Geruchten rondom den Hertog
van Windsor
Herleeft een oud
conflict?
Het telefoonverkeer
is bevredigend
NATIONALE PAASCHLOTERIJ 1940
DE MOORD TE LEiDSCHENDAM
COÖRDINATIE VAN KRACHTEN
Minder vertraging op
groote afstanden
Koopman in hooger
beroep voor het hof
Ceta-Bever VLEKKENWATER
Het streven naar eenheid is thans de mooiste
taak der boerenorganisaties
r
VRIJDAG 21 JUNI 1940
Kerkelijk Leden
n-
PLOTSELING OVERLEDEN
VRIJSTELLING VAN LEGES
DE 15 HOOFDPRIJZEN:
Voor uittreksels Burgerlijke Stand
voor militaire pensioenen
Voor vuil, vet, smeer en zooveel meer. - 25 cent. Bij drogisten.
Deskundigenverhoor
Audiëntie
Getuigenverhoor
LUIT.-KOLONEL ROOSJEN
OVERLEDEN
Mobilisatie-vrij gestelden
Bij thans werkloosheid moeten zij
zich melden hij hun depot
out
«Volgens geruchten van de Fransch-
Zwitsersche grens, die ook te Genève de
ronde doen, zou Churchill bevel hebben
gegeven den hertog van Windsor gevangen
te nemen, wanneer hij den Engelschen
bodem zal betreden.
Als reden voor dezen maatregel wordt
de houding genoemd, welke de hertog zou
hebben aangenomen tegen de Engelsche re
geering en tegen koning George," aldus
luidde een bericht, dat wij gisteren van het
D. K: b. ontvingen, en vandaag meldt het
zelfde persbureau, dat de hertog van Wind
sor Donderdagavond te Barcelona is aan
gekomen.
Het is zeker merkwaardig, dat de figuur
van den hertog van Windsor, den vroegeren
koning Edward VIII, die den lOden December
1936 ten gunste van zijn broeder, den hui-
•%en koning van Engeland George VI, af
stand deed van den troon, om een huwelijk
ie kunnen sluiten met de Amerikaansche Mrs,
®Unpson, juist in deze dagen, nu de Duitsche
veldtocht in zijn laatste wellicht beslissende
Phase, die tegen Engeland namelijk, is geko
men, weer op dan voorgrond treedt of op den
v0orgrond gebracht wordt. En onwillekeurig
Vragen wij ons af of dan misschien tóch de
Reinigen, die meenden, dat niet het huwelijk,
•baar de politiek de voornaamste rol ge
speeld heeft bij Edwards aftreden, gelijk heb-
ken gehad.
Wie waren die weinigen? Het waren niet
aUeen fascisten en de minderheden onder het
volk, die zich destijds tegen den troonafstand
van den populairen vorst verzetten, er werd
°°k meer dan één katholieke stem gehoord
berinneren wij slechts aan het opzienbaren
de artikel in de Catholic Times, dat in Enge
land veel kwaad bloed zette welke waar-
Schuwde, dat men zich niet door de sensatie-
Pers moest laten beïnvloeden en welke zich
5cherp keerde tegen het optreden van de re-
teering-Baldwin en de meeste Anglikaansche
bisschoppen. Zij beweerden, dat Edward weg
•hoest omdat hem een politiek verweten werd
^elke niet met die der regeering overeenstem
de en deze politiek zou pro-Duitsch ge
feest zijn.
Eerst anderhalf jaar later verschenen er in
Si Engelsche en Amerikaansche pers artike-
n, welke wat meer licht wierpen op den
toonafstand. Het waren vooral de publicaties
van den bekenden Engelschen katholieken
aUteur Compton Mackenzie en den Ameri-
baanschen journalist Eugene Young. Wij heb
ben destijds in ons blad uitvoerig de meenin-
Pen van deze twee schrijvers weergegeven en
vooral waarde gehecht aan hetgeen Compton
Mackenzie schreef, omdat zijn artikelen, in
tgenstelling tot die van Young, niet voor een
Amerikaansch publiek bestemd waren, dat
hechts op sensatie en schandaaltjes belust
h^as, vooral wanneer het de figuur van den
hertog van Windsor betrof.
Het lijkt ons niet oninteressant om in deze
dagen nog eens te herinneren aan hetgeen toen
°ver den afgetreden Engelschen koning werd
beschreven. Compton Mackenzie w<as een ver
trouwensman in de entourage van Edward VIII
6h vertoefde vaak op 's konings buitengoed Bel
vedère.
De Amerikaan Young was het hierin met
^otnpton Mackenzie eens, dat de groote crisis
Van December 1936, waaruit de troonsafstand
Voorkwam, een „constitutioneele crisis" was. Dit.
Ml zeggen: de huwelijksplannen van den ko
ning waren er de directe oorzaak niet van.
De politieke beweegredenen, waarover Young
•heer in den breede uitweidde, als zouden „de
Vrienden des konings" een pro-Duitsche coterie
bevormd hebben, een soort fronde tegen de re-
Seering-Baldwin, werden door Compton Macken-
echter als een wat gewaagde beschuldiging
beschouwd.
De katholieke schrijver drukte zich wat
voorzichtiger uit in zijn publicatie „The
Windsor Tapestry" en zegt, dat de Prins
Van Wales, door al tijdens het leven van
koning George V „zijn eigen vriendenkring"
te kiezen, zich politieke vijanden maakte,
Waardoor hij, ongewild, het middelpunt
Werd eenerja, coterie, die inderdaad
„geacht werd een fronde tegen de Baldwin-
legeering te vormen". Maar dan in dezen
zin: door een grooter initiatief voor te staan
Van den koning, die géén willooze pop wilde
zijn in het spel der partijen, maar wel „een
strict .constitioneel vorst". Wat de
vriendschap voor mevr. Simpson betreft,
kon deze „niet een euphemische genoemd
Worden: zij, die dit woord niet in zijn na
tuurlijke beteekenis aanvaarden, behoeven
dit boek niet verder te lezen, omdat zij,
ondanks alle verknochte belangstelling,
tóch niet zouden begrijpen, waar het eigen
lijk om gaat...." Zoo waarschuwde Comp
ton Mackenzie. De regeering en de Angli
kaansche aartsbisschop vreesden begin 1936,
„dat de invloed van mevr. Simpson over-
heerschend zou worden"; en dit héél bij-
Zonder, nadat Edward, Koning geworden,
hict het echtpaar Simpson naast zich, voor
®en venster in het St. Jamespaleis de plech
tige afkondiging van zijn troonsbestijging
Rade sloeg".
jCompton Mackenzie zegt dan verder, dat
•Zoning Edward Engelands ware belangen
b'ende. Engelands prestige in het buitenland
i'D'hoogde en door zijn vacantiereis in de wa
nten der Levantstaten den vrede bevorderde,
j- Konings tegenstanders noemden dit een pro-
Pbitsche politiek. Vooral deze vacantiereis
baarde in heel Engeland en Europa veel op-
De foto's die toen al van koning Edward
•J Mrs. Simpson in de bladen verschenen, Waren
^ker weinig kiesch, maar de reis, politiek be-
fjh. was één groot succes. In weinige weken
Reikte hij, wat de ministers in geen jaren
xfdden kunnen bereiken. Ziehier wat Compton
Mckenzie er over schreef:
.Het probleem der Middellandsche Zee had
'ch van jaar tot jaar onoplosbaar getoond, tot-
tt de Abbessynische en Spaansche oorlogen elke
?anier van oplossen schier onmogelijk maakten.
5°ning Edward besloot in de eerste maanden
zijn regeering, dat het hoog tijd was zélf
te gaan onderzoeken, of er uit dien aller-
.^reurenswaardigsten toestand geen uitkomen
^gelijk was. Met de „Nahlin" bezocht hij eerst
j^'Us Paul, regent van Joego-Slavië, met wien
yi tijdens de dagen na de begrafenis van George
k. 'h Londen al van gedachten gewisseld had.
juist was dr. Schacht te Belgrado op be-
geweest. En koning Edward wilde nu ver-
De Hertog van Windsor
hinderen, dat een betere Duitsch-Joego-Slavische
verstandhouding bij een eventueelen oorlog zou
ontaarden tot een vijandige houding tegenover
Engeland. Daarna bracht de Engelsche koning
een bezoek aan den Ataturk in den Bosporus;
hij wist het Turksche staatshoofd, met wien
óók over de teruggave van de Dardanellen aan
Turkije werd gesproken, voor Engelands Levant-
politiek te winnen. Terloops zij opgemerkt, dat
een Turksche order van 3.000.000 nu ook niet
naar dr. Schacht's land, maar naar de Britsche
staalfabrieken ging. Koning Edward bracht een
week later een bezoek aan koning Boris te So
fia. In den luxê-trein van den Ataturk reed hij
door naar Weenen, waar hij den bondspresident
en kanselier Schuschnigg bezocht en zijn vriend,
den bankier Eugène baron Rothschild. Uit Wee
nen vloog de koning op 14 Septemer terug naa -
Londen.
Daar werd zijn Balkanreis als een zijner
meest succesvolle „diplomatieke missies" ge
prezen: de blijvende resultaten gelden tot op
dezen dag. Maar.... óók de „conspira
tie-theorie was er h,et gevolg
v a n."
Zóó werpt de Engelsche schrijver een geheel
ander licht op den troonsafstand. Geen En-
gelschman en zeker geen katholiek kon de ver
houding van Koning Edward en de tweemaal
gescheiden vrouw Mrs. Simpson goedkeuren,
maar het zou verkeerd zijn dit alleen als de re
den van Edward's troonsafstand te beschouwen.
Het verzet der regeering, die van Koning Ed
ward ultimatief een beslissing binnen 24 uur
eischte, zat waarschijnlijk dieper.
De „conspiracy theory" ontstond, toen de Ko
ning na de troonsbestijging, zonder de regeering
te kennen, deze merkwaardige woorden tot zijn
volk sprak:
„Hoewel ik thans tot u spreek als Koning,
ben ik nog altijd dezelfde man, die bij de mees
ten mijner luisteraars beter bekend is als de
Prins van Wales."
's Konings vijanden voelden in deze woorden
„den eersten steen uit Davids slinger."
Nog geen jaar later werd hij openlijk voor
de keus gesteld: aftreden als koning of zijn
huwelijk opgeven met Mrs. Simpson.
10 December 1936 deed hij afstand.
Hedenmorgen is te Groningen in den ouderdom
van 45 jaar plotseling overleden de heer H. J.
van Dijk, hoofd-irrspecteur van politie, chef van
de afdeeling Verkeerswezen te Groningen.
De heer H. J. van Dijk werd 31 Mei 1895 in
Dokkum geboren. Hij bezocht de H. B. S. in
Heerenveen en was vervolgens eenige jaren als
ambtenaar bij de poltie werkzaam te Amster
dam. In 1918 volgde zijn benoeming tot inspec
teur van politie te Groningen, waar hij zich spe
ciaal toelegde op het verkeersvraagstuk. In 1936
werd hij benoemd tot hoofd-inspecteur. De
thans overledene was secretaris van de afd.
Groningen der Ned. Ver voor Veilig Verkeer.
De toestand van het telefoonnet was na het
einde der oorlogshandelingen zorgwekkend. Niet
alleen was er veel schade aan de locale netten
en installaties, maar ook de interiocaie geleidin
gen waren voor een groot deel gestoord. De in
teriocaie kabels hangen n.l. onder de verkeers-
en spoorbruggen en voor zoover deze verwoest
waren, en in vele gevallen ook elders, waren de
kabelverbindingen verbroken.
Thans, ruim één maand later, is dank zij
den harden en voortvarenden arbeid der
P.T.T.-diensten, het telefoonverkeer op en
kele uitzonderingen na reeds weder in menig
opzicht bevredigend.
Wat de locale situatie betreft, alle telefoon
netten in Nederland ook met zekere beper
kingen in Zeeuwsch-Vlaanderen zijii thans
bereikbaar.
Waar de rivierovergangen gestoord zijn, zijn
thans overal door hef water noodkabels gelegd.
Het spreekt vanzelf, dat deze verbindingen in
den regel een geringere capaciteit hebben dan de
later te leggen definitieve kabels.
De telefonische verkeerswegen zijn dus
zeer versmald en daarom kan het niet an
ders, of de aanvrager van een telefoonge
sprek, vooral op langen afstand, moet veelal
langer wachten. Dit wachten duurt echter
op de meeste verbindingen reeds belangrijk
korter dan nog voor enkele dagen het geval
was.
Daarbij komt als gunstige factor, dat het
automatische districts- en interdistrietsverkeer,
dat uiteraard steeds zonder tijdverlies wordt af
gewikkeld, thans vrijwel hersteld is. Ook de snel-
verkeersverbinding tusschen Amsterdam en
"s-Gravenhage kon weder in werking worden
gesteld.
In een minder gunstige positie verkeert daar
entegen Rotterdam, waar de interiocaie centrale
ernstig werd beschadigd, zoodat het interiocaie
verkeer thans in een noodcentrale van kleine
capaciteit onder weinig gunstige omstandighe
den moet worden afgewikkeld.
Is dus de toestand over het geheel niet on
bevredigend, aan het snelle, bijna wachttijdlooze
verkeer van vóór den oorlog is men nog geens
zins toe. De voor-oorlogsche toestand zal eerst
weder kunnen worden bereikt, wanneer de her
stelde nieuwe definitieve kabels de noodkabels
zullen hebben vervangen. Dit zal uiteraard nog
wel eenige maanden duren.
Donderdag 20 Juni is gehouden de DERDE en EAATSTE TREKKING van de
Nationale Paaschloterij 1940, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit dd. 27 Jan. 1940
2e afd. A. No. 1158; 18 'Maart 1940, 2e afd. A. No, 1138; 8 April '40 2e afd. A, No, 1152
Met deze derde en laatste trekking lootten mede de lotkaarten, welke na 10 April
zijn ingezonden.
Serie 1. H. No. 0899(H): Een fraaie
Mercury 8" Club Cabriolet-auto
ter waarde van 3000.- of ter keuze
een veestapel, waarde 3.000.
Serie 2. B. No. 084598: Een woning
inrichting ter waarde van 2000.
of ter keuze: 6 vette koeien en 12
schapen ter waarde van 2000.
Serie 4. G. No. 066469: Een Förster-
baby-vleugelpiano, waarde 1265.-.
Serie 6. E. No. 051032: Een Cas
sette Gero-Zilver. 185 stuks, ter
waarde van 485.
Serie 5. A. No. 071890: Ciné Kodak
opname-apparaat in tasch, projec
tor (in koffer) en parelscherm,
waarde 260.
Serie 6. C. No. 007533: Eysink-Mo-
torrijwiel, waarde 256.
Serie 6. D. No. 032083: Nieuwe
Kath Encyclopaedie, 24 deelen,
waarde 252.
8. Serie 4. F. No. 006892: Electrische
draagbare Singer-naaimachinc of
ter keuze trapmachine met V. L.
kleptafel. waarde 236.
9. Serie 6. B. No. 051824: Philips Radio
Toestel Type 895x, waarde 235
10. Serie 6. C. No. 023119: Jaarsma
Haard of ter keuze Buitenmodel
uniform v. militair, waarde 175.
11. Serie 5. H. 099521: Velo-Wascli-
machine (electr.) model E.R.A.R,
speciaal, waarde 156.
12. Serie 6. D. No. 009449: Olandilla-
linnenuitzet, waarde 156.
13. Serie 6. B. No. 084848: Levensmid
delen ter waarde van 150.
14. Serie 6. C. No. 044675: Gasfornuis
(Etna) waarde 100.
15. Serie 6. E. No. 033902: Postzegel
collectie van Nederland en Koloniën
waarde 100.
Voor de 1500 andere prijzen raadplege men de trekkingsUjstcn, welke omstreeks
1 Juli worden verzonden. Alle 1515 prijzen worden franco aan de winnaars toege
zonden; de omvangrijke administratie en de verzending vorderen eenige weken
tijd. Men wordt verzocht dus wat geduld te hebben en s.v.p. de administratie
(Postbus 2, Heemstede) niet onnoodig met correspondentie te belasten.
In afwachting van een' nadere regeling, waar
aan terugwerkende kracht zal worden verleend,
heeft de secretaris-generaal van het departe
ment van Binnenlandsche Zaken, in overeen
stemming met een wensch van zijn ambtgenoot
van het departement van Defensie, den burge
meesters verzocht, afschriften van of uittrek
sels uit de akten van den Burgerlijken Stand,
aangevraagd voor de regeling van pensioenen
van gesneuvelde (vermiste) militairen, vrij van
leges te doen afgeven.
19 Maart van dit jaar stond voor de
strafkamer van de Haagsche rechtbank te
recht de toen 29-jarige Rotterdamsche
koopman R. A„ die ter zake van moord op
den veekoopman C. G. van der Horst te
Leidschendam werd veroordeeld tot levens
lange gevangenisstraf, conform den eisch
van den Officier van Justitie.
Hem was ten laste gelegd, dat hij 27 October
van het vorige jaar den veekoopman had ver
moord en hem van het geld, dat deze bij zich
droeg, had beroofd. Subsidiair waren R. A.
ten laste gelegd doodslag, voorafgegaan, verge
zeld of gevolgd door diefstal en welke doodslag
is gepleegd om den diefstal te verheimelijken,
zware mishandeling, den dood ten gevolge heb
bende benevens diefstal, diefstal, vergezeld,
voorafgegaan of gevolgd door geweldpleging,
medeplichtigheid aan al deze feitien, en heling.
Op den bewusten Vrijdag stopte een auto voor
de boerderij van Van der Horst aan de Knip-
laan te Leidschendam. Een militair, in ser
geantuniform gekleed, stapte uit en ging de
boerderij binnen. Hij zeide tegen Van der Horst,
dat hij in opdracht van zijn kapitein over de
vordering en taxatie van vee wilde spreken en
noodigde den veekoopman uit, met hem mee te
gaan in zijn auto. Van der Horst gaf aan die
uitnoodiging gehoor en heeft het voertuig niet
levend meer verlaten. Zijn lijk werd aan den
kant van den Oostvlietweg te Leidschendam
door een visscher gevonden. Het bleek, dat men
hem zijn portefeuille, welke met een ketting
om zijn hals was bevestigd, had ontroofd. Hier
in zou een bedrag van ongeveer 6000 hebben
gezeten.
R. A. bekende bij zijn aanhouding wel,
bij den moord betrokken te zijn geweest,
doch hij ontkende, hem zelf te hebben ge
pleegd. Dit zou hebben gedaan tegen zijn
wil en in zijn tegenwoordigheid een zekere
„Arie", dien hij ter terechtzitting voor de
rechtbank niet nader kon aanduiden.
Daar R. A. volhoudt, onschuldig te zijn ver
oordeeld, omdat hij den moord niet zelf zou
hebben gepleegd, is hij van het vonnis in hoo
ger beroep gegaan.
Vandaag stond hij terecht voor het Haagsche
gerechtshof. Als raadsman trad in eerste in
stantie voor hem op mr. R. P. Kokosky uit Am
sterdam, thans wordt hij bijgestaan door mr.
J. H. Rolandus Hagendoorn. Het O. M. heeft
tien getuigen en twee deskundigen gedagvaard,
t.w. den patholoog-anatoom dr. J. P. L. Hulst
uit Leiden en den politiedeskundige criminalist
C. L. van Ledden Hulsebosch.
De belangstelling voor deze zitting was heel
wat geringer dan die voor de terechtzitting in
eerste instantie: Geen persfotografen, geen ge
drang voor de publieke tribune, weinig be
langstellenden in de zaal. Het Hof werd ge
presideerd door mr. A. A. F. W. van Romondt;
de raadsheeren waren mr. H. Haga en mr. S.
N. B. Halbertsma. Het O. M. werd waargeno
men door den advocaat-generaal jhr. mr. dr.
L. H. K. C. van Asch van Wijck.
Even tien uur werd de verdachte R. A. door
eenige veldwachters binnengeleid. Hij maakte
een even onbewogen indruk als ter terechtzit
ting voor de rechtbank en knikte zijn verdedi
ger vriendelijk toe.
Nadat het Hof was binnengetreden nam de
advocaat-generaal het woord. Hij deelde o.m.
mede, dat hij nog had gedagvaard L. N. van
Es. op verzoek van de verdediging.
President (tot verdachte)U is in appèl ge
komen. Blijft u er bij, dat u onschuldig bent?
Verdachte: Ja.
President: U bent eenige dagen voor 27 Octo
ber in Rotterdam geweest en daar hebt u ge
zocht naar een militaire uniform?
Verdachte: Ja, dat deed ik voor Arie. Die
wilde een uniform hebben.
President: Wist u, dat u hem den 27sten
ontmoeten zou?
Verdachte: Ja, bij het viaduct in Oegstgeest.
President: U hebt een auto gehuurd, het
uniform meegenomen en ook een plaid? Dit
laatste nam u nooit mee. Waarom nu wel? Ook
hebt u een zwarten bril meegenomen. Die
droeg u ook nooit.
Verdachte: De hospita kan niets van 'n bril
weten, wel mijn meisje.
Toen hij 27 October Arie ontmoette, aldus
verd.. zijn ze samen eerst naar Katwijk gere
den. toen teruggereden door Leiden naar
iemand, van wien Arie geld moest hebben.
Verd. heeft de uniform toen aangetrokken,
daar Arie den veekoopman als oplichter quali-
ficeerde. R. A. wilde met de uniform Van der
Horst uit zijn huis lokken. De andere man
heeft zich onder het plaid schuilgehouden,
toen men bij Van der Horst was.
Allereerst werd gehoord de deskundige dr.
Hulst, die het lijk geschouwd heeft. Hij is van
oordeel, dat van der Horst gedood is door ver
stikking tengevolge van drie dfepe steeksnijwon-
den in den hals. Bovendien had het slachtoffer
verschillende schedelbreuken. Dit moet met een
niet te groot voorwerp zijn teweeggebracht; hij
moet eenige uren bewusteloos zijn geweest.
President: Hebben jullie dan nietg afgespro
ken?
Verdachte: Ja, natuurlijk, als wij met ons
tweeën waren, zou hij eerder over de brug ko-
Tengevolge van de verkeersmoeilijkheden,
die zich hebben voorgedaan en nog voor
doen, omdat door den oorlog verschillende
wegen en bruggen in het ongereede zijn ge
raakt, is het een van de eischen van dezen
tijd, dat men de transportmiddelen zoo eco
nomisch mogelijk gebruikt. Vervoer over
langen afstand moet vermeden worden, in
dien het mogelijk is in bepaalde behoeften
te voorzien door transport over korteren af
stand. Om dit te bereiken is men gekomen
tot 't stelsel der rayonneering, waarbij, voor
bepaalde producten het land in een aantal
districten werd verdeeld, waartusschen
slechts zooveel vervoer wordt toegelaten als
dringend noodzakelijk is.
Men heeft dit stelsel o.m. toegepast voor
bloem, waarbij is bepaald, dat de bakkers in een
bepaald district slechts bloem mogen betrekken
van een leverancier in hun district, ook al had
den zij vroeger een anderen leverancier. Een
van de andere middelen tot economischer ge
bruik van de transportmiddelen is, dat een ver-
voerscommissie is ingesteld, waardoor 't trans
port gecoördineerd wordt. Op deze wijze is men
kunnen komen tot een veel zuiniger gebruik van
vervoersmiddelen en van de brandstoffen, dan
vroeger het geval was.
Tot deze zuinigheid wordt ons land thans ge
dwongen wegens het tekort aan motorbrandstof
dat ons noodzaakt tot de uiterste rationalisatie.
De reden, die dus tot deze zuinigheid dwingt is
geen verheugende, doch zij levert een goede les
voor de toekomst, waarin het volk zal moeten
werken aan den wederopbouw van ons land.
Zelfs een land als Nederland, dat toch slechts
een zeer gering deel van het wapengeweld van
dezen oorlog over zich heen heeft zien trekken
en dat in vergelijking met andere slechts een
geringe schade heeft gekregen, kan het zich
van nu af niet meer veroorloven verkwistend te
zijn, zooals het in het verleden was; het zal zich
zelfs niet meer kunnen veroorloven ook maar
een enkelen factor te verwaarloozen, die bezui
nigend kan werken. Men zal in de toekomst de
uiterste zuinigheid moeten betrachten, indien
het tenminste de bedoeling is het economisch
leven van ons land zoo spoedig mogelijk te her
stellen. En het zal niet alleen de plicht zijn de
materieele middelen zoo rationeel mogelijk te ge
bruiken, doch men zal ook moeten inzien, dat
de geestelijke krachten, die in ons volksleven,
op zulke wijze gebruikt moeten worden, dat zij
het grootste effect zullen sorteeren. Het laatste,
wat men zich zal kunnen veroorloven, zal zijn
een versnippering van krachten, ooals men die
tot nu toe vaak heeft kunnen zien. Eenheid is
thans een van de eerste eischen.
Wij denken hier ook en vooral aan den
landbouw in Nederland en de organisatie van
den boerenstand. Bij het herstel van ons land
zullen de landbouw en de boeren een voorname
taak te vervullen hebben en daarom zullen de
boeren misschien nog meer dan anderen moe
ten waken tegen versnippering van krachten.
Het zou daarom zeer gewenscht zijn, indien
een coördinatie tot stand zou kunnen komen
op landbouw-economisch gebied. Niemand im
mers zal willen ontkennen, dat het ontbreken
van de eenheid in het verleden heeft gevoerd
tot het minder zuinige gebruik van de econo
mische krachten. Naast elkander werkten op
zuiver landbouw-economisch terrein verschil
lende principieele organisaties, terwijl toch
juist dit terrein volkomen neutraal is. Naast
elkaar werkten de coöperatieve vereenigingen
van de verschillende organisaties. Het geogra
fische terrein van deze organisatie was vaak
in het geheel niet begrensd door de grenzen
van de provincies of de grenzen van een of
meer landbouwgebieden, die min of meer een
eenheid vormden, doch deze geografische gren
zen waren getrokken op zoodanige wijze, dat
men noch met landbouw-economie, noch tnet
landbouw-techniek eenige rekening hield. En
deze organisaties brachten dan met zich mee,
dat er eigen aankoopcoöperaties kwamen,
eigen maalderijen, eigen slagerijen, eigen
boekhoudbureaux, eigen banken en verschillende
andere eigen instellingen, doch die alléén la
gen op een terrein, dat voor een scheiding naar
de principes niet in aanmerking kon komen,
omdat dit terrein in zich volkomen neutraal
was. Het gevolg was, dat de leden van de or
ganisatie de eigen instellingen steunden, of
schoon het economisch gezien beter zou zijn
geweest als zij zich gewend hadden tot instel
lingen van andei'e organisaties. In streken,
waar een gemengde bevolking woonde, kon men
soms instellingen van gelijke geaardheid,
doch van verschillende organisaties vinden,
waardoor binnen een bepaald gebied niet zui
nig genoeg kon worden gewerkt, omdat econo
misch gezien, in zulk een gebied slechts
plaats was voor één instelling van dien aard.
En ook was het mogelijk, dat leden van een
bepaalde organisatie de instellingen van hun
eigen organisatie steunden, terwijl het in alge
meen economisch verband gezien beter zou
zijn geweest, als zij zich gewend hadden tot
de instelling van een andere organisatie, omdat
deze dichter bij hun bedrijf lag en het vervoer
daardoor aanzienlijk goedkooper zou zijn ge
worden.
Dit is een versnippering van economische
krachten geweest, die men zich nu, na dezen
oorlog, niet meer zal kunnen veroorloven,
tenzij met groot verlies voor ons land. Zou
het daarom niet beter zijn, als de verschil
lende organisaties van boeren zich aan het
werk zouden zetten om te komen tot coör
dinatie van instellingen dezer organisaties,
waardoor over het geheel genomen een eco
nomischer bedrijfsvoering van deze instel
lingen mogelijk is en waardoor ook een be
sparing voor de landbouwbedrijven wordt
opgeleverd. Want ófwel alle leden betalen
voor eenzelfde product denzelfden prijs en
dan moeten ook de dichtstbijzijnden even
veel vervoerkosten betalen als de verst af-
gelegenen, ófwel de leden betalen den kos-
tenden prijs voor het vervoer en dan zal het
voor de verst afgelegenen voordeeliger zijn
zich te wenden tot een instelling van een
andere organisatie, die niet zoover weg ligt
als de eigene. En zou het, wanneer het in
verband met statuten en huishoudelijke
reglementen niet mogelijk is, dat de leden
van de eene organisatie zich wenden tot een
instelling van een andere organisatie, niet
beter zijn, dat men deze statuten en regle
menten herziet om zoo het scherpe econo
mische gebruik mogelijk te maken, dat de
tijdsomstandigheden thans vragen?
Doch men heeft niet alleen den plicht zuinig
te zijn met materieele en economische midde
len, men zal ook al .de geestelijke krachten en
al de energie moeten inspannen om te werken
aan het herstel van het land. Wij hebben in
den loop van het laatste jaar reeds herhaalde
lijk geschreven over de waarde, die wij hechten
aan den boerenstand voor de geestelijke kracht
van het geheele volk. Ons land en ons volk zal
vooral in dezen tijd behoefte hebben aan de
sterke kracht, die uitgaat van den boerenstand.
Dit legt ons volk een plicht op tegenover de
boeren, maar den boeren ook tegenover het volk.
Er is sinds een maand veel gesproken over de
eenheid van het land. Wanneer het Neder-
landsche volk zich bewust is geworden, dat het
een eenheid vormt, zal dit bewustzijn zich ook
moeten uiten. Het zal veel verschillen moeten
kunnen negeeren, het zal veel tegenstellingen
moeten kunnen vergeten. Het zal ook zijn gees
telijke krachten moeten kunnen coördineeren
en het komt ons voor, dat de boeren, die im
mers van nature een eenheid vormen, omdat zij
allen verbonden zijn met denzelfden grond, hier
een voorbeeld kunnen geven. Zou het niet het
beste zijn, als de verschillende organisaties niet
alleen zouden trachten de economische krach
ten te coördineeren, maar als zij ook ertoe zou
den overgaan samen te werken op dat gebied,
dat niet behoort tot het principieel-godsdien-
stige. Wij denken hier bijv. aan het onaange
name geval, dat zich heeft voorgedaan in de
provincie Friesland, waar het na het totstand
komen van de Pachtwet maanden heeft geduurd
voor een pachtkamer Ingesteld kon worden, om
dat de verschillende organisaties der boeren
hun tijd verdeden in onderling gekrakeel over
de vraag, hoe men de bestuursfuncties zou moe
ten verdeelen. Dit was een onwaardig bedrijf
en een duidelijke demonstratie van oneenig-
heid, die van nu af niet meer mag voorkomen,
wil men de kracht van het land niet in gevaar
brengen.
Men heeft getracht een bewijs van de
eenheid te geven door het vormen van een
soort overkoepelend lichaam, waarin zitting
hadden vertegenwoordigers der hoofdbestu
ren van de verschillende landbouworgani
saties. Dit was reeds een goed streven en
het was een goed symbool, doch het was
niet voldoende. De eenheid moet ook tot
uiting komen in de lagere instanties, in de
gewestelijke, provinciale organisaties en
vooral daar, waar de mensch toch eigen
lijk zijn gemeenschapsleven beleeft, in de
kleine gemeenschap van het dorp. Zoodra
hier de verdeeldheid verdwenen is, kunnen
we verwachten, dat de basis gelegd is voor
de eenheid van den landbouwenden stand.
Het streven naar deze eenheid is misschien
wel de mooiste taak, die de boerenorgani
saties in deze tijden hebben.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal
de volgende week alleen Dinsdag, Woensdag en
Donderdag audiëntie verleenen.
men. Toen hij naar Van der Horst gevraagd
had, is hij op hem blijven wachten, daar deze
niet thuis was. De landbouwer Van Es is Van
der Horst tegemoet geloopen. Spr. had zijn bood
schap op een papiertje, dat Arie zou hebben ge
schreven.
Van der Horst nam plaats rechts naast verd..
die stuurde. Men reed de Kuiplaan op, waar
men aan de rechterzijde stopte, om een paar
meisjes te laten passeeren. Men reed weer ver
der. Toen xwarn Arie voor den dag. die zei:
„Nou, kom nou maar eens over de brug". Arie
sioeg het slachtoffer toen een paar keer met een
zwaar voorwerp op het hoofd.
President: Dat is in strijd met je vroegere ver
klaringen. Bent u altijd op die plaats blijven
zitten?
Verdachte: Ja, president.
Het ontnemen van de portefeuille is gebeurd
nadat de steken zijn toegebracht, onder het rij
den. Toen men verder gereden was. is spr. om
gedraaid, daar men anders te dicht bij een
boerderij kwam. Op den Oostvlietweg hebben de
beide mannen het lijk op den berm gelegd,
waarna weer gedraaid werd. Verd. is toen door
gereden. Voorbij de brug is hij een auto voor
bijgereden en daarna links afgeslagen. Toen
verd. een lekken band kreeg, is Arie doorgeloo-
pen. Later kwam hij weer in den auto. Verd.
vroeg, of Arie naar het achterlicht wilde kijken
en toen hij dit deed, gaf hij gas en reed door
naar Rotterdam.
President: Hoe kwam nu het geld in uw zak?
Verd.: Dat heeft Arie in mijn burgergoed ge
daan, voordat ik het aan had.
Raadsheer mr. Haga: Tegen een rechercheur,
die u vroeg: „Hoe komt u aan dien Arie?" hebt
u gezegd: „Hoe kom ik aan het heele verzinsel".
Waarom?
Verd. ontkent dit gezegd te hebben.
Ook de handen van het slachtoffer toonden
verwondingen, hetgeen op tegenweer wijst. De
slagen op het achterhoofd moeten later zijn toe
gebracht, daar de auto niet veel ruimte bood.
De verdediger: Zijn de wonden toegebracht
door iemand, die links of rechts is?
Deskundige: De steekwonden zijn met de
rechterhand toegebracht door iemand, die links
zat.
De tweede deskundige, de heer Van Ledden
Hulsebosch, heeft den auto onderzocht. Hij
blijft bij zijn rapport. Van den achterband
paste het spoor in dat op de oprijlaan van de
boerderij. Het bloed, ook het serum, is diep
doorgedrongen tot in de kapok. Tijdens den
bloedstroom was dus de chauffeursplaats geheel
onbezet. Er was een fyne spattenregen geweest
en geconstateerd is, dat een plek achter den
chauffeurszetel van bloed vrij was. Er moet dus
iemand achter die plaats gestaan hebben. Ook
de uniform zat egaal vol met bloed.
Het Hof, de verdediger en de deskundige bui
gen zich vervolgens over een aantal foto's, die
dit betoog moeten adstrueeren.
Deskundige: De bloedspatten zijn veroorzaakt
door slagen op het achterhoofd.
Verdediger: Dat is in strijd met hetgeen dr.
Hulst verklaarde.
Dr. Hulst: Die bloedspatten behoeven niet af
komstig te zijn geweest van slagen op het ach
terhoofd.
Verdediger: Kunnen er geen kleeren en een
plaid hebben gelegen op den grond, voor het
stootblok, dat van bloedspatten vrij was?
Deskundige: Ik heb alleen gezegd, dat de
bloedspatten daar moeten zijn opgevangen door
iets anders.
Blijkens de verklaringen van den rijksrecher
cheur D. C. van Lent, die rapport over de re
constructie heeft uitgebracht, nelde de weg bij
den berm sterk af op de plaats, waar het lijk
gevonden is. Toen getuige verd. vroeg: „Hoe
kom je eigenlijk aan dien Arie?" heeft deze ge
antwoord „Hoe kom ik eigenlijk aan het heele
verzinsel." Onder tranen vroeg hij, of hij eerst
een onderhoud met zijn meisje kon hebben.
Verdediger: Wanneer heeft zich dit afge
speeld?
Getuige: Bij het onderzoek naar Ane. Het
was niet de bedoeling een bekentenis van A. te
krijgen. Het was op 15 November.
Verschillende getuigen, die den auto gezien
hebben, leggen verklaringen daaromtrent -af.
De dienstbode van Van der Horst, mej. A.
F. H. van Es, verklaart, dat het slachtoffer des
avonds zijn geld telde en in zijn portefeuille
deed. Zij had minstens twee stapeltjes van
1000 gezien. Den dag van den moord kwam
de verdachte als militair verkleed. Zij heeft
nog een kopje thee met hem gedronken. Toen
Van der Horst meeging, had verd. gezegd, dat
het wel 10 uur kon worden.
Verdediger: De verklaring over het geld
klopt niet, bij het eerste verhoor sprak zij van
minstens 3000; het is ook eens ƒ5000 ge
weest.
ififl
Op 51-jarigen leeftijd is te 's-Gravenhage
overleden luit.-kolonel der infanterie S. O. Roos-
jen, commandant van het regiment grenadiers.
De thans overledene was ridder in de Orde van
Oranje-Naussau.
De ter aardebestelling is op Oud Eik en Dui
nen Maandag a.s. te 3 uur.
In verband met de algemeene bekendmaking
van den Opperbevelhebber van Land en Zee
macht in zake het in werkelijken dienst blijven
en het wederom oproepen van werklooze dienst
plichtigen, deelt de wnd. secr.-gen. van het dep.
van Defensie het volgende mede:
Dienstplichtigen, die tot nu toe werkzaam
waren in diensten of bedrijven, ten behoeve
waarvan hun mobilisatie-vrijstelling van be
paalden tijdsduur werd verleend en die in ver
band hiermede niet klein verlof werden gezon
den, zijn verplicht, zich te melden by hun de
pot, indien zij thans uit die functie ontslagen
zijn en geen anderen loongevenden arbeid ge
vonden hebben, noch op andere wijze in eigen
onderhoud kunnen voorzien, zoodat zten laste
van de gemeenschap zouden komen.
Zij dienen zich daarbij onverwijld te ver
voegen bij den burgemeester der gemeente van
inwoning, door wiens zorg zij gedirigeerd wor
den op de depots.
Dienstplichtigen, die ingevolge een hun ver
leende mobilisatievrystelling in het genot van
groot verlof gesteld of gebleven zijn, doch voor
wie de reden, op grond waarvan hun die vrij
stelling verleend werd, thans een einde heeft
genomen, behoeven, voor zoover niet nader an
ders wordt bepaald, geen gevolg meer te geven
aan de lastgeving, gesteld in him zakboekje.