Inrichting van het zevende leerjaar Teresa Helena Higginson fel (rouw die in het ""Udonker kwam... Betalingsverkeer met Zuid-Slavië Benoemingen bij de Franciscanen Conclusie van de commissie van Poelje OM ZEEP Kerkdijk Leven Een opzienbarend en veel besproken boek, DONDERDAG 15 AUGUSTUS 1940 Oorlogsschade aan goederen in huurkoop Rechterlijke uitspraak inzake contract-naleving uitgelokt LOTEN ROTTERDAMSCHE SCHOUWBURG Halfjaarlijksche trekking uitgesteld Vestigingswet kleinbedrijf Toepassing voor tabakskleinhan del, mineraalwaterbedrijf en terrazzobedrijf Scheepsdiensten tusschen Delfzijl en Zweden Treinverbindingen naar de Leipziger Najaars-Messe Prov. Staten van Gelderland In kuip water verdronken Voortaan via de clearing Het protectoraat Bohemen en Moravië Wereldvrede St. Bernardus-bedevaart naar Nieuwkuijk dat den lezer troost en bemoediging schenkt, is het werk van Cecil Kerr: (1844—1905) UITGEVERIJ PAX - 's-GRAVENHAGE - GIRO: 94266 BENOEMING IN HET BISDOM HAARLEM UIT DE STAATSCOURANT Commissie voor den tabaks accijns Rijksverkeersinspectie Staatsloterij DOOR SYDNEY HORLER Verschenen is het verslag van de commissie- Van Poelje, aan welke commissie was opgedra gen te onderzoeken, hoe het zevende leerjaar en de eventueele hoogere leerjaren van de schooi voor gewoon lager onderwijs kunnen gorden ingericht, in het bijzonder ook in ver band met de hier en daar opgekomen neiging om door toevoeging van huishoudelijke vakken aan het onderwijs in die leerjaren een speciaal karakter te geven. De commissie komt in dit rapport tot de vol gende conclusies: Een oplossing van het aan de commissie voorgelegde vraagstuk moet gezocht wor den, zonder dat daarbij aan de grondslagen van de geldende wettelijke onderwijsorgani satie wordt getornd. 2. Hoewei het niet mogelijk is. een volledige analyse en een bepaling van haar onderlinge verhouding te geven van alle oorzaken, welke |ot het ontstaan van de tegenwoordige moei lijkheden hebben geleid, mag. wat het onder lijs aan meisjes betreft, voorop worden ge steld, dat vooral het nog altijd bestaand tekort aan primair nijverheidsonderwijs voor meisjes e«n groote rol speelt. Het is daarom gewenscht, dat, zoodra de openbare geldmiddelen dit toelaten, van overheidswege medewerking wordt verleend tot het stichten van een aantal, de pri maire opleiding omvattende, eenvoudige nijverheidsscholen voor meisjes. 3. Ook wanneer de onder 2 bedoelde scholen zullen zijn gesticht, zullen er meisjes overblij ven, die na het doorloopen van de eerste zes laren van het gewoon lager onderwijs niet naar £en nijverheidsschool overgaan. 'Voor dezen en, Zoolang een beduidende uitbreiding van het nijverheidsonderwijs voor meisjes niet moge lijk is. ook voor de onder 2 bedoelden dient normaal wettelijk de mogelijkheid te worden geschapen, dat het zevende en de eventueel volgende leerjaren een onderwijs geven, dat meer dan het overwegend tot het verstand sprekende onderwijs de belangstelling heeft van de leerlingen en dat voor haar verder leven ook Bfootere practische waarde heeft dan dit laat ste. 4. Voor het zevende leerjaar zal daartoe in den regel geen verdere uitbreiding van de leer stof noodig zijn, dan wordt verkregen door ont wikkeling van het vak nuttige handwerken in de richting van het z.g. lingerienaaien. 5. Zoodra men verder wil gaan dan onder 4 is zangegeven, dient de oplossing in de eerste Plaats te worden gezocht in samenwerking tus- schen de Lagere School en het Nijverheids onderwijs. 6. Indien in gevallen, als onder 5 bedoeld, sa menwerking van de lagere school met een nij verheidsschool niet mogelijk is, of daarvan om objectief te toetsen redenen moet worden afge zien, dient de mogelijkheid te worden gescha pen, dat aan het leerplan van het achtste 'eventueel negende) leerjaar der lagere school andere vakken van nijverheidsonderwijs dan lingerienaaien worden toegevoegd, mits onder de hoodige waarborgen, dat voor bouw en inrich ting van lokalen geen gelden uit de openbare kassen beschikbaar worden gesteld indien het medegebruik van andere lokalen met inrichting kan worden verkregen en dat op de uit de open bare kassen bekostigde gebouwen en inrichtin- Sen steeds de last zal rusten, dat tot medege bruik moet worden medegewerkt, zoolang het eigen gebruik gedurende een vast te stellen maximum-aantal lesuren per klasse de objecc- tieve mogelijkheid daarvan laat bestaan en dat °ok het onderwijs in deze vakken alleen door daartoe bevoegde leerkrachten wordt gegeven. 7. Voor de jongens ligt het vraagstuk anders dan voor meisjes, omdat de pri maire nijverheidsschool voor jongens steeds een school is. die een bepaalde vakopleiding Beeft. Daarom zal voor de jongens, voor zoo ver uitbreiding der leerstof in het geding is, er in den regel mede volstaan moeten wor den, dat praktisch georiënteerd onderwijs in handenarbeid in het leerplan van het ze vende en de eventueele hoogere leer jaren wordt opgenomen. Nadien dient te Worden onderzocht, in welke mate in be paalde deelen van het land samenwerking met land- en tuinbouwonderwijs mogelijk is en wat het zevende leerjaar en de even tueele hoogere leerjaren kunnen doen in de richting van voorbereiding voor die vakken, Waarvoor een schoolopleiding niet of nog niet bestaat, wellicht niet of moeilijk denk baar is. Bij het kantongerecht te Wageningen is een rivieie procedure aanhangig gemaakt welker Wloop zonder twijfel velen zal intersseeren. Het betreft hier het verkrijgen van een gerech telijke uitspraak over het al dan niet voldoen aan verplichtingen tot naleving van contract bepalingen inzake den huurkoop van appara ten, die tijdens den oorlog vernield of gestolen zijn. In de verwoeste gebieden komen tal van gevallen voor, dat radiotoestellen en stofzui gers, die in huurkoop verkregen waren, vernield of gestolen zijn, terwijl de huurders door het verlies van al hun bezittingen niet meer of nauwelijks aan hun financieele verplichtingen kunnen voldoen. Is een eisch van de verkoopers tot onmiddellijke verdere betaling en strikte naleving van de contracten onder deze omstan digheden gewettigd en gerechtvaardigd? Of verdient het aanbeveling in de betreffende ge vallen ruim uitstel of geheel afstel të verlee- nen? De Wageningsche kantonrechter zal een be slissing moeten geven of de betalingsverplich tingen in bepaalde gevallen gehandhaafd moe ten blijven, als het betrokken apparaat ver nield of gestolen is op een moment dat het nog geen eigendom was van den huurkooper. (Dit is eerst het geval zoodra de afbetaling geheel is voldaan. Tot aan deze laatste betaling is het toestel eigendom van den verkooper). De heer v. P. te Wageningen, die in deze materie een uitspraak wil zien, voert aan, dat de vernieling of ontvreemding een gevolg is van de clausule in het huur-contract dat het in huurkoop ontvangen apparaat in geen geval uit het pand van den huurkooper verwijderd mag worden. Was deze bepaling niet gemaakt, dan zou bij evacuatie het in veiligheid brengen voor het oorlogsgeweld van stofzuigers en radio-toestellen, die in huurkoop ontvangen waren, zeer wel mogelijk geweest zijn. Woensdag zou deze zaak voor het Wagening sche kantongerecht worden behandeld. Een be slissing nam de kantonrechter evenwel nog niet, omdat hij het voor een nader onderzoek noodzakelijk achtte de zaak veertien dagen te schorsen. De halfjaarlijksche trekking van de Rotter- damsche Schouwburgloten, welke in Juni had moeten geschieden, is om verschillende redenen uitgesteld moeten worden. Tengevolge van de gebeurtenissen op 14 Mei zijn de verzegelde bussen met de serie-nummers in het Notarishuis te Rotterdam verloren ge gaan. Uit den aard der zaak zijn dientengevolge administratieve moeilijkheden ontstaan, aan de oplossing waarvan met voortvarendheid gewerkt wordt. Voor zoover men thans kan beoordeelen, rekent men er op, dat de eerstvolgende trek king op 1 December zal kunnen geschieden, hetgeen dan naar alle waarschijnlijkheid een dubbele trekking zal zijn. Bij een drietal beschikkingen van den secre taris-generaal, wnd. hoofd van het departe ment van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, is de termijn, gedurende welken de Vestigings wet Kleinbedrijf 1937 van toepassing was ver klaard op den kleinhandel in tot verbruik be reide tabak, het mineraalwaterbedrijf en het terrazobedrijf, met zes maanden verlengd. De Zweedsche reederij „Svea" zal aan 't einde van de maand Augustus een dienst tusschen Zweedsche havens en Delfzijl via het Kieler- kanaal openen. Verwacht mag worden, dat over eenigen tijd een veertiendaagsche dienst op deze lijn zal worden onderhouden. Een Duitsche reederij zal reeds 20 Augustus een dienst tusschen Delfzijl en Zweden aan vangen. Naar wij vernemen, hebben zich voor de van 25 tot 29 Augustus te houden Leipziger Na jaars-Messe reeds zooveel Nederlandsche bezoe kers aangemeld, dat de op Zaterdagochtend 24 dezer vertrekkende extra-trein geheel is uitver kocht. Reizigers, die naar de Messe gaan en niet hebben geboekt voor den specialen trein, worden daarom attent gemaakt op de gewone trein verbindingen met Leipzig, welke voldoende plaatsruimte bieden. In de vacature in de Provinciale Staten van Gelderland, ontstaan door het overlijden van den heer K. van der Weijden, is benoemd ver klaard de heer J. Mooring te Zaltbommel, In een onbewaakt oogenblik is het anderhalf- jarig zoontje van den heer H. van den Anker te Waalwijk in een kuip water geraakt en ver dronken. Het Nederlandsch Clearing-Instituut maakt bekend: De afwikkeling van het betalingsverkeer tus schen Nederland en Zuid-Slavië geschiedt voort aan door middel van clearing. Onder de regeling vallen alle wederzijdsche betalingen wegens levering van goederen van oorsprong uit het andere land of die aldaar een be- of verwerking van beteekenis hebben onder gaan, betalingen wegens nevenkosten in ruimen zin van dit goederenverkeer en voorts o.a. ver- edelingsloon, patentkosten, licenties, auteurs rechten, pensioenen en kosten van onderhoud en ondersteuning. Tot nader bericht kan storting bij het Clea- ringinstituut zonder voorafgaande vergunning van het Deviezeninstituut geschieden. Wegens Wederzijdsche betalingsverplichtingen, voortspruitend uit overeenkomsten, afgesloten na 14 Augustus 1940, geschiedt de afwikkeling bin nen het kader der Nederlandsch-Duitsche en Duitsch-Zuid-Slavische clearing. Verplichtingen, uitgedrukt in dinars, worden afgerekend tegen den clearingkoers: 1 dinar 4,23 ct. De storting hier te lande geschiedt op de gewone wijze in de Duitsche clearing, waarbij op het gebruikelijke stortingsformulier A duidelijk in rood moet wor den vermeld „Zuid-Slavië". Wegens wederzijdsche betalingsverplichtingen, voortspruitend uit overeenkomsten, afgesloten tot en met 14 Augustus 1940, geschiedt de afre kening tusschen het Nederlandsch Clearing- instituut en de Zuid-Slavische Nationale Bank. Verplichtingen, uitgedrukt in dinars, worden afgerekend op de vroegere koersbasis, gefixeerd op: dinar 3,43 ct. Als termijn waarbinnen deze oude verplichtingen zullen moeten worden afgewikkeld, is voorloopig vastgesteld 31 Januari 1941. De storting hier te lande op grond van deze oude verplichtingen kan niet geschieden op postrekening, doch uitsluitend op de rekening „Zuid-Slavië" van het Nederlandsch Clearing- instituut bij de Nederlandsche Bank N.V. te Am sterdam, onder gelijktijdige inzending van het dezer dagen verkrijgbaar formulier A „Zuid- Slavië". Op de in te zenden formulieren moet zoowel voor de oude als nieuwe verplichtingen onder aan het formulier de schuld, waarop betaald wordt, duidelijk en nauwkeurig worden om schreven, bij schulden ontstaan op invoer onder vermelding van het statistieknummer der goede ren. Is de invulling onvolledig of ontbreken be scheiden, dan wordt het formulier teruggezonden en de storting voorloopig aangehouden. Voortaan moeten bij invoer uit Zuid-Slavië de gebruikelijke clearingdocume^ten aan de douane-ambtenaren worden overgelegd. Nederlandsche crediteuren moeten hun vor deringen, na ontvangst van het bericht van storting van het clearinginstituut, indienen door middel van het in de Duitsche clearing gebrui kelijke formulier „B", in te zenden aan de afdee- ling Vorderingen van het Nederlandsche Clea ringinstituut. Vanaf heden is voor den export een vereffe ningscertificaat vereischt. Vepvezen wordt naar onderstaande mededeeling van het Crisis Uitvoer Bureau. Hiermede Vervalt voor den export naar Zuid-Slavië de Exportdeviezenverklaring. Formulieren zijn verkrijgbaar bij de Kamers van Koophandel, de banken en het Clearing instituut. De bepalingen der Deviezenverordeningen 1940 blijven van toepassing op handelingen, vallende buiten het kader van bovenstaande regeling. Een leidraad voor het betalingsverkeer met Zuid-Slavië is over enkele dagen bij het Neder landsch Clearinginstituut, Anna Paulowna- straat 6, 's Gravenhage, verkrijgbaar. Het Nederlandsch Clearinginstituut maakt voorts bekend, dat de afwikkeling van het be talingsverkeer tusschen Nederland en het Pro tectoraat Bohemen en Moravië voortaan ook door middel van clearing geschiedt. Onder de regeling vallen alle wederzijdsche betalingen ter voldoening van schulden wegens goederenlevering of uit anderen hoofde, met inbegrip van financieele verplichtingen. In het algemeen kan storting bij het Clea ringinstituut zonder voorafgaande vergunning van het Deviezeninstituut geschieden. Zoodanige vergunning, aan te vragen bij formulier B/1 bij het Deviezeninstituut te 's-Gravenhage, is slechts vereischt voor stortingen, welke over making van kapitaalbedragen naar het Proteo- toraat ten doel hebben of zoodanige overmaking in zich sluiten. Wegens wederzijdsche betalingsverplichtingen, voortspruitend uit overeenkomsten, afgesloten na 5 Augustus 1940, geschiedt de afwikkeling binnen het kader der Nederlandsch-Duitsche en Duitsch-Boheemsche en Moravische clearing. Verplichtingen, uitgedrukt in Tsjechische kro nen, worden afgerekend op basis Tsjechische kroon gelijk aan 1/10 rijksmark of 7,54 ct. De storting geschiedt hier te lande op de gewone wijze in de Duitsche clearing, waarbij op het gebruikelijke stortingsformulier A duidelijk in rood moet worden vermeld „Protectoraat Bo hemen en Moravië". Wegens wederzijdsche betalingsverrichtingen, voortspruitende uit overeenkomsten, afgesloten tot en met 15 Augustus 1940, geschiedt de af rekening tusschen het Nederlandsch Clearing instituut en de Nationale Bank te Praag. Ver plichtingen, uitgedrukt in Tsjechische kronen, worden afgerekend op de vroegere koersbasis, gefixeerd op: Tsjechische kroon 6,42 ct. De storting hier te lande op grond van dezé oude Een nieuw „complex" heeft, naar het schijnt, De menschen in zijn greep: De stage jacht, de stille strijd Om zeep, om zeep, om zeep De zeep is steeds nog zonder bon, Maar velen zijn er bang; Ze zeggen: nu is zeep nog vrij, Maar wie zegt: voor hoe lang? Reeds vóór 't ontbijt gaan zij op pad, Ze neuzen hier en daar En komen dan met zeep terug, Met triomfant gebaar. Den verd'ren morgen loopen zij Ook hier en daar eens aan, En meestal komen z' uit zoo'n zaak Ook wel met zeep vandaan. De lunch, de thee, niets smaakt hun meer, Want waar zit nu de kneep? Ze interesseereh zich voor niets, Alleen nog maar voor zeep. Hoevelen hebben kasten vol. Het huis zelfs riekt ernaar. Laat komen wat er komen wil, Op dit punt zijn ze klaar. Ons Neerland is en blijve schoon, De zeep is Neerlands heil, Zoodat ze als een meter is Van ons beschavingspeil. Men strijdt om zeep en haalt die uit Den geksten hoek vandaan In lange tijden zijn er niet Zóóveel om zeep gegaan. HERMAN KRAMER verplichtingen kan niet geschieden op post rekening, doch uitsluitend op de rekening „Pro tectoraat Bohemen en Moravië" van het Neder landsche clearinginstituut bij de Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam onder gelijktijdige in zending van het dezer dagen verkrijgbaar for mulier A „Protectoraat Bohemen en Moravië". In beide gevallen moet onderaan het formu lier de schuld, waarop betaald wordt, duidelijk en nauwkeurig worden omschreven; bü schul den ontstaan uit invoer onder vermelding van het statistieknummer der goederen. Bij storting wegens rente, dividend etc. moet een nauwkeu rige specificatie worden gegeven- Voortaan moeten bij invoer uit het Protec toraat de gebruikelijke clearingdocumenten aan de douane-ambtenaren worden overgelegd. Nederlandsche crediteuren moeten hun vor deringen, na ontvangst van het bericht van storting van het Clearinginstituut, indienen door middel van het in de Duitsche clearing gebruikelijke formulier „B", in te zenden aan de afdeeling vorderingen van het Nederlandsch Clearinginstituut. Vanaf heden is voor den export een Vereffe ningscertificaat vereischt. Hiermede vervalt voor den export naar het Protectoraat de Export deviezenverklaring. De bepalingen der Deviezenverordening 1940 blijven van toepassing op handelingen, vallende buiten het kader van bovenstaande regeling. Een leidraad voor het betalingsverkeer met het Protectoraat Bohemen en Moravië is over enkele dagen bij het Nederlandsch Clearingin stituut verkrijgbaar. Het Crisis Uitvoer Bureau maakt in aan sluiting aan het bovenstaande bekend: Het Vereffeningscertificaat kan bij het Crisis Uitvoer Bureau worden aangevraagd op de voor Duitschland gebruikelijke wijze, d.i. door mid del van het gele aanvraagformulier, hetwelk bü den Economischen Voorlichtingsdienst en d« Kamers van Koophandel en Fabrieken verkrijg baar is. Bij deze instellingen zal binnen enkele dagen een handleiding voor de invulling van het genoemde aanvraagformulier beschikbaar zijn. Voor producten, welke onder een Uitvoer- monopolie uit hoofde van de Landbouw-Crisis- wet vallen, is de afgifte van het Vereffenings certificaat door het Crisis Uitvoer Bureau ge delegeerd aan de desbetreffende centrale- monopoliehoudsters Bovenstaande regeling brengt geen wijziging in de verplichting tot het indienen van een verzoek om dispensatie, resp. uitvoermachtiglng ingevolge de Uitvoerverbodenwet en het Crisis- Landbouw-Uitvoermonopoliebesluit 1939. De administratie der St. Bemardusbroeder- schap schrijft ons: Onder de vele heiligen die by ons volk zoo zeer geliefd zijn geniet St. Bernardus zeker een zeer geringe vereering. Wel mocht de groote Vredesapostel in vroeger tijden groote vereering genieten, maar thans wordt zeker aan hem te weinig aandacht geschonken. Om den honingvloeienden leeraar, den laatste der Kerkvaders aan wiens volgelingen ons land zooveel te danken heeft, weer die plaats in onze volksvereering te geven die hem zeker toekomt, hebben de Paters Bemardijnen van het klooster „Marienkroon" te Nieuwkuijk (Langstraat) een Broederschap te zijner eere ingesteld en het loffelijk initiatief genomen zijn feestdag met het daarop volgend octaaf op luisterrijke wijze te vieren door een bedevaart naar het klooster „Marienkroon" te organi- seeren. Ook dit jaar zal deze bedevaart plaats vinden en wel van Zondag 18 Augustus af. Opening der bedevaart 18 Aug. Te 10 uur plech tige Hoogmis. Gedurende het octaaf geschieden er iederen dag H.H. Missen om 7, 8 en 9 uur. 's Namiddags om 3 uur plechtig Lof met pro cessie. Voor den Zondag onder het octaaf, 25 Aug., geldt dezelfde regeling als voor 18 Aug. Gedurende het octaaf is er altijd gelegenheid om St. Bernardus te komen vereeren. Vele ver- eenigingen worden die dagen verwacht. •Te allen tyde kan men St. Bemardus-brood en -water (tegen ziekte van mensch en dier) laten wijden. Inschrijving in de St. Bernardus- broederschap kan te allen tyde geschieden. Het klooster „M'ariénkroon" noodigt gedurende deze dagen allen uit St. Bernardus' heiligdom te komen bezoeken om daar gezamenlijk te bidden voor het hooge goed waarvoor de heilige zoozeer geijverd heeft: den vrede. Byna vnf-en-dertig jaar geleden werd op het kleine kerkhof van Neston een eenvoudige en vrijwel onbe kende onderwijzeres begraven, die volgens haar gees- teiyken leidsman „een der grootste heiligen was, die de Almachtige God ooit in Zijn Kerk deed opstaan." Deze gestigmatiseerde vrouw werd door God met een byzondere zending belast, n.l. Apostel te worden van de devotie tot het H. Hoofd van Jezus, als Zetel der Goddeiyke Wijsheid. Christus gaf haar o.a. de uit- drukkeiyke verzekering, dat deze devotie eenmaal over heel de wereld de grootste van alle zou wezen: zü zou <ïe voltooiing en bekroning zijn van die voor zyn H. Hart. Teresa stond onder leiding van twee begaafde en zeer geleerde priesters, n.l. Pastoor Powell en Kanunnik Snow, laatstgenoemde was meer dan twintig jaar haar geesteiyke leidsman. Deze functie noodzaakte hem fei- teiyk voortdurend een diepgaande studie van de mystiek te maken. UIT DEN INHOUD: Kind van beloften. - De kloosterschool te Nottingham - Roeping voor het onderwijs - De Bruid van den Gekruisigde - De devotie van het Heilig Hoofd - De aanvallen van'dcn duivel - Opspraak en onderzoek - Booze tongen - Laatste reiniging - Het Mystieke Huwelyk - Leven van verborgen arbeid - Per crucem ad lucem - Kanunnik Snow's getuigenis - Bilocatie. Wie dit aangrijpende boek heeft gelezen, overstelpend van opzien barende feilen als openbaringen, visioenen en bilocaties, weet, dat er hoop bestaat: de meest stellige beloften heeft God juist voor onze dagen en voor het thans levend geslacht aan dese waarlijk vrome vrouw gedaan. Een boek voor vandaag en morgen. Kerkelijk goedgekeurd! INGENAAID 2.75 GEBONDEN 3.50 VERKRIJGBAAR IN DEN BOEKHANDEL EN BIJ Op voordracht van den Hoogeerw. Pater Pro vinciaal: heeft Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht eervol ontslag verleend aan pater H. Scheepers O.P.M., als pastoor te Vragender en heeft be noemd tot pastoor te Vragender pater A. Mulder O.F.M.; heeft Z. H. Exc de Bisschop van 's-Hertcgen- bósch eervol ontslag verleend aan pater L. G. Le Roux als pastoor t» Megen en heeft benoemd tot pastoor te Megen pater A. A. A. Smitz O. P. M.; heeft Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem eervol ontslag verleend aan de paters P. J. A. de Graaf O. F. M. als pastoor te Gouda, F. M. Megens O.F.M. als pastoor te Woerden, H. C. J. van Oerle O. F. M. als kapelaan te Gouda, L. C. M. Wildenburg O. F. M. als kapelaan te Delft (wegens gezondheidsredenen), J. L. H. Meys O. F. M. als kapelaan te Rotterdam, E. A. M. Vermeulen O. F. M. als kapelaan te Amster dam, A. A. W. de Hart OF.M. als rector te Nieuws Niedorp en heeft benoemd de paters G. W. Blom O.F.M. tot pastoor te Gouda, L. J. M. v. d. Hoeven O. F. M. tot pastoor te Woerden. Th. A. M. Trienekens O. F. M. tot kapelaan te Gouda, P. J. Huihoven O. F. M. tot kapelaan te Woerden. H. J. Glanotten O.F.M. tot kape laan te Delft, T. M. Rouwendal O. F. M. tot kapelaan te Rotterdam, C. J. M. Buschmen O. F. M. tot kapelaan te Amsterdam H. G. F A. Huissen O.F.M. tot rector te Nieuwe Nie dorp. In de vergadering van het definitorium der Neder! Minderbroedif provincie is benoemd tot secetarius-oeconomus provinciae pater Ve- nantius Wortelboer O. F. M., gekozen tot ga-- diaan te Weert pater Dismas van Galon O.F.M te Venlo pater Nevolonus Schimmel O. F. M., te Nieuwe Niedorp pater Fridolinus Huissen O.F.M., te Drachten pater Agnus Ambroslus O. F. M. Verder zijn benoemd te Weert tot vicarius pater Remaclus Meys OF.M. Tot oecoromus pater Anatholius Haagenaars O. F. M. tot ma gister clericorum pater Humbertus Randag Ó.F.M., tot socius magistri pater drs. Eulogius Seelen O. F. M., tot comissiaris van de Derde Orde pater Herman Veldman O. F. M te Maas tricht: tot magister studentium pater Gandulfus Bert els O. F. M., tot lector theol. post oralis pater drs. Dominlcus Pillen O. F. M., te Venray: VII dol. tot vicarius pater dr. lector Sylvester Coenen O. F. M., tot magister clericorum pater Castulus van den Eynden O. F. M., tot lectoren van de phüosophie de paters drs. Trudo de Rui ter O. F. M. en pater Arno Miedema O. F. M. tot leeraar In het noviciaat der broeders te Wanssum en aan het pensionaat (Jeruzalem) pater Christoforus Vermeulen O. F M.. tot socius magistri pater drs. Trudo de Ruyter O.F.M. te Katwyk aan den Ry'n, tot vicarius pater Reginald van Oerle, tot con-rector pafer Masseus Toussafn tot consiliarius pater Alexan der Klein, te Vorden: tot vicarius pater Florimundus Schouten: te Nieuwe Niedorp: tot vicarius p. Symphoria- nus Bertels; te Drachtentot vicarius p. Eobanus Blom: in Jacobi-parochie: tot principalis en praeses van het bekeeringswerk in Friesland p. Siardus de Vries; te Venlo: tot rector p. Nevolonus Schimmel en tot assistent aldaar p. Hieronymus v. d. Berg; te Leiden: (aan de Kath. Nüverheidsschool) tot leeraar p. Walbert van de Vlist; te Katwijk: aan het missiecollege, tot leeraar p. Tethard Hettema te Megen; aan het Sint Anthonius-gymn. tot muziekleeraar p. Lybentius Rozestraten. 2. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van Haarlem, heeft, op voordracht van den Hoog eerw. Pater Provinciaal der Priesters van het H. Hart van Jezus, aan den Zeereerw. Pater N. Bos S.CJ. eervol ontslag verleend als pas toor van de parochie van de H. Margaretha Maria Alacoque te Rotterdam, en tot diens op volger benoemd den Zeereerw. Pater J. v. d. Laarschot SCJ. De heer A. Broches te Amsterdam is be noemd tot lid van de commissie van deskun digen voor den tabaksaccijns en voorts is be noemd tot plaatsvervanger van het lid van die commissie, den heer W. P. de Vries, de heer J. Nienhuys te Amsterdam, zulks in de plaat.* van den heer P. Meerkamp van Embden te Rotterdam, wien op zyn verzoek eervol ontslag is verleend als plaatsvervangend lid, onder dankbetuiging. Het dienstverband van den adjunct-rijksin- specteur van het Verkeer, mr. G. W. Sannes, in tydeUiken diëtist, is verlengd tot uiterlijk 1 September 1941. Met ingang van de 485e Staatslotery is op haar verzoek ontslag verleend aan mevr. O. A. M. Struycken geb. Sanders te Maastricht, uit haar betrekking van collectrice der Staats lotery aldaar. 8 Nadruk verboden .Ja?" werd er gevraagd. ïn de hall was geen licht opgedraaid, zoodat Holiday het gezicht van den spreker niet kon fcien. „Is mijnheer Bishop thuis?" vroeg hij. Er ontstond een stilte. „Moet u mijnheer Bishop spreken?" werd "öarna gevraagd. „Ja, en het gaat om een buitengewoon be- angrijke zaak." „Wilt u zoo goed zyn me uw naam op te Seven?" •Myn naam is van geenerlei belang. Indien ik dien vermeldde, zou de heer Bishop nog niet 'eel wyzer zyn, omdat ik een vreemdeling voor ebi ben. Zegt u hem alsjeblieft dat ik hem maar even zal ophouden, doch dat het een dringende aangelegenheid betreft." „Uitstekend. Wilt u zoo goed zün binnen te *°fnen." Holiday voelde er bitter weinig voor die don- hall te betreden en liij kon dan ook niet nalaten te vragen waarom er geen licht werd ge maakt. „Ik wil liever niet myn nek breken," voegde hy er aan toe. Hierop werd een verontschuldiging gestameld. „Oh, ja, natuuriyk," hoorde Holiday den an der zeggen. Daarna werd er een knopje omge draaid. Hoewel het licht niet byzonder sterk was,werd de bezoeker hierdoor toch in staat gesteld zijn omgeving wat beter op te nemen. Hij bevond zich in een groote, schamel gemeu bileerde hall, en in het middengedeelte daarvan was een breede trap. „Wilt u me maar volgen?" verzocht de vreem deling. Holiday kon den man nu beter opnemen en zag dat hy den indruk maakte van een slecht betaalden bediende. Hij hield echter bijna voort durend zijn gezicht afgewend. Langzaam begon hij de trappen te bestijgen. „Een oogenblikje," zei Holiday. „Ik veronder stel toch dat mijnheer Bishop thuis is, niet waar?" „Ja, dat is zoo," zei zyn gids, zonder het hoofd om te draaien. Holiday stelde geen ver dere vragen, doch was op zyn hoede. Het leek alsof er geen einde aan de trappen kwam; ein- deiyk en ten laatste bereikten ze een ruim por taal. Daarna opende de man een deur met een Yale sleutel. „Ik zal mijnheer Bishop even zeggen dat u er is. Wilt u zoo goed zijn te wachten?" vroeg hy. Holiday voelde neiging een sarcastische op merking ten beste te geven, maar hy hield die bytijds in. Hy had namelyk willen zeggen dat al deze voorbereidingen zonder twyfel noodig waren, want dat de persoon dien hy was komen bezoeken zeker iets te verbergen had. „Dezen kant uit, alsjeblieft." Zelfs nu gelukte het Holiday nog niet in de oogen van den bediende te kunnen zien, want opnieuw werd diens hoofd afgewend. Hij vergat liet bestaan van dezen persoon ech ter heel gauw, toen hy zich in een groot, som ber vertrek bevond. Zijn volle belangstelling ging uit 'naar den meester van het huis. „U wenschte me te spreken?" Er stond iemand voor den haardiemand, waarnaar Holiday met open mond staarde. Hij had op dat oogen blik van louter verbazing geen woord kunnen uitbrengen. De man, die deze vraag gesteld had was.... Stadenfield, dezelfde die hem in de hall van Berkeley Restaurant met zulke onderzoekende blikken had opgenomenvriend Falstaff in hoogsteigen persoon. „Ik hoorde dat u me moest spreken." De man had een hooge, byna krakende stem, welke een groot contrast vormde met zijn geweldig lichaamsgewicht. „Ik wilde den heer Bishop spreken, dat is volkomen juist." Hij was er vrijwel zeker van dat de ander een indringer moest zijh. Peter Traill's inlichtingen volkomen terzyde gelaten, was hy er voor zichzelf ten volle van overtuigd, dat het jonge meisje dat hem het pakje toe vertrouwde niets met dezen dikken man te ma ken kon hebben. Nu hij hem van dichterby kon bekijken, viel het niet te ontkennen dat de massieve persoon een hoogst ongunstig voorkomen had. In weer wil van zijn glimlach, zijn goed zittende kleeren en beminnelykheid, leek hy op een menscheiy- ke pad. „Ik bèn Bishop en wilt u nu zoo vriendelijk wezen me te vertellen waarover u me moest spreken?" Even wachtte hy om daarna met een breeden glimlach te vervolgen: „Om u evenwel te bewyzen dat u aan het goede adres is, kan ik u wel vast vertellen dat me de reden van uw komst bekend is. Uw naam is Gerald Holiday; en u is een sportsman van internationale betee kenis. Toen u Woensdag van de Riviera naar Engeland terugkeerde, maakte u een zeer ro mantisch avontuur mee. Een jonge dame met een buitengewoon aantrekkelyk voorkomen ver zocht u namelijk een zeker pakje aan mijn adres te bezorgen. U ziet dat de zaak me duideiyk is, nietwaar?" „In sommige opzichten wel, antwoordde de be zoeker. Een bijna onweerstaanbaar verlangen maakte zich op dat oogenblik van Holiday mees ter dien dikken man een klap op zyn gezicht te geven, zoodat die hateiyke, breede glimlach zou verdwynen. Het gevoel van afkeer dat reeds da- deiyk over hem was gekomen, werd hoe langer hoe grooter. „Waarom slechts in sommige opzichten, myn heer Holiday?" „Ik beloofde op dien bewusten avond het pak je te overhandigen aan een persoon..,. Bishop geheeten." De ander stampte met zyn voet, doch Holiday bemerkte heel goed dat dit slechts een schyn- gebaar van woede was. Daarna verscheen op nieuw de hlnderiyke glimlach. „Heb ik u zooeven reeds niet gezegd, dat myn naam Bishop is?" „Dat heeft u zeer zeker gedaan." „U verlangt meerdere bewyzen?" „Dat lijkt me tenminste raadzaam toe. Ik heb er geen flauw vermoeden van wat dit pakje be vat, maar wèl weet ik dat er terwllle daarvan een schandelijke misdaad werd gepleegd en het is dus niet meer dan natuuriyk dat ik eenigs- zins voorzichtig te werk wil gaan. „Volkomen juist. En laten we nu eens over de verdere bewyzen van myn identiteit spreken. Hoe kan ik hopen u te overtuigen?" Holiday die het eigenaardige van de vraag in zag, besloot zyn toevlucht tot overbluffen te ne men. „Om te beginnen," zei hy, „komt uw uiterlijk allerminst overeen met de beschrijving welke de bewuste jonge dame in den trein me gaf." „Inderdaad? Het eenige wat ik dan kan ver onderstellen is dat ze lichteiyk in de war moet zyn geweest." „Dat kan ik me indenken. Onder de ge geven omstandigheden vrees ik dus dat ik u goe denavond moet wedschenmynheer Staden field." Voor 'n kort oogenblik verscheen er een eigen aardige gloed in de oogen van den dikken man, doch onmiddellyk daarop wist hij zich te beheer- schcn. zyn zelfbeheersching was inderdaad wonder- baariyk. „Stadenfield.... U vergist zich, myn waarde heer. Myn naam is Bishop, geiyk ik u al ver schillende malen verteld heb. Het lijkt me bui tengewoon moeilyk u te kunnen overtuigen." „Ja," gaf de bezoeker toe. „Ik wil niet ont kennen er zeker van te wezen dat u niet de man is, die het bewuste pakje moet ontvangen. En daarom zal ik verder geen tyd verknoeien." Hij wendde zich om en liep op de deur toe. „Wacht!" riep de dikke man. Holiday ver wachtte niet anders dan dat de ander hem met een revolver zou bedreigen en daarom keerde hij zich dan ook met een ruk om. „Ik zou u willen aanraden niet zoo dwaas te wezen," zei hij bedaard. Tot zyn verbazing had de man evenwel geenerlei wapen in zyn hand. Stadenfield stond in een peinzende houding voor den schoorsteenmantel. „Ik sta er over na te denken, mynheer Holi day, op welke manier ik u er van kan overtui gen, dat ik inderdaad Bishop ben," zei hy op buitengewoon aangenamen toon. „U zult myn moeilijkheden begrypen," vervolgde hij. „We zyn volmaakte vreemdelingen voor elkaar. Ik veron derstel dat er nog een gevoel van twyfel by u zou overbiyven, indien ik u brieven toonde, de aan het adres van dit huis aan me gericht zyn?" „Zeer zeker. En daarom ga ik nu ook heen.' „De situatie is zeer pyniyk. Ik weet waarlijk niet hoe ik u moet overtuigen." Terwyi hij sprak bemerkte Holiday dat zyn rechterhand achter zijn rug verdween. Drukte de man op dat oogen blik op een bel, of zocht hy naar een wapen in zyn zak? (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3