AANPASSEN en ZONNESCHIJN Een gebreid jasje is een prettig bezit h Klompen klotsen Over otten en pannen BON VOOR HANDIGE BREISTERS Het moderne zomerschoeisel is van hout We benutten ons wolrantsoen zoo practisch mogelijk Het juiste nagelonderhoud eischt HU Koude bloemkool met roerei Bloemkoolsoep Dr. E. HOEKSTRA'S Bloedzuiverende Gezondheidspillen DE VROUW EN HAAR TIJD Mag ik u even opbeuren? Dat wil zeggen, met üw aantal kilo's natuurlijk, maar Uw stemming Geen plant, geen dier, dus laat staan een mensch kan zonder zon leven. En al schijnt die dan Duiten ook nog zoo uitbundig, zoolang naar stralen uw binnenste met bereiken, heeft u mets aan. En daarom dacht ik zoo. kon ik ai cue menschen, die zoo in de schaduw blijven en zich wanhopig blind staren op de gedachte: „oen, och, wat zal de winter ons brengen?' maar een handje helpen. Wat voor nut heeft eigenlijk al dat gepieker over dingen, die misschien komen zullen, maarmisschien ook niet? Want net kan tegen- maar het kan ook meevallen, met waar? En als het nu eens meevalt, dan is al dat getob voor mets geweest en heeft alleen maar ettelijke uren of dagen, mogelijk zelfs weken van Uw leven volkomen noodeioos vergald. Voortdurend in angst leven is niet alleen met prettig, het is zelfs schadelijk, want het belet de meergenoemde zonnestralen tot u door te drin gen. Met bang zijn is nog nooit- iets bereikt! Nu wil ik nier geenszins pleiten voor de zorge loosheid van den krekel, die wel met z'n pootjes in z'n haar moet hebben gezeten tgestela, aat hij het hadl, toen de nood aan den man kwam. in tegenstelling met de nijvere mier, die door haar voorzorgsmaatregelen een appeltje voor aan dorst had, toen dat noodig was. Het is natuurlijk logisch, dat we van te voren overleggen, wat we moeten doen, als er dit of dat gebeurt. Maar het is niet noodig, al bij voorbaat te treuren jver eventueele moeilijke tijden, die ons te wachten staan, want misschien komen ze heelemaal met.! En is dat het geval, dan leven we dus gewoon door, zooals we gewend waren. Maar komen ze wél, wat dan nóg? Ook dan is er een oplossing, want die is er immers voor alles, altijd en overai Het is alleen van belang zich in den tegenwoor- digen tijd bliksemsnel te leeren aanpassen, dus een groot reactievermogen aan te kweeken en op de een of andere mamer een onverwoestbaar goed numeur te veroveren, dat kan u natuurlijk altijd van pas komen. En, nuchter overleggende, gaan we nu eens even allen angst en vrees ontrafelen. Gesteld, net wordt een slappe winter, welis waar met mist en regen, maar niet echt koud. Dan zou het niet zoo heel erg zijn, als de solen- voorraad eventueel eens een beetje klem was. Maar gesteld nu: het gaat vnezen, zelfs hard en we krijgen een herhaling van de vorige Sinen- aansclfe periode, dan moet daar iets tegen ge daan worden, dat spreekt vanzelf. Niemand loopt graag met paarse handen en winterteeneD en stijve botjes, nog daargelaten, dat we er op den duur ziek van zouden worden. We zullen net dan moeten zoeken in dikkere of méér klesren. Hèèft u met zooveel dikke? Nu, dan trekt u drie lagen dunnere over elkaar aan (de minst mooie trui onder, want ijdel blijven we altijd en onder alle omstandigheden en dat is maar goed ook, anders ging de aardigheid er heelemaal af) Wordt u met drie truien over elkaar aam te dik? Maar lieve Mevrouw, wat hindert dét nu, als u 't dan tenminste lekker warm hebt? Dan schept u eenvoudig een nieuwe silhouet, wintermcoe 1941! Trouwens, iedereen zal dan wel iets derge lijks doen en er dus óók zoo uitzien en wat een troost zit er niet in „gezamenlijk lijden"?' En dan zijn we, ondanks de eventueele! voed- selschaarschte, mollig. Ra, ra, hoe kan dat? Houdt u niet van tegenstellingen? Daar zit toch altijd wel iets grappigs in, iets nieuws en onver wachts. Wat nu het' eten betreft; tja. Misschien is ook alweer in het ergste geval „veel" en „lekker" anders. Maar moge dan het lichame lijk voedsel niet meer je dat zijn, dan staat daar toch tegenover, dat er veel meer geeste lijke voedingswaarde in zit. Want we kunnen er zeer zeker uit leeren, met hoe weinig we eigenlijk toe kunnen; hoe sober ons maal kan zijn, zonder dat we behoeven te hongeren of onze krachten ondermijnd worden. U zult me toch niet eigenwijs vinden, als ik zeg, dat de meesten onzer altijd te veel eten? (Ik heb dit heusch van een dokter, die altijd hopelooze moeite doet, het overtollige vet van zijn geens zins slanke patiënten dat ze er langzaam maar zeker aangegeten hebben door strenge diëeten en zware vermageringskuren weer te laten verdwijnen. Zit daar niet iets heel on logisch in?) .Zou het niet grappig zijn, eens uit te knobbelen met hoe weinig calorieën mits de goede we toekomen, zonder met schrik in den spiegel te moeten constateeren er komt heusch een laagje bij op mijn heupen, of: die tailleband wordt nu toch werkelijk te nauw, ik kan bijna geen adem meer halen. Wat zullen we ons, als al deze bezwaren ver dwijnen, heerlijk luchtig voelen onder onze drie truien Koude beenen kunnen op dezelfde manier bestreden worden door eenige paren kousen over elkaar aan te trekken (die met ladders Kunnen prachtig als onderkousen afgedragen worden) en u weet toch zeker, dat zooltjes van krantenpapier in niet te kleine schoenen heerlijk warm zijn? Bovendien kunnen kranten op veel meer manieren dienst doen om koude te weren. Zoo zijn er zooveel mogelijkheden, die u in geval van nood zelf kunt bedenken. U zult eens zien, hoe vindingrijk iedereen dan wordt. Er zullen beslist ontdekkingen gedaan worden, die een patent waardig zijn! Verduisteren is natuurlijk vervelend, ja. Maar mócht het nog noodig zijn, dan maakt u toch de kamer of kamers, die u werkelijk moet gebruiken, eens en vooral behoorlijk in orde, zoodat u zich niet iederen avond opnieuw behoeft te ergeren aan klungelwerk, aan zwart papier, dat niet blijft zitten; aan gordijnen, die te krap zijn en kieren open laten, zoodat u dan weer in angst zit voor aanmaningen of boete van de luchtbescherming. Wat u doet, doe dat goed, dus neem die verduisteringskwestie nu eens behoorlijk ter hand Wordt handig op een trapleertje, sla niet met den hamer op uw cfuim, gebruik geen groote lange spijkers, als u het evengoed met punaises afkunt en Maar méér behoef ik daarover toch niet te zeggen! (O ja, maak geen al te ingewikkelde crosswordpuzzles op uw ruiten, daar wordt je op den duur scheel van.) Als u dan goed ver duisterd bent, kunt u rustig bij uw schemer lamp gaan zitten lezen, och, en dan zijn de winteravonden tóch wel weer gezellig. Dit zijn nu allemaal' wel toekomstvoorspel lingen, want voorloopig moet het immers nog zomer worden, dus laten we daar dan maar eerst van genieten. Geen zorgen vóór den tijd en als het zoover is, leeren we ons onmiddellijk aanpassen. Wend uw gezicht naar de zon en de schaduw zal achter u vallen! JOSEPHINE Dat het breien van een manteltje geen werk voor beginnelingen of onervarenen in de breikunst is, behoef ik niet eens te zeg gen. Maar u weet even goed als ik, hoe on ontbeerlijk een kort jasje van willig materi aal is, dat we aan- en uittrekken als een handschoen, naar gelang het uur van den dag ons de behoefte aan een lichte bedek king doet voelen.. In ons klimaat, waar de wind nooit uitgewaaid schijnt, is er zelden één zomersche dag, dat men van 's ochtends tot lang na zonsondergang in een dunne zo merjurk, hetzij van linnen of katoen, hetzij van shantung of van bedrukte zijde loopt, zonder op het moment, dat de zon schuil gaat of de schemering haar intrede doet, naar „het wolletje" te grijpen. Het wolletje, da! VOORPAND MOUW 4145 -xv". Zeeuwactie boerinnetjes verkiezen klompen boven schoenen prettig zit, zonder de bewegingsvrijheid te belemmeren; dat als „cardigan" onmisbaar is voor sport, vacantie en zeeverblijf, maar dat we ook op gure dagen in huis dragen om er in den winter nauwelijks afstand van te doen. Kortom, wie geen gebreid manteltje bezit en voor wie er bezwaren zijn, welke ook, om hst thans aan te schaffen, die zou het voor zichzelf kunnen breien van de hoeveelheid wol, die als maandrantsoen in den winkel gegeven mag wor den. Waar we nu, nog minder dan anders, zou den willen, dat onze opzet op een fiasco uit loopt, kiezen we den zekersten weg om een goed resultaat te bereiken, we breien volgens patroon. Van het jasje, dat de mannequin op de foto draagt, vindt u hierbij, verkleind, het werkpa troon voor een bovenwijdte van 88 centimeter, de gangbare maat, waar elke middelmatig groote vrouw in past. De maten, welke op het knippa troon zijn aangegeven, geven de eentimeter-ma- ten van de ware grootte der verschillende deeicu aan, die men aanhoudt bij het teekenen en knip pen van het papierpatroon, waarop men breit. Om het aantal steken te bepalen, dat opgezet moet worden, breit men eerst een proeflapje van ongeveer tien centimeter in het vierkant. Naar gelang van het aantal steken op deze tien centi meter, bepaalt men, hoeveel steken er opgezet moeten worden; tevens berekent men van dit pi oef lapje, hoeveel pennen er gebreid moeten worden. Onder het breien legt men het deel, dat men onderhanden heeft, telkens op het knippa- Wollen manteltje in lavendelblauw, ge dragen op een witte waschzijden jurk. De korte mouwtjes maken het bij uit stek geschikt voor zomerdracht troon, om te controleeren of men de goede maat handhaaft. Het vest bestaat uit vijf deelen. twee halve voorpanden, een achterpand, twee mouwen. Bo vendien wordt er een lange bies gebreid met knoopsgaten voor de sluiting en ter verdere af werking van den hals. Benoodigd Twee honderd vijftig a driehonderd gram mm- deldikke sportwol in een kleur naar keuze, twee lange breipennen nummer drie en acht klsine houten knoopen in de tint van de wol Werkwijze Om de rechte ribbel te krijgen breit men twee recht, twee averecht of drie recht, drie avereent. naar gelang de woldikte de ribbel smallei ot 'oreeder doet uitkomen. Bij de teruggaande pen breit men dan de recht toonende steken, reent en de averecht toonende steken averecht. Linker voorpand Men begint onderaan en zet zooveel steken op tot een breedte van ongeveer een en twintig centimeter is bereikt, waarna men terstond be gint te breien in de aangegeven werkwijze. Aan den zijkant wordt eerst geleidelijk geminderd daarna gemeerderd, zooals het patroon aan geeft. Is het werk dertig centimeter hoog, dan worden voor het armsgat achtereenvolgens, een maal vier, twee maal drie, drie maal twee en drie maal één steken afgekant, telkens aan nel begin van de pen. Zoodra het werk veertig cen timeter hoog is, worden aan de voorzijde steken geminderd. Op acht en veertig centimeter hoog te worden de resteerende steken afgekant. Niemand zou voor eenige jaren hebben kun nen gelooven, dat de „ouderwetsche" klomp weer gedragen kon worden als modern schoei sel zij het in eenigszins anderen vorm. Een paar jaar geleden hebben enkele zaken reeds klomp-sandalen op de zomerseizoen-markt ge bracht; ze maakten echter weinig opgang. Maar schoenen bezitten wij graag in ruime sor teering en we schaffen ons liefst elk seizoen een nieuwe sorteering aan. En het leer is duur. In het buitenland heeft men een oplossing ge vonden, die geen schade doet aan de charme van het vrouwenschoeisel, en het schijnt, dat de vrouw er ook genoegen mee neemt, want er ir- een ruime keus in de sorteering. Welkomer modesnufje had er voor dit sei zoen nauwelijks op de nominatie kunnen staan. En zijn we altijd wel geneigd, om een nieuwtje, dat door het buitenland geaccepteerd is, met overwinning van onze Hollandsche schuchter heid na te volgen, nu de mogelijkheden voor onze voetbekleeding anders georiënteerd moe ten worden, zal alle makelij, waarbij geen leer in het spel is, grif aanvaard en gedragen wor den. Reeds enkele jaren geleden werden door de Twentsche industrie klomp-sandaaltjes op de markt gebracht. Ze gingen er echter niet on middellijk in. Thans zal dat wel anders zijn. Het spreekt vanzelf, dat wandelingetjes op de boulevards en door de drukke stadsstraten niet gemaakt zullen worden op een paar echte „trip pen" of „snoekebekken", de klompen, die op het platteland gedragen worden. Zij eischen een „luxe" klomp, dat wil zeggen een sierlijk bouten schoeisel, waarvan de wreef geen pijn doet tegen den bovenkant. Want het echte klompenloopen moet men wel degelijk kunnen. Het is een vreemde gewaarwording aan de voe ten, die houten harde kanten, bn vooral de wreef heeft het in het begin slecht te ver duren. Maar daar hebben degenen, die de klompenmode er in brachten, wel degelijk reke ning mee gehouden. Zij vervingen de houten kap door een riempje, dat voor de wreef heel wat soepeler is. De naam „klomp-sandalen" is daarom juister dan „klompen". De sandalen hebben het voordeel, dat er zonder veel extra werk meer variatie in de uit voering gebracht kan worden dan bij een geheel houten klomp. En variatie is absoluut noodig als het product genade wil vinden in het vrou wenoog. Het geval „klomp-sandalen" is zeer zeker een gezond mode-snufje. De klomp-sandalen zijn stevig voor den bouw van den voet, de houten zool buigt niet door, zakt niet uit. In een bonte mengeling van kleuren zullen we ze dezen zomer zien, de moderne vrouwen- klompjes. Ze zullen klotsen in de mondaine badplaatsen en wegzakken in den zacht be- mosten grond der bosschen. De ouderwetsche klomp, het schoeisel van den landman en het eenvoudige boerenmeisje zal verwonderd op kijken naar zijn kleurige nakomelingen, die door de wispelturige mode geadopteerd zijn. Het kan eigenaardig loopen in het mode wereldje. De klomp, die een onderdeel is van ae werkkleeding, waarmee door de modderige akkers en over de plassige landwegen wordt geplonst, is gepromoveerd en ontvangt een mo degraad. Als de boeren en landarbeiders zich 's Zon dagsmorgens schoonwasschen en hun netjes uitgeborstelde Zondagsche kleeren hebben aan getrokken, wringen zij zich in een paar schoe nen, die hun benauwd en onwennig zitten. En als de stadsmenschen zich dezen zomer gaan kleeden voor een uitstapje, zetten zij hun daagsche schoenen in een hoek en trekken een paar gemakkelijke klomp-sandaaltjes aan! Als de boeren en landarbeiders terugkomen uit de kerk, schieten ze met een zucht van ver lichting in een paar wit geschuurde klompen. En als de stadsmenschen terugkomen van hun uitstapje, bergen zij hun klomp-sandaaltjes keurig op tot een volgend uitgangsdagje. Het' was vroeger een bijzonderheid, wanneer een boerenmeisje in de week op schoenen liep. Zij moest dan wel van heel moderne opvatting wezen. En nu.zullen de meest moderne dames op klomp-sandalen het seizoen doorbrengen. Ook de kinderen zullen we weer leeren op klompen loopen. Wie herinnert zich uit den vorigen oorlog niet nog de pijnlijkheid der eerste dagen, die men door 't dragen van dikke sokjes uit stof gemaakt, trachtte te verzachten! Zou de klompenmaker wèlvaren bij deze mode? Het ligt er aan, wie we verstaan onder den klompenmaker. Bedoelen we den fabri kant, die de veel-soortigé klomp-sandaaltjes in rijke verscheidenheid in zijn fabriek laat ver vaardigen, dan moeten we onmiddellijk zeggen: ja. Maar als we doelen op den echten klompen maker, die zijn geheele leven met zijn lange messeri met ruwe stukken wilgenhout stevige stappers vervaardigde, dan zullen we ontkennend moeten antwoorden. Het kwijnende handwerk- klompenmakersvak zal weinig voordeel trek ken uit deze mode, zal amper bemerken, dat er een klompenmode heerscht. En toch: hadden zij eigenlijk niet het eerste recht om van deze mode profijt te trekken nu hun product op den schoeisel-voorgrond wordt gebracht? Een enkel woord over de klompenmakers- industrie. De Maas en Waalsche klompenmakers heb ben een goeden naam in het vak van deze ty pisch Nederlandsche volksvlijt. Bekend zijn de hooge of half-hooge „trippen" en „snoekebek ken". Trippen zijn tamelijk lichte klompen, waarvan de kap een versiering van snijwerk heeft. De snoekebekken ontleenen hun naam aan Rechter voorpand Dit wordt gebreid naar het spiegelbeeld van net linker. Rugpand Hiervoor worden steken opgezet tot een breed u /an ongeveer negen en dertig centimeter; daai na breien als aangegeven, minderend en meer derend zooals het knippatroon aangeeft. Als een hoogte van dertig centimeter is bereikt, worden aan beide kanten voor de armsgaten één maa vier, twee maal drie, drie maai twee en dm maal één steken geminderd, altijd bij het begu van de pen, en het afkanten geschiedt tenslotte weer op de hoogte van acht en veertig centi meter. De mouw Over een breedte van achttien centimeter wo.- den steken opgezet, waarna dadelijk, volgens he1 patroon, aan beide zijden geminderd wordt Bj. een hoogte van twaalf centimeter worden aan beide zijden twee centimeter afgekant, daarna aan het begin van de pennen twee steken sa- menbreien. Volgens het knippatroon wordt door gebreid tot een hoogte van zeven en twintig centimeter. Afwerking De verschillende deelen worden voorzichtig ge perst onder een vochtigen doek en met wol aar. elkaar genaaid. Volgens beoordeeling, of de wo. er al of niet geschikt voor is, kunnen voorzijden en hals omgehaakt worden met twee toeren /as ten. Aan het rechter voorpand worden dan mei. een knoopsgaten ingewerkt. Ook kan men een rechte bies breien, met ingebreide knoopsgaten en deze bies langs voorpanden en hals aan naaien. De knoopjes worden, wanneer men daarvan houdt, overtrokken met gehaakte lapjes. dat ge de nagels vijlt van het midden naar de hoeken; dat ge zoo min mogelijk metalen instrumen ten gebruikt om de kans op verwonding te verminderen; dat men den nagelriem nimmer terugduwt met de harde vijlpunt, maar dat men zich hiervoor bedient van een naar onderen breed en plat toeloopend houten stokje (de zoogenaamde orance-stick)Vóór deze bewerking worden de nagels met vaseline ingevet; dat ge de nagels veel borstelt met water en zeep en de vingertoppen in het zeepsopje laat weeken dat men één maal per week de nagels een grondige manicure geeft. dat ge bij het grove werk in huis, bij stoffen, kleeden kloppen en schuieren, handschoenen draagt. De grootste vijand van de gesoigneerde hand is het stof, dat in het nagelbed gaat zit ten en er hardnekkig blijft. Bij vochtig werk kunnen rubberhandschoenen gedragen worden. Vindt men, dat deze de beweging te veel be lemmeren, dan knipt men van den handschoen de vingers los, zoodat men ze afzonderlijk aan kan schuiven. Vooral bij groenten schoonma ken, nieuwe aardappelen schrappen, zullen losse rubbervingertjes, aan duim en wijsvinger ge schoven. hun nut doen blijken. Citroen als reinigingsmiddel is den meesten onzer genoeg bekend. Met 'n partje citroen wrijft men de vingertoppen, welken na „de omwasch' met water, zeep en een borsteltje nauwelijks hun behoorlijk aanzien te hergeven is. Nagelran den bevlekt door vruchtensap na den inmaak van sterk kleurende vruchten als kersen of boschbessen, gaat men niet dadelijk wasschen in warm water en zeep. Men bereikt een beter resultaat wanneer men de handen eerst gron dig met koud water afspoelt en daarna even eens met citroensap bewerkt. Klompenmaker aan den arbeid de vreemdsoortige neuzen met dubbel omge bogen punt, die in de verte wel iets van een snoekebek weg heeft. „Belsen" zijn vooral in België in gebruik en de lage, donker geverfde „Franschen", worden vooral door vrouwen ge dragen. Machinale klompenfabrieken verdringen ook in dit product het handwerk. Maar langs de groote rivieren van Holland, en in Brabant, Limburg en Overijsel wordt in vele primitieve werkplaatsen nog menig paar klompen met de hand vervaardigd. Het Achterhoeksche dorpje Enter gaat zelfs groot op den naam van „klom penmakersdorp". Het is een hard bestaan, wat de klompenmaker heeft, maar het handwerk kan zich nog handhaven omdat de klompen maker geen groote levensbehoefte heeft en om dat vele mannen den stevigen handwerk- klomp boven den fabrieksklomp stellen. En zij kunnen er over oordeelen, de boeren en arbei ders, die dag in dag uit in weer en wind op hun klompen in muilen akkergrond staan en over slecht onderhouden landwegen klossen. Er komt heel wat vakmanskunst aan te pas voordat uit een ruw omschorst blok wilgenhout een paar gemakkelijk passende klompen gesne den zijn. De „ruimsnijer" en de „fijn- snijer" lange messen met twee handvaten zijn de voornaamste instru menten. De klompenmaker moet een goed oog hebben om van twee klompen een „paar" te maken en er moet heel wat gesneden worden, alvorens het gaatje geboord wordt om de klom pen paarsgewijze aaneen te binden. Stuk voor 'stuk worden de producten afge werkt door den klompenmaker. Hij heeft ze zoolang onderhanden totdat hij meent, dat de pasvorm goed is. Het komt echter wel voor, dat den klant bij het passen de klomp op een of an dere plaats wringt. Dan neemt de klompenma ker zijn fijnsnijer en maakt den klomp precies pas, zoodat de klant een „maat-klomp" krijgt. Bij de klomp-sandaaltjes gaat het er anders aan toe. Het is een massa-product, in sommi ge fabrieken misschien aan den loopenden band. Met zijn ontwikkeling tot mode-product heeft de klomp ook in zijn vervaardiging een moder nen weg gevolgd. Wie voor het komend seizoen wollen kleeren wil gaan breien en, gezien de wol-rantsoeneeringzal moeten woe keren met de wol die ze heeft, gaat ir misschien toe over, gebreide klee- iingstukken, die hun dienst gedaan 'tebben en gedeeltelijk versleten zijn, uit te halen, om de vrijkomendy wol opnieuw te gebruiken. Met de gekrin kelde wol is het echter niet prettig breien, de draad moet weer glad ge maakt worden. Dit doet men door de uitgetrokken wol te winden om 'n stuk oarton, dat men boven den wasem van kokend water houdt. Er hoeft geen oxtra water voor opgezet te worden, men kan het theewater even langer laten doorkoken. Windt niet te veel wol op het carton, óm het damp bad te geven, de onderste laag wordt dan misschien niet bereikt. Bij ge deelten tegelijk kan de wol zoo de be werking ondergaan. Is de draad daar na goed gedroogd, dan wordt een los 'duwen gewonden. Het is bloemkooltijd, wat de huisvrouw ver heugt, want bloemkool is gemakkelijk te bereiden en ook de voorbereidingen vóór dat de witte bloemstruik in de pan gaat, vragen maar heel weinig van haar tijd. Weet ge, dat ook koude bloemkool een sma kelijk gerecht vormt? Bijna zouden we willen beweren, dat de gekookte, koude bloemkool op gediend met mayonnaise en gehakte ham, nog lekkerder is dan de warme. De substantie is namelijk wat steviger en de smaak ietwat pit tiger, voor zoover de bleeke bloemkool dan pittig kan zijn. Maar mayonnaise en gehakte ham strooken thans weinig met begrippen van ver sobering en dus geven wij hieronder een recept van een eenvoudigen kouden bloemkoolschotel, die op een vleeschloozen dag, mits men het maal inleidt met een stevige soep, als hoofd gerecht kan dienen. Men kookt de bloemkool op de gewone wijze in ruim water gaar, neemt ze uit de pan en laat ze afkoelen. Van tweemaal zooveel eieren als er personen aan tafel zijn, maakt men roerei, dat in een krans geschikt wordt om de koude kool, die op 'n platten schotel is gelegd. Het geheel wordt bestrooid met fijngehakte peterselie en gegarneerd met tomaatschijfjes. Tomatensaus wordt er bij gegeven Dat ge het afkooksel van de bloemkool niet weg moet gieten, en dat daar nog sen smake lijke recept van te bereiden is, leert Martine Wittop Koning u in het onderstaande. Het is nu laègzamerhand wel aan de huis vrouw bekend, dat een soep volstrekt niet altijd de uitgave aan soepvleesch met zich ben oef t te brengen: geur en smaak kan het gerecht even goed ontleenen aan verschillende aromatische stoffen, die de groenten ons brengen, bij het koken. Een liter kooknat van bloemkool, een kwart liter melk, vijf afgestreken eetlepels bloem, twee en een halve afgestreken eetlepel boter, drie kwart ons geraspte belegen kaas, wat peper en nootmuskaat (hoeveelheid voor 4 personen). Verwarm roerende de boter met de bloem en voeg er onder voortdurend roeren langzamer hand eerst het bloemkoolwater en dan de melk bij. Laat de soep even doorkoken, strooi er roerende de geraspte kaas in en voeg er naar smaak wat peper en wat nootmuskaat bij. Bij deze soep kan ook de kaas afzonderlijk gegeven worden, wanneer men niet zeker weet, of ieder van de aanzittenden van kaas houdt VRAAG r UW WINKELIER OF DROGIST ICT. P. ZAKJE GELIJK AAN 1 PCND SUIKtR Deze pillen hebben een zacht-laxeerende, versterkende kracht en bestrijden de onge makken ontstaan door onregelmatige spijs vertering en onzuiver bloed, zonder in het minste te schaden. De werking dezer HOEKSTRA-bloedzuive rende pillen bestaat daarin, dat zij de stof wisseling en de af- en uitscheidingen to het geheele organisme bevorderen. Te gebruiken 3 maal daags 2—6 stuks. Verkrijgbaar in de meeste Apotheken en Drogisterijen. 55 et., 90 ct., 156 per doos, inh. 75, 135. 250 pillen. Neemt eens proef! Zend deze adv. met bij voeging van 16 ct. in postzegels, aan MIJ HOEKSTRA, Heerengracht 33, Amsterdam. U ontvangt dan 35 pillen, met gebruiksaan wijzing. VAN RUN'S MOSTERD UTRECHT DAMES EN MEISJES MAAKT NU ZELF UW KLEEDING Zendt bon en 25 cent aan postzegels Wj voorkeur van 3 cent en U ontvangt een mooi boek met ruim 100 maten en modellen en tevens een gratis apparaat om U te laten zien hoe gemakkelijk onze methode ls om THUIS alle kleedtog te leeren maken en vermaken aan INSTITUUT E. N. S. A. L D. Tolsteegsingel 54 Utrecht Naam: Adres:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6