Dominus Vobiscum 'S LANDS WIJS, 'S LANDS EER Opdrachten voor 12 millioen Alleen reeds bij den Rijksgebouwendienst Veenderijen produceeren Extra-suiker voor den inmaak Inenting tegen typhus en paratyphus ZONDAG 4 AUGUSTUS 1940 V- Belangwekkende ervaringen met bouwconstructies bij oorlogsgeweld Invloed der omstandigheden Belangwekkende ervaringen Weinig werkloosheid in Zuid- Oost'Drente Grooter vraag naar arbeiders Twee-en-een-half pond LEDERBRANGHE IN ééN ORGANISATIE Richtlijnen zullen binnenkort verschijnen PETROLEUM- VOORRADEN Indien grooter dan 200 liter, dienen zij te worden aangegeven DE VERRUIMING VAN DEN BLOEMEN-EXPORT Vreugde in Aalsmeer en het Westland Nijmeegsche noodbeurs Bestrijding van ontucht Inspecteur van de V olksgezond- heid kan haar verplichtend voorschrijven Bijdrage in de kosten BROODBONNEN VOOR DEZE WEEK Het Augustus-nummer van liet Sint Ber nard us-Tijdschrift, uitgave der Paters Bernar- dijnen van het klooster Mariënkroon te Nieuw- kuyk in Noord Brabant, bevat een opwekken de liturgische beschouwing over twee woorden, die wij in de kerk herhaaldelijk hooren, zoo dat ieder katholiek ze van buiten kent, en zelfs kinderen, die een pastoor willen nadoen, ze op de lippen nemen, maar wier algemeene be kendheid (zooals het dikwijls gebeurt) de die pere beteekenis voor ons christelijk bewustzijn als het ware heeft afgesleten. Het zijn de Woorden van den priester: Dominus Vobiscum (De Heer zij met u), waarop de verzamelde parochie, bij monde van den misdienaar, ant woordt „Et cum spiritu tuo" (En met uwen geest). Precies geteld komt deze wederzijdsche be groeting van priester en geloovigen zeven maal voor in de liturgie van de Mis en dit is al dadelijk merkwaardig, want het getal zeven beteekent in de symboliek van de kerkelijke plechtigheden gewoonlijk de volmaaktheid of de volledigheid. Zooals er zeven Sacramenten bestaan en zeven gaven des Heiligen Geestes, zeven hoofddeugden en zeven hoofdzonden, waarbfj telkens het zevental de compleetheid van het leven samenvat, zoo zijn ook deze be groetingen, die op bepaalde plaatsen de li turgische gebeden onderbreken, de uitdrukking eener volledigheid. Ze vatten het wederzijdsche aandeel van priester en geloovigen aan het liturgische Misoffer samen. Ze drukken uit, dat hetgeen aan het altaar gebeurt, niet de in- öividueele verrichting is van een man, naar wiens gebaren wij komen kijken en naar wiens woorden wij komen luisteren, doch dat er eer handeling plaats vindt, waaraan de gemeen schap in haar geheel het hare bijdraagt. Deu groet van den priester zou men dus een soli- dariteits-verklaring kunnen noemen; een tee- ken. dat er iets gemeenzaam is tusschen hem en de kerkgangers. Men groet zijn bekenden, doch men groet ze slechts bij bepaalde gelegenheden. De groet is een teeken van gemeenzaamheid en tegelijk van distantie. Men groet bij scheiden en ont moeten. Zoo drukt de priester dus tevens uit dat hij aan het altaar, innig verbonden in ge bed en offer met de geloovigen, toch van de geloovigen is afgezonderd. Hij alleen fungeert als bedienaar van het mysterie der Mis, hij Is eenzaam in deze machtsuitoefening, doch Zijn eenzaamheid is eene repraesentatieve: ze vertegenwoordigt ons allen, en de priester be groet dan ook niet de gemeente, in het enkel voud, maar alle aanwezigen, in het meervoud Hij zegt niet „Dominus tecum", doch „Domi nus vobiscum". Hij staat daar eenzaam in zijn priestermacht, namens ons allen tezamen, maar in die gezamenlijkheid telt ieder van ons mee. Er is niemand, die niet meetelt. Zijn groet richt ziqh dan ook tot de gemeente als een samengesteld lichaam, niet tot de ge meente als een enkelvoudig ding. De woorden, die de priester spreekt, wan neer hij ons begroet, komen overeen met een ouden volksgroet, dien wij uit den Bijbel kennen. In het tweede hoofdstuk van het boek Ruth (of Rut) wordt verhaald, hoe de hoofdpersoon Rut besluit, naar het veld te gaan, waar de maaiers bezig zijn, het koren weg te halen. Bij dit werk blijven altijd aren achter en daar om zal Rut achter de maaiers aangaan om deze achtergebleven aren voor hen bij elkaar te zoeken. Zij heeft daar een bedoeling mee. Zij hoopt, dat een van de maaiers haar zal opmerken. Immers zij is een jonge weduwe, en arm. Als ze nu bij de maaiers gaat werken, Zal er misschien een zijn, die haar bekoorlijk vindt. Het gebeurt in de buurt van Bethlehem, Op een korenveld, dat eigendom is van een rij ken boer, genaamd Booz, uit het geslacht van Elimelek. Terwijl de maaiers volop aan het Werk zijn, en Rut achter hen aangaat, gebukt haar den grond om aren te verzamelen, komt deze Booz (met wien ze later trouwen zal) haar het veld en hij ziet daar zijn maaiers be zig. Hij zegt hun „goeden dag" op de manier, w-aarop dat in Palestina gebeurde. Hij zegt hamelijk „De Heer zij met u!" Dominus Vobiscum en de maaiers groeten hem terug: „De Heer zegene u" Benedicat tibi Domi nus. Deze groet was gewoon. Later, als de scep ter aan Juda ontnomen is, tijdens de Romein- sche heerschappij, maakt die oude Joodsche groet weliswaar plaats voor het Romeinsche „Ave", doch als de Engel Gabriël zijn bood schap brengt aan Maria, begroet hij haar eerst op zijn Romeinsch, doch daarna op zijn Joodsch, als om haar gerust te stellen. Hij Staat voor haar als een vreemdeling en zegt: „Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum". Die dubbele begroeting kunnen wij ons van daag in Nederland heel goed voorstellen, wan neer wij ons indenken, dat plotseling een vreemdeling voor ons zou staar, in ons eigen huis en ons eerst „officieel" begroette, maar dan dadelijk op de vertrouwde landsmanier „goeden dag" zou zeggen, als wilde hij ons doen opmerken, dat zijm bezoek niets euvels be duidt. Na het Romeinsche „Wees gegroet, Maria" zegt de Engel dan ook het Joodsche „De Heer zjj met u". Opmerkelijk lijkt het ons, dat beide malen, wanneer deze begroeting voorkomt in de Hei lige Schriftuur, de omstandigheden zóó zijn, dat een hooger geplaatste zich richt tot men- schen uit het volk. De boer zegt tot zijn maaiers, de engel des Heeren zegt tot Maria: ,De Heer zij met u". Zoo zegt het de priester aan het altaar tot ons. Het is een vriendelijke, neerbuigende, geruststellende groet, een teeken van gemeenzaamheid. De Engel brengt eerst den plechtigen groet: „Ave", want Maria is de uitverkorene des Heeren; daarna zegt hij vertrouwelijk „Domi nus tecum", want Maria is een goed eenvoudig meisje. De fijne psychologie van deze dubbele begroeting verbindt de hiërarchie van den he mel aan de vertrouwelijkheid van de aarde. Door ons dien vertrouwelijken groet, die toch zoo diepzinnig is, toe te voegen, sluit de priester zich dus aan bij de volksgewoonte, in het Oude Testament tot uitdrukking gebracht. Het zou misschien spitsvondig zijn, hier diep op in te gaan, maar toch treft het ons, dat dit gebeurde op een korenakker bij Bethlehem, welke plaatsnaam weer „Huis des Broods" be teekent. Dit legt als het ware verband tusschen de Heilige Eucharistie, de Geboorte des Hee ren, en de Heilige Communie. Juist door ge sproken te zijn bij den korenoogst, krijgt de groet van Booz in de Mis als het ware een bij zondere bij-beteekenis. De priester zegt: Gij, die van buiten komt, waar de korenvelden zijn, gij, die werkt in het zweet uws aanschjjns, de Heer zij met u. Hier bij deze „blanke bloem van korenaren", die uw offer is, begroet ik u, zooals Booz de maaiers begroette. Maar hij zegt ook, zooals de Engel tot Maria, een ver trouwelijken groet, als wilde hij uitdrukken: ik, de priester, sta hier, verheven voor het altaar, in een hooge, geheimzinnige functie, maar ik ben voor u geen vreemdeling, ik groet u met den goeden volksgroet, die u het aller beste toewenscht: De Heer zij met u. Wij antwoorden; „En met uwen geest". Ook dit is een groet uit de Heilige Schriftuur. Wij lezen hem aan het slot van den brief van Sint Paulus aan zijn leerling Timotheus: „De Heer Jezus Christus zij met uwen geest." Pastoor Beukering las daarin een begroeting, die zich richtte tot den priesterlijken geest in bet bijzonder. Over den priester is bij zijn wijding op bijzondere wijze de Heilige Geest uitgestort. Zijn geest is geheiligd. Hieraan her innert hem de groet van de geloovigen. „Een niet letterlijke, maar wel juiste vertaling van „Et cum spiritu tuo" zou dan ook zijn: En met u, geestelijke". Zoo drukken groet en wedergroet in de Mis liturgie niet alleen vage gevoelens van ver bondenheid uit, maar ze stellen om zoo te zeg gen de verhoudingen vast: de gemeenzaamheid zo-owél als het onderscheid worden er in uit gedrukt, de vertrouwelijkheid zoowel als de eerbied komen erin toe hun recht. Bovendien is deze wederzijdsche begroeting tevens een gebed „pro invicem", van den een vooi de anderen en van de anderen voor den een. De priester spreekt den veelomvattenden wensch uit, dat God de Heer mét ons zal zijn, ons dus niet zal verlaten, niet Zijne hand van ons zal aftrekken, maar ons zal bijstaan. Wij zijn menschen in de wereld. Maar de priester aan het altaar wenscht ons toe, dat in die wereld God ons niet alleen zal laten, want dit is het verschrikkelijke lot van de ver stokte zondaars, wier ziel gesloten is voor de werking van de genade. Wij antwoorden: „En met uwen geest". Ook dit is een gebed. Wij spreken den wensch uit, dat de geest van den priester niet verstrooid worde door aardsche zaken, waar zijn roeping hem boven verheft. Wij weten, wat zorgen zijn. Wij weten, hoe de geest wordt afgetrokken van de eeuwige dingen door wereldsche beslom meringen. Daarom wenschen wij, uit onze er- ,,'s Lands wijs, 's lands eer" een spreuk uii oude lijden, Maar schoon en immer nieuw in al haar wijze krach!,- Een spreuk voor ihans, nu wij ons willen wijden Aan onze laak: bezieling le verbreiden Voor d' opbouw van ons land en van een nieuw geslachi. ,,'s Lands wijs, 's lands eer" zoo zegl men kori en krachlig Dal al wal Neerlandsch is ook Neerlandsch blijven moei; Op eigen wijs behoude men eendrachtig De eer van '1 vaderland, opdal hel eenmaal machlig Tol een nieuw leven koml, dal '1 al weer bloeien doel. ,,'s Lands wijs, 's lands eer" laai niel die eer vergooien Door imiiaiiezuchi, door slaafsche kruiperij; Laai onze krachl zich langer niel verstrooien, Maar helpl ons oude land mei '1 nieuw gewaad le looien, Een drachl, die Neerland pasi, een land, wéér jong en blij. ,,'s Lands wijs, 's lands eer" dal geldl op goede wijze,- Banl daarom alles uil wal niel lol eere sireki, En blijft sleeds Nederlandse!*! Slechts dan kuni ge bewijzen Dal Neerland krachlig is, weer bloeiend kan herrijzen, En dan, op eigen wijs, mei eere voorwaarts ireki. HERMAN KRAMER varing, den priester toe, dat de Heer met Zijn geest zij en hem vervulle. Wederzijds bidden wij voor elkander, dat wij, de een aan het altaar, de anderen in de ge meenschap, trouw mogen blijven aan onze hei lige dienstbaarheid. Hij, Wiens aanwezigheid wij elkander tbewenschen, is immers de Heer. Zoo is het herhaaldelijk gehoorde „Dominus vobiscum" een gebed vol schoonheid en een groet vol warmte. Deze groet, uit het volks leven van de Joden genomen, is nog niet ver dwenen. Jozef Sebst verhaalt, dat tegenwoor dig nog bij de Bedoeïnen de groet „De Heer zij met u" wordt gebruikt. En een betere zegen- wensch kan men elkander niet toevoegen, im mers „indien de Heer met ons is, wie zal te gen ons zijn?" De liturgische groet bidt ons de kracht toe, die wij noodig hebben, want al vermogen wij niets uit ons zelf, wy weten, dat wy alles kunnen door den Heer, onzen God. De vraag*, in hoeverre de tegenwoordige om standigheden invloed hebben doen gelden op den arbeid van den Rijksgebouwendienst, vormde het onderwerp van een persgesprek, dat een redacteur van het A.N.P. had met het hoofd vangenoemden dienst, J. C. E. baron van Lyn- den. De Rijksgebouwendienst, zoo vertelde de heer Van Lynden, had op den tienden Mei bijzonder veel werk onder handen, alles bij een aan nieuwbouw, verbouw en onderhoud om iin 1940 te worden uitgevoerd voor onge veer 12 millioen. In de eerste plaats zij genoemd de automati seering van het telefoonnet met de daaraan ver bonden verbouwing en moderniseering van post kantoren. Dit automatiseeringsplan, met de uit voering waarvan een aantal jaren geleden werd begonnen, omvat in het geheel niet minder dan 1200 nieuwe gebouwen, groote en klein te zamen, waarvan thans ongeveer de helft, met inbegrip van welhaast alle groote plaatsen, gereed is ge komen. In voorbereiding of uitvoering zijn op het oogenblik 460 werken, welke uit deze automati seering van het telefoonnet moeten worden in gericht, wordt nagegaan of die gebouwen niet tevens in andere opzichten voor modemiseering in aanmerking komen. Het gevolg van dit on derzoek is, dat een groot aantal postkantoren door nieuwe moet worden vervangen of grondig moet worden verbouwd. De Rijksgebouwendienst, die als het ware als architectenbureau voor alle P.T.T.-gebouwen op treedt, mag onze posterijen als zijn grootste klant beschouwen, want dit wijdvertakte staatsbedrijf bezorgt hem jaarlijks voor eenige millioenen aan opdrachten, in het loopende jaar zelfs voor vier millioen, d.i. een derde van het totaal van alle departementen over 1940. Ook de belastinggebouwen des rijks maken een belangrijk deel van de klandizie van den Rijks gebouwendienst uit, omdat naast nieuwbouw in vele plaatsen belastingkantoren moeten worden gemoderniseerd, gemechaniseerd of uitgebreid. Verder waakt de Rijksgebouwendienst over de rijksuniversiteiten en hoogescholen, de justitie- gebouwen, de gebouwen van den Rijkswaterstaat, van de Marine, enz. Alleen voor het leger placht de genie als bouwmeester op te treden. Ook alle huur-aangelegenheden voor rijkskantoren enz. verzorgt de Rijksgebouwendienst. Intusschen hebben de gewijzigde omstandig heden haar invloed ook op het werk van onzen dienst gehad, zoo ging de heer Van Lynden verder. Vooreerst is het werk voor de Marinegebouwen vrijwel tot stilstand gekomen. Anderzijds is het,dank zij de medewerking van den Regeeringscommissaris dr. ir. Ringers, tot nog toe mogelijk gemaakt, nagenoeg alle reeds onderhanden genomen werken voort te zetten. Hoe de situatie zal zijn voor het doen be ginnen van nieuwe rijkswerken, zal voor een groot deel afhangen van de mogelijkheid om de benoodigde bouwmaterialen te verkrijgen. Dr. Ringers heeft als Regeeringscommissaris voor den Wederopbouw het laatste woord bij de bepaling van de volgorde voor deze wer ken. Met het oog op de werkverruiming is het natuurlijk ge wenscht, zooveel mogelijk nieuwe bouwwerken te ondernemen, doch daarbij spelen, naast de tot beperking nopen de materialenpositie, de beschikbare finan ciën een niet te onderschatten rol. Met vrij groote zekerheid kan evenwel worden aangenomen, dat de automatiiscering van het telefoonnet ten volle voortgang zal hebben. Op de vraag ht>e het voor de rijksgebouwen gesteld is met de oorlogsschade, antwoordde de heer Lynden, dat die schade niet gering is ge weest. Men denke aan het verloren gaan van een vrij groot aantal rijkseigendommen te Rot terdam en aan de beschadiging van tallooze P.T.T.-gebouwen in vele deelen des lands, het verlies van het complex van het Oost-Indische Huis te Middelburg, in welke stad ook andere rijksgebouwen werden geteisterd. De ramp van de Abdij is wel algemeen bekend. Wat deze laatste betreft, reeds de eerste week na het bombardement is een begin gemaakt met de plannen tot herbouw en restauratie van dit monument, dat wel een van de mooiste bouw werken uit onze historie mag worden genoemd. In verband hiermede is een speciaal bouw bureau voor de Abdij te Middelburg opge richt. Overal, waar rijksgebouwen werden bescha digd of vernield, is het herstel begonnen, of waar de schade van minder ernstigen aarci was reeds volbracht. Bij zwaarder getroffen objecten, zooals het hoofdpostkantoor te Rot terdam en het Huis van Bewaring in Den Haag, wordt met volle kracht aan het herstel ge werkt, terwijl in een aantal gevallen van to tale vernietiging, zooals die van het kanton gerechtsgebouw te Wageningen, plannen vdot nieuwbouw onderhanden zijn. Bij het herstel van schade wordt in vele gevallen tevens, waar noodig, tot uitbrei ding en verbetering van ruimte en inrich- ting vOor de betrokken rijksdiensten over gegaan. O.a. kwam hiervoor het gerechtsge bouw te Rotterdam in aanmerking, waar door aanbouw van een vleugel in de groote behoefte aan ruimte wordt voorzien. Belangwekkende ervaringen zijn op bouw kundig gebied in de oorlogsdagen opgedaan. Zoo is gebleken,, dat een gedeelte van de Abdij voor de vernieling door brand gespaard is ge bleven, dank zij de belegging der vloeren met onbrandbaar materiaal. Voorts hebben lichtge- construeerde.betonnen kappen, welke met leien Of pannen waren afgedekt, diverse gebouwen voor brand behoed, terwijl de bominslag zeer nabij het nieuwe automatische telefoongebouw in Den Helder de juistheid heeft aangetoond van de daar toegepaste zware betonconstructie met stalen luiken ter bescherming van de raamopeningen. De gewijzigde omstandigheden hebben even eens grooten invloed gehad op het advies bureau van den Rijksgebouwendienst, welk bureau ten dienste staat van het departement van Onderwijs bij alle bouw-, verbouw- en on derhoudswerken ten behoeve van de gesub sidieerde scholen voor voorbereidend hooger en De toestand op de arbeidsmarkt in Zuid- Oost-Drente is thans gunstiger dan in vele jaren het geval was. Zooals bekend is, stond dit gebied en met name de gemeente Err.men smds 1922 met het werkloozencijfer aan de spits, zulks tengevolge van den noodtoestand in het veen- bedrijf en de overbevolking. In' den winter wa ren in de laatste jaren vrijwel nooit minder dan 4000 gezinshoofden werkloos, des zomers 2 a 3000, welk cijfer evenwel sedert een oaar jaren wat gunstiger werd, doordat eenige hon derden arbeiders werk vonden in Duitsche veenderij- en landbouwbedrijven. Thans hebben de omstandigheden een gunstigen ommekeer gebracht. Waren er verleden jaar op 1 Augustus ruim 1900 menschen uit Emmen in de werkverschaf fing geplaatst, thans zijn dat er slechts 600 en alleen arbeiders, die te oud zijn om ver van huis werk te vinden of arbeiders, wier gezinsomstandigheden dat niet toe laten. De hoofdoorzaak is niet gelegen in de uitzen ding van arbeiders naar Duitschland, doch in de groote bedrijvigheid in de veenderijen en het succes der pogingen, om in den landbouw meer loonarbeiders geplaatst te krijgen. Is gewoonlijk om dezen tijd van het jaar in de veenderij het werk reeds eenige weken grooten- deels afgeloopen, thans wordt nog allerwegen persturf gemaakt, op vele veenplaatsen met dubbele ploegen. De behoefte aan turf is zoo groot, dat tegen veel hoogere prijzen dan voor heen alles wat droog was onmiddellijk verscheept kon worden. In den loop der afgeloopen week is het vervoerverbod afgekondigd als voorlooper van distributie-maatregelen. De meer vraag naar arbeidskrachten in den landbouw vindt ten deele haar oorzaak in de uitbreiding van de cultuur-opper vlakte door ontginning, maar ook de in tensieve landbouwproductie is van invloed, vooral doordat van de zijde der gemeente besturen druk op de landbouwers werd uit geoefend om zooveel mogelijk loonarbeid te laten verrichten. Het aantal arbeiders in het vrije bedrijf is tengevolge van den normalen jaarlykschen aan was en de demobilisatie ongeveer 2500 grooter dan verleden jaar. In Duitschland werken evenwel slechts 275 arbeiders meer dan in 1939. In totaal zijn thans uit de gemeente Emmen 1475 personen over de grens werkzaam, van wie 875 als zoogenaamde grensloopers (v. j. ruim 500) en 600 met huisvesting (v. j. 700). Over het algemeen zijn deze menschen zeer tevreden over loon, behandeling en voeding, zoodat de uitzending vrijwel geen bezwaar ontmoet. Zelfs gaan tal van arbeiders, die wegens de samen stelling van hun gezin niet verplicht kunnen worden, werk in Duitschland te aanvaarden, toch daarheen, omdat er aanmerkelijk meer verdiend kan worden dan in de werkverschaf fing hier te lande. Voor de gemeente Emmen en ook voor de andere Z. O. Drentsche gemeenten geeft deze gang van zaken een ware opluchting, niet al leen wegens de aanzienlijke daling der over heidsuitgaven, maar ook omdat er veel meer geld in de gezinnen en dus in roulatie komt. middelbaar onderwijs en nijverheidsonderwijs Van deze scholen zijn er verscheidene door oor logshandelingen getroffen, zoodat het advies bureau zijn diensten kon geven voor het her stelwerk. De districtsbureaux van den Rijksge bouwendienst hebben het noodige te doen niet alleen met het normale verbouwings- en on derhoudswerk en de exploitatie-verbeteringen der rijksgebouwen, doch bovendien met het herstellen van oorlogsschade. Tenslotte heeft de Duitsche overheid overal in den lande den Rijksgebouwendienst inge schakeld by het huren en inrichten van bu reaux en woningen voor de autoriteiten en functionarissen der bezettende macht. De Rijksgebouwendienst telt buiten den staf van den rijksbouwmeester en den directeur van onderhouds- en uitbreidingswerken ongeveer 500 man personeel, in hoofdzaak ingenieurs, architecten, opzichters en teekenaars. Hun ar beid is voornamelijk van leidenden en architec- tonischen aard, daar de uitvoering der werken met uitzondering van het kleine onderhouds werk aan particuliere aannemers pleegt te worden opgedragen, De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Land bouw en Visscherij, deelt mede, dat binnenkort op een nader aan te wijzen bon van het algemeen distributiebonboekje per hoofd van de bevolking een extra-rantsoen suiker voor den inmaak beschikbaar zal wor den gesteld. In verband met het streven om de distributie perioden voor de verschillende in distributie gebrachte goederen zooveel mogelijk te doen samenvallen, zal voorts de duur van de loopende distributie met een week worden verlengd, het geen dus beteekent, dat bon 66 in plaats van tot 24 Augustus tot 31 Augustus geldig blijft en eerst met ingang van laatstgenoemden datum een nieuwe bon voor suiker zal worden aan gewezen. Aangezien men dus met het loopende rantsoen vijf weken in plaats van vier we ken zal moeten toekomen, is besloten, ter compensatie hiervan het extra rantsoen voor den inmaak te stellen op twee en een half pond in plaats van, zooals aanvankelijk de bedoeling was, op twee pond. Het nummer van den bon, welke recht geeft op het extra rantsoen, zal omstreeks 10 Augus tus worden bekend gemaakt. In de Vrijdag gehouden vergadering van de Federatie van Vereenigingen van Nederlandsche Lederfabrikanten is medegedeeld, dat de over heid wenscht, dat de geheele lederbrancne van huidenhandelaar tot en met schoenwinkelier in één organisatie zal worden ondergebracht. Bin nenkort zullen richtlijnen verschijnen. In een eerder gehouden vergadering was in principe besloten, het bindend besluit (leverings- en betalingsvoorwaarden) vrijwillig voort te zet ten en was medegedeeld, dat de overgroote meer derheid der ongeorganiseerde lederfabrikanten vrijwillig dit besluit wilde aanvaarden. Thans werd bekend gemaakt, dat ook de lederimpor teurs daartoe met algemeene stemmen hebben besloten. De niet-aangesloten lederimporteurs zijn eveneens vrijwillig daartoe overgegaan. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, deelt het volgende mede: Aangezien verschillende verbnxikers van petro leum thans nog blijken te beschikken over be langrijke voorraden petroleum, welke reeds voor het inwerkingtreden der petroleumdistributie- regeling op 17 Juni j.l. zijn ingeslagen, wordt het noodzakelijk geacht, hierover nauwkeurige gegevens te verkrijgen. Ten einde dit te bereiken is bepaald, dat verbruikers, die beschikken over een hoe veelheid van meer dan 200 liter petroleum, welke reeds vóór 17 Juni j.l. werd gekocht, verplicht zijn, hiex-van vóór 15 Augustus a.s. schriftelijk opgave te doen bij het Rijks bureau voor Aardolieproducten, Zeestraat 100104 te 's-Gravenhage. De opgave dient te vermelden de op den datum van aangifte aanwezige hoeveelheid, uit gedrukt in liters, alsme'de de plaats en de wijze van opslag. Tevens is bepaald, dat het verboden is, de bovenbedoelde hoeveelheden petroleum in voorraad te houden of te verbruiken zon der daartoe verkregen schi'iftelijke vergun ning van genoemd Rijksbureau. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de bovenomschreven verplichtingen niet gelden voor hen, die in petroleum handelen en daar van hun normaal bedrijf maken. Het bericht, dat de betalingscontingenten voor de Nederlandsche bloemen door Duitschland ver viervoudigd zijn, hebben de Westlandsche en Aalsmeersche bloemkweekers met groote vreugde ontvangen, want het ging den laatsten tijd min der goed met de Nederlandsche bloemisterij en daarom was verruiming van den export zeer ge- wenscht. De voorzitter van den bond van Bloemenvei lingen in Nederland, de heer P. Vis, deelde het A.N.P. in een gesprek mede, dat de Nederland sche bloemisterij de Duitsche autoriteiten dank baar is voor deze uitbreiding van den import van bloemen uit Nederland in het Groot-Duit- sche rijk. Op het oogenblik gaan groote partijen rozen naar Duitschland, hetgeen aan het prijs peil reeds is te merken. Ook gaan wat kleinere partijen anjers over de Oostgrens. De heer Vis sprak de hoop uit, dat ook het snijgroen, dat het Westland in enorme kwanta voortbrengt en een uitstekend export-artikel is. door Duitschland zal worden afgenomen en ver wachtte binnenkort ook uitvoer van chrysanten naar Duitschland. Door Christus hebben wij vertrouwen bij God. Epistel De Nijmeegsche noodbeurs zal op 12 en 13 Augustus in De Vereeniging worden gehouden. Het secretariaat is gevestigd Spoorstraat 2a. Het Zaterdag verschenen Verordeningenblad bevat een verordening van den Rijkscommissa ris voor het bezette Nederlandsche gebied ter bestrijding van homosexualiteit bij mannen. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken betreffende de inenting tegen typhus en paratyphus, dat Zaterdag in het Verorde ningenblad is verschenen, is bepaald, dat de Geneeskundige Inspecteur van de Volks gezondheid kan bepalen, dat de bevolking van een door hem aan te wijzen gemeente in zijn ambtsgebied verplicht is, zich binnen een door hem te bepalen termijn te doen inenten tegen typhus en paratyphus (ty- pheuze vorm en gastro-enteritische vorm). De bevolking eener gemeente wordt geacht te bestaan uit hen, die zijn opgenomen in het bevolkingsregister der gemeente. De Geneeskundig Inspecteur kan bepalen, dat bovenbedoelde verplichting niet geldt ten aanzien van hen, die in een door hem aan te wijzen gedeelte der gemeente wonen en deze verplichting eveneens geldt ten aanzien van door hem aan te wijzen personen of groepen van personen, die in de gemeente verblijven en niet in het bevolkingsregister zyn opgeno men. De genoemde verplichting geldt niet: 1. voor personen, die op den dag der boven bedoelde aanwijzing den leeftijd van zes jaren niet hebben bereikt; 2. voor personen, die op grond van genees kundige of godsdienstige motieven overwegen de bezwaren tegen de inenting hebben; 3. voor personen, die in het bezit zyn van een verklaring van een geneeskundige, waaruit blijkt, dat zy binnen één jaar óór den dag der aanwijzing, zijn ingeënt. De Geneeskundige Inspecteur van de Volks gezondheid doet van aanwijzingen als hiervoor bedoeld terstond mededeeling aan den secre taris-generaal van het departement van So ciale Zaken en aan den burgemeester der aan gewezen gemeente. Deze draagt onverwijld voor publicatie in de gemeente op de meest doel matige wijze zorg. Vanwege de aangewezen gemeente wordt zorg gedragen, dat zoo spoedig mogelijk be schikbaar zijn: 1. een voldoende vooiTaad vaccin, de noodige instrumenten en al hetgeen verder noodig is voor het inenten; 2. een voldoend aantal geneeskundigen en zoo noodig geschoold verplegend en administra tief personeel; 3. localiteiten, waar de inenting kan plaats vinden. In de gemeente wordt gedurende den in den aanhef bedoelden termijn dagelijks (behalve op Zon- en feestdagen) gelegenheid tot kostelooze inenting gegeven. Met inachtneming van de artikelen 269, 273 en 287 der Gemeentewet kan van de personen, die vanwege de gemeente zyn ingeënt, met uitzondering van on- en min vermogenden, een bijdrage in of vergoe ding van de kosten van inenting worden gevorderd. De invordering daarvan wordt geregeld door een plaatselijke verordening overeenkomstig de bepalingen van de ar tikelen 291. 295 dier wet. In de kosten, door de gemeente wegens het bepaalde in dit artikel gemaakt, kan aan die gemeente een bijdrage uit 's Rijks kas worden verleend op den voet van het bepaalde in ar tikel 20, lid 3, van de Besmettelijke-Ziektenwet. Zoodra de inenting is voltooid, geeft Ce ge neeskundige, die de inenting heeft veiTicht, daarvan aan den betrokkene een schriftelijke verklaring af. Deze verklaring kan geschieden in den vorm van een aanteekening op de distri butiestamkaart. Mede wordt een schriftelijke verklaring af gegeven aan hem, die tegenover een vanwege de gemeente aangewezen geneeskundige voor zichzelf of voor het kind, waarover hij de ouderlijke macht of de voodij uitoefent, op grond van geneeskundige of godsdienstige mo tieven overwegende bezwaren tegen de inenting inbrengt. Hij, die na afloop van den in den aanhef bedoelden termijn na daartoe door of vanwege den burgemeester gedane vordering niet over legt een te zijnen name of ten name van het kind. waarover hij de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent, gestelde verklaring, als hier boven bedoeld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste 100 gulden. Niet strafbaar is hij, die aantoont, dat hij binnen één jaar voor den dag der aanwijzing is ingeënt of dat hij een geldige reden van verhindering heeft. Indien een minderjarige staat onder voogdij van een vereeniging, stichting of instelling van weldadigheid, geldt het in dit artikel bepaalde voor de bestuurders van die vereeniging, stich ting of instelling. De hier strafbaar gestelde feiten worden be schouwd als overtredingen. Dit besluit is in werking getreden 3 Augus tus 1940. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Landbouw en Vis- schery, maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van 5 Augustus tot en met J1 Augustus a.s. de met „91" tot en met „100" genummerde bonnen van het broodbonboekje recht geven op het koo- pen van 2500 gram roggebrood of 2000 gram ander brood. Elk der enkele bonnen geeft der halve recht op het koopen van 125 gram rogge brood of 100 gram ander brood. De bonnen, welke 11 Augustus nog niet ge bruikt zijn, blijven voorts nog lot en met 15 Augustus geldig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5