DRINKWATER IN BRABANT HET BLAD APIER Fantastische „krijgsbuit" in een boerderij WOENSDAG 24 JULI 1940 Van den put en de pomp naar de kraan Vele moeilijkheden Grediet-verleening aan niet-ingezetenen Ter betaling o.m. van bepaalde kosten van hier te lande ver blijvende gezinsleden Uit noodweer gehandeld Eisch tot ontslag van rechts vervolging NIJKERKSCHE PLUNDE RAARS Voor den Duitschen rechter? Bommetjes gelegd op de tramrails Het „recept" gelezen in een boek van Jules Verne College van Regenten der Gods huizen te Den Bosch Toeren met een auto zonder benzinevergunning Acht maanden geëischt tegen 76-jarigen boer Fietsendiefstallen INZEGENING EENER R.K. HUISHOUDSCHOOL LIJKEN VAN VLIEGERS AANGESPOELD MUTATIES BIJ DE NED. SPOORWEGEN Boedels en nalatenschappen van ingezetenen 25 BOETE GEëlSCHT WEGENS BELEEDIGING GEVAARLIJK SPEL AARDAPPELZIEKTE Steekpartij te Rotterdam Kinderen naar buiten Meisje overreden en gedood Regeling voor vereffening enz„ waarbij niet-ingezetenen betrokken zijn WEDSTRIJD MET MODEL- VLIEGTUIGEN Gehouden op de Groote Heide te Venlo VEILING VAN PAARDEN UIT DE STAATSCOURANT Ontslag uit den zeedienst door W. Wanlek 17 (Van onzen Brabantschen correspondent) Men weet het, bij ons in Brabant hebben ze het altijd met het water aan den stok gehad. Dat lijkt vreemd voor 'n streek, die tamelijk hoog gelegen is, waar het land „niet ontwoekerd is aan de baren", zooals dat geheeten wordt en zulks vooral met Holland het geval is. Toch is het zoo. Brabant heeft het steeds met het water aan den stok gehad, in hevige mate zelfs. Allereerst waren er de rivieren, die 's winters, lang niet mak, dikwijls heel rare capriolen maakten, dijken doorbraken en den boel over stroomden. Na het hooge tij trok de indringer zich dan wel weer in z'n kazematten terug, maar intusschen had hij toch heel wat schade berokkend. Soms heeft het water uitgestrekte gebieden verdronken, zooals bijvoorbeeld de Biesbosch en deze daarna zoo moerassig gelaten, dat ze onmogelijk in cultuur konden worden gebracht. Steeds is er voorts de zorg geweest over het op peil houden van den stand van het natuur- vocht in de polders van de waterschappen. Heel wat zorg, en.... heel wat oneenigheid onder de ingelanden. Krachtige maatregelen evenwel heeft Bra bant immer getroffen om den water-piraat te boeien. Volledig is men daarin nog niet ge- slaagd, doch de tijd is niet ver meer, dat het water van buitenaf, onvoorziene nukken daar gelaten, geboeid en bedwongen en, wat zijn ver blijf in de polders betreft, tevens geregeld zal zyn. Doch in alle opzichten was of is het water geen vijand van de Brabantsche bevolking. In tegendeel, het is haar vriend, tenminste als het door buizen, na gereinigd te zijn, binnen dé wo ningen wordt gebracht. De stad was uiteraard snel voor het H 2 O uit de kraan gewonnen, maar de boeren, stijf hoofdige en conservatieve lieden, die ze waren, en nog zijn, hoor! zwoeren bij den put- rnet-den-emmer en de pomp-met-den-zwengel. Zij konden, beter gezegd, wilden niet begrijpen, dat leidingwater noodzakelijk is voor het be houd en de bevordering van de volksgezondheid. Met den put en de pomp en zelfs de sloot wa ren ze groot gebracht enhet water, dat ze daaruit opdiepten, kostte niets. Waarom zouden zij betalen voor wat kunstmatig wordt aange voerd? Zeker zou er dan ook van de drinkwatervoor ziening niet veel terecht zijn gekomen, als van overheidswege niet was ingegrepen, deze in stantie geen initiatieven had genomen en den bewoners niet op boete de verplichting was opgelegd het leidingwater af te nemen. Energiek is de hand aan de kraan geslagen, doch desondanks is er in tal van gemeentera den hevige strijd gevoerd, vóórdat tot aanslui ting op het net werd besloten en nóg is niet alle vooroordeel verdwenen. Vele boeren blijven volharden in de boosheid, doch dan is er de rechter, die hun anders leert, in hun eigen be lang. Evenwel, gaandeweg komt er kentering: het hut en de gemakken der waterleiding vormen zelf de beste reclame voor aansluiting en ge bruik. Er zijn in Brabant, behalve gemeentelijke Waterleidingen, diverse voorzieningsmaatschap pijen: één voor West Brabant, één voor het Land van Altena en gedeeltelijk de Langstraat, een voor Den Bosch, met een werkingssfeer die zich uitstrekt van Oisterwijk tot Oss, één voor Tilburg, c.a., en één voor Eindhoven, waar bij ook Valkenswaard, Waalre, Geldrop en Hel mond zijn aangesloten. Oost Brabant heeft het langst op drinkwater moeten- wachten en dat terwijl toch de Kempen en de Peel vanwege hun hooge ligging er vooral behoefte aan hadden. Er waren voor dit gedeelte der provincie, vooral vanwege de uitgestrektheid van het gebied en de afgelegenheid der ge meenten tal van moeilijkheden te overwinnen. Eerst eind 1935 werd in het Provinciehuis te Den Bosch de N. V. Waterleiding Mij. „Oost- Brabant" opgericht, omvattende geheel het ten Oosten van Tilburg gelegen gedeelte der pro vincie, met uitzondering van enkele groote ge meenten. Het Provinciaal bestuur had ook hier toe den stoot gegeven. Toch is het 1937 gewor den, vóórdat met de werkzaamheden een begin kon worden gemaakt. Een crediet van 1.170.000.— was er toe beschikbaar. Besloten werd, nabij Veghel een pompsta tion te bouwen ter voorziening van het z.g. Cen trumgebied, bestrijkend de streek tusschen St. Michielsgestel - Uden - Veghel - Gemert - St. Oedenrade - Schjjndel en Son. De gebieden rond Den Bosch, Eindhoven en Helmond zouden wor den voorzien met van deze gemeenten gekocht Water; voor het uiterste Westen en het Oosten Werd nog geen definitieve oplossing gekozen. Dat zich vele moeilijkheden hebben voorge daan blijkt uit de ontwikkeling van het bedrijf Sedert het de plannen definitief had opgesteld. Van Veldhoven, dat er reeds een had, werd het leidingnet overgenomen en ter exploitatie in handen van Eindhoven gegeven, Heeze wordt eveneens door Eindhoven bediend; met Den Bosch moest eveneens een accoord worden ge troffen ter voorziening van Helvoirt, Udenhout en Grave. De voorziening naar Grave bezorgde yeel hoofdbrekens, vooral omdat de afgelegen ligging en de bouw van een leiding van Oss bit, over een afstand van 18 K.M., de rentabi liteit zeer twijfelachtig maakten. Eerst toen de Semeente Grave, daartoe in staat gesteld door ®en contract met het Rijk betreffende water levering aan de te stichten kazerne, een behoor lijke afname kon garandeeren, viel dit beletsel weg en in Mei 1939 kon dit bedrijf in werking worden gesteld. Ook Aarle-Rixtel vergde veel moeite. Uit eco nomisch oogpunt wilde men deze gemeente vanuit Helmond water doen betrekken. Doch spoedig kwam aan het licht, dat het bedrijf dezer stad was verouderd en niet voldoende ca paciteit bezat tot levering aan buitengemeenten. Derhalve moesten met de textiel-stad onderhan delingen worden aangeknoopt om de vernieu wing en uitbreiding van dit bedrijf te bespoe digen. Deze onderhandelingen verliepen niet bijster vlot, doch ze zijn in 't midden van het vorig jaar tot een goed einde gebracht. Voor de gemeenten, die zich bij de maat schappij aansloten door het nemen van aan- deelen, is zoo snel mogelijk gezorgd en met trots mag de vooruitstrevende directie van de „Oost Brabant" getuigen, in een tijdsverloop van nauwelijks twee en een half jaar reeds twintig gemeenten met rond 105.000 inwoners leidingwater te hebben verschaft. Zonder de gemeenten Vlijmen, Drunen, Oss en Asten, waarvan de bedrijven t.z.t. zullen worden over genomen, omvat het geheele concessiegebied der maatschappij 75 gemeenten met rond 240.000 inwoners. Er is dus nog werk voldoende aan den win kel. De aanleg van het buizennet is voor tal van gemeenten reeds aanbesteed en in uitvoering: in Veghel werd ten behoeve van het centrum- net een voorloopig pompstation gebouwd, op dat de gemeenten niet te lang op voorziening behoefden te wachten, terwijl het bouwen van het definitieve station begin Augustus zal wor den aanbesteed; verder is thans in staat van directe voorbereiding de stichting van een af zonderlijk pompstation, vermoedelijk nabij Vessem, ten dienste van de gemeenten gelegen tusschen Tilburg en Veldhoven. Het wachten is hier slechts op de toetreding dezer gemeen ten tot de maatschappij. De N. V. tracht door een uitstekende service de nog bestaande vooroordeelen zooveel moge lijk weg te nemen. Zoo geschiedt de aanleg van dienstleidingen in het algemeen voor haar re kening, terwijl, teneinde de bewoners tot spoe dige aansluiting te prikkelen, gedurende den eersten tijd van exploitatie bovendien de in de woningen aan te brengen binnenleidingen ge deeltelijk door haar worden bekostigd. Mooier kan het welhaast niet! Het ziet er derhalve naar uit, dat ook Oost- Brabant, mits schaarschte aan materiaal geen ingrijpende rol gaat spelen, binnen enkele jaren volledig, althans nagenoeg volledig, van goed en gezond drinkwater zal kunnen profi- teeren. En daarmede zal dan voor deze provin cie een nieuw werk zijn beslag hebben gekre gen, dat de gansche bevolking ten zegen strekt. den of hem reeds aanvielen met dit voorwerp, wilde Van der L. zich verdedigen met een stevig verweermiddel en hij nam daartoe zjjn plcegzwing te baat, een hardhouten steel met ijzeren beslag, waarmee hij van ziclf afsloeg. De zwing trof echter den ouden Van V. op het hoofd bij den slaap zoodanig, dat Van V. spoedig bezweek. HOewei aanvankelijk aan doodslag werd ge. dacht, waarvoor Van der L. werd gedagvaard, nam de officier van justitie, nadat de jonge mannen als getuigen waren gehoord, deze ten laste legging terug en zeide, dat naar zijn in druk wel vaststond, dat Van der L. Sr. den slag had toegebracht, doch tevens, dat deze uit noodweer had gehandeld. Derhalve requi- reerde spreker schuldigverklaring met ontslag van rechtsvervolging. Mr. Sprey, die optrad als raadsman van Van der L., sloot zich bij deze opvatting aan. Uit spraak 6 Augustus. Oviereankamstig artikel 35, derde lid, der Deviezenverordening 1940 wordt, met machti. ging van de secretarissen-generaal van de de partementen van Financiën, van Handel, Nij verheid en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij, door het Deviezeninstituut bepaald: 1. Het is aan ingezetenen zonder vergunning van het Deviezeninstituut geoorloofd ten gun ste van niet.ingezetenen krediet te verleenen, voor zoover zulks geschiedt ter betaling van; a. kosten van onderhoud en studie van hier te lande verblijvende leden van het gezin van een niet-ingezetene; b. verplichte of vrijwillige ondersteuning van ingezetenen; c. pensioenen, verschuldigd aan ingezetenen 2. De ingezetene, die op grond van het eer ste lid krediet verleent, is verplicht binnen een week na de beëindiging van ieder kwartaal aan het Deviezeninstituut schriftelijke opgave te doen van alle gedurende dat kwartaal op grond van zoodanig krediet verrichte beta lingen. 3. Het Deviezeninstituut kan in bijzondere gevallen bepalen, dat kredietverleeningen, als bedoeld in het eerste lid, slechts met vergun ning van dat instituut geoorloofd zijn. Deze bekendmaking is Dinsdag in werking getreden. 12 Maart jJ. des ochtends ongeveer acht uur begaf de 65.jarige veehouder-tuinder G. van der L. te Woubrugge zich met zijn beide Zbnen naar een door hem gehuurd land, dat kort tevoren nog aan zekeren Van V. verhuurd was geweest, doch waarvan voor dezen de termijn was afgeloopen. Weliswaar had Van V. een beroep op de Pachtkamer gedaan om de huur verlengd te krijgen, doch hij had daarmede geen succes, omdat de Pachtkamer zich onbe voegd verklaarde in dit geval. Toen had Van V. getracht den nieuwen pachter met geweld te keeren. Inderdaad liepen vader en zoon Van V., toen de v. d. L.'s met den met paard bespannen ploeg kwamen om hun land te gaan bewerken, dezen min of meer dreigend tegemoet en al spoedig ontstond een handge meen. Daar vader en zoon Van V. met een hooi vork den ander van zich af trachtten te hou- Dinsdag zou de berechting van de lange rij Nijkerksché plunderaars door den Zwolschen politierechter mr. J. Milders worden voortgezet, nadat in de afgeloopen weken reeds tientallen vonnissen waren geveld. Thans moesten zeven verdachten voorkomen De uitvaardiging van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederland- sche gebied betreffende de Duitsche rechterlijke macht voor strafzaken, laat de mogelijkheid open, dat plunderingszaken als die van Nijkerk, door den Duitschen rechter worden behandeld. Al deze verdachten kregen van den politierech ter de mededeeling, dat de mogelijkheid bestaat, dat hun zaak voor den Duitschen rechter komt. Hierover moet nog overleg gepleegd worden. De behandeling van deze plunderingszaken werd derhalve voor onbepaalden tijd uitgesteld. Op den avond van Vrijdag 8 Maart ontstond plotseling op den Coolsingel te Rotterdam een groote consternatie, teweeg gebracht door een hevige explosie. Een tram, die van de Kruiskade kwam, reed ter hoogte van hotel Atlanta, toen een hevige knal weerklonk, gepaard gaande met een onmid dellijk opstijgenden, dichten kruitdamp. De wagen werd een eindje opgetild en viel weer terug in de rails, terwijl de ruiten hevig trilden. Hoogst verschrikt sprongen de passagiers er uit, omdat ze niet anders dachten, of er was een aanslag gepleegd op de tram. De conducteurs, weldra bijgestaan door eenige collega's en politie-agenten, stelden een onder zoek in, zochten op de rails, doch vonden niets Den volgenden avond herhaalde zich hetzelfde evenwel op den Goudschen Singel. Weer een hevige knal, een dichte kruitdamp en een groote ontsteltenis onder de trampassagiers en de om standers. Wederom vond men echter niets, doch de Rotterdamsche politie kwam in beweging en al vrij spoedig slaagde zij er in den 19-jarigen C. F. M. en den 18-jarigen J. W. S., beiden ma chinebankwerkers, te arresteeren. Het was ge bleken, dat ze een explosieve stof, bestaande uit kalium-chloraat en zwavel, hadden gemaakt en in een koperen dop gedaan. Deze dop werd op de tramrails gelegd, waarna beide jongens zich dan in een portiek verstopten. Wegens overtreding van de Vuurwapenwet moes ten ze Dinsdagmorgen voor de Rotterdamsche rechtbank, gepresideerd door mr. Verveen, te recht staan. S. vertelde, dat hij het „recept" voor het maken van de bommen had gelezen in „Het Gehefinzinnige Eiland" van Jules Verne. Hij had eerst thuis op de veranda geëxperimen teerd en het daarna in het groot op straat ge daan. De officier van justitie, mr. Hoeffelman, vond het gebeurde niet mis. Er bestond groot gevaar voor de ruiten, de tram, enz. Beide jongens heb ben al vele straffen en strafjes achter den rug. De eisch luidde voor M. 3 maanden gevangenis straf, voor S. 3 maanden tuchthuisstraf. Mr. H. Schadee vroeg voor S. een voorwaar delijke straf en onder toezicht stelling. Uitspraak 30 Juli. Door het vertrek uit de gemeente 's-Herto- genbosch van mr. Th. E. J. Wyers is een vaca ture ontstaan in het college van Regenten der Godshuizen te 's-Hertogenbosch. B. en W. stel len den raad thans voor een nieuwen regent te benoemen, waarvoor de navolgende aanbeve ling is opgemaakt: 1. mr. M. H. M. Adelmeyer, 2. mr. J. J. A. H. M. van Besouw. Beiden zijn advocaat en procureur te 's-Hertogenbosch. Dinsdagnacht omstreeks half een werd 'n 29- jarige inwoner van IJsselmonde in de Dirk Hoogenraadstraat te 's-Gravenhage aangehou den. De man was met een auto en eenige ken nissen gaan toeren, zonder evenwel een motor brandstofvergunning te bezitten. Proces-verbaal werd opgemaakt wegens overtreding van art. 13 van de motorbrandstofbeschikking 1940. De overtreder werd overgebracht naar het politiebureau evenals zijn auto, welke door een kraanwagen werd opgesleept. Voor de Arnhemsche Rechtbank stond Dinsdag terecht de 76_jarige landbouwer T. v. H., uit Veenendaal, thans gedetineerd, verdacht van verduistering van vele mili taire goederen, die in de oorlogsdagen op zijn boerderij gedeponeerd waren. Het was een lange lijst, die de officier van Justitie voorlas. Hem werd nJ. de verduiste ring ten laste gelegd van negen rijwielen, een dubbelloops jachtgeweer, een rijzadel, twee militaire dekens, een eetketel met foudraal, een draadtang, acht opscheplepels, twee schuimlepels, een stamper, een paar gummi waterlaarzen, een handzaag, een zak draad nagels, een bus kbffieboonen, een tentzeil met een aantal zakken van den etappe-dienst, een broodzakdraagband, vijf ranselriemen, twee schoenzakjes (inhoudende een paar sokken, een naaizakje en twee zakdoeken), een zak met goederen, 190 rollen prikkeldraad, 23 rol. len gaas, 2 rollen glad draad, 36 pantserplaten, 2 melkbussen, 3 verfbussen, een houten hamer en een fust olie Verdachte wist echter van niets en beweer de er niet bij geweest te zijn, toen de militairen al die goederen bij hem vonden. „Zij hebben het in de mobilisatie bij mij neergelegd," aldus v. H., „goed, en als ze het wéér kwamen halen dan konden ze 't weer komen halen." De gemeenteveldwachter C. van R. getuigde dat hij bij verdachte den heelen voorraad ge vonden had. Hij verwittigde het regiments bureau en daar zeide men: „Wat is dat nou, voor 'n paar maanden zijn we bij van H. gaan informeeren en toen zei hij: „Er is niets meer." Vier of vijf schuurtjes zijn er op v. H.'s boerderij en daar was de boel overal verborgen. Die schuurtjes waren dicht. Ook deelde getuige mee, dat er een oproep van den burgemeester geweest was, voor een bepaalden dag dergelijke goederen in te leveren. De dochter van verdachte verklaarde, dat haar man een kruidenierszaak had en dat de koffie, die bij verdachte gevonden was, uit de zaak van haar man kwam, dus niet verduis terd was. De officier van Justitie vond dit 'n typisch geval van Veluwsche onnoozelheid. Verdachte tracht den simpelen senielen grijsaard te spe len, doch is zoo sluw als een muis. Men kan hem vergelijken met een Chinees, aldus de of ficier. Ook deze man doet, of hij niets begrijpt en niets weet. Het ligt niet in het karakter van den boer, zich, wanneer zich vreemden op zijn erf bevinden, niet te overtuigen wat deze men- schen daar uitvoeren. Zou deze boer niet ge weten hebben, dat ai die voorraden daar ge legen hebben? Dat is ten eenenmale uitgeslo. ten en volkomen in strijd met het karakter van een nieuwsgierigen zuinigen boer. De burgemeester van Veenendaal heeft allen, die oneerlijk waren of oneerlijk zouden kunnen worden, in de gelegenheid gesteld alles in te leveren, wat zij „in bewaring" hadden. Döch deze verdachte was weer te dom, hij heeft niets gelezen of gehoord. De officier meende te mogen aannemen, dat verdachte opzettelijk heeft verzwegen zooveel goederen „in bewaring" te hebben en vorderde acht maanden gevangenisstraf met aftrek van preventieve hechtenis. De raadsman van verdachte wees op de moei lijkheden, die verdachte den laatsten tijd in zijn bedrijf gekend heeft. De man is geheel en al in de war geweest. PI. vroeg clementie en onmiddellijke invrij heidstelling. Na raadkamer wees de rechtbank dit laatste verzoek af. Vervolgens stond nog terecht de kleinzoon van den vorigen verdachte, de 24-jarige land bouwer H. van H„ eveneens wonende te Vee nendaal. Hij vertelde, dat zijn eigen fiets verdwenen was en dat een sergeant hem gelast had een andere fiets te nemen, die langs den weg stond. Verdachte was n.l. gemobiliseerd. Met deze fiets is hij na den Oorlog naar huis ge gaan en heeft deze niet meer ingeleverd. Hij had er ook geen kwaad in gezien! De officier van Justitie eischt tegen dezen verdachte vier maanden gevangenisstraf met aftrek der voorloopige hechtenis. Ook voor dezen cliënt vroeg de verdediger clementie en onmiddellijke invrijheidstelling. Op dit laatste verzoek werd goedgunstig be- schikt. Uitspraak in beide zaken 30 Juli. der school een vergadering van bestuur, per soneel en een groot aantal genoodigden gehou den. Hier waren aanwezig de wethouders Ebben en Van Gemert, de heer F. den Ouden, voor zitter der R.K. Werkliedenvereeniging, de heer Rud. Raymakers, voorzitter der RK. Werkge- versvereeniging, afd. Helmond e. a. De voorzitter van het schoolbestuur, dr. W Beuken, hield een toespraak, waarin hij den snellen ontwikkelingsgang der school in het licht stelde. In 1916, uit een aan een meisjes- patronaat gegeven avondcursus, is thans deze school, waar honderden meisjes en bij speciale cursussen tientallen moeders zelfs het voor haar onmisbare huishoudonderwijs ontvangen, tot stand gekomen. Het woord werd op deze bijeenkomst nog ge voerd door pastoor Van Laarhoven, wethouder Ebben en den heer F. den Ouden. De genoodigden maakten daarna een rond gang door het fraaie schoolgebouw. Op een in verband met de tijdsomstandighe den bescheiden gehouden wijze is te Helmond de groote huishoud- en industrieschool „Mater Dei", waaraan honderden meisjes uit deze in dustriestad het voor haar onmisbare huishoud onderwijs ontvangen, plechtig ingewijd. Bij ontstentenis van Deken v. d. Hagen ge schiedde de inzegening thans door den pastoor der St. Lambertusparochie, den zeereerw. heer A. van Laarhoven. Deze stelde in een toespraak de bijzondere beteekenis van de geheel ver bouwde en vernieuwde school in het licht, in deze stad. Nadat de secretaris van het schoolbestuur, kapelaan v. d. Biggelaar, een plechtige H. Mis had opgedragen, werd in een der lokaliteiten Op het Texelsche Noordzeestrand zijn Dins dag de stoffelijke resten aangespoeld van twee Franschen en een Engelschman, vermoedelijk vliegers. De nationaliteit van een vierde lijk kon niet worden vastgesteld. Nadat dokter Boswijk de lijken had geschouwd zijn deze op de algotneene begraafplaats te Den Burg ter aarde besteld. Ir. M. Langelaan,. adjunct-chef der Centrale Werkplaats te Tilburg, is met ingang van 1 Augustus benoemd tot hoofdingenieur, chef dier Centrale Wérkplaats. Ir. J. H. Poppink, adjunct-chef eener Cen trale Werkplaats met den persoonlijken titel van hoofdingenieur te Utrecht, is met ingang van 1 September eervol ontslag toegekend we gens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd. Voor de rechtbank te Middelburg stond te recht S. S. S., 44 jaar oud, vroeger directeur hoofdredacteur van de N.V. „De Middelburgsche Courant" aan wien ten laste was gelegd, dat hij in het nummer van die courant van 16 Maart 1939 een door hem geschreven artikel heeft doen opnemen, waarin P. E. Keuchenius en ar. E. H. Ridder van Rappard opzettelijk zijn beleedigd. Verdachte was niet verschenen. De officier van justitie eischte wegens eenvoudige beleediging 25 boete of 10 dagen hechtenis. Uitspraak 31 Juli. Eenige jongens vonden in een bosch nabij de Beetslaan te Amersfoort een geweerpatroon. Zij gingen er zoo onvoorzichtig mee om, dat het projectiel ontplofte. Een der jongens zal vermoedelijk een hand moeten missen. In het etmaal van 's avonds 21 tot 's avonds 22 Juli is in het midden van het land de weersgesteldheid kritiek geweest voor het optre den van aardappelziekte De rechtbank te Rotterdam heeft vonnis ge wezen in de strafzaak tegen 'n 37-jarigen aard appelhandelaar, die op 12 Maart moeilijkheden maakte in een café toen hij betalen moest en later bij een vechtpartij den caféhouder en zjjn vrouw dusdanig verwondde, dat beiden naar het ziekenhuis moesten worden vervoerd. De aardappelhandelaar werd thans veroordeeld tot anderhalf jaar. De officier van justitie had tegen verd, die reeds twaalf veroordeelingen wegens geweld daden en heling achter den rug heeft, een ge vangenisstraf van drie jaar en zes maanden gerequireerd. Ruim 250 kinderen zijn te Leeuwarden uit Rotterdam en Dordrecht aangekomen, om van daar verder over de provincie te worden ver deeld. De animo onder de kinderen van Rotterdam en Dordrecht is zoo groot, dat binnenkort een derde transport naar Groningen vertekt; 900 kinderen zullen naar E fa bant gaan, 600 naar Drente, ongeveer 700 naar Gelderland en binnenkort nog 200 weer naar Friesland. Tot op heden heeft men de uitzending van 6000 kinderen op zich genomen. Dinsdagmiddag omstreeks kwart voor 6 is te Oegstgeest op den rijksstraatweg nabij De Drie Witte Palen de 14-jarige wielrijdster Nellie Boon, wonende te Leiden, bij het onvoorzichtig oversteken van den rijweg door een personen auto, bestuurd door een 25-jarigen handelsrei ziger uit 's-Gravenzande, aangereden en zoo danig verwond, dat zij na ongeveer 20 minuten ter plaatse overleed. Het lijk is naar het Aca demisch Ziekenhuis te Leiden overgebracht. De auto is voor onderzoek in beslag genomen. Volgens getuigen treft den bestuurder geen schuld. Overeenkomstig artikel 35, derde lid, der De viezenverordening 1940, wordt met machtiging van de secretarissen-generaal van de departe menten van Financiën, van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij, door het Deviezeninstituut bepaald: 1. Onverminderd het bepaalde bij andere wet ten en verordeningen is het aan executeurs- testamentair en aan notarissen, belast met de vereffening van boedels en nalatenschappen van ingezetenen, waarin niet-ingezetenen ge rechtigd zijn, zonder vergunning van het De viezeninstituut geoorloofd alle gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen te verrichten, welke noódig zijn om den boedel tot effenheid te brengen. Betalingen in binnenlandsch'e be taalmiddelen aan executeurs-testamentair en aan notarissen, zoomede andere handelingen, als bedoeld in artikel 15 der Deviezenverorde ning 1940 ten gunste van den boedel zijn even eens zonder vergunning van het Deviezeninsti tuut geoorloofd. 2. Scheiding en deeling van boedels en nalaten schappen van ingezetenen, als bedoeld in het eerste lid, kunnen zonder afzonderlijke vergun ning van het Deviezeninstituut worden tot stand gebracht, met dien verstande, dat het slechts met vergunning van dat instituut ge oorloofd is aan de deelgerechtigden-niet-inge- zetenen een grooter deel van de in den boedel aanwezige buitenlandsche waarden toe te schei den dan met hun aandeel overeenkomt. 3. Beschikkingen over de bij de boedelschei ding door de deelgeiechtigden-niet-ingezetenen verkregen waarden blijven onderworpen aan de bepalingen van de Deviezenverordening 1940. Deze bekendmaking is Dinsdag in werking getreden. Ondanks de ongunstige weersomstandigheden beeft de wedstrijd met model-vliegtuigen tus schen de Roermondsche en Noord-Limburgsche Jeugdluchtvaartclubs, gehouden op de Groote Heide te Venlo, op succesvolle wijze doorgang gevonden. Eên gunstigen indruk maakte speciaal de wedstrijd voor motor-modellen. De Blauwe Wimpel, wisseiprijs voor zweef modellen, werd, evenals het vorig jaar, door Roermond gewonnen. De Roermondsche club bleek op dit onderdeel zeer kundig, ook al wa ren de veteranen als Pauiusse en Wong Lin Hung niet aanwezig. Daartegenover was wel de bekende bouwer Jos. van Melick uit Roermond van de partij. Noord-Limburg wist beslag te leggen op den nieuwen wimpel, die dit jaar als wisseiprijs voor motor-modellen was ingesteld. De twee deelnemers, die resp. de eerste en tweede plaats bij de motor-modellen bezetten, behaalden dit succes ondanks het feit, dat de propeller van hun model tijdens de vlucht doormidden brak De voornaamste uitslagen zijn: Zweef-modellen1. J. v. Melick, Roermond; 2. J. v. Enckevort. Noord-Limburg; 3. A. Dor- ma, Roermond. Motor-modellen: 1. J. Blok, Noord-Limburg; 2. A. Verheggen, Noord-Limburg; 3. B. v. d. Koelen, Noord-Limburg. Vrijdag 26 Juli, des ochtends te elf uur, zul len te 's-Gravenhage, in de Houtrusthallen, on geveer 35 paarden worden geveild. Als koopers komen personen in aanmerking, die bij de mo bilisatie of tijdens den oorlog paarden of auto's aan de Nederlandsche of Duitsche overheid heb ben afgegeven. Een ambtelijke schriftelijke ver klaring daarvan dient te worden overgelegd Handelaren zijn hiervan uitgesloten. Iedere koo- per van paarden moet zich verplichten, deze minstens zes maanden in zijn bedrijf te houden De koper verkrijgt een door de Duitsche mi litaire autoriteit afgegeven eigendomsbewijs te zijnen name, dat bij latere controle als legiti matie dient. Zij, die zonder deze legitimatie in het bezit van militaire paarden worden bevon den. zullen worden gestraft. De paarden worden in dat geval in beslag genomen. Bij besluit van den generaal-majoor N. T. Carstens daartoe gemachtigd door den bevel hebber van de Duitsche weermacht in Neder land is met ingang- van 20 Juli 1940 eervol ont slag uit den zeedienst verleend: le. wegens langdurigen dienst aan den hoofd officier van den marinestoomvaartdienst der le klasse D. W. Kwak, de hoofdofficieren van den marinestoomvaartdienst der 2e klasse J. N. Kramer en J. Kooijman, de hoofdofficieren van den marinestoomvaartdienst der 2e klasse ti tulair B. Zietse en J. C. van Pappelendam en aan de officieren van den marine-stoocnvaarl- dienst der le klasse H. J. Takens, H. Riemers en C. L. H. Vincken; 2e. wegens het eindigen van de buitengewone omstandigheden, waarvoor hij weder in dienst werd gesteld, aan den hoofdofficier van den marinestoomvaartdienst der le klasse J. H. Klingen. (Nadruk verboden) Nog een vraag, ingenieur: was er anders Memand in het jachthuis? - Enkel een bejaard echtpaar, dat er altijd Verblijft, 't huis onderhoudt en de gasten be- Ment. Wat zijn 't voor menschen? Zij maken den besten indruk en zijn daar, Ms ik mij niet vergis, reeds lange jaren werk zaam. De man moet vroeger in onze fabriek hebben gewerkt. Zijn die menschen ook thans daar nog? Ik heb verder niets van hen gehoord. Maar "t geloof wel, dat ze daar nog steeds in dienst «Ün. Ik zal er binnenkort een kijkje gaan ne- Men. Ik zou gaarne van alles op de hoogte zijn eens op mijn gemak praten met die men- ^hen. Zoudt u mij willen vergezellen, mijnheer dof er? Met genoegen. Wanneer zou u de reis gelegen komen? - Laten we zeggen: overmorgen. - Heel goed. Wilt u zoo vriendelijk zijn, mij b*ier in 'f, hotel te komen afhalen? Ik zal 's avonds om 7 uur hier zijn, dan hebben we volop tijd voor den nachttrein. Dank u hartelijk. De twee heeren verlieten Karl Roch, die nog geruimen tijd in zijn kamer op en neer bleef loopen. Bedroog zijn instinct hem niet, dan vormde zich de eene schakel na de andere aan de keten; maar 't zou nog lang duren voordat die keten zich sloot om de menschen, die Maud Kandrun uit den weg wilden ruimen of reeds uit den weg hadden geruimd. Gelukkig, zei Roch bij zichzelven, dat Kronberg zich vóór de ontknooping van het drama heeft teruggetrokken. Wie weet, voor hoe lang ik hier in New York vastgenageld ben en bij mijn terugkeer te Weenen kan ik hem mijn gelukwenschen met zijn verloving aanbie den of zelfs de bruiloft bijwonen, als hij zich verwaardigt, mij daartoe te noodigen. En Karl Roch glimlachte bij de gedachte aan Lene Barbisch, die hij eigenlijk als een zeer geschikte levensgezellin voor 'Kronberg be schouwde XI Den volgenden dag stond Roch eenige minu ten vóór 2 uur voor Green's villa op de River side Drive en wachtte op den bediende Baker, die had beloofd, hem het huis van binnen te laten zien. Zou hij daar iets vinden, een spoor, dat hem dichter bij de oplossing van het raad sel kon brengen? Veel hoop had hij niet; maar hij zou in ieder geval gelegenheid vinden om Baker nog eens uit te hooren en yan hem ze kere dingen te weten te komen, waaraan hij veel waarde hechtte. Eenige minuten later verscheen Baker voor het traliehek, keek schuw om zich heen en kwam toen op Roch toegesneld. Tot mijn leedwezen, fluisterde hij, zie ik geen kans om u binnen te smokkelen. De toe stand van den ouden heer is verergerd, zoo dat hij vandaag zijn gewoon uitstapje niet heeft kunnen maken. Hij en de jonge dame zijn thuis. Ik kan het dus niet riskeeren. Jammer! Misschien een anderen dag? De bediende werd blijkbaar verlegen. Neen, neen, antwoordde hij, 't zal niet mo gelijk zijn. Zoo! en waarom niet? Ik weet nietik geloof, dat iemand ons de vorige maal bespied, misschien zelfs beluis terd heeft. Waaruit maakt u dat op? Ja, ziet u, den avond van dien dag heeft de oude Dickson, de particuliere secretaris van meneer Meingast, ons dat wil zeggen: geheel 't dienstpersoneel laten roepen en ons uit drukkelijk verboden, zonder zijn verlof, iemand, wie het ook zijn mocht, binnen te laten. Wel zonderling! Ja, maar wat is er aan te doen? En heeft hij gesproken van een bijzondere aanleiding tot dat verbod? Hü zei, dat er in den laatsten tijd hier in de buurt verscheidene inbraken zijn gepleegd wat trouwens waar is en dat men daar om niemand kan vertrouwen. Wat mij persoon lijk betreft, ging Baker nog steeds ietwat be dremmeld voort, ik vertrouw u, maar u be grijpt, dat ik het niet kan wagen, een zoo streng verbod te overtreden. Ik zou niet gemak kelijk weer zoo'n goede betrekking vinden. Mis schien zoudt u Dickson zelf toegang kunnen vragen? Roch dacht een oogenblik na en zei toen: Ik geloof, dat het beter is, eenvoudig er van af te zien. Bij Dickson zou ik toch niet veel kans van slagen hebben. Zooals u wilt.... Verontschuldig mij: ik heb geen tijd meer te verliezen. Goeden dag, mijnheer. Roch bleef nog een oogenblik voor het hek staan, nam de villa nog eens met gespannen aandacht op en sloeg toen langzaam den weg naar de stad in. Hij was erg teleurgesteld. En die teleurstel ling werd nog grooter toen hem bij zijn terug keer in 't hotel de portier een brief overhandig de. De brenger had ongeveer twee uur geleden naar Roch gevraagd en daar deze afwezig was, eenvoudig een brief afgegeven aan den portier. Roch ijlde naar zijn kamer, scheurde driftig den omslag open en las de volgende, blijkbaar in haast geschreven regelen: Waarde heer Roch, Tot mijn leedwezen ben ik verhinderd, u mor gen naar de Adirondack Mountains te verge zellen. Mijn chef, de heer Meingast, heeft mij vanmorgen gelast, onverwijld naar San Fran cisco te vertrekken, om in die stad een zaak te regelen. Hoewel die opdracht mij verwonderde. nooit te voren heb ik een reis van dien aard benoeven te ondernemen en deze valt ook niet onder mijne bevoegdheid kon ik er mij niet aan onttrekken. Mijn verzoek, de reis' althans een dag te mogen verschuiven, werd door den heer Meingast afgewezen, met de verklaring, dat de zaak geen uitstel duldde. Ik heb ver scheidene malen vruchteloos getracht, u tele fonisch te verwittigen; 't gelukte mij niet, daar u afwezig was. Om dezelfde reden heb ik u ook niet persoonlijk kunnen spreken. Dat spijt mij zeer, want u zult nu waarschijnlijk het uit stapje alleen maken en ik zou u zoo gaarne nog eenige wenken gegeven hebben. Verontschuldig de slordigheid van mijn briefje; ik schrijf in uw hotel en mijn trein vertrekt over een half uur. Met de hartelijkste groeten en in de hoop, u spoedig weer te zien, hoogachtend en vriendschappelijk. Uw dienstw. PAUL HOFER Mismoedig legde Roch den brief op de tafel. Wat een ellendig toeval! Of wilde Hof er met opzet de reis niet medemaken, teneinde zich niet bloot te stellen aan een conflict met zijn chef? Neen, dien indruk had Roch heelemaal niet: maar hü las nog eens vluchtig den brief wat beteekende dat dubbel onderstreept nooit"? Waarom werd de ingenieur zoo plotse ling weggezonden: waarom 'n gewone bezich tiging van de villa onmogelijk gemaakt? Roch meende, te New York volkomen onbe kend te zijn en nu kreeg hij eensklaps de kille gewaarwording, dat een slijmerige polieparm zich dreigend naar hem uitstrekte! De telefoonschel deed hem uit zün kwellend gepeins opspringen. Hü ülde naar het toestel. Een hem vreemde stem vroeg: Kan ik mijnheer Roch spreken? Wie daar? Crefield, in dienst bü Charles Kenton. Met Roch. Gelukkig, dat ik u eindelük aantref! Ik heb u reeds verscheidene malen, maar altüd vruchteloos opgebeld. Münheer Kenton laat u dingend verzoeken, onmiddellijk naar hem te komen. Hij wacht u in de herberg „De lustige Matroos." een nog al slecht befaamde kroeg in Monroe-street. U kunt per auto naar Chatam- Square rijden, daar uitstappen en over East- Broadway en Jefferson-street te voet naar Monroe-street gaan. 't Is dan links het vierde of vijfde huis; u kunt niet missen. Kunt u ko men?" Waar gaat het eigenlük over? Hü heeft kennis gemaakt met een bedien de uit Green's villa op Riverside Drive en zit nu met hem in de „Lustigen Matroos" bü *n glas whisky. Ik kom onmiddellyk. Best. Goeden dag, münheer Roch. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3