Wat er niet is
De kleine vreugden
Kleeren voor op de fiets
tiËÊÊÊÊÊÊÊÊm
Een teint als een perzik
otten en
pannen
zoekt de huisvrouw
te vervangen
v4.
is de wensch van elke vrouw
Werkende vrouwen, verzorgt
vooral ook uw maaltijden!
Suiker te weinig
Aardbeien huishoud jam
Aardbeien en rabarberjam
Thee en ersatz-thee
Gedroogde vruchten kunnen in plaats
van met suiker met honing bereid worden
Koffie-extract is beter dan geen
koffie
Brood-tekort aan den koffie
maaltijd
Wij vermijden opwaaiende rokken
want ze zijn lastig en onaesthetisch
Zij en haar huisgenoofen.
hebben hun vreugde aan de
welverzorgde planten
VAN DEN
BRIEL
VERSTER
iW
DE VROUW EN HAAR TIJD
Voor het kopje koffie om
elf uur is koffie-extract beter
dau geen koffi»
Aanpassen is het slagwoord van dezen
tijd; het beteekent voor iedereen, dat hij
of zij zich in menig ding anders zal moeten
instellen. De vrouw, die aan het hoofd
staat van haar gezinzal zich op twee
ledige wijze moeten aanpassen; èn wat
haar persoonlijk bestaan betreft èn wat
het bestier van haar huishouden aangaat.
Misschien zal ze, gedwongen door de om
standigheden, met een verminderde huis-
houdtoelage moeten toekomen, bovenal
echter maakt de rantsoeneering van de
verschillende levensmiddelen haar taak
niet gemakkelijker.
Wij willen daarom nog eens wijzen op de
mogelijkheden, die ook in de jaren veertien tot
achttien toegepast zijn, om het in de keuken
ontbrekende door een surrogaat of door iets
anders te vervangen.
Allereerst is er de suiker, waaraan in een
gezin, waar graag en veel pap gegeten wordt,
zeker wel een tekort zal zijn tegen den termijn
van den nieuwen bon.
Suiker is in pap te vervangen door stroop;
in thee en koffie door zoetende tabletjes, waar
van de surrogaatsmaak minder merkbaar is,
wanneer men ze gebruikt als aanvulling van
een half schepje suiker; dus half suiker, half
surrogaat.
Bij de bereiding van desserten, die suiker
vragen, kan een gedeelte van de suiker even
eens door het zoetende middel vervangen wor
den. Ook komen, zoolang de voorraad bij den
winkelier strekt, pakjes vanillesuiker (die vrij
te verkrijgen is) in aanmerking.
Verder is honing in desserten een zeer zui
ver vervangingsmiddel, waarvan betrekkelijk
weinig noodig is omdat honing zeer zoet is.
Alle toespijzen met gedroogde vruchten als
tutti-frutti, pruimen, appeltjes, kunnen met
honing gezoet worden. Ook kan men met
honing jam koken, wat geen goedkoope
methode is, maar waar de huisvrouw toch
misschien toe zal willen overgaan wanneer ze
over veel fruit uit eigen tuin beschikt en het
verbruik in eigen gezin ver beneden den voor
handen zijnden voorraad blijft. Men neemt
hiervoor den lichten, zgn. bloemen-
honing (geen heidehoning) in de verhouding
een kilo en twee ons honing tot een kilo
schoongemaakte vruchten. De gewasschen, ge
schilde en ontpitte vruchten worden gedurende
vier en twintig uur in den honing weggezet.
Daarna gebeurt koken en afkoelen precies als
bij de gewone jambereiding.
Een andere manier om jam te koken in een
tijd van suiker-rantsoeneering welke echter ook
duurder is, dan wanneer men suiker gebruikt,
is het inmaken met glucose. Daar het vooral
nu echter voor menige huisvrouw, die een eigen
moestuin bezit, van belang is, dat ze haar eigen
tuinproducten kan conserveeren, geven wij
hieronder twee recepten voor jam-bereiding
met glucose
Voor drie potjes is noodig: een kilo aard
beien, anderhalve kilo glucose (of een pond
glucose en een pond suiker), anderhalf tabletje
benzoëzure natron van een kwart gram. (Dit
chemisch preparaat is een onschadelijk con
serveermiddel; tabletjes kosten een cent per
stuk en zijn bij den drogist verkrijgbaar).
De gewasschen aardbeien worden met een
bodempje water aan de kook gebracht en blij
ven zoolang koken tot de massa op tweederden
van het oorspronkelijke volume is ingedampt.
Dan wordt de glucose met
de suiker toegevoegd en het geheel tot gelei
dikte ingekookt. Een weinig jam op een bord
uitgegoten mag dan na afkoeling niet meer
uitvloeien. De jam wordt zoo heet mogelijk in
de met sodawater gereinigde en daarna met
warm water nagespoelde potjes gestort, welke
afgesloten worden met perkamentpapier.
Om drie potjes te vullen neemt men een half
kilo aardbeien en een half kilo rabarber,
anderhalf kilo glucose (of 'n pond glucose en
een pond suiker), anderhalf tabletje benzoë
zure natron van een kwart gram.
De rabarber wordt in stukjes gesneden en
gewasschen, de aardbeien worden behandeld
als in het recept hierboven. Het koken van de
jam geschiedt vervolgens geheel op dezelfde
wijze.
Bereidt men de jams met louter glucose-
stroop dan is de smaak iets bitter, wat minder
zoet dan wanneer men half glucose en half
suiker neemt.
Wanneer men met de thee ondanks fijn
stampen, zuinig zetten of opwarmen van over-
gebleven restanten, niet uitkomt, kunnen er
twee natuurproducten voor in de plaats gesteld
worden, die de zomer ons in milden overvloed
schenkt, namelijk lindebloesem en bramenblad.
Lindebloesem, dat in verscheidene plaatsen
van gemeentewege geplukt en gedroogd is en
bij den drogist verkrijgbaar gesteld, heeft als
thee een vaag geurig smaakje. Men kan over
den smaak oordeelen zoo men wil, in elk geval
is het warm en weldadig en brengt het de
gezellige sfeer van den dampenden kop waar
uit met slokjes genoten wordt. Bovendien heeft
lindebloesem-thee de niet te versmaden goede
eigenschap, dat het kalmeerend werkt, iets
wat in dezen tijd voor velen ook z'n waarde
heeft!
Een tweede thee-surrogaat is bramenthee,
gezet van het blad van den bramenstruik. Dit
blad wordt niet in de zon gedroogd zooals de
bloesem van de linde, maar in den lauwen
oven. Daarna wordt het fijngestampt.
Er zijn er echter velen, die van al die lif-
laffige theetjes niets moeten hebben. „Liever
één maal per dag, desnoods om den anderen
dag een kop goede sterke, echte thee dan
telkens dat vocht, dat een klap is in je ge
zicht."
Een meening, die óók haar recht van bestaan
heeft.
Misschien zijn we nog meer aan het kopje
koffie om elf uur gehecht dan aan de vier uur-
en avondthee. Maar ook de koffie is schaarsch.
Om het bestaan van de ons toegewezen koffie
te rekken, kan de huisvrouw overgaan tot het
maken van een koffie-extract, zooals onze
moeders dat in den vorigen oorlog ook deden.
Het recept, dat ze bewaarden, luidt als volgt.
Men brandt twee ons suiker (het mag ook
basterdsuiker zijn) in een diepe, emaille pan,
onder goed roeren met een houten lepel tot de
suiker donkerbruin geworden is. Dan voegt
men er al roerende een half ons zeer fijn
gemalen koffie doorheen, een mespuntje boter
en een likje koffiestroop. Inmiddels is ander
halve liter water aan de kook gebracht, dat
er, roerende, bij kleine beetjes tegelijk aan toe
wordt gevoegd. Is een en ander goed ver
mengd, dan wordt de vloeistof gezeefd, wat
met de minste omslachtigheid kan gebeuren
door een schoon doekje. Het zuivere koffie-
extract, dat men verkregen heeft, kan zoo ge
bruikt worden, maar men kan het ook nog
geuriger maken, wanneer men dit vocht bij
kleine hoeveelheden door den koffie-filter giet,
waarin een half ons gemalen koffie goed is
aangestampt.
Wij willen degenen, die er toe overgaan dit
extract te maken, er wel op wijzen, dat men
het koffie-extract niet al te langen tijd be
waren kan.
Ter vervanging van brood kunnen aardappe
len in velerlei vorm op tafel gebracht worden.
Als het koffiemaal begint met een aardappel
schoteltje is de grootste honger der aanzitten-
den gestild, zoodat er minder boterhammen
gevraagd zullen worden. Laat de huisvrouw het
kookboek eens ter hand nemen en er de aard
appel-mogelijkheden op naslaan. Wellicht pro
beerde ze nog nimmer van rauwe aardappelen
knapperende aardappelkoekjes te bakken of
om van gekookte koude aardappelen een pan-
nekoek of croquetjes te bereiden.
Wil men geen vet gebruiken, dan kan een
puree, desverkiezend in combinatie met toma
ten klaargemaakt worden, of, wat meer ge-
eigend is voor het warme seizoen, een aard
appelsla, waar eveneens tomaten als ook kom
kommer en andere zomer-heerlijkheden in
verwerkt kunnen worden.
U ziet, mogelijkheden schuilen er overal, 't Is
de vraag maar, wie ze al, wie ze niet kan
vinden.
Holland fietst vanaf den vierjarigen dreu
mes, die met z'n autoped meedraaft, tot het
bejaarde echtpaar, dat vroeger door de auto
ramen de Zondagsche wereld bekeek en het
nu doet met evenveel majesteit vanaf
de tandem.
Wij fietsen en wij, die altijd gefietst heb
ben, voelen ons er wel bij varen, dat er zoo
weinig auto's op den weg zijn, die ons stof in
de oogen jagen, want wie zich daar voorheen
aan schuldig maakten, veloën thans waar
schijnlijk vóór of achter ons op het rijwielpad,
misschien wel genietend van het matig tempo,
dat hun meer dan in vroeger dagen gelegen
heid biedt de zomernatuur met volle teugen
te genieten.
In welk huis worden er thans géén vacantie-
plannen, waarbij de fiets haar rollende rol
speelt, beraamd? En waar is de vrouw, bij wie
dit niet de reactie verwekt; wat voor soort
rok is dan het meest geschikt en hoe combi
neer ik de sportkleeren, die ik bezit en die
misschien bij bergtochten in het buitenland
dienst moesten doen, met een vacantie op de
fiets.
Wie zich wel eens een Zondag waagt op de
druk bereden fietspaden langs de geliefkoosde
plekjes van ons vaderland, die heeft, na een
honderdtal „tegenfietsers" gepasseerd te zijn,
al dadelijk begrepen, hoe het niét moet. Geen
dunne fladderjaponnetjes, geen zijden rokjes
op de fiets, niets van al dat kort wijd gerokte,
dat elegant staat als men zich met kleine
tippelpasjes beweegt, maar waarvan alle
charme wegwaait mèt den tegenwind die
er op de fiets altijd is en den rok tot boven
de knieën wegblaast, de draagster dwingend
haar hand voortdurend als „presse-jupe" te ge-
'V
De kleine vreugden zijn als de vlinders, die
door den zomerdag fladderen, teer en vergan
kelijk. Bij verrassing dwarrelen ze op uit gras
of struikgewas, dat men met de hand beroert,
om de kleine feestelijkheid van hun bestaan
te mengen in het heelal. Nauw laten ze zich
grijpen.
Ook de kleine vreugden, die even teer zijn
als wiekten ze op vlindervleugels door den dag,
zijn in grove woorden moeilijk te vatten. Maar
ieder kent ze voor zichzelf, en misschien ook
zijn er kleine gebaren, die men van zichzelf
niet kent en die een vreugde zijn voor een
ander. Het is sommigen gegeven om kleine
vreugden te verspreiden; het is allen gegeven
ze te vinden en ze op te nemen en er wat
bitter mag zijn in het binnenste mee te ver
zoeten.
Wie thans de kleine vreugden opzettelijk ne
geert, is even dom als degene, die de vlinders
niet wil zien, die boven de wei fladderen: de
witjes, de zachtgele, de ijle blauwtjes en de
goudkleurige, die ze niet zien wil omdat er
onweder is geweest en de Onweerswolken nog
niet overdreven.
De kleine vreugden, die elke dag kan bren
gen, zijn nauwelijks te omschrijven, maar ze
zijn er, legio, u weet het en ik weet het ook.
En we hunkeren er nu naar, méér dan anders,
terwijl we ons er toch schrap tegen zetten,
ómdat we ons van binnen harden moeten
tegen zooveel anders. Het is moeilijk in een
harden tijd ons die teerheid van binnen te be-
waren, die een vrouw niet kan verliezen zon
der van zichzelf iets prijs te geven, die teer
heid, die de kleine vreugden schept.
Gaan we bij de eenvoudigen van geest in
de leer, dan kunnen we geboeid worden door
een tafereeltje als het hier afgebeelde. De
eenvoudige, hard werkende vrouw haar
handen toonen, dat ze dagelijks het nederige,
grove werk doet en haar ernstig gezicht ver
bergt gedragen leed die zich vol rustige zorg
buigt over haar bloémen om ze, tusschen haar
vele bezigheden in, te geven wat hun toekomt.
Zij en de haren hebben hun vreugde daaraan.
Waarschijnlijk heeft ze ze zelf opgekweekt,
hoewel ze genoeg te verzorgen heeft, in
het voorjaar de plantjes gezaaid misschien;
waar ze geen bloempotten genoeg had, in lee-
ge blikjes en een gebroken kan.
De eenvoudigen, de ploeterenden voor het
daagsche brood, de moeders, die het mèt haar
kinderen hard hebben, ze weten in haar be
staan en op haar smalle vensterbank altijd
nog een plaatsje in te ruimen voor bloeiende
planten, al staan ze ook maar in leege groen
teblikjes. Is u dat niet dikwijls Opgevallen?
Het is hun een kleine vreugde, een van de
weinige in hun begrensd bestaan.
Wij kennen er zooveel meer; het is immers
niet noodig ze te noemen.
Weren we ze toch niet nu; ze zijn in al hun
ijlheid een houvast, juist omdat ze uit het
niets geboren worden en in het niets vergaan.
Zooveel anders wat op grondvesten stand,
hebben we moeten loslaten.
A.
bruiken, wat in hooge mate vervelend en ver
moeiend is.
Misschien kent u de loodjes-aan-veiligheids-
speld, die heel practisch zijn en ter vermij
ding van bovengenoemd euvel veel kunnen
bijdragen. Men bevestigt ze onder aan den
rokzoom, een twee, drie stuks, en ontdoet er
zich van bij aankomst.
In de vorige korte-rokken-periode heb ik
een man eens hooren zeggen, dat hij zich
sterk geneigd voelde, er de fietspaden wel
doende mee te bestrooien; blijkbaar ergerde hij
zich aan al die onaesthetisch gerokte joffer-
tjes, die langs hem fietsten!
Misschien ben ik ouderwetsch, maar ik vind,
dat een vrouw veel van haar gratie inboet
wanneer ze op een fiets zit. Vooral wan
neer ze daarbij verwaarloost om de juiste
kleeding te dragen. En dit is ontegenzeglijk;
de niet te korte, matig wijde rok van stevige
stof, die tegen regen kan en niet gaat glim
men. Een zwaarder materiaal zooals gabardine
of jerseystof verzekert niet-opwaaien. Het
groote nadeel van jerseygoed, dat het rekt, kan
ondervangen worden, door aan de achterzijde,
„over de zit", zooals mijn kleermaker dat
noemt, een voerinkje in te zetten van stevige
stof, satinet bijvoorbeeld, welk voeringstukje
een ideetje nauwer is dan de rok zelf. Het
is een precies werkje om het in te zetten,
maar de voldoening, die men er van heeft, is
niet denkbeeldig.
Dat de vrouw op de fiets zoowel in slacks als
in shorts (lange zoowel als korte broek) een
zeer onvrouwelijk figuur slaat wordt niet alleen
door mij beweerd. De rokbroek daarentegen is
'n kleedingstuk, dat men misschien nog bezit
van vroegere bergbeklimmingen of wandel
tochten; ook voor den fietstocht is het een
prettig kleedingstuk. Opwaaien is uitgesloten,
de bewegingsvrijheid is onbeperkt en de groote
overslag camoufleert (bij het model dat wij
VAN RIJN'S MOSTERD UTRECHT
Dommelstr. 2
EINDHOVEN
DE LINNENWEVERS SINDS 1841
Levering rechtstreeks aan particulieren van
complete HUWELIJKSUITZETTEN en ook
van kleine aanvullingen voor Uw linnenkast
Vraagt vrijblijvend atalencollectle en
reizigersbezoek aan huis
hier afbeelden) die tweeledigheid van het
kleedingstuk, die wij zoo laken. Mijn Noorsche
vriendin droeg op haar wandel- en klimtochten
een dergelijke rokbroek van donkerblauwe
gabardine. De overslag was voor en achter
ver over het midden aangebracht als een groote
plooi, en nimmer had ik vermoed, dat haar
stijlvolle sportrok een geheim verborg, als ze
ons het niet had verteld. Bij het maken van
een dergelijken broekrok komt het vanzelf
sprekend aan op een sublieme snit.
De korte sportjasjes van dun wind- en wa
terdicht materiaal, die we bij de wintersport
gedragen hebben, bewijzen op den fietstocht
ook goede diensten, niet het minst omdat ze
zich willig tot een miniem bundeltje laten rol
len, hetwelk gemakkelijk mee te dragen is.
Voor warme dagen is linnen dat thans
onkreukbaar vervaardigd wordt het geschikt
materiaal voor fietskleeding, het hangt vrij
•rwaar af en is van de zomerstoffen wel een der
stevigste.
A. Bgl.
Vanzelfsprekend komt thans, nu
de gewassen in tuin, akker en
boomgaard in hun volle weelde
staan, de gedachte op: hoe kunnen
we ons van dezen zomerschen
overdaad zoo goéd mogelijk voor
zien voor den komenden winter? In
vroeger dagen plachten de zomer
maanden voor de zorgzame huis
vrouw de tijd te zijn van weck en
inmaak. Thans is daaraan voor
velen het bezwaar verbonden, dat
met het conserveeren aanzienlijke
hoeveelheden brandstof of gas ge
moeid zijn. We zoeken dus naar een
andere manier om de vruchten des
velds te bewaren en gaan, waar
mogelijk, over tot drogen.
Hoeveelheden spercieboonen bij
voorbeeld kunnen lang bewaard
blijven in gedroogden toestand.
Daartoe worden ze stuk voor stuk
aan een draad geregen en buiten
in de volle zon gehangen, om ech
ter bij regen onmiddellijk binnen
gehaald te worden.
Ook appels kan men, om er ge-
ruimen tijd profijt van te hebben,
drogen. Ze worden geschild, in vie
ren gesneden, van de klokhuizen
ontdaan en geruimen tijd in den
warmen oven ingedroogd. Wie zelf
daarvoor niet den geschikten oven
heeft of den oven niet kan gébrui
ken, zou, zoo als dat op het land
algemeen gebruikelijk is, z'n bak
ker kunnen vragen, tegen een klei
ne vergoeding voor het droogpro-
ces zorg te willen dragen.
„Keep that schoolgirl-complexion" (Behoud
't teint, dat u als schoolmeisje had) beveelt de
reclame van een allerwege bekende zeepsoort.
Jawel, maar behoudt die maar eens, als je er
niet van nature mee gezegend bent. En
bovendien zou ik willen zeggen, dat vooral het
oudere schoolmeisje ook wel eens aan een
slecht teint kan lijden. Het slechte teint is
geen kwaal, die met leeftijd te maken heeft.
Juist het meisje van zoo om en nabij de veer
tien, vijftien jaar kan lijden onder bleekheid,
puistjes en dergelijke. Verzorgers zijn dan wel
eens wat al te snel geneigd dit op „den leeftijd"
te schuiven en wenschen niet in te zien, dat
wanneer dit slechte teint al te groote afmetin
gen gaat aannemen, het meisje in quaestie er
vaak haar levert lang de sporen van zal be
houden, ook al verminderen met de jaren de
klachten.
Er bestaat een kleine categorie vrouwen
die met een gelaatshuid als van een perzik op
de wereld komen, die onder alle omstandig
heden de perzikachtige hoedanigheid behoudt
en die door geen aandoening te kwetsen is. Dat
zijn de gelukkigen, die dagelijks dankbaar be-
hooren te zijn voor zulk een gave.
Maar tallooze anderen zijn er, wier huid
reageert op iedere aandoening, op warmte of
koude, op alles en nog wat. Dit zijn degenen,
die op moeten passen, die een voortdurende
zorg aan haar huid moeten besteden en steeds
op hun qui-vive moeten zijn.
De medische wetenschap is thans zoo ver
gevorderd, dat haar beoefenaars wel weten,
dat de oorzaken van een slecht teint, grooten-
deels inwendige oorzaken zijn en dat behande
ling van buitenaf, voor werkelijk ernstige ge
vallen meestal niet deugt. Ik moet dus be
ginnen met te verklaren, dat ik er eenvoudig
niet over denk mij op het terrein van den me
dicus te begeven en middelen voor dit of voor
dat aan te raden, aangezien dat op kwakzalve
rij zou gaan gelijken.
Waar wij het echter wel over kunnen heb
ben, dat is over de algemeene regels om het
teint in een zoo behoorlijk mogelijken staat te
houden. En de eerste en voornaamste regel is
wel een strikte lichaamshygiëne. Hieronder
moet niet in de eerste plaats verstaan worden,
uitvoerig ploeteren met water en zeep, maar een
hygiëne ook van den inwendigen mensch. Na
tuurlijk is veel baden uitstekend, waarbij men
dan gebruik moet maken van zeer schoone
handdoeken, waschhandschoenen, sponsen en
wat dies meer zij, maar even belangrijk is zeer
zeker de goede spijsvertering. Onder een goede
spijsvertering verstaan wij ten eerste een
voortdurend waken voor constipatie en andere
darmstoornissen. De eerstgenoemde is de
groote belager van uw teint. Wat het eten
zelf betreft is het raadzaam, vooral niet te veel
en zeer langzaam te eten met goed kouwen.
Slecht voor het teint zijn rocken en alcohol.
Dit klinkt nu wel heel „erg", maar ik kan het
niet helpen, het is zoo.
Een goed resultaat le'vert het drinken op de
nuchtere maag dus 's morgens van een
uitgepersten sinaasappel, grape-fruit of citroen
met water. Ik weet het wel, deze vruchten zijn
schaarsch, maar de betere tijden zullen wel weer
aanbreken, waarin velen zich deze kleine luxe
zullen kunnen permitteeren.
Zeer bevorderend voor het teint is beweging
in de frissche lucht. Een wandeling per dag,
des noods maar een half uur in gezwinden pas,
doet al veel. Langer is beter. Maar daar hoor
ik de klacht al komen van, daar heb ik geen
tijd voor. En ik moet U eerlijk zeggen, dat
ik een deel van deze klaagsters er van verdenk,
dat hun „geen tijd" een dekmantel is voor hun
„geen zin". Echter, de wil tot verbetering is
een eerste vereischte en wie er niet wat moeite
voor over heeft, moet maar met haar slechte
teint blijven zitten. Maar dan ook niet klagen
en haar goede geld uitgeven aan alle mogelijke
en onmogelijke toiletmiddeltjes, die of niet
helpen als ze niet goed zijn, of, als ze wel goed
zijn, onder deskundige leiding moeten worden
toegepast.
Nu wil ik nog even op het wasschen terug
komen. De eerste de beste specialist zal U
vertellen, dat een teere gelaatshuid van de
vrouw niet bestand is tegen de etsende
werking van zeep, zelfs van- goede zeep.
Het gelaat moet dus op andere wijze gereinigd
worden. Dit kan heel goed geschieden door
's morgens en 's avonds te wasschen met ge
woon, schoon, warm water, dat overvloedig
gebruikt wordt. Verder kan er gewasschen wor
den met amandelolie let op de goede soort
en met coldcream. Beide vetten moeten in
kleine hoeveelheden aangeschaft worden, daar
zij ranzig kunnen worden.
Regenwater is het beste waschwater. Wie
zijn leiding- of ander water te hard vindt,
kan dit verzachten door een tikje in de
waschkom soda, aluin of glycerine toe te
voegen. In een bad wordt de hoeveelheid
grooter, ongeveer een half ons aluin per bad,
iets meer soda of een pond glycerine.
Andere waschmiddelen zijn alcohol en kam-
ferspiritus, die men echter liever niet on
verdund moet gebruiken, daar een gevoelige
huid ook daardoor geprikkeld wordt.
De huid waarover geklaagd wordt is meestal
de droge huid. De vette huid heeft over het
algemeen veel meer weerstand, kan grondig
met water en zeep gereinigd worden en is geen
kruidje-roer-mij-niet, wanneer dat water en
die zeep niet van de allerbeste kwaliteit zijn.
Alcohol kan hier met een gerust hart zonder
bezwaar en met resultaat gebruikt worden.
Nog een laatste opmerking willen wij maken,
namelijk deze, dat de huid van een gelaat,
wel eens uit twee soorten bestaat. Bijvoorbeeld
voorhoofd en neus hebben neiging om vet te
zijn, wangen en kin daarentegen zijn droog.
Het is dan zaak die twee afdeelingen verschil
lend te behandelen, wat wel gecompliceerd is,
maar noodzakelijk. CLARA
Nieuwe aardappelen
Kookt men niet op dezelfde wijze als de
oude. Men zet ze in water, schrapt ze en legt
ze dadelijk in schoon water. Ze worden op
gezet met zoo weinig mogelijk kokend water
en zout en in twintig minuten a een hall
uur gaar gekookt. Deze tijd geldt voor een hoe
veelheid van drie kilo. Na het afgieten kunnen
ze zonder deksel even drogen.
Nieuwe aardappelen mogen niet te lang var.
te voren geschrapt worden en evenmin mogen
ze opgezet worden met koud water, daar ze
dan te veel water opnemen en slap worden.
Overgebleven aardappelen
kunnen, wanneer de rest niet de moeite waard
is om tot purée of iets dergelijks verwerkt te
worden, gedurende de laatste tien minuten
worden meegekbokt met de versche aardappe
len en verder als versche worden behandeld.
Kriel - aardappeltjes
namelijk de piepkleine nieuwe aardappelen, die
omdat ze ver ondermaats zijn in normale tij
den voor varkensvoer gebruijet werden, vor
men een voortreffelijk gerecht, wanneer ze
rauw, na terdege met een hard boendertje af
geschrapt te zijn, in de koekenpan gebakken
worden met wat spekvet. Men strooit het zout
tusschendoor, schudt ze af en toe en bakt de-
laatste tien minuten onder deksel. Vóór zij in
de koekenpan gaan worden de aardappeltjes
afgedroogd.
Aardappelbrooa
is een toespijs, die men maakt van een pond
fijngemaakte gekookte aardappelen, een ons
suiker, een ons boter en een ons gemalen rauwe
rijst. Dit alles mengt men door elkaar in een
taart- of cakevorm, die met boter is besmeerd,
waarna men het gedurende een uur in een
matig warmen oven laat bakken.
Wanneer 's ochtends eindelooze zwermen fiet
sers door de straten van onze groote steden
trekken om hun dagtaak te beginnen, valt het
altijd weer op, dat daar zoo'n groot aantal meis
jes en vrouwen bij zijn. Drommen meisjes, die
straks urenlang in een warenhuis met een vrien
delijken glimlach de niet altijd even gemakke
lijke klanten zullen helpen; drommen meisjes,
die met onverflauwde aandacht op een fabriek
zullen werken, als een kleine, maar niettemin
onmisbare schakel in een groot geheel; drom
men meisjes, die op dikwijls niet al te goed ge
ventileerde en verlichte kantoren tusschen vele
ratelende machines lange zakenbrieven of bere
keningen zullen maken.
En van al deze moderne, jonge vrouwen wordt
verwacht, dat ze zich flink, onvermoeid en op
gewekt van haar taak zullen kwijten. AI deze
moderne jonge vrouwen hebben bovendien met
haar ouderwetsche zusteren uit vorige eeuwen
dat eene gemeen, n.l. dat ze er graag zoo aar
dig en fleurig mogelijk willen uitzien en dat
waarlijk niet alleen uit vrouwelijke ijdelheid,
want een aangenaam, prettig-aandoend uiterlijk
is wel degelijk een belangrijke factor om zich
in tal van betrekkingen te handhaven of voor
uit te komen. Een slordig-uitziende secretaresse
immers, die op werkgever, collega's of bezoe
kers een onaangenamen indruk maakt, is uit
den booze; een oververmöeide, hangerige ver
koopster kan het cachet van den fraaisten win
kel bederven.
Nu is het evenwel eengroote, door bijkans
alle werkende vrouwen begane fout, dat ze wel
iswaar door verzorgde kleeding een prettigen
indruk willen maken, doch de voeding, deze zoo
belangrijke bron van gezondheid en daardoor
opgewektheid, sterkte en schoonheid-van-bin
nenuit, schromelijk verwaarloozen.
Het zou eens tot al deze jonge vrouwen moe
ten doordringen, dat zwakte, prikkelbaarheid en
een bleek, vermoeid gezicht evenmin een aan
beveling voor haar vormen als een onverzorgd
uiterlijk en dat het bbvendien een wel zeer be
denkelijk feit is, dat vooral zij, die op kamers
wonen en geheel voor zichzelf moeten „zorgen"
eigenlijk doorloopend aan gedeeltelijke onder
voeding lijden. Hier betreft het immers een be
langrijk percentage van onze Nederlandsche
vrouwen, waarvan velen later de moeders zullen
zijn van een nieuw geslacht.
Met wat overleg, wat beter inzicht in de voe
dingswaarde van de verschillende levensmidde
len en een heel klein beetje moeite kan hierin
zooveel verandering gebracht worden en vooral
in deze tijden kan een juiste keuze uit datgene,
wat ons geboden wordt, wonderen verrichten
voor de gezondheid en de energie.
Het is niet noodig en beslist verkeerd na een
haastig, onvoldoende ontbijt of zelfs geheel
nuchter op de fiets te springen. Door den wek
ker wat eerder af te laten loopen kan dit voor
komen worden. Het is verkeerd tegen een uur of
tien, wanneer dan onvermijdelijk de honger
komt, zoetigheden te snoepen, want in de eerste
plaats kan het meestal niet al te groote salaris
van de werkende jonge vrouw zooveel beter be
steed worden aan waardevol voedsel, ten tweede
werkt dit snoepen ongunstig op den eetlust voor
den volgenden maaltijd en ten derde kan het
de zoo gevreesde tandcaries bevorderen.
Zij, die het twaalfuurtje thuis kunnen ge
bruiken of voldoende verdienen om een goed
restaurant te bezoeken, zijn er meestal het best
aan toe, doch anders is het met het meeren-
deel der meisjes, die haastig een paar boter
hammen eten, die 's ochtends zijn meegenomen,
want haar maaltijd is weinig gevarieerd en zel
den volledig. Toch is het niet zoo moeilijk af
wisselend nu eens voor dit, dan voor dat te
zorgen en vooral fruit en melk niet te verge
ten. Een flinke streek zuivere boter op elke bo
terham doet wonderen; kaas is bijzonder voed
zaam en bovendien altijd smakelijk en melk is
waarlijk niet alleen voor kleine kinderen zoo
goed! Juist in deze tijden van rantsoeneering
is melk, die voldoende te krijgen is, de ideale
aanvulling voor wat schrale maaltijden, want
ze bevat alle voedingswaarden, die het men-
schelijk lichaam noodig heeft. Twee glazen melk
op het werk gedronken zijn 'n ideale aanvulling
van de dagelijksche voeding der werkende, jon
ge vrouw. Het komt ook maar al te dikwijls
voor, dat meisjes, die op kamers wonen, slechts
nu en dan een warmen maaltijd nuttigen, het
geen alweer het behoeft wel seen betoog
heel slecht voor de gezondheid is.
Werkende vrouwen, verwaarloost toch vooral
in déze tijden uw maaltijden niet langer!
Fruit, tomaten, groente, boter kaas, melk....
het is alles te krijgen. Voeg daarbij voldoende
lichaamsbeweging in den vrijen tijd, frissche
lucht in huis, een behoorlijke nachtrust en va
riatie in de voedingen een groot deel van
onze Nederlandsche vrouwen zal er wèl bij
varen.
„Liever een paar jurken minder dan een bleek,
vermoeid gezicht," laat dat uw parool zijn.
MANY A BEUKMAN.