Wat zoudt gij
doen
Verbeurd verklaren van vermogens
INBREKER MAAKTE
„SCHOON SCHIP"
Britsche bomaanvallen
umtdla?}
ZONDAG 7 JULI 1940
TIENJARIG MEISJE
VERMIST
Wegens streven, gericht tegen
het Duitsche volk of het rijk
HET OUDE K.L.M.-
HOOFDKANTOOR
TEGEN ONJUISTE
BERICHTEN
in de
RAAD VAN STATE
Van school niet thuisgekomen
Registratie van motor
rijtuigen
Aangifte moet binnen drie dagen
geschieden
Bureaux van de motorbrandstof'
fen-distributie er in onder-
igebracht
Louwe Botter overleden
Hij diende als jongen de laatste
H. Mis op Schokland
Balans van een maand
telt 103 dooden
Bommen op Rijnsburg
Bescherming van de Neder
landsche bevolking bij
verordening vast
gelegd
Aankoop en slachting van varkens
Oude inbraak in Den Haag tot
klaarheid gebracht
lloe de „uraan geschiedde
Adviezen aan het departement
van Algemeen Bestuur
Bijzondere weekkaarten
Bij een verkorte werkweek
Gift voor Rotterdam
Sint Aloysius van Gonzaga met pluimbal en
racket of Sint Joannes Berchmans op de beu
gelbaan met Vlaamsche vrienden uit de Com
pagnie van Jesuswie was hij. ook weer, de
jonge heilige Jesuïet, die aan het spelen was,
toen hem zijn speelgenooten vroegen: wat zou
je doen, wanneer een engel uit den hemel je
wiet zekerheid kwam aankondigen, dat je ster
ten zou binnen het uur?
Het voorbeeld werd vaak aangehaald in re
traite -preeken over de voorbereiding tot den
dood, en hier was reden toe, want onze jonge
heilige ik meen toch wel, dat het Sint Aloy
sius was antwoordde, dat hij dóór zou spelen.
Immers het was nu „recreatie" in het Jesuïe-
tenklooster, dat wil zeggen: vrije speeltijd, en
tvat kon den hemel aangenamer zijn, dan dat
Wj zoo stipt mogelijk de plichten van onzen
staat vervullen? Welnu, die plicht was spelen,
voor het oogenblik en onze heilige zou dus niets
anders doen dan voortgaan met het spel. Zoo
Zou de dood hem vinden.
Wij waren nog héél jong, toen ons voor het
eerst dit stichtelijk exempel voorgehouden werd
door een retraite-pater en wij hadden weinig
besef van den altijd dreigenden dood, maar het
antwoord van den heilige leek ons een beetje
te zelfverzekerd en te zorgeloos. Vergeleken Wij
onszelf daarmee, dan zouden we toch wel iets
anders doen dan voortgaan met ons spel. Het
laatste uur van ons leven
Hoe vroom de houding, hoe juist het inzicht
ook is van den aangehaalden heilige, de jeugd
komt er niet sterk van onder den indruk. Ze
ziet het doodsgevaar niet reëel genoeg. Alvo-
fens te sterven, wordt men wel eventjes ziek en
krjjgt de kans op ingetogenheid. Men spreekt
biet een priester, men verwacht de generale
absolutie voor al de fouten van zijn heele leven.
Neen, zoo maar spelenderwijze de eeuwigheid
Ingaan, dat kon een heilige zich permitteeren.
doch heiligen zijn zeldzaam! Wij zouden liever
*at serieuzer voorbereid zijn
De jeugd denkt zelden aan den plotselingen
dood. Ze kent de gevaren niet. Ze heeft nog zoo
Weinig vrienden verloren en degenen, die van
baar heengingen, waren meestal oudere bloed
verwanten. Wat weet de jeugd van den bewust
zijnsinhoud van oudere menschen? Zü heeft
baar eigen idealen en haar eigen kwellingen
De verrassende dood ligt ver buiten haar dage-
bjkschen gezichtskring. De diep-ernstige levens-
Wijze van de jeugdige novicenheiligen, Sint
Aloysius van Gonzaga, Sint Stanislaus Kostka,
Sint Joannes Berchmans, Sint Gerardus Majella,
bewondert ze wel, doch ze ziet die op een zeke
ren afstand. Hoe dezen reageerden op de zeker
heid van een naderend sterven, boezemt haar
Wel belang en bewondering in, maar zelf voelt
Zij zich anders. Zij voelt door het verhaal vooral
het onderscheid, doch nauwelijks de overeen
komst met haar eigen gevoelswereld.
Wij hebben echter talloozen weggerukt gezien,
Wij zijn in angst geweest voor onze naaste ver-
Wanten aan het front tijdens de felle oorlogs
dagen, wij hebben de sirenes gehoord, die ons
bedreigden: alle illusie van veiligheid werd ons
tacens ontnomen en wij ervoeren de harde reali
teit der woorden van Nother van Sint Gallen:
•.temidden van ons leven zijn wij in den dood".
Dns is de vraag, als het ware, opgedrongen door
de feiten, die aan den heiligen novice door zijn
dienden gesteld werd: „wat zöudt gij doen, al-s
vandaag moest sterven".
Dichters, die het algemeene gevoel met hun
bijzondere gevoeligheid ondergaan en het ver-
hiogen bezitten, er een uitdrukkingsvorm aan
t® geven, hebben zich ook die vraag gesteld. In
de tijdschriften van Juni vond men hun ant
woord.
Eduard Hoomik dichtte in „Criterium'
Wat zou je doen, als je vandaag moest
sterven?
hebt die vraag, zei ik, al meer gedaan,
*k zag mij haastig uit den spiegel gaan.
®en keer, dacht ik, sla ik dat glas aan scherven.
*k bleef onrustig, weet het aan mijn nerven,
Df was het koorts? Ik stak de kachel aan,
Degon te schrijven, stokte, toen 'k zag staan:
^at zou je doen, als je vandaag moest sterven?
Ik wilde driftig van mijn stoel opspringen,
klaar veelbelovend ging die regel zingen,
^at is het antwoord? dacht ik na een poos.
Ik weet het niet, bekende ik radeloos,
ïoen zag 'k op tafel de gewone dingen:
I*en en papier, en schreef weer ademloos.
Hoezeer de vraag hem ook kwelt en verbijs
tert, de schrijver kon niet beter doen dan blijven
^hrijven! Daar ligt zijn taak, ook tegenover de
buigende eeuwigheid.
Hetzelfde onderwerp werd behandeld door
I'aul Haimon in het maandblad „Roeping", zij
bet met een lichte variatie. Hij vraagt zich af,
Welke gedachte zijn laatste gedachte zou zijn,
bidien hem de aanstaande dood bericht gaf van
komst. Ziehier het antwoord van dezen
dichter, eveneens een sonnet:
Als God mij zei: nu moet gij 'fc laatste denken,
dan kwam reeds de Dood aan 't venster
staan,
ik Hem dan wel met een zonde krenken
Als ik Hem vroeg: „mijn God, wilt dan verstaan
Als ik met U meer roep, naar Wien ik heen wil
gaan.
klaar ik haar hart voor 't laatste zal gedenken"
*ij moest ons toch reeds eenmaal gadeslaan,
Hij moest toch zien, hoe gij mij woudt door
drenken
k*et 't liefste dat Hy gaf, dat Hy bleef schenken
°°k zelfs als een van ons in zwakheid had
misdaan.
Hij
moest ons eens bij korter scheiden saam zien
staan
zien hoe onze zielen bléven wenken.
°u ik Hem dan Wel met een zonde krenken
'Jt dan dacht aan van wie 'k voor altyd
heen moest gaan?
Zooals de schrijver niet beter zou kunnen doen
dan voortgaan met schrijven, zoo zou de jonge
verliefde aan niets beter kunnen denken dan
aan zijn meisje: tot het laatste oogenblik toe
moet het gewone, natuurlijke leven zijn gang
gaan, want de trouw aan het gewone is het
beste, dat wij aan te bieden hebben aan Onzen
Lieven Heer.
Van beide dichters stemt dus het antwoora
spontaan overeen met 'het antwoord van den
heilige, die zei, dat hij zou voortgaan met spe
len. In het uur van het gevaar blijkt dit het
zuiverste antwoord. Toen we jong waren, hebben
wij eraan getwijfeld misschien, maar nu wij
ervaring kregen, moeten wij toegeven, dat de
volharding in het gewone inderdaad onze zui
verste houding is, ook tegenover de eeuwigheid.
Beide gedichten, waarvan wij hier de ietter-
kundige qualiteiten onbesproken mogen laten,
houden de Wijsheid in van den waarachtiger;
kunstenaar en dit Is altyd de wijsheid van den
eenvoudigen mensch.
Allen hebben wij de verbijstering van doods
geweldig dreigement leeren kennen op een on
verwacht oogenblik, allen zijn wij erdoor ontzet
geworden en verschrikt. Maar wanneer wij in
keerden tot onszelf en vroegen, wat wij doen
moesten, vonden wij geen beter en geen heiliger
antwoord dan dat wij onzen dagelijkschen plicht
moesten doen en dien blijven doen, zoo goed
mogelijk.
Nog is de beproeving niet ten einde en velen
leven in onzekerheid aangaande de toekomst.
Zij vragen zich af, wat zij doen moeten en tot
wien zij zich moeten wenden. Zij willen zich
herzien of zy willen een daad stellen, die vrucht
baar zal zijn voor de toekomst. Doch Wat kun
nen wij vruchtbaarder aanbieden aan de toe
komst dan de rustige, stipte, in volle overgave
verrichte vervulling van den dagelijkschen
plicht, hoe moeilyk de omstandigheden ook
schijnen of misschien werkelijk zyn?
De dreigende dood heeft ons leeren beseffen,
dat ons dagelijksch werk iets heiligs is éh dar
de voortgezette vervulling van onze plichten een
nederige en toch hooge dienstbaarheid inhoudt
jegens het leven, dat wij belijden, omdat wij
weten, dat wij ons door de verantwoordelijke
vervulling der plichten van onzen staat in het
alledaagsche bestaan op de zuiverste wijze
voorbereiden op de heerlijkheid van het Eeu
wige Leven.
De commissaris van politie te 's Gravenhage,
justitieele dienst C, deelt mede, dat sedert 4 Juli
wordt vermist Johanna Onderwater, geboren te
's Gravenhage 3 November 1929, wonende Lange
Beestenmarkt 28, Den Haag.
Het kind is circa 1.50 meter lang, donkerblond
haar, gave tanden, gezonde kleur, flink van
postuur. Zij was gekleed in een blauwgeruit
jurkje, blauwe pullover, blauwe kousen, lage
zwarte schoenen en heeft een zwarte strik m
het haar.
Het meisje heeft op 4 Juli omstreeks half vier
de Dr.- Piersonschool aan de Prinsegracht te
Den Haag verlaten en is sedert dien spoorloos.
Niet onmogelijk is, dat het kind met iemand
is medegeloopen.
Degenen, die het kind na dien tijd hebben
gezien of nadere inlichtingen kunnen verstrek
ken, worden verzocht, zich zoo spoedig mogelijk
te melden bij genoemden commissaris, Javai-
straat 18, Den Haag.
Als Volendam ter vischmarkt komt in Amsterdam, wordt de koopwaar druk be
sproken en is de handel levendig
In het Zaterdag verschenen Verordeningen
blad voor het bezette Nederlandsche gebied
(no. 9) is afgekondigd een verordening van
den Rijkscommissaris yoor het bezette Neder
landsche gebied betreffende het verbeurd ver
klaren van vermogens.
Krachtens deze verordening kan het ver
mogen van personen of vereenigingen, die
een streven, dat gericht is tegen het Duit
sche volk of het rijk, bevorderd hebben,
bevorderen of van wie mag worden aange
nomen, dat zij zulk een streven in de
toekomst zullen bevorderen, geheel of ten
deele verbeurd verklaard worden. Dit geldt
ook voor goederen en rechten, die ter be
vordering van het genoemde streven ge
diend hebben, dienen of geschikt zijn om
te dienen.
De organen der Duitsche Veiligheidspolitie
kunnen, ter voorbereiding van de verbeurdver
klaring, een vermogen, een goed of een recht
voorloopig in beslag nemen. De inbeslagneming
geschiedt door openbare bekendmaking of
door schriftelijke mededeeling aan den eige
naar van het vermogen, den direeten bezitter
van het goed Of den eigenaar van het recht.
De organen der Duitsche veiligheidspolitie
kunnen tegelyk met of na de inbeslagneming
een voorloopigen beheerder voor het inbeslag-
genomen vermogen, het inbeslaggenomen goed
of het inbeslaggenomen recht aanstellen. De
voorloopige beheerder kan de gewone, in het
kader van een behoorlijk beheer passende
maatregelen nemen.
DOor de inbeslagneming verliezen de eige
naar enz. de bevoegdheid, over het inbeslagge-
nomene zonder goedkeuring van het orgaan,
dat de inbeslagneming heeft bepaald of in
het geval dat een vOorloopige beheerder aan
gesteld is van den voorloopigen beheerder,
te beschikken.
Wanneer van een inbeslaggenomen goed of
van een inbeslaggenomen recht in een open
baar register ten behoeve van het rechtsver
keer aanteekening wordt gehouden, moet de
inbeslagneming op eisch van het orgaan, dat de
inbeslagneming heeft bepaald, of in het
geval dat een voorloopig beheerder is aange
steld van den voorloopigen beheerder ter
stond kosteloos in het register worden aange-
teekend.
Een inbeslaggenomen goed of een inbeslagge
nomen recht kan niet te goeder trouw ver
kregen worden, wanneer ten aanzien daarvan
een aanteekening, als hiervoor vermeld, be
staat of de inbeslagneming openbaar bekend is
gemaakt,
De inbeslagneming moet worden opgeheven,
wanneer zij naar het oordeel van het orgaan,
dat de inbeslagneming bepaald heeft, met het
oog op de omstandigheden van het geval noo-
deloos of onmogelijk is geworden. De opheffing
van de inbeslagneming geschiedt op dezelfde
wijze, als waarop de inbeslagneming is ge
schied. Is een aanteekening, in een openbaar
register geschied, dan moet deze terstond kos
teloos worden doorgehaald.
Bevindt zich een goed op het tydstip van de
inbeslagneming daarvan niet in het daadwer
kelijk bezit van den eigenaar, dan kan het niet
verbeurd verklaard worden, wanneer de eige
naar binnen één maand aan den hbogeren SS-
en politieleider of in het geval dat een voor
loopige beheerder is aangesteld aan dezen
van zijn recht kennis geeft, tenzij de eigenaar
de bedoeling heeft gehad, om door de over
gave van het goed het in den aanleg dezes
genoemde streven te bevorderen.
De verbeurdverklaring geschiedt bij beschik
king van den Rijkscommissaris of van de door
hem aangewezen instanties; de verbeurdver
klaring wordt van kracht door de openbare
bekendmaking of door de mededeeling daarvan
aan den betrokkene.
Het verbeurdverklaarde wordt aangewend
voor doeleinden van algemeen belang In
het bezette Nederlandsche gebied. De Rijks
commissaris vaardigt ten aanzien .hiervan
bijzondere voorschriften uit.
Vereenigingen van personen, van welke
vereenigingen het vermogen wordt verbeurd
verklaard, zijn ontbonden. Liquidatie vindt
niet plaats.
De aansprakelijkheid voor de schulden van
den eigenaar van. een verbeurd verklaard ver
mogen en voor de verplichtingen, die aan ver
beurd verklaarde goederen en rechten verbon
den zijn, blijft bestaan, voor zoover deze door
de hoegrootheid van het vermogen Of door de
verkoopwaarde der goederen en rechten ge
dekt zijn. Rechten op verbeurd-verklaarde
zaken blyven bestaan.
In het geval dat de schulden de baten over
treffen, moet het verbeurd-verklaarde overeen
komstig het geldende Nederlandsche Faillisse-
mentsrecht onder de rechthebbende schuld-
eischers worden verdeeld.
Deze verordening treedt in werking op den
dag van haar afkondiging. 6 Juli 1940.
Blijkens verordening van den secretaris
generaal van het departement van Waterstaat,
betreffende de registratie van vrachtauto's,
tractoren en landbouwtractoren, zijn houders
van dergelijke vervoermiddelen verplicht, van
dat houderschap binnen drie dagen na 6 Juli
1940 aangifte te doen, ongeacht of de vervoer
middelen al dan niet voor onmiddellijk ge
bruik gereed zyn.
Het doen inschrijven geschiedt door invul
ling en onderteekening van een inschryvings-
formulier (dat kosteloos verkrijgbaar is bij de
Distributiediensten) en door opzending van dat
formulier aan hetCentraal Bureau voor de
Statistiek, bureel Verkeer, Oostduinlaan 2, te
's Gravenhage.
Nu het bedrijf der K.L.M. nog steeds is stil
gelegd, is zelfs het oude hoofdkantoor in het
centrum van Den Haag te groot geworden. Een
gedeelte der ruimte is nu afgestaan aan een
der distributie-diensten.
Met ingang van Maandag 8 Juli zullen, zoo
als de Rijksinspecteur van het verkeer in het
district Zuid-Holland te Den Haag (personen
vervoer) mededeelt, de bureaux van zijn in
spectie gevestigd zijn in het K.L.M.-gebouw,
Hofweg 9, voor zoover het betreft motorbrand
stoffen-distributie. De bureaux zyn te berei
ken onder telefoonnummer 180070.
Zuster Veldhuis van het Proveniershuis
aan 'den Burgel te Kampen deed wat zij ons
beloofd had: zy meldde ons met enkele regels
den dood van Louwe Botter, op 92-jarigen
leeftijd rustig gestorven na meer dan tien
jaar door haar verzorgd te zijn. Louwe Bot
ter was een der laatste geboren Schokkers;
op het uur dat hij ontsliep moet het dus eb
zy'n geweest buiten den afsluitdijk, want
van de Schokkers is gezegd, dat zij, vergroeid
als zy waren met de zee, geboren werden als
het water wies, kloppend aan de wering en
dat zij stierven met het uitgaand tij, wan
neer dit bijna verloopen was.
Steeds wanneer wy in Kampen waren, gingen
wij Louwe Botter nog even opzoeken. Ook dezer
dagen nog, op reportage langs de Zuiderzee
werken. Maar toen was de oude man reeds bed-
patiënt, misten wij den Schokker op zyn vaste
plaatsje in het huis, forsche robuuste kerel in
het buis en de wijde broek van de eilander
dracht, welke hij zijn levenlang trouw was ge
bleven. Bij de ontruiming van Schokland in 1859
trok Louwe als elfjarige jongen met zijn ouders
naar Kampen, waar zij zich vestigden. En Louwe
ging er zijn leven lang prat op, dat hij het was
geweest, die als misdienaar de laatste H. Mis
had gediend, die de toenmalige pastoor, de zeer-
eerw. heer ter Schouw, in het nederig kerkje
van Emmeloord op Schokland opdroeg.
Rustig sleet Botter zijn laatste jaren in het
gastvrije huis voor verzorging van ouden van
dagen. Hy was stil en in zichzelf gekeerd en
zat daar maar vredig te wachten op den
dood. Alleen als het hard waaide, werd iets
van vroeger in hem wakker. Wanneer de
Westenwind het water in den Burgel deed
klotsen tegen den walkant en rommelde in
de oude, hooge schoorsteenen van het huis,
voer een onrust in den stokouden man. Bij
nacht en onty verliet hij zijn bed, schuifelde
op zijn pantoffels door de slaapzaal en tot
de zuster, die er waakte, zei hy: „De lucht
staat droevig. Laat me er uit. Mijn schuit
slaat los!" Dan trachtte men den ouden
visscher te kalmeeren, doch vergeefs zoolang
de Westenwind bleef gieren om het huis.
Het trage bloed klopte sneller in zyn polsen,
het schier uitgebluschte leven vlamde in
instinctmatige weerbaarheid op: Het stormt!
De branding staat op het eiland! Schokker,
wees op je hoede!
Ook als men hem over Schokland sprak, veerde
de oude op. Zoo was het hem nog mogelyk, in
het vorig najaar, bij een radio-reportage voor
de K.R.O.-microfoon, iets over zijn eiland te ver
tellen. En het heugt ons, hoe wij op een voor
jaarsdag, met enkele Volendammers met den
botter te Kampen, Louwe opzochten en de oude
man met ons buiten ging in den hof. Bij het
zien der Volendammers fleurde de Schokker op.
Zijn waterig-blauwe visschermansoogen, waar
mee hij een leven lang had»uitgetuurd, bij dag
en nacht over zee, kregen glans. Hij voelde ook
het voorjaarszonnetje, de zoele lucht. En ineens
was hij weer by zyn vak, blij te kunnen praten
met menschen van zyn stiel:
„yangen ze al herringk?" vroeg hij. Dat de
eens zoo begeerde voorjaarsharing al jaren den
neus stoot tegen den afsluitdijk, zoogoed als de
bot en de garn en de zilveren „ansopies", was
niet meer tot hem doorgedrongen. Hij wist ook
van geen tijd, geen dag, geen datum meer af,
maar hij speurde de teekenen in de natuur en
zyn visschersmans-intuïtie zei hem: Nou moet
de haring er weer zijn.
Wij hadden gedacht, dat Louwe Botter, taai
als hij was, Schokland, welks dagen als eiland
door de Noord-Oostelijke inpoldering zijn geteld,
nog overleven zou. Het is niet gebeurd. Te Vo
lendam is de laatste Schoksche, Teuntje Bien,
dezen winter in haar 94ste jaar gestorven, ook
op Urk leven geen echte Schokkers meer. Alleen
te Kampen en Vollenhove telt men er tezamen
nog een zestal. Wie van het „cleen hoopke" zal
de laatste zyn?
In verband met de mededeeling van generaal
Christiansen over van Nederlanders afkomstige
aanwijzingen ten behoeve van de Engelsche
luchtmacht heeft Hauptmann Schönleben van
den Luchtafweerdienst der Sicherheits-Polizei
bijzonderheden bekend gemaakt over de gevol
gen, welke de Engelsche bombardementen voor
de Nederlandsche burgerbevolking hebben ge
had.
In de periode van 1 Juni lot 5 Juli heb
ben zich 191 Engelsche bomaanvallen op
ons land voorgedaan, waarvan 90 pet. op
steden, dorpen en vlekken, waarin geen mi
litaire objecten aanwezig zijn. Onder de bur
gerbevolking vielen dientengevolge 103 doo
den terwijl 98 personen zwaar gewond en
49 licht gewond werden. De zeer lichte ver
wondingen zyn niet medeg-eteld. Vele Ne
derlandsche gezinnen zijn dakloos gewor
den; 83 woonhuizen zyn geheel vernield,
176 zwaar beschadigd, van meer dan hon
derd woonhuizen zijn bovendien de vensters
vernield.
Verwoest zijn daarenboven twee scholen, drie
ziekenhuizen en een krankzinnigengesticht. Twee
kerken en twee kerkhoven zijn evenmin ontzien
en wenden zwaar beschadigd. Vele bommen
vielen op het open veld, waardoor 12 paarden
en 51 koeien werden gedood. In zeven gevallen
zijn aanvallen gepleegd op rijdende personen
treinen. In acht gevallen zijn .gas-, water- of
electrische leidingen vernield. Broeikassen en
boomgaarden zijn niet gespaard. Zelfs een voet
balveld en een zweefvliegterrein achtten de
Engelschen geschikte objecten voor hun bom
bardementen. Een bijzonder ergerlijk geval deed
zich voor, toen door het mitrailleurvuur van
een laagvliegend vliegtuig een oude man en
twee kinderen werden gedood. Ook vreedzame
visschersschepen ontkwamen niet aan bombar
dementen en beschietingen.
Deze cyfers toonen duidelyk aan. dat het
onmogelijk is, de gevolgen van de Engelsche
bombardementen voor de burgerbevolking als
bagatel te beschouwen
Zaterdagmorgen heeft in de omgeving van
Rijnsburg een Engelsch vliegtuig een vijftal
bommen geworpen. Ben daarvan kwam op een
weiland tot ontploffing, tengevolge waarvan een
landbouwer, de 30-jarige N. van Egmond, die
ter plaatse aan het werk was, en een paard
werden gedood.
In het Zaterdag uitgegeven Verordeningenblad
(no. 9) is afgekondigd een verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied ter bescherming van de Nederland
sche bevolking tegen onjuiste berichten.
Volgens deze verordening mogen door mid
del van de radio slechts uitzendingen be
luisterd worden, die uitgezonden worden:
door zenders binnen het door de Duitsche
weermacht bezette Nederlandsche gebied;
door zenders binnen het Groot-Duitsche
rijk met inbegrip van het protectoraat Bo-
hemen en Moravië, alsmede van het gouver
nement-generaal voor het bezette Poolsche
gebied; en door zenders, die aangesloten
zijn op een van deze genoemde zenders.
Hij, die een anderen dan deze zenders op
zettelijk beluistert, wordt gestraft met gevan
genisstraf van ten hoogste 2 jaar en met geld
boete van ten hoogste 100.000 gulden of met
een van deze straffen. In bijzonder ernstige
gevallen kan gevangenisstraf van ten hoogste
10 jaar en een geldboete van onbeperkte hoogte
of een van deze straffen uitgesproken worden
De gebezigde ontvangtoestellen moeten in elk
geval verbeurd verklaard worden.
Hij, die berichten, die hij direct of indirect
door een ingevolge deze verordening verboden
handeling verkregen heeft, opzettelyk ver
spreidt, valt eveneens onder de strafbepalingen
Hendelingen, hier genoemd, worden als mis
drijf beschouwd.
De strafvervolging vindt slechts plaats op
bevel van den Rijkscommissaris voor het bezet
te Nederlandsche gebied.
Het hierboven gegeven hevel is aan geen ter
mijn gebonden, het kan zich bepalen tot be
paalde personen.
Deze verordening treedt in werking op den
dag van afkondiging. o
De kinderen dezer wereld zijn
op hun manier verstandiger
dan de kinderen van hei lichi.
Daarom zeg Ik u: Maaki u
vrienden mei den ongerech-
ien rijkdom; zij zullen u dan,
wanneer hei op een einde
loopt, in de eeuwige wonin
gen opnemen.
Evangelie
De Nederlandsche Bond van Varkenshan
delaren heeft zich telegrafisch tot den regee-
ringscommissaris voor de veehouderij, den heer
Louwes, gewent met betrekking tot de rege
ling van aankoop en slachting van varkens.
De Haagsche politie is er in geslaagd, klaar
heid te brengen in de inbraak, welke in den
nacht van 10 op 11 Juli 1937 is gepleegd by oe
N.V. vil. Gebrs. Geenen, groothandel in kolo
niale waren, aan de Pavil.ioensgracht in Den
Haag.
In bedoeld perceel was dien nacht brand uit
gebroken en bij onderzoek werd een zuurstof-
cylinder aangetroffen, die 'gebruikt was om oe
kluis te forceeren.
Dezer dagen kreeg de politie een mededeeling,
welke er op wees, dat het niet onmogelijk was.
dat eenige bekende inbrekers, voomamelyk ver
blijf houdende te Amsterdam, meer van deze
inbraak zouden weten. Eenige rechercheurs stel
den te Amsterdam een voorloopig onderzoek in,
waarbij diverse verhooren werden afgenomen.
Het gevolg hiervan was dat een drietal ver
dachten naar Den Haag werd overgebracht. Het
zijn de 36-jaige autogeen lasscher A. G. M., de
41-jarige monteur P J. E en de 34-iarige smid
M van de K.
Na een langdurig verhoor legde M een vol
ledige bekentenis af, verklarende dat hy schoon
schip wilde maken. Het bleek dat het drietal
destijds een tip had gekregen van een bekenden
Haagschen inbreker, den 46-jarigen werkman
W S„ en dat nog een vyfde persoon in ver
trouwen was genomen, de 25-iarige loswerkman
uir Den Haag H. J W van c
Op den bewusten avond kwamen deze vyf te
Amsterdam byeen. waarna zij per auto naar
Den Haag vertrokken. Zij waren volledig uit
gerust, o.a. hadden zij een flinken zuurstof-
cylinder, een snijbrander en andere instrumen
ten en voorts een stalen buizenstel, waarmede
zij een soort van tentje konden opstellen om
het schijnsel van den snijbrander te maskeeren.
Zij wisten het perceel binnen te komen door
met een valschen sleutel ten staldeur te ope
nen. In de stal bleek zich een paard te bevin
den, waarvan de mannen geweldig schrokken,
maar weer wat bij gekomen, werd de zaak toch
voortgezet. Zij bereikten door het forceeren van
enkele binnendeuren, het kantoor waar zich de
kluis bevond. Nadat de tent was opgezet, gin 2
M met den snijbrander aan het werk
Reeds waren twee platen van de kluis
verwijderd en wilde hy beginnen aan de
derde plaat, toen de steekvlam terug
sprong, waardoor het zeil van de tent vlam-
vatte. Geschrokken van den lichtgloed, na
men de mannen overhaast de vlucht langs
denzelfd^n weg als zij waren gekomen. Zy
gingen met den auto naar de duinen waar
zij den dag afwachtten om daarna met den
auto via een omweg over Delft en Utrecht
naar Amsterdam teru» te keeren.
Na deze bekentenis aonoen de twee andere
Amsterdammers niet langer ontkomen en zoo
legden E. van de K. eveneens een bekentenis
af Alle aangehoudenen zyn bekende inbrekers.
S. bevond zich nog in de gevangenis in ver
band met een inbraak aan de Stadhoudersiaan
te. Den Haag in Augustus 1938, waarvoor hy tot
vier jaar gevangenisstraf was veroordeeld. Hij
is een zeer berucht inbreker die reeds in totaal
ongeveer 20 jaar gevangenisstraf onderging.
De eerste verordening van den Rykscommis-
saris voor het bezette Nederlandsche gebied be
treffende byzondere maatregelen op administra
tiefrechtelijk gebied is 6 Juli jl afgekondigd in
het negende Verordeningsblad. Paragraaf 1
daarvan luidt:
De Raad van State geeft zijn schriftelijke ad
viezen ter zake van geschillen van bestuur aan
den secretaris-generaal van het ter zake be
voegde departement van Algemen Bestuur.
In verschillende bedrijven is een verkorte
werkweek ingevoerd. Dit brengt voor hen, die
per trein naar hun werkzaamheden reizen,
moeilykheden mede, omdat hun spoorweek-
kaart telkens eenige dagen nutteloos zou zyn.
De Nederlandsche Spoorwegen hebben op een
doeltreffende en voor de gebruikers efficiente
wyze een oplossing gevonden.
Maandag zal voor afstanden van ten
hoogste 65 K.M. zoogenaamde verkorte
weekkaarten verkrygbaar worden gesteld,
welke kaarten gedurende vier of vyf op
eenvolgende dagen van een kalenderweek
geldig zyn. De prijs dezer kaarten is naar
evenredigheid lager dan die der week
kaarten.
Zy zijn geldig voor een reis heen en weer
per dag in de voor houders van weekkaarten
toegankelijk gestelde treinen.
De R. K. Haagsche Voetbalbond deelt mede,
dat een bedrag ad ƒ600.65 zal worden afgedra
gen aan de stad Rotterdam, zünde het netto
saldo van den wedstrijd R. K. Den Haag—Haar
lem, 30 Juni op het ADO-terrein gespeeld.