStockholm via Bremen-
HamburgKopenhagenMalmö.
Een dag te voren was men er toe overgegaan,
het geheele binnenlandsche luchtverkeer stil te
leggen.
De uitvoering van de lijn Amsterdam-
RotterdamKeulenFrankfort—MilaanRome
werd voorloopig overgenomen door de Deutsche
Lufthansa. Reeds op 27 Augustus werd het voor
de burgerluchtvaart verboden gebied in Mid
den-Europa belangrijk uitgebreid en moesten
de verbindingen met Rome en Zürich worden
gestaakt.
Op 1 September, den dag, waarop de vijan
delijkheden tusschen Duitschland en Polen be
gonnen, volgde de opheffing van de diensten op
Berlijn, op Praag, Weenen en Boedapest, op Li
verpool en op Keulen. Den dag daarop moest
ook de dienst tusschen Amsterdam en Parijs
worden gestaakt; de verbinding tusschen Ne
derland en Noorwegen kon evenwel worden
hersteld.
Het verbod van vliegen over Frankrijk had
tot gevolg, dat de luchtverbinding tusschen Ne
derland en Nederlandsch-lndië dreigde geheel
te worden verstoord.
Toen den 3den September Frankrijk en En
geland verklaarden, zich in staat van oorlog
te bevinden met Duitschland, en ook in West-
Europa de vijandelijkheden werden geopend,
was het luchtnet der K.L.M. teruggebracht tot
twee diensten AmsterdamLonden v.v. en twee
diensten AmsterdamKopenhagen—Malmö v.v
Van io September af moest ook het verkeer
tusschen Nederland en Engeland worden ge
staakt.
Door de inkrimping van de inkomsten in
September met ruim 45 pet. ten opzichte
van de vorige maand diende het peil der
vaste lasten met spoed te worden aange
past. De organisatie werd op verschillend
gebied herzien. Het personeel der K.L.M.,
waarvan de sterkte in Augustus nog ruim
1800 man bedroeg, onderging reeds een ver
mindering door de mobilisatie van 322 man.
Een aantal van 262 man werd daarenboven
nog gedetacheerd bij andere bedrijven.
Mede dank zij dezen verminderingen was 't
personeel op 1 November teruggebracht tot
ca. 1200 man.
Door het nemen van verschillende maat
regelen was ook de K.L.M. er in geslaagd,
in de laatste maanden van 1939 weer een
luchtnet op te bouwen van weliswaar gerin-
geren omvang, doch waarvan het gebruik
zelfs intensief begon te worden.
De vervoersresultaten van het geheele
bedrijf in de oorlogsperiode van 1939 zijn
opgebracht door de exploitatie van een klein
luchtnet; mogen zij op zich zelf beschouwd
nog tot een zekere voldoening aanleiding
geven, in vergelijking met de resultaten in
de overeenkomstge periode van het vorige
jaar vertoonen zij 'n belangrijken teruggang.
De heropening van den Indië-dienst met
Napels als begin- en eindpunt, was een eerste
verblijdend teeken. Daartoe in staat gesteld door
de bijzondere welwillende medewerking van de
Italiaansche regeering kon de KLi.M. binnen
korten tijd een organisatie oprichten, welke alle
waarborgen bood voor een goede werking van
Nape's als kopstation. Een naar de eischen in
gerichte technische dienst werd naar Capo-
dichino. 't vliegveld van Napels, overgebracht
Het vervoer verminderde vooral in westelijke
richting zoodanig, dat een frequentie van twee
diensten per week voldoende moest worden
geacht.
Reeds enkele dagen, nadat het verkeer met
Nederlandsch-lndië was hersteld, kon een, zij
het geringe, uitbreiding tot stand worden ge
bracht: op 20 September werd, in samenwerking
met de Belgische Luchtvaartmaatschappij Sa
bena, een luchtverbinding geopend tusschen
Amsterdam en Brussel.
Veel gunstiger werden de vooruitzichten van
het verkeer in Europa toen op 16 October het
luchtverkeer tusschen Nederland en Engeland
kon worden hervat. De volgende diensten wer
den toen reeds weer uitgevoerd:
Tweemaal per dag Amsterdam—Kopenhagen
Malmö.
Tweemaal per dag AmsterdamBrussel.
Eenmaal per dag AmsterdamShoreham.
Driemaal per week AmsterdamKristian
sandOslo.
Nieuwe verbindingen werden hier in den loop
van het verslagjaar niet aan toegevoegd, doch
het streven was er op gericht, de frequentie der
bestaande diensten te verhoogen.
De ontvangster) bedroegen in dit verslagjaar
bijna ƒ11.000.000, hetgeen ongeveer ƒ264.000
minder is dan in het jaar 1938; in de eerste
drie maanden van den oorlog werd in totaal
ƒ750.000 minder ontvangen, waardoor de gun
stige resultaten, welke reeds waren bereikt,
volkomen teniet werden gedaan. Het was nog
juist mogelijk, te eindigen met ongeveer het
zelfde verlies als in 1938. Dit verlies werd ge
dekt door de subsidie.
Voor de rechtbank te Groningen is Donder
dag behandeld een aantal zaken, voortvloeien
de uit de diefstallen welke in het tijdvak van
September 1939 tot April 1940 op het kazerne-
terrein te Groningen ten nadeele van het Rijk
zijn gepleegd en waarbij groote hoeveelheden
gaas en draad, gereedschap, schoonmaakarti
kelen, zakken anthraciet enz. zijn ontvreemd.
Wegens de diefstallen stonden terecht de
gewezen rijkswerkman-opzichter A. H. en de
gewezen rijkswerkman J. R. N., beiden thans
gedetineerd. Deze verdachten, die de feiten
bekenden, hoorden respectievelijk een jaar en
drie maanden gevangenisstraf en acht maan
den gevangenisstraf tegen zich eischen.
Tegen den expediteur G. H. te Groningen,
die de gestolen goederen heeft vervoerd en een
gedeelte er van ten geschenke heeft aangeno
men, werd ondanks zijn ontkenning dat hij
geweten, althans begrepen zou hebben, dat
het hier om gestolen goed ging twee maan
den gevangenisstraf geëischt wegens heling.
Voorts werden wegens heling, althans schuld-
heling, n.l. het koopen van gedeelten der ge
stolen goederen beneden den marktprijs, tegen
verscheidene winkeliers eveneens gevangenis
straffen voor den tijd van twee maanden ge-
eischt.
De uitspraak der rechtbank in al deze zaken
werd op 20 Juni bepaald.
Vandaag arriveerden in Ouwehand's Dieren
park te Rhenen eenige roofdieren en een col
lectie tropische visschen, welwillend ter be
schikking gesteld door de directie van den Haag-
sche Dierentuin, den heer W. Graaf v. Bylandt.
Ouwehand's Dierenpark heeft in het buiten
land eenige leeuwen en beren aangekocht, zoo
dat de dierencollectie spoedig opnieuw com
pleet zal zijn.
Het Curatorium der Katholieke Economi
sche Hoogeschool te Tilburg heeft voor 't
studiejaar 1940/1941 benoemd tot rector-
magnificus prof. dr. Th. Goossens en tot
secretaris van den senaat prof. dr. P. van
Berkum.
Voor den kantonrechter te Amersfoort heeft
Donderdag terecht gestaan de graanhandelaar
J. v. N., die een partij rijst van 2000 K.G. zonder
geleide-brief had vervoerd.
De ambtenaar van het O.M. eischte f 200
boete, subs. 2 maanden hechtenis.
De kantonrechter veroordeelde verdachte tot
f 60 boete subs. 20 dagen hechtenis, met ver
beurdverklaring van de in beslag genomen rijst.
De graanhandelaar zal in hooger beroep gaan.
Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers heeft de toe
diening van het H. Vormsel in de dekenaten
Middelburg en Ouderkerk a. d. Amstel en in
de stad Delft uitgesteld.
Blijkens mededeeling In het tijdschrift
„Sint Bavo" zijn de hulpaalmoezeniers F. P.
M. van Vliet en K. E. Vossklihler met ingang
van 1 Juni 1940 met groot verlof van him le
geronderdeel vertrokken.
VENRAY. R.K. Gymnasium St. Angelo. Ge
slaagd voor diploma B: M. M. Ten Doeschate
Severrum, D. D. F. M. Dols, Geleen, C. A. Groo-
tenboer Venray, H. A. F. van Thiel, Beek en
Donk.
LEIDEN (Stedelijk Gymnasium). Voor de
Afd. A zijn geslaagd voor groep III: L. van
Gilse, J. P. van Ham, Hansje Schijfsma en
Aleid de Vries. Het examen wordt met eên
candidaat voortgezet.
DELFT. Geslaagd voor het ingenieursexamen
voor werktuigkundig ingenieur: J. Andriesse,
Lho Soekon; J. c. Bakker, Rotterdam; H.
Croll, Bussum; T. A. Gerritzen, Batavia; A.
Hooyen, Rotterdam J. A. Th. Sluis, 's-Hertogen-
bosch; A. R. Takelma, Madioen; C. H. F. Wes-
selink, Soekaboemi; B. Wilton, Rotterdam.