Lorelei-zangen klinken aan het strand in Augustus Over Waterschappen en koppige boeren Een journalist als huwelijksmakelaar Kleinhandelsprijzen voor tabaksfabrikaten WELKE BON? De zee is er niet om te zwemmen, maar om te baden SLA GOEDEN RAAD NOOIT IN DEN WIND! Kerkdijk Leven Cupidootje moet hem helpen De benoeming van Bürckel, Wagner en Simon Het veelbesproken voorstel van generaal Pershing DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1940 „Prijs den dag niet voor het avond is" Het gevaar van een mui Wat zegt de practijk I -- DE TUINBOUWHANDEL Erkenningen in den aardappelen verkoop Hoofdpijn cn Miespiji Mei REEDEREJ ZWAAG naar de VELUWE Telefoon 41207 - 26544 CTFIfPIE? n Afvaart De Ruyferkade «EfwitiïS Amsterdam-Harderwijk vertrek dag. 8.40 u. VIER-MEREN-TOCHT PER „K.L.M. l" Priester- en Abituriënten retraites „Adam in ballingschap" Voorstellingen in Amsterdam De Nederlanders in Berlijn Kinderschoenen zonder bon De stemming in Engeland BROOD KOFFIE OF THEE SUIKER BLOEM OF BAKMEEL PETROLEUM BOTERKAART VETKAART GRUTTERSWAREN Verklaring van Cudahy wekt verbazing te Washington Zweedsch schip gezonken Andere functie voor Boncour Roemeensche ministers uit IJzeren Garde gezet De badplaats geniet gedurende deze mooie zomerdagen een buitengewone belangstelling Van stedelingen, die graag een dagje en als het kan wel een week dagelijks van de zee ®n een zonnebad willen genieten. We kunnen dit niet anders dan toejui chen, want het mooie zomerweer is een van de beste middelen om de dagelijksche zor gen te vergeten en zich zoowel naar lichaam sis geest eens goed te doen. Maar de mees ten vergeten vooral zij die de steenen stad ontvluchten dat er haast niemand is die de zee kent. Velen beschouwen haar als een groot zwembassin, waarin men naar harte lust kan rondplassen. Dat dit niet zoo is be wezen de talrijke verdrinkingsgevallen, die Zich de afgeloopen jaren hebben voorgedaan. En vaak heeft het woord „eigen schuld" in dergelijke gevallen een groote rol gespeeld. Men had immers zoo n goed uithoudingsver mogen en beschikte over een uitstekenden slag. Maar dat zelfs een geroutineerd zee zwemmer zich kan vergissen in de verrader lijke kuren van 't blauwe nat, is maar al te dikwijls bewezen. Laat dit dus voor velen een waarschuwing zijn, die zij nu eens niét in den wind slaan. Velen zijn in de veronderstelling, dat men in •Ie zee zoover en zooveel kan zwemmen als men *11. Natuurlijk is het 's zomers heel goed moge lijk om met kalme zee een eind de zee in te ^Wemmen en dit kan gerust zonder eenige na- öeelige gevolgen geschieden. Doch voor het ^Wemmen in zee geldt vooral: „Prijs den dag hiet voor het avond is." Want de zee is bekend °m haar taldijke gevaren, die voor een leek niet te herkennen vallen, maar waarvan men op een Begeven oogenblik de dupe kan worden. Zij, die immers in zee verdronken, waren doorgaans °ok goede zwemmers, maar zij waren niet be tekend op gevaren, die zij niet kenden. Op andere tijdstippen echter, als de zee niet die vlakheid vertoont als we gewend zijn op thooie zomersche dagen, is het beslist onverant- *oord diep de zee in te zwemmen en kan men ®echts baden. Vooral hun, die slechts voor een enkelen keer het strand bezoeken en van een frisch bad willen gebruik maken, zouden wij aan raden, indien zij niet ter plaatse bekend zijn, >-de raad van een badman of een lid van de reddingsbrigade te vragen. Zij zullen u altyd met raad en daad bijstaan. Het grootste gevaar waaraan een bader of tWemmer in zee bloot staat is wel de mui, Bij vloed komt het water regelmatig over de banken heen zetten en verhoogt dus het water peil tusschen de eerste en tweede bank. Valt de eb im waardoor een Noord-Zuidstrooming ont staat,' dan komt het voor, dat het water niet Regelmatig terugvloeit naar de open zee, doch tusschen de banken een uitweg zoekt. Hierdoor °htstaat een zeewaartsche strooming en wordt be bank uitgehold. De zuiging wordt krachtiger en wanneer een zwemmer in een dergelijke mui terecht komt, dan moet hij zich hiertegen niet ver zetten. Wanneer hij zich mee laat voeren «iet de stroom, geraakt hij in het „zwin" en daar zal hij bemerken, dat de stroom minder krachtig is geworden. Gaat de zwemmer echter met alle geweld tegen den stroom in, dan zal het hem toch niet gelukken naar het strand terug te zwemmen. Er bestaat dan zeer groote kans, dat hij tevergeefs zijn krachten verspilt en door uitputting ver drinkt. Een bader mag echter nooit zoover in zee Baan, dat hij een mui nadert, die meestal aan de kleur en de strooming van het water te herkennen is. Want indien hij eenmaal in een mui te recht komt moet wel zeer snel hulp verleend Vorden, om aan een verdrinking te ont-> snappen. Baders, gaat nooit verder dan uw borst in zee. .Een ander gevaar waarop wij u wijzen, is het bekken der zee, dat nogal eens geschiedt bij ?°stelijken en binnennoordelijken wind. „Trek en" wil zeggen dat de bovenstroom van land ?*gaat en de onderstroom naar het land gericht De zwemmer geniet ten volle van dit „trek en", omdat hij heerlijk licht door het water *chiet en voor hij het goed weet is hij een eindje bh de kust. Juist het gemakkelijke en heerlijke zwemmen °P deze wijze is er dikwijls schuld aan dat de h'etnmer een beetje overmoedig wordt en denkt 5at het terugzwemmen even makkelijk gaat. °ch hierin vergist hij zich leelijk. Bij het te- h'gzwemmen wordt er veel van de krachten ver acht en het gebeurt meermalen, dat men het an niet meer kan volhouden. Een andere fout, welke dikwijls door een ba- 6r gemaakt wordt is het spelen bij eb op de ®erste bank achter het zwin. Hier vermaken zij 'ch geruimen tijd tot zij plots bij het terug keren naar het strand tot de ontdekking ko- hen, dat het water te diep is om er doorheen te **den. Het gebeurt slechts zelden, dat men van *en verdrinkingsgeval hoort bij een der bad inrichtingen, omdat de badmeester hier.pre- eies weet waar de gevaren schuilen. De ba- ders en zwemmers dienen zich dus steeds stipt naar zijn aanwijzingen te gedragen, baar zij anders door den badman uit zee Verwijderd worden. Zy die op het vrije strand baden nemen bus zelf een risico en het is aan hun eigen schuld te wijten, wanneer zij door een on- Beval worden getroffen. De kennis van deze gevaren behoeft in #en enkel geval de badgasten te veronthusten, Rfaar zij dienen er wel degelijk een goed ge- Pruik van te maken. Vooral in de maand Augustus wordt het toezicht in de badin- Rtchtingen verscherpt, omdat dit juist de 'baand der gevaren is. Gelukkig heeft de ..w«. w,r - - Baden bij heerlijk zomerweer is een genot, waarvan jaarlijks duizenden ge nieten. Maar weinigen kennen de zee en haar gevaren badplaats Zandvoort haar goeden naam ais veilige badplaats hoog gehouden. Dit is vooral te danken aan het uitstekende werk, dat de leden van de Zandvoortsche red dingsbrigade ook dit jaar weer verrichten. Een ieder die dit sociale streven te waar- deeren, daar op elk oogenblik van den dag voor het leven van medeburgers gewaakt wordt. De theorie over de gevaren in zee is be trekkelijk eenvoudig, maar de practijk van de laatste jaren heft ons toch geleerd, dat de goede en welgemeende raadgevingen van deskundige personen vaak nog in den wind worden gslagen. Zij toch hebben op de eerste plaats vaak ondervonden, op soms harde en meedoogenlooze wijze, wat de gevaren in zee willen zeggen. Mogen velen in deze maand, die alle goeds belooft voor een heerlijke vacantie, zich vooral houden aan de goede raadgevingen, waar zij zelf 't profijt van hebben. De zee is bekoorlijk, charmant en aanlokkelijk als de Lorelei, maar zij die zich argeloos in haar armen begeven kunnen bedrogen uitkomen en moeten wellicht hun ondoordachtheid met den dood betalen. Weet alles met mate te doen en ge zult ook van een verkwikke lijk strandbezoek ten volle genieten. In kringen van de aardappelen-handelaren wordt verwacht, dat van regeeringswege maat regelen genomen zullen worden tot regeling van den verkoop. In verband hiermede is thans aan de diverse handelaren in ons land een schrijven gezonden, waarin hierop de aandacht wordt gevestigd, en gevraagd wordt welke er kenning men ter zijner tijd zou wenschen. Hier voor zijn drie mogelijkheden, n.l.: a. een erkenning als landkoopman; b. als cctnmissionnair; c. alsstadsgrossier. Men kan slechts in één functie worden er kend en bij den handel dus worden ingescha keld. Omtrent de maatregelen op welke wijze de handel in aardappelen zal worden geregeld, is nog niets bekend, doch dat zt) vrij zal blij ven, meent men niet te mogen verwachten. Veilig en vlug als geen ander helpt hierbij altijd een poeder of cachet van Mijnhardt. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd „Mijnhardt jes" Doos 10 en 50 ct. 60 cent enkele reis, Retour 1.Kind t/m 14 jaar hair geld. De Luxe Salonboot „Veluwe" is om ca. 7.30 in A'dam terug. Afvaart dagelijks 10.30 uur Sloterkade b/d Zeilbrug. Ret. 1.-, kind. 0.50. Inlichtingen en dienstregeling gratis. Telef. 80993. De wn. Secretaris-Generaal wn. hoofd van het Departement van Financiën, brengt in verband met^ de reeds vermelde verhooging van den tabaksaccijns ter kennis: I. Voor de berekening van den accijns wordt de kleinhandelsprijs naar boven afgerond. A. voor sigaren, belast met een accijns van 20 ten honderd: a. wegende per 1000 stuks minder dan 4% kilogram tot f 45, f 50, f 60, f 70, f 75 f 80, f 90, f 100, f 110 f 120, f 130, f 140, 'f 150, f 160, f 180, f 200, f 250, f 300 f 350, f 400 en verder tot veelvouden van f 100 per 1000 stuks; b. wegende per 1000 Stuks 414 kilogram of meer, doch minder dan 5 kilogram, tot f 50, f 60, f 70, f 75, f 80 f 90, f 100, f 110, f 120, f 130, f 140, f 150, f 160, f 180. f 200, f 250, f 300, f 350, f 400 en verder tot veelvouden van f 100 per 1000 stuks; c. wegende per 1000 stuks 5 kilogram of meer tot f 60, f 70, f 75, f 80, f 90, f 100 f 110, f 120, f 130, f 140, f 150 f 160, f 180, 'f 200, f 250, f 300, f 350, f 40Ó en verder tot veelvouden van f 100 per 1000 stuks. B. voor sigaren, belast met een accijns van 25 ten honderd: a. wegende per 1000 stuks minder dan 3% kilogram tot f 25, f 30, f 40 f 45, f 50, f 60, f 70, f 80, f 90 en f 100 per 1000 stuks met dien verstande, dat de kleinhandelsprijzen van f 25, f 30, f 35 f 45, f 60 en f 90 per 1000 stuks slechts zijn toegelaten voor niet stuks gewijs gezegelde sigaren; b. wegende per 1000 stuks 3 Vi kilogram of meer, doch minder dan 4V2 kilogram, tot f 40, f 45, f 50, f 60 f 70, f 80, f 90 en f 100 per 1000 stuks met dien verstande, dat de kleinhandels prijzen van f 45, f 60 en f 90 per 1000 stuks slechts zijn toegelaten voor niet stuksgewijs gezegelde sigaren; c. wegende per 1000 stuks 414 kilogram of meer tot f 60, f 60, f 70, f 80 f 90 en f 100 per 1000 stuks, met dien verstande, dat de kleinhandelsprijzen van f 60 en f 90 per 1000 stuks slechts zijn toegelaten voor niet stuksge wijs gezegelde sigaren; C. voor igaretten tot f 10, f 12.50, f 15 f 17.50, f 20, f 22.50, f 25, f 27.50, f 30, f 35 f 40, f 45, f 50, f 60, f 70, f 80, f 90 en f 100, en verder tot veelvouden van f 25 per 1000 stuks; D. voor rooktabak, pruimtabak en snuif tot f 2, f 2.20, f 2.40, f 2.60, f 2.80, f 3, f 3.20, f 3.60, f 4, f 4.50, f 5, f 5.50, f 6 en verder tot veelvou den van f 1 per kilogram. Voor hoeveelheden van minder dan 100 stuks of 1 kilogram wordt de accijns naar evenredigheid berekend. II. Niet stuksgewijs gezegelde sigaren mo gen worden verpakt bij 250, 100 50, 25, 20, 10 en 5 stuks en in den kleinhandelsprijs van f 25 per 1000 stuks bovendien ook bij 4 stuks. Sigaretten mogen worden verpakt bij 100, 50, 25, 20, 10 en 5 stuks. Sigaren en sigaretten, waarvan de kleinhan delsprijs per 1000 stuks anders dan in volle guldens is uitgedrukt, mogen niet anders dan bij volle tientallen worden verpakt. Rook- en gekorven pruimtabak mogen worden verpakt bij hoeveelheden van 500, 250, 100 en 50 gram netto-gewicht. Pruimtabak in rollen en stangen mag worden verpakt bij hoeveelheden van 5, 24/2, 1 kilo gram. 500 en 250 gram netto-gewicht, met dien verstande, dat de hoeveelheid van 250 gram slechts is toegelaten in de kleinhandels prijzen van f 5 en f 6 per kilogram. Snuif mag worden verpakt bij hoeveelheden van 100 en 5 gram netto-gewicht. Rook- en pruimtabak mogen uit het buiten land worden ingevoerd in verpakkingen, waar van het netto-gewicht afwijkt van hetgeen hiervoor is bepaald', mits die verpakkingen worden voorzien van zegels aanduidende het netto-gewicht naar boven afgerond volgens de hiervoor gemaakte onderscheidingen. III. de als gevolg van sub I van deze reso lutie vervallen kleinhandelsprijzen blijven nog van kracht ten aanzien van die tabaksfabri katen, welke op het tijdstip van het in werking treden van deze resolutie in het vrije verkeer zijn. IV. Het vorenstaande treedt In werking met ingang van' 13 September 1940. Men verzoekt ons de aandacht te willen ves tigen op de priesterretraite, die nog van 20— 24 Aug. op Manresa te Venlo wordt gegeven. Voor nadere mededeelingen richte men zich tot de directie. In verband met vervroegden aanvang der Universiteits-colleges, zijn ,de abituriënten retraites naar andere dagen verplaatst. Ze wor den nu niet gehouden van 912 en van 12—15 Sept., zooals eerst was bekend gemaakt, maai van 2427 en van 2730 Aug. De V.V.V. „Amsterdam" deelt mede, dat de voorstellingen van „Adam in ballingschap" te Amsterdam thans definitief zullen plaats vinden op Zaterdag 17 en 24 Augustus a.s. om 18.30 uur en Zondag 18 en 25 Augustus a.s. om 15 uur in het Vondelpark te Amsterdam. De regie berust bij den heer Albert van Dal- sum, de algemeene leiding bij den heer Carel Briels. Medewerkenden zijn: Willy Haak, Loudi Nij- hoff, Nell Knoop, Albert van Dalsum, Jan Musch, Louis van Gasteren, Johan Schmitz, Hans van Meerten, Paul Storm, Carel Briels. Het Nederlandsch Tooneellyceum opent met deze openluchtvoorstellingen haar werkzaamhe den in Amsterdam. BERLIJN, 8 Aug. Het Nederlandsche pers kantoor meldt dat het aantal Nederlanders in de Duitsche hoofdstad, dat 1 Januari j.l. tot 1480 gedaald was en per 1 Mei j.l. op ongeveer 1400 werd beschat, door de aankomst van Ne derlandsche arbeiders gedurende de laatste weken belangrijk is toegenomen en thans om streeks 1900 bedraagt. Men verwacht dat het aantal Nederlandsche arbeiders in Berlijn de komende maanden nog belangrijk zal blijven stijgen. Een aantal Nederlanders, die in de eer ste maanden van dit jaar naar het vaderland vertrokken, zijn inmiddels weer naar de boor den van de Spree teruggekeerd. Naar het „Handelsblad" verneemt, is thans de verkoop van kinderschoenen in de maten 1823 vrijgegeven. Voor den aankoop van deze kinder schoenen behoeft men dus van te voren géén bon aan te vragen. NEW YORK, 8 Aug. (D.N.B.). In een artikel over de stemming in Engeland schrijft de „New York Times", dat in lederen uit Engeland komenden brief in een of anderen vorm de zorg tot uiting komt over hetgeen de dag van morgen zal brengen. Dit, zoo merkt het blad hierbij op, toont de vreeselijke spanning, waarin het Engelsche volk leeft. Reeds voor den afzon derlijken mensch bestaat er niets vreeselijkers dan onzekerheid. Wanneer echter deze onze kerheid een volk van 45 millioen zielen betreft, dan kan men zich de stemming van een volk voorstellen, dat iederen morgen opstaat met de vraag, of deze dag de dag der verschrikking zal zijn. (Van onzen Brabantschen correspondent.) Terecht is reeds dikwijls een loflied op den boer gedicht en gezongen. Hij verdient die eer ten volle, want wat zou er van ons, stedelingen, geworden als de akkers niet met kennis van zaken werden bebouwd en hierdoor de rijke vruchten der aarde ons zouden onthouden blij ven? Iedereen is den boer erkentelijkheid verschul digd. En iedereen draagt hem een goed hart toe. In doorsnee zijn de lieden van den buiten dan ook allen puike menschen: ze zijn naarstig en arbeidzaam, geloovig en godsdienstig, schrik ken er niet voor terug heel vroeg op te staan er> de werkelijke hitte van den dag te dragen, hun aard en zeker die van dit Brabantsche is blijmoedig, gul en hartelijk en daarnaast dragen zij den eenvoud, die hun schoonste sie raad is, in het hart. Talloos zijn de eigenschappen, welke in den boer mogen geroemd worden en die hun stand tot eer en het volk tot heil strekken, doch daar naast heeft hij er eenige, welke romanschrijvers dankbare stof boden. De goeden niet te na gesproken, zijn de mees te. bewoners van het platteland stijfhoofdige en koppige heeren, die zich niet spoedig, dikwerf zelfs nooit, van hun stuk laten brengen en tegen wit zwart blijven zeggen als ze eenmaal zwart tot lijfskleur hebben gekozen. De Brabantsche boer is niet anders dan zijn collega's elders: evenals zij is ook hfj met den grond, dien hij beploegt en bezaait, vergroeid, zit hij er zoodanig aan vast, dat zijn blik in menig opzicht niet verder reikt dan de sloot of de prikkeldraad-omheining, die zijn lande rijen begrenst, dat hij z'n eigen belangen hoo- ger aanslaat dan die van het algemeen. En bo vendien laat hij zich sterk leiden door gevoelens van sympathie en antipathie. Wie zijn vertrou wen heeft, is zijn vriend, maar wee dengene, die dat vertrouwen op een of andere wijze heeft verspeeld! En z'n vijand is ook hij, die naar zijn grond durft wijzen of tegen wien vermoe dens van inbreuk op zijn rechten zijn gerezen. Deze kan geen goed meer stichten, ook al meent hij het zoo kwaad niet en poogt hij het werkelijk karakter van zijn bedoelingen, die niets kwaads inhouden, duidelijk te maken. Vandaar de heeren rechters kunnen daar van medespreken is «en doodgewone heg, 'n bruggetje over 'n weteringetje, 'n wegje langs of door een veld, oorzaak van menig drama ge worden en vonden politieke verwikkelingen in een dorpsgemeente daarin haar ontstaan. Hetzelfde geldt voor de waterschappen, die nuttige instellingen, waarvan een vlot function- neeren en het stipt nakomen der doelstelling zoo nauw verband houdt met den staat en den welstand van een boeren behuizing en het erf er rondom. De waterschappen zijn er om, door het op peil houden van het water in de polders en bouw landen, een zoo groot mogelijke opbrengst van den bodem te verzekeren. Bij dit instituut is iedere boer, die land binnen de begrenzing heeft liggen, hetzij als hoofdingeland, hetzij als inge land aangesloten, hij betaalt daarvoor jaarlijks per hectare bepaalde lasten en zoo verlangt hi), dat zijn belangen evengoed worden gediend als die van den buur, die belendende of elders ge legen perceelen bezit. Elkeen, diemet waterschapsaangelegenheden, zelfs oppervlakkig, op de hoogte is, weet, dat ten gevolge van de hoogere of lagere ligging van de gronden het niet wel mogelijk is alle op gelijke wijze, naar behoefte dus, te bedienen. Dit leidt dikwerf tot moeilijkheden, welke groeien en grooter worden naar de mate bij den boer ster ker de meening post vat, dat men „iets" tegen hem heeft en men hem daarom opzettelijk bij anderen achterstelt. Heeft eenmaal die gedachte zich vastgezet en spelen de antipathie en de jaloezie mede een rol, dan de ervaring heeft het bewezen helpt er geen lieve moedertje meer aan: een conflict is geboren, het wordt, evenals de be kende boom, hoe langer hoe „dikker" en de vre de en daarmede de mogelijkheid voor het pol der- of waterschapsbestuur tot het doen van vruchtbaar werk voor jaren soms verdwenen. Komt daarbij nog, dat een dijkgraaf of bestuur- deren een hautaine houding aannemen en, wat ook wel voorkomt, de stemgerechtigden maar laten praten, dan kan men in het waterschap blijvend op een guerilla-revolutie met dikwijls zeer heftige treffers rekenen en gaan de eens gezindheid en saamhoorlgheid voor goed in kop pigheid, wantrouwen en vijandschap ten onder, niet alle onaangename gevolgen daarvan. In de jongste zomerzitting der Staten van Noord-Brabant hebben de waterschappen, even als eertijds, wederom ruimschoots him deel gehad. Van verschillende dezer instituten zijn de bijzondere reglementen herzien, hetgeen betee- kent, dat hun Innerlijke constellatie 'jis verste vigd, of dat groepen polders, die tot nog toe op zichzelf stonden, in onderling verband zijn ge bracht. Hiermede werden even zoovele stappen verder gezet op den langen weg, die leidt naar volle dige saneering en definitieve regeling van den waterstandstoestand in de provincie. Bij de behandeling van de onderscheidene, tot herziening strekkende voorstellen, is enkele ma len vanuit de vergadering de opmerking ge maakt, dat het wel heel lang geduurd heeft in enkele gevallen zelfs tien jaren vóórdat Ged. Staten die voorstellen ter afdoening aan het college der provinciale afgevaardigden heb ben aangeboden en dat het betrachten van wat meer spoed in de toekomst niet slechts ge- wenscht, maar ook noodzakelijk is. Een en ander gaf de aldus aangevallen In stantie reden er op te wijzen, dat in dezen niet de schuld bij Gedeputeerden moet worden ge zocht. Zij toch zijn voldoende vooruitstrevend; de oorzaak van het traineeren moet veeleer wor den geweten aan de belanghebbenden, die het onder elkaar over een bepaald en meermalen onbelangrijk punt maar niet eens kunnen wor den. Zelfs over een nu ter zitting gebracht voor stel bestond in den boezem van den betrokken kring nauwelijks eensgezindheid: eigener be weging hadden Gedeputeerden daarom voorge steld te besluiten tot den bouw door de provin cie van een noodzakelijk water-gemaal, maar rij vreezen zelfs nu nog, dat zich wederom moei lijkheden zullen voordoen, wanneer het straks op de betaling van de te maken kosten zal aan komen Daarom drongen eenige Statenleden op in tensiever ingrijpen van boven af aan, doch hier tegenover stelde de bestuurstafel de opvatting, dat het beter Is van onder af iets te laten op komen, dan het van boven af op te leggen. Deze stelling is misschien in haar strekking zeer nobel, doch als de ervaring leert, dat wen schen en werken, zelfs een decennium oninge- willigd en onuitgevoerd moeten blijven, omdat, nu ja, een machthebbende enkeling of eenige tientallen stemgerechtigden uit kortzichtigheid, of wat ook, den boel onnoodig ophouden tot schade van henzelf, anderen en het algemeen belang, zijn er toch'ruimschoots termen aan wezig om afstand te doen van een overigens prijzenswaardige lankmoedigheid. En mag een sterke arm, die niet tot partijen behoort, zonder scrupules den knoop doorhakken. De voordeelen daarvan zijn meertallig: het algemeen belang is er mede gediend, men leert de kwaadwillige elementen zich schikken In het onvermijdelijke, men ontbolstert hun koppigneld en men bevordert de saamhoorlgheid en de een- .heid, welke onze tijd vraagt. Het mooiste leven is dat van den journalist. „Natuurlijk", zult u zeggen, „die man van de krant roemt zijn eigen beroep boven elk ander menschenbestaan." En tóch, lezer, meenen wij dit te mogen beweren. Het is werkelijk gebeurd, dat een vooraanstaande persoonlijkheid ver zekerde: „De journalist moet van alle markten thuis zijn, anders deugt hij niet voor zijn werk." Hiermee werd niet bedoeld, dat de journalist in elk vak den doctorstitel behoort te halen, neen, maar hij moet zóó vaak met menschen omgaan en zich zóó gemakkelijk in elk milieu kunnen bewegen, dat hij nooit met een mond vol tanden staat. En wanneer hij hiervan voor zichzelf overtuigd is. zal géén beroep méér af wisseling bieden. Daarin ligt juist de charme, de betoovering van het joumalistenbestaan. U noemt uw dienaar een snoever, een zelfverheer* lijker. Gaat uw gang maar hebt dan ook den moed deze geschiedenis tot de laatste letter dcor te worstelen. Aan het einde zult u schuld bewust moeten erkennen, dat u te vroeg uw beker van gramschap over mij uitstortte. Talrijke lezers en lezeressen zweren bij hun krant, weten, dat hun blad in alle moeilijkhe den een oplossing kan geven, mits ze er het volste vertrouwen, in hebben. Dat vertrouwen moet ongetwijfeld voortvloeien uit de overtui ging, dat de redactie ook in de meest penible omstandigheden des levens den lezer een hart onder den riem weet te steken. Wilt u een be wijs van mateloos vertrouwen? U zult het hebben. Wij ontvingen een brief van een door liefdes smart gebroken jongeling. Hij is zijn geliefde verloren, ziet geen uitkomst meer en nu hij is uitgesloten van de omhelzing van de uitver korene zijns harten, werpt hij zich ten einde raad in de armen van een der redacteuren van zijn dagblad. Die moet dan maar eens als hu welijksmakelaar fungeeren en een oplossing zoeken. En tot welken journalist zou de be droefde zich beter kunnen wenden dan tot hem, die dagelijks toeft in het land der zoete minne, den journalist, die „Het Verhaal van den Dag" verzorgt. Hij immers weet uit de schier on telbare verhalen, die ter' plaatsing worden aan geboden, hoe wonderlijk Cupido's wegen zijn en hoe eigenaardig dit gebenedijde godenkind zijn liefdespijlen richten kan, zóó, dat „ze elkaar altijd krijgen." Thans moet de redacteur van „Het Verhaal van den Dag" er bij Cupido op. aandringen de reden bekend te maken, waarom hij op een Za terdagmiddag zoo harteloos met den van smart weenenden jongeling heeft gespeeld. Want dat de jongeling weende staat vast: er was een vlek in den zin, waarin hjj ons verlof gaf zijn brief als kopij te gebruiken, een vlek, ontstaan door de vermenging van een traan met vulpen- inkt. In dezen betraanden zin vertelde hij „aan den lijve" ondervonden te hebben wat hij ging vertellen. En dit mogen we ook u meedeelen: „Ik maakte voor het eerst door tusschen- komst van een vriend kennis met haar, toen wij aan het dansen waren. Ik bracht haar naar huis en wij gipgen een paar keer uit. De derde of vierde week kwam ik bij haar thuis. Ik hield veel van haar zooals het meer gaat, en ik vermoed zij van mij." Mogen we hier even onderbreken? Ja, een vriend kan een jongeling op andere paden brengen. We zeggen niet „slechte" paden, want het pad der liefde kan zonnig én vol rozen zijn kan zelfs leiden door danszalen en naar ouderlijke huizen. Maar er kunnen ook wolxen en schaduwen komen, zoodat er meer doornen dan rozen overblijven op het liefdespad. Zoo gaat dat wel meer, zoo was het ook hier het geval. De diep bedroefde jongeman vertelde verder: „Ik kreeg ruzie met haar oom en ik denk. dat hij de reden is, dat t uit is tusschen ons. Op een Zaterdagmiddag zei ze tegen mij: „Wim, ik wil het afmaken want ik dans liever dan jij." Dat is, dunkt mij, geen reden maar zij wilde geen andere opgeven. Ik kan haar niet vergeten en ik zit op het oogenblik veel te vaak in de kroeg, waar ik vroeger nooit kwam. Ik heb er dus alle belang bij, dat het weer aan komt." Machteloos heeft de jongeling zich overge geven aan de spiritualiën. Is dit goed te praten? Neen, dit feit moet gerangschikt worden onder „ongepaste dronkenschappen". Het is waar schijnlijk, dat de schrijnende uitroep „Wim, ik wi! het afmaken" doorloopend als een echo klinkt in het door dranken benevelde hoofd. Maar wat helpt dat? De plaats des jongelings is niet in een kroeg maar in de danszaal, waar het ontrouwe bruidje ronddanst. Zij danst im mers zoo graag! Welnu, hij dient óók te dansen, meer nog dan zij, liever nog dan zij. En haar hgzwaar zal vervallen. Het is een gelukkige omstandigheid, dat de jongeling zelf inziet, dat het zoo, in de kroeg, niet langer door kan gaan. Mijn meening is: alleen Cupido kan redding brengen. Welaan dan, groot-geëerde kleine lief desgod, ruk dezen jongeling weg uit de ver derfelijke kroeg en breng hem naar de dans zaal. Laat hem dansen, dansen met héar door de hemelpoort, de poort van den zevenden hemel der liefde Cupidootje, Speelgenootje, Denk nu even ook aan mij. Want, kleine liefdesgod, er staat een bruiloft op het spel. En ik veronderstel toch, dat de genen, die deelgenoot gemaakt worden in de smart, óók mogen deelen in de vreugde. En dat zijn wij samen! Zeg, Cupidootje, zou jij óók geen zin hebben in een bruiloft je? D. BERLIJN, 8 Aug. (D.N.B.). De decreten van den Führer over de benoeming van de gouw leiders Btirkel, Wagner en Simon tot leiders van het burgerlijke bestuur voor Lotharingen, den Elzas en Luxemburg, alsmede de benoeming van Baldur von Schirach tot rijksstadhouder en gouwleider te Weenen beheerschen het beeld van de ochtendbladen. Deze belangrijke personeels- wijziging, zoo schrijft de „Deutsche Allgemeine Zeitung" heeft behalve een binnenlandsche ook een sterke algemeene politieke be teekenis. Na voltooiing van de krijgsverrichtingen in het Westen herneemt thans in de genoemde bezette gebieden een burgerlijke orde haar rechten, waarbij uiteraard de uitoefening van de militaire souvereine rechten aan de militaire overheid voorbehouden blijft. De benoeming van Bürckel, Wagner en Simon is ook in regionalen zin zeer gerechtvaardigd. Van de nieuwe gebieden die thans onder het burgerbestuur van deze gouwleiders gesteld wor den, is elk ten westen van de gouw gelegen waar elk van deze drie mannen de laatste jaren reeds groote prestaties verricht heeft. Bon 91 tot en met 100 uit het brood- bonboekje. Geldig tot en met 11 Aug. (eventueel tot en met 15 Aug.) Recht gevend op: totaal 2000 gram brood of 2500 gram rogge brood. Iedere enkele bon geeft recht op 125 gram roggebrood. Bon 53 uit het Algemeen distributie boekje. Geldig tot en met 30 Aug. Recht gevend op: Half pond koffie of Half ons thee. Bon 66 uit het Algemeen distribu tieboekje. Geldig tot en met 30 Aug. Recht gevend op: Een kilogram suiker. Bon 90 uit 't Algemeen distributie boekje. Geldig tot en met 9 Aug. Recht gevend op: Half pond tarwebloem, of tarwe meel, of boekweitmeel, of rogge bloem, of roggemeel of zelfrijzend bakmeel. (alleen voor hen, die uitsluitend op petroleum kunnen koken) Zegel „Periode 3". Geldig tot en met 11 Aug. Recht gevend op: Twee Liter petroleum. Bon 1 tot en met 4. Geldig tot en met 23 Augustus. Recht gevend op: een half pond boter per bon. Bon 1 en 2. Geldig tot en met 23 Augustus. Recht gevend op een half pond margarine of gesmolten vet of boter per bon. Bon 3 en 4. Geldig tot en met 23 Augustus. Recht gevend op een half pond boter per bon met 10 ct. reductie per half pond. Bon 95 uit het Algemeen distribu tiebonboekje, geldig tot en met 11 Augustus geeft recht op: 250 gram rijst of rijstemeel. Bon 100 uit het Algemeen distribu tiebonboekje, geldig tot en met 11 Augustus geeft recht op 250 gram havermout of havervlokken of gort of grutten. Bon 105 uit het Algemeen distri butiebonboekje geldig tot en met 11 September geeft recht op 100 gram maizena of griesmeel of pud dingpoeder. Bon 110 uit het Algemeen distri butiebonboekje, geldig tot en met 11 September geeft recht op 100 gram macaroni of vermicelli of spaghetti. TOT WELKEN DATUM 9 Aug. Bloem, bakmeel enz. (90) 11 Aug. (15 Aug.) Brood (91100) 11 Aug. Rijst (95) Havermout, gort enz. (100) Petroleum (Periode 3) Boter of vet (14) Koffie of thee (53) Suiker (66) Maizena enz. (105) Macaroni enz. (110) 23 Aug. 30 Aug. 11 Sept. WASHINGTON, 8 Aug. (D. N. B.) De demo cratische senator Walsh, voorzitter der marine commissie van den Senaat, heeft aan een ver tegenwoordiger van de „New-York Journal American" verklaard, het voorstel van generaal Pershing, om vijftig Amerikaansche torpedo jagers aan Engeland te verkoopen, met alle kracht te zullen bestrijden, omdat de uitvoering van dit voornemen een „duidelijke oorlogshan deling" zou beteekenen. De minister van Marine, Knox, verklaarde gisteren aan journalisten in antwoord op een vraag of de Ver. Staten torpedojagers aan Engeland zouden verkoopen, dat dit een aangelegenheid is van het Congres. Verder wordt bericht, dat te Washington da verklaring van den vroegeren Amerikaanschen ambassadeur in Brussel, Cudahy, over het Keu rige gedrag van de Duitsche soldaten in België, alsmede in het bijzonder zijn vergelijking met de Amerikaansche soldaten, die rich, volgens zijn meening, niet zoo correct gedragen zouden hebben, groote verbazing gewekt heeft. De verklaring is in alle dagbladen afgedrukt en ook door de radio meerdere malen herhaald. De plaatsvervangende minister van Bulten- landsche Zaken, Welles, verklaarde, dat hij iederen commentaar van de hand wees, alvorens den nauwkeurigen tekst der verklaring van Cu dahy gelezen te hebben. Dezen tekst heeft hij aan den Amerikaanschen ambassadeur te Lon den, Kennedy, opgevraagd. STOCKHOLM, 8 Aug. (D.N.B.). Het Zweed- sche sa. „Athos", groot 1500 ton, is volgens be richten in de bladen od weg van Glasgolw naar een Scandinavische haven op 3 Augustus ge zonken. Het schip had 22 man aan boord benevens zes passagiers. Een lid der bemanning is om het leven gekomen. WASHINGTON, 8 Aug. (D.N.B.) De Fransche ambassade alhier heeft, volgens de „Washing ton Post", medegedeeld dat de eerst onlangs tot persattaehé benoemde Jean Paul-Boncour door de regeering in Vichy in de functie van ambas saderaad naar Sjanghai is overgeplaatst. Bon cour zal einde Augustus naar zijn nieuwe stand plaats vertrekken. BOEKAREST, 8 Aug. (D.N.B.). De leiding van de IJzeren Garde heeft de drie ministers, die tot de IJzeren Garde behooren, uit de partij gezet. Het betreft den minister van Onderwijs Boedisteanoe, den minister voor den Inventaris Noveanoe en den onderstaatssecretaris Bideanoe. Als reden voor de uitsluiting wordt vergrijp tegen de discipline der IJzeren Garde opgegeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5