Nieuwe regeling voor distributie
van motorbrandstof
Het generaal pardon
Bouw van noodwinkels
te Rotterdam
Brood op de schaal
iteenloopende
wegen
DINSDAG 18 JUNI 1940
Met ingang van 1 Juli verbod, om zonder
Vergunning motorbrandstof te koopen
of te verbruikon
INUNDATIESCHADE TE
00LTGENSPLAAT
Particulieren op drie plaatsen
aan den slag
MENGELBERG TE
BERLIJN
HIJ IS VOOR DEN BAKKER
GASTHUISMOLENSTEEG 12,
Verlenging tot 15 Juli 1940
Mijn aangespoeld te Zand voort
V erkeersverbetering
in Friesland
De afstand SneekJoure
13 K.M. bekort
Schade aan kersenoogst
De bakker moet hangen!
Plet ijzeren kruis voor luit.»
kol. De Boer
Waarschuwingsdienst voor
aardappelziekte
Moeilijkheden voor de Brabant
sche lederindustrie
Nederlandsche kunst in de
Duitsche hoofdstad
DOOR GASVERGIFTIGING
OVERLEDEN
HANDHAAFT UW
VAGANTIEPLANNEN
VEENBEDRIJF IN DRENTE
EN OVERIJSEL
ENGELSCHE ZEELIEDEN
TER AARDE BESTELD
Zij lieten op 11 Mei nabij
V laar dingen het leven
Reisregeling uit Duitschland naar
bezet Nederland
DOOR A. HRUSCHKA
P
V
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
Van het departement van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart, maakt bekend, dat een
nieuwe regeling is ontworpen voor de distri
butie van motorbrandstof, waaronder wordt
Verstaan motorbenzine, motorbenzol en gas
olie voor snelloopende dieselmotoren. Inge
volge deze regeling, de motorbrandstof be
schikking 1940 no. 1, welke is opgenomen in
de Nederlandsche Staatscourant van Maan
dag 17 Juni 1940, is het met ingang van 1
Juli a.s. verboden, zonder schriftelijke ver
gunning, af te geven door den plaatselijken
distributiedienst, motorbrandstof te koopen
of te verbruiken. Op dien datum vervallen
alle voorschriften en regelingen ten aanzien
van het afleveren en verbruiken van motor
brandstof, alsmede de op grond daarvan
afgegeven vergunningen. Deze vergunningen
blijven derhalve tot en met 30 Juni van
kracht. Er mogen echter vanaf heden geen
hieuwe vergunningen meer worden afge
geven.
Van het bovenvermelde verbod tot het koo
ien of verbruiken van motorbrandstof zijn uit
gezonderd Nederlandsche militairen in het bezit
Van bonnen, afgegeven door een door het depar
tment van Handel, Nijverheid en Scheepvaart
*3n te wijzen instantie.
De aandacht wordt er nogmaals op gevestigd,
^at bij het verbruiken van motorbrandstof in
Verband met de zeer geringe hoeveelheid, welke
bier te lande beschikbaar is, de grootst moge
lijke zuinigheid moet worden betracht. Vergun
ningen zullen dan ook slechts worden afgegeven
Voor geringe hoeveelheden bij uiterste noodzaak
eh uitsluitend aan die personen en ondernemin
gen, die in verband met de uitoefening van hun
beroep of bedrijf naar het oordeel van de tot
bitreiken bevoegde instanties daarvoor in aan-
bverking komen. Het maken van ritten voor
Particuliere doeleinden is derhalve verboden.
®en uitzondering hierop zal worden gemaakt
v°or invalidewagentjes, voorzien van een kleinen
blotor met zeer gering verbruik.
De plaatselijke distributiediensten mogen een
Vargunning slechts afgeven aan die verbruikers,
bie in het bezit zijn van een machtiging tot het
bt ontvangst nemen van een dergelijke ver
winning. De beslissingen ten aanzien van het
Vcrieenen van machtigingen ten behoeve van
Personenvervoer anders dan door middel van
'aki's, huurauto's en autobussen behoeven de
Goedkeuring van den directeur van het rijks
bureau voor aardolie-producten. Aanvraagfor
mulieren tot het verkrijgen van een machtiging
Ziin gratis te bekomen bij de plaatselijke dis
tributiekantoren. Deze formulieren moeten vol
ledig ingevuld en onderteekend worden inge
diend door:
a. Verbruikers van benzine, benzol of gas-
°ke, diénende voor de voortbeweging van motor
rijtuigen, bij den rijksinspecteur van het ver
keer van het district, waarin zij woonachtig of
Gevestigd zijn;
b. Verbruikers van benzine of benzol, die
bende voor de voortstuwing van vaartuigen of
de aandrijving van hulpmotoren aan boord van
vaartuigen bij de secretarissen of de daaropder
ressorteerende agenten van de bevrachtings-
c°mmissies;
c. Verbruikers van benzine of benzol als
handstof voor tractoren of stationnaire motoren
J'oor land- of tuinbouwdoeleinden, bij den direc-
•bbr van afdeeling 2 d kunstmeststoffen van
bet Rijksbureau voedselvoorziening in oorlogs-
ijd, Alexanderstraat 19, 's-Gravenhage;
d. verbruikers van benzine of benzol als
brandstof voor tractoren of stationnaire moto
ken voor andere dan land- of tuinbouwdoel-
bihden, bij den directeur van het Rijksbureau
y°or aardolieproducten, Zeestraat 100104 te
5-Gravenhage;
e. verbruikers van benzine, benzol of gasolie,
dienende voor andere doeleinden dan als motor
brandstof, bij den directeur van het Rijksbureau
v°or aardolieproducten.
De vergunningen, welke slechts geldig zijn
Gedurende een door den secretaris-generaal,
b'hd. hoofd van het departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart aan te wijzen tijd-
kak, zijn voorzien van een aantal coupons, wel-
b® in dat zelfde tijdvak recht geven op het
yoopen van een daarop aangegeven hoeveelheid
benzine, benzol of gasolie bij pomphouders. De
Pomphouder mag geen losse coupons in ont-
^angst nemen, doch moet de coupons eigen
handig van de vergunning knippen en de ont
togen coupons op opplakvellen plakken, welke
~ij het Rijksbureau voor aardolieproducten, als
mede bij de benzinemaatschappijen verkrijgbaar
gorden gesteld. Tegen afgifte van de opge
hakte coupons, zoomede van de bonnen ont
ogen van militairen, kan de pomphouder zijn
°orraad weder aanvullen bij den leverancier.
ö.Een afzonderlijke regeling is getroffen voor
hm verbruikers, hoofdzakelijk grootverbruikers,
?m over een aftapinrichting voor eigen ge-
klik beschikken. Deze categorie van verbrui
ds welke de motorbrandstof rechtstreeks van
den leverancier betrekt, heeft hiervoor geen
vergunning noodig, doch een door of vanwege
het Rijksbureau voor aardolieproductie af te
geven bestelbon. Deze bestelbonnen moeten wor
den aangevraagd bij een der onder a. tot en
met e. genoemde instanties. De bestelbonnen,
waarop moet worden aangegeven de hoeveelheid
motorbrandstof, waarop de verbruiker recht
heeft, zijn eveneens slechts geldig gedurende
een door den secretaris-generaal voornoemd aan
te wijzen tijdvak.
Als eerste tijdvak voor de geldigheid van
vergunningen en bestelbonnen als bovenbe
doeld is aangewezen het tijdvak van 1 Juli
tot en met 31 Juli 1940.
Pomphouders en leveranciers, welke de ont
vangen coupons, bonnen of bestelbonnen niet
aanwenden tot het aanvullen van hun voor
raad, zijn verplicht deze gedurende ten minste
zes maanden te bewaren en op eerste aanvrage
aan de met de controle belaste ambtenaren te
vertoonen.
Bij de Nederlandsche krijgsverrichtingen van
10 tot 15 Mei is op het eiland Goeree-Over-
flakkee het grondgebied der gemeente Ooltgens-
plaat voor een groot gedeelte geïnundeerd. Toen
men enkele dagen daarna het water had laten
wegloopen, hebben de kwieke Flakkeeënaars on
middellijk de hand aan den ploeg geslagen;
dank zij een zeer gewaardeerde medewerking
van het bureau voor bodemkundig onderzoek
der Wieringermeerdirectie, waren luttele dagen
later reeds 281 grondmonsters op zoutgehalte
onderzocht.
Daabij kwam iets zeer merkwaardigs aan
het licht. Ooltgensplaat ligt aan de uiterste
Zuidoostpunt van .dit eiland, waar Volkerak
en Hollandsch Diep tezamen komen; een
deel der geïnundeerde polders nu is onder
water gezet uit het Hollandsch Diep, een
ander deel nog wel bij vloed uit het
Volkerak. Het verschil, strategisch van geen
belang, was landbouwkundig beschouwd,
groot: de Noordelijke, uit het Hollandsch
Diep bevloeide polders vertoonen een zout
gehalte (uitgedrukt in grammen zout per
liter bodemvocht) van om en de bij 1, zelden
boven de 2; de zuidelijke uit het Volkerak
bevloeide polders liggen zoowat allen boven
de 5, en één grondmonster leverde zelfs een
zoutgehalte van 14 op!
De heer J. A. van Nieuwenhuijzen, voorzitter
van de vereeniging voor bedrijfsvoorlichting te
Ooltgensplaat, heeft zich gewend tot den Rijks-
landbouwconsulent en commissaris voor de bo
demproductie ir. v. d. Meer te Barendrecht; deze
verzocht ir Van Beekom te Middelharnis de
zaak voor hem te behandelen. Aldus is ge
schied.
De burgemeester van Ooltgensplaat, de heer
C. Slobbe, en de wethouder P. van Es, hebben
zich veel moeite getroost om van overheids
wege herstel der geleden schade te verkrijgen,
door het ontwerpen van een adres aan het
ministerie en het daarbij verschaffen van uit
gebreid wetenschappelijk documentatiemateriaal.
De Veeeniging van Bedrijfsvoorlichting hield
zitdagen te Ooltgensplaat, waar den landbouwers
kosteloos adviezen werden gegeven wat nog te
doen, of te laten. Het verschil tusschen de lage
zoutgehalten en de hooge bleek hier pijnlijk;
den eerstgenoemden kon gezegd worden, dat ze
zich slechts een betrekkelijk geringe beperking
in den nog te telen gewassen dienden op te leggen
den ergsten van de laatstgenoemde cateorie kon
slechts de raad gegeven worden, niets te doen,
aangezien alle arbeid en alle kosten voor poot-
goed weggeworpen geld zou beteekenen. Slechts
dengenen, die een zoutgehalte van (ruim) 13
gr. in hun grondmonster vertoonden, kon nog
geraden worden, voederbieten, klaver of lucerne,
een heel enkele maal ook nog aardappelen te
verbouwen.
De schade is groot en ingrijpend. Want de
groote boer heeft, doordat een deel van zijn
land geïnundeerd werd, minder werkkrach
ten noodig; de kleinere man, die seizoen
arbeider bij den boer was, mist die bijver
dienste, de kleine zelfstandige de mogelijk
heid van bij den grooterc te gaan werken
om z'n schade te verkleinen.
Zaterdagnacht omstreeks half twee is aan 't
Zandvoortsche strand ter hoogte van het Flat
gebouw een Nederlandsche contactmijn (zon
der slagpennen) aangespoeld. Het was een
zeer zware mijn met een zeer groot explosief
gehalte. Een patrouille van den luchtbescher
mingsdienst vond haar en trof terstond vei
ligheidsmaatregelen. Na overleg met de politie
en militaire autoriteiten werd bij de mijn een
wacht betrokken, terwijl tevens in de omgeving
enkele straten werden afgezet. Voorts werd het
strand voor het grootste gedeelte afgezet.
Zondagmiddag omsreeks half vier hebben de-
monteurs uit Den Helder het gevaarlijke pro
jectiel onschadelijk gemaakt. De mijn is daar
op naar den commandopost van den Luchtbe
schermingsdienst vervoerd en het strand werd
weer vrijgegeven.
In het kader van den wederopbouw van
het door oorlogsgeweld zoo zwaar getrof
fen centrum van Rotterdam zullen parti
culieren, wier zaken zijn verwoest, in drie
stadsgedeelten in de gelegenheid worden
gesteld noodwinkels, noodrestaurants en
dergelijke inrichtingen te bouwen en in te
richten. Deze plaatsen zijn in Dijkzicht
(een stadswijk begrensd door den ouden
Westzeedijk en het Binnenweg-kwartier),
in Bleydorp en aan den Coolsingel.
Wethouder J. Brautigam heeft deze mede-
deeling Maandag aan het A. N. P. verstrekt.
Hij veegde er aan toe, dat de voorbereidende
maatregelen zich reeds in een vergevorderd
stadium bevinden. Op genoemde drie plaat
sen komen in totaal ongeveer 80 noodzaken
groote- ep middel-groote winkels, restaurants
enz. waarvan ongeveer 60 op den Coolsingel
en in Bleydorp en ongeveer 20 in Dijkzicht.
Aan alie aanvragen van gegadigden voor
groote zaken heeft men Kunnen voldoen, niet
echter aan alle aanvragen voor noodrestau-
rants en andere dergelijke inrichtingen, welk
aantal vrij groot was.
Het ligt in de bedoeling, dat totaal 10 nood-
restaurants worden gebouwd. De grootste ruim
te, waarop men voor één zaak beslag mag leg
gen, is vastgesteld Op 600 vierkante meter.
,De heer Brautigam deelde voorts nog mede,
dat de bouw van deze 80 noodzaken geheel
voor rekening is van hen, die haar straks zul
len betrekken en die zijn aangewezen dcor een
commissie, welke de Rotterdamsche Kamer van
Koophandel en Fabrieken daarvoor in het
leven heeft geroepen. Terwille van een zekere
eenheid zullen zij bij den bouw overleg moeten
plegen met de centrale van architecten en met
toekomstige buren.
Naast deze 80 noiodzaken. aal de ge
meente elders 250 kleine noodwinkels plaat
sen: deze zullen worden verhuurd. De aan
besteding van dit complex geschiedt Don
derdag as.
Wanneer al deze noodinrichtingen in gebruik
zullen kunnen worden genomen, is uiteraard
moeilijk te zeggen. Met den bouw wordt ech
ter de grootste spoed betracht. Aangezien hier
sprake is van urgenten bouw, worden geen
moeilijkheden bij den aanvoer van materialen
verwacht.
Maandag is zonder eenigerlei officieele plech
tigheid het traject Sneek—Joure van den in aan
leg zijnden Rijksweg 43 (Afsluitdijk—Heeren
veen) voor het gebruik opengesteld. De ver
binding, tusschen deze beide plaatsen is daar
door wel zeer belangrijk bekort.
Bedroeg de afstand tot nog toe pl.m. 25
K.M., thans is deze teruggebracht tot 12
K.M.
Het nieuwe traject ligt geheel vrij van be
bouwde kommen en heeft een zes meter breede
hoofdrijbaan van cementbeton met slipstrooken
van 50 c.M. breed aan weerskanten en verharde
bermen van 2 y, meter. Aan één zijde is een rij
wielpad van 2.10 M. aangelegd. Er zijn, de
nieuwe brug in de traverse Sneek meegerekend,
zeven kunstwerken in het traject, waarvan drie
electrisch bewogen basculebruggen. Een daar
van is nog niet gereed. Deze kunstwerken en de
veenuitgraving, welke over het geheele traject
noodig was, maakten den aanleg zeer kostbaar.
De totale kosten liggen tusschen de twee en
drie millioen gulden, zoodat ze per meter leng
te van het traject de f 200.overschrijden.
De openstelling geschiedde door ir. J. C. N.
Ringeling, hoofdingenieur van den Rijkswater
staat, district nieuwe wegen, afdeeling Leeu
warden, onder wiens leiding en naar wiens ont
werp het geheele plan „Rijksweg 43" wordt
uitgevoerd.
Uit de Brabantsche boomgaardstreken bericht
men ons, dat de zware regenval gepaard met
hevigen wind in den loop der vorige week aan
zienlijke schade aan den kersenoogst heeft toe
gebracht. Een groot deel der aan de boomen
hangende rijpe en rijpende vruchten is name
lijk opengebarsten.
Nu de consument een afgepaste hoeveel
heid brood krijgt toegewezen, staat hij er
op, niet in zijn maag, noch in zijn porte-
monnaie getroffen te worden. Het broodje
gaat op de weegschaal welke naar ver
ondersteld wordt, nimmer faalt en wordt
te licht bevonden. Daar moet de bakker
hangen.
Men hoede zich echter voor een al te voor
barig oordeel. De consument dient te weten, dat
met het standaardgewicht vastgesteld bij
Broodbesluit, (tot nu toe 400 gr. en veelvouden
daarvan), niet op de eerste plaats bedoeld
wordt, dat het broodje geen gram lichter mag
wegen, maar dat de daarmede overeenkomenoe
hoeveelheid „droge stof" d.i. voedende bestand-
deelen, aanwezig is. Voor witbrood 240 gr.; voor
bruinbrood 225 gr.
Brood en brood zijn nog altijd twee, dit geldt
ook voor z.g. oorlogsbrood. Brood dat niet gaar
is gaat boven het standaardgewicht uit, maar
is slecht verteerbaar. Brood dat gaar is komt
ongeveer overeen met het standaardgewicht.
Brood dat doorbakken is, zal lichter wegen,
maar is bovendien smakelijker en lieftter te ver
teeren. En toch gebruikte de bakker in alle drie
gevallen dezelfde hoeveelheid deeg.
Omdat het niet moeilijk valt, met ons volks-
voedsel-bij-uitstek onregelmatigheden te plegen,
wordt de consument al sedert jaren door de
Warenwet beschermd. Wanneer dé keurings
dienst van waren, die met de controle op de
naleving van de warenwet was belast, tegen
een bakker proces-verbaal opmaakte wegens te
licht brood, dan was tevoren in 't laboratorium
geconstateerd, dat de vereischte hoeveelheid
droge stof te gering was.
Dat het bakproces gepaard gaat met ge
wichtsverlies door verdamping van vocht, zal
ieder duidelijk zijn. De bakker weegt zijn deeg
stukken of op pl.m. 450 gr. Naarmate de bakker
het brood meer doorbakken wenscht, wordt
het vochtverlies grooter, zoo zelfs dat een broodje
350 gr. kan wegen en toch volkomen aan de
warenweteischen voldoet, evenals minder door
bakken brood van 400 gr. Tenslotte is er nog
verschil tusschen versch en oud brood. Door het
oud worden kan een gewichtsverlies van pl.m
10 gr. optreden. Hieruit blijkt, dat er heel wat
factoren zijn waardoor een broodje minder dan
zijn standaardgewicht weegt, terwijl de hoe
veelheid droge stof, waar het op aankomt, gelijk
blijft.
Er is bij vroeger niets veranderd. Het or
gaan, dat met het toezicht op de naleving van
de Warenwet is belast, n.l. de keuringsdienst
van waren, blijft ongewoon zijn taak vervullen
en ziet toe, dat den consument niet tekort wordt
gedaan. Het publiek dient evenwel te weten,
zulks om onaangename misverstanden te voor
komen, dat, ook al stemt het gewicht van het
brood niet heelemaal overeen met het aantal
grammen op de broodbonnen vermeld, dit
geenszins behoeft te beteekenen, dat het tekort
is gedaan.
Volgens een D.N.B.-bericht uit Berlijn heeft
de Fuehrer het ridderkruis van het IJzeren
Kruis verleend aan luitenant-kolonel De .Boer,
commandant van een artillerie-regiment.
Luitenant-kolonel De Boer heeft op 10 Mei
aan het hoofd gestaan van de strijdgroep-De
Boer, welke hij op persoonlijk initiatief had
samengesteld. Ondanks de benarde positie,
waarin hij verkeerde tijdens de straatgevechten
te Dordrecht, theeft luitenant-kolonel De Boer
onder de moeilijkste omstandigheden met succes
een aanval gedaan op den veel sterkeren tegen
stander. Het energieke ingrijpen van zijn afdee
ling en het voortdurende persoonlijke optreden
van den luitenant-kolonel hebben het mogelijk
gemaakt, de brug te Dordrecht, die voor het
verloop van den geheelen strijd van groot be
lang is geweest, te bezetten.
Blijkens mededeeling van het Kon. Ned. Met.
Instituut is in het etmaal van 's avonds 14
tot 's avonds 15 Juni in Noord-Holland in de
omgeving van Oudkerspel de weersgesteldheid
kritiek geweest voor het optreden van de aard
appelziekte.
Te Dongen is een bijeenkomst gehouden van
lederfabrikanten ter .overweging van maatrege
len in verband met den gang van zaken in
dezen tak van Brabantsche nijverheid. De ver
gadering stond onder leiding van den heer
Uijtendaal, uit Gilze-Rijen, aks vertegenwoordi
ger van het Rijksbureau voor huiden en leder.
Geconstateerd werd, dat de toestand in het
bedrijf thans veel te wenschen overlaat. In ver
band daarmede werd besloten den werktijd te
rug te brengen van 48 op 36 uur en kostwin
ners het laatst voor ontslag te doen in aan
merking komen.
Het moeilijkst is momenteel de toestand voor
de fabrieken voor militair leder. 70 tot 80 pet.
der orders zijn hier weggevallen. Er zal een uit
weg moeten worden gevonden om deze bedrij
ven aan het werk te doen blijven.
Ook in de schoenindustrie is de toestand zeer
moeilijk geworden
Naar wij vernemen zal prof. dr. Willem Men
gelberg binnenkort te Berlijn een aantal con
certen van de Berliner Philharmonic dirigeeren.
Dit optredenvan Mengelberg zal niet de
eenige manifestatie zijn, die Nederlandsche
kunst of Nederlandsche kunstenaars- in de Duit
sche hoofdstad geven. Zoo za) op 23 Juni in de
Beethovenzaal aldaar een clavecimbel-concert
plaats hebben met een programma, dat voor het
grootste gedeelte gewijd zal zijn aan Nederland
sche muziek.
De Humboldt-club gaf onlangs een concert,
waarin de jonge violist Jan Bom uit Neder-
landsch-Indië als solist optrad.
In de fabrieken van de N.V. Compagnie Neer-
landaise de l'Azote te Sluiskil (Z.V1.) sprong
een gasbuis. Aanstonds werden maatregelen ge
troffen om de werklieden m veiligheid te bren
gen. Een hunner, afkomstig uit Graauw, had
echter reeds zooveel gas ingeademd, dat men
voor zijn leven vreesde. Kort na aankomst in
zijn woning overleed hij.
Mr. dr. L. N. Deckers, voorzitter van de Al-
gemeene Nederlandsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer schrijft ons:
Het is begrijpelijk, dat velen, die in het
voorjaar mooie vacantieplannen hebben ge
maakt, door de gebeurtenissen van den laatsten
tijd er toe gebracht werden door die plannen
een streep te halen. Sommigen zullen hiertoe
verplicht zijn daar zij helaas financieel zóó veel
geleden hebben, dat voorshands elke uitgave,
die niet strikt noodzakelijk is, achterwege moet
blijven. Voor vele anderen geldt dit echter niet.
Hun zouden wij willen vragen hun plannen uit
te voeren. Reeds elders betoogden wij hoe nut
tig voor henzelf eenige dagen van ontspanning
zullen zijn. Hier willen wij de aandacht vragen
voor de belangen van de hotels, pensions,
(waarvan in ons land het totale aantal naar
schatting 12.000 bedraagt) en van de duizenden
medeburgers, die daarin werkzaam zijn. Het zou
voor vele hotel- en pensionbedrijven eenvoudig
ruïneus zijn indien allen, die een plaats hebben
besproken voor den vacantietijd, die overeen
komst want dat is het toch! eenzijdig ver
breken. Laat men zich rustig bedenken voor
men hiertoe overgaat. Wij houden ons ervan
overtuigd, dat dit nadenken in de meeste ge
vallen zal leiden tot het besluit het vacantie-
plan uit te voeren en in een der vele mooie
oorden van ons heerlijke Nederland nieuwe
krachten te gaan opdoen voor den opbouwen-
den arbeid, die ons allen wacht.
De arbiter voor de loonen in het veenbedrijf
in Overijsel en Drente, Prof. Dr. G. Minder-
houd, heeft in Hotel Geitenbeek te Zwolle de
eerste bespreking gehad met het bestuur van de
Federatie van vervenersorganisaties en de
hoofdbesturen van de vier Landarbeidersorgani
saties. Eerst hadden onder leiding van Prof.
Minderhoud besprekingen plaats, welke ten doel
hadden na te gaan, of partijen door directe be
sprekingen tot overeenstemming zouden kunnen
komen. Deze besprekingen hadden geen resul
taat.
Vervolgens heeft de arbiter, die verklaarde in
zake de groote fabrieksturf reeds overleg te heb
ben gepleegd met het departement van Econo
mische Zaken en die over deze aangelegenheid
zich nogmaals in verbinding zal stellen met dat
departement, zich in details laten inlichten over
het standpunt van beide partijen. Indien aan
den arbiter zal blijken, dat de hem verstrekte
inlichtingen nog aanvulling behoeven, zal hij
partijen opnieuw oproepen tegen Vrijdag 21 Juni
e.k. ten Provinciehuize te Assen. Daarna zal hij
zoo spoedig mogelijk uitspraak doen.
Op een spoedige beslissing, werd in verband
met het feit, dat het seizoen ten einde loopt,
door beide partijen aangedrongen.
(OM BROODBONNEN IN TE DOEN)
PORTEFEUILLES en ETUIS voor klein papieren geld, ook voor de
STAMKAARTEN, met venster alles in prima leder, vanaf 25 cent
ACTETASSCHEN en KLEINE LEDERWAREN, ook op bestelling
'W BOODSCHAPTASSCHEN IN LEDER, VANAF 1 GULDEN
•EENIG ADRES IN AMSTERDAM:
TUSSCHEN PALEIS- en HARTENSTRAAT TELEFOON 41168
Met herhaling en aanvulling van hetgeen on
langs werd medegedeeld, wordt bekend gemaakt,
dat aan belastingplichtigen, die over verstreken
belastingjaren hun aangiften voor de belastin
gen naar inkomen en vermogen niet hebben ge
daan zooals het behoorde, de gelegenheid wordt
gegeven hun fout te herstellen door begane on
juistheden te verbeteren, zonder dat zij zich
daardoor blootstellen aan de sancties, welke op
het doen van onjuiste aangiften staan Een
juiste of verbeterde aangifte voor de belastin
gen naar inkomen en vermogen voor het belas
tingjaar 1940/1941, waaruit blijkt, dat over
vroegere jaren onjuiste aangiften zijn gedaan,
zal namelijk worden beschouwd als een uit eigen
beweging gedane verbetering van die vroegere
onjuiste en onvolledige aangiften.
Dit heeft in de eerste plaats tot gevolg, dat
tegen de aangevers geen strafvervolging
wegens het doen van onjuiste aangiften over
vroegere jaren zal worden ingesteld. Voorts is
bepaald, dat bij navordering van belasting over
vroegere belastingjaren, waarvoor de wettelijke
termijn voor navordering nog niet is verstreken,
geen verhoojing zal worden gevorderd en ver
der, dat ook wegens andere overtredingen van
de wetten op de belastingen naar inkomen en
vermogen, zooals het overleggen van valsche of
onjuiste boeken, bescheiden en opgaven, geen
strafvervolging zal worden ingesteld.
Voor hen, die hun aangiften over het
belastingjaar 1940/1941 reeds hebben ge
daan, staat de gelegenheid tot het verbete
ren van evcntueele onjuiste aangiften open
tot 15 Juli 1940.
Ook zij, die door de oorlogsomstandigheden
of om andere redenen niet in staat zijn ver
beterde aangiften vóór 15 Juli 1940 te doen,
zullen op straffeloosheid aanspraak hebben, in
dien zij den inspecteur der directe belastingen
vóór dien datum van de onjuistheid hunner
aangiften kennisgeven, met de verklaring, dat
zjj ten spoedigste een juiste en volledige aan
gifte zullen doen.
Mochten onjuiste aangiften voor de dividend
en tantième-belasting of voor de doode hand
belasting zijn gedaan, dan kunnen ook deze
vóór 15 Juli 1940 straffeloos worden verbeterd.
Een gelijk standpunt zal worden ingenomen
ten aanzien van de rechten van successie en
van schenking, met dien verstande, dat zelfs de
heffing van de belasting zelve achterwege zal
blijven, indien het overlijden of de schenking
heeft plaats gehad vóór 1 Mei 1931.
Met nadruk wordt ten slotte nog de aan
dacht gevestigd op het belang voor de be
lastingplichtigen van dit generaal-pardon
mede in verband met de spoedig te verwach
ten deviezen voorschriften. De termijn zal in
geen geval meer na 15 Juli 1940 worden ver
lengd.
Maandag zijn op de Algemeene Begraaf
plaats te Vlaardingen ter aarde besteld drie
Engelsche militairen, die op 11 Mei in de nabij
heid van Vlaardingen het Jeven lieten. Het wa
ren J. A. Corrie Hill, commander; T. Hiigs en
T. Goshawk, matrozen.
De plechtigheid werd bijgewoond door den
heer M. C. Siezen, burgemeester van Vlaardin
gen; C. J. NoëlI, vertegenwoordiger van de
Amerikaansche legatie, welke de belangen van
Engeland behartigt; fregatten-kapitein Tribb,
als vertegenwoordiger van den Duitschen mari
nebevelhebber in de Nederlanden; admiraal Ar-
nauld de la Periereadjudant P. Cool, vertel -
genwoordiger van den chef van den Nederland-
schen Marinestaf; overste Van Suchtelen van
Hare, directeur van het loodswezen te Rotter
dam; P. D. N. Jonckheer, voorzitter van het
Roode Kruis te Vlaardingen, en zuster D. M.
Itjeshorst, directrice van het ziekenhuis te
Vlaardingen.
De drie kisten waren gedekt met de Engel
sche vlag en een drietal kransen n.l. een van
de Duitsche marine, waaraan twee roode linten
met het hakenkruis en het ijzeren kruis, een
van de Koninklijke Nederlandsche Marine en
een van het Roode Kruis.
Nadat de kisten in een gezamenlijk graf wa
ren neergelaten las ds. Groenenberg, Ned, Herv.
predikant te Vlaardingen, die gekleed was in
ambtsgewaad, in het Engelsch een gedeelte uit
den bijbel voor, waarna hij in het Nederlandsch
een woord van afscheid sprak.
Spreker eindigde de plechtigheid met het uit
spreken van het „Onze Vader" m het Engelsch.
Het Nederlandsche Persbureau te Berlijn
meldt:
De nieuwe reisgeldregeling tusschen Duitsch
land en het bezette Nederland wordt door de
Nederlandsche kolonie te Berlijn met vreugde
begroet. Terwijl men vroeger als regel slechts
de tegenwaarde van 10 R.M. kon meenemen,
wordt thans een reisgeld ter waarde van 300
RM'. toegestaan. Weliswaar zal voorloopig
slechts bij wijze van hooge uitzondering een be
zoek aan het vaderland mogelijk zijn, maar in
de Nederlandsche kolonie te Berlijn hoopt men,
dat de Duitsche overheid van lieverlede toe
schietelijker zal worden met het verleenen van
reisvergunningen.
(Nadruk verboden)
Ben je niet blij, Linda, dat ik je verrasï
je niet meer van me? vroeg Delareine.
,l6stig gemaakt door haar stilzwijgen. Hij trok
a*r arm nog vaster onder den zijnen.
v O, ja. ik ben blij, antwoordde de jonge
f°Uw werktuigelijk.
,^ij overlegde bij zich-zelf. Neen, niemand,
ri'minst die schilder met zijn lastigen, scher-
*11,
w11 blik, mocht medelijden met naar hebben!
lehïand mocht zich vroolijk maken over haar!
0 Weet je wat zei ze toen. ik vind, dat we
(.''üer deze omstandigheden beter zouden doen.
verhuizen naar 't hooger gelegen, groote ho-
k., »Erzherzog Johann". De kamers naast mij
Mie bezet en je zoudt genoegen moeten ne-
,j eh met 'n hokje op de tweede verdieping, en
Wil ik nietBovendien is 't eigenlijke
otel nog veel mooier gelegen.
Prachtig idee! Ik wil natuurlijk altijd zoo
cilt mogelijk bij je zijn.
1 Nu goed. We blijven nog acht dagen in 't
h°tel. en keeren dan samen terug naar Wee-
Werkelijk? Zou je dat willen doen? riep
Delaraine overgelukkig uit. Ben je daar al sterk
genoeg voor?
Ik geloof, dat ik heelemaal hersteld ben.
In den loop van dit gesprek waren zij lang
zaam de promenade op en neer gegaan. Nu
sloeg Linda de richting naar de dépendance in.
Delareine moest maar onmiddellijk naar een
auto uitzien; zij zelf zou met den portier alles
in orde brengen, en voor de bagage zorgen en
Renée Hartlieb in kennis stellen. Deze moest
maar weten, wat zij deed: óf haar volgen naar
't hotel, óf in de dépendance blijven.
De barones besloot tot het laatste, wat Linda
heimelijk plezier deed. Trouwens, reeds over
twee dagen zou zij terugkeeren naar Weenen.
Toen mevrouw Delareine een half uur later
aan den arm van haar man in den theesalon
verscheen, om vóór haar vertrek nog gauw een
kopje te drinken en afscheid van haar kennis
sen te nemen, las men blijde voldoening op haar
schoon gelaat.
't Speet haar verschrikkelijk, te moeten ver
trekken. omdat er in de dépendance geen be
hoorlijke kamer voor haar man te krijgen was,
en zij vlede zich met de hoop, de dames en
heeren weldra in hun villa te Dornbach bij
Weenen te mogen ontvangen.
Zeer behendig wist zij hier en daar een
woord, dat de positie van haar man in een bij
zonder gunstig licht stelde, in te lasschen.
Vooral de Engelsche dames spitsten de ooren
toen zij vernamen, dat Delareine een schilde-
rijenverzameling bezat, waarvan ook Baedeker
repte, en dat hij aan 't hoofd stond van den
eersten kunsthandel van Weenen.
Linda constateerde met voldoening, dat zij
hem onmiddellijk met heel andere oogen beke
ken en hem zelfs met respect bejegenden. Trou
wens, hij gedroeg zich nu ook tot haar volle
tevredenheid.
De reis had hem afgemat; de aanwezigheid
van zoovele vreemde menschen werkte ook ver
moeiend op hem en zoo bepaalde hij zich tot
eenige beleefde woorden, waarmede hij den
besten indruk maakte.
Lessen was er niet, en dat verheugde Linda
niet weinig.
Toen zij in 't donker den weg naar het hoteJ
„Erzherzog Johann" opreden, dacht zij:
„Gelukkig, 't is nog al goed afgeloopen. Nie
mand zal durven zeggen, dat mevrouw Dela
reine een ongelukkige vrouw is!"
Acht dagen later keerde zij met haar man
terug naar Weenen. Delareine was intusschen
eenigszins op zijn verhaal gekomen; hij zag er
frisscher uit en scheen bijna weer de oude.
Maar als hij met zijn vrouw alléén was, bleek
zijn liefde voor haar een nieuw karakter aange
nomen te hebben; op de eerste plaats was bi)
uitermate gedwee, angstig bezorgd om haar door
geen woord of gebaar te prikkelen. Op haar
doen en laten durfde hij niets meer afdingen
en met bespottelijken ijver vervulde hij al haar
verlangens.
De reden daarvan lag hierin, dat Linda's
houding te zijnen opzichte heelemaal veranderd
was. Zij kon het niet meer van zich verkrijgen,
ook maar in schijn, zooals vroeger, zijn verliefd
gedoe te accepteeren. Maar zij stiet hem ook
niet brutaal van zich af, deed geen scherpe, ha
telijke uitvallen meer. Voor zijn goed of slecht
humeur was zij totaal onverschillig;- ja, die af
wisselingen scheen zij niet eens te bemerken.
En Delareine kende den aard zijner vrouw te
goed, om niet die absolute onverschilligheid
méér te vreezen dan haar driftige uitvallen van
vroeger.
Hij sidderde van angst, haar geheel te zullen
verliezen, en was verschrikkelijk jaloersch op
iederen man, die, jonger dan hij, zich verstoutte,
haar bijzondere attenties te bewijzen.
Dit gevoel werd nog sterker, toen het later
bleek, dat de kleine Paul een naar geest en
lichaam achterlijk kind zou blijven. Zijn ge
zichtje was weliswaar niet meer zoo oudachtig-
leelijk; maar de blik van zijn groote blauwe
oogen bleef leeg en zijn mondje bleef stom.
Eerst na verloop van twee jaar kon hij een paar
woorden stamelen en te naastenbij recht staan
op zjjn dunne beentjes.
Dit was voor Linda een reden tot verdriet en
maakte haar inwendig woedend. Een tijd lang
bemoeide zij zichzelf met 't kind, maar enkel
met dit gevolg, dat kleine Paul bang voor zijn
ongeduldige en onvriendelijke moeder, meer en
meer achterlijk scheen te worden.
Op zekeren dag ontmoette zij in 't park He-
lene Hardy, met twee prachtige, door en door
gezonde babies in een eenvoudig maar net kin
derwagentje. Thuis gekomen, kon zij haar woes
te smart niet meer beteugelen en riep Delareine
toe: „O, waarom heb ik je getrouwd! Enkel om
een miserabel schepseltje ter wereld te brengen,
waarvan ik niet kan houden en waarover ik
me schaam!"
Delareine verschrok en wilde haar trooster-
maar zij stiet hem ruw van zich af en sloot
zich op in haar kamer. En nu kwam zij tot het
verschrikkelijk bewustzijn,dat zij haar eigen
kind haatte, dat het geen schakel, maar een
scheidsmuur tusschen haar en haar echtgenoot
was!
Van toen af zag mij Linda hoogst zelden in
de kinderkamer. Zij begon haar tijd nog meer
buitenshuis door te brengen, zocht méér nog
dan vroeger troost in mondaine vermaken. Ge
durende het seizoen maakte zij verre reizen, nu
eens met Delareine, dan weer met haar vrien
din Reneé of met een heelen troep kennissen.
Kleine Paul werd dan met zijn bonne naar
Pachstatten gestuurd.
Die vorstelijke levenswijze kostte natuurlijk
reusachtige sommen. Maar Delareine dacht er
zelfs niet meer aan, haar opmerkingen te ma
ken, laat staan haar iets te weigeren.
Hij was blij wanneer zij hem in haar na
bijheid duldde, dankbaar wanneer zij er opge
ruimd uitzag en zijn nog altijd hevige jaloersch-
heid niet op te harde proef stelde.
Omstreeks dien tijd kwam op zekeren dag
Renée Hartlieb met haar neef, den schilder
Lessen, haar vriendin een bezoek brengen, en
stelde den heer Delareine den jongen man voor.
Lessen was twee jaar te Rdtne geweest en
Linda had in dien tijd niets van hem gehoord.
Nu kwam hij plotseling weer opdagen, schaar
de zich in de rij harer bewonderaars en maakte
haar discreet 't hof, zooals in den eersten tijd
van haar verblijf in de Semmering-streek,
welke herinnering trouwens door geen van bei
den werd opgehaald.
Linda, die aanvankelijk een weinig verschrok
ken was over dat onverwacht wederzien, triom
feerde spoedig in stilte. Hij had indertijd ner
veuze onrust en bittere gevoelens bij haar op
gewekt en dat had zij hem niet kunnen verge
ven. Maar nu was de tijd voor de revanche ge
komen. Nu mocht hij met de anderen aan haar
voeten liggen. Des te zoeter zou het dan zijn,
hem zoo wreed mogelijk teleur te stellen!
XII
De jongen, door oom Bastia&n zoo ongedul
dig verbeid bij de Hardys, liet nog een poosje
op zich wachten. Maar tegen 't einde van het
tweede jaar kwam er weer een meisje, even
blond en frisch als het eerste, maar met don
kere oogen. Hardy stond er op, dat het wichtje
Helene zou worden gedoopt, hoewel de meter,
mevrouw Redl, Marianne heette.
Eerst het derde jaar deed de stamhouder zijn
intrede in deze wereld. Oom Bastiaan kwam
naar Weenen, hoewel hij zich, naar hij zei, in
den laatsten tijd weer heelemaal van streek had
gevoeld. De Hardys vonden hem erg vermin
derd en hij had waarlijk moeite om zich op de
been te houden.
(Wordt vervolgd.)