Wat zoudt gij doen Verbeurd verklaren van vermogens INBREKER MAAKTE „SCHOON SCHIP" Britsche bomaanvallen umtdla?} ZONDAG 7 JULI 1940 TIENJARIG MEISJE VERMIST Wegens streven, gericht tegen het Duitsche volk of het rijk HET OUDE K.L.M.- HOOFDKANTOOR TEGEN ONJUISTE BERICHTEN in de RAAD VAN STATE Van school niet thuisgekomen Registratie van motor rijtuigen Aangifte moet binnen drie dagen geschieden Bureaux van de motorbrandstof' fen-distributie er in onder- igebracht Louwe Botter overleden Hij diende als jongen de laatste H. Mis op Schokland Balans van een maand telt 103 dooden Bommen op Rijnsburg Bescherming van de Neder landsche bevolking bij verordening vast gelegd Aankoop en slachting van varkens Oude inbraak in Den Haag tot klaarheid gebracht lloe de „uraan geschiedde Adviezen aan het departement van Algemeen Bestuur Bijzondere weekkaarten Bij een verkorte werkweek Gift voor Rotterdam Sint Aloysius van Gonzaga met pluimbal en racket of Sint Joannes Berchmans op de beu gelbaan met Vlaamsche vrienden uit de Com pagnie van Jesuswie was hij. ook weer, de jonge heilige Jesuïet, die aan het spelen was, toen hem zijn speelgenooten vroegen: wat zou je doen, wanneer een engel uit den hemel je wiet zekerheid kwam aankondigen, dat je ster ten zou binnen het uur? Het voorbeeld werd vaak aangehaald in re traite -preeken over de voorbereiding tot den dood, en hier was reden toe, want onze jonge heilige ik meen toch wel, dat het Sint Aloy sius was antwoordde, dat hij dóór zou spelen. Immers het was nu „recreatie" in het Jesuïe- tenklooster, dat wil zeggen: vrije speeltijd, en tvat kon den hemel aangenamer zijn, dan dat Wj zoo stipt mogelijk de plichten van onzen staat vervullen? Welnu, die plicht was spelen, voor het oogenblik en onze heilige zou dus niets anders doen dan voortgaan met het spel. Zoo Zou de dood hem vinden. Wij waren nog héél jong, toen ons voor het eerst dit stichtelijk exempel voorgehouden werd door een retraite-pater en wij hadden weinig besef van den altijd dreigenden dood, maar het antwoord van den heilige leek ons een beetje te zelfverzekerd en te zorgeloos. Vergeleken Wij onszelf daarmee, dan zouden we toch wel iets anders doen dan voortgaan met ons spel. Het laatste uur van ons leven Hoe vroom de houding, hoe juist het inzicht ook is van den aangehaalden heilige, de jeugd komt er niet sterk van onder den indruk. Ze ziet het doodsgevaar niet reëel genoeg. Alvo- fens te sterven, wordt men wel eventjes ziek en krjjgt de kans op ingetogenheid. Men spreekt biet een priester, men verwacht de generale absolutie voor al de fouten van zijn heele leven. Neen, zoo maar spelenderwijze de eeuwigheid Ingaan, dat kon een heilige zich permitteeren. doch heiligen zijn zeldzaam! Wij zouden liever *at serieuzer voorbereid zijn De jeugd denkt zelden aan den plotselingen dood. Ze kent de gevaren niet. Ze heeft nog zoo Weinig vrienden verloren en degenen, die van baar heengingen, waren meestal oudere bloed verwanten. Wat weet de jeugd van den bewust zijnsinhoud van oudere menschen? Zü heeft baar eigen idealen en haar eigen kwellingen De verrassende dood ligt ver buiten haar dage- bjkschen gezichtskring. De diep-ernstige levens- Wijze van de jeugdige novicenheiligen, Sint Aloysius van Gonzaga, Sint Stanislaus Kostka, Sint Joannes Berchmans, Sint Gerardus Majella, bewondert ze wel, doch ze ziet die op een zeke ren afstand. Hoe dezen reageerden op de zeker heid van een naderend sterven, boezemt haar Wel belang en bewondering in, maar zelf voelt Zij zich anders. Zij voelt door het verhaal vooral het onderscheid, doch nauwelijks de overeen komst met haar eigen gevoelswereld. Wij hebben echter talloozen weggerukt gezien, Wij zijn in angst geweest voor onze naaste ver- Wanten aan het front tijdens de felle oorlogs dagen, wij hebben de sirenes gehoord, die ons bedreigden: alle illusie van veiligheid werd ons tacens ontnomen en wij ervoeren de harde reali teit der woorden van Nother van Sint Gallen: •.temidden van ons leven zijn wij in den dood". Dns is de vraag, als het ware, opgedrongen door de feiten, die aan den heiligen novice door zijn dienden gesteld werd: „wat zöudt gij doen, al-s vandaag moest sterven". Dichters, die het algemeene gevoel met hun bijzondere gevoeligheid ondergaan en het ver- hiogen bezitten, er een uitdrukkingsvorm aan t® geven, hebben zich ook die vraag gesteld. In de tijdschriften van Juni vond men hun ant woord. Eduard Hoomik dichtte in „Criterium' Wat zou je doen, als je vandaag moest sterven? hebt die vraag, zei ik, al meer gedaan, *k zag mij haastig uit den spiegel gaan. ®en keer, dacht ik, sla ik dat glas aan scherven. *k bleef onrustig, weet het aan mijn nerven, Df was het koorts? Ik stak de kachel aan, Degon te schrijven, stokte, toen 'k zag staan: ^at zou je doen, als je vandaag moest sterven? Ik wilde driftig van mijn stoel opspringen, klaar veelbelovend ging die regel zingen, ^at is het antwoord? dacht ik na een poos. Ik weet het niet, bekende ik radeloos, ïoen zag 'k op tafel de gewone dingen: I*en en papier, en schreef weer ademloos. Hoezeer de vraag hem ook kwelt en verbijs tert, de schrijver kon niet beter doen dan blijven ^hrijven! Daar ligt zijn taak, ook tegenover de buigende eeuwigheid. Hetzelfde onderwerp werd behandeld door I'aul Haimon in het maandblad „Roeping", zij bet met een lichte variatie. Hij vraagt zich af, Welke gedachte zijn laatste gedachte zou zijn, bidien hem de aanstaande dood bericht gaf van komst. Ziehier het antwoord van dezen dichter, eveneens een sonnet: Als God mij zei: nu moet gij 'fc laatste denken, dan kwam reeds de Dood aan 't venster staan, ik Hem dan wel met een zonde krenken Als ik Hem vroeg: „mijn God, wilt dan verstaan Als ik met U meer roep, naar Wien ik heen wil gaan. klaar ik haar hart voor 't laatste zal gedenken" *ij moest ons toch reeds eenmaal gadeslaan, Hij moest toch zien, hoe gij mij woudt door drenken k*et 't liefste dat Hy gaf, dat Hy bleef schenken °°k zelfs als een van ons in zwakheid had misdaan. Hij moest ons eens bij korter scheiden saam zien staan zien hoe onze zielen bléven wenken. °u ik Hem dan Wel met een zonde krenken 'Jt dan dacht aan van wie 'k voor altyd heen moest gaan? Zooals de schrijver niet beter zou kunnen doen dan voortgaan met schrijven, zoo zou de jonge verliefde aan niets beter kunnen denken dan aan zijn meisje: tot het laatste oogenblik toe moet het gewone, natuurlijke leven zijn gang gaan, want de trouw aan het gewone is het beste, dat wij aan te bieden hebben aan Onzen Lieven Heer. Van beide dichters stemt dus het antwoora spontaan overeen met 'het antwoord van den heilige, die zei, dat hij zou voortgaan met spe len. In het uur van het gevaar blijkt dit het zuiverste antwoord. Toen we jong waren, hebben wij eraan getwijfeld misschien, maar nu wij ervaring kregen, moeten wij toegeven, dat de volharding in het gewone inderdaad onze zui verste houding is, ook tegenover de eeuwigheid. Beide gedichten, waarvan wij hier de ietter- kundige qualiteiten onbesproken mogen laten, houden de Wijsheid in van den waarachtiger; kunstenaar en dit Is altyd de wijsheid van den eenvoudigen mensch. Allen hebben wij de verbijstering van doods geweldig dreigement leeren kennen op een on verwacht oogenblik, allen zijn wij erdoor ontzet geworden en verschrikt. Maar wanneer wij in keerden tot onszelf en vroegen, wat wij doen moesten, vonden wij geen beter en geen heiliger antwoord dan dat wij onzen dagelijkschen plicht moesten doen en dien blijven doen, zoo goed mogelijk. Nog is de beproeving niet ten einde en velen leven in onzekerheid aangaande de toekomst. Zij vragen zich af, wat zij doen moeten en tot wien zij zich moeten wenden. Zij willen zich herzien of zy willen een daad stellen, die vrucht baar zal zijn voor de toekomst. Doch Wat kun nen wij vruchtbaarder aanbieden aan de toe komst dan de rustige, stipte, in volle overgave verrichte vervulling van den dagelijkschen plicht, hoe moeilyk de omstandigheden ook schijnen of misschien werkelijk zyn? De dreigende dood heeft ons leeren beseffen, dat ons dagelijksch werk iets heiligs is éh dar de voortgezette vervulling van onze plichten een nederige en toch hooge dienstbaarheid inhoudt jegens het leven, dat wij belijden, omdat wij weten, dat wij ons door de verantwoordelijke vervulling der plichten van onzen staat in het alledaagsche bestaan op de zuiverste wijze voorbereiden op de heerlijkheid van het Eeu wige Leven. De commissaris van politie te 's Gravenhage, justitieele dienst C, deelt mede, dat sedert 4 Juli wordt vermist Johanna Onderwater, geboren te 's Gravenhage 3 November 1929, wonende Lange Beestenmarkt 28, Den Haag. Het kind is circa 1.50 meter lang, donkerblond haar, gave tanden, gezonde kleur, flink van postuur. Zij was gekleed in een blauwgeruit jurkje, blauwe pullover, blauwe kousen, lage zwarte schoenen en heeft een zwarte strik m het haar. Het meisje heeft op 4 Juli omstreeks half vier de Dr.- Piersonschool aan de Prinsegracht te Den Haag verlaten en is sedert dien spoorloos. Niet onmogelijk is, dat het kind met iemand is medegeloopen. Degenen, die het kind na dien tijd hebben gezien of nadere inlichtingen kunnen verstrek ken, worden verzocht, zich zoo spoedig mogelijk te melden bij genoemden commissaris, Javai- straat 18, Den Haag. Als Volendam ter vischmarkt komt in Amsterdam, wordt de koopwaar druk be sproken en is de handel levendig In het Zaterdag verschenen Verordeningen blad voor het bezette Nederlandsche gebied (no. 9) is afgekondigd een verordening van den Rijkscommissaris yoor het bezette Neder landsche gebied betreffende het verbeurd ver klaren van vermogens. Krachtens deze verordening kan het ver mogen van personen of vereenigingen, die een streven, dat gericht is tegen het Duit sche volk of het rijk, bevorderd hebben, bevorderen of van wie mag worden aange nomen, dat zij zulk een streven in de toekomst zullen bevorderen, geheel of ten deele verbeurd verklaard worden. Dit geldt ook voor goederen en rechten, die ter be vordering van het genoemde streven ge diend hebben, dienen of geschikt zijn om te dienen. De organen der Duitsche Veiligheidspolitie kunnen, ter voorbereiding van de verbeurdver klaring, een vermogen, een goed of een recht voorloopig in beslag nemen. De inbeslagneming geschiedt door openbare bekendmaking of door schriftelijke mededeeling aan den eige naar van het vermogen, den direeten bezitter van het goed Of den eigenaar van het recht. De organen der Duitsche veiligheidspolitie kunnen tegelyk met of na de inbeslagneming een voorloopigen beheerder voor het inbeslag- genomen vermogen, het inbeslaggenomen goed of het inbeslaggenomen recht aanstellen. De voorloopige beheerder kan de gewone, in het kader van een behoorlijk beheer passende maatregelen nemen. DOor de inbeslagneming verliezen de eige naar enz. de bevoegdheid, over het inbeslagge- nomene zonder goedkeuring van het orgaan, dat de inbeslagneming heeft bepaald of in het geval dat een vOorloopige beheerder aan gesteld is van den voorloopigen beheerder, te beschikken. Wanneer van een inbeslaggenomen goed of van een inbeslaggenomen recht in een open baar register ten behoeve van het rechtsver keer aanteekening wordt gehouden, moet de inbeslagneming op eisch van het orgaan, dat de inbeslagneming heeft bepaald, of in het geval dat een voorloopig beheerder is aange steld van den voorloopigen beheerder ter stond kosteloos in het register worden aange- teekend. Een inbeslaggenomen goed of een inbeslagge nomen recht kan niet te goeder trouw ver kregen worden, wanneer ten aanzien daarvan een aanteekening, als hiervoor vermeld, be staat of de inbeslagneming openbaar bekend is gemaakt, De inbeslagneming moet worden opgeheven, wanneer zij naar het oordeel van het orgaan, dat de inbeslagneming bepaald heeft, met het oog op de omstandigheden van het geval noo- deloos of onmogelijk is geworden. De opheffing van de inbeslagneming geschiedt op dezelfde wijze, als waarop de inbeslagneming is ge schied. Is een aanteekening, in een openbaar register geschied, dan moet deze terstond kos teloos worden doorgehaald. Bevindt zich een goed op het tydstip van de inbeslagneming daarvan niet in het daadwer kelijk bezit van den eigenaar, dan kan het niet verbeurd verklaard worden, wanneer de eige naar binnen één maand aan den hbogeren SS- en politieleider of in het geval dat een voor loopige beheerder is aangesteld aan dezen van zijn recht kennis geeft, tenzij de eigenaar de bedoeling heeft gehad, om door de over gave van het goed het in den aanleg dezes genoemde streven te bevorderen. De verbeurdverklaring geschiedt bij beschik king van den Rijkscommissaris of van de door hem aangewezen instanties; de verbeurdver klaring wordt van kracht door de openbare bekendmaking of door de mededeeling daarvan aan den betrokkene. Het verbeurdverklaarde wordt aangewend voor doeleinden van algemeen belang In het bezette Nederlandsche gebied. De Rijks commissaris vaardigt ten aanzien .hiervan bijzondere voorschriften uit. Vereenigingen van personen, van welke vereenigingen het vermogen wordt verbeurd verklaard, zijn ontbonden. Liquidatie vindt niet plaats. De aansprakelijkheid voor de schulden van den eigenaar van. een verbeurd verklaard ver mogen en voor de verplichtingen, die aan ver beurd verklaarde goederen en rechten verbon den zijn, blijft bestaan, voor zoover deze door de hoegrootheid van het vermogen Of door de verkoopwaarde der goederen en rechten ge dekt zijn. Rechten op verbeurd-verklaarde zaken blyven bestaan. In het geval dat de schulden de baten over treffen, moet het verbeurd-verklaarde overeen komstig het geldende Nederlandsche Faillisse- mentsrecht onder de rechthebbende schuld- eischers worden verdeeld. Deze verordening treedt in werking op den dag van haar afkondiging. 6 Juli 1940. Blijkens verordening van den secretaris generaal van het departement van Waterstaat, betreffende de registratie van vrachtauto's, tractoren en landbouwtractoren, zijn houders van dergelijke vervoermiddelen verplicht, van dat houderschap binnen drie dagen na 6 Juli 1940 aangifte te doen, ongeacht of de vervoer middelen al dan niet voor onmiddellijk ge bruik gereed zyn. Het doen inschrijven geschiedt door invul ling en onderteekening van een inschryvings- formulier (dat kosteloos verkrijgbaar is bij de Distributiediensten) en door opzending van dat formulier aan hetCentraal Bureau voor de Statistiek, bureel Verkeer, Oostduinlaan 2, te 's Gravenhage. Nu het bedrijf der K.L.M. nog steeds is stil gelegd, is zelfs het oude hoofdkantoor in het centrum van Den Haag te groot geworden. Een gedeelte der ruimte is nu afgestaan aan een der distributie-diensten. Met ingang van Maandag 8 Juli zullen, zoo als de Rijksinspecteur van het verkeer in het district Zuid-Holland te Den Haag (personen vervoer) mededeelt, de bureaux van zijn in spectie gevestigd zijn in het K.L.M.-gebouw, Hofweg 9, voor zoover het betreft motorbrand stoffen-distributie. De bureaux zyn te berei ken onder telefoonnummer 180070. Zuster Veldhuis van het Proveniershuis aan 'den Burgel te Kampen deed wat zij ons beloofd had: zy meldde ons met enkele regels den dood van Louwe Botter, op 92-jarigen leeftijd rustig gestorven na meer dan tien jaar door haar verzorgd te zijn. Louwe Bot ter was een der laatste geboren Schokkers; op het uur dat hij ontsliep moet het dus eb zy'n geweest buiten den afsluitdijk, want van de Schokkers is gezegd, dat zij, vergroeid als zy waren met de zee, geboren werden als het water wies, kloppend aan de wering en dat zij stierven met het uitgaand tij, wan neer dit bijna verloopen was. Steeds wanneer wy in Kampen waren, gingen wij Louwe Botter nog even opzoeken. Ook dezer dagen nog, op reportage langs de Zuiderzee werken. Maar toen was de oude man reeds bed- patiënt, misten wij den Schokker op zyn vaste plaatsje in het huis, forsche robuuste kerel in het buis en de wijde broek van de eilander dracht, welke hij zijn levenlang trouw was ge bleven. Bij de ontruiming van Schokland in 1859 trok Louwe als elfjarige jongen met zijn ouders naar Kampen, waar zij zich vestigden. En Louwe ging er zijn leven lang prat op, dat hij het was geweest, die als misdienaar de laatste H. Mis had gediend, die de toenmalige pastoor, de zeer- eerw. heer ter Schouw, in het nederig kerkje van Emmeloord op Schokland opdroeg. Rustig sleet Botter zijn laatste jaren in het gastvrije huis voor verzorging van ouden van dagen. Hy was stil en in zichzelf gekeerd en zat daar maar vredig te wachten op den dood. Alleen als het hard waaide, werd iets van vroeger in hem wakker. Wanneer de Westenwind het water in den Burgel deed klotsen tegen den walkant en rommelde in de oude, hooge schoorsteenen van het huis, voer een onrust in den stokouden man. Bij nacht en onty verliet hij zijn bed, schuifelde op zijn pantoffels door de slaapzaal en tot de zuster, die er waakte, zei hy: „De lucht staat droevig. Laat me er uit. Mijn schuit slaat los!" Dan trachtte men den ouden visscher te kalmeeren, doch vergeefs zoolang de Westenwind bleef gieren om het huis. Het trage bloed klopte sneller in zyn polsen, het schier uitgebluschte leven vlamde in instinctmatige weerbaarheid op: Het stormt! De branding staat op het eiland! Schokker, wees op je hoede! Ook als men hem over Schokland sprak, veerde de oude op. Zoo was het hem nog mogelyk, in het vorig najaar, bij een radio-reportage voor de K.R.O.-microfoon, iets over zijn eiland te ver tellen. En het heugt ons, hoe wij op een voor jaarsdag, met enkele Volendammers met den botter te Kampen, Louwe opzochten en de oude man met ons buiten ging in den hof. Bij het zien der Volendammers fleurde de Schokker op. Zijn waterig-blauwe visschermansoogen, waar mee hij een leven lang had»uitgetuurd, bij dag en nacht over zee, kregen glans. Hij voelde ook het voorjaarszonnetje, de zoele lucht. En ineens was hij weer by zyn vak, blij te kunnen praten met menschen van zyn stiel: „yangen ze al herringk?" vroeg hij. Dat de eens zoo begeerde voorjaarsharing al jaren den neus stoot tegen den afsluitdijk, zoogoed als de bot en de garn en de zilveren „ansopies", was niet meer tot hem doorgedrongen. Hij wist ook van geen tijd, geen dag, geen datum meer af, maar hij speurde de teekenen in de natuur en zyn visschersmans-intuïtie zei hem: Nou moet de haring er weer zijn. Wij hadden gedacht, dat Louwe Botter, taai als hij was, Schokland, welks dagen als eiland door de Noord-Oostelijke inpoldering zijn geteld, nog overleven zou. Het is niet gebeurd. Te Vo lendam is de laatste Schoksche, Teuntje Bien, dezen winter in haar 94ste jaar gestorven, ook op Urk leven geen echte Schokkers meer. Alleen te Kampen en Vollenhove telt men er tezamen nog een zestal. Wie van het „cleen hoopke" zal de laatste zyn? In verband met de mededeeling van generaal Christiansen over van Nederlanders afkomstige aanwijzingen ten behoeve van de Engelsche luchtmacht heeft Hauptmann Schönleben van den Luchtafweerdienst der Sicherheits-Polizei bijzonderheden bekend gemaakt over de gevol gen, welke de Engelsche bombardementen voor de Nederlandsche burgerbevolking hebben ge had. In de periode van 1 Juni lot 5 Juli heb ben zich 191 Engelsche bomaanvallen op ons land voorgedaan, waarvan 90 pet. op steden, dorpen en vlekken, waarin geen mi litaire objecten aanwezig zijn. Onder de bur gerbevolking vielen dientengevolge 103 doo den terwijl 98 personen zwaar gewond en 49 licht gewond werden. De zeer lichte ver wondingen zyn niet medeg-eteld. Vele Ne derlandsche gezinnen zijn dakloos gewor den; 83 woonhuizen zyn geheel vernield, 176 zwaar beschadigd, van meer dan hon derd woonhuizen zijn bovendien de vensters vernield. Verwoest zijn daarenboven twee scholen, drie ziekenhuizen en een krankzinnigengesticht. Twee kerken en twee kerkhoven zijn evenmin ontzien en wenden zwaar beschadigd. Vele bommen vielen op het open veld, waardoor 12 paarden en 51 koeien werden gedood. In zeven gevallen zijn aanvallen gepleegd op rijdende personen treinen. In acht gevallen zijn .gas-, water- of electrische leidingen vernield. Broeikassen en boomgaarden zijn niet gespaard. Zelfs een voet balveld en een zweefvliegterrein achtten de Engelschen geschikte objecten voor hun bom bardementen. Een bijzonder ergerlijk geval deed zich voor, toen door het mitrailleurvuur van een laagvliegend vliegtuig een oude man en twee kinderen werden gedood. Ook vreedzame visschersschepen ontkwamen niet aan bombar dementen en beschietingen. Deze cyfers toonen duidelyk aan. dat het onmogelijk is, de gevolgen van de Engelsche bombardementen voor de burgerbevolking als bagatel te beschouwen Zaterdagmorgen heeft in de omgeving van Rijnsburg een Engelsch vliegtuig een vijftal bommen geworpen. Ben daarvan kwam op een weiland tot ontploffing, tengevolge waarvan een landbouwer, de 30-jarige N. van Egmond, die ter plaatse aan het werk was, en een paard werden gedood. In het Zaterdag uitgegeven Verordeningenblad (no. 9) is afgekondigd een verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied ter bescherming van de Nederland sche bevolking tegen onjuiste berichten. Volgens deze verordening mogen door mid del van de radio slechts uitzendingen be luisterd worden, die uitgezonden worden: door zenders binnen het door de Duitsche weermacht bezette Nederlandsche gebied; door zenders binnen het Groot-Duitsche rijk met inbegrip van het protectoraat Bo- hemen en Moravië, alsmede van het gouver nement-generaal voor het bezette Poolsche gebied; en door zenders, die aangesloten zijn op een van deze genoemde zenders. Hij, die een anderen dan deze zenders op zettelijk beluistert, wordt gestraft met gevan genisstraf van ten hoogste 2 jaar en met geld boete van ten hoogste 100.000 gulden of met een van deze straffen. In bijzonder ernstige gevallen kan gevangenisstraf van ten hoogste 10 jaar en een geldboete van onbeperkte hoogte of een van deze straffen uitgesproken worden De gebezigde ontvangtoestellen moeten in elk geval verbeurd verklaard worden. Hij, die berichten, die hij direct of indirect door een ingevolge deze verordening verboden handeling verkregen heeft, opzettelyk ver spreidt, valt eveneens onder de strafbepalingen Hendelingen, hier genoemd, worden als mis drijf beschouwd. De strafvervolging vindt slechts plaats op bevel van den Rijkscommissaris voor het bezet te Nederlandsche gebied. Het hierboven gegeven hevel is aan geen ter mijn gebonden, het kan zich bepalen tot be paalde personen. Deze verordening treedt in werking op den dag van afkondiging. o De kinderen dezer wereld zijn op hun manier verstandiger dan de kinderen van hei lichi. Daarom zeg Ik u: Maaki u vrienden mei den ongerech- ien rijkdom; zij zullen u dan, wanneer hei op een einde loopt, in de eeuwige wonin gen opnemen. Evangelie De Nederlandsche Bond van Varkenshan delaren heeft zich telegrafisch tot den regee- ringscommissaris voor de veehouderij, den heer Louwes, gewent met betrekking tot de rege ling van aankoop en slachting van varkens. De Haagsche politie is er in geslaagd, klaar heid te brengen in de inbraak, welke in den nacht van 10 op 11 Juli 1937 is gepleegd by oe N.V. vil. Gebrs. Geenen, groothandel in kolo niale waren, aan de Pavil.ioensgracht in Den Haag. In bedoeld perceel was dien nacht brand uit gebroken en bij onderzoek werd een zuurstof- cylinder aangetroffen, die 'gebruikt was om oe kluis te forceeren. Dezer dagen kreeg de politie een mededeeling, welke er op wees, dat het niet onmogelijk was. dat eenige bekende inbrekers, voomamelyk ver blijf houdende te Amsterdam, meer van deze inbraak zouden weten. Eenige rechercheurs stel den te Amsterdam een voorloopig onderzoek in, waarbij diverse verhooren werden afgenomen. Het gevolg hiervan was dat een drietal ver dachten naar Den Haag werd overgebracht. Het zijn de 36-jaige autogeen lasscher A. G. M., de 41-jarige monteur P J. E en de 34-iarige smid M van de K. Na een langdurig verhoor legde M een vol ledige bekentenis af, verklarende dat hy schoon schip wilde maken. Het bleek dat het drietal destijds een tip had gekregen van een bekenden Haagschen inbreker, den 46-jarigen werkman W S„ en dat nog een vyfde persoon in ver trouwen was genomen, de 25-iarige loswerkman uir Den Haag H. J W van c Op den bewusten avond kwamen deze vyf te Amsterdam byeen. waarna zij per auto naar Den Haag vertrokken. Zij waren volledig uit gerust, o.a. hadden zij een flinken zuurstof- cylinder, een snijbrander en andere instrumen ten en voorts een stalen buizenstel, waarmede zij een soort van tentje konden opstellen om het schijnsel van den snijbrander te maskeeren. Zij wisten het perceel binnen te komen door met een valschen sleutel ten staldeur te ope nen. In de stal bleek zich een paard te bevin den, waarvan de mannen geweldig schrokken, maar weer wat bij gekomen, werd de zaak toch voortgezet. Zij bereikten door het forceeren van enkele binnendeuren, het kantoor waar zich de kluis bevond. Nadat de tent was opgezet, gin 2 M met den snijbrander aan het werk Reeds waren twee platen van de kluis verwijderd en wilde hy beginnen aan de derde plaat, toen de steekvlam terug sprong, waardoor het zeil van de tent vlam- vatte. Geschrokken van den lichtgloed, na men de mannen overhaast de vlucht langs denzelfd^n weg als zij waren gekomen. Zy gingen met den auto naar de duinen waar zij den dag afwachtten om daarna met den auto via een omweg over Delft en Utrecht naar Amsterdam teru» te keeren. Na deze bekentenis aonoen de twee andere Amsterdammers niet langer ontkomen en zoo legden E. van de K. eveneens een bekentenis af Alle aangehoudenen zyn bekende inbrekers. S. bevond zich nog in de gevangenis in ver band met een inbraak aan de Stadhoudersiaan te. Den Haag in Augustus 1938, waarvoor hy tot vier jaar gevangenisstraf was veroordeeld. Hij is een zeer berucht inbreker die reeds in totaal ongeveer 20 jaar gevangenisstraf onderging. De eerste verordening van den Rykscommis- saris voor het bezette Nederlandsche gebied be treffende byzondere maatregelen op administra tiefrechtelijk gebied is 6 Juli jl afgekondigd in het negende Verordeningsblad. Paragraaf 1 daarvan luidt: De Raad van State geeft zijn schriftelijke ad viezen ter zake van geschillen van bestuur aan den secretaris-generaal van het ter zake be voegde departement van Algemen Bestuur. In verschillende bedrijven is een verkorte werkweek ingevoerd. Dit brengt voor hen, die per trein naar hun werkzaamheden reizen, moeilykheden mede, omdat hun spoorweek- kaart telkens eenige dagen nutteloos zou zyn. De Nederlandsche Spoorwegen hebben op een doeltreffende en voor de gebruikers efficiente wyze een oplossing gevonden. Maandag zal voor afstanden van ten hoogste 65 K.M. zoogenaamde verkorte weekkaarten verkrygbaar worden gesteld, welke kaarten gedurende vier of vyf op eenvolgende dagen van een kalenderweek geldig zyn. De prijs dezer kaarten is naar evenredigheid lager dan die der week kaarten. Zy zijn geldig voor een reis heen en weer per dag in de voor houders van weekkaarten toegankelijk gestelde treinen. De R. K. Haagsche Voetbalbond deelt mede, dat een bedrag ad ƒ600.65 zal worden afgedra gen aan de stad Rotterdam, zünde het netto saldo van den wedstrijd R. K. Den Haag—Haar lem, 30 Juni op het ADO-terrein gespeeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5