AANPASSEN en ZONNESCHIJN
Een gebreid jasje is een prettig bezit
h
Klompen klotsen
Over
otten en
pannen
BON
VOOR HANDIGE
BREISTERS
Het moderne zomerschoeisel
is van hout
We benutten ons wolrantsoen
zoo practisch mogelijk
Het juiste nagelonderhoud eischt
HU
Koude bloemkool met roerei
Bloemkoolsoep
Dr. E. HOEKSTRA'S
Bloedzuiverende
Gezondheidspillen
DE VROUW EN HAAR TIJD
Mag ik u even opbeuren? Dat wil zeggen, met
üw aantal kilo's natuurlijk, maar Uw stemming
Geen plant, geen dier, dus laat staan een
mensch kan zonder zon leven. En al schijnt die
dan Duiten ook nog zoo uitbundig, zoolang naar
stralen uw binnenste met bereiken, heeft u
mets aan. En daarom dacht ik zoo. kon ik ai cue
menschen, die zoo in de schaduw blijven en zich
wanhopig blind staren op de gedachte: „oen,
och, wat zal de winter ons brengen?' maar een
handje helpen. Wat voor nut heeft eigenlijk al
dat gepieker over dingen, die misschien komen
zullen, maarmisschien ook niet? Want net
kan tegen- maar het kan ook meevallen, met
waar? En als het nu eens meevalt, dan is al dat
getob voor mets geweest en heeft alleen maar
ettelijke uren of dagen, mogelijk zelfs weken van
Uw leven volkomen noodeioos vergald.
Voortdurend in angst leven is niet alleen met
prettig, het is zelfs schadelijk, want het belet de
meergenoemde zonnestralen tot u door te drin
gen. Met bang zijn is nog nooit- iets bereikt!
Nu wil ik nier geenszins pleiten voor de zorge
loosheid van den krekel, die wel met z'n pootjes
in z'n haar moet hebben gezeten tgestela, aat
hij het hadl, toen de nood aan den man kwam.
in tegenstelling met de nijvere mier, die door
haar voorzorgsmaatregelen een appeltje voor aan
dorst had, toen dat noodig was. Het is natuurlijk
logisch, dat we van te voren overleggen, wat we
moeten doen, als er dit of dat gebeurt. Maar
het is niet noodig, al bij voorbaat te treuren jver
eventueele moeilijke tijden, die ons te wachten
staan, want misschien komen ze heelemaal met.!
En is dat het geval, dan leven we dus gewoon
door, zooals we gewend waren. Maar komen ze
wél, wat dan nóg? Ook dan is er een oplossing,
want die is er immers voor alles, altijd en overai
Het is alleen van belang zich in den tegenwoor-
digen tijd bliksemsnel te leeren aanpassen, dus
een groot reactievermogen aan te kweeken en op
de een of andere mamer een onverwoestbaar
goed numeur te veroveren, dat kan u natuurlijk
altijd van pas komen. En, nuchter overleggende,
gaan we nu eens even allen angst en vrees
ontrafelen.
Gesteld, net wordt een slappe winter, welis
waar met mist en regen, maar niet echt koud.
Dan zou het niet zoo heel erg zijn, als de solen-
voorraad eventueel eens een beetje klem was.
Maar gesteld nu: het gaat vnezen, zelfs hard en
we krijgen een herhaling van de vorige Sinen-
aansclfe periode, dan moet daar iets tegen ge
daan worden, dat spreekt vanzelf. Niemand loopt
graag met paarse handen en winterteeneD en
stijve botjes, nog daargelaten, dat we er op den
duur ziek van zouden worden. We zullen net
dan moeten zoeken in dikkere of méér klesren.
Hèèft u met zooveel dikke? Nu, dan trekt u drie
lagen dunnere over elkaar aan (de minst mooie
trui onder, want ijdel blijven we altijd en onder
alle omstandigheden en dat is maar goed ook,
anders ging de aardigheid er heelemaal af)
Wordt u met drie truien over elkaar aam te dik?
Maar lieve Mevrouw, wat hindert dét nu, als u
't dan tenminste lekker warm hebt? Dan schept
u eenvoudig een nieuwe silhouet, wintermcoe
1941! Trouwens, iedereen zal dan wel iets derge
lijks doen en er dus óók zoo uitzien en wat een
troost zit er niet in „gezamenlijk lijden"?' En
dan zijn we, ondanks de eventueele! voed-
selschaarschte, mollig. Ra, ra, hoe kan dat?
Houdt u niet van tegenstellingen? Daar zit toch
altijd wel iets grappigs in, iets nieuws en onver
wachts.
Wat nu het' eten betreft; tja. Misschien is
ook alweer in het ergste geval „veel" en
„lekker" anders. Maar moge dan het lichame
lijk voedsel niet meer je dat zijn, dan staat
daar toch tegenover, dat er veel meer geeste
lijke voedingswaarde in zit. Want we kunnen
er zeer zeker uit leeren, met hoe weinig we
eigenlijk toe kunnen; hoe sober ons maal kan
zijn, zonder dat we behoeven te hongeren of
onze krachten ondermijnd worden. U zult me
toch niet eigenwijs vinden, als ik zeg, dat de
meesten onzer altijd te veel eten? (Ik heb dit
heusch van een dokter, die altijd hopelooze
moeite doet, het overtollige vet van zijn geens
zins slanke patiënten dat ze er langzaam
maar zeker aangegeten hebben door strenge
diëeten en zware vermageringskuren weer te
laten verdwijnen. Zit daar niet iets heel on
logisch in?) .Zou het niet grappig zijn, eens
uit te knobbelen met hoe weinig calorieën
mits de goede we toekomen, zonder met
schrik in den spiegel te moeten constateeren
er komt heusch een laagje bij op mijn heupen,
of: die tailleband wordt nu toch werkelijk te
nauw, ik kan bijna geen adem meer halen.
Wat zullen we ons, als al deze bezwaren ver
dwijnen, heerlijk luchtig voelen onder onze
drie truien
Koude beenen kunnen op dezelfde manier
bestreden worden door eenige paren kousen
over elkaar aan te trekken (die met ladders
Kunnen prachtig als onderkousen afgedragen
worden) en u weet toch zeker, dat zooltjes
van krantenpapier in niet te kleine schoenen
heerlijk warm zijn? Bovendien kunnen kranten
op veel meer manieren dienst doen om koude
te weren. Zoo zijn er zooveel mogelijkheden,
die u in geval van nood zelf kunt bedenken.
U zult eens zien, hoe vindingrijk iedereen dan
wordt. Er zullen beslist ontdekkingen gedaan
worden, die een patent waardig zijn!
Verduisteren is natuurlijk vervelend, ja.
Maar mócht het nog noodig zijn, dan maakt
u toch de kamer of kamers, die u werkelijk
moet gebruiken, eens en vooral behoorlijk in
orde, zoodat u zich niet iederen avond opnieuw
behoeft te ergeren aan klungelwerk, aan zwart
papier, dat niet blijft zitten; aan gordijnen, die
te krap zijn en kieren open laten, zoodat u dan
weer in angst zit voor aanmaningen of boete
van de luchtbescherming. Wat u doet, doe dat
goed, dus neem die verduisteringskwestie nu
eens behoorlijk ter hand Wordt handig op een
trapleertje, sla niet met den hamer op uw
cfuim, gebruik geen groote lange spijkers, als
u het evengoed met punaises afkunt en
Maar méér behoef ik daarover toch niet te
zeggen! (O ja, maak geen al te ingewikkelde
crosswordpuzzles op uw ruiten, daar wordt je
op den duur scheel van.) Als u dan goed ver
duisterd bent, kunt u rustig bij uw schemer
lamp gaan zitten lezen, och, en dan zijn de
winteravonden tóch wel weer gezellig.
Dit zijn nu allemaal' wel toekomstvoorspel
lingen, want voorloopig moet het immers nog
zomer worden, dus laten we daar dan maar
eerst van genieten. Geen zorgen vóór den tijd
en als het zoover is, leeren we ons onmiddellijk
aanpassen. Wend uw gezicht naar de zon en
de schaduw zal achter u vallen!
JOSEPHINE
Dat het breien van een manteltje geen
werk voor beginnelingen of onervarenen in
de breikunst is, behoef ik niet eens te zeg
gen. Maar u weet even goed als ik, hoe on
ontbeerlijk een kort jasje van willig materi
aal is, dat we aan- en uittrekken als een
handschoen, naar gelang het uur van den
dag ons de behoefte aan een lichte bedek
king doet voelen.. In ons klimaat, waar de
wind nooit uitgewaaid schijnt, is er zelden
één zomersche dag, dat men van 's ochtends
tot lang na zonsondergang in een dunne zo
merjurk, hetzij van linnen of katoen, hetzij
van shantung of van bedrukte zijde loopt,
zonder op het moment, dat de zon schuil
gaat of de schemering haar intrede doet, naar
„het wolletje" te grijpen. Het wolletje, da!
VOORPAND
MOUW
4145
-xv".
Zeeuwactie boerinnetjes verkiezen klompen boven schoenen
prettig zit, zonder de bewegingsvrijheid te
belemmeren; dat als „cardigan" onmisbaar
is voor sport, vacantie en zeeverblijf, maar
dat we ook op gure dagen in huis dragen
om er in den winter nauwelijks afstand van
te doen.
Kortom, wie geen gebreid manteltje bezit en
voor wie er bezwaren zijn, welke ook, om hst
thans aan te schaffen, die zou het voor zichzelf
kunnen breien van de hoeveelheid wol, die als
maandrantsoen in den winkel gegeven mag wor
den. Waar we nu, nog minder dan anders, zou
den willen, dat onze opzet op een fiasco uit
loopt, kiezen we den zekersten weg om een goed
resultaat te bereiken, we breien volgens patroon.
Van het jasje, dat de mannequin op de foto
draagt, vindt u hierbij, verkleind, het werkpa
troon voor een bovenwijdte van 88 centimeter,
de gangbare maat, waar elke middelmatig groote
vrouw in past. De maten, welke op het knippa
troon zijn aangegeven, geven de eentimeter-ma-
ten van de ware grootte der verschillende deeicu
aan, die men aanhoudt bij het teekenen en knip
pen van het papierpatroon, waarop men breit.
Om het aantal steken te bepalen, dat opgezet
moet worden, breit men eerst een proeflapje van
ongeveer tien centimeter in het vierkant. Naar
gelang van het aantal steken op deze tien centi
meter, bepaalt men, hoeveel steken er opgezet
moeten worden; tevens berekent men van dit
pi oef lapje, hoeveel pennen er gebreid moeten
worden. Onder het breien legt men het deel, dat
men onderhanden heeft, telkens op het knippa-
Wollen manteltje in lavendelblauw, ge
dragen op een witte waschzijden jurk.
De korte mouwtjes maken het bij uit
stek geschikt voor zomerdracht
troon, om te controleeren of men de goede maat
handhaaft.
Het vest bestaat uit vijf deelen. twee halve
voorpanden, een achterpand, twee mouwen. Bo
vendien wordt er een lange bies gebreid met
knoopsgaten voor de sluiting en ter verdere af
werking van den hals.
Benoodigd
Twee honderd vijftig a driehonderd gram mm-
deldikke sportwol in een kleur naar keuze, twee
lange breipennen nummer drie en acht klsine
houten knoopen in de tint van de wol
Werkwijze
Om de rechte ribbel te krijgen breit men twee
recht, twee averecht of drie recht, drie avereent.
naar gelang de woldikte de ribbel smallei ot
'oreeder doet uitkomen. Bij de teruggaande pen
breit men dan de recht toonende steken, reent
en de averecht toonende steken averecht.
Linker voorpand
Men begint onderaan en zet zooveel steken op
tot een breedte van ongeveer een en twintig
centimeter is bereikt, waarna men terstond be
gint te breien in de aangegeven werkwijze. Aan
den zijkant wordt eerst geleidelijk geminderd
daarna gemeerderd, zooals het patroon aan
geeft. Is het werk dertig centimeter hoog, dan
worden voor het armsgat achtereenvolgens, een
maal vier, twee maal drie, drie maal twee en
drie maal één steken afgekant, telkens aan nel
begin van de pen. Zoodra het werk veertig cen
timeter hoog is, worden aan de voorzijde steken
geminderd. Op acht en veertig centimeter hoog
te worden de resteerende steken afgekant.
Niemand zou voor eenige jaren hebben kun
nen gelooven, dat de „ouderwetsche" klomp
weer gedragen kon worden als modern schoei
sel zij het in eenigszins anderen vorm. Een
paar jaar geleden hebben enkele zaken reeds
klomp-sandalen op de zomerseizoen-markt ge
bracht; ze maakten echter weinig opgang.
Maar schoenen bezitten wij graag in ruime sor
teering en we schaffen ons liefst elk seizoen
een nieuwe sorteering aan. En het leer is duur.
In het buitenland heeft men een oplossing ge
vonden, die geen schade doet aan de charme
van het vrouwenschoeisel, en het schijnt, dat
de vrouw er ook genoegen mee neemt, want er
ir- een ruime keus in de sorteering.
Welkomer modesnufje had er voor dit sei
zoen nauwelijks op de nominatie kunnen staan.
En zijn we altijd wel geneigd, om een nieuwtje,
dat door het buitenland geaccepteerd is, met
overwinning van onze Hollandsche schuchter
heid na te volgen, nu de mogelijkheden voor
onze voetbekleeding anders georiënteerd moe
ten worden, zal alle makelij, waarbij geen leer
in het spel is, grif aanvaard en gedragen wor
den.
Reeds enkele jaren geleden werden door de
Twentsche industrie klomp-sandaaltjes op de
markt gebracht. Ze gingen er echter niet on
middellijk in. Thans zal dat wel anders zijn.
Het spreekt vanzelf, dat wandelingetjes op de
boulevards en door de drukke stadsstraten niet
gemaakt zullen worden op een paar echte „trip
pen" of „snoekebekken", de klompen, die op
het platteland gedragen worden. Zij eischen
een „luxe" klomp, dat wil zeggen een sierlijk
bouten schoeisel, waarvan de wreef geen pijn
doet tegen den bovenkant. Want het echte
klompenloopen moet men wel degelijk kunnen.
Het is een vreemde gewaarwording aan de voe
ten, die houten harde kanten, bn vooral de
wreef heeft het in het begin slecht te ver
duren. Maar daar hebben degenen, die de
klompenmode er in brachten, wel degelijk reke
ning mee gehouden. Zij vervingen de houten
kap door een riempje, dat voor de wreef heel
wat soepeler is. De naam „klomp-sandalen" is
daarom juister dan „klompen".
De sandalen hebben het voordeel, dat er
zonder veel extra werk meer variatie in de uit
voering gebracht kan worden dan bij een geheel
houten klomp. En variatie is absoluut noodig
als het product genade wil vinden in het vrou
wenoog.
Het geval „klomp-sandalen" is zeer zeker een
gezond mode-snufje. De klomp-sandalen zijn
stevig voor den bouw van den voet, de houten
zool buigt niet door, zakt niet uit.
In een bonte mengeling van kleuren zullen
we ze dezen zomer zien, de moderne vrouwen-
klompjes. Ze zullen klotsen in de mondaine
badplaatsen en wegzakken in den zacht be-
mosten grond der bosschen. De ouderwetsche
klomp, het schoeisel van den landman en het
eenvoudige boerenmeisje zal verwonderd op
kijken naar zijn kleurige nakomelingen, die
door de wispelturige mode geadopteerd zijn.
Het kan eigenaardig loopen in het mode
wereldje. De klomp, die een onderdeel is van
ae werkkleeding, waarmee door de modderige
akkers en over de plassige landwegen wordt
geplonst, is gepromoveerd en ontvangt een mo
degraad.
Als de boeren en landarbeiders zich 's Zon
dagsmorgens schoonwasschen en hun netjes
uitgeborstelde Zondagsche kleeren hebben aan
getrokken, wringen zij zich in een paar schoe
nen, die hun benauwd en onwennig zitten. En
als de stadsmenschen zich dezen zomer gaan
kleeden voor een uitstapje, zetten zij hun
daagsche schoenen in een hoek en trekken een
paar gemakkelijke klomp-sandaaltjes aan!
Als de boeren en landarbeiders terugkomen
uit de kerk, schieten ze met een zucht van ver
lichting in een paar wit geschuurde klompen.
En als de stadsmenschen terugkomen van hun
uitstapje, bergen zij hun klomp-sandaaltjes
keurig op tot een volgend uitgangsdagje.
Het' was vroeger een bijzonderheid, wanneer
een boerenmeisje in de week op schoenen liep.
Zij moest dan wel van heel moderne opvatting
wezen. En nu.zullen de meest moderne dames
op klomp-sandalen het seizoen doorbrengen.
Ook de kinderen zullen we weer leeren op
klompen loopen. Wie herinnert zich uit den
vorigen oorlog niet nog de pijnlijkheid der eerste
dagen, die men door 't dragen van dikke sokjes
uit stof gemaakt, trachtte te verzachten!
Zou de klompenmaker wèlvaren bij deze
mode? Het ligt er aan, wie we verstaan onder
den klompenmaker. Bedoelen we den fabri
kant, die de veel-soortigé klomp-sandaaltjes in
rijke verscheidenheid in zijn fabriek laat ver
vaardigen, dan moeten we onmiddellijk zeggen:
ja. Maar als we doelen op den echten klompen
maker, die zijn geheele leven met zijn lange
messeri met ruwe stukken wilgenhout stevige
stappers vervaardigde, dan zullen we ontkennend
moeten antwoorden. Het kwijnende handwerk-
klompenmakersvak zal weinig voordeel trek
ken uit deze mode, zal amper bemerken, dat er
een klompenmode heerscht. En toch: hadden
zij eigenlijk niet het eerste recht om van deze
mode profijt te trekken nu hun product op den
schoeisel-voorgrond wordt gebracht?
Een enkel woord over de klompenmakers-
industrie.
De Maas en Waalsche klompenmakers heb
ben een goeden naam in het vak van deze ty
pisch Nederlandsche volksvlijt. Bekend zijn de
hooge of half-hooge „trippen" en „snoekebek
ken". Trippen zijn tamelijk lichte klompen,
waarvan de kap een versiering van snijwerk
heeft. De snoekebekken ontleenen hun naam aan
Rechter voorpand
Dit wordt gebreid naar het spiegelbeeld van
net linker.
Rugpand
Hiervoor worden steken opgezet tot een breed u
/an ongeveer negen en dertig centimeter; daai
na breien als aangegeven, minderend en meer
derend zooals het knippatroon aangeeft. Als een
hoogte van dertig centimeter is bereikt, worden
aan beide kanten voor de armsgaten één maa
vier, twee maal drie, drie maai twee en dm
maal één steken geminderd, altijd bij het begu
van de pen, en het afkanten geschiedt tenslotte
weer op de hoogte van acht en veertig centi
meter.
De mouw
Over een breedte van achttien centimeter wo.-
den steken opgezet, waarna dadelijk, volgens he1
patroon, aan beide zijden geminderd wordt Bj.
een hoogte van twaalf centimeter worden aan
beide zijden twee centimeter afgekant, daarna
aan het begin van de pennen twee steken sa-
menbreien. Volgens het knippatroon wordt door
gebreid tot een hoogte van zeven en twintig
centimeter.
Afwerking
De verschillende deelen worden voorzichtig ge
perst onder een vochtigen doek en met wol aar.
elkaar genaaid. Volgens beoordeeling, of de wo.
er al of niet geschikt voor is, kunnen voorzijden
en hals omgehaakt worden met twee toeren /as
ten. Aan het rechter voorpand worden dan mei.
een knoopsgaten ingewerkt. Ook kan men een
rechte bies breien, met ingebreide knoopsgaten
en deze bies langs voorpanden en hals aan
naaien.
De knoopjes worden, wanneer men daarvan
houdt, overtrokken met gehaakte lapjes.
dat ge de nagels vijlt van het midden naar
de hoeken;
dat ge zoo min mogelijk metalen instrumen
ten gebruikt om de kans op verwonding te
verminderen;
dat men den nagelriem nimmer terugduwt met
de harde vijlpunt, maar dat men zich hiervoor
bedient van een naar onderen breed en plat
toeloopend houten stokje (de zoogenaamde
orance-stick)Vóór deze bewerking worden de
nagels met vaseline ingevet;
dat ge de nagels veel borstelt met water en
zeep en de vingertoppen in het zeepsopje laat
weeken
dat men één maal per week de nagels een
grondige manicure geeft.
dat ge bij het grove werk in huis, bij stoffen,
kleeden kloppen en schuieren, handschoenen
draagt. De grootste vijand van de gesoigneerde
hand is het stof, dat in het nagelbed gaat zit
ten en er hardnekkig blijft. Bij vochtig werk
kunnen rubberhandschoenen gedragen worden.
Vindt men, dat deze de beweging te veel be
lemmeren, dan knipt men van den handschoen
de vingers los, zoodat men ze afzonderlijk aan
kan schuiven. Vooral bij groenten schoonma
ken, nieuwe aardappelen schrappen, zullen losse
rubbervingertjes, aan duim en wijsvinger ge
schoven. hun nut doen blijken.
Citroen als reinigingsmiddel is den meesten
onzer genoeg bekend. Met 'n partje citroen wrijft
men de vingertoppen, welken na „de omwasch'
met water, zeep en een borsteltje nauwelijks hun
behoorlijk aanzien te hergeven is. Nagelran
den bevlekt door vruchtensap na den inmaak
van sterk kleurende vruchten als kersen of
boschbessen, gaat men niet dadelijk wasschen
in warm water en zeep. Men bereikt een beter
resultaat wanneer men de handen eerst gron
dig met koud water afspoelt en daarna even
eens met citroensap bewerkt.
Klompenmaker aan den arbeid
de vreemdsoortige neuzen met dubbel omge
bogen punt, die in de verte wel iets van een
snoekebek weg heeft. „Belsen" zijn vooral in
België in gebruik en de lage, donker geverfde
„Franschen", worden vooral door vrouwen ge
dragen.
Machinale klompenfabrieken verdringen ook
in dit product het handwerk. Maar langs de
groote rivieren van Holland, en in Brabant,
Limburg en Overijsel wordt in vele primitieve
werkplaatsen nog menig paar klompen met de
hand vervaardigd. Het Achterhoeksche dorpje
Enter gaat zelfs groot op den naam van „klom
penmakersdorp". Het is een hard bestaan, wat
de klompenmaker heeft, maar het handwerk
kan zich nog handhaven omdat de klompen
maker geen groote levensbehoefte heeft en om
dat vele mannen den stevigen handwerk-
klomp boven den fabrieksklomp stellen. En zij
kunnen er over oordeelen, de boeren en arbei
ders, die dag in dag uit in weer en wind op hun
klompen in muilen akkergrond staan en over
slecht onderhouden landwegen klossen.
Er komt heel wat vakmanskunst aan te pas
voordat uit een ruw omschorst blok wilgenhout
een paar gemakkelijk passende klompen gesne
den zijn. De „ruimsnijer" en de „fijn-
snijer" lange messen met twee
handvaten zijn de voornaamste instru
menten. De klompenmaker moet een goed oog
hebben om van twee klompen een „paar" te
maken en er moet heel wat gesneden worden,
alvorens het gaatje geboord wordt om de klom
pen paarsgewijze aaneen te binden.
Stuk voor 'stuk worden de producten afge
werkt door den klompenmaker. Hij heeft ze
zoolang onderhanden totdat hij meent, dat de
pasvorm goed is. Het komt echter wel voor, dat
den klant bij het passen de klomp op een of an
dere plaats wringt. Dan neemt de klompenma
ker zijn fijnsnijer en maakt den klomp precies
pas, zoodat de klant een „maat-klomp" krijgt.
Bij de klomp-sandaaltjes gaat het er anders
aan toe. Het is een massa-product, in sommi
ge fabrieken misschien aan den loopenden band.
Met zijn ontwikkeling tot mode-product heeft
de klomp ook in zijn vervaardiging een moder
nen weg gevolgd.
Wie voor het komend seizoen wollen
kleeren wil gaan breien en, gezien de
wol-rantsoeneeringzal moeten woe
keren met de wol die ze heeft, gaat
ir misschien toe over, gebreide klee-
iingstukken, die hun dienst gedaan
'tebben en gedeeltelijk versleten zijn,
uit te halen, om de vrijkomendy wol
opnieuw te gebruiken. Met de gekrin
kelde wol is het echter niet prettig
breien, de draad moet weer glad ge
maakt worden. Dit doet men door de
uitgetrokken wol te winden om 'n stuk
oarton, dat men boven den wasem van
kokend water houdt. Er hoeft geen
oxtra water voor opgezet te worden,
men kan het theewater even langer
laten doorkoken. Windt niet te
veel wol op het carton, óm het damp
bad te geven, de onderste laag wordt
dan misschien niet bereikt. Bij ge
deelten tegelijk kan de wol zoo de be
werking ondergaan. Is de draad daar
na goed gedroogd, dan wordt een los
'duwen gewonden.
Het is bloemkooltijd, wat de huisvrouw ver
heugt, want bloemkool is gemakkelijk te bereiden
en ook de voorbereidingen vóór dat de witte
bloemstruik in de pan gaat, vragen maar heel
weinig van haar tijd.
Weet ge, dat ook koude bloemkool een sma
kelijk gerecht vormt? Bijna zouden we willen
beweren, dat de gekookte, koude bloemkool op
gediend met mayonnaise en gehakte ham, nog
lekkerder is dan de warme. De substantie is
namelijk wat steviger en de smaak ietwat pit
tiger, voor zoover de bleeke bloemkool dan pittig
kan zijn. Maar mayonnaise en gehakte ham
strooken thans weinig met begrippen van ver
sobering en dus geven wij hieronder een recept
van een eenvoudigen kouden bloemkoolschotel,
die op een vleeschloozen dag, mits men het
maal inleidt met een stevige soep, als hoofd
gerecht kan dienen.
Men kookt de bloemkool op de gewone wijze
in ruim water gaar, neemt ze uit de pan en
laat ze afkoelen. Van tweemaal zooveel eieren
als er personen aan tafel zijn, maakt men
roerei, dat in een krans geschikt wordt om de
koude kool, die op 'n platten schotel is gelegd.
Het geheel wordt bestrooid met fijngehakte
peterselie en gegarneerd met tomaatschijfjes.
Tomatensaus wordt er bij gegeven
Dat ge het afkooksel van de bloemkool niet
weg moet gieten, en dat daar nog sen smake
lijke recept van te bereiden is, leert
Martine Wittop Koning u in het onderstaande.
Het is nu laègzamerhand wel aan de huis
vrouw bekend, dat een soep volstrekt niet altijd
de uitgave aan soepvleesch met zich ben oef t te
brengen: geur en smaak kan het gerecht even
goed ontleenen aan verschillende aromatische
stoffen, die de groenten ons brengen, bij het
koken.
Een liter kooknat van bloemkool, een kwart
liter melk, vijf afgestreken eetlepels bloem, twee
en een halve afgestreken eetlepel boter, drie
kwart ons geraspte belegen kaas, wat peper en
nootmuskaat (hoeveelheid voor 4 personen).
Verwarm roerende de boter met de bloem en
voeg er onder voortdurend roeren langzamer
hand eerst het bloemkoolwater en dan de melk
bij. Laat de soep even doorkoken, strooi er
roerende de geraspte kaas in en voeg er naar
smaak wat peper en wat nootmuskaat bij.
Bij deze soep kan ook de kaas afzonderlijk
gegeven worden, wanneer men niet zeker weet,
of ieder van de aanzittenden van kaas houdt
VRAAG r
UW WINKELIER OF DROGIST
ICT. P. ZAKJE GELIJK AAN 1 PCND SUIKtR
Deze pillen hebben een zacht-laxeerende,
versterkende kracht en bestrijden de onge
makken ontstaan door onregelmatige spijs
vertering en onzuiver bloed, zonder in het
minste te schaden.
De werking dezer HOEKSTRA-bloedzuive
rende pillen bestaat daarin, dat zij de stof
wisseling en de af- en uitscheidingen to het
geheele organisme bevorderen. Te gebruiken
3 maal daags 2—6 stuks.
Verkrijgbaar in de meeste Apotheken en
Drogisterijen. 55 et., 90 ct., 156 per doos,
inh. 75, 135. 250 pillen.
Neemt eens proef! Zend deze adv. met bij
voeging van 16 ct. in postzegels, aan MIJ
HOEKSTRA, Heerengracht 33, Amsterdam.
U ontvangt dan 35 pillen, met gebruiksaan
wijzing.
VAN RUN'S MOSTERD UTRECHT
DAMES EN MEISJES MAAKT NU ZELF
UW KLEEDING
Zendt bon en 25 cent aan postzegels
Wj voorkeur van 3 cent
en U ontvangt een mooi boek met ruim 100
maten en modellen en tevens een gratis
apparaat om U te laten zien hoe gemakkelijk
onze methode ls om THUIS alle kleedtog te
leeren maken en vermaken
aan INSTITUUT
E. N. S. A. L D.
Tolsteegsingel 54 Utrecht
Naam:
Adres: