Lorelei-zangen klinken aan het strand
in Augustus
Over Waterschappen en koppige boeren
Een journalist als
huwelijksmakelaar
Kleinhandelsprijzen
voor tabaksfabrikaten
WELKE BON?
De zee is er niet om te zwemmen, maar om te baden
SLA GOEDEN RAAD NOOIT
IN DEN WIND!
Kerkdijk Leven
Cupidootje moet hem
helpen
De benoeming van Bürckel,
Wagner en Simon
Het veelbesproken voorstel
van generaal Pershing
DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1940
„Prijs den dag niet voor
het avond is"
Het gevaar van een mui
Wat zegt de practijk
I
--
DE TUINBOUWHANDEL
Erkenningen in den aardappelen
verkoop
Hoofdpijn cn Miespiji
Mei REEDEREJ ZWAAG naar de VELUWE
Telefoon 41207 - 26544 CTFIfPIE? n
Afvaart De Ruyferkade «EfwitiïS
Amsterdam-Harderwijk vertrek dag. 8.40 u.
VIER-MEREN-TOCHT PER „K.L.M. l"
Priester- en Abituriënten
retraites
„Adam in ballingschap"
Voorstellingen in Amsterdam
De Nederlanders in Berlijn
Kinderschoenen zonder bon
De stemming in Engeland
BROOD
KOFFIE OF THEE
SUIKER
BLOEM OF BAKMEEL
PETROLEUM
BOTERKAART
VETKAART
GRUTTERSWAREN
Verklaring van Cudahy wekt
verbazing te Washington
Zweedsch schip gezonken
Andere functie voor Boncour
Roemeensche ministers uit
IJzeren Garde gezet
De badplaats geniet gedurende deze mooie
zomerdagen een buitengewone belangstelling
Van stedelingen, die graag een dagje en als
het kan wel een week dagelijks van de zee
®n een zonnebad willen genieten.
We kunnen dit niet anders dan toejui
chen, want het mooie zomerweer is een van
de beste middelen om de dagelijksche zor
gen te vergeten en zich zoowel naar lichaam
sis geest eens goed te doen. Maar de mees
ten vergeten vooral zij die de steenen stad
ontvluchten dat er haast niemand is die
de zee kent. Velen beschouwen haar als een
groot zwembassin, waarin men naar harte
lust kan rondplassen. Dat dit niet zoo is be
wezen de talrijke verdrinkingsgevallen, die
Zich de afgeloopen jaren hebben voorgedaan.
En vaak heeft het woord „eigen schuld" in
dergelijke gevallen een groote rol gespeeld.
Men had immers zoo n goed uithoudingsver
mogen en beschikte over een uitstekenden
slag. Maar dat zelfs een geroutineerd zee
zwemmer zich kan vergissen in de verrader
lijke kuren van 't blauwe nat, is maar al te
dikwijls bewezen. Laat dit dus voor velen
een waarschuwing zijn, die zij nu eens niét
in den wind slaan.
Velen zijn in de veronderstelling, dat men in
•Ie zee zoover en zooveel kan zwemmen als men
*11. Natuurlijk is het 's zomers heel goed moge
lijk om met kalme zee een eind de zee in te
^Wemmen en dit kan gerust zonder eenige na-
öeelige gevolgen geschieden. Doch voor het
^Wemmen in zee geldt vooral: „Prijs den dag
hiet voor het avond is." Want de zee is bekend
°m haar taldijke gevaren, die voor een leek niet
te herkennen vallen, maar waarvan men op een
Begeven oogenblik de dupe kan worden. Zij,
die immers in zee verdronken, waren doorgaans
°ok goede zwemmers, maar zij waren niet be
tekend op gevaren, die zij niet kenden.
Op andere tijdstippen echter, als de zee niet
die vlakheid vertoont als we gewend zijn op
thooie zomersche dagen, is het beslist onverant-
*oord diep de zee in te zwemmen en kan men
®echts baden.
Vooral hun, die slechts voor een enkelen
keer het strand bezoeken en van een frisch
bad willen gebruik maken, zouden wij aan
raden, indien zij niet ter plaatse bekend zijn,
>-de raad van een badman of een lid van de
reddingsbrigade te vragen. Zij zullen u altyd
met raad en daad bijstaan.
Het grootste gevaar waaraan een bader of
tWemmer in zee bloot staat is wel de mui,
Bij vloed komt het water regelmatig over de
banken heen zetten en verhoogt dus het water
peil tusschen de eerste en tweede bank. Valt de
eb im waardoor een Noord-Zuidstrooming ont
staat,' dan komt het voor, dat het water niet
Regelmatig terugvloeit naar de open zee, doch
tusschen de banken een uitweg zoekt. Hierdoor
°htstaat een zeewaartsche strooming en wordt
be bank uitgehold.
De zuiging wordt krachtiger en wanneer
een zwemmer in een dergelijke mui terecht
komt, dan moet hij zich hiertegen niet ver
zetten. Wanneer hij zich mee laat voeren
«iet de stroom, geraakt hij in het „zwin" en
daar zal hij bemerken, dat de stroom minder
krachtig is geworden. Gaat de zwemmer
echter met alle geweld tegen den stroom in,
dan zal het hem toch niet gelukken naar
het strand terug te zwemmen. Er bestaat
dan zeer groote kans, dat hij tevergeefs zijn
krachten verspilt en door uitputting ver
drinkt.
Een bader mag echter nooit zoover in zee
Baan, dat hij een mui nadert, die meestal
aan de kleur en de strooming van het water
te herkennen is.
Want indien hij eenmaal in een mui te
recht komt moet wel zeer snel hulp verleend
Vorden, om aan een verdrinking te ont->
snappen.
Baders, gaat nooit verder dan uw borst in
zee.
.Een ander gevaar waarop wij u wijzen, is het
bekken der zee, dat nogal eens geschiedt bij
?°stelijken en binnennoordelijken wind. „Trek
en" wil zeggen dat de bovenstroom van land
?*gaat en de onderstroom naar het land gericht
De zwemmer geniet ten volle van dit „trek
en", omdat hij heerlijk licht door het water
*chiet en voor hij het goed weet is hij een eindje
bh de kust.
Juist het gemakkelijke en heerlijke zwemmen
°P deze wijze is er dikwijls schuld aan dat de
h'etnmer een beetje overmoedig wordt en denkt
5at het terugzwemmen even makkelijk gaat.
°ch hierin vergist hij zich leelijk. Bij het te-
h'gzwemmen wordt er veel van de krachten ver
acht en het gebeurt meermalen, dat men het
an niet meer kan volhouden.
Een andere fout, welke dikwijls door een ba-
6r gemaakt wordt is het spelen bij eb op de
®erste bank achter het zwin. Hier vermaken zij
'ch geruimen tijd tot zij plots bij het terug
keren naar het strand tot de ontdekking ko-
hen, dat het water te diep is om er doorheen te
**den.
Het gebeurt slechts zelden, dat men van
*en verdrinkingsgeval hoort bij een der bad
inrichtingen, omdat de badmeester hier.pre-
eies weet waar de gevaren schuilen. De ba-
ders en zwemmers dienen zich dus steeds
stipt naar zijn aanwijzingen te gedragen,
baar zij anders door den badman uit zee
Verwijderd worden.
Zy die op het vrije strand baden nemen
bus zelf een risico en het is aan hun eigen
schuld te wijten, wanneer zij door een on-
Beval worden getroffen.
De kennis van deze gevaren behoeft in
#en enkel geval de badgasten te veronthusten,
Rfaar zij dienen er wel degelijk een goed ge-
Pruik van te maken. Vooral in de maand
Augustus wordt het toezicht in de badin-
Rtchtingen verscherpt, omdat dit juist de
'baand der gevaren is. Gelukkig heeft de
..w«.
w,r - -
Baden bij heerlijk zomerweer is een
genot, waarvan jaarlijks duizenden ge
nieten. Maar weinigen kennen de zee
en haar gevaren
badplaats Zandvoort haar goeden naam ais
veilige badplaats hoog gehouden. Dit is
vooral te danken aan het uitstekende werk,
dat de leden van de Zandvoortsche red
dingsbrigade ook dit jaar weer verrichten.
Een ieder die dit sociale streven te waar-
deeren, daar op elk oogenblik van den dag
voor het leven van medeburgers gewaakt
wordt.
De theorie over de gevaren in zee is be
trekkelijk eenvoudig, maar de practijk van
de laatste jaren heft ons toch geleerd, dat
de goede en welgemeende raadgevingen van
deskundige personen vaak nog in den wind
worden gslagen. Zij toch hebben op de eerste
plaats vaak ondervonden, op soms harde en
meedoogenlooze wijze, wat de gevaren in zee
willen zeggen.
Mogen velen in deze maand, die alle goeds
belooft voor een heerlijke vacantie, zich
vooral houden aan de goede raadgevingen,
waar zij zelf 't profijt van hebben. De zee is
bekoorlijk, charmant en aanlokkelijk als de
Lorelei, maar zij die zich argeloos in haar
armen begeven kunnen bedrogen uitkomen
en moeten wellicht hun ondoordachtheid
met den dood betalen. Weet alles met mate
te doen en ge zult ook van een verkwikke
lijk strandbezoek ten volle genieten.
In kringen van de aardappelen-handelaren
wordt verwacht, dat van regeeringswege maat
regelen genomen zullen worden tot regeling
van den verkoop. In verband hiermede is thans
aan de diverse handelaren in ons land een
schrijven gezonden, waarin hierop de aandacht
wordt gevestigd, en gevraagd wordt welke er
kenning men ter zijner tijd zou wenschen. Hier
voor zijn drie mogelijkheden, n.l.:
a. een erkenning als landkoopman;
b. als cctnmissionnair;
c. alsstadsgrossier.
Men kan slechts in één functie worden er
kend en bij den handel dus worden ingescha
keld. Omtrent de maatregelen op welke wijze
de handel in aardappelen zal worden geregeld,
is nog niets bekend, doch dat zt) vrij zal blij
ven, meent men niet te mogen verwachten.
Veilig en vlug als geen ander helpt hierbij
altijd een poeder of cachet van Mijnhardt.
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct.
Cachets, genaamd „Mijnhardt jes" Doos 10 en 50 ct.
60 cent enkele reis, Retour 1.Kind t/m 14 jaar hair geld.
De Luxe Salonboot „Veluwe" is om ca. 7.30 in A'dam terug.
Afvaart dagelijks 10.30 uur Sloterkade b/d Zeilbrug. Ret. 1.-,
kind. 0.50. Inlichtingen en dienstregeling gratis. Telef. 80993.
De wn. Secretaris-Generaal wn. hoofd van
het Departement van Financiën, brengt in
verband met^ de reeds vermelde verhooging
van den tabaksaccijns ter kennis:
I. Voor de berekening van den accijns wordt
de kleinhandelsprijs naar boven afgerond.
A. voor sigaren, belast met een accijns van
20 ten honderd:
a. wegende per 1000 stuks minder dan 4%
kilogram tot f 45, f 50, f 60, f 70, f 75 f 80,
f 90, f 100, f 110 f 120, f 130, f 140, 'f 150,
f 160, f 180, f 200, f 250, f 300 f 350, f 400 en
verder tot veelvouden van f 100 per 1000 stuks;
b. wegende per 1000 Stuks 414 kilogram of
meer, doch minder dan 5 kilogram, tot f 50,
f 60, f 70, f 75, f 80 f 90, f 100, f 110, f 120,
f 130, f 140, f 150, f 160, f 180. f 200, f 250, f 300,
f 350, f 400 en verder tot veelvouden van f 100
per 1000 stuks;
c. wegende per 1000 stuks 5 kilogram of meer
tot f 60, f 70, f 75, f 80, f 90, f 100 f 110, f 120,
f 130, f 140, f 150 f 160, f 180, 'f 200, f 250,
f 300, f 350, f 40Ó en verder tot veelvouden
van f 100 per 1000 stuks.
B. voor sigaren, belast met een accijns van
25 ten honderd:
a. wegende per 1000 stuks minder dan 3%
kilogram tot f 25, f 30, f 40 f 45, f 50, f 60,
f 70, f 80, f 90 en f 100 per 1000 stuks met
dien verstande, dat de kleinhandelsprijzen
van f 25, f 30, f 35 f 45, f 60 en f 90 per 1000
stuks slechts zijn toegelaten voor niet stuks
gewijs gezegelde sigaren;
b. wegende per 1000 stuks 3 Vi kilogram of
meer, doch minder dan 4V2 kilogram, tot f 40,
f 45, f 50, f 60 f 70, f 80, f 90 en f 100 per 1000
stuks met dien verstande, dat de kleinhandels
prijzen van f 45, f 60 en f 90 per 1000 stuks
slechts zijn toegelaten voor niet stuksgewijs
gezegelde sigaren;
c. wegende per 1000 stuks 414 kilogram of
meer tot f 60, f 60, f 70, f 80 f 90 en f 100
per 1000 stuks, met dien verstande, dat de
kleinhandelsprijzen van f 60 en f 90 per 1000
stuks slechts zijn toegelaten voor niet stuksge
wijs gezegelde sigaren;
C. voor igaretten tot f 10, f 12.50, f 15 f 17.50,
f 20, f 22.50, f 25, f 27.50, f 30, f 35 f 40, f 45,
f 50, f 60, f 70, f 80, f 90 en f 100, en verder
tot veelvouden van f 25 per 1000 stuks;
D. voor rooktabak, pruimtabak en snuif tot
f 2, f 2.20, f 2.40, f 2.60, f 2.80, f 3, f 3.20, f 3.60,
f 4, f 4.50, f 5, f 5.50, f 6 en verder tot veelvou
den van f 1 per kilogram.
Voor hoeveelheden van minder dan 100
stuks of 1 kilogram wordt de accijns naar
evenredigheid berekend.
II. Niet stuksgewijs gezegelde sigaren mo
gen worden verpakt bij 250, 100 50, 25, 20, 10
en 5 stuks en in den kleinhandelsprijs van f 25
per 1000 stuks bovendien ook bij 4 stuks.
Sigaretten mogen worden verpakt bij 100, 50,
25, 20, 10 en 5 stuks.
Sigaren en sigaretten, waarvan de kleinhan
delsprijs per 1000 stuks anders dan in volle
guldens is uitgedrukt, mogen niet anders dan
bij volle tientallen worden verpakt.
Rook- en gekorven pruimtabak mogen worden
verpakt bij hoeveelheden van 500, 250, 100 en
50 gram netto-gewicht.
Pruimtabak in rollen en stangen mag worden
verpakt bij hoeveelheden van 5, 24/2, 1 kilo
gram. 500 en 250 gram netto-gewicht, met
dien verstande, dat de hoeveelheid van 250
gram slechts is toegelaten in de kleinhandels
prijzen van f 5 en f 6 per kilogram.
Snuif mag worden verpakt bij hoeveelheden
van 100 en 5 gram netto-gewicht.
Rook- en pruimtabak mogen uit het buiten
land worden ingevoerd in verpakkingen, waar
van het netto-gewicht afwijkt van hetgeen
hiervoor is bepaald', mits die verpakkingen
worden voorzien van zegels aanduidende het
netto-gewicht naar boven afgerond volgens de
hiervoor gemaakte onderscheidingen.
III. de als gevolg van sub I van deze reso
lutie vervallen kleinhandelsprijzen blijven nog
van kracht ten aanzien van die tabaksfabri
katen, welke op het tijdstip van het in werking
treden van deze resolutie in het vrije verkeer
zijn.
IV. Het vorenstaande treedt In werking met
ingang van' 13 September 1940.
Men verzoekt ons de aandacht te willen ves
tigen op de priesterretraite, die nog van 20—
24 Aug. op Manresa te Venlo wordt gegeven.
Voor nadere mededeelingen richte men zich
tot de directie.
In verband met vervroegden aanvang der
Universiteits-colleges, zijn ,de abituriënten
retraites naar andere dagen verplaatst. Ze wor
den nu niet gehouden van 912 en van 12—15
Sept., zooals eerst was bekend gemaakt, maai
van 2427 en van 2730 Aug.
De V.V.V. „Amsterdam" deelt mede, dat de
voorstellingen van „Adam in ballingschap" te
Amsterdam thans definitief zullen plaats vinden
op Zaterdag 17 en 24 Augustus a.s. om 18.30 uur
en Zondag 18 en 25 Augustus a.s. om 15 uur in
het Vondelpark te Amsterdam.
De regie berust bij den heer Albert van Dal-
sum, de algemeene leiding bij den heer Carel
Briels.
Medewerkenden zijn: Willy Haak, Loudi Nij-
hoff, Nell Knoop, Albert van Dalsum, Jan
Musch, Louis van Gasteren, Johan Schmitz,
Hans van Meerten, Paul Storm, Carel Briels.
Het Nederlandsch Tooneellyceum opent met
deze openluchtvoorstellingen haar werkzaamhe
den in Amsterdam.
BERLIJN, 8 Aug. Het Nederlandsche pers
kantoor meldt dat het aantal Nederlanders in
de Duitsche hoofdstad, dat 1 Januari j.l. tot
1480 gedaald was en per 1 Mei j.l. op ongeveer
1400 werd beschat, door de aankomst van Ne
derlandsche arbeiders gedurende de laatste
weken belangrijk is toegenomen en thans om
streeks 1900 bedraagt. Men verwacht dat het
aantal Nederlandsche arbeiders in Berlijn de
komende maanden nog belangrijk zal blijven
stijgen. Een aantal Nederlanders, die in de eer
ste maanden van dit jaar naar het vaderland
vertrokken, zijn inmiddels weer naar de boor
den van de Spree teruggekeerd.
Naar het „Handelsblad" verneemt, is thans de
verkoop van kinderschoenen in de maten 1823
vrijgegeven. Voor den aankoop van deze kinder
schoenen behoeft men dus van te voren géén
bon aan te vragen.
NEW YORK, 8 Aug. (D.N.B.). In een artikel
over de stemming in Engeland schrijft de
„New York Times", dat in lederen uit Engeland
komenden brief in een of anderen vorm de zorg
tot uiting komt over hetgeen de dag van morgen
zal brengen. Dit, zoo merkt het blad hierbij
op, toont de vreeselijke spanning, waarin het
Engelsche volk leeft. Reeds voor den afzon
derlijken mensch bestaat er niets vreeselijkers
dan onzekerheid. Wanneer echter deze onze
kerheid een volk van 45 millioen zielen betreft,
dan kan men zich de stemming van een volk
voorstellen, dat iederen morgen opstaat met
de vraag, of deze dag de dag der verschrikking
zal zijn.
(Van onzen Brabantschen correspondent.)
Terecht is reeds dikwijls een loflied op den
boer gedicht en gezongen. Hij verdient die eer
ten volle, want wat zou er van ons, stedelingen,
geworden als de akkers niet met kennis van
zaken werden bebouwd en hierdoor de rijke
vruchten der aarde ons zouden onthouden blij
ven?
Iedereen is den boer erkentelijkheid verschul
digd. En iedereen draagt hem een goed hart
toe.
In doorsnee zijn de lieden van den buiten dan
ook allen puike menschen: ze zijn naarstig en
arbeidzaam, geloovig en godsdienstig, schrik
ken er niet voor terug heel vroeg op te staan
er> de werkelijke hitte van den dag te dragen,
hun aard en zeker die van dit Brabantsche
is blijmoedig, gul en hartelijk en daarnaast
dragen zij den eenvoud, die hun schoonste sie
raad is, in het hart.
Talloos zijn de eigenschappen, welke in den
boer mogen geroemd worden en die hun stand
tot eer en het volk tot heil strekken, doch daar
naast heeft hij er eenige, welke romanschrijvers
dankbare stof boden.
De goeden niet te na gesproken, zijn de mees
te. bewoners van het platteland stijfhoofdige en
koppige heeren, die zich niet spoedig, dikwerf
zelfs nooit, van hun stuk laten brengen en tegen
wit zwart blijven zeggen als ze eenmaal zwart
tot lijfskleur hebben gekozen.
De Brabantsche boer is niet anders dan zijn
collega's elders: evenals zij is ook hfj met den
grond, dien hij beploegt en bezaait, vergroeid,
zit hij er zoodanig aan vast, dat zijn blik in
menig opzicht niet verder reikt dan de sloot
of de prikkeldraad-omheining, die zijn lande
rijen begrenst, dat hij z'n eigen belangen hoo-
ger aanslaat dan die van het algemeen. En bo
vendien laat hij zich sterk leiden door gevoelens
van sympathie en antipathie. Wie zijn vertrou
wen heeft, is zijn vriend, maar wee dengene, die
dat vertrouwen op een of andere wijze heeft
verspeeld! En z'n vijand is ook hij, die naar
zijn grond durft wijzen of tegen wien vermoe
dens van inbreuk op zijn rechten zijn gerezen.
Deze kan geen goed meer stichten, ook al meent
hij het zoo kwaad niet en poogt hij het werkelijk
karakter van zijn bedoelingen, die niets kwaads
inhouden, duidelijk te maken.
Vandaar de heeren rechters kunnen daar
van medespreken is «en doodgewone heg, 'n
bruggetje over 'n weteringetje, 'n wegje langs
of door een veld, oorzaak van menig drama ge
worden en vonden politieke verwikkelingen in
een dorpsgemeente daarin haar ontstaan.
Hetzelfde geldt voor de waterschappen, die
nuttige instellingen, waarvan een vlot function-
neeren en het stipt nakomen der doelstelling
zoo nauw verband houdt met den staat en den
welstand van een boeren behuizing en het erf
er rondom.
De waterschappen zijn er om, door het op peil
houden van het water in de polders en bouw
landen, een zoo groot mogelijke opbrengst van
den bodem te verzekeren. Bij dit instituut is
iedere boer, die land binnen de begrenzing heeft
liggen, hetzij als hoofdingeland, hetzij als inge
land aangesloten, hij betaalt daarvoor jaarlijks
per hectare bepaalde lasten en zoo verlangt hi),
dat zijn belangen evengoed worden gediend als
die van den buur, die belendende of elders ge
legen perceelen bezit.
Elkeen, diemet waterschapsaangelegenheden,
zelfs oppervlakkig, op de hoogte is, weet, dat ten
gevolge van de hoogere of lagere ligging van de
gronden het niet wel mogelijk is alle op gelijke
wijze, naar behoefte dus, te bedienen. Dit leidt
dikwerf tot moeilijkheden, welke groeien en
grooter worden naar de mate bij den boer ster
ker de meening post vat, dat men „iets" tegen
hem heeft en men hem daarom opzettelijk bij
anderen achterstelt.
Heeft eenmaal die gedachte zich vastgezet en
spelen de antipathie en de jaloezie mede een
rol, dan de ervaring heeft het bewezen
helpt er geen lieve moedertje meer aan: een
conflict is geboren, het wordt, evenals de be
kende boom, hoe langer hoe „dikker" en de vre
de en daarmede de mogelijkheid voor het pol
der- of waterschapsbestuur tot het doen van
vruchtbaar werk voor jaren soms verdwenen.
Komt daarbij nog, dat een dijkgraaf of bestuur-
deren een hautaine houding aannemen en, wat
ook wel voorkomt, de stemgerechtigden maar
laten praten, dan kan men in het waterschap
blijvend op een guerilla-revolutie met dikwijls
zeer heftige treffers rekenen en gaan de eens
gezindheid en saamhoorlgheid voor goed in kop
pigheid, wantrouwen en vijandschap ten onder,
niet alle onaangename gevolgen daarvan.
In de jongste zomerzitting der Staten van
Noord-Brabant hebben de waterschappen, even
als eertijds, wederom ruimschoots him deel
gehad.
Van verschillende dezer instituten zijn de
bijzondere reglementen herzien, hetgeen betee-
kent, dat hun Innerlijke constellatie 'jis verste
vigd, of dat groepen polders, die tot nog toe op
zichzelf stonden, in onderling verband zijn ge
bracht.
Hiermede werden even zoovele stappen verder
gezet op den langen weg, die leidt naar volle
dige saneering en definitieve regeling van den
waterstandstoestand in de provincie.
Bij de behandeling van de onderscheidene, tot
herziening strekkende voorstellen, is enkele ma
len vanuit de vergadering de opmerking ge
maakt, dat het wel heel lang geduurd heeft
in enkele gevallen zelfs tien jaren vóórdat
Ged. Staten die voorstellen ter afdoening aan
het college der provinciale afgevaardigden heb
ben aangeboden en dat het betrachten van wat
meer spoed in de toekomst niet slechts ge-
wenscht, maar ook noodzakelijk is.
Een en ander gaf de aldus aangevallen In
stantie reden er op te wijzen, dat in dezen niet
de schuld bij Gedeputeerden moet worden ge
zocht. Zij toch zijn voldoende vooruitstrevend;
de oorzaak van het traineeren moet veeleer wor
den geweten aan de belanghebbenden, die het
onder elkaar over een bepaald en meermalen
onbelangrijk punt maar niet eens kunnen wor
den.
Zelfs over een nu ter zitting gebracht voor
stel bestond in den boezem van den betrokken
kring nauwelijks eensgezindheid: eigener be
weging hadden Gedeputeerden daarom voorge
steld te besluiten tot den bouw door de provin
cie van een noodzakelijk water-gemaal, maar
rij vreezen zelfs nu nog, dat zich wederom moei
lijkheden zullen voordoen, wanneer het straks
op de betaling van de te maken kosten zal aan
komen
Daarom drongen eenige Statenleden op in
tensiever ingrijpen van boven af aan, doch hier
tegenover stelde de bestuurstafel de opvatting,
dat het beter Is van onder af iets te laten op
komen, dan het van boven af op te leggen.
Deze stelling is misschien in haar strekking
zeer nobel, doch als de ervaring leert, dat wen
schen en werken, zelfs een decennium oninge-
willigd en onuitgevoerd moeten blijven, omdat,
nu ja, een machthebbende enkeling of eenige
tientallen stemgerechtigden uit kortzichtigheid,
of wat ook, den boel onnoodig ophouden tot
schade van henzelf, anderen en het algemeen
belang, zijn er toch'ruimschoots termen aan
wezig om afstand te doen van een overigens
prijzenswaardige lankmoedigheid. En mag een
sterke arm, die niet tot partijen behoort, zonder
scrupules den knoop doorhakken.
De voordeelen daarvan zijn meertallig: het
algemeen belang is er mede gediend, men leert
de kwaadwillige elementen zich schikken In het
onvermijdelijke, men ontbolstert hun koppigneld
en men bevordert de saamhoorlgheid en de een-
.heid, welke onze tijd vraagt.
Het mooiste leven is dat van den journalist.
„Natuurlijk", zult u zeggen, „die man van de
krant roemt zijn eigen beroep boven elk ander
menschenbestaan." En tóch, lezer, meenen wij
dit te mogen beweren. Het is werkelijk gebeurd,
dat een vooraanstaande persoonlijkheid ver
zekerde: „De journalist moet van alle markten
thuis zijn, anders deugt hij niet voor zijn werk."
Hiermee werd niet bedoeld, dat de journalist
in elk vak den doctorstitel behoort te halen,
neen, maar hij moet zóó vaak met menschen
omgaan en zich zóó gemakkelijk in elk milieu
kunnen bewegen, dat hij nooit met een mond
vol tanden staat. En wanneer hij hiervan voor
zichzelf overtuigd is. zal géén beroep méér af
wisseling bieden. Daarin ligt juist de charme,
de betoovering van het joumalistenbestaan. U
noemt uw dienaar een snoever, een zelfverheer*
lijker. Gaat uw gang maar hebt dan ook den
moed deze geschiedenis tot de laatste letter
dcor te worstelen. Aan het einde zult u schuld
bewust moeten erkennen, dat u te vroeg uw
beker van gramschap over mij uitstortte.
Talrijke lezers en lezeressen zweren bij hun
krant, weten, dat hun blad in alle moeilijkhe
den een oplossing kan geven, mits ze er het
volste vertrouwen, in hebben. Dat vertrouwen
moet ongetwijfeld voortvloeien uit de overtui
ging, dat de redactie ook in de meest penible
omstandigheden des levens den lezer een hart
onder den riem weet te steken. Wilt u een be
wijs van mateloos vertrouwen? U zult het
hebben.
Wij ontvingen een brief van een door liefdes
smart gebroken jongeling. Hij is zijn geliefde
verloren, ziet geen uitkomst meer en nu hij
is uitgesloten van de omhelzing van de uitver
korene zijns harten, werpt hij zich ten einde
raad in de armen van een der redacteuren van
zijn dagblad. Die moet dan maar eens als hu
welijksmakelaar fungeeren en een oplossing
zoeken. En tot welken journalist zou de be
droefde zich beter kunnen wenden dan tot hem,
die dagelijks toeft in het land der zoete minne,
den journalist, die „Het Verhaal van den Dag"
verzorgt. Hij immers weet uit de schier on
telbare verhalen, die ter' plaatsing worden aan
geboden, hoe wonderlijk Cupido's wegen zijn en
hoe eigenaardig dit gebenedijde godenkind zijn
liefdespijlen richten kan, zóó, dat „ze elkaar
altijd krijgen."
Thans moet de redacteur van „Het Verhaal
van den Dag" er bij Cupido op. aandringen de
reden bekend te maken, waarom hij op een Za
terdagmiddag zoo harteloos met den van smart
weenenden jongeling heeft gespeeld. Want dat
de jongeling weende staat vast: er was een
vlek in den zin, waarin hjj ons verlof gaf zijn
brief als kopij te gebruiken, een vlek, ontstaan
door de vermenging van een traan met vulpen-
inkt. In dezen betraanden zin vertelde hij „aan
den lijve" ondervonden te hebben wat hij ging
vertellen. En dit mogen we ook u meedeelen:
„Ik maakte voor het eerst door tusschen-
komst van een vriend kennis met haar, toen
wij aan het dansen waren. Ik bracht haar
naar huis en wij gipgen een paar keer uit.
De derde of vierde week kwam ik bij haar
thuis. Ik hield veel van haar zooals het meer
gaat, en ik vermoed zij van mij."
Mogen we hier even onderbreken? Ja, een
vriend kan een jongeling op andere paden
brengen. We zeggen niet „slechte" paden, want
het pad der liefde kan zonnig én vol rozen
zijn kan zelfs leiden door danszalen en naar
ouderlijke huizen. Maar er kunnen ook wolxen
en schaduwen komen, zoodat er meer doornen
dan rozen overblijven op het liefdespad. Zoo
gaat dat wel meer, zoo was het ook hier het
geval. De diep bedroefde jongeman vertelde
verder:
„Ik kreeg ruzie met haar oom en ik denk.
dat hij de reden is, dat t uit is tusschen
ons. Op een Zaterdagmiddag zei ze tegen
mij: „Wim, ik wil het afmaken want ik dans
liever dan jij." Dat is, dunkt mij, geen reden
maar zij wilde geen andere opgeven. Ik
kan haar niet vergeten en ik zit op het
oogenblik veel te vaak in de kroeg, waar ik
vroeger nooit kwam. Ik heb er dus alle belang
bij, dat het weer aan komt."
Machteloos heeft de jongeling zich overge
geven aan de spiritualiën. Is dit goed te praten?
Neen, dit feit moet gerangschikt worden onder
„ongepaste dronkenschappen". Het is waar
schijnlijk, dat de schrijnende uitroep „Wim, ik
wi! het afmaken" doorloopend als een echo
klinkt in het door dranken benevelde hoofd.
Maar wat helpt dat? De plaats des jongelings
is niet in een kroeg maar in de danszaal, waar
het ontrouwe bruidje ronddanst. Zij danst im
mers zoo graag! Welnu, hij dient óók te dansen,
meer nog dan zij, liever nog dan zij. En haar
hgzwaar zal vervallen.
Het is een gelukkige omstandigheid, dat de
jongeling zelf inziet, dat het zoo, in de kroeg,
niet langer door kan gaan.
Mijn meening is: alleen Cupido kan redding
brengen. Welaan dan, groot-geëerde kleine lief
desgod, ruk dezen jongeling weg uit de ver
derfelijke kroeg en breng hem naar de dans
zaal. Laat hem dansen, dansen met héar door de
hemelpoort, de poort van den zevenden hemel
der liefde
Cupidootje,
Speelgenootje,
Denk nu even ook aan mij.
Want, kleine liefdesgod, er staat een bruiloft
op het spel. En ik veronderstel toch, dat de
genen, die deelgenoot gemaakt worden in de
smart, óók mogen deelen in de vreugde. En
dat zijn wij samen! Zeg, Cupidootje, zou jij óók
geen zin hebben in een bruiloft je?
D.
BERLIJN, 8 Aug. (D.N.B.). De decreten van
den Führer over de benoeming van de gouw
leiders Btirkel, Wagner en Simon tot leiders van
het burgerlijke bestuur voor Lotharingen, den
Elzas en Luxemburg, alsmede de benoeming van
Baldur von Schirach tot rijksstadhouder en
gouwleider te Weenen beheerschen het beeld van
de ochtendbladen. Deze belangrijke personeels-
wijziging, zoo schrijft de „Deutsche Allgemeine
Zeitung" heeft behalve een binnenlandsche
ook een sterke algemeene politieke be teekenis. Na
voltooiing van de krijgsverrichtingen in het
Westen herneemt thans in de genoemde bezette
gebieden een burgerlijke orde haar rechten,
waarbij uiteraard de uitoefening van de militaire
souvereine rechten aan de militaire overheid
voorbehouden blijft.
De benoeming van Bürckel, Wagner en Simon
is ook in regionalen zin zeer gerechtvaardigd.
Van de nieuwe gebieden die thans onder het
burgerbestuur van deze gouwleiders gesteld wor
den, is elk ten westen van de gouw gelegen
waar elk van deze drie mannen de laatste
jaren reeds groote prestaties verricht heeft.
Bon 91 tot en met 100 uit het brood-
bonboekje. Geldig tot en met 11
Aug. (eventueel tot en met 15
Aug.) Recht gevend op: totaal 2000
gram brood of 2500 gram rogge
brood.
Iedere enkele bon geeft recht op
125 gram roggebrood.
Bon 53 uit het Algemeen distributie
boekje. Geldig tot en met 30 Aug.
Recht gevend op: Half pond koffie
of Half ons thee.
Bon 66 uit het Algemeen distribu
tieboekje. Geldig tot en met 30 Aug.
Recht gevend op: Een kilogram
suiker.
Bon 90 uit 't Algemeen distributie
boekje. Geldig tot en met 9 Aug.
Recht gevend op:
Half pond tarwebloem, of tarwe
meel, of boekweitmeel, of rogge
bloem, of roggemeel of zelfrijzend
bakmeel.
(alleen voor hen, die uitsluitend op
petroleum kunnen koken)
Zegel „Periode 3". Geldig tot en
met 11 Aug. Recht gevend op:
Twee Liter petroleum.
Bon 1 tot en met 4. Geldig tot en
met 23 Augustus. Recht gevend op:
een half pond boter per bon.
Bon 1 en 2. Geldig tot en met 23
Augustus. Recht gevend op een
half pond margarine of gesmolten
vet of boter per bon.
Bon 3 en 4. Geldig tot en met 23
Augustus. Recht gevend op een
half pond boter per bon met 10 ct.
reductie per half pond.
Bon 95 uit het Algemeen distribu
tiebonboekje, geldig tot en met 11
Augustus geeft recht op: 250 gram
rijst of rijstemeel.
Bon 100 uit het Algemeen distribu
tiebonboekje, geldig tot en met 11
Augustus geeft recht op 250 gram
havermout of havervlokken of gort
of grutten.
Bon 105 uit het Algemeen distri
butiebonboekje geldig tot en met
11 September geeft recht op 100
gram maizena of griesmeel of pud
dingpoeder.
Bon 110 uit het Algemeen distri
butiebonboekje, geldig tot en met
11 September geeft recht op 100
gram macaroni of vermicelli of
spaghetti.
TOT WELKEN DATUM
9 Aug. Bloem, bakmeel enz. (90)
11 Aug. (15 Aug.) Brood (91100)
11 Aug. Rijst (95)
Havermout, gort enz. (100)
Petroleum (Periode 3)
Boter of vet (14)
Koffie of thee (53)
Suiker (66)
Maizena enz. (105)
Macaroni enz. (110)
23 Aug.
30 Aug.
11 Sept.
WASHINGTON, 8 Aug. (D. N. B.) De demo
cratische senator Walsh, voorzitter der marine
commissie van den Senaat, heeft aan een ver
tegenwoordiger van de „New-York Journal
American" verklaard, het voorstel van generaal
Pershing, om vijftig Amerikaansche torpedo
jagers aan Engeland te verkoopen, met alle
kracht te zullen bestrijden, omdat de uitvoering
van dit voornemen een „duidelijke oorlogshan
deling" zou beteekenen.
De minister van Marine, Knox, verklaarde
gisteren aan journalisten in antwoord op
een vraag of de Ver. Staten torpedojagers
aan Engeland zouden verkoopen, dat dit
een aangelegenheid is van het Congres.
Verder wordt bericht, dat te Washington da
verklaring van den vroegeren Amerikaanschen
ambassadeur in Brussel, Cudahy, over het Keu
rige gedrag van de Duitsche soldaten in België,
alsmede in het bijzonder zijn vergelijking met
de Amerikaansche soldaten, die rich, volgens
zijn meening, niet zoo correct gedragen zouden
hebben, groote verbazing gewekt heeft.
De verklaring is in alle dagbladen afgedrukt
en ook door de radio meerdere malen herhaald.
De plaatsvervangende minister van Bulten-
landsche Zaken, Welles, verklaarde, dat hij
iederen commentaar van de hand wees, alvorens
den nauwkeurigen tekst der verklaring van Cu
dahy gelezen te hebben. Dezen tekst heeft hij
aan den Amerikaanschen ambassadeur te Lon
den, Kennedy, opgevraagd.
STOCKHOLM, 8 Aug. (D.N.B.). Het Zweed-
sche sa. „Athos", groot 1500 ton, is volgens be
richten in de bladen od weg van Glasgolw naar
een Scandinavische haven op 3 Augustus ge
zonken.
Het schip had 22 man aan boord benevens
zes passagiers. Een lid der bemanning is om
het leven gekomen.
WASHINGTON, 8 Aug. (D.N.B.) De Fransche
ambassade alhier heeft, volgens de „Washing
ton Post", medegedeeld dat de eerst onlangs tot
persattaehé benoemde Jean Paul-Boncour door
de regeering in Vichy in de functie van ambas
saderaad naar Sjanghai is overgeplaatst. Bon
cour zal einde Augustus naar zijn nieuwe stand
plaats vertrekken.
BOEKAREST, 8 Aug. (D.N.B.). De leiding
van de IJzeren Garde heeft de drie ministers,
die tot de IJzeren Garde behooren, uit de partij
gezet. Het betreft den minister van Onderwijs
Boedisteanoe, den minister voor den Inventaris
Noveanoe en den onderstaatssecretaris Bideanoe.
Als reden voor de uitsluiting wordt vergrijp tegen
de discipline der IJzeren Garde opgegeven.