Dominus Vobiscum
'S LANDS WIJS, 'S LANDS EER
Opdrachten voor 12 millioen
Alleen reeds bij den
Rijksgebouwendienst
Veenderijen produceeren
Extra-suiker voor den
inmaak
Inenting tegen typhus
en paratyphus
ZONDAG 4 AUGUSTUS 1940
V-
Belangwekkende ervaringen met
bouwconstructies bij oorlogsgeweld
Invloed der omstandigheden
Belangwekkende ervaringen
Weinig werkloosheid in Zuid-
Oost'Drente
Grooter vraag naar arbeiders
Twee-en-een-half pond
LEDERBRANGHE IN
ééN ORGANISATIE
Richtlijnen zullen binnenkort
verschijnen
PETROLEUM-
VOORRADEN
Indien grooter dan 200 liter, dienen
zij te worden aangegeven
DE VERRUIMING VAN DEN
BLOEMEN-EXPORT
Vreugde in Aalsmeer en
het Westland
Nijmeegsche noodbeurs
Bestrijding van ontucht
Inspecteur van de V olksgezond-
heid kan haar verplichtend
voorschrijven
Bijdrage in de kosten
BROODBONNEN VOOR
DEZE WEEK
Het Augustus-nummer van liet Sint Ber
nard us-Tijdschrift, uitgave der Paters Bernar-
dijnen van het klooster Mariënkroon te Nieuw-
kuyk in Noord Brabant, bevat een opwekken
de liturgische beschouwing over twee woorden,
die wij in de kerk herhaaldelijk hooren, zoo
dat ieder katholiek ze van buiten kent, en zelfs
kinderen, die een pastoor willen nadoen, ze
op de lippen nemen, maar wier algemeene be
kendheid (zooals het dikwijls gebeurt) de die
pere beteekenis voor ons christelijk bewustzijn
als het ware heeft afgesleten. Het zijn de
Woorden van den priester: Dominus Vobiscum
(De Heer zij met u), waarop de verzamelde
parochie, bij monde van den misdienaar, ant
woordt „Et cum spiritu tuo" (En met uwen
geest).
Precies geteld komt deze wederzijdsche be
groeting van priester en geloovigen zeven maal
voor in de liturgie van de Mis en dit is al
dadelijk merkwaardig, want het getal zeven
beteekent in de symboliek van de kerkelijke
plechtigheden gewoonlijk de volmaaktheid of
de volledigheid. Zooals er zeven Sacramenten
bestaan en zeven gaven des Heiligen Geestes,
zeven hoofddeugden en zeven hoofdzonden,
waarbfj telkens het zevental de compleetheid
van het leven samenvat, zoo zijn ook deze be
groetingen, die op bepaalde plaatsen de li
turgische gebeden onderbreken, de uitdrukking
eener volledigheid. Ze vatten het wederzijdsche
aandeel van priester en geloovigen aan het
liturgische Misoffer samen. Ze drukken uit, dat
hetgeen aan het altaar gebeurt, niet de in-
öividueele verrichting is van een man, naar
wiens gebaren wij komen kijken en naar wiens
woorden wij komen luisteren, doch dat er eer
handeling plaats vindt, waaraan de gemeen
schap in haar geheel het hare bijdraagt. Deu
groet van den priester zou men dus een soli-
dariteits-verklaring kunnen noemen; een tee-
ken. dat er iets gemeenzaam is tusschen hem
en de kerkgangers.
Men groet zijn bekenden, doch men groet ze
slechts bij bepaalde gelegenheden. De groet is
een teeken van gemeenzaamheid en tegelijk
van distantie. Men groet bij scheiden en ont
moeten. Zoo drukt de priester dus tevens uit
dat hij aan het altaar, innig verbonden in ge
bed en offer met de geloovigen, toch van de
geloovigen is afgezonderd. Hij alleen fungeert
als bedienaar van het mysterie der Mis, hij
Is eenzaam in deze machtsuitoefening, doch
Zijn eenzaamheid is eene repraesentatieve: ze
vertegenwoordigt ons allen, en de priester be
groet dan ook niet de gemeente, in het enkel
voud, maar alle aanwezigen, in het meervoud
Hij zegt niet „Dominus tecum", doch „Domi
nus vobiscum". Hij staat daar eenzaam in zijn
priestermacht, namens ons allen tezamen,
maar in die gezamenlijkheid telt ieder van ons
mee. Er is niemand, die niet meetelt. Zijn
groet richt ziqh dan ook tot de gemeente als
een samengesteld lichaam, niet tot de ge
meente als een enkelvoudig ding.
De woorden, die de priester spreekt, wan
neer hij ons begroet, komen overeen met een
ouden volksgroet, dien wij uit den Bijbel
kennen.
In het tweede hoofdstuk van het boek Ruth
(of Rut) wordt verhaald, hoe de hoofdpersoon
Rut besluit, naar het veld te gaan, waar de
maaiers bezig zijn, het koren weg te halen.
Bij dit werk blijven altijd aren achter en daar
om zal Rut achter de maaiers aangaan om
deze achtergebleven aren voor hen bij elkaar
te zoeken. Zij heeft daar een bedoeling mee.
Zij hoopt, dat een van de maaiers haar zal
opmerken. Immers zij is een jonge weduwe,
en arm. Als ze nu bij de maaiers gaat werken,
Zal er misschien een zijn, die haar bekoorlijk
vindt. Het gebeurt in de buurt van Bethlehem,
Op een korenveld, dat eigendom is van een rij
ken boer, genaamd Booz, uit het geslacht van
Elimelek. Terwijl de maaiers volop aan het
Werk zijn, en Rut achter hen aangaat, gebukt
haar den grond om aren te verzamelen, komt
deze Booz (met wien ze later trouwen zal)
haar het veld en hij ziet daar zijn maaiers be
zig. Hij zegt hun „goeden dag" op de manier,
w-aarop dat in Palestina gebeurde. Hij zegt
hamelijk „De Heer zij met u!" Dominus
Vobiscum en de maaiers groeten hem terug:
„De Heer zegene u" Benedicat tibi Domi
nus.
Deze groet was gewoon. Later, als de scep
ter aan Juda ontnomen is, tijdens de Romein-
sche heerschappij, maakt die oude Joodsche
groet weliswaar plaats voor het Romeinsche
„Ave", doch als de Engel Gabriël zijn bood
schap brengt aan Maria, begroet hij haar eerst
op zijn Romeinsch, doch daarna op zijn
Joodsch, als om haar gerust te stellen. Hij
Staat voor haar als een vreemdeling en zegt:
„Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum".
Die dubbele begroeting kunnen wij ons van
daag in Nederland heel goed voorstellen, wan
neer wij ons indenken, dat plotseling een
vreemdeling voor ons zou staar, in ons eigen
huis en ons eerst „officieel" begroette, maar
dan dadelijk op de vertrouwde landsmanier
„goeden dag" zou zeggen, als wilde hij ons doen
opmerken, dat zijm bezoek niets euvels be
duidt. Na het Romeinsche „Wees gegroet,
Maria" zegt de Engel dan ook het Joodsche
„De Heer zjj met u".
Opmerkelijk lijkt het ons, dat beide malen,
wanneer deze begroeting voorkomt in de Hei
lige Schriftuur, de omstandigheden zóó zijn,
dat een hooger geplaatste zich richt tot men-
schen uit het volk. De boer zegt tot zijn
maaiers, de engel des Heeren zegt tot Maria:
,De Heer zij met u". Zoo zegt het de priester
aan het altaar tot ons. Het is een vriendelijke,
neerbuigende, geruststellende groet, een teeken
van gemeenzaamheid.
De Engel brengt eerst den plechtigen groet:
„Ave", want Maria is de uitverkorene des
Heeren; daarna zegt hij vertrouwelijk „Domi
nus tecum", want Maria is een goed eenvoudig
meisje. De fijne psychologie van deze dubbele
begroeting verbindt de hiërarchie van den he
mel aan de vertrouwelijkheid van de aarde.
Door ons dien vertrouwelijken groet, die
toch zoo diepzinnig is, toe te voegen, sluit de
priester zich dus aan bij de volksgewoonte, in
het Oude Testament tot uitdrukking gebracht.
Het zou misschien spitsvondig zijn, hier diep
op in te gaan, maar toch treft het ons, dat
dit gebeurde op een korenakker bij Bethlehem,
welke plaatsnaam weer „Huis des Broods" be
teekent. Dit legt als het ware verband tusschen
de Heilige Eucharistie, de Geboorte des Hee
ren, en de Heilige Communie. Juist door ge
sproken te zijn bij den korenoogst, krijgt de
groet van Booz in de Mis als het ware een bij
zondere bij-beteekenis. De priester zegt: Gij,
die van buiten komt, waar de korenvelden zijn,
gij, die werkt in het zweet uws aanschjjns, de
Heer zij met u. Hier bij deze „blanke bloem
van korenaren", die uw offer is, begroet ik u,
zooals Booz de maaiers begroette. Maar hij
zegt ook, zooals de Engel tot Maria, een ver
trouwelijken groet, als wilde hij uitdrukken:
ik, de priester, sta hier, verheven voor het
altaar, in een hooge, geheimzinnige functie,
maar ik ben voor u geen vreemdeling, ik groet
u met den goeden volksgroet, die u het aller
beste toewenscht: De Heer zij met u.
Wij antwoorden; „En met uwen geest". Ook
dit is een groet uit de Heilige Schriftuur. Wij
lezen hem aan het slot van den brief van Sint
Paulus aan zijn leerling Timotheus: „De Heer
Jezus Christus zij met uwen geest."
Pastoor Beukering las daarin een begroeting,
die zich richtte tot den priesterlijken geest in
bet bijzonder. Over den priester is bij zijn
wijding op bijzondere wijze de Heilige Geest
uitgestort. Zijn geest is geheiligd. Hieraan her
innert hem de groet van de geloovigen. „Een
niet letterlijke, maar wel juiste vertaling van
„Et cum spiritu tuo" zou dan ook zijn: En
met u, geestelijke".
Zoo drukken groet en wedergroet in de Mis
liturgie niet alleen vage gevoelens van ver
bondenheid uit, maar ze stellen om zoo te zeg
gen de verhoudingen vast: de gemeenzaamheid
zo-owél als het onderscheid worden er in uit
gedrukt, de vertrouwelijkheid zoowel als de
eerbied komen erin toe hun recht.
Bovendien is deze wederzijdsche begroeting
tevens een gebed „pro invicem", van den een
vooi de anderen en van de anderen voor den
een.
De priester spreekt den veelomvattenden
wensch uit, dat God de Heer mét ons zal
zijn, ons dus niet zal verlaten, niet Zijne hand
van ons zal aftrekken, maar ons zal bijstaan.
Wij zijn menschen in de wereld. Maar de
priester aan het altaar wenscht ons toe, dat
in die wereld God ons niet alleen zal laten,
want dit is het verschrikkelijke lot van de ver
stokte zondaars, wier ziel gesloten is voor de
werking van de genade.
Wij antwoorden: „En met uwen geest". Ook
dit is een gebed. Wij spreken den wensch uit,
dat de geest van den priester niet verstrooid
worde door aardsche zaken, waar zijn roeping
hem boven verheft. Wij weten, wat zorgen zijn.
Wij weten, hoe de geest wordt afgetrokken
van de eeuwige dingen door wereldsche beslom
meringen. Daarom wenschen wij, uit onze er-
,,'s Lands wijs, 's lands eer" een spreuk uii oude lijden,
Maar schoon en immer nieuw in al haar wijze krach!,-
Een spreuk voor ihans, nu wij ons willen wijden
Aan onze laak: bezieling le verbreiden
Voor d' opbouw van ons land en van een nieuw geslachi.
,,'s Lands wijs, 's lands eer" zoo zegl men kori en krachlig
Dal al wal Neerlandsch is ook Neerlandsch blijven moei;
Op eigen wijs behoude men eendrachtig
De eer van '1 vaderland, opdal hel eenmaal machlig
Tol een nieuw leven koml, dal '1 al weer bloeien doel.
,,'s Lands wijs, 's lands eer" laai niel die eer vergooien
Door imiiaiiezuchi, door slaafsche kruiperij;
Laai onze krachl zich langer niel verstrooien,
Maar helpl ons oude land mei '1 nieuw gewaad le looien,
Een drachl, die Neerland pasi, een land, wéér jong en blij.
,,'s Lands wijs, 's lands eer" dal geldl op goede wijze,-
Banl daarom alles uil wal niel lol eere sireki,
En blijft sleeds Nederlandse!*! Slechts dan kuni ge bewijzen
Dal Neerland krachlig is, weer bloeiend kan herrijzen,
En dan, op eigen wijs, mei eere voorwaarts ireki.
HERMAN KRAMER
varing, den priester toe, dat de Heer met Zijn
geest zij en hem vervulle.
Wederzijds bidden wij voor elkander, dat wij,
de een aan het altaar, de anderen in de ge
meenschap, trouw mogen blijven aan onze hei
lige dienstbaarheid. Hij, Wiens aanwezigheid
wij elkander tbewenschen, is immers de Heer.
Zoo is het herhaaldelijk gehoorde „Dominus
vobiscum" een gebed vol schoonheid en een
groet vol warmte. Deze groet, uit het volks
leven van de Joden genomen, is nog niet ver
dwenen. Jozef Sebst verhaalt, dat tegenwoor
dig nog bij de Bedoeïnen de groet „De Heer
zij met u" wordt gebruikt. En een betere zegen-
wensch kan men elkander niet toevoegen, im
mers „indien de Heer met ons is, wie zal te
gen ons zijn?" De liturgische groet bidt ons de
kracht toe, die wij noodig hebben, want al
vermogen wij niets uit ons zelf, wy weten, dat
wy alles kunnen door den Heer, onzen God.
De vraag*, in hoeverre de tegenwoordige om
standigheden invloed hebben doen gelden op den
arbeid van den Rijksgebouwendienst, vormde
het onderwerp van een persgesprek, dat een
redacteur van het A.N.P. had met het hoofd
vangenoemden dienst, J. C. E. baron van Lyn-
den.
De Rijksgebouwendienst, zoo vertelde de
heer Van Lynden, had op den tienden Mei
bijzonder veel werk onder handen, alles bij
een aan nieuwbouw, verbouw en onderhoud
om iin 1940 te worden uitgevoerd voor onge
veer 12 millioen.
In de eerste plaats zij genoemd de automati
seering van het telefoonnet met de daaraan ver
bonden verbouwing en moderniseering van post
kantoren. Dit automatiseeringsplan, met de uit
voering waarvan een aantal jaren geleden werd
begonnen, omvat in het geheel niet minder dan
1200 nieuwe gebouwen, groote en klein te zamen,
waarvan thans ongeveer de helft, met inbegrip
van welhaast alle groote plaatsen, gereed is ge
komen.
In voorbereiding of uitvoering zijn op het
oogenblik 460 werken, welke uit deze automati
seering van het telefoonnet moeten worden in
gericht, wordt nagegaan of die gebouwen niet
tevens in andere opzichten voor modemiseering
in aanmerking komen. Het gevolg van dit on
derzoek is, dat een groot aantal postkantoren
door nieuwe moet worden vervangen of grondig
moet worden verbouwd.
De Rijksgebouwendienst, die als het ware als
architectenbureau voor alle P.T.T.-gebouwen op
treedt, mag onze posterijen als zijn grootste klant
beschouwen, want dit wijdvertakte staatsbedrijf
bezorgt hem jaarlijks voor eenige millioenen aan
opdrachten, in het loopende jaar zelfs voor vier
millioen, d.i. een derde van het totaal van alle
departementen over 1940.
Ook de belastinggebouwen des rijks maken een
belangrijk deel van de klandizie van den Rijks
gebouwendienst uit, omdat naast nieuwbouw in
vele plaatsen belastingkantoren moeten worden
gemoderniseerd, gemechaniseerd of uitgebreid.
Verder waakt de Rijksgebouwendienst over de
rijksuniversiteiten en hoogescholen, de justitie-
gebouwen, de gebouwen van den Rijkswaterstaat,
van de Marine, enz. Alleen voor het leger placht
de genie als bouwmeester op te treden. Ook alle
huur-aangelegenheden voor rijkskantoren enz.
verzorgt de Rijksgebouwendienst.
Intusschen hebben de gewijzigde omstandig
heden haar invloed ook op het werk van onzen
dienst gehad, zoo ging de heer Van Lynden
verder.
Vooreerst is het werk voor de Marinegebouwen
vrijwel tot stilstand gekomen.
Anderzijds is het,dank zij de medewerking
van den Regeeringscommissaris dr. ir. Ringers,
tot nog toe mogelijk gemaakt, nagenoeg alle
reeds onderhanden genomen werken voort te
zetten.
Hoe de situatie zal zijn voor het doen be
ginnen van nieuwe rijkswerken, zal voor een
groot deel afhangen van de mogelijkheid om
de benoodigde bouwmaterialen te verkrijgen.
Dr. Ringers heeft als Regeeringscommissaris
voor den Wederopbouw het laatste woord bij
de bepaling van de volgorde voor deze wer
ken. Met het oog op de werkverruiming is
het natuurlijk ge wenscht, zooveel mogelijk
nieuwe bouwwerken te ondernemen, doch
daarbij spelen, naast de tot beperking nopen
de materialenpositie, de beschikbare finan
ciën een niet te onderschatten rol.
Met vrij groote zekerheid kan evenwel
worden aangenomen, dat de automatiiscering
van het telefoonnet ten volle voortgang zal
hebben.
Op de vraag ht>e het voor de rijksgebouwen
gesteld is met de oorlogsschade, antwoordde de
heer Lynden, dat die schade niet gering is ge
weest. Men denke aan het verloren gaan van
een vrij groot aantal rijkseigendommen te Rot
terdam en aan de beschadiging van tallooze
P.T.T.-gebouwen in vele deelen des lands, het
verlies van het complex van het Oost-Indische
Huis te Middelburg, in welke stad ook andere
rijksgebouwen werden geteisterd. De ramp van
de Abdij is wel algemeen bekend. Wat deze
laatste betreft, reeds de eerste week na het
bombardement is een begin gemaakt met de
plannen tot herbouw en restauratie van dit
monument, dat wel een van de mooiste bouw
werken uit onze historie mag worden genoemd.
In verband hiermede is een speciaal bouw
bureau voor de Abdij te Middelburg opge
richt.
Overal, waar rijksgebouwen werden bescha
digd of vernield, is het herstel begonnen, of
waar de schade van minder ernstigen aarci
was reeds volbracht. Bij zwaarder getroffen
objecten, zooals het hoofdpostkantoor te Rot
terdam en het Huis van Bewaring in Den Haag,
wordt met volle kracht aan het herstel ge
werkt, terwijl in een aantal gevallen van to
tale vernietiging, zooals die van het kanton
gerechtsgebouw te Wageningen, plannen vdot
nieuwbouw onderhanden zijn.
Bij het herstel van schade wordt in vele
gevallen tevens, waar noodig, tot uitbrei
ding en verbetering van ruimte en inrich-
ting vOor de betrokken rijksdiensten over
gegaan. O.a. kwam hiervoor het gerechtsge
bouw te Rotterdam in aanmerking, waar
door aanbouw van een vleugel in de groote
behoefte aan ruimte wordt voorzien.
Belangwekkende ervaringen zijn op bouw
kundig gebied in de oorlogsdagen opgedaan.
Zoo is gebleken,, dat een gedeelte van de Abdij
voor de vernieling door brand gespaard is ge
bleven, dank zij de belegging der vloeren met
onbrandbaar materiaal. Voorts hebben lichtge-
construeerde.betonnen kappen, welke met leien
Of pannen waren afgedekt, diverse gebouwen
voor brand behoed, terwijl de bominslag zeer
nabij het nieuwe automatische telefoongebouw
in Den Helder de juistheid heeft aangetoond
van de daar toegepaste zware betonconstructie
met stalen luiken ter bescherming van de
raamopeningen.
De gewijzigde omstandigheden hebben even
eens grooten invloed gehad op het advies
bureau van den Rijksgebouwendienst, welk
bureau ten dienste staat van het departement
van Onderwijs bij alle bouw-, verbouw- en on
derhoudswerken ten behoeve van de gesub
sidieerde scholen voor voorbereidend hooger en
De toestand op de arbeidsmarkt in Zuid-
Oost-Drente is thans gunstiger dan in vele
jaren het geval was. Zooals bekend is, stond dit
gebied en met name de gemeente Err.men smds
1922 met het werkloozencijfer aan de spits, zulks
tengevolge van den noodtoestand in het veen-
bedrijf en de overbevolking. In' den winter wa
ren in de laatste jaren vrijwel nooit minder
dan 4000 gezinshoofden werkloos, des zomers
2 a 3000, welk cijfer evenwel sedert een oaar
jaren wat gunstiger werd, doordat eenige hon
derden arbeiders werk vonden in Duitsche
veenderij- en landbouwbedrijven.
Thans hebben de omstandigheden een
gunstigen ommekeer gebracht. Waren er
verleden jaar op 1 Augustus ruim 1900
menschen uit Emmen in de werkverschaf
fing geplaatst, thans zijn dat er slechts
600 en alleen arbeiders, die te oud zijn om
ver van huis werk te vinden of arbeiders,
wier gezinsomstandigheden dat niet toe
laten.
De hoofdoorzaak is niet gelegen in de uitzen
ding van arbeiders naar Duitschland, doch in
de groote bedrijvigheid in de veenderijen en het
succes der pogingen, om in den landbouw
meer loonarbeiders geplaatst te krijgen.
Is gewoonlijk om dezen tijd van het jaar in de
veenderij het werk reeds eenige weken grooten-
deels afgeloopen, thans wordt nog allerwegen
persturf gemaakt, op vele veenplaatsen met
dubbele ploegen. De behoefte aan turf is zoo
groot, dat tegen veel hoogere prijzen dan voor
heen alles wat droog was onmiddellijk verscheept
kon worden. In den loop der afgeloopen week
is het vervoerverbod afgekondigd als voorlooper
van distributie-maatregelen.
De meer vraag naar arbeidskrachten in
den landbouw vindt ten deele haar oorzaak
in de uitbreiding van de cultuur-opper
vlakte door ontginning, maar ook de in
tensieve landbouwproductie is van invloed,
vooral doordat van de zijde der gemeente
besturen druk op de landbouwers werd uit
geoefend om zooveel mogelijk loonarbeid te
laten verrichten.
Het aantal arbeiders in het vrije bedrijf is
tengevolge van den normalen jaarlykschen aan
was en de demobilisatie ongeveer 2500 grooter
dan verleden jaar. In Duitschland werken
evenwel slechts 275 arbeiders meer dan in 1939.
In totaal zijn thans uit de gemeente Emmen
1475 personen over de grens werkzaam, van wie
875 als zoogenaamde grensloopers (v. j. ruim
500) en 600 met huisvesting (v. j. 700). Over
het algemeen zijn deze menschen zeer tevreden
over loon, behandeling en voeding, zoodat de
uitzending vrijwel geen bezwaar ontmoet. Zelfs
gaan tal van arbeiders, die wegens de samen
stelling van hun gezin niet verplicht kunnen
worden, werk in Duitschland te aanvaarden,
toch daarheen, omdat er aanmerkelijk meer
verdiend kan worden dan in de werkverschaf
fing hier te lande.
Voor de gemeente Emmen en ook voor de
andere Z. O. Drentsche gemeenten geeft deze
gang van zaken een ware opluchting, niet al
leen wegens de aanzienlijke daling der over
heidsuitgaven, maar ook omdat er veel meer
geld in de gezinnen en dus in roulatie
komt.
middelbaar onderwijs en nijverheidsonderwijs
Van deze scholen zijn er verscheidene door oor
logshandelingen getroffen, zoodat het advies
bureau zijn diensten kon geven voor het her
stelwerk. De districtsbureaux van den Rijksge
bouwendienst hebben het noodige te doen niet
alleen met het normale verbouwings- en on
derhoudswerk en de exploitatie-verbeteringen
der rijksgebouwen, doch bovendien met het
herstellen van oorlogsschade.
Tenslotte heeft de Duitsche overheid overal
in den lande den Rijksgebouwendienst inge
schakeld by het huren en inrichten van bu
reaux en woningen voor de autoriteiten en
functionarissen der bezettende macht.
De Rijksgebouwendienst telt buiten den staf
van den rijksbouwmeester en den directeur van
onderhouds- en uitbreidingswerken ongeveer
500 man personeel, in hoofdzaak ingenieurs,
architecten, opzichters en teekenaars. Hun ar
beid is voornamelijk van leidenden en architec-
tonischen aard, daar de uitvoering der werken
met uitzondering van het kleine onderhouds
werk aan particuliere aannemers pleegt te
worden opgedragen,
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Land
bouw en Visscherij, deelt mede, dat
binnenkort op een nader aan te wijzen bon
van het algemeen distributiebonboekje per
hoofd van de bevolking een extra-rantsoen
suiker voor den inmaak beschikbaar zal wor
den gesteld.
In verband met het streven om de distributie
perioden voor de verschillende in distributie
gebrachte goederen zooveel mogelijk te doen
samenvallen, zal voorts de duur van de loopende
distributie met een week worden verlengd, het
geen dus beteekent, dat bon 66 in plaats van
tot 24 Augustus tot 31 Augustus geldig blijft en
eerst met ingang van laatstgenoemden datum
een nieuwe bon voor suiker zal worden aan
gewezen.
Aangezien men dus met het loopende
rantsoen vijf weken in plaats van vier we
ken zal moeten toekomen, is besloten, ter
compensatie hiervan het extra rantsoen voor
den inmaak te stellen op twee en een half
pond in plaats van, zooals aanvankelijk de
bedoeling was, op twee pond.
Het nummer van den bon, welke recht geeft
op het extra rantsoen, zal omstreeks 10 Augus
tus worden bekend gemaakt.
In de Vrijdag gehouden vergadering van de
Federatie van Vereenigingen van Nederlandsche
Lederfabrikanten is medegedeeld, dat de over
heid wenscht, dat de geheele lederbrancne van
huidenhandelaar tot en met schoenwinkelier in
één organisatie zal worden ondergebracht. Bin
nenkort zullen richtlijnen verschijnen.
In een eerder gehouden vergadering was in
principe besloten, het bindend besluit (leverings-
en betalingsvoorwaarden) vrijwillig voort te zet
ten en was medegedeeld, dat de overgroote meer
derheid der ongeorganiseerde lederfabrikanten
vrijwillig dit besluit wilde aanvaarden. Thans
werd bekend gemaakt, dat ook de lederimpor
teurs daartoe met algemeene stemmen hebben
besloten. De niet-aangesloten lederimporteurs
zijn eveneens vrijwillig daartoe overgegaan.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart, deelt het volgende mede:
Aangezien verschillende verbnxikers van petro
leum thans nog blijken te beschikken over be
langrijke voorraden petroleum, welke reeds voor
het inwerkingtreden der petroleumdistributie-
regeling op 17 Juni j.l. zijn ingeslagen, wordt
het noodzakelijk geacht, hierover nauwkeurige
gegevens te verkrijgen.
Ten einde dit te bereiken is bepaald, dat
verbruikers, die beschikken over een hoe
veelheid van meer dan 200 liter petroleum,
welke reeds vóór 17 Juni j.l. werd gekocht,
verplicht zijn, hiex-van vóór 15 Augustus
a.s. schriftelijk opgave te doen bij het Rijks
bureau voor Aardolieproducten, Zeestraat
100104 te 's-Gravenhage.
De opgave dient te vermelden de op den
datum van aangifte aanwezige hoeveelheid, uit
gedrukt in liters, alsme'de de plaats en de
wijze van opslag.
Tevens is bepaald, dat het verboden is,
de bovenbedoelde hoeveelheden petroleum
in voorraad te houden of te verbruiken zon
der daartoe verkregen schi'iftelijke vergun
ning van genoemd Rijksbureau.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat de
bovenomschreven verplichtingen niet gelden
voor hen, die in petroleum handelen en daar
van hun normaal bedrijf maken.
Het bericht, dat de betalingscontingenten voor
de Nederlandsche bloemen door Duitschland ver
viervoudigd zijn, hebben de Westlandsche en
Aalsmeersche bloemkweekers met groote vreugde
ontvangen, want het ging den laatsten tijd min
der goed met de Nederlandsche bloemisterij en
daarom was verruiming van den export zeer ge-
wenscht.
De voorzitter van den bond van Bloemenvei
lingen in Nederland, de heer P. Vis, deelde het
A.N.P. in een gesprek mede, dat de Nederland
sche bloemisterij de Duitsche autoriteiten dank
baar is voor deze uitbreiding van den import
van bloemen uit Nederland in het Groot-Duit-
sche rijk. Op het oogenblik gaan groote partijen
rozen naar Duitschland, hetgeen aan het prijs
peil reeds is te merken. Ook gaan wat kleinere
partijen anjers over de Oostgrens.
De heer Vis sprak de hoop uit, dat ook het
snijgroen, dat het Westland in enorme kwanta
voortbrengt en een uitstekend export-artikel is.
door Duitschland zal worden afgenomen en ver
wachtte binnenkort ook uitvoer van chrysanten
naar Duitschland.
Door Christus hebben wij
vertrouwen bij God.
Epistel
De Nijmeegsche noodbeurs zal op 12 en 13
Augustus in De Vereeniging worden gehouden.
Het secretariaat is gevestigd Spoorstraat 2a.
Het Zaterdag verschenen Verordeningenblad
bevat een verordening van den Rijkscommissa
ris voor het bezette Nederlandsche gebied ter
bestrijding van homosexualiteit bij mannen.
Bij besluit van den secretaris-generaal
van het departement van Sociale Zaken
betreffende de inenting tegen typhus en
paratyphus, dat Zaterdag in het Verorde
ningenblad is verschenen, is bepaald, dat
de Geneeskundige Inspecteur van de Volks
gezondheid kan bepalen, dat de bevolking
van een door hem aan te wijzen gemeente
in zijn ambtsgebied verplicht is, zich binnen
een door hem te bepalen termijn te doen
inenten tegen typhus en paratyphus (ty-
pheuze vorm en gastro-enteritische vorm).
De bevolking eener gemeente wordt geacht
te bestaan uit hen, die zijn opgenomen in het
bevolkingsregister der gemeente.
De Geneeskundig Inspecteur kan bepalen,
dat bovenbedoelde verplichting niet geldt ten
aanzien van hen, die in een door hem aan te
wijzen gedeelte der gemeente wonen en deze
verplichting eveneens geldt ten aanzien van
door hem aan te wijzen personen of groepen
van personen, die in de gemeente verblijven
en niet in het bevolkingsregister zyn opgeno
men.
De genoemde verplichting geldt niet:
1. voor personen, die op den dag der boven
bedoelde aanwijzing den leeftijd van zes jaren
niet hebben bereikt;
2. voor personen, die op grond van genees
kundige of godsdienstige motieven overwegen
de bezwaren tegen de inenting hebben;
3. voor personen, die in het bezit zyn van
een verklaring van een geneeskundige, waaruit
blijkt, dat zy binnen één jaar óór den dag der
aanwijzing, zijn ingeënt.
De Geneeskundige Inspecteur van de Volks
gezondheid doet van aanwijzingen als hiervoor
bedoeld terstond mededeeling aan den secre
taris-generaal van het departement van So
ciale Zaken en aan den burgemeester der aan
gewezen gemeente. Deze draagt onverwijld voor
publicatie in de gemeente op de meest doel
matige wijze zorg.
Vanwege de aangewezen gemeente wordt
zorg gedragen, dat zoo spoedig mogelijk be
schikbaar zijn:
1. een voldoende vooiTaad vaccin, de noodige
instrumenten en al hetgeen verder noodig is
voor het inenten;
2. een voldoend aantal geneeskundigen en
zoo noodig geschoold verplegend en administra
tief personeel;
3. localiteiten, waar de inenting kan plaats
vinden.
In de gemeente wordt gedurende den in den
aanhef bedoelden termijn dagelijks (behalve op
Zon- en feestdagen) gelegenheid tot kostelooze
inenting gegeven.
Met inachtneming van de artikelen 269,
273 en 287 der Gemeentewet kan van de
personen, die vanwege de gemeente zyn
ingeënt, met uitzondering van on- en min
vermogenden, een bijdrage in of vergoe
ding van de kosten van inenting worden
gevorderd. De invordering daarvan wordt
geregeld door een plaatselijke verordening
overeenkomstig de bepalingen van de ar
tikelen 291. 295 dier wet.
In de kosten, door de gemeente wegens het
bepaalde in dit artikel gemaakt, kan aan die
gemeente een bijdrage uit 's Rijks kas worden
verleend op den voet van het bepaalde in ar
tikel 20, lid 3, van de Besmettelijke-Ziektenwet.
Zoodra de inenting is voltooid, geeft Ce ge
neeskundige, die de inenting heeft veiTicht,
daarvan aan den betrokkene een schriftelijke
verklaring af. Deze verklaring kan geschieden
in den vorm van een aanteekening op de distri
butiestamkaart.
Mede wordt een schriftelijke verklaring af
gegeven aan hem, die tegenover een vanwege
de gemeente aangewezen geneeskundige voor
zichzelf of voor het kind, waarover hij de
ouderlijke macht of de voodij uitoefent, op
grond van geneeskundige of godsdienstige mo
tieven overwegende bezwaren tegen de inenting
inbrengt.
Hij, die na afloop van den in den aanhef
bedoelden termijn na daartoe door of vanwege
den burgemeester gedane vordering niet over
legt een te zijnen name of ten name van het
kind. waarover hij de ouderlijke macht of de
voogdij uitoefent, gestelde verklaring, als hier
boven bedoeld, wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten
hoogste 100 gulden. Niet strafbaar is hij, die
aantoont, dat hij binnen één jaar voor den
dag der aanwijzing is ingeënt of dat hij een
geldige reden van verhindering heeft.
Indien een minderjarige staat onder voogdij
van een vereeniging, stichting of instelling van
weldadigheid, geldt het in dit artikel bepaalde
voor de bestuurders van die vereeniging, stich
ting of instelling.
De hier strafbaar gestelde feiten worden be
schouwd als overtredingen.
Dit besluit is in werking getreden 3 Augus
tus 1940.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Landbouw en Vis-
schery, maakt bekend, dat gedurende het tijdvak
van 5 Augustus tot en met J1 Augustus a.s. de
met „91" tot en met „100" genummerde bonnen
van het broodbonboekje recht geven op het koo-
pen van 2500 gram roggebrood of 2000 gram
ander brood. Elk der enkele bonnen geeft der
halve recht op het koopen van 125 gram rogge
brood of 100 gram ander brood.
De bonnen, welke 11 Augustus nog niet ge
bruikt zijn, blijven voorts nog lot en met 15
Augustus geldig.