VACANTIE
VAN DE STRAAT
Tuinierster in haar knollentuin
Op Huwelijksreis?
Vitaminen uit roze-
bottels
otten en
pannen
REESINK
SANITAIR
Voedzame tomatensoep
Waar de hui
zenrijen ophou
den, begint het
speelterrein Voor
al wat nog niet
volwassen is
c. s.
UIT
Een smakelijk gerecht, Waar geen
omkijken naar is
ONZE NIEUWE AARD-
APPELOOGST
EEN ZOMERGERECHT
ItllllllUtllltiï-
VHAAu'
UWiWINKfUER OF DR06IS
11 CT. p. ZAKJE, GELIJK AAN 1 POND
DE VROUW EN HAAR TIJD
De „V acantieschool" maakt het
mogelijk, dat kinderen uit de
dichtbewoonde volksbuurten van
de groote stad, die gedoemd zouden
zijn de vrije zomerweken tusschen
asfalt en huizenrijen door te
brengen, in vrije dreven kunnen
nenieten van lichten lucht
Wellicht stond ge er wat sceptisch tegenover,
toen er des Zondags in uw parochiekerk alwéér
gecollecteerd werd. ..Voor welk doel ditmaal?"
bedacht ge. uw tasch openend om uw porte-
monnaie te voorschijn te halen. ..O ja. zooiets
van vacantiescholen", zweefde u voor den
geest, terwijl ge achteloos het zilverstukje op
de schaal deponeerde.
En daarmee was de vacantieschool uit uw
gezichtskring vergleden, bestond dit werk. „dat
dubbeltjes vraagt" voor u niet langer, zooals er
zooveel goeds is, dat niet of nauwelijks gekend
wordt buiten den cirkel van belanghebbenden
of geïnteresseerden.
Vaeant'eschool! Hoogstens d°nkt de oninge
wijde: wat moeten die stumperds van kinderen,
als ze eindelijk eens vrij hebben, nu ook in den
vaeantietüd nog naar school!
Maar wat heeft dat zelfde woord voor de
Jeugd uit de dichtbevolkte stadswijken een be
loftevollen inhoud, wat een vrijheid ligt daar
achter van spelen op open terrein, waar de
wind en de zon je wangen streelen en waar on
beperkte ruimte tot de volle heerlijkheid van
spel inspireert.
Bent u in een smalle steeg, waar de hooge
hu'zenrijen nauwelijks den blauwen hemel laten
zien en waar een mengelmoes van geuren, die
uit ramen, deuren en keldergaten komt de
lucht vunz'g maakt, wel eens stil blijven staan
bii het spel van de kinderen, die naar buiten
gekropen uit het donkere gat van de trap, op
het stoffige, vuile asfalt zijn gaan zitten en zich
amuseeren met wat todden en afgedankt mate
riaal. Hun gezichtjes zijn vuil, bleek, soms
ouwelijk, op kromme beentjes scharrelen kleine
hummels aan de hand van de grooteren, tus
schen karren en fietsen door en drukken hun
neusjes plat tegen een étalage-ruit of ze staan
met open mond voor een donkere deur, waar
achter ze jazzmuziek hooren.
Dat zijn de kinderen van de straat, de hon
derden. de duizenden die leven en opgroeien
in de schaduw van de huizenmuren en wier
vacantie, de weken, dat ze vrij van school zijn,
ook geen ander aspect biedt dande straat.
De straat, het bedompste, stoffige exploratie
terrein. waar kattekwaad en erger kwaad over
al schuilt, waar een frissche geest, de sfeer van
licht en lucht, die men voor de opgroeiende
jeugd wenscht, ten eenenmale ontbreekt.
Om deze kinderen in hun vacantie meer te
bieden dan de straat, is het werk van de Va
cantiescholen reeds jaren geleden ontstaan.
Aan de randen van onze groote steden wer
den door de -gemeente open terreinen beschik
baar gesteld, waar gedurende de maand Au
gustus de jeugd en ook jonger (van drie tot
twaalf jaar) in groepen, onder deskundige lei
ding. zich den langen lieven dag kan verma
ken en tegelijkertijd lepels gezondheid opdoen
in den vorm van de al te veel ontbeerde zui
vere frissche lucht.
Hoe zal dat dezen zomer echter moeten met
de Vacantiescholen, vroegen de bestuursleden
van dit parochieel georganiseerde werk zich af.
Immers boden de open terreinen langs den
stadsrand gevaar, temeer waar de witte tenten,
die een schuilplaats bieden bij slecht weer, het
gevaar uit de lucht vergrootten.
Vindingrijkheid schijnt echter een eigenschap
te zijn. welke degenen, die zich het lot van
anderen aantrekken, nooit in den steek laat. En
zoo werden onder anderen in een buitenoord,
niet ver van de hoofdstad, de zusters van een
kostschool bereid gevonden om een honderdtal
vacantieschool-klantjes een gastvrij onderdak
te verleenen. Slaan- en eetzalen stonden ter
beschikking, geen verrukkelijker en vrijer speel
terrein dan de vlakbij liggende hei.
In groenen van tien, jongens of meisjes, on
der geleidster, trekken de kinderen, die heel
spoedig vertrouwd zijn met het idee, dat ze
veertien dagen ,.heelemaal van huis zijn",
's ochtends en 's middags naar het ideale, vrije
speeloord. waar de bloeiende hei de zuivere
lucht een honing-aroma geeft. De jongens krij
gen maar niet genoeg van voetballen, de meis
jes hebben handen te kort om bloemen te pluk
ken, die thuisgekomen worden bekeken en ge
determineerd met behulp van de leidster en die
ze eigenhandig mogen schikken op de lange
eetkamer-tafels.
„Vinden jullie 't fiin hier, jongens?"
„Nou" en de tintelende oogen in de zonver
brande gezichtjes beamen dit hartgrondige ant
woord.
„Heeft u moeite om ze bezig te houden", wil
len we weten. „O nee", lacht de jonge geleid
ster. .De kinderen amuseeren zich uitstekend,
ze zön zoo gewend om bij het spelen op zich
zelf te zijn aangewezen, daar is heelemaal geen
leiding voor noodig. Hoogstens moet er eens een
ruzietje beslecht of een sprinkhaan gered van
den verstikkingsdood in een kinderknuistje.
Maar nu is de koek bijna op. Morgen zijn de
veertien dagen om".
„Ik ga niet weg". Jantje schudt gedecideerd
zi.in hoofdje met het ravenzwarte weerbarstige
haar.
„Ik ga even naar m'n moeder en dan kom
Ik hier weer terug, 't is veel te fijn".
Handenklappen geeft 't sein tot verzamelen.
Iets vroeger dan anders, want de kinderen moe
ten nog in het stortbad (fijn juf, „doezen!") en
met groote boeketten bloeiende hei, die ieder
van dit vacantiefeest mee naar huis wil ne
men, trekt de bonte rij van de vacantieschool
weg van het speel-dorado, waar ze twee volle
weken gezondheid en liefde voor de natuur heb
ben opgedaan.
A. Bgi.
Tuinierster staat in haar moestuin en telt.
Ze telt de bruineboonenplanten en rekent uit
(in ruwe schatting natuurlijk), dat ongeveer
vijf en zeventig duizend boontjes in den herfst
haar provisiekast zullen vullen. De witte vlin
derbloemen hebben hun plicht goed gedaan. En
ze rekent verder dat is voor haar gezin
ongeveer honderd bruineboonen-maaltijden
Honderd keer. bruineboonenHoe krijgen we
ze op! Met spek, met rijst, met tomatensaus,
als vegetarisch gehakt, als soep. Ondankbare,
daar is de huisvrouw alweer aan het krakeelen
met de tuinierster.
Tuinierster is trotsch op haar moestuintje,
dat als met een tooverstaf uit den grond ge
stampt werd. In het late voorjaar heeft ze, met
bloedend hart, dat moet gezegd, de bezaaide
bloembedjes van haar achtertuin geofferd. De
oranje-gele belofte van de prille goudsbloem
plantjes werd onder de donkere aarde gespit,
de Afrikaantjes, de tabaksbloemen en de pe
tunia's, in het baby-stadium van hun zaai-
bloemenbestaan, deelden dit lot, maar dat kwa
de uur is nu vergeten, nu de volle moestuin z'n
overvloedigen rijkdom biedt.
Zoo'n eigen groententuintje leert een mensch
allerlei: dat kropsla inplaats van te kroppen
ook wel eens doorschifet, dat spliterwten, al lig
gen die in den winkel van kruidenierswaren
naast mee! en grutten, toch groente is, de erw
ten zijn alleen te drogen gehangen in de zPn,
en dat radijzen, als ze hun eerste jeugd achter
den rug hebben en al te sterk van smaak zijn,
als knolletjes gekookt (even afkoken) kunnen
worden en heerlijk smaken bij koud vleesch.
Bovenal leert een groententuin, vooral wan
neer de grond goed bemest werd, dat regen
wasdom geeftvan onkruid. Wieden en nog
eens wieden, om de vijf dagen wieden is de
taak van de verzorgster van het tuingedeelte,
dat onder de keuken ressorteert. Want wat is
er tegen, dat de huisvrouw, die plezier in tui
nieren heeft, het „kleinwerk" in den tuin «zelf
doet? Ik weet het wel, van het begrip tuin„man"
kunnen wij ons niet zoo gemakkelijk losmaken,
maar als we over de* grenzen kijken, zien we
bijvoorbeeld in Denemarken, dat plantsoenen
en parken door vrouwen (die door de gemeente
zijn aangesteld) worden onderhouden. Ze dra
gen bii haar werk blauw katoenen overalls, wat
niet alleen doelmatig is maai1 ook aardig staat.
Met grasmachine, schoffel, hark en raffia we
ten ze wat handig om te gaan en ze zien er
niets bijzonders in om achter een kruiwagen te
loopen, iets wat een Hollandsche, die in haar
tuintje prutst, zeker „gek" zou vinden, tenzij
ze toevallig leerlinge is van de tuinbouwschool.
Waarom dus niet zou de geëmancipeerde
vrouw, die op alle gebied haar eigen boontjes
wel doppen kan, haar eigen bruineboonen-do-
meintje bewerken; tuinwerk is een gezellige
bezigheid, die alle mogelijke muizenissen een
oogenblik op de vlucht jaagt en het is een ge
zonde beweging in de frissche lucht.
De blauwe overall, die de Deensche draagt,
zal de dilettant in den tuin wel niet aanschaf
fen, hoewel de kleeding, die we bij deze rustieke
bezigheid aan hebben, niet als quantité négli-
geable beschouwd mag worden, noch voor ons
zelf (denk aan bewegingsvrijheid en vuil wor-
de vrouwen, die er de parken onder
houden, loopen in blauw katoenen overalls
«s*
Om een stuk vleesch
„voor twee dagen"
tegen bederf te be
hoeden, moeten in
dit jaargetijde de
noodige voorzorgs
maatregelen geno
men worden. Men
kan het vleesch be
druppelen met ci
troensap, op de wij
ze, die de foto laat
zien, dus door een
halven citroen bo
ven het vleesch uit
te knijpen, zorgdra
gend, dat het sap
het vleesch overal
raakt
PROBLEMEN VAN ALLE TIJDEN
den) noch voor de anderen, die ons bezig zien
U zult toch niet de fout maken vaninuwhuis-
houdschort in den tuin te gaan werken, is het
wel? Wilt u per sé een schort aan, maakt u dan
van een jute lap, desnoods van een jute zak,
een voorschoot met een grooten zak middenop
gestikt, waar in een verloren kwartiertje war
bonte bloemen met raffia of wol opgewerkt
worden. Hoort u tot degenen, die alleen maar
gelukkig zijn, als ze in de vacantiemaand in
haar eigen tuin in „stacks" kunnen rondloopen,
dan kiest u bij de lange broek, die tegen een
stootje moet kunnen, een blousje, waar het niet
op aan komt.
Op een zonnigen dag zal de groote strooien
hoed goede diensten bewijzen en geen enkele
maal mogen bij de tuin-uitrusting de stevige
leeren tuinhandschoenen ontbreken, die het
behoud waarborgen van de gesoigneerde hand.
Neemt u hiervoor niet een paar oude hand
schoenen, met gaten en scheuren, want daarin
dringen zand en vuil toch binnen en dan is
het middel bijna erger dan de kwaal.
Voor de luxe-tuinierster, die in een Amferi-
kaansche tuinjurk van gestreepte katoen tus
schen de bloembedden haar rug laat bruin
branden, zijn er draagmanden, aan een wandel
stok bevestigd. Als men bloemen plukt, hoeft
men niet eens de moeite te doen van zich te
bukken wanneer men het geplukte in de mand
wil leggen. De mand staat op handhoogte aan
den stok in den grond geprikt. A.
VAN RIIN'S MOSTERD - UTRECHT
VOOR ALLE
ZUTPHEN - ROTTERDAM
AMSTERDAM K(A. v d. Berg Co's Metaalhandel
Prins Hendrikkade 162
In een vorig artikel in deze serie hebben we
reeds uitgemaakt dat het minder erg is, wat
comfort op te offeren dan zijn jeugd door te
brengen met als verloofde menschen steeds
maar uitstellen van een huwelijk om redenen
van financieelen aard. We kwamen tot de con
clusie, dat de vraag alleen maar moet zijn: kan
het? en niet meer: kan het erg royaal? Van
daag echter is een vraagstuk aan de beurt,
waarbij verondersteld wordt dat het best kan,
en zelfs dat het tamelijk royaal kan. We gaan
ons nu verplaatsen in den gedachtengang van
een bruid en bruidegom, die het over het hu
welijk al lang eens zijn, maar nu nog de be
slissing moeten nemen: gaan we op een hu
welijksreis of niet?
In alle tijden zijn er natuurlijk huwelijken en
huwelijken geweest. Huwelijken, die vergezeld
gingen van een grootscheepsch bruiloftsfeest
maar ook heel eenvoudige trouwpartijen, waar
bij de familiekring een gezellig dagje had en
aan het eind daarvan het veld ruimde voor
bruid en bruidegom, die meestal wat blij waren,
eindelijk alleerf te zijn in hun nieuwen staat en
hun nieuwe wonins.
Wanneer men goed nadenkt, moet het voiy
velen eigenlijk een malle instelling zijn, zoo'n
huwelijksreis. Immers, het jonge echtpaar heeft
misschien jaren en jaren gewerkt en gezwoegd
om zoover te komen; er is gewacht en gewacht
op den grooten dag; er is gespaard en gesjouwd
om een inrichting bij elkaar te krijgen; met,
zorg is een huisje, een woning gezocht en met
vreugde en honderdvoudig overleg ingericht
en wanneer dan het huwelijk gesloten is en
alle idealen zooveel meer nabij schijnen geko
men, gaat het jonge echtpaar op reis en draait
het nieuwe huis den rug toe, waarnaar 't zoo
zeer heeft verlangd!
Is dat niet iets zeer inconseauents? Iets bij
na onbegrijpelijks? Wat zijn de redenen, die
ten grondslag liggen aan het instituut, dat met
den algemeenen naam huwelijksreis wordt aan
geduid? En is het dan misschien aanbevelens-'
waardig, die gewoonte nu maar meteen af te
schaffen, nu de omstandigheden het zooveel
moeilijker maken, er aan vast te houden?
Natuurlijk gaat een bruidspaar niet op de
huwelijksreis omdat het minder graag het eigen
huis betrekken wil. Daar is wellicht jaren naar
verlangd, en dat verlangen is de laatste dagen
voor het groote feit niet verminderd. Misschien
veel vermeerderd, omdat nu immers de reali
teit zooveel meer naar voren kwam. Maar zou
de huwelijksreis niet zijn ..uitgevonden" om het
nieuwe getrouwde paar eens bijzonder gelegen
beid te geven zich, ver van alle huiselijke en
huishoudelijke beslommeringen, ver van fami
lieleden en kennissen en buren en vrienden, kor-
teren of langeren tijd geheel en uitsluitend aan
elkaar te wijden? Zoeken zij niet de vreemde,
de andere omgeving om tot zichzelf te komen
en zichzelf en den ander eindelijk volkomen te
ontdekken?
Het heele karakter, dat de trouwdag in alle
tijden heeft behouden, wijst er op dat deze
dag als de gewichtigste, de diepstingrijpende, de
mooiste van heel een menschenleven behoort te
worden beschouwd. Dit is een „hooge tijd",
Hochzeit. Die dag schijnt tè groot en tè bij
zonder om ineens onder te mogen gaan in het
zooveel eentoniger en grauwer leven van allen
dag. Die dag moet het begin worden van het
sprookje, daar moet een leven lang aan worden
teruggedacht als een volmaakte episode. De
jonge man heeft zijn vrouwtje weggehaald uit
het ouderlijk huis, en alvorens zij samen het
nieuwe leven zullen binnengaan, moet er een
overgangstijd zijn, een paar volkomen zorgeloo-
ze dagen of weken, waar zij hun leven lang me)
blijdschap en innigheid aan zullen kunnen te
rugdenken
Wanneer de pertemonnaie het toelaat, zal
wellicht op de huwelijksreis niet te veel naar
geld gekeken worden. Die reis maakt men im
mers maar één keer, en daarom moet alles zoo
mooi en zoo best zijn als men maar kan krij
gen. „Op de huwelijksreis moet je royaal kun
nen zijn", is het gewone advies. Een hoogere
treinklasse, betere hotels, duurdere uitgangetjes,
extra diners en veel en goede cadeautjes voor
elkaar en voor „thuis"dat alles behoorde
tot het gewone recept van wat men in vroeger
tijd normaal en goed en passend vond.
Maar de tijd is veranderd. Talloozen zijn al
dolblij, als ze eindelijk kans zien, getrouwd te
raken. Voor feest blijft dan meestal al weinig
voor reizen heelemaal niets over, afgezien van
het feit, dat dikwijls de verdiensten door moe
ten gaan en er gewoonweg geen vrije tijd voor
gespendeerd zou kunnen worden. En nu is na
tuurlijk alles heelemaal veranderd; de oorlog
de bezetting, de sluiting van de grenzen en de
toestand in het buitenland, dat alles is oor
zaak, dat, hoe royaal men het ook zou kunnen
doen, van een huwelijksreis geen sprake kan
zijntenminste: niet naar het buitenland!
Moet ieder bruidspaar nu maar heel de hu
welijksreis opgeven? Afzien van die heerlijke
romance van samen op reis te gaan, uitgeleid
door vroolijke familieleden, met een vergoelij
kend lachje ontzien door medepassagiers, met
een beetje extra zorg en vriendelijkheid ont
vangen en vertroeteld in de hotels? Afzien van
de sensatie, voor het eerst als echtpaar te boek
te staan in het gastenregister? Samen voor het
eerst zooveel nieuws en moois te zienen
dan tóch tenslotte zoo graag naar huis te wil
len terugkeeren, dat nu immers voor het eerst
een nieuw, een eigen thuis zal zijn?
Nee, wanneer het een béétje kan, moest men
toch nog maar op huwelijksreis gaan. De over
gang naar het nieuwe leven is er zooveel min
der prozaïsch, minder nuchter door! Men is die
dagen in den vreemde zooveel meer op elkaar
aangewezen, dat de jonge echtgenooten elkaar
meer dan ooit zullen leeren kennen en hopelijk
waardeeren. De indrukken, in die dagen samen
opgedaan, zullen een heel leven lang bij blijven
en steeds weer worden opgehaald als van een
heel gelukkigen tijd, waaraan men het liefst te
rugdenkt. Ze zullen het heele feit, het trouwen,
de bruiloft, het thuiskomen zooveel meer glans
en waarde verleenen!
En ook al kan men thans niet meer naar t
buitenland, ook al is het nu moeilijker reizen
door slechtere verbindingen, ook al is het mis
schien niet meer zoo zorgeloos als vroeger, toen
er geen distributiebonnen en allerlei beperkin
gen noodig waren tóch zal een pasgetrouwd
span nog best een paar mooie dagen op huwe
lijksreis kunnen doorbrengenin eigen
land! Laat uit het kwaad van den oorlog dan
het goede worden geboren, dat Nederlanders
hun eigen land méér gaan kennen en dan ze
ker waardeeren. Zij zullen zien en ondervinden,
dat het een prachtig land is, een heerlijk larid,
mooi en lief en poëtisch en romantisch ge
noeg.... zélfs voor een huwelijksreis!
BEREIDEN WE, ZOOALS DE
FRANSCHE KOK DAT DOET.
Nu er overvloedig tomaten zijn,
moeten we deze kostelijke vruchten
zooveel mogelijk bij onze maaltijden
gebruiken.
Verwerkt tot soep vinden ze over
het geheel gretig aftrek. Meestal wor
den de tomaten voor de bereiding
hiervan door een zeef gewreven; bij
zonder lekker is het evemoel als de
soep zoo gekookt is, dat er stukjes
tomaat zonder schil en pitten in den
bouillon liggen.
Probeert U het eens volgens onder
staand recept voor een liter water,
vier bouillonblokjes, een half pond
tomaten, een half ons geraspte, oude
kaas, vier dunne sneetjes brood, veer
tig gram boter.
Los de bouillonblokjes op in het
water. Dompel de tomaten even in
kokend water en schil ze. snijd ze in
vieren en verwijder de pitten. Laat
de stukjes tomaat vijf minuten zacht
jes koken in den bouillon. Bak de dun
ne sneetjes brood in de koekenpan
met boter aan weerskanten goud
bruin. Bestrooi ze met de geraspte
kaas. Geef den bouillon in een soep
terrine en de sneetjes brood op een
schaaltje.
In elk bord legt men dan eerst een
sneetje brood met kaas en hierop giet
men den bouillon.
Een bericht uit Berlijn meldde onlangs, dat
in Duitschland dit jaar honderdduizenden ro-
zestruiken zijn aangeplant, om marmelade te
kunnen bereiden uit de bottels, die deze zullen
opleveren. Hiertoe werd van overheidswege be
sloten, omdat rozebottels behooren tot de rijk
ste bronnen van vitamine C, die wij kennen.
Bovendien blijft in de daaruit bereide jam deze
belangrijke stof bewaard, zoodat de botteljam
vooral goede diensten kan bewijzen in de voor
jaarsmaanden, wanneer het voedsel soms min
der C-vitamine bevat dan wel gewenscht is
voor een goede gezondheid.
De beste bottels worden geleverd door ver
schillende wilde soorten, die ook al om de sier
lijke bloemen onze aandacht verdienen. Ik noem
hier de hondsroos, den egelantier en de bottel
roos. Een geïmporteerde soort met bijzonder
groote bottels is Rosa rugosa, de Rimpelroos
Plantkundigen en kweekers kunnen over de ge
noemde soorten wel meer inlichtingen ver
schaffen.
De marmelade wordt als volgt bereid. De rij
pe bottels worden eerst gewasschen en daarna
met weinig water gekookt. Hierna wordt in een
vruchtenpers het roode moes van de andere
deelen gescheiden. Dit persen vraagt vrij veel
kracht, maar daarvoor zijn in de vacantie nog
wel bekwame handen te vinden. De pers ma?
geen koperen deelen bevatten, want koper be
vordert vernietiging van de vitamine onder in
vloed van de zuurstof der lucht.
Het gewonnen moes wordt een uur lang om
geroerd met een gelijke hoeveelheid suiker, dan
nog eens opgekookt en vervolgens in glazen of
steenen potten gegoten. De oppervlakte wordt
afgesloten met een blaadje cellophaan. Als men
de marmelade op een koele plaats bewaart, zal
zij niet licht bederven.
Deze botteljam is zeer gezond, want één eet
lepel daarvan bevat al voldoende C-vitamine om
in de dagelijksche behoefte van een volwassen
mensch te voorzien. Geregeld gebruik hier
van verhoogt ook den weerstand tegen allerlei
ziekten. Men kan daarom gerust ook wat meer
gebruiken. Zieken geve men tot vijf lepels per
dag, die dan met water tot limonade kunnen
worden verdund, of ook door pap heen kunnen
worden geroerd. Voor kinderen is de marmela
de ook zeer gezond, en zij vormt voor hen een
smakelijke meubileering van de boterham.
Vitamine C in rozebottels. De Haag-
sche Plantsoenendienst snijdt roze
bottels van de Rosa Rugosa voor de
vervaardiging van thee en medicijnen
Om gesmoord vleesch met groenten en aard
appelen als een gerecht in één pan klaar te
maken, doet de huishoudschool uit Enschede
ons het volgende recept aan de hand.
1 y pond staart of schouderstuk (zonder
been)75 gram vet, 25 gram boter; 4 d.L. wa
ter, een kleine lepel zout, 1 lepel bloem; 2 y
pond slaboonen (of andere groente bijvoorbeeld
bloemkool)3 1/2 a 4 pond aardappelen.
Wasch het vleesch en zout het. Bestrooi het
met een lepel bloem, of voeg deze bloem aan
het warmgemaakte vet toe. Wentel 't vleesch
aan alle zijden door het warm- gemaakte vet,
voeg dan 2 d.l. water toe en de boter en laat
het zoo zachtjes smoren (pl.m. 40 min.), op 'n
lage vlam met het deksel op de pan. Maak de
groente op de gewone wijze schoon (verdeel bij
gebruik van bloemkool de kool in kleinere
stronkjes) en schil de aardappelen. Snijd dik
ke aardappelen in tweeën, zoodat ze allemaal
ongeveer van de zelfde grootte zijn.
Schik de groente en aardappelen om het
vleesch in de pan, voeg de rest van het water
toe en strooi nog een derde lepel zout over de
groente en de aardappelen. Laat alles dicht-
gedekt op een lage vlam gaar worden in onge
veer een kwartier. Snijd het vleesch in plakken
en schik die netjes op een schotel, leg daarom
heen de groenten en aardappelen. Het vocht.
kan desverkiezend gebonden worden met wat
aardappelmeel (aangemengd met wat water)
en wordt over het vleesch gegoten of in een
juskom er bij gegeven.
Natuurlijk kan men van dit gerecht zelf weer
variaties bedenken, bij het vleesch kan bijvoor
beeld een uitje meegesmoord of gebakken wor
den of, indien men dit smakelijk vindt, een lau
rierblad en eenige peperkorrels Ook kan men
andere groente gebruiken.
Het voordeel is, dat men maar één pan hoeft
te gebruiken, dus besparing aan brandstof en
minder opletten. Bovendien na den maaltijd
minder afwasch. Een ander voordeel, dat niet
zoo direct in het oog springt, is, dat de waar
devolle stoffen, die in de aardappelen zitten
(en groente) (de zouten en vitaminen) nu vol
ledig behouden blijven, geen afgieten en dus
weggooien van groente- of aardappelwater vindt
hier plaats.
Ook het stampen en stoven, wat bij een ech
ten Nederlandschen stamppot hoort, maar wat
juist uit het oogpunt van voedingsleer minder
is aan te raden, ven'alt. De groente is immers
al tijdens het koken met het vet en de boter
vermengd, het is dus onnoodig om ze straks
nog eens aan deze bewerking bloot te stellen
lies aan voedingsbestanddeelen werken we a--
om tot een koud gerecht, een „aardappelsla"
We snijden daarvoor de aardappelen in plakjes
en maken die aan met één 'van de „sausjes
zonder olie", dat bijv. kan bestaan uit kwark
of uit hangop, in dit geval echter terwille van
de droge aardappelen, in iets dunneren vorm
dan we voor het aanmengen van kropsla zou
den kiezen. Zeer gewenscht uit een Voe-
dingsoogpunt is hierbij de toevoeging van
groene kruiden: vooral peterselie, selderij, ker
vel en bieslook halen niet alleen de vitamine C-
waarde van het koude aardappelgerecht op,
maar geven er tevens een aantrekkelijke kleur
en een geurigen smaak aan. Een waarschuwing,
die hier misschien op haar plaats is, zou zijn,
dat de kruiden vooral niet lang van te voren
worden gehakt of gesneden: ze zouden daar
door veel van hun waarde verliezen; we snijden
ze op het laatste ooogenblik fijn en mengen
ze döor de sla op het moment, dat die op tafe'
zal worden gezet.
Wie van de aardappelsla een dagelijksche
aanvulling van den broodmaaltijd maakt, zal
goed doen met er voor de afwisseling nu eens
een paar in plakjes gesneden tomaten, dan
weer wat komkommerschijfjes of wat koude
slaboontjes van het vorige middagmaal door
te mengen of als rand er omheen te leggen.
Een smakelijk „warm hapje" bij de boter
ham vormen de overgehouden aardappelen, als
we ze even verhitten in een voor dat doel be
reid melksausje.
Voor een portie van pond koude aard
appelen rekenen we: y, L." melk, 2 afgestreken
eetlepels aardappelmeel, 1 afgestreken eetlepel
boter, 1 eetlepel fijngesneden peterselie, wat
zout.
We brengen de melk aan de kook en bin
den ze met het aangemengde aardappelmeel
tot een niet te dik sausje, waardoor we de bo
ter roeren en wat zout. Hierbij voegen we de
in niet te dunne plakjes gesneden aardappelen,
laten ze even warm worden en roeren er dan
de peterselie door.
door MARTINE WITTOP KONING
De vroege aardappelen leveren dit jaar een
overvloedigen oogst en we verheugen ons daar
in des te meer, omdat in verschillende gezin
nen vooral daar waar flink etende kinderen
zijn! het broodrantsoen er prachtig mee
kan worden aangevuld.
In den regel zal dit zóó gebeuren, dat er
voor den warmen maaltijd een ruimere hoe
veelheid wordt gekookt dan de tot nu toe ge
bruikelijke; een flinke rest kan dan bewaard
worden voor het twaalfuurtje van den volgen
den dag. In verband met brandstof- en werk-
besparing is die maatregel volkomen juist
ten opzichte van de vitaminewaarde echter
zullen door het bewaren de aardappelen ach
teruit gaan, een bezwaar, dat iets vermindert,
wanneer we de aardappelen met schil en al
hebben gekookt.
Hoe verschijnen nu de aardappelen aan de
koffietafel?
Met de minste mbeite en met het minste ver-
De frissche zure melkproducten, zooals kar
nemelk, hangop, yoghurt en zure room hebber1
een goeden invloed op onze spijsvertering. Donr
hun verfrisschende smaak zijn ze bijzonder
geschikt om 's zomers gebruikt te worden, wat
niet wegneemt, dat ook in andere jaargetijde"
een combinatie van vruchten en yoghurt
hangop) heusch niet versmaad zal worden.
Vruchten met yoghurt (voor 6 personen).
y, fleschje bessensap
1 dL. water
20 gr. aardappelmeel
100 gr. suiker
9 pruimen
L yoghurt en 75 gram basterdsuiker
Meng het aardappelmeel aan met het wate1
en de helft van het bessensap. Breng dit sa
men aan de kook en laat het roerende eve"
doorkoken. Neem het pannetje van het vuu"
voeg de suiker en de rest van het bessensap t°®-
Wasch de pruimen en snijd ze in de heli
door Roer deze door de afgekoelde bessenvla-
DOe de massa in een vlaschaal en giet
yoghurt die onder toevoeging van 5 afge
streken eetlepels basterdsuiker gladgeklopt 13
er bovenop.
Dames en Meisjes,
maakt nu zelf Uw kleedi**0*
Zendt bon en 25 cent aan postzeg
bü voorkeur van 3 cent ,00
en U ontvangt een mooi boek met
maten en modellen en tevens een
apparaat om U te laten zien hoe gem8£,ee<
lijk onzg methode is om THUIS alle
ding te leeren maken en vermaken.
BON aan INSTITUUT E.N.S.A.I.D, -t»
Tolsteegsingel 54 - Vtre
Naam
Adres