VACANTIE VAN DE STRAAT Tuinierster in haar knollentuin Op Huwelijksreis? Vitaminen uit roze- bottels otten en pannen REESINK SANITAIR Voedzame tomatensoep Waar de hui zenrijen ophou den, begint het speelterrein Voor al wat nog niet volwassen is c. s. UIT Een smakelijk gerecht, Waar geen omkijken naar is ONZE NIEUWE AARD- APPELOOGST EEN ZOMERGERECHT ItllllllUtllltiï- VHAAu' UWiWINKfUER OF DR06IS 11 CT. p. ZAKJE, GELIJK AAN 1 POND DE VROUW EN HAAR TIJD De „V acantieschool" maakt het mogelijk, dat kinderen uit de dichtbewoonde volksbuurten van de groote stad, die gedoemd zouden zijn de vrije zomerweken tusschen asfalt en huizenrijen door te brengen, in vrije dreven kunnen nenieten van lichten lucht Wellicht stond ge er wat sceptisch tegenover, toen er des Zondags in uw parochiekerk alwéér gecollecteerd werd. ..Voor welk doel ditmaal?" bedacht ge. uw tasch openend om uw porte- monnaie te voorschijn te halen. ..O ja. zooiets van vacantiescholen", zweefde u voor den geest, terwijl ge achteloos het zilverstukje op de schaal deponeerde. En daarmee was de vacantieschool uit uw gezichtskring vergleden, bestond dit werk. „dat dubbeltjes vraagt" voor u niet langer, zooals er zooveel goeds is, dat niet of nauwelijks gekend wordt buiten den cirkel van belanghebbenden of geïnteresseerden. Vaeant'eschool! Hoogstens d°nkt de oninge wijde: wat moeten die stumperds van kinderen, als ze eindelijk eens vrij hebben, nu ook in den vaeantietüd nog naar school! Maar wat heeft dat zelfde woord voor de Jeugd uit de dichtbevolkte stadswijken een be loftevollen inhoud, wat een vrijheid ligt daar achter van spelen op open terrein, waar de wind en de zon je wangen streelen en waar on beperkte ruimte tot de volle heerlijkheid van spel inspireert. Bent u in een smalle steeg, waar de hooge hu'zenrijen nauwelijks den blauwen hemel laten zien en waar een mengelmoes van geuren, die uit ramen, deuren en keldergaten komt de lucht vunz'g maakt, wel eens stil blijven staan bii het spel van de kinderen, die naar buiten gekropen uit het donkere gat van de trap, op het stoffige, vuile asfalt zijn gaan zitten en zich amuseeren met wat todden en afgedankt mate riaal. Hun gezichtjes zijn vuil, bleek, soms ouwelijk, op kromme beentjes scharrelen kleine hummels aan de hand van de grooteren, tus schen karren en fietsen door en drukken hun neusjes plat tegen een étalage-ruit of ze staan met open mond voor een donkere deur, waar achter ze jazzmuziek hooren. Dat zijn de kinderen van de straat, de hon derden. de duizenden die leven en opgroeien in de schaduw van de huizenmuren en wier vacantie, de weken, dat ze vrij van school zijn, ook geen ander aspect biedt dande straat. De straat, het bedompste, stoffige exploratie terrein. waar kattekwaad en erger kwaad over al schuilt, waar een frissche geest, de sfeer van licht en lucht, die men voor de opgroeiende jeugd wenscht, ten eenenmale ontbreekt. Om deze kinderen in hun vacantie meer te bieden dan de straat, is het werk van de Va cantiescholen reeds jaren geleden ontstaan. Aan de randen van onze groote steden wer den door de -gemeente open terreinen beschik baar gesteld, waar gedurende de maand Au gustus de jeugd en ook jonger (van drie tot twaalf jaar) in groepen, onder deskundige lei ding. zich den langen lieven dag kan verma ken en tegelijkertijd lepels gezondheid opdoen in den vorm van de al te veel ontbeerde zui vere frissche lucht. Hoe zal dat dezen zomer echter moeten met de Vacantiescholen, vroegen de bestuursleden van dit parochieel georganiseerde werk zich af. Immers boden de open terreinen langs den stadsrand gevaar, temeer waar de witte tenten, die een schuilplaats bieden bij slecht weer, het gevaar uit de lucht vergrootten. Vindingrijkheid schijnt echter een eigenschap te zijn. welke degenen, die zich het lot van anderen aantrekken, nooit in den steek laat. En zoo werden onder anderen in een buitenoord, niet ver van de hoofdstad, de zusters van een kostschool bereid gevonden om een honderdtal vacantieschool-klantjes een gastvrij onderdak te verleenen. Slaan- en eetzalen stonden ter beschikking, geen verrukkelijker en vrijer speel terrein dan de vlakbij liggende hei. In groenen van tien, jongens of meisjes, on der geleidster, trekken de kinderen, die heel spoedig vertrouwd zijn met het idee, dat ze veertien dagen ,.heelemaal van huis zijn", 's ochtends en 's middags naar het ideale, vrije speeloord. waar de bloeiende hei de zuivere lucht een honing-aroma geeft. De jongens krij gen maar niet genoeg van voetballen, de meis jes hebben handen te kort om bloemen te pluk ken, die thuisgekomen worden bekeken en ge determineerd met behulp van de leidster en die ze eigenhandig mogen schikken op de lange eetkamer-tafels. „Vinden jullie 't fiin hier, jongens?" „Nou" en de tintelende oogen in de zonver brande gezichtjes beamen dit hartgrondige ant woord. „Heeft u moeite om ze bezig te houden", wil len we weten. „O nee", lacht de jonge geleid ster. .De kinderen amuseeren zich uitstekend, ze zön zoo gewend om bij het spelen op zich zelf te zijn aangewezen, daar is heelemaal geen leiding voor noodig. Hoogstens moet er eens een ruzietje beslecht of een sprinkhaan gered van den verstikkingsdood in een kinderknuistje. Maar nu is de koek bijna op. Morgen zijn de veertien dagen om". „Ik ga niet weg". Jantje schudt gedecideerd zi.in hoofdje met het ravenzwarte weerbarstige haar. „Ik ga even naar m'n moeder en dan kom Ik hier weer terug, 't is veel te fijn". Handenklappen geeft 't sein tot verzamelen. Iets vroeger dan anders, want de kinderen moe ten nog in het stortbad (fijn juf, „doezen!") en met groote boeketten bloeiende hei, die ieder van dit vacantiefeest mee naar huis wil ne men, trekt de bonte rij van de vacantieschool weg van het speel-dorado, waar ze twee volle weken gezondheid en liefde voor de natuur heb ben opgedaan. A. Bgi. Tuinierster staat in haar moestuin en telt. Ze telt de bruineboonenplanten en rekent uit (in ruwe schatting natuurlijk), dat ongeveer vijf en zeventig duizend boontjes in den herfst haar provisiekast zullen vullen. De witte vlin derbloemen hebben hun plicht goed gedaan. En ze rekent verder dat is voor haar gezin ongeveer honderd bruineboonen-maaltijden Honderd keer. bruineboonenHoe krijgen we ze op! Met spek, met rijst, met tomatensaus, als vegetarisch gehakt, als soep. Ondankbare, daar is de huisvrouw alweer aan het krakeelen met de tuinierster. Tuinierster is trotsch op haar moestuintje, dat als met een tooverstaf uit den grond ge stampt werd. In het late voorjaar heeft ze, met bloedend hart, dat moet gezegd, de bezaaide bloembedjes van haar achtertuin geofferd. De oranje-gele belofte van de prille goudsbloem plantjes werd onder de donkere aarde gespit, de Afrikaantjes, de tabaksbloemen en de pe tunia's, in het baby-stadium van hun zaai- bloemenbestaan, deelden dit lot, maar dat kwa de uur is nu vergeten, nu de volle moestuin z'n overvloedigen rijkdom biedt. Zoo'n eigen groententuintje leert een mensch allerlei: dat kropsla inplaats van te kroppen ook wel eens doorschifet, dat spliterwten, al lig gen die in den winkel van kruidenierswaren naast mee! en grutten, toch groente is, de erw ten zijn alleen te drogen gehangen in de zPn, en dat radijzen, als ze hun eerste jeugd achter den rug hebben en al te sterk van smaak zijn, als knolletjes gekookt (even afkoken) kunnen worden en heerlijk smaken bij koud vleesch. Bovenal leert een groententuin, vooral wan neer de grond goed bemest werd, dat regen wasdom geeftvan onkruid. Wieden en nog eens wieden, om de vijf dagen wieden is de taak van de verzorgster van het tuingedeelte, dat onder de keuken ressorteert. Want wat is er tegen, dat de huisvrouw, die plezier in tui nieren heeft, het „kleinwerk" in den tuin «zelf doet? Ik weet het wel, van het begrip tuin„man" kunnen wij ons niet zoo gemakkelijk losmaken, maar als we over de* grenzen kijken, zien we bijvoorbeeld in Denemarken, dat plantsoenen en parken door vrouwen (die door de gemeente zijn aangesteld) worden onderhouden. Ze dra gen bii haar werk blauw katoenen overalls, wat niet alleen doelmatig is maai1 ook aardig staat. Met grasmachine, schoffel, hark en raffia we ten ze wat handig om te gaan en ze zien er niets bijzonders in om achter een kruiwagen te loopen, iets wat een Hollandsche, die in haar tuintje prutst, zeker „gek" zou vinden, tenzij ze toevallig leerlinge is van de tuinbouwschool. Waarom dus niet zou de geëmancipeerde vrouw, die op alle gebied haar eigen boontjes wel doppen kan, haar eigen bruineboonen-do- meintje bewerken; tuinwerk is een gezellige bezigheid, die alle mogelijke muizenissen een oogenblik op de vlucht jaagt en het is een ge zonde beweging in de frissche lucht. De blauwe overall, die de Deensche draagt, zal de dilettant in den tuin wel niet aanschaf fen, hoewel de kleeding, die we bij deze rustieke bezigheid aan hebben, niet als quantité négli- geable beschouwd mag worden, noch voor ons zelf (denk aan bewegingsvrijheid en vuil wor- de vrouwen, die er de parken onder houden, loopen in blauw katoenen overalls «s* Om een stuk vleesch „voor twee dagen" tegen bederf te be hoeden, moeten in dit jaargetijde de noodige voorzorgs maatregelen geno men worden. Men kan het vleesch be druppelen met ci troensap, op de wij ze, die de foto laat zien, dus door een halven citroen bo ven het vleesch uit te knijpen, zorgdra gend, dat het sap het vleesch overal raakt PROBLEMEN VAN ALLE TIJDEN den) noch voor de anderen, die ons bezig zien U zult toch niet de fout maken vaninuwhuis- houdschort in den tuin te gaan werken, is het wel? Wilt u per sé een schort aan, maakt u dan van een jute lap, desnoods van een jute zak, een voorschoot met een grooten zak middenop gestikt, waar in een verloren kwartiertje war bonte bloemen met raffia of wol opgewerkt worden. Hoort u tot degenen, die alleen maar gelukkig zijn, als ze in de vacantiemaand in haar eigen tuin in „stacks" kunnen rondloopen, dan kiest u bij de lange broek, die tegen een stootje moet kunnen, een blousje, waar het niet op aan komt. Op een zonnigen dag zal de groote strooien hoed goede diensten bewijzen en geen enkele maal mogen bij de tuin-uitrusting de stevige leeren tuinhandschoenen ontbreken, die het behoud waarborgen van de gesoigneerde hand. Neemt u hiervoor niet een paar oude hand schoenen, met gaten en scheuren, want daarin dringen zand en vuil toch binnen en dan is het middel bijna erger dan de kwaal. Voor de luxe-tuinierster, die in een Amferi- kaansche tuinjurk van gestreepte katoen tus schen de bloembedden haar rug laat bruin branden, zijn er draagmanden, aan een wandel stok bevestigd. Als men bloemen plukt, hoeft men niet eens de moeite te doen van zich te bukken wanneer men het geplukte in de mand wil leggen. De mand staat op handhoogte aan den stok in den grond geprikt. A. VAN RIIN'S MOSTERD - UTRECHT VOOR ALLE ZUTPHEN - ROTTERDAM AMSTERDAM K(A. v d. Berg Co's Metaalhandel Prins Hendrikkade 162 In een vorig artikel in deze serie hebben we reeds uitgemaakt dat het minder erg is, wat comfort op te offeren dan zijn jeugd door te brengen met als verloofde menschen steeds maar uitstellen van een huwelijk om redenen van financieelen aard. We kwamen tot de con clusie, dat de vraag alleen maar moet zijn: kan het? en niet meer: kan het erg royaal? Van daag echter is een vraagstuk aan de beurt, waarbij verondersteld wordt dat het best kan, en zelfs dat het tamelijk royaal kan. We gaan ons nu verplaatsen in den gedachtengang van een bruid en bruidegom, die het over het hu welijk al lang eens zijn, maar nu nog de be slissing moeten nemen: gaan we op een hu welijksreis of niet? In alle tijden zijn er natuurlijk huwelijken en huwelijken geweest. Huwelijken, die vergezeld gingen van een grootscheepsch bruiloftsfeest maar ook heel eenvoudige trouwpartijen, waar bij de familiekring een gezellig dagje had en aan het eind daarvan het veld ruimde voor bruid en bruidegom, die meestal wat blij waren, eindelijk alleerf te zijn in hun nieuwen staat en hun nieuwe wonins. Wanneer men goed nadenkt, moet het voiy velen eigenlijk een malle instelling zijn, zoo'n huwelijksreis. Immers, het jonge echtpaar heeft misschien jaren en jaren gewerkt en gezwoegd om zoover te komen; er is gewacht en gewacht op den grooten dag; er is gespaard en gesjouwd om een inrichting bij elkaar te krijgen; met, zorg is een huisje, een woning gezocht en met vreugde en honderdvoudig overleg ingericht en wanneer dan het huwelijk gesloten is en alle idealen zooveel meer nabij schijnen geko men, gaat het jonge echtpaar op reis en draait het nieuwe huis den rug toe, waarnaar 't zoo zeer heeft verlangd! Is dat niet iets zeer inconseauents? Iets bij na onbegrijpelijks? Wat zijn de redenen, die ten grondslag liggen aan het instituut, dat met den algemeenen naam huwelijksreis wordt aan geduid? En is het dan misschien aanbevelens-' waardig, die gewoonte nu maar meteen af te schaffen, nu de omstandigheden het zooveel moeilijker maken, er aan vast te houden? Natuurlijk gaat een bruidspaar niet op de huwelijksreis omdat het minder graag het eigen huis betrekken wil. Daar is wellicht jaren naar verlangd, en dat verlangen is de laatste dagen voor het groote feit niet verminderd. Misschien veel vermeerderd, omdat nu immers de reali teit zooveel meer naar voren kwam. Maar zou de huwelijksreis niet zijn ..uitgevonden" om het nieuwe getrouwde paar eens bijzonder gelegen beid te geven zich, ver van alle huiselijke en huishoudelijke beslommeringen, ver van fami lieleden en kennissen en buren en vrienden, kor- teren of langeren tijd geheel en uitsluitend aan elkaar te wijden? Zoeken zij niet de vreemde, de andere omgeving om tot zichzelf te komen en zichzelf en den ander eindelijk volkomen te ontdekken? Het heele karakter, dat de trouwdag in alle tijden heeft behouden, wijst er op dat deze dag als de gewichtigste, de diepstingrijpende, de mooiste van heel een menschenleven behoort te worden beschouwd. Dit is een „hooge tijd", Hochzeit. Die dag schijnt tè groot en tè bij zonder om ineens onder te mogen gaan in het zooveel eentoniger en grauwer leven van allen dag. Die dag moet het begin worden van het sprookje, daar moet een leven lang aan worden teruggedacht als een volmaakte episode. De jonge man heeft zijn vrouwtje weggehaald uit het ouderlijk huis, en alvorens zij samen het nieuwe leven zullen binnengaan, moet er een overgangstijd zijn, een paar volkomen zorgeloo- ze dagen of weken, waar zij hun leven lang me) blijdschap en innigheid aan zullen kunnen te rugdenken Wanneer de pertemonnaie het toelaat, zal wellicht op de huwelijksreis niet te veel naar geld gekeken worden. Die reis maakt men im mers maar één keer, en daarom moet alles zoo mooi en zoo best zijn als men maar kan krij gen. „Op de huwelijksreis moet je royaal kun nen zijn", is het gewone advies. Een hoogere treinklasse, betere hotels, duurdere uitgangetjes, extra diners en veel en goede cadeautjes voor elkaar en voor „thuis"dat alles behoorde tot het gewone recept van wat men in vroeger tijd normaal en goed en passend vond. Maar de tijd is veranderd. Talloozen zijn al dolblij, als ze eindelijk kans zien, getrouwd te raken. Voor feest blijft dan meestal al weinig voor reizen heelemaal niets over, afgezien van het feit, dat dikwijls de verdiensten door moe ten gaan en er gewoonweg geen vrije tijd voor gespendeerd zou kunnen worden. En nu is na tuurlijk alles heelemaal veranderd; de oorlog de bezetting, de sluiting van de grenzen en de toestand in het buitenland, dat alles is oor zaak, dat, hoe royaal men het ook zou kunnen doen, van een huwelijksreis geen sprake kan zijntenminste: niet naar het buitenland! Moet ieder bruidspaar nu maar heel de hu welijksreis opgeven? Afzien van die heerlijke romance van samen op reis te gaan, uitgeleid door vroolijke familieleden, met een vergoelij kend lachje ontzien door medepassagiers, met een beetje extra zorg en vriendelijkheid ont vangen en vertroeteld in de hotels? Afzien van de sensatie, voor het eerst als echtpaar te boek te staan in het gastenregister? Samen voor het eerst zooveel nieuws en moois te zienen dan tóch tenslotte zoo graag naar huis te wil len terugkeeren, dat nu immers voor het eerst een nieuw, een eigen thuis zal zijn? Nee, wanneer het een béétje kan, moest men toch nog maar op huwelijksreis gaan. De over gang naar het nieuwe leven is er zooveel min der prozaïsch, minder nuchter door! Men is die dagen in den vreemde zooveel meer op elkaar aangewezen, dat de jonge echtgenooten elkaar meer dan ooit zullen leeren kennen en hopelijk waardeeren. De indrukken, in die dagen samen opgedaan, zullen een heel leven lang bij blijven en steeds weer worden opgehaald als van een heel gelukkigen tijd, waaraan men het liefst te rugdenkt. Ze zullen het heele feit, het trouwen, de bruiloft, het thuiskomen zooveel meer glans en waarde verleenen! En ook al kan men thans niet meer naar t buitenland, ook al is het nu moeilijker reizen door slechtere verbindingen, ook al is het mis schien niet meer zoo zorgeloos als vroeger, toen er geen distributiebonnen en allerlei beperkin gen noodig waren tóch zal een pasgetrouwd span nog best een paar mooie dagen op huwe lijksreis kunnen doorbrengenin eigen land! Laat uit het kwaad van den oorlog dan het goede worden geboren, dat Nederlanders hun eigen land méér gaan kennen en dan ze ker waardeeren. Zij zullen zien en ondervinden, dat het een prachtig land is, een heerlijk larid, mooi en lief en poëtisch en romantisch ge noeg.... zélfs voor een huwelijksreis! BEREIDEN WE, ZOOALS DE FRANSCHE KOK DAT DOET. Nu er overvloedig tomaten zijn, moeten we deze kostelijke vruchten zooveel mogelijk bij onze maaltijden gebruiken. Verwerkt tot soep vinden ze over het geheel gretig aftrek. Meestal wor den de tomaten voor de bereiding hiervan door een zeef gewreven; bij zonder lekker is het evemoel als de soep zoo gekookt is, dat er stukjes tomaat zonder schil en pitten in den bouillon liggen. Probeert U het eens volgens onder staand recept voor een liter water, vier bouillonblokjes, een half pond tomaten, een half ons geraspte, oude kaas, vier dunne sneetjes brood, veer tig gram boter. Los de bouillonblokjes op in het water. Dompel de tomaten even in kokend water en schil ze. snijd ze in vieren en verwijder de pitten. Laat de stukjes tomaat vijf minuten zacht jes koken in den bouillon. Bak de dun ne sneetjes brood in de koekenpan met boter aan weerskanten goud bruin. Bestrooi ze met de geraspte kaas. Geef den bouillon in een soep terrine en de sneetjes brood op een schaaltje. In elk bord legt men dan eerst een sneetje brood met kaas en hierop giet men den bouillon. Een bericht uit Berlijn meldde onlangs, dat in Duitschland dit jaar honderdduizenden ro- zestruiken zijn aangeplant, om marmelade te kunnen bereiden uit de bottels, die deze zullen opleveren. Hiertoe werd van overheidswege be sloten, omdat rozebottels behooren tot de rijk ste bronnen van vitamine C, die wij kennen. Bovendien blijft in de daaruit bereide jam deze belangrijke stof bewaard, zoodat de botteljam vooral goede diensten kan bewijzen in de voor jaarsmaanden, wanneer het voedsel soms min der C-vitamine bevat dan wel gewenscht is voor een goede gezondheid. De beste bottels worden geleverd door ver schillende wilde soorten, die ook al om de sier lijke bloemen onze aandacht verdienen. Ik noem hier de hondsroos, den egelantier en de bottel roos. Een geïmporteerde soort met bijzonder groote bottels is Rosa rugosa, de Rimpelroos Plantkundigen en kweekers kunnen over de ge noemde soorten wel meer inlichtingen ver schaffen. De marmelade wordt als volgt bereid. De rij pe bottels worden eerst gewasschen en daarna met weinig water gekookt. Hierna wordt in een vruchtenpers het roode moes van de andere deelen gescheiden. Dit persen vraagt vrij veel kracht, maar daarvoor zijn in de vacantie nog wel bekwame handen te vinden. De pers ma? geen koperen deelen bevatten, want koper be vordert vernietiging van de vitamine onder in vloed van de zuurstof der lucht. Het gewonnen moes wordt een uur lang om geroerd met een gelijke hoeveelheid suiker, dan nog eens opgekookt en vervolgens in glazen of steenen potten gegoten. De oppervlakte wordt afgesloten met een blaadje cellophaan. Als men de marmelade op een koele plaats bewaart, zal zij niet licht bederven. Deze botteljam is zeer gezond, want één eet lepel daarvan bevat al voldoende C-vitamine om in de dagelijksche behoefte van een volwassen mensch te voorzien. Geregeld gebruik hier van verhoogt ook den weerstand tegen allerlei ziekten. Men kan daarom gerust ook wat meer gebruiken. Zieken geve men tot vijf lepels per dag, die dan met water tot limonade kunnen worden verdund, of ook door pap heen kunnen worden geroerd. Voor kinderen is de marmela de ook zeer gezond, en zij vormt voor hen een smakelijke meubileering van de boterham. Vitamine C in rozebottels. De Haag- sche Plantsoenendienst snijdt roze bottels van de Rosa Rugosa voor de vervaardiging van thee en medicijnen Om gesmoord vleesch met groenten en aard appelen als een gerecht in één pan klaar te maken, doet de huishoudschool uit Enschede ons het volgende recept aan de hand. 1 y pond staart of schouderstuk (zonder been)75 gram vet, 25 gram boter; 4 d.L. wa ter, een kleine lepel zout, 1 lepel bloem; 2 y pond slaboonen (of andere groente bijvoorbeeld bloemkool)3 1/2 a 4 pond aardappelen. Wasch het vleesch en zout het. Bestrooi het met een lepel bloem, of voeg deze bloem aan het warmgemaakte vet toe. Wentel 't vleesch aan alle zijden door het warm- gemaakte vet, voeg dan 2 d.l. water toe en de boter en laat het zoo zachtjes smoren (pl.m. 40 min.), op 'n lage vlam met het deksel op de pan. Maak de groente op de gewone wijze schoon (verdeel bij gebruik van bloemkool de kool in kleinere stronkjes) en schil de aardappelen. Snijd dik ke aardappelen in tweeën, zoodat ze allemaal ongeveer van de zelfde grootte zijn. Schik de groente en aardappelen om het vleesch in de pan, voeg de rest van het water toe en strooi nog een derde lepel zout over de groente en de aardappelen. Laat alles dicht- gedekt op een lage vlam gaar worden in onge veer een kwartier. Snijd het vleesch in plakken en schik die netjes op een schotel, leg daarom heen de groenten en aardappelen. Het vocht. kan desverkiezend gebonden worden met wat aardappelmeel (aangemengd met wat water) en wordt over het vleesch gegoten of in een juskom er bij gegeven. Natuurlijk kan men van dit gerecht zelf weer variaties bedenken, bij het vleesch kan bijvoor beeld een uitje meegesmoord of gebakken wor den of, indien men dit smakelijk vindt, een lau rierblad en eenige peperkorrels Ook kan men andere groente gebruiken. Het voordeel is, dat men maar één pan hoeft te gebruiken, dus besparing aan brandstof en minder opletten. Bovendien na den maaltijd minder afwasch. Een ander voordeel, dat niet zoo direct in het oog springt, is, dat de waar devolle stoffen, die in de aardappelen zitten (en groente) (de zouten en vitaminen) nu vol ledig behouden blijven, geen afgieten en dus weggooien van groente- of aardappelwater vindt hier plaats. Ook het stampen en stoven, wat bij een ech ten Nederlandschen stamppot hoort, maar wat juist uit het oogpunt van voedingsleer minder is aan te raden, ven'alt. De groente is immers al tijdens het koken met het vet en de boter vermengd, het is dus onnoodig om ze straks nog eens aan deze bewerking bloot te stellen lies aan voedingsbestanddeelen werken we a-- om tot een koud gerecht, een „aardappelsla" We snijden daarvoor de aardappelen in plakjes en maken die aan met één 'van de „sausjes zonder olie", dat bijv. kan bestaan uit kwark of uit hangop, in dit geval echter terwille van de droge aardappelen, in iets dunneren vorm dan we voor het aanmengen van kropsla zou den kiezen. Zeer gewenscht uit een Voe- dingsoogpunt is hierbij de toevoeging van groene kruiden: vooral peterselie, selderij, ker vel en bieslook halen niet alleen de vitamine C- waarde van het koude aardappelgerecht op, maar geven er tevens een aantrekkelijke kleur en een geurigen smaak aan. Een waarschuwing, die hier misschien op haar plaats is, zou zijn, dat de kruiden vooral niet lang van te voren worden gehakt of gesneden: ze zouden daar door veel van hun waarde verliezen; we snijden ze op het laatste ooogenblik fijn en mengen ze döor de sla op het moment, dat die op tafe' zal worden gezet. Wie van de aardappelsla een dagelijksche aanvulling van den broodmaaltijd maakt, zal goed doen met er voor de afwisseling nu eens een paar in plakjes gesneden tomaten, dan weer wat komkommerschijfjes of wat koude slaboontjes van het vorige middagmaal door te mengen of als rand er omheen te leggen. Een smakelijk „warm hapje" bij de boter ham vormen de overgehouden aardappelen, als we ze even verhitten in een voor dat doel be reid melksausje. Voor een portie van pond koude aard appelen rekenen we: y, L." melk, 2 afgestreken eetlepels aardappelmeel, 1 afgestreken eetlepel boter, 1 eetlepel fijngesneden peterselie, wat zout. We brengen de melk aan de kook en bin den ze met het aangemengde aardappelmeel tot een niet te dik sausje, waardoor we de bo ter roeren en wat zout. Hierbij voegen we de in niet te dunne plakjes gesneden aardappelen, laten ze even warm worden en roeren er dan de peterselie door. door MARTINE WITTOP KONING De vroege aardappelen leveren dit jaar een overvloedigen oogst en we verheugen ons daar in des te meer, omdat in verschillende gezin nen vooral daar waar flink etende kinderen zijn! het broodrantsoen er prachtig mee kan worden aangevuld. In den regel zal dit zóó gebeuren, dat er voor den warmen maaltijd een ruimere hoe veelheid wordt gekookt dan de tot nu toe ge bruikelijke; een flinke rest kan dan bewaard worden voor het twaalfuurtje van den volgen den dag. In verband met brandstof- en werk- besparing is die maatregel volkomen juist ten opzichte van de vitaminewaarde echter zullen door het bewaren de aardappelen ach teruit gaan, een bezwaar, dat iets vermindert, wanneer we de aardappelen met schil en al hebben gekookt. Hoe verschijnen nu de aardappelen aan de koffietafel? Met de minste mbeite en met het minste ver- De frissche zure melkproducten, zooals kar nemelk, hangop, yoghurt en zure room hebber1 een goeden invloed op onze spijsvertering. Donr hun verfrisschende smaak zijn ze bijzonder geschikt om 's zomers gebruikt te worden, wat niet wegneemt, dat ook in andere jaargetijde" een combinatie van vruchten en yoghurt hangop) heusch niet versmaad zal worden. Vruchten met yoghurt (voor 6 personen). y, fleschje bessensap 1 dL. water 20 gr. aardappelmeel 100 gr. suiker 9 pruimen L yoghurt en 75 gram basterdsuiker Meng het aardappelmeel aan met het wate1 en de helft van het bessensap. Breng dit sa men aan de kook en laat het roerende eve" doorkoken. Neem het pannetje van het vuu" voeg de suiker en de rest van het bessensap t°®- Wasch de pruimen en snijd ze in de heli door Roer deze door de afgekoelde bessenvla- DOe de massa in een vlaschaal en giet yoghurt die onder toevoeging van 5 afge streken eetlepels basterdsuiker gladgeklopt 13 er bovenop. Dames en Meisjes, maakt nu zelf Uw kleedi**0* Zendt bon en 25 cent aan postzeg bü voorkeur van 3 cent ,00 en U ontvangt een mooi boek met maten en modellen en tevens een apparaat om U te laten zien hoe gem8£,ee< lijk onzg methode is om THUIS alle ding te leeren maken en vermaken. BON aan INSTITUUT E.N.S.A.I.D, -t» Tolsteegsingel 54 - Vtre Naam Adres

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 8