DRINKWATER IN BRABANT
HET BLAD
APIER
Fantastische „krijgsbuit"
in een boerderij
WOENSDAG 24 JULI 1940
Van den put en de pomp
naar de kraan
Vele moeilijkheden
Grediet-verleening aan
niet-ingezetenen
Ter betaling o.m. van bepaalde
kosten van hier te lande ver
blijvende gezinsleden
Uit noodweer gehandeld
Eisch tot ontslag van rechts
vervolging
NIJKERKSCHE PLUNDE
RAARS
Voor den Duitschen rechter?
Bommetjes gelegd op de
tramrails
Het „recept" gelezen in een boek
van Jules Verne
College van Regenten der Gods
huizen te Den Bosch
Toeren met een auto zonder
benzinevergunning
Acht maanden geëischt tegen
76-jarigen boer
Fietsendiefstallen
INZEGENING EENER R.K.
HUISHOUDSCHOOL
LIJKEN VAN VLIEGERS
AANGESPOELD
MUTATIES BIJ DE NED.
SPOORWEGEN
Boedels en nalatenschappen
van ingezetenen
25 BOETE GEëlSCHT
WEGENS BELEEDIGING
GEVAARLIJK SPEL
AARDAPPELZIEKTE
Steekpartij te Rotterdam
Kinderen naar buiten
Meisje overreden en gedood
Regeling voor vereffening enz„
waarbij niet-ingezetenen
betrokken zijn
WEDSTRIJD MET MODEL-
VLIEGTUIGEN
Gehouden op de Groote Heide
te Venlo
VEILING VAN PAARDEN
UIT DE STAATSCOURANT
Ontslag uit den zeedienst
door
W. Wanlek
17
(Van onzen Brabantschen correspondent)
Men weet het, bij ons in Brabant hebben ze
het altijd met het water aan den stok gehad.
Dat lijkt vreemd voor 'n streek, die tamelijk
hoog gelegen is, waar het land „niet ontwoekerd
is aan de baren", zooals dat geheeten wordt en
zulks vooral met Holland het geval is.
Toch is het zoo. Brabant heeft het steeds
met het water aan den stok gehad, in hevige
mate zelfs.
Allereerst waren er de rivieren, die 's winters,
lang niet mak, dikwijls heel rare capriolen
maakten, dijken doorbraken en den boel over
stroomden. Na het hooge tij trok de indringer
zich dan wel weer in z'n kazematten terug,
maar intusschen had hij toch heel wat schade
berokkend.
Soms heeft het water uitgestrekte gebieden
verdronken, zooals bijvoorbeeld de Biesbosch
en deze daarna zoo moerassig gelaten, dat ze
onmogelijk in cultuur konden worden gebracht.
Steeds is er voorts de zorg geweest over het
op peil houden van den stand van het natuur-
vocht in de polders van de waterschappen. Heel
wat zorg, en.... heel wat oneenigheid onder de
ingelanden.
Krachtige maatregelen evenwel heeft Bra
bant immer getroffen om den water-piraat te
boeien. Volledig is men daarin nog niet ge-
slaagd, doch de tijd is niet ver meer, dat het
water van buitenaf, onvoorziene nukken daar
gelaten, geboeid en bedwongen en, wat zijn ver
blijf in de polders betreft, tevens geregeld zal
zyn.
Doch in alle opzichten was of is het water
geen vijand van de Brabantsche bevolking. In
tegendeel, het is haar vriend, tenminste als het
door buizen, na gereinigd te zijn, binnen dé wo
ningen wordt gebracht.
De stad was uiteraard snel voor het H 2 O
uit de kraan gewonnen, maar de boeren, stijf
hoofdige en conservatieve lieden, die ze waren,
en nog zijn, hoor! zwoeren bij den put-
rnet-den-emmer en de pomp-met-den-zwengel.
Zij konden, beter gezegd, wilden niet begrijpen,
dat leidingwater noodzakelijk is voor het be
houd en de bevordering van de volksgezondheid.
Met den put en de pomp en zelfs de sloot wa
ren ze groot gebracht enhet water, dat ze
daaruit opdiepten, kostte niets. Waarom zouden
zij betalen voor wat kunstmatig wordt aange
voerd?
Zeker zou er dan ook van de drinkwatervoor
ziening niet veel terecht zijn gekomen, als van
overheidswege niet was ingegrepen, deze in
stantie geen initiatieven had genomen en den
bewoners niet op boete de verplichting was
opgelegd het leidingwater af te nemen.
Energiek is de hand aan de kraan geslagen,
doch desondanks is er in tal van gemeentera
den hevige strijd gevoerd, vóórdat tot aanslui
ting op het net werd besloten en nóg is niet
alle vooroordeel verdwenen. Vele boeren blijven
volharden in de boosheid, doch dan is er de
rechter, die hun anders leert, in hun eigen be
lang.
Evenwel, gaandeweg komt er kentering: het
hut en de gemakken der waterleiding vormen
zelf de beste reclame voor aansluiting en ge
bruik.
Er zijn in Brabant, behalve gemeentelijke
Waterleidingen, diverse voorzieningsmaatschap
pijen: één voor West Brabant, één voor het
Land van Altena en gedeeltelijk de Langstraat,
een voor Den Bosch, met een werkingssfeer
die zich uitstrekt van Oisterwijk tot Oss, één
voor Tilburg, c.a., en één voor Eindhoven, waar
bij ook Valkenswaard, Waalre, Geldrop en Hel
mond zijn aangesloten.
Oost Brabant heeft het langst op drinkwater
moeten- wachten en dat terwijl toch de Kempen
en de Peel vanwege hun hooge ligging er vooral
behoefte aan hadden. Er waren voor dit gedeelte
der provincie, vooral vanwege de uitgestrektheid
van het gebied en de afgelegenheid der ge
meenten tal van moeilijkheden te overwinnen.
Eerst eind 1935 werd in het Provinciehuis te
Den Bosch de N. V. Waterleiding Mij. „Oost-
Brabant" opgericht, omvattende geheel het ten
Oosten van Tilburg gelegen gedeelte der pro
vincie, met uitzondering van enkele groote ge
meenten. Het Provinciaal bestuur had ook hier
toe den stoot gegeven. Toch is het 1937 gewor
den, vóórdat met de werkzaamheden een begin
kon worden gemaakt. Een crediet van
1.170.000.— was er toe beschikbaar.
Besloten werd, nabij Veghel een pompsta
tion te bouwen ter voorziening van het z.g. Cen
trumgebied, bestrijkend de streek tusschen St.
Michielsgestel - Uden - Veghel - Gemert - St.
Oedenrade - Schjjndel en Son. De gebieden rond
Den Bosch, Eindhoven en Helmond zouden wor
den voorzien met van deze gemeenten gekocht
Water; voor het uiterste Westen en het Oosten
Werd nog geen definitieve oplossing gekozen.
Dat zich vele moeilijkheden hebben voorge
daan blijkt uit de ontwikkeling van het bedrijf
Sedert het de plannen definitief had opgesteld.
Van Veldhoven, dat er reeds een had, werd
het leidingnet overgenomen en ter exploitatie
in handen van Eindhoven gegeven, Heeze wordt
eveneens door Eindhoven bediend; met Den
Bosch moest eveneens een accoord worden ge
troffen ter voorziening van Helvoirt, Udenhout
en Grave. De voorziening naar Grave bezorgde
yeel hoofdbrekens, vooral omdat de afgelegen
ligging en de bouw van een leiding van Oss
bit, over een afstand van 18 K.M., de rentabi
liteit zeer twijfelachtig maakten. Eerst toen de
Semeente Grave, daartoe in staat gesteld door
®en contract met het Rijk betreffende water
levering aan de te stichten kazerne, een behoor
lijke afname kon garandeeren, viel dit beletsel
weg en in Mei 1939 kon dit bedrijf in werking
worden gesteld.
Ook Aarle-Rixtel vergde veel moeite. Uit eco
nomisch oogpunt wilde men deze gemeente
vanuit Helmond water doen betrekken. Doch
spoedig kwam aan het licht, dat het bedrijf
dezer stad was verouderd en niet voldoende ca
paciteit bezat tot levering aan buitengemeenten.
Derhalve moesten met de textiel-stad onderhan
delingen worden aangeknoopt om de vernieu
wing en uitbreiding van dit bedrijf te bespoe
digen. Deze onderhandelingen verliepen niet
bijster vlot, doch ze zijn in 't midden van het
vorig jaar tot een goed einde gebracht.
Voor de gemeenten, die zich bij de maat
schappij aansloten door het nemen van aan-
deelen, is zoo snel mogelijk gezorgd en met
trots mag de vooruitstrevende directie van de
„Oost Brabant" getuigen, in een tijdsverloop
van nauwelijks twee en een half jaar reeds
twintig gemeenten met rond 105.000 inwoners
leidingwater te hebben verschaft. Zonder de
gemeenten Vlijmen, Drunen, Oss en Asten,
waarvan de bedrijven t.z.t. zullen worden over
genomen, omvat het geheele concessiegebied
der maatschappij 75 gemeenten met rond
240.000 inwoners.
Er is dus nog werk voldoende aan den win
kel.
De aanleg van het buizennet is voor tal van
gemeenten reeds aanbesteed en in uitvoering:
in Veghel werd ten behoeve van het centrum-
net een voorloopig pompstation gebouwd, op
dat de gemeenten niet te lang op voorziening
behoefden te wachten, terwijl het bouwen van
het definitieve station begin Augustus zal wor
den aanbesteed; verder is thans in staat van
directe voorbereiding de stichting van een af
zonderlijk pompstation, vermoedelijk nabij
Vessem, ten dienste van de gemeenten gelegen
tusschen Tilburg en Veldhoven. Het wachten
is hier slechts op de toetreding dezer gemeen
ten tot de maatschappij.
De N. V. tracht door een uitstekende service
de nog bestaande vooroordeelen zooveel moge
lijk weg te nemen. Zoo geschiedt de aanleg van
dienstleidingen in het algemeen voor haar re
kening, terwijl, teneinde de bewoners tot spoe
dige aansluiting te prikkelen, gedurende den
eersten tijd van exploitatie bovendien de in de
woningen aan te brengen binnenleidingen ge
deeltelijk door haar worden bekostigd. Mooier
kan het welhaast niet!
Het ziet er derhalve naar uit, dat ook Oost-
Brabant, mits schaarschte aan materiaal geen
ingrijpende rol gaat spelen, binnen enkele
jaren volledig, althans nagenoeg volledig, van
goed en gezond drinkwater zal kunnen profi-
teeren. En daarmede zal dan voor deze provin
cie een nieuw werk zijn beslag hebben gekre
gen, dat de gansche bevolking ten zegen
strekt.
den of hem reeds aanvielen met dit voorwerp,
wilde Van der L. zich verdedigen met een
stevig verweermiddel en hij nam daartoe zjjn
plcegzwing te baat, een hardhouten steel met
ijzeren beslag, waarmee hij van ziclf afsloeg.
De zwing trof echter den ouden Van V. op
het hoofd bij den slaap zoodanig, dat Van V.
spoedig bezweek.
HOewei aanvankelijk aan doodslag werd ge.
dacht, waarvoor Van der L. werd gedagvaard,
nam de officier van justitie, nadat de jonge
mannen als getuigen waren gehoord, deze ten
laste legging terug en zeide, dat naar zijn in
druk wel vaststond, dat Van der L. Sr. den
slag had toegebracht, doch tevens, dat deze
uit noodweer had gehandeld. Derhalve requi-
reerde spreker schuldigverklaring met ontslag
van rechtsvervolging.
Mr. Sprey, die optrad als raadsman van Van
der L., sloot zich bij deze opvatting aan. Uit
spraak 6 Augustus.
Oviereankamstig artikel 35, derde lid, der
Deviezenverordening 1940 wordt, met machti.
ging van de secretarissen-generaal van de de
partementen van Financiën, van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart en van Landbouw en
Visscherij, door het Deviezeninstituut bepaald:
1. Het is aan ingezetenen zonder vergunning
van het Deviezeninstituut geoorloofd ten gun
ste van niet.ingezetenen krediet te verleenen,
voor zoover zulks geschiedt ter betaling van;
a. kosten van onderhoud en studie van hier
te lande verblijvende leden van het gezin van
een niet-ingezetene;
b. verplichte of vrijwillige ondersteuning van
ingezetenen;
c. pensioenen, verschuldigd aan ingezetenen
2. De ingezetene, die op grond van het eer
ste lid krediet verleent, is verplicht binnen een
week na de beëindiging van ieder kwartaal
aan het Deviezeninstituut schriftelijke opgave
te doen van alle gedurende dat kwartaal op
grond van zoodanig krediet verrichte beta
lingen.
3. Het Deviezeninstituut kan in bijzondere
gevallen bepalen, dat kredietverleeningen, als
bedoeld in het eerste lid, slechts met vergun
ning van dat instituut geoorloofd zijn.
Deze bekendmaking is Dinsdag in werking
getreden.
12 Maart jJ. des ochtends ongeveer acht uur
begaf de 65.jarige veehouder-tuinder G. van
der L. te Woubrugge zich met zijn beide Zbnen
naar een door hem gehuurd land, dat kort
tevoren nog aan zekeren Van V. verhuurd was
geweest, doch waarvan voor dezen de termijn
was afgeloopen. Weliswaar had Van V. een
beroep op de Pachtkamer gedaan om de huur
verlengd te krijgen, doch hij had daarmede
geen succes, omdat de Pachtkamer zich onbe
voegd verklaarde in dit geval. Toen had Van
V. getracht den nieuwen pachter met geweld
te keeren. Inderdaad liepen vader en zoon
Van V., toen de v. d. L.'s met den met paard
bespannen ploeg kwamen om hun land te
gaan bewerken, dezen min of meer dreigend
tegemoet en al spoedig ontstond een handge
meen.
Daar vader en zoon Van V. met een hooi
vork den ander van zich af trachtten te hou-
Dinsdag zou de berechting van de lange rij
Nijkerksché plunderaars door den Zwolschen
politierechter mr. J. Milders worden voortgezet,
nadat in de afgeloopen weken reeds tientallen
vonnissen waren geveld.
Thans moesten zeven verdachten voorkomen
De uitvaardiging van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederland-
sche gebied betreffende de Duitsche rechterlijke
macht voor strafzaken, laat de mogelijkheid
open, dat plunderingszaken als die van Nijkerk,
door den Duitschen rechter worden behandeld.
Al deze verdachten kregen van den politierech
ter de mededeeling, dat de mogelijkheid bestaat,
dat hun zaak voor den Duitschen rechter komt.
Hierover moet nog overleg gepleegd worden.
De behandeling van deze plunderingszaken
werd derhalve voor onbepaalden tijd uitgesteld.
Op den avond van Vrijdag 8 Maart ontstond
plotseling op den Coolsingel te Rotterdam een
groote consternatie, teweeg gebracht door een
hevige explosie.
Een tram, die van de Kruiskade kwam, reed
ter hoogte van hotel Atlanta, toen een hevige
knal weerklonk, gepaard gaande met een onmid
dellijk opstijgenden, dichten kruitdamp.
De wagen werd een eindje opgetild en viel
weer terug in de rails, terwijl de ruiten hevig
trilden. Hoogst verschrikt sprongen de passagiers
er uit, omdat ze niet anders dachten, of er was
een aanslag gepleegd op de tram.
De conducteurs, weldra bijgestaan door eenige
collega's en politie-agenten, stelden een onder
zoek in, zochten op de rails, doch vonden niets
Den volgenden avond herhaalde zich hetzelfde
evenwel op den Goudschen Singel. Weer een
hevige knal, een dichte kruitdamp en een groote
ontsteltenis onder de trampassagiers en de om
standers. Wederom vond men echter niets, doch
de Rotterdamsche politie kwam in beweging en
al vrij spoedig slaagde zij er in den 19-jarigen
C. F. M. en den 18-jarigen J. W. S., beiden ma
chinebankwerkers, te arresteeren. Het was ge
bleken, dat ze een explosieve stof, bestaande uit
kalium-chloraat en zwavel, hadden gemaakt en
in een koperen dop gedaan.
Deze dop werd op de tramrails gelegd, waarna
beide jongens zich dan in een portiek verstopten.
Wegens overtreding van de Vuurwapenwet moes
ten ze Dinsdagmorgen voor de Rotterdamsche
rechtbank, gepresideerd door mr. Verveen, te
recht staan. S. vertelde, dat hij het „recept"
voor het maken van de bommen had gelezen in
„Het Gehefinzinnige Eiland" van Jules Verne.
Hij had eerst thuis op de veranda geëxperimen
teerd en het daarna in het groot op straat ge
daan.
De officier van justitie, mr. Hoeffelman, vond
het gebeurde niet mis. Er bestond groot gevaar
voor de ruiten, de tram, enz. Beide jongens heb
ben al vele straffen en strafjes achter den rug.
De eisch luidde voor M. 3 maanden gevangenis
straf, voor S. 3 maanden tuchthuisstraf.
Mr. H. Schadee vroeg voor S. een voorwaar
delijke straf en onder toezicht stelling.
Uitspraak 30 Juli.
Door het vertrek uit de gemeente 's-Herto-
genbosch van mr. Th. E. J. Wyers is een vaca
ture ontstaan in het college van Regenten der
Godshuizen te 's-Hertogenbosch. B. en W. stel
len den raad thans voor een nieuwen regent te
benoemen, waarvoor de navolgende aanbeve
ling is opgemaakt: 1. mr. M. H. M. Adelmeyer,
2. mr. J. J. A. H. M. van Besouw. Beiden zijn
advocaat en procureur te 's-Hertogenbosch.
Dinsdagnacht omstreeks half een werd 'n 29-
jarige inwoner van IJsselmonde in de Dirk
Hoogenraadstraat te 's-Gravenhage aangehou
den. De man was met een auto en eenige ken
nissen gaan toeren, zonder evenwel een motor
brandstofvergunning te bezitten. Proces-verbaal
werd opgemaakt wegens overtreding van art. 13
van de motorbrandstofbeschikking 1940.
De overtreder werd overgebracht naar het
politiebureau evenals zijn auto, welke door een
kraanwagen werd opgesleept.
Voor de Arnhemsche Rechtbank stond
Dinsdag terecht de 76_jarige landbouwer
T. v. H., uit Veenendaal, thans gedetineerd,
verdacht van verduistering van vele mili
taire goederen, die in de oorlogsdagen op
zijn boerderij gedeponeerd waren.
Het was een lange lijst, die de officier van
Justitie voorlas. Hem werd nJ. de verduiste
ring ten laste gelegd van negen rijwielen, een
dubbelloops jachtgeweer, een rijzadel, twee
militaire dekens, een eetketel met foudraal,
een draadtang, acht opscheplepels, twee
schuimlepels, een stamper, een paar gummi
waterlaarzen, een handzaag, een zak draad
nagels, een bus kbffieboonen, een tentzeil met
een aantal zakken van den etappe-dienst, een
broodzakdraagband, vijf ranselriemen, twee
schoenzakjes (inhoudende een paar sokken,
een naaizakje en twee zakdoeken), een zak
met goederen, 190 rollen prikkeldraad, 23 rol.
len gaas, 2 rollen glad draad, 36 pantserplaten,
2 melkbussen, 3 verfbussen, een houten hamer
en een fust olie
Verdachte wist echter van niets en beweer
de er niet bij geweest te zijn, toen de militairen
al die goederen bij hem vonden.
„Zij hebben het in de mobilisatie bij mij
neergelegd," aldus v. H., „goed, en als ze het
wéér kwamen halen dan konden ze 't weer
komen halen."
De gemeenteveldwachter C. van R. getuigde
dat hij bij verdachte den heelen voorraad ge
vonden had. Hij verwittigde het regiments
bureau en daar zeide men: „Wat is dat nou,
voor 'n paar maanden zijn we bij van H. gaan
informeeren en toen zei hij: „Er is niets
meer."
Vier of vijf schuurtjes zijn er op v. H.'s
boerderij en daar was de boel overal verborgen.
Die schuurtjes waren dicht. Ook deelde getuige
mee, dat er een oproep van den burgemeester
geweest was, voor een bepaalden dag dergelijke
goederen in te leveren.
De dochter van verdachte verklaarde, dat
haar man een kruidenierszaak had en dat de
koffie, die bij verdachte gevonden was, uit de
zaak van haar man kwam, dus niet verduis
terd was.
De officier van Justitie vond dit 'n typisch
geval van Veluwsche onnoozelheid. Verdachte
tracht den simpelen senielen grijsaard te spe
len, doch is zoo sluw als een muis. Men kan
hem vergelijken met een Chinees, aldus de of
ficier. Ook deze man doet, of hij niets begrijpt
en niets weet. Het ligt niet in het karakter van
den boer, zich, wanneer zich vreemden op zijn
erf bevinden, niet te overtuigen wat deze men-
schen daar uitvoeren. Zou deze boer niet ge
weten hebben, dat ai die voorraden daar ge
legen hebben? Dat is ten eenenmale uitgeslo.
ten en volkomen in strijd met het karakter
van een nieuwsgierigen zuinigen boer.
De burgemeester van Veenendaal heeft allen,
die oneerlijk waren of oneerlijk zouden kunnen
worden, in de gelegenheid gesteld alles in te
leveren, wat zij „in bewaring" hadden. Döch
deze verdachte was weer te dom, hij heeft
niets gelezen of gehoord.
De officier meende te mogen aannemen, dat
verdachte opzettelijk heeft verzwegen zooveel
goederen „in bewaring" te hebben en vorderde
acht maanden gevangenisstraf met aftrek van
preventieve hechtenis.
De raadsman van verdachte wees op de moei
lijkheden, die verdachte den laatsten tijd in
zijn bedrijf gekend heeft. De man is geheel
en al in de war geweest.
PI. vroeg clementie en onmiddellijke invrij
heidstelling.
Na raadkamer wees de rechtbank dit laatste
verzoek af.
Vervolgens stond nog terecht de kleinzoon
van den vorigen verdachte, de 24-jarige land
bouwer H. van H„ eveneens wonende te Vee
nendaal.
Hij vertelde, dat zijn eigen fiets verdwenen
was en dat een sergeant hem gelast had een
andere fiets te nemen, die langs den weg
stond. Verdachte was n.l. gemobiliseerd. Met
deze fiets is hij na den Oorlog naar huis ge
gaan en heeft deze niet meer ingeleverd.
Hij had er ook geen kwaad in gezien!
De officier van Justitie eischt tegen dezen
verdachte vier maanden gevangenisstraf met
aftrek der voorloopige hechtenis.
Ook voor dezen cliënt vroeg de verdediger
clementie en onmiddellijke invrijheidstelling.
Op dit laatste verzoek werd goedgunstig be-
schikt.
Uitspraak in beide zaken 30 Juli.
der school een vergadering van bestuur, per
soneel en een groot aantal genoodigden gehou
den. Hier waren aanwezig de wethouders Ebben
en Van Gemert, de heer F. den Ouden, voor
zitter der R.K. Werkliedenvereeniging, de heer
Rud. Raymakers, voorzitter der RK. Werkge-
versvereeniging, afd. Helmond e. a.
De voorzitter van het schoolbestuur, dr. W
Beuken, hield een toespraak, waarin hij den
snellen ontwikkelingsgang der school in het
licht stelde. In 1916, uit een aan een meisjes-
patronaat gegeven avondcursus, is thans deze
school, waar honderden meisjes en bij speciale
cursussen tientallen moeders zelfs het voor haar
onmisbare huishoudonderwijs ontvangen, tot
stand gekomen.
Het woord werd op deze bijeenkomst nog ge
voerd door pastoor Van Laarhoven, wethouder
Ebben en den heer F. den Ouden.
De genoodigden maakten daarna een rond
gang door het fraaie schoolgebouw.
Op een in verband met de tijdsomstandighe
den bescheiden gehouden wijze is te Helmond
de groote huishoud- en industrieschool „Mater
Dei", waaraan honderden meisjes uit deze in
dustriestad het voor haar onmisbare huishoud
onderwijs ontvangen, plechtig ingewijd.
Bij ontstentenis van Deken v. d. Hagen ge
schiedde de inzegening thans door den pastoor
der St. Lambertusparochie, den zeereerw. heer
A. van Laarhoven. Deze stelde in een toespraak
de bijzondere beteekenis van de geheel ver
bouwde en vernieuwde school in het licht, in
deze stad.
Nadat de secretaris van het schoolbestuur,
kapelaan v. d. Biggelaar, een plechtige H. Mis
had opgedragen, werd in een der lokaliteiten
Op het Texelsche Noordzeestrand zijn Dins
dag de stoffelijke resten aangespoeld van twee
Franschen en een Engelschman, vermoedelijk
vliegers. De nationaliteit van een vierde lijk
kon niet worden vastgesteld.
Nadat dokter Boswijk de lijken had geschouwd
zijn deze op de algotneene begraafplaats te Den
Burg ter aarde besteld.
Ir. M. Langelaan,. adjunct-chef der Centrale
Werkplaats te Tilburg, is met ingang van 1
Augustus benoemd tot hoofdingenieur, chef dier
Centrale Wérkplaats.
Ir. J. H. Poppink, adjunct-chef eener Cen
trale Werkplaats met den persoonlijken titel
van hoofdingenieur te Utrecht, is met ingang
van 1 September eervol ontslag toegekend we
gens het bereiken van den pensioengerechtigden
leeftijd.
Voor de rechtbank te Middelburg stond te
recht S. S. S., 44 jaar oud, vroeger directeur
hoofdredacteur van de N.V. „De Middelburgsche
Courant" aan wien ten laste was gelegd, dat
hij in het nummer van die courant van 16 Maart
1939 een door hem geschreven artikel heeft
doen opnemen, waarin P. E. Keuchenius en
ar. E. H. Ridder van Rappard opzettelijk zijn
beleedigd. Verdachte was niet verschenen. De
officier van justitie eischte wegens eenvoudige
beleediging 25 boete of 10 dagen hechtenis.
Uitspraak 31 Juli.
Eenige jongens vonden in een bosch nabij
de Beetslaan te Amersfoort een geweerpatroon.
Zij gingen er zoo onvoorzichtig mee om, dat
het projectiel ontplofte. Een der jongens zal
vermoedelijk een hand moeten missen.
In het etmaal van 's avonds 21 tot 's avonds
22 Juli is in het midden van het land de
weersgesteldheid kritiek geweest voor het optre
den van aardappelziekte
De rechtbank te Rotterdam heeft vonnis ge
wezen in de strafzaak tegen 'n 37-jarigen aard
appelhandelaar, die op 12 Maart moeilijkheden
maakte in een café toen hij betalen moest
en later bij een vechtpartij den caféhouder en
zjjn vrouw dusdanig verwondde, dat beiden
naar het ziekenhuis moesten worden vervoerd.
De aardappelhandelaar werd thans veroordeeld
tot anderhalf jaar.
De officier van justitie had tegen verd, die
reeds twaalf veroordeelingen wegens geweld
daden en heling achter den rug heeft, een ge
vangenisstraf van drie jaar en zes maanden
gerequireerd.
Ruim 250 kinderen zijn te Leeuwarden uit
Rotterdam en Dordrecht aangekomen, om van
daar verder over de provincie te worden ver
deeld.
De animo onder de kinderen van Rotterdam
en Dordrecht is zoo groot, dat binnenkort een
derde transport naar Groningen vertekt; 900
kinderen zullen naar E fa bant gaan, 600 naar
Drente, ongeveer 700 naar Gelderland en
binnenkort nog 200 weer naar Friesland. Tot
op heden heeft men de uitzending van 6000
kinderen op zich genomen.
Dinsdagmiddag omstreeks kwart voor 6 is te
Oegstgeest op den rijksstraatweg nabij De Drie
Witte Palen de 14-jarige wielrijdster Nellie
Boon, wonende te Leiden, bij het onvoorzichtig
oversteken van den rijweg door een personen
auto, bestuurd door een 25-jarigen handelsrei
ziger uit 's-Gravenzande, aangereden en zoo
danig verwond, dat zij na ongeveer 20 minuten
ter plaatse overleed. Het lijk is naar het Aca
demisch Ziekenhuis te Leiden overgebracht.
De auto is voor onderzoek in beslag genomen.
Volgens getuigen treft den bestuurder geen
schuld.
Overeenkomstig artikel 35, derde lid, der De
viezenverordening 1940, wordt met machtiging
van de secretarissen-generaal van de departe
menten van Financiën, van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij,
door het Deviezeninstituut bepaald:
1. Onverminderd het bepaalde bij andere wet
ten en verordeningen is het aan executeurs-
testamentair en aan notarissen, belast met de
vereffening van boedels en nalatenschappen
van ingezetenen, waarin niet-ingezetenen ge
rechtigd zijn, zonder vergunning van het De
viezeninstituut geoorloofd alle gerechtelijke en
buitengerechtelijke handelingen te verrichten,
welke noódig zijn om den boedel tot effenheid
te brengen. Betalingen in binnenlandsch'e be
taalmiddelen aan executeurs-testamentair en
aan notarissen, zoomede andere handelingen,
als bedoeld in artikel 15 der Deviezenverorde
ning 1940 ten gunste van den boedel zijn even
eens zonder vergunning van het Deviezeninsti
tuut geoorloofd.
2. Scheiding en deeling van boedels en nalaten
schappen van ingezetenen, als bedoeld in het
eerste lid, kunnen zonder afzonderlijke vergun
ning van het Deviezeninstituut worden tot
stand gebracht, met dien verstande, dat het
slechts met vergunning van dat instituut ge
oorloofd is aan de deelgerechtigden-niet-inge-
zetenen een grooter deel van de in den boedel
aanwezige buitenlandsche waarden toe te schei
den dan met hun aandeel overeenkomt.
3. Beschikkingen over de bij de boedelschei
ding door de deelgeiechtigden-niet-ingezetenen
verkregen waarden blijven onderworpen aan de
bepalingen van de Deviezenverordening 1940.
Deze bekendmaking is Dinsdag in werking
getreden.
Ondanks de ongunstige weersomstandigheden
beeft de wedstrijd met model-vliegtuigen tus
schen de Roermondsche en Noord-Limburgsche
Jeugdluchtvaartclubs, gehouden op de Groote
Heide te Venlo, op succesvolle wijze doorgang
gevonden.
Eên gunstigen indruk maakte speciaal de
wedstrijd voor motor-modellen.
De Blauwe Wimpel, wisseiprijs voor zweef
modellen, werd, evenals het vorig jaar, door
Roermond gewonnen. De Roermondsche club
bleek op dit onderdeel zeer kundig, ook al wa
ren de veteranen als Pauiusse en Wong Lin
Hung niet aanwezig. Daartegenover was wel de
bekende bouwer Jos. van Melick uit Roermond
van de partij.
Noord-Limburg wist beslag te leggen op den
nieuwen wimpel, die dit jaar als wisseiprijs
voor motor-modellen was ingesteld. De twee
deelnemers, die resp. de eerste en tweede plaats
bij de motor-modellen bezetten, behaalden dit
succes ondanks het feit, dat de propeller van
hun model tijdens de vlucht doormidden brak
De voornaamste uitslagen zijn:
Zweef-modellen1. J. v. Melick, Roermond;
2. J. v. Enckevort. Noord-Limburg; 3. A. Dor-
ma, Roermond.
Motor-modellen: 1. J. Blok, Noord-Limburg;
2. A. Verheggen, Noord-Limburg; 3. B. v. d.
Koelen, Noord-Limburg.
Vrijdag 26 Juli, des ochtends te elf uur, zul
len te 's-Gravenhage, in de Houtrusthallen, on
geveer 35 paarden worden geveild. Als koopers
komen personen in aanmerking, die bij de mo
bilisatie of tijdens den oorlog paarden of auto's
aan de Nederlandsche of Duitsche overheid heb
ben afgegeven. Een ambtelijke schriftelijke ver
klaring daarvan dient te worden overgelegd
Handelaren zijn hiervan uitgesloten. Iedere koo-
per van paarden moet zich verplichten, deze
minstens zes maanden in zijn bedrijf te houden
De koper verkrijgt een door de Duitsche mi
litaire autoriteit afgegeven eigendomsbewijs te
zijnen name, dat bij latere controle als legiti
matie dient. Zij, die zonder deze legitimatie in
het bezit van militaire paarden worden bevon
den. zullen worden gestraft. De paarden worden
in dat geval in beslag genomen.
Bij besluit van den generaal-majoor N. T.
Carstens daartoe gemachtigd door den bevel
hebber van de Duitsche weermacht in Neder
land is met ingang- van 20 Juli 1940 eervol ont
slag uit den zeedienst verleend:
le. wegens langdurigen dienst aan den hoofd
officier van den marinestoomvaartdienst der le
klasse D. W. Kwak, de hoofdofficieren van den
marinestoomvaartdienst der 2e klasse J. N.
Kramer en J. Kooijman, de hoofdofficieren van
den marinestoomvaartdienst der 2e klasse ti
tulair B. Zietse en J. C. van Pappelendam en
aan de officieren van den marine-stoocnvaarl-
dienst der le klasse H. J. Takens, H. Riemers
en C. L. H. Vincken;
2e. wegens het eindigen van de buitengewone
omstandigheden, waarvoor hij weder in dienst
werd gesteld, aan den hoofdofficier van den
marinestoomvaartdienst der le klasse J. H.
Klingen.
(Nadruk verboden)
Nog een vraag, ingenieur: was er anders
Memand in het jachthuis?
- Enkel een bejaard echtpaar, dat er altijd
Verblijft, 't huis onderhoudt en de gasten be-
Ment.
Wat zijn 't voor menschen?
Zij maken den besten indruk en zijn daar,
Ms ik mij niet vergis, reeds lange jaren werk
zaam. De man moet vroeger in onze fabriek
hebben gewerkt.
Zijn die menschen ook thans daar nog?
Ik heb verder niets van hen gehoord. Maar
"t geloof wel, dat ze daar nog steeds in dienst
«Ün.
Ik zal er binnenkort een kijkje gaan ne-
Men. Ik zou gaarne van alles op de hoogte zijn
eens op mijn gemak praten met die men-
^hen. Zoudt u mij willen vergezellen, mijnheer
dof er?
Met genoegen.
Wanneer zou u de reis gelegen komen?
- Laten we zeggen: overmorgen.
- Heel goed. Wilt u zoo vriendelijk zijn, mij
b*ier in 'f, hotel te komen afhalen?
Ik zal 's avonds om 7 uur hier zijn, dan
hebben we volop tijd voor den nachttrein.
Dank u hartelijk.
De twee heeren verlieten Karl Roch, die nog
geruimen tijd in zijn kamer op en neer bleef
loopen. Bedroog zijn instinct hem niet, dan
vormde zich de eene schakel na de andere aan
de keten; maar 't zou nog lang duren voordat
die keten zich sloot om de menschen, die Maud
Kandrun uit den weg wilden ruimen of reeds
uit den weg hadden geruimd.
Gelukkig, zei Roch bij zichzelven, dat
Kronberg zich vóór de ontknooping van het
drama heeft teruggetrokken. Wie weet, voor
hoe lang ik hier in New York vastgenageld ben
en bij mijn terugkeer te Weenen kan ik hem
mijn gelukwenschen met zijn verloving aanbie
den of zelfs de bruiloft bijwonen, als hij zich
verwaardigt, mij daartoe te noodigen.
En Karl Roch glimlachte bij de gedachte aan
Lene Barbisch, die hij eigenlijk als een zeer
geschikte levensgezellin voor 'Kronberg be
schouwde
XI
Den volgenden dag stond Roch eenige minu
ten vóór 2 uur voor Green's villa op de River
side Drive en wachtte op den bediende Baker,
die had beloofd, hem het huis van binnen te
laten zien. Zou hij daar iets vinden, een spoor,
dat hem dichter bij de oplossing van het raad
sel kon brengen? Veel hoop had hij niet; maar
hij zou in ieder geval gelegenheid vinden om
Baker nog eens uit te hooren en yan hem ze
kere dingen te weten te komen, waaraan hij
veel waarde hechtte.
Eenige minuten later verscheen Baker voor
het traliehek, keek schuw om zich heen en
kwam toen op Roch toegesneld.
Tot mijn leedwezen, fluisterde hij, zie ik
geen kans om u binnen te smokkelen. De toe
stand van den ouden heer is verergerd, zoo
dat hij vandaag zijn gewoon uitstapje niet heeft
kunnen maken. Hij en de jonge dame zijn
thuis. Ik kan het dus niet riskeeren.
Jammer! Misschien een anderen dag?
De bediende werd blijkbaar verlegen.
Neen, neen, antwoordde hij, 't zal niet mo
gelijk zijn.
Zoo! en waarom niet?
Ik weet nietik geloof, dat iemand ons
de vorige maal bespied, misschien zelfs beluis
terd heeft.
Waaruit maakt u dat op?
Ja, ziet u, den avond van dien dag heeft
de oude Dickson, de particuliere secretaris van
meneer Meingast, ons dat wil zeggen: geheel
't dienstpersoneel laten roepen en ons uit
drukkelijk verboden, zonder zijn verlof, iemand,
wie het ook zijn mocht, binnen te laten.
Wel zonderling!
Ja, maar wat is er aan te doen?
En heeft hij gesproken van een bijzondere
aanleiding tot dat verbod?
Hü zei, dat er in den laatsten tijd hier in
de buurt verscheidene inbraken zijn gepleegd
wat trouwens waar is en dat men daar
om niemand kan vertrouwen. Wat mij persoon
lijk betreft, ging Baker nog steeds ietwat be
dremmeld voort, ik vertrouw u, maar u be
grijpt, dat ik het niet kan wagen, een zoo
streng verbod te overtreden. Ik zou niet gemak
kelijk weer zoo'n goede betrekking vinden. Mis
schien zoudt u Dickson zelf toegang kunnen
vragen?
Roch dacht een oogenblik na en zei toen:
Ik geloof, dat het beter is, eenvoudig er
van af te zien. Bij Dickson zou ik toch niet veel
kans van slagen hebben.
Zooals u wilt.... Verontschuldig mij: ik
heb geen tijd meer te verliezen. Goeden dag,
mijnheer.
Roch bleef nog een oogenblik voor het hek
staan, nam de villa nog eens met gespannen
aandacht op en sloeg toen langzaam den weg
naar de stad in.
Hij was erg teleurgesteld. En die teleurstel
ling werd nog grooter toen hem bij zijn terug
keer in 't hotel de portier een brief overhandig
de. De brenger had ongeveer twee uur geleden
naar Roch gevraagd en daar deze afwezig was,
eenvoudig een brief afgegeven aan den portier.
Roch ijlde naar zijn kamer, scheurde driftig
den omslag open en las de volgende, blijkbaar
in haast geschreven regelen:
Waarde heer Roch,
Tot mijn leedwezen ben ik verhinderd, u mor
gen naar de Adirondack Mountains te verge
zellen. Mijn chef, de heer Meingast, heeft mij
vanmorgen gelast, onverwijld naar San Fran
cisco te vertrekken, om in die stad een zaak te
regelen. Hoewel die opdracht mij verwonderde.
nooit te voren heb ik een reis van dien aard
benoeven te ondernemen en deze valt ook niet
onder mijne bevoegdheid kon ik er mij niet
aan onttrekken. Mijn verzoek, de reis' althans
een dag te mogen verschuiven, werd door den
heer Meingast afgewezen, met de verklaring,
dat de zaak geen uitstel duldde. Ik heb ver
scheidene malen vruchteloos getracht, u tele
fonisch te verwittigen; 't gelukte mij niet, daar
u afwezig was. Om dezelfde reden heb ik u
ook niet persoonlijk kunnen spreken. Dat spijt
mij zeer, want u zult nu waarschijnlijk het uit
stapje alleen maken en ik zou u zoo gaarne nog
eenige wenken gegeven hebben. Verontschuldig
de slordigheid van mijn briefje; ik schrijf in
uw hotel en mijn trein vertrekt over een half
uur. Met de hartelijkste groeten en in de hoop,
u spoedig weer te zien,
hoogachtend en vriendschappelijk.
Uw dienstw.
PAUL HOFER
Mismoedig legde Roch den brief op de tafel.
Wat een ellendig toeval! Of wilde Hof er met
opzet de reis niet medemaken, teneinde zich
niet bloot te stellen aan een conflict met zijn
chef?
Neen, dien indruk had Roch heelemaal niet:
maar hü las nog eens vluchtig den brief
wat beteekende dat dubbel onderstreept
nooit"? Waarom werd de ingenieur zoo plotse
ling weggezonden: waarom 'n gewone bezich
tiging van de villa onmogelijk gemaakt?
Roch meende, te New York volkomen onbe
kend te zijn en nu kreeg hij eensklaps de kille
gewaarwording, dat een slijmerige polieparm
zich dreigend naar hem uitstrekte!
De telefoonschel deed hem uit zün kwellend
gepeins opspringen.
Hü ülde naar het toestel. Een hem vreemde
stem vroeg:
Kan ik mijnheer Roch spreken?
Wie daar?
Crefield, in dienst bü Charles Kenton.
Met Roch.
Gelukkig, dat ik u eindelük aantref! Ik
heb u reeds verscheidene malen, maar altüd
vruchteloos opgebeld. Münheer Kenton laat u
dingend verzoeken, onmiddellijk naar hem te
komen. Hij wacht u in de herberg „De lustige
Matroos." een nog al slecht befaamde kroeg in
Monroe-street. U kunt per auto naar Chatam-
Square rijden, daar uitstappen en over East-
Broadway en Jefferson-street te voet naar
Monroe-street gaan. 't Is dan links het vierde
of vijfde huis; u kunt niet missen. Kunt u ko
men?"
Waar gaat het eigenlük over?
Hü heeft kennis gemaakt met een bedien
de uit Green's villa op Riverside Drive en zit
nu met hem in de „Lustigen Matroos" bü *n
glas whisky.
Ik kom onmiddellyk.
Best. Goeden dag, münheer Roch.
(Wordt vervolgd)