Louis Motké kampioen op den weg m Feijenoord voor kampioen van de vijfde maal Nederland Geen nieuwe gezichtspunten op de nationale kampioenschappen .Saes uit Weert eerste bij de onafhankelijken, Keijzer ditmaal de snelste amateur Heracles werd met 2-0 verslagen Blauw-Wit en Juliana deelen gelijk op Jo Waalberg sneller dan Toni Bijland iiiliilPl HET PARCOURS WAS TE MOOI HET HUIS Bartali kampioen van Italië MAANDAG 19 AUGUSTUS 1940 (Van onzen sportredacteur) ZANDVOORT, 18 Augustus. Er is een enorm verschil tus- schen de omstandigheden waaronder onze Tour de France-renner Janus Hellemons het vorig jaar in Valkenburg den nationalen titel der wegrenners veroverde en die waaronder thans Louis Motké erin slaagde zijn collega's en concurrenten op duidelijke wijze te toonen, dat zijn greep naar het kampioenschap op den weg hun te machtig was. Hellemons sleepte zich het vorig jaar ettelijke malen onder miserabele weersomstandigheden een meedoogenloozen Cauberg op en daalde er langs een anderen weg in een poel van klei en leem weer af, zoodat hij als een boeman door de finish snorde. Motké draaide rustig, forsch en regelmatig zijn rondjes op het prachtige parcours van Zandvoort onder ideale weersomstandigheden en sloeg er m de laat ste kilometers een eindspurt uit, die voldoende was om zijn tegenstan ders alle hoop op den titel van 1940 te benemen. Vergeleken bij de prestatie van Hellemons was zijn kampioenschap eigenlijk een salon stukje. Een gemakkelijk kam pioenschap Het begin De finale VOETBAL ZWEMMEN DUIZEND KAARSEN FeijenoordHeracles 2—0 Blauw WitJuliana 22 'WA'f »r -tó' éjUki Wij willen daarmede geenszins beweren, dat het kampioenschap van Motké eigenlijk niet zoo veel te beteekenen heeft. Integendeel, Motké heeft in dezen koers laten zien, dat hij op het oogenblik de verwachtingen in vervulling kan doen gaan, welke wij reeds het vorig jaar van hem koesterden. De jonge prof. Motke, die het vorig jaar reeds ettelijke voortreffelijke successen boekte, heeft zich ook in dit seizoen als een coureur met capa citeiten doen kennen en ook de ma nier waarop hij dezen koers om den nationalen titel heeft verreden, bewijst dat hy de kunst verstaat om zijn krachten op de juiste wijze te verdeelen. Motké heelt voortdurend in de voorste ge lederen gestreden. Steeds opnieuw heeft hij daaraan het hoofd van de kleurige rennersbent rijn woordje meegesproken en toen het erop aan kwam om in den laatsten kilometer den be- slissenden sprong te doen, welnu, toen bleek overduidelijk dat de Amsterdammer de zaak het beste had bekeken. Vrij gemakkelijk wist hij zich van zijn rivalen te ontdoen en ïr.et Hinken voorsprong de zege in de wacht te aleepen. Bij de onafhankelijken was Guus Saes de man. E>e Weertenaar heeft zijn sprong naar de kop groep prachtig op tijd gemaakt en liet zich, toen hij er eenmaal in was opgenomen, niet meer terugwijzen. Ook hü heeft in den wed strijd eens te meer zijn goeden vorm bewezen, Welken hij reeds in een goede overwinning te Edam en meerdere andere successen van for maat wist uit te drukken. Keijzer was de snelste amateur. Ook deze 17- Jarige Jonkman heeft langen tijd deel uitge maakt van het leidende groepje, dat al spoedig tie vlucht durfde nemen. Hij was daarin de Piet van Nek is de man geweest, die er het zijne toe heeft bijgedragen om de beslissing in het kampioenschap van Nederland op den weg te forceeren. Maar over het algemeen was het parcours van Zandvoort hem toch te gemakkelijk, zoo vertelde hij. Zal Van Nek ons dit volgende week op den Cauberg kunnen bewijzen? ecnige amateur, zoodat hij uiteraard zijn kan sen niet tegen makkers van zijn categorie be hoefde te verdedigen en zich rustig op sleep touw kon laten nemen. Maar goed, hij was toch maar de eenige van zijn kameraden, die zich in die kopgroep had weten te nestelen. W}j spraken daareven reeds over het kam pioenschap dat Hellemons in '39 te Valkenburg behaalde in vergeiyking met de overwinning van Motké. En nogmaals, er is geen haar op ons hoofd die eraan denkt, de prestatie van den Olympiaan ook maar eenigszins te verkleinen. Wanneer wij echter vergelijkingen gaan ma ken, dan aarzelen wij niet om te beweren, dat dit kampioenschap er een van zeer gemakke- lijken aard is geweest. Overigens is dat duide lijk genoeg. Men kerrt den Cauberg nu zoetjes aan in de wielèrwereld als „den grooten moor denaar" en onder alle omstandigheden is hèt om de telkens terugkeerende beklimming van Caubergparcours o.i. het moeilijkste dat er in ons land is te vinden, al was het alleen maar dien bult. En wij schreven het reeds, vooral het vorig jaar was deze opdracht ons te bar. het was toen geen wedstrijd meer, het was een cross-countryi kortom, het was onder deze om standigheden' geen waardig parcours voor de Nederlandsche kampioenschappen. Welnu, dit was eveneens het geval met het parcours van Zandvoort. We doen er niemand mee te kort en zeker niet den velen harden werkers in de schoone Noord-Hol- landsche badplaats die onvermoeid en mee succes hebben gewerkt om de N.W.U., haar renners en belangstellenden gastvrij te ont vangen, wanneer wy beweren, dat dit par cours voor een kampioenschap niet by uit stek geschikt was. Het was al te mooi, te gepolijst zouden we willen zeggen en in ieder geval niet het traject, waarop de veelzijdig- ste Nederlandsche renner zonder pech persé zou moeten winnen. Maar onmiddellijk willen we daar nog eens aan toevoegen, dat ook thans een renner heeft gewonnen die bewezen heeft van alle markten thuis te zijn, want niet alleen op dit kam pioenschap, ook in andere koersen van dit half was seizoenj heeft Motké zijn kunnen getoond. Hy zou zonder irwijfel óók een hoofdrol hebben gespeeld, wanneer de N.W.U., niet geplaagd door de omstandigheden, het mooie parcours van Zandvoort tot kampplaats had moeten maken. De V.V.V. Zandvoort heeft overigens met de organisatie van deze wedstrijden veel eer in ge legd. Alles, tot zelfs het weer toe, was keurig in de puntjes en er waren dan ook veel toe schouwers, die, zoo zij niet allen even permanent belangstellend voor den wedstrijd zelf waren, toch een prettigen dag gehad hebben op den gezellig, drukken boulevard, Zeeweg en om geving. Zooals 't in een wegwedstryd gewoonlijk gaat, hebben eerst eenige mindere goden de aandacht op zich gevestigd door roekeloos hun krachten te verspelen aan een uitlooppoging, waaraan zij ten slotte toch zouden moeten sneuvelen. Zoo troffen we gedurende de eerste ronden in de voorste gelederen enkele bekende grootheden als Leeuwis, Meerkerk, Hilgeman en Vos, die het aangedurfd hadden om met enkele meer ervaren mannen er tusschenuit te trekken. De meeste jongeren zakten al gauw terug en toen 't einde in zicht was hadden al deze dapperen zich reeds in de achterste geleden moeten terugtrekken of den strijd moeten staken. De eerste favoriet, die er vandoor ging. was Overweel. Hij marcheerde kalm weg en onder vond eigenlijk van het peleton niet eens veel tegenstand, klaarblijkelyk omdat het nog ta melijk vroeg was om nu reeds een serieuze uit looppoging te doen. En inderdaad er wisselde nogal wat in de eerste ronden. Langzamerhand begonnen ook de andere favorieten zich te roe ren, hetgeen vooral blijkt uit den stand na de vierde ronde, toen o.m. Gommers, die uitste kend draaide, en Motké zich tezamen met hem en nog enkele anderen in een kopgroep van zeven renners bevonden, op 200 meter ge volgd door Keijzer, dien we hier dus voor de ,erste maal zien opduiken, en Spenkelink. Na de zesde ronde eerst veranderde het beeld van den wedstrijd weer. De oorzaak was een lekke band van Gommers, welke dezen jammerlijk kansloos uit den strijd wierp. En opeens begon het te spoken. Er kwam deining in de verschillende groepen, die waren ontstaan en zoo hier en daar zag men een enkeling op jacht gaan naar voor gangers. Tot hen behoorde ook Piet v. Nek, die in een fel tempo de beenen nam en nog in diezelfde zesde ronde met een zeer rede lijken voorsprong op zijn rivalen alleen aan den kop kwam. Lang heeft dit overigens niet geduurd. Toen de renners voor de zevende maal voorby de startplaats kwamen, was v. Nek, die een al te groote krachtsinspanning had moeten doen, weer door een negental kameraden opgeslurpt en daarachter volgden in verschillende groepen sterk gedunde gelederen van de rest. Schulte en v. Amsterdam, naar wier verrichtingen men met veel verwachtingen had uitgezien, lagen toen reeds kansloos in een vierde groep. De volgende ronden werden in de kopgroep benut om positie te kiezen en een laatste schif ting te doen. Zulks gelukte in zooverre, dat bij het ingaan van de laatste ronde nog slechts vyf renners op kop lagen en wel Keijzer, Saes, Motke, Reuter, Joossen en Dietvorst. Op twee en een halve minuut ongeveer volgden De Ruyter, Over weel, v. d. Voort, die ook hier uitstekend reed. Bakker, Stet en Rijsbergen. Een halven kilometer voor het einde viel de beslissing. Toen trok na vele vergeefsche po gingen plotseling Motké er tusschenuit. Zonder al te veel moeite wist de Amsterdammer op zyn collega's uit te loopen om met eenige hon derden meters verschil als eerste door de finish te schieten. Daarop volgde de kampioen van de onafhan kelijken Saes uit Weert gevolgd door Joosen, Van Nek, Reuter en Dietvorst. Terwijl zich in deze groep tevens de kampioen der amateurs de Amsterdammer Keijzer bevond. De uitslagen luiden: Totaal winnaar en kampioen der profs werd de Amsterdammer Motké in 4 uur 30 min. en 14 sec. De totaal afstand 160 K.M. afleggend. Tweede aankomende was de kampioen der on afhankelijken Saes uit Weert in 4 uur 30 min. en 54 sec.;'3. Joosen (onafh.) uit Made; 4. P. van Nek (prof); 5. Reuter (prof.) uit Amster dam; 6. Dietvorst (onafh.) uit Amsterdam; 7. de kampioen der amateurs de Amsterdammer Keijzer. Twee minuten na aankomst van het eerste peleton volgden 8. Overweel (prof.) uit Middel- harnis; 9. Kuijper (onafh.) uit Amsterdam; 10. Bakker (prof.) Amsterdam; 11. De Ruiter (onafh.) uit Rotterdam; 12. Rijsbergen (ama teur) uit Leiden en 13. Stet (amateur) uit IJmuiden. Bij de nieuwelingen won Jacpool uit Schoorl, by de veterarïen de Hagenaar Eindhoven. In de Italiaansche kampioenschappen op den weg wist Bartali beslag te leggen op den titel door in de zes van de zeven wedstryden vier eerste plaatsen en een tweede plaats te bezet ten, waardoor hij een zoo groot aantal punten wist te verwerven, dat de titel hem nu reeds toekomt, ondanks 't feit, dat de zevende wed strijd, de Ronde van Lombardye, nog plaats moet vinden. Het is dus toch Feijenoord ge weest, dat voor de vijfde maal den nationalen kampioenstitel in dit veelbewogen sportjaar heeft kunnen bemachtigen. Na een prach- tigen start in de kampioenscompe titie volgde weliswaar een inzinking bij de Rotterdammers, maar in den beslissenden strijd hebben de man nen van Vente toch weer aan het langste eind getrokken. Heracles met de door MEREDITH NICHOLSON 26 „Een briefje? Vandaag heb ik u voor het eerst een briefje geschreven." „Dan moet iemand anders het gedaan heb ben," zeide ik, en toen glimlachte zy. „Voortaan zullen wy dus niet langer vyanden eyn?" „Neen. Alleen al ter wille van Olivia zullen wij vrienden zijn." Ik ging naar huis en keek het spoorboekje na. HOOFDSTUK XVIII GOUDEN VLINDERS In het spoorboekje zag ik, dat de express naar het Zuiden om precies drie en vijftig minuten over vier in den namiddag Annandale passeerde en wederom volgens het boekje om elf uur in Cincinnati zou aankomen. Ik had be sloten mijn belofte aan Marianne Devereux te houden en was bereid daarvoor inbreuk te maken op de wetten my door het testament Van myn grootvader gesteld. Door Glenarm House te verlaten, zou ik in het geheel geen aanspraak meer kunnen maken op ook maar het kleinste onderdeel van mijn grootvader's vermogen; dat wist ik, doch ik was niet van plan Glenarm House zonder strijd over te geven aan Arthur Pickering, vooral nu ik wist, hoe afdoende ik my zelf in een val geplaatst zag. Ik voelde tevens eenige plichten jegens mijn grootvader en de aanslagen van Morgan en de vreemde manieren van Bates hadden den strydlust, die langen tyd in my had liggen sluimeren, doen ontwaken. Den volgenden dag begon ik toebereidselen te maken voor myn uitstapje. „Bates," zeide ik, „ik vrees, dat ik een zware kou heb gevat. Ik zal een paar glazen whisky drinken en dan naar bed gaan. Ik zal vanavond niet aan tafel komen en je behoeft my niets meer te brengen ook. Morgen zal je my wel weer zien verschijnen." Ik geeuwde en rekte my met een gekreun uit. „Wil ik een dokter voor u laten halen, myn heer?" „Neen, geen sprake van. Morgen zal ik weer heelemaal hersteld zyn." Om vier uur verzocht ik hem wat warm water en citroenen naar mijn kamer te bren gen, wenschte hem goeden nacht en sloot de deur achter hem dicht. Daarna pakte ik myn avondtoilet in een valies. Ik wierp het valies en een zware ulster uit het venster, stapte zelf uit het venster op een dikken tak van een der boomen die langs het huis stonden, liet den tak doorbuigen en sprong dan op den grond. Door de poort trad ik naar buiten en liep in de richting van het station, met een eigen aardig gevoel van vrijheid. Toen ik het station bereikt had, begaf ik my onmiddellijk naar het perron waar de trein zou aankomen, daar ik niet wilde, dat men my een kaartje zag koopen. De trein was op tyd en eenige oogenblikken na myn aankomst rolde hy donderend het station binnen. Ik kocht in den trein een plaats- bewys en begaf mij naar den restauratiewagen om te dineeren. Na het diner ging ik rustig in een hoekje zitten soezen terwijl de trein door het duister voortsnelde. „Wij ryden het station van Cincinnati binnen, tien minuten te laat," vertelde my de conduc teur en eenige oogenblikken later liep ik reeds haastig te zoeken naar een hotel. In het hotel St. Botholp bestelde ik een rytuig en ver kleedde mij vlugger, dan Ik daarvoor ooit had kunnen doen. Het spoorboekje gaf aan, dat mijn trein om half twee weer uit Cincinnati ver trok en als alles goed ging, zou ik den volgen den morgen reeds weer aan het ontbyt zitten te Glenarm House. Ter voorkoming van tijdver lies als ik naar het station terugkeerde, betaalde ik op dat oogenblik myn hotelrekening en nam myn valies mee. Het huis van Dr. Armstrong was helder ver licht en de zacht vloeiende tonen van een Ween- sche wals drongen vanuit een der opstaande vensters tot mü door. Verscheidene rytuigen reden my voorby terwyi lk langzaam naar het huis liep. Ik kwam op een eigenaardig uur, het was ongeveer twaalf uur en hoe ik er in moest slagen om toegang te krijgen tot het huis, zon der als een indringer te worden beschouwd was een probleem, waarvan de oplossing niet erg voor (Van onzen correspondent) ZAANDAM, 18 Aug. De nationale zwemkampioenschappen, welke Zaterdag en Zondag in Zaandam werden gehouden, heb ben geen bijzondere verrassingen gebracht. Over het algemeen wisten de kampioenen van het vorig jaar ook thans vóór hun ri valen aan te tikken; slechts de kampioen 100 meter rugslag heeren, thans v. Schou wen, moest zyn titel afstaan aan Metman. Het was voor de eerste maal, dat Zaandam het voorrecht genoot, de zwemwedstrijden om de nationale kampioenschappen binnen zijn „muren" te hebben. Ofschoon het dezen mid dag alleen series betrof, met uitzondering van de 1500 M. vrije slag heeren, was toch de pu blieke belangstelling reeds Zaterdag bevredigend te noemen. Overeenkomstig de verwachtingen plaatsten dc beste zwemmers en zwemsters zich in de fi nale van Zondag. In de 200 meter schoolslag dames maakte Jo Waalberg een beteren tijd dan Toni Bijland. Bij het schoonspringen heeren ontbrak de kampioen van 1939 W. Schatens van A. Z. 1870. Voor de 20e maal nam de 44-jarige Lotgering van Het IJ aan de nationale kampioenschappen deel, waarbij hij de keurige prestatie leverde door met het hoogst aantal punten als resul taat van 5 verplichte sprongen op den eersten dag de leiding te nemen. Intusschen een be schamend voorbeeld voor de jongere springers. De 1500 M. vrye slag heeren, welke tevens als finale gold, bracht het nationale kampioen schap bij J. Ph. van Merkesteyn van Dolfijn in een tijd van 22 min. 9.5 sec. Tweede werd hier Ruimschotel van H. Z. en P. C„ die er slechts 8.7 sec. langer over deed. P. Swier van V. Z.V., Velsen, eindigde als derde ln 22 min. 31.4 sec. Zondag werden de wedstryden voortgezet met de finales van de verschillende nummers. Een groot aantal toeschouwers, onder wie burge meester in 'tVeld, was getuige van de soriis spannende wedstryden. De finales 100 meter borstcrawl dames en heeren werden vrijwel onbedreigd gewonnen door de kampioenen van vorig jaar, resp. door Rie van Veen van de R. D. Z. en J. Ph. van Merkesteyn van Dolfijn. Alleen Scheffer maak te het van Merkesteyn nog even moeilijk. De kampioen 1939 by de 100 M. rugslag hee- len Van Schouwen zag zijn titel overgaan op zyn stadgenoot Metman. Bij de dames was Cor Kint op dit nummer ongenaakbaar. Nadat Smitshuyzen met groot verschil het kampioenschap op de 200 M. schoolslag heeren had behaald, volgde de finale 200 M. schoolslag dames, waarvoor groote belang stelling bestond omtrent de rivaliteit tus- schen de vroegere wereldrecordhoudster jo Waalberg en het steeds sterker naar voren komend Hilversumsche zwemstertje Toni Bijland, die er reeds enkele malen in ge slaagd was Jo Waalberg te verslaan. Direct na den start nam Jo Waalberg de leiding, waarna de kleine voorsprong geleideiyk de hand lag. Ik moest den trein van half twee halen en had dus geen tyd om een ellenlange verklaring te geven aan een opgewonden gast heer, wiens eerste opwelling misschien zou zyn mij door de politie te laten verwyderen.. Op dat oogenblik werd een der glazen deuren geopend door een heer met een keurigen bril op, die de lucht opsnoof en zich omwendend tot iemand die achter hem stond sprak: „Er is geen sprake van sneeuw. Het is abso luut geen Kertmisweer." Hy wendde zich om, en verdween tusschen de palmen in de serre en oogcnblikkelijk wierp ik myn jas en mijn valies achter een struik, duwde de deur verder open en trad stoutmoedig naar binnen. De balzaal was op de derde verdieping, doch de gasten begaven zich naar beneden waar het souper zou worden opgediend. Daarom zocht ik mij een plaatsje uit onder aan een breede trap en nam een houding aan alsof ik op iemand stond te wachten, hetgeen dan ook inderdaad het geval was. Het was een groot en schitterend gezelschap en menig liefiyk gelaat passeerde my terwyl ik daar stond. De grootte van het gezel schap, gaf my een gevoel van veiligheid en met innig welbehagen streek ik mijn witte hand schoenen glad. De heer met den bril, wiens nieuwsgierigheid naar de weersgesteldheid my in staat had ge steld het huis te betreden, trad nu op my toe en legde zelfs zyn hand op myn arm. Op dat oogenblik verscheen boven aan de trap een licht figuurtje. Het was Marianne Devereux! By de charme van Jo Waalberg toonde zich bij de nationale kampioenschappen te Zaandam op de 200 meier schoolslag 4 meter sneller dan haar jeugdige rivale Toni Bijland werd opgevoerd om dezen by het eindpunt op ongeveer 4 meter te brengen. Met groote moeite wist Toni Byland in de laatste 30 meter zich de sterk opzettende Koster van V. Z.V. van het lyf te houden en hierdoor de tweede plaats te bezetten. De 400 M. borstcrawl heeren nam Dolf v. d. Kuil weer voor zijn rekening, hetgeen Rie van Veen op hetzelfde nummer by de dames deed, ai gaf Van. Schaik Van Meeuwen hier uitste kend partij. By het schoonspringen dames behaalde mej. Muytjens van de AD.Z. het hoogste aantal pun ten. Als tweede eindigde de kampioene 1939. By de heeren schoonspringen deden de oudjes het weer het beste. De 44-jarige Lotgering van het Y, diie voor de 20ste maal aan de Neder landsche kampioenschappen deelnam, bezette hier de eerste plaats voor Kopelle van A.Z.C., terwijl de derde plaats werd ingenomen door de veteraan Gompers van A.Z. De ploeg van R.D.Z. behaalde in de 4 x 100 M. borstcrawl dames-estafette den nationalen titel. By1 de 4 x 200 M. borstcrawl estafette heeren belandde het kampioenschap by de H. Z. P. C., waarbij het Y, dat vorig jaar favoriet was, thans met de derde plaats genoegen moest nemen. De Mr. van Kappen-wisselbeker, welke in 1939 voor de eerste maal gewonnen werd door R. D. Z. en in het bezit komt van die vereeni- ging, welke het hoogst aantal punten behaalt by de kampioenschappen, werd ook thans door de R. D. 2. mee naar Rotterdam genomen met een totaal aantal punten van 17. De dames- zwemclub Meeuwen noteerde 11 punten en het Y 10 punten. Na afloop speelde het Nederl. zevental een waterpolowedstryd tegen het Ned. jeugd-zeven- tal, welke ontmoeting met 53 door het natio nale team werd gewonnen. werd gisteren in Rotterdam met 2-0 geklopt en daarmede was het pleit beslecht. In Amsterdam speelden Juliana en Blauw Wit voor hun laatste kansje, doch deze clubs aten elkaar door een 2-2 gelijkspel de kaas van het brood. De eindstand van de competitie luidt: Feijenoord Blauw Wit Heracles Juliana G. V. A. V. 11 19—14 9 20—15 9 18—15 9 17—19 2 13—24 Aanvankelijk zijn de Oostelijke kampioenen iets in de meerderheid, waarbij Van der Veen er voor zorg draagt, dat de aanvallen met overleg worden opgezet. Langzamerhand werkt Feijenoord zich wat los, maar tot twee maai toe overtreedt Vente den buitenspelregel. Na een mooien aanval van de geheele voorhoede van Heracles lost van der Veen een schot, dat de juiste richting mist. Bij Feijenoord valt v. Zaanen wegens een opgeloopen verwonding uit; hij wordt vervangen door Smit. Het spel is een kwartier oud, als Feyenoord de leiding neemt. Linssen maakt op den vleu gel keurig den bal vry voor Vente, die naar links is afgezwenkt, deze zet voor, Sinke plaatst er zijn hoofd onder en doelman Dekkers is ge passeerd (10). Heracles beantwoordt dit doelpunt met een snellen aanval, besloten met een schot van Veldhuis, dat Schol tens geen moeite bezorgt. In het volgend oogenblik komt Kuppen in actie, hij passeert een aantal tegenstanders, ziet evenwel zijn schot juist naast gaan. Eyen later speelt Kuppen een bal recht door het midden, Vente loopt er achteraan, de ver dediging van Heracles aarzelt, waardoor de middenvoor met een hard schot het tweede doelpunt voor Feijenoord kan scoren (20). Na de rust is bij Feyenoord Smit door van Geffen vervangen. Vente trekt er direct tus schen uit, hy passeert twee tegenstanders, een doelpunt lijkt zeker, doch Dekkers Sr. slaagt er nog in ten koste van een hoekschop te red den. Heracles geeft het nog niet op en herhaalde- lyk wordt de verdediging van Feyenoord aan den tand gevoeld. De backs van de thuisclub zyn niet al te zeker van hun zaak, zoodat Scholtens er telkens aan te pas moet komen. Twee maal achtereen gooit hij zich moedig voor de voeten van Veldhuis en evenzoo vaak voorkomt hy daardoor een doelpunt. Van der Veen probeert het dan met een schot van grooten afstand, waaraan evenwel de goede richting mankeert. Nadat Scholtens nogmaals door resoluut ingrijpen een tegenpunt voorko men heeft, is het weer de beurt van Feyenoord. Doelman Dekkers raakt, uitloopende den bal kwijt, Linssen lost een schot, Knoef heeft het gevaar ingezien en kan den bal nog net van de doellijn wegtrappen. Het spelpeil zakt zien- aeroogen en er zijn heele periodes, dat het biet veel meer is dan een heen en weer getrap. Tegen het einde gooit Heracles er nog een schepje op, maar wat het ook probeert, het beoogde succes blijft achterwege, zoodat het einde komt met een 2—0 overwinning voor Feijenoord. De Amsterdammers waren aanvankelijk iets sterker in het veld, zoodat zij een kleinen druk konden uitoefenen op het Juliana-doel, waar I'öttgens en zijn mannen zich energiek verde digden, dankbaar gebruik makend van het korte spel der aanvallers, om in te grijpen. In deze periode, waarin de Amsterdammers vooral indi vidueel sterker waren dan hun tegenstanders, misten zy de kans om een goede overwinning te behalen. Toch wist men het kleine overwicht, dat ongeveer twintig minuten duurde, met een doelpunt tot uitdrukking te brengen. Even buiten 'het strafschopgebied kreeg Westphal een vrijen schop te nemen, dien hy goed nam en onhoud baar voor keeper Pöttgens in het doel plaatste (1—0). De Zuid-Limburgers lieten zich daardoor geenszins ontmoedigen, doch wisten het spel eenigszins te verplaatsen naar de andere speel- helft. Het duurde dan ook niet lang of Jo Vonden- hoff benutte een goed door Vroomen aangegeven bal en scoorde den gelijkmaker (1—1). Tot aan de rust werd met wisselende kannen gestreden, waarbij vooral de Juliana-verdediging niet over geluk te klagen had. Vlak voor de rust kwamen Jo Vondenhoff en v. Keulen met elkander in botsing. Beide spelers raakten gewond, waar voor de stryd eenige minuten moest worden ge- Na de rust wierp Blauw Wit zich wederom energiek op den aanval, doch opnieuw verviel men in te kort spel, waardoor de Juliana-verde diging gemakkelijk kon ingrypen. Pas tegen het einde kwamen de Amsterdammers sterker op zetten. Aanvankelyk wist Pöttgens herhaalde lijk in laatste instantie zijn doel van een door boring te vrywaren, doch een verrassende uitval van Bergman, welken deze met een goed schot besloot, was hem te machtig (21). Lang had Blauw Wit dezen voorsprong niet, want op energieke wijze wist Vroomen kort daarop een doorbraak te forceeren en den stand op gelyke hoogte te brengen (2—2). het meisje in het bosch had zich nu gevoegd de waardigheid van de jonge vrouw en mijn hart sprong op toen ik er aan dacht, dat ik het werkeiyk gewaagd had haar aan te spreken. De heer met den bril was Olivia's vader. Zij praatte met haar gastheer. De toestand beviel my niet; ik was niet van Glenarm House ge komen en had my niet toegang tot dit huis ver schaft om het meisje waarvoor ik dit alles ge daan had kalm te zien staan praten met een ander. Ik trad een stap nader en zag toen dat vier jonge mannen, eveneens ln avondtoilet en wier handschoenen even onberispelyk waren als de myne, klaar stonden om beslag op haar te leg gen, zoodra zy zich zou willen verwyderen. Daar ik niet van plan was my te laten over troeven door de schoonen van Cincinnati trad ik op Dr. Armstrong toe. „Neemt u my niet kwalyk, Dokter," zeide ik met een onbeleefdheid, die mij nu nog een blos van schaamte op het gelaat brengt. „Oh neen, heelemaal niet, myn jongen. Ik ben ook jong geweest!" riep hy vrooiyk uit en zy legde haar hand op myn arm en ik voerde haar mee. „Hy noemde my „myn jongen." Ik schyn dus nogal in zyn smaak te vallen," zeide ik zonder het te wagen haar aan te kijken. „Hy is bang dat hy u niet herkent. Een van zijn groote eigenaardigheden is dat hy geen gezichten kan onthouden." wy vonden een rustig hoekje in de groote hal en zy nam plaats op een stoel. „U schynt niet verwonderd te zyn over myn komst. U wist dat ik zou komen. Ik zou de geheele wereld doorkruist hebben om u te vinden." Ernstig keek zij mij aan. „Waarom bent u gekomen? Ik dacht niet dat u zoo dwaas zoudt zijn. Het treft zoo vreeselyk ongelukkig. U weet natuurlijk niet dat Mr. Pickering zy scheen bang te zyn verder te spreken en hield haar woorden in. „Ja, wat is er met hem?" lachte ik. „Hij is veilig op weg naar Califlornië en zonder u!" „Neen, u weet het niet, u kunt het niet weten. Hy is hier! In Chicago heeft hij beslo ten zyn reis niet verder voort te zetten. Vandaar uit telegrafeerde hy mij dat ik hem vanavond hier kon verwachten. U moet onmiddeliyk weg gaan!" „Oh, maar u kunt mij niet bang maken,' zeide ik, terwyi ik er over nadacht wat een ont moeting in dat huis met Pickering wel zou kunnen beteekenen. „Zij zouden laat aankomen, de Tailors ook. zy kennen de Armstrongs hele goed. zy kunnen leder oogenblik komen. Gaat u nu alstublieft weg!" „Ik ben ook niet van plan langer dan een paar minuten te biyven. En die weinige minuten wilt u mij toch niet laten doorbrengen in de wacht kamer van het station? Er zy'n een paar dingen, die ik u beslist zeggen moet en Arthur Pickering en ik zyn niet bang voor e'kaar (.Wordt vervolgd!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 7