Kath. jonge middenstanders bezien arbeid en beroep Ariëns-herdenking te Maarssen rnwrïTi De reorganisatie van het N.V.V. rouw die m het donker kwam DINSDAG 13 AUGUSTUS 1940 Feestpredicatie van den eerw. heer H. de Greeüe ut Door den trein gegrepen CONTACTCOMMISSIE MIJNBEDRIJF Mededeelingen Van den heer Woudenberg Kansen en plichten in den nieuwen tijd, volgens onwrikbare levensbeschouwing Arbeid in katholieke levens beschouwing Jonge zakenman in nieuwen tijd Ariëns en Christus iii \t* f M u Ariëns en wij NOORDHOLLANDSCHE LANDSCHAP Jaarvergadering te Schoort Thans geen vacantie-toeslagen Doodelijke aanrijding MINIMUMPRIJZEN VOOR TUINBOUWPRODUCTEN VERDRONKEN Oude materialen en afvalstoffen UIT DE STAATSCOURANT Belastingen DOOR SYDNEY HORLER De bestuurderendagen van het Nationaal Verbond van Kath. Jonge Middenstandsver- eenigingen in Nederland zijn Zondag en Maandag op de H. Landstichting bij Nij megen onder groote belangstelling gehou den. Om 3 uur werd het studie-congres geopend met een Lof ter eere van den H. Geest. Daarna sprak de voorzitter, Bert Sprangers, een welkomstwoord tot de 140 afgevaardig den der afdeelingen uit alle deelen van het land, de afgevaardigden van den N.R.K.M., den Werknemenden Middenstand, de Amjo (algemeene jonge middenstands-organisatie) de Jonge Boeren; tot de directie van de Ned. Middenstandsbank te Nijmegen, den leider Van het cultureele gedeelte van het pro gram Anton Sweers en dan Stoere Toe komstleider Nol Duindam. De aanwezigen stortten een gebed voor de in den oorlog gesneuvelde leden, waarna de voor ster er op wees, dat ruim 2500 leden zich ver dienstelijk maakten in allerlei burgerdiensten. Terstond na den oorlog werd het afdeelingswerk toet verdubbelde activiteit aangepakt en dat, aangepast aan de behoeften en nooden van den tijd. Het werk is ingeschakeld in den weder- °Pbouw. De leden boden hun diensten aan om to de nooden van de zwaar getroffenen te voor den; in het „middenstandsoffer" hebben zij een Werkzaam aandeel. Het „Stoere-Toekomst-Pro- gram" wordt met succes uitgevoerd. Het aantal leden is opmerkelijk toegenomen. Het a.s. winterprogramma staat in het teeken Van het beroep en in een nadere uitwerking Van het jaarprogram der Interdiocesane Jeugd commissie. Het werkprogram heeft tot titel: „Onze dagelijksche arbeid tot eigen vorming ih dienst van den nieuwen tijd". Er is wellicht Seen onderwerp denkbaar, aldus spr., dat toomenteel voor ons jongeren meer actueel is dan dit. Het program sluit aan op het „familie- program" van verleden jaar. Eerste inleider was rector Gerh. Jansen, ass. dioc. moderator, Utrecht, die de vraag behan delde „Welke is de beteekenis voor het leven Van den arbeid?" Inleider sprak de vergaderden toe als „Katho lieke jonge arbeiders!" en stelde vast, dat in deze drie woorden de oplossing van een wereld- Probleem schuilt en de geheele arbeid- en maat schappijrichting onmiddellijk geraakt wordt. Spr. verdeelde zijn stof in 3 deelen. I. De mensch is door God aangewezen om zijn koning van de schepping. Dit koning schap oefent hij uit door den arbeid, want door den arbeid heerscht hy over de natuur, be- heerscht hij de schepping. Gezien in het Schep pingsplan is dus: arbeid beheersching van de natuur; cultiveering van de natuur, van de schepping, deze tot ontwikkeling brengen. Een Voortzetting van het scheppingswerk van God zelve. Deze drang tot arbeiden ligt in de natuur van den mensch. Daarom: arbeiden niet voor de dommen alleen; iedereen moet arbeiden, lichamelijk of geestelijk, welke beide vormen aPart door Christus geheiligd zijn. XI. Het Hoogste in de orde der natuur, der schepping is de mensch zelf, die bestaat uit Keest en lichaam. Deze menschelijke natuur zal dus op de eerste plaats beheerscht, geculti veerd tot ontwikkeling gebracht moeten wor den; op de tweede plaats komt dan de cul tiveering van de stoffelijke natuur. Deze tweede toag nooit los gemaakt worden van de eerste. Het is de grondfout van de hedendaagsche maat schappij, dat ze alleen naar den nadruk legt °P dit tweede: arbeid is alleen maar de cul- Hveerlng van de stoffelijke natuur. Volgens dit verkeerde beginsel is zelfs de toaatschappij ingedeeld en op dit verkeerde be- KriP „begrip" opgebouwd. We moeten daarom den arbeid weer zien als functie (prestatie) van lederen burger op Keestelijk of materieel gebied tot opbouw van het geheel (organische staatsinrichting). XXI. De mensch is niet alleen maa tschappij- 'h, maar ook doel op zich met eeuwige geluks- hestemming van den Hemel. God gaf hem daar- °to den arbeid óók als het groote middel, om ^ch zelf te vervolmaken en daardoor zijn tovensdoel te bereiken. De conclusie van den inleider luidde: Zóó gezien geeft de arbeid ware levensvreugde ea geluk. Dan alléén krijgt het leven inhoud waarde. Alleen 't zuivere begrip „arbeid" Vah onze Katholieke Levensbeschouwing, steu nen op de Goddelijke Openbaring, kan de eenige Kclukkige oplossing geven in dezen maatschap- blijken chaos. Katholieke jonge kerels, doet je plicht. De tweede inleiding van den eersten dag werd Kcgeven door Drs. A. Wijffels, die als titel had Kekozen „De arbeidstaak van den jongen mid denstander in den nieuwen tijd". Het wezen van hen economischen arbeid, zei spr., is de zorg voor het levensonderhoud voor zichzelf en zijn gezin. Thomas geeft daarover duidelijke richtlijnen. Pr- belichtte de liberale rentabiliteits-verhoo- K'hg van een bedrijf, ten koste» van de arbeiders; ~6 industrialisatie werd zóó hoog opgevoerd in e laatste eeuw, dat er overproductie ont red, met alle gevolgen, die wij aan den lijve hebben ondervonden. Er moet voor ieder een plaats zijn, en in dit "toband besprak inleider de nieuwe taak van den zelfstandigen handeldrijvenden middenstand. Hij ging de geschiedenis van den stand na en had bij het lezen van oude geschiedenissen de wetenschap opgedaan, dat de nijvere midden stand uit „vagebonden en marskramers" was ontloken!! De tusschenhandel is hem toegemeten en daardoor is hij onmisbaar; maar dan wordt ook voortdurende aanpassing vereischt. Spr. be handelde vervolgens het probleem van het groot winkelbedrijf, niet te verwarren met de groot onderneming in den tusschenhandel. Volgens spr. moet de opmarsch van de groot-kapitalis tische onderneming gestuit worden, maar het warenhuis, niet opgenomen in een concern ook al zal het vele kleine winkels opslokken zal een plaats behouden. De jonge middenstand moet zijn plaats kennen in de maatschappelijk sociale ordening en zichzelf opvoeden tot een volwaardig, nuttig man in de maatschappij. Op deze inleiding volgde een interessante dis cussie, die zich voornamelijk rondom het vraag stuk „grootbedrijf" concentreerde. Des avonds verzorgde Anton Sweers met zijn Ghesellen van de Spelewei een cultureel pro gramma, dat bijzonder gewaardeerd werd. Maandagmorgen hield de heer L. van Doorn, vertegenwoordiger van den zakenmiddenstand in het Haarlemsche Bondsbestuur der K.JM.V., de derde inleiding, onder den titel „De nieuwe tijd roept ook U". De oude tijd is voorbij, aldus spr., en we behoeven er geen spijt over te hebben. De jongeren luiden de nieuwe periode in, hun taak is gewichtig, hun kansen zijn groot. Er worden persoonlijkheden gevraagd, menschen die al hun energie inzetten, niet hangen of zelfvoldaan zijn, maar hun dienende taak in het groote ge heel weten. Het is onjuist, het groot-waren huis tegenover den winkelier te zetten: de strijd kan gezond en eerlijk zijn, beide partijen hebben sterke wapenen. Het warenhuis is ontstaan door een hiaat in het distributie-systeem van den middenstander, maar het zal nooit overheer- schen. In den ouden tijd was de vraag: hoeveel verdienen we er aan? Nu gaan we het belang van den klant op de eerste plaats dienen, omdat daardoor ook het eigen belang gediend wordt. We moeten vaklieden hebben, die liefde voor hun artikel en voor hun stand voelen. Spr. kruidde zijn voordracht met talrijke voor beelden van soms sterk humoristischen, maar ook soms striemenden inslag en hij eindigde met den uitroep: jongeman, maak iets moois van het leven, dat God je gegeven heeft, leef niet voor niets, werk voor je ziel en je zaligheid! Na deze voordracht werd een collecte gehou den voor „Het Middenstandsoffer", die 60 op bracht. De vierde inleider op deze studiedagen was de heer J. v. d. Akker, hoofdbestuurslid van den Werknemenden Middenstand. Wij ouderen wiUen voor de jeugd een wegwijzer zijn, aldus spr., de oude staat van het H. Evangelie leidt alleen naar een blij en goed leven. Er dreigen vele ge varen, die echter des te meer kansen bieden voor den principieelen jongen kerel om zich voor de toekomst sterk te maken. En daarom was spr. zoo verheugd met de voortrekkers van de K.J.M.V. het onvergankelijk heilig idealisme te kunnen bespreken. Zijn uiteenzetting culmineer de in een oproep tot Godsvertrouwen, juist in dezen tijd. De wereld wacht op de daden der jongeren, op krachtige daden, geput uit de on sterfelijke bron van het eeuwig jonge Katholi cisme. Nadat de heer Cor Kloppenborg, lid van de contactcommissie der Jeugdstandsorganisaties, over mogelijkheden en onmogelijkheden in ver band met nationale concentratie, had gesproken, behandelde de verbondsmoderator enkele ac- tueele beginselgedachten. Anton Sweers en zijn Ghesellen en de Stoere Toekomst-leider A. Duindam vulden de pauzes op eigèn, loffelijke wijze. Het afscheid geschiedde onder het motto: met hooge idealen hernieuwd Nederland in! Zondag werd te Maarssen het 12e sterfjaar van den grooten priester Dr. Alphons Ariëns herdacht. Hoewel door de grootere reismoei- lijkheden zijn vrienden en vereerders niet in dien getale naar Maarssen waren gekomen, als voorgaande jaren het geval was, heeft toch een groot aantal personen zich opge maakt, om individueel den grooten doode piëteitsvol te herdenken. Om half elf begon in de parochiekerk van het H. Hart te Maarssen de plechtige Hoogmis, welke werd opgedragen door den heereerw. hooggel. heer G. Hartman, President van het Seminarie te Ry'senburg, daarby geassisteerd door de zeer- eerw. heeren prof. C. van Dijk, wnd. directeur van Sobriëtas uit St. Michiels-Gestel, als diaken, en prof. J. de Goeij uit Rijsenburg als sub diaken, terwijl de weleerw. heer J. Galama, kapelaan te Maarssen, als ceremoniarius fun geerde. Onder de aanwezigen merkten we o.m. op prof. dr. G. Brom uit Nijmegen, voorzitter van het Nationaal Ariëns-Comité, pater Elpidius Bruna, oud-directeur van Sobriëtas, den zeer- eerw. heer Geertman. pastoor te Enschede, de weleerw. heeren kapelaans C. J. Ebskamp te Maarssen en Veldman uit Vleuten, den heer C. J. Kuiper, lid van de Tweede Kamer, enz. Het zangkoor van de parochie voerde de drie stemmige Mis „Lauda Sion" van Kuipers uit. De kerk was geheel bezet. Er werd een collecte gehouden tot intentie van Ariëns voor de armen van de parochie. Onder de H. Mis hield de heer H. de Greeve een gloedvolle feestpredikatie naar aanleiding van den tekst uit Paulus: „Hoe sentite in vobis, quod erat in Christo", „Voelt dat in U, wat ook in het Hart van Christus is geweest." De gewijde spreker schetste zijn gevoelens bij zijn bezoek aan Ariëns' graf op dezen morgen. Aan zijn graf voelt men zijn tegenwoordigheid, wü tasten naar zijn geest, worden beter en vu riger in ons gebed en bidden „Neig Heer mijn hart naar Uw geboden en getuigenissen". Zoo als van al onze gevoelens, willen wij formuleeren, wat zich in ons bewust wordt, zoeken wij naar een omschrijving van het leven, van onze le venshouding en naar inzicht, om verantwoor ding te kunnen afleggen. En zoo zoeken wtj ook naar een karakteristieke formuleering van Ariëns leven en persoon. Bjj ons streven hier naar staan wij verbijsterd voor een zóó groot en veelomvattend mensch. Laat ik trachten een formuleering van hem te geven. Evenals bij ons zelf, zoeken wij ook naar Ariëns' reacties op de levenswerkelijkheid. En hoe reageerde deze Dr. Ariëns de kapelaan, de pastoor, de monseigneur, de vrome, de hei lige op zijn tijd? Hij was het zuiverste in gesteld op zijn tijd, omdat in hem leefde Paulus' woord „'Voelt dat in U, wat ook in 't Hart van Christus is geweest." Onwillekeurig pakt ons dan de gedachte, dat in Ariëns zooveel lijkt op Chris tus. En trekken we dan een parallel en vragen we ons af: Hoe reageerde Christus op Zijn tijd, dan zien we in Christus de liefde tot den Va- der, het medelijden met de menschen en de af schuw van het kwade. Steeds vinden we in Christus, de liefde tot den hemelschen Vader. In het „Misereor super turbam", Ik heb mede lijden met de schare, comprimeert zich het medelijden van den oneindig goeden Christus met de menschheid. En zijn afschuw van het kwade uit zich in den oneindig reinen Christus, als Hij ih drie geweldige slagen Satan van zich afwerpt. Afschuw van het kwaad, liefde tot den mensch, typeert zoowel Christus, als Ariëns. Wanneer wij staan bij Ariëns' graf.' dan voe len wij ons één met den grooten priester, den na volger van Christus, die zich oriënteerde op alle vraagstukken en nooden van het leven, niet al leen in zijn parochie, maar ook in de wereld daarbuiten. In Ariëns moet geheerscht hebben een groote, alles-omsluitende Godsliefde. Hij heeft anderen gediend om God. Steeds voelt men in Ariëns' leven als de groote aspiratie in hem zijn groote Gods-liefde. En omdat hij God zoo lief had, had hij de menschen zoo lief. Ook in het „Misereor super turbam" lijkt Ariëns op der» Heer. Ook Ariëns was goed en daarom een vijand van het kwade. En hij vulde het boek des le vens niet met woorden, maar met daden, waar door hij zich maakte tot Knecht Gods, in alles de uitvoerder van Gods Wil. Reeds als student gaat zijn medelijdend hart uit naar de nooden van de menschen en treffen wij hem in de ste gen en achterbuurten, weldoende met woord en daad. Ook Christus zocht de menschen op. Chris tus vocht tegen Satan, Ariëns vocht tegen den demon van het kapitalisme. Zoo groeit Ariëns voor onze oogen tot wat hij geworden is: een heilig mensch, dag en nacht werkend, zich niet storend aan klein-mensche- Iijk opzicht doch met open oor voor opbouwende critiek. Alles opofferend voor zijn ideaal, zooals in „Het Spel van de Kelk" zoo mooi wordt ge schetst. Zooals Christus is de vernieuwer door de ge nade, zoo is in beeldspraak over Ariëns te zeg gen, dat hij tot een levend sacrament is ge worden, een teeken van heiligmaking en van genade van bijstand, want wie met hem in aan raking kwam werd beter. Achter het blauwe oneindige, dat zich koepfelt boven Ariëns' Graf kunnen wij hem in de gemeenschap der heiligen één met ons zien. „Weest mijne navolgers" had Ariëns gerust mogen uitspreken, want met hem als' licht baken, als levend en lichtend voorbeeld, staan wij met afschuw tegenover de zonde en weten wij de juiste houding, ook ten opzichte van de vraagstukken van onzen tijd. Ieder heeft over het wereldgebeuren rondom zich zijn eigen ge dachte, de een is pro-dit, de ander pro-dat Laat ons echter bedenken, dat het er niet om gaat, of wij pro dit of dat zijn, maar of wij pro- Deo, of wij voor God zijn, of Gód populair la onder de menschen. En dan moeten we helaas constateeren, dat God niet meer populair is in de groote wereld. Want zij is heidensch en ma terialistisch ingesteld. Zijn wij als Ariëns, dan tasten wij naar het leed en verdriet van anderen, maar zal vóór alles ons streven zijn Gods populariteit in de wereld te vergrooten. In deze moeilijke tijden is die vrome mensch ons tot troost. Er is onder ons zooveel vijandschap, haat en laster. Is de diepste drijfveer in ons echter steeds God po pulair te maken bij de menschen, dan gaan wij met één stap over de kleine dingen van het leven heen. Het was Ariëns' streven om Gods woord en wet door te geven aan de menschen. het was zijn wensch, dat Gods naam van de lippen der menschen zou klinken. Zoeken wij dus naar een levensdoel, een le venshouding, dan is die te vinden in Paulus' woord „Hoe sentite in vobis, quod erat in Christo". Allen bezochten daarna de Dr. Ariëns-Kapel, op de begraafplaats aan den Amsterdamschen Straatweg. Er was daar eveneens gelegenheid tot het teekenen van een pelgrimsregister, waar van door velen gebruik werd gemaakt. Op den onbewaakten overweg aan den Kalkovenweg te Alkmaar is de 7-jarige P. Ter voort, aldaar, door den electrischen trein ge grepen en gedood. Het stoffelijk overschot werd naar het St. Elisabethsgasthuis te Alk maar overgebracht. De stichting Noordhollandsche Landschap vergaderde Zaterdag J.l. in het gerestaureerde oude Schoorlsche raadhuis, daartoe welwillend afgestaan door de tegenwoordige eigenaresse, de vereeniging „Hendrick de Keyser." De voorzitter, de he^r H. de Bordes, oud burgemeester van Bussum, herinnerde er in zijn openingsrede aan, dat ook in de tegenwoor dige tijden de arbeid voor het behoud van het natuurschoon ongehinderd voortgang kan vin den en met groote voldoening wees hy op den aankoop door de stichting van het 17 H.A. groote bosch „Wildrijk" in de gemeente Zijpe. Aan het dagelij ksch bestuur werd door de vergadering machtiging verleend tot den aan koop van terreinen, waarbij de koopsom een bedrag van 10.000 gulden niet te boven gaat. Het bestuur werd uitgebreid met de heeren H. W. E. Croockewit te Amsterdam, dr. J. Hij mans te Amsterdam en notaris H. J. van Veen te Schagen. Dr. ir. Bakker Schut, inspecteur voor de volkshuishouding in Noordholland, wees in een korte rede op de nog steeds voortschrijdende lintbebouwing in de provincie, niettegenstaande deze bebouwing dringend om beperking vraagt. Maandag vergaderde te Heerlen de contact commissie voor het mijnbedrijf. Door de direc ties werd medegedeeld, dat zij, zooals reeds in vorige vergaderingen is te kennen gegeven, het verzoek van de vakbonden om toekenning van een vacantietoeslag in de tegenwoordige om standigheden niet kunnen inwilligen. Nu echter op 16 en 17 Augustus, welke dagen aanvankelijk als vaste verlofdagen waren aangewezen door de bedrijven met het oog op de kolenvoorziening van Nederland normaal kan worden gewerkt, zal aan alle arbeiders over beide dagen boven hun gewone loon een toeslag van 50 procent worden uitgekeerd. De vertegenwoordigers der vakbon den namen van deze toezegging met waardee- ring kennis. Omtrent eenige in de vorige ver gadering door de vertegenwoordigers der vak bonden naar voren gebrachte punten werden door de directies inlichtingen verstrekt. Medegedeeld werd, dat de vertegenwoordigers der vakbonden het eens zijn geworden over een gemeenschappelijke basis voor een verbetering der mijnwerkerspensioenen. De van de zijde der vakbonden ontvouwde denkbeelden zullen door de directies worden overwogen, waarna in een volgende vergadering hierop zal worden terug gekomen. De vertegenwoordigers der vakbonden verzochten voorts de aandacht der directies voor het nog aanhangige vraagstuk van het arbeids- tempo. De directies antwoordden geen be zwaar te hebben, dat de daarvoor aangewezen sub-commissie weder haar arbeid ter hand neemt. Tenslotte werd overeengekomen na te gaan in hoeverre en op welke wijze het moge lijk zou zijn, de sinds 1917 tusschen de directies en de vakbonden in de contactcommissie van het mijnbedrijf met vrucht gevoerde samen werking nog doeltreffender te maken. Toen de dertigjarige H. T. uit Venlo, hande laar in granen en meststoffen, zich van Roer mond per fiets huiswaarts wilde begeven, werd hij onder de gemeente Swalmen door een auto aangereden. Zwaar gewond werd T. naar het ziekenhuis te Roermond overgebracht, waar hij enkele uren na aankomst overleed. De politie stelt een onderzoek in naar de oorzaak van de aanrijding. In een heden te 's-Gravenhage gehouden persconferentie heeft de commissaris van het N.V.V.. de heer H. J. Woudenberg, een uiteenzetting gegeven van de maatregelen, welke tot nu toe zijn genomen en welke nog dienen te worden genomen betreffende de reorganisatie van de vakvereenigingen. De maatregelen van den Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden in zake de Nederlandsche vakvereenigingen zijn genomen zoo zeide hij om 'n doeltref fende vertegenwoordiging van de belangen der georganiseerde arbeiders in nauwe sa menwerking met de instanties van het Rijks commissariaat te waarborgen. Het werk, dat de vroegere leiding van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen tot aan de overname heeft verricht, kon op de oplossing der sociale vraagstukken en hun practische ordening in het arbeidsleven slechts in beperkte mate invloed uitoefenen, daar deze leiding tegenover de bij haar aangesloten vak bonden, de eigenlijke dragers van den socialen arbeid, geen enkele verordenende bevoegdheid bezat. Haar werkzaamheden beperkten zich bijna uitsluitend tot de vertegenwoordiging in totaal 164 commissies, waarin veelvuldig over sociale problemen maanden en jaren lang gesproken of gedebatteerd werd, zonder dat in de zaak zelf practische resultaten werden bereikt. De vakvereenigingen voerden, voor zoover bin nen hun bereik, naar eigen goeddunken, elk op hun gebied, een sociale en een loonpolitiek, zoo als zij ook voor haar leden zelfstandig alle so ciale vraagstukken behandelden. Dit had tot ge volg. dat op sociaal terrein zeer uiteenloopencte regelingen tot stand kwamen, ook voor die vraagstukken, die met inachtneming van de speciale belangen voor elk vak uniform gere geld hadden moeten worden, zooals bijv. het recht op vacantie of een vacantieregeling en de bescherming van den arbeider tegen ontslag. Hetzelfde doet zich voor op het gebied der collectieve arbeidsovereenkomsten. In den loop van den tijd is een groot aantal dezer overeen komsten afgesloten, die niet op een algemeene basis en volgens algemeen geldende regelen zijn ontworpen, maar die dikwijls zelfs voor denzelfden bedrijfstak, principieele, door de zakelijke ver houdingen niet gerechtvaardigde, verschillen vertoonen. Door den samenhang van het N.V.V. en de hierbij aangesloten vakvereenigingen met in ternationale vakorganisaties kan het niet uit blijven, dat voor de behartiging van de belan gen der Nederlandsche arbeiders niet uitslui tend de Nederlandsche verhoudingen tot basis worden genomen, doch in zeer verstrekkenden zin ook de principes van de internationale politiek der vakorganisaties. Bij de controle der financiën werd geconsta teerd, dat het N.V.V. en een aantal van de hierbij aangesloten vakbonden het voorbeeld van de vroegere Nederlandsche regeering had den gevolgd en belangrijke bedragen, totaal vijf millioen, naar het buitenland hadden gebracht, aldus spr. De leiding van het N.V.V. zoo ging spr. verder bediende zich voor het versieepen van deze vermogens naar het buitenland van een bankinstelling, die zij zelf tot dit doel had opgericht en die naar buiten door eenige be stuurders van het N.V.V. werd vertegenwoordigd Deze gelden werden voor een deel gedeponeerd ten name van leidende personen van het N.V.V. of op een anderen naam belegd en aan deze het uitsluitend beschikkingsrecht over deze gelden toegekend. Er zijn dus, aldus spr., zonder de toestemming der leden gelden in het buiten land belegd, voor een groot deel in Engelsche oorlogsleeningen. Men weet derhalve niet, wan neer deze gelden weer ter beschikking van den Nederlandschen arbeider zullen komen. Al be hoeft dan ook niet met een volkomen verlies dezer gelden te worden gerekend, toch zijn op deze wijze aan den Nederlandschen arbeider millioenen onttrokken, die voor de verzorging zijn zijn sociale belangen hadden kunnen wor den gebruikt. Het was allereerst noodzakelijk maatregelen te nemen, die naast een reorganisatie der cen trale in de eerste plaats straffe samenvatting der organisatie van de vakbonden zoowel als van de plaatselijke bestuursbonden beoogt. Daarvoor is voor de toekomst een organische samenwerking van de Centrale met de vak organisaties gewaarborgd. Bij dezen maatregel kan worden geconstateerd, dat het allergroot ste deel der oude bestuurders reeds verklaard heeft ook onder de nieuwe leiding in positie ven zin aan de nieuwe ordening van het sociale leven mede te werken. De in de Centrale nieuw opgerichte afdeelingen zullen ook voor de vakbonden en de plaatselijke bestuurdersbon den de richting en den inhoud der toekomstige maatregelen bepalen, waarbij het vanzelf spreekt, dat in de vraagstukken, die slechts betrekking hebben op een bepaalden tak van het bedrijfsleven, zooals de regeling van loon- tarieven, aan den betreffenden vakbond als voorheen het werk zal worden overgelaten. De Centrale wordt echter door het feit, dat zij in het vervolg ook door de bsstuurdersbonden en vakorganisaties van alle gegevens omtrent be langrijke vraagstukken wordt voorzien, in staat gesteld voor het vervolg sterker dan tot dus ver invloed uit te oefenen op de ontwikkeling der sociale politiek tegenover de sociale zorgen van den Staat. De wensch naar een organisatorische samen vatting der arbeidersorganisaties is reeds in deze weken ten deele verwezenlijkt. Zoo heeft de Nederlandsche Vak-Centrale (N. V. C.) in haar laatste hoofdbestuursvergadering tot aan sluiting bij het N. V. V. besloten. Andere ver bonden houden zich eveneens ernstig met de aansluitingsgedachte bezig. Het is niet de bedoeling heden reeds bepaal de eischen voor de toekomst op te stelleft. De taak van den commissaris van het N. V. V. is veeleer, in enge samenwerking met de bureaux van den Rijkscommissaris en zijn staf van me dewerkers richting gevend, op de vorming van het arbeidsleven Invloed te oefenen, om op deze wijze bij de herordening der economische en sociale verhoudingen de gerechtvaardigde behoeften van den Nederlandschen arbeider veilig te stellen, aldus de heer Woudenberg. Hiertoe behooren naast economische ook de cultureele belangen van den arbeider. Er is bereids een plan ontworpen, vol gens hetwelk de pers, de film en andere cultureele i nstellingen steeds intensieven tn dienste van den arbeider zullen worden gesteld, en niet slechts voor hemzelf ver- poozing, ontspanning en geestelijke ontwik keling mogelijk zullen maken, doch ook zijn gezin (vrouw en kroost) in staat zullen stellen profijt te trekken van het cultn- reele leven van het larad Als een zeer belangrijk punt ligt het verder in het voornemen, uitbreiding te geven aan de maatregelen op het gebied der volksgezondheid, die zich tot dusver beperkten tot de tuberculo sebestrijding. Deze maatregelen zullen zoo energiek mogelijk worden doorgevoerd, met Het doel, den arbeider en zijn gezin te beschermen tegen schade aan zijn gezondheid en hem zoo doende zijn arbeidskracht zoo lang mogelijk te doen behouden. Het spreekt vanzelf, dat de nieuwe ordening van het sociale leven niet op basis van den klassenstrijd kan geschieden, indien zij resul taat wil hebben. Eveneens is de meening on juist. dat de arbeider den strijd om het bestaan slechts om. een paar cent loonsverhooging en in het algemeen slechts om economische dingen heeft gevoerd. De feiten nopen totde erken ning, dat de arbeider in de democratisch ge regeerde en door het kapitaal beheerschte sta ten een gerechtvaardigden strijd voert voor de erkenning van zijn persoonlijkheid als een ge lijk berechtigd lid der gemeenschap. Dit doel te bereiken is de voornaamste taak van de nieuwe N.V.V.-leiding. Het doel van allen sociaal-politieken arbeid is derhalve, aldus de heer Woudenberg, om in verstandigen vorm en zonder den door de klas senstrijd-idee ingegeven haat de vraagstukken op te lossen. Dit beteekent, dat bij het doorzetten van een socialen eisch de economische verhoudingen niet buiten beschouwing mogen worden gelaten, doch eveneens, dat ook bij eischen, welke van uit den economischen sector worden gesteld, de sociale verhoudingen in acht genomen moe ten worden. Voor de meeste producten zijn de minimum prijzen voor export dezelfde gebleven. Zoo bleef de minimumprijs voor roode kool op 3 per 100 kg. gehandhaafd voor kool tot en met 3 kg. per stuk en 2 voor grootere exemplaren. Gele kool noteert 3 per 100 kg.; witte kool 2 per 100 kg., maar met dien verstande, dat niet alle doorgedraaide witte kool voor rekening der Cen trale naar Duitschland geëxporteerd zal worden. Er zullen slechts op bestelling worden verzon den. De tomatenprijzen zijn, voor wat A, B en C betreft, met 1 per 100 kg. verminderd tot 11 per 100 kg., die voor de CC tomaten met 0.50 per 100 kg. tot ƒ8 per 100 kg. De minimum-exportprijs voor druiven is ver minderd van 55 tot 50. Peen is heelemaal van de lijst der minimumprijzen verdwenen. In den nacht van Zondag op Maandag is de 42-jarige gehuwde wegwerker J. Zwart, wonende te Zuidhoorn, door de duisternis met zijn rijwiel te Groningen in het Eendrachtkanaal geraakt en jammerlijk verdronken. Het lijk is later op gehaald. Ingesteld is een Rijksbureau voor oude mate rialen en afvalstoffen, gevestigd te 'sGraven- hage, Paleisstraat 7. De leiding van het Rijksbureau berust by een directeur, die daarby de aanwyzingen van den secretaris-generaal van het departement van Handel, Nyverheid en Scheepvaart in acht neemt. Als directeur is aangewezen de heer J. H. P. van Haaren. De ontvanger der directe belastingen enz. D. P. W. van Heuven is verplaatst van het kantoor der invoerrechten en accynzen te Tilburg naar het kantoor der directe belastingen te Eind hoven en de ontvanger der directe belastingen, enz., A. F. v. Walt Meyer van het kantoor der di recte belastingen en accunzen te Goes naar het kantoor der directe belastingen, invoerrechten en accynzen te Beverwyk. ril Nadruk verboden Een van hen, de buiten zichzelf van opwin- 'toS scheen te wezen, en in wien Holiday den "jrecteur van het hotel herkende, mompelde van to'es door elkaar en gedurende die enkele secon- ?eh had Holiday veel te veel werk om weer be- ?0°rlijk op adem te komen om zich daarover ^ruk te maken. Eindeiyk echter antwoordde hij l een vraag. ■Ken misdadiger en moordenaar tegeiyk was kamer binnengeslopen. Er ontstond een rusteling en het gelukte me hem uit het raam Kooien. Hy ligt nu op de binnenplaats. Laat ^Jebüeft dadeiyk de politie komen om hem te ^esteeren." Kadat de directeur van het hotel eenigszins iS* 2tlh verbazing was bekomen waarmede r'i veel tijd gemoeid was gaf hy de noodige Jv®len. Alles ging echter zoo traag in zijn werk, t Holiday buiten zichzelf van woede raakte, kerel zal intusschen ontkomen," brulde De directeur nam Holiday met een uitdruk king in zyn oogen op, alsof hy hem als volko men krankzinnig beschouwde. „Monsieur, een doode kan niet meer wegloo- pen. U moet niet vergeten dat hy een val heeft gedaan van een hoogte van dertig voet. Ik kan er zeker op rekenen dat de ruit van het raam door u vergoed wordt, nietwaar, monsieur?" Het voorgevoel van den Engelschman bleek evenwel bewaarheid te worden, want vyf minu ten later kwamen de bedienden van beneden terug met de mededeeling, dat er nergens een levende, gewonde of doode man ontdekt was ge worden. Holiday kon een vloek niet weerhouden, ofschoon deze hem allerminst opluchtte. Voor hem zelf was deze ontvluchting van niet byster veel belang, maar het drong heel duideiyk tot hem door dat zoolang deze adder nog vry rond kon loopen, het mooie, geheimzinnige meisje dat zyn besdherming had gezocht, in gevaar zou blijven verkeeren. En dat was een verre van prettige gedachte. Het spreekt vanzelf dat hy gedurende het ver dere gedeelte van den nacht geen oog meer sloot. Toen de eerste morgenschemering naar binnen viel, lag hy nog steeds met de revolver in de hand met open oogen om zich heen te kijken. Niets gebeurde er meer. Niettemin had hy het idee en het bleek dat zijn vermoedens ook in dit gedeelte juist waren dat een en ander slechts een stilte vóór den storm uitmaakte, HOOFDSTUK IV De man die op Falstaff geleek Na den machtigen Franschen kost was het een waar genot weer eens van een eenvoudig En- gelsch maal te kunnen genieten. Nadat Holiday den ober verzocht had hem koffie en likeur te brengen, kon hij niet nalaten een zucht van te vredenheid te slaken. „Blij weer terug te zyn?" informeerde Peter Traill. „Mijn zoon," zei de ander glimlachend, „ik kan niet in woorden uitdrukken hoe gelukkig ik me voel. Ik verzeker je dan ook plechtig dat niets of niemand me de eerste zes maanden uit Engeland weg kan krijgen. Ik héb gesproken." Zijn metgezel nam een vaderiyke houding aan. „De groote moeiiykheid is met Jou, Holiday, dat je niets te doen hebt en hierdoor het leven niet kent. Oh, ik weet best dat je tot een van de zes beste polospelers van de wereld wordt gere kend, mar wat wil dat per slot van rekening zeggen? Er bestaan belangryker dingen dan een bal met een croquet-hamer te raken. Waarom volg je myn geacht voorbeeld niet om iets nut tigs uit te voeren?" „Byvoorbeeld?" „Om te beginnen kon je iets van Je rijkdom men afnemen en in een paar zaken steken, die wij van plan zyn binnenkort op te richten." „Welk verschil bestaat er nu eigeniyk tus schen den Duivel en de Effectenbeurs?" vroeg Holiday sarcastisch. „Als Je er krap voor zit, Peter, dan kun je elk redelyk bedrag van me krygen dat moest je toch waarlyk weten, zonder dat ik je er op attent maakte maar ik laat me hangen als ik van plan ben me in speculaties te mengen. Niettemin," voegde hy er op een gewijzigden toon aan toe, „kan ik me vaak geweldig vervelen." „Dan blyft je nog altyd een huweiyk over," stelde Traill voor, terwyi hy een sigaret aanstak. „Met jouw geld en relaties zoowel in Engeland als in Amerika, komen er ettelyke vrouwen op je los, Zoodra je je pink maar in de hoogte steekt. Weliswaar is een huweiyk riskanter dan polospel, maar in elk geval had je dan wat te doen." Er verschenen een paar diepe rimpels in Holi day's voorhoofd. Het gaat juist om het bewuste opsteken van een pink, Peter. Ik heb nooit veel om vrouwen gegeven zooals je weet, en voordat ik ooit tot een huweiyk zou overgaan, moest ik heel zeker weten dat ik om myn persoon en niet om myn duiten werd genomen." De ander begreep dat Holiday in vollen ernst sprak. Het had al geruimen tyd In hun kringen ver wondering gewekt dat Gerald Holiday nog niet getrouwd was. zyn moeder was een Amerikaan- sche, en zyn vader 'n Engelschman, en waar Ge rald stand, positie, geld en een knap uiteriyk bezat, had hy de beste partyen kunnen doen. Doch zooals reeds gezegd, hadden vrouwen tot nu toe bitter weinig attractie voor hem beze ten, en had hy zich volkomen aan de verschil lende takken van sport overgegeven, zonder zich veel om het schoone geslacht te bekommeren. Tot nu toeTerwijl hy echter in de hall van the Berkeley was gezeten, en naar de ko mende en gaande bezoekers keek, raakte Holi day tot "de ontdekking, dat een eigenaardig ge voel van onrust zich van hem had meester ge maakt. Hy bevond zich in een gelegenheid waarop hy altyd ten zeerste gesteld was ge weest en toch viel het niet te ontkennen, dat alles heel anders was dan hy zich een week voordat hy Monte-Carlo verliet, had voorgesteld. Gedurende de laatste acht en veertig uren had hy slechts aan één enkel bepaald ding gedacht en het leek waarlyk alsof hy zich daarvan met geen mogelijkheid los kon maken. Wanneer zou hy het meisje uit den Blauwen Trein weerzien? „Ik ben bang dat ik vanavond geen gezellig heid aanbreng, Peter," bekende hy. „Laten we eens voor een verandering over jou praten. Wat is er den laatsten tijd gebeurd?" „Oh, niets byzonders," antwoordde de ander. „Wat zou er met zulk een alledaagschen man als ik ben kunnen gebeuren? Door een wreed, meedoogenloos lot gedwongen lederen dag naar de Effectenbeurs te gaan en „Die is schitterend!" viel Holiday hem lachend in de rede. „Je weet zeker wel wat de „Morning Moon" Zaterdagochtend over je schreef?" Holiday, die 't een of andere opgewonden ant woord had verwacht, keek zijn metgezel aan. En ineens vbiel 't hem op dat Traill's uiterlijk eens klaps een zekere verandering had ondergaan, zyn van tevoren zoo lustelooze houding had plaats gemaakt voor de waakzaamheid van een hond, die het spoor van wild ruikt. Zoo onver wacht en opvallend was deze verandering, dat Holiday zyn oogen ternauwernood kon gelooven. Was dit werkelyk de altyd kalme, byna trage Traill, tegenover wien hy zat? Waarom moest een persoon, die dagelyks dorre zaken had, een dergeiyke houding aannemen.... en dat nog wel in een van de deftigste restaurants van heel Londen? Het was inderdaad buitengewoon inte ressant, en onbemerkt volgde Iloltday de rich ting van Traill's blikken. Een man en een vrouw begaven zich in de richting van de deur. Ze waren beide opval lende figuren, doch Holiday zag dadeiyk dat Traill's oogen op den eerste gericht waren. De man was vry klein, maar bezat een bijna ongeloofiyke dikte. Zyn gang deed dan ook meer aan waggelen, dan werkelyk loopen denken. Bo ven zyn vetten nek stak een rond, dik, gladge schoren gezicht en om zyn lippen speelde een bijna teedere glimlach, die voor alle aanwezigen bestemd leek te zyn. Holiday schatte zyn leef- tyd op circa vyf en veertig Jaar: hy had een vrijwel geheel kale kruin, met uitzondering van enkele zandkleurige haartjes op zyn achter hoofd. Naar de kleur van zijn gezicht te oor- deelen, had hy zich gedurende het diner «au eten en drinken byzonder te goed gedaan. De vrouw naast hem wydde Holiday heel weinig aandacht aan; zyn groote belangstelling ging naar haar metgezel uit. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3