n
PUNTE
1
j
TOMATEN
De vrouw en het werk van haar man
otten en
pannen
Onvoordeelige
„WARMHOUDEN"
Ik 2!ï£
VV°2,
WKBSBm
Nu en straks
Problemen van alle tijden
Voor de wijze huisvrouw
Pap met Vruchten is n
Voedzame toespijs
net
\jC.O
ZOET
ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1940
JlilliP
BHkIShH
-
1;
Veel vilt en velours
De garneering
De Voedingsraad geeft
voorlichting.
f
Maria Montessori
o-o
Veel vitamine C
gaat daardoor verloren
o-o
Een hapje bij de boterham
'S
DE VROUW EN HAAR TIJD
Linker foto:
Dit middagjurkje met bolero vraagt,
van wollen kunstzijde gemaakt, on
geveer de helft van het aantal
punten dan wanneer het uit wollen
stof wordt vervaardigd.
Foto hieronder:
Hoeden zijn vrij van punten. De bol,
dien men dezen winter zal zien
dragenin het midden even gedeukt
om naar boven wijder uit te loopen.
'/VT
Herfsthoeden in overvloed.
Voor het overige streven
we naar: Zooveel mogelijk
punten.
voor
onze
waar
Augustus staat voor de vrouw in het teeken
van de vacantie-rommeligheid en September in
het teeken van de naaister. De herfst- en win-
tergarderobe moeten herzien en aangevuld en dit
seizoen zullen er meer hoofdbrekens gewijd
worden aan de herziening van het bezit
dan dat er punten gespendeerd zullen worden
aan aanvulling. Althans de komende twee
maanden. Voor de veertig punten, ons tot No
vember toegestaan, kan op z'n hoogst één japon
of ensemble worden aangeschaft, want wie wijs
is wijdt meer aandacht (en dus punten) aan
de onderkleeding. Niemand weet immers in
hoeverre wollen camisole, onderjurk van pure
zijde in dragen warmer dan kunstzijde en
dergelijke ons de komende maanden de warmte
zullen moeten geven, die we bij kachel of radia
tor niet vinden. Wat de bovenkleeding betreft
zullen er voor den winter veel deux-pièces en
wollen mantelpakjes voor in huis gebracht
worden. Weencn brengt in dit genre zeer fraaie
modellen, van een voegzaam jersey weefsel, die
ook hier geïmporteerd worden, maar helaas
lang niet voor iedere beurs bereikbaar zijn.
We moeten met den overjarigen winterman
tel toe, het pakje voor in huis wordt dus zoo
danig gekozen, dat het. wat kleur en coupe
betreft, past bij de winterjas. En verder zal de
nieuwe hoed het moeten doen.
Goddank dat we ons tenminste, wat den herfst-
hoed betreft, mogen uitleven. Van vilt en ve
lours zijn ze, ook van het flatteuze zachte
fluweel en van antilope: een nieuwe zeer fijne
viltsoort, die de soepelheid en den gloed van
suède suggereert. De gameering is eenvoudig,
bijna sober alsof de ernst der tijden tot mati
ging stemt.
De modefien hebben weinig verandering on
dergaan: de bol blijft hoog en smal toeloopen
en meer de aandacht vragend dan de rand
de breton, de chasseur, de cloche, ze handhaven
zich. met hier en daar een geraffineerde deuk
of kneep, die de vlotte lijn nog verhoogen. De
baret is er óók weer. Zij mag nu achter op 't
hoofd gezet worden maar past u er mee op:
niet ieders gezicht verdraagt zoo'n enorme
aureool.
Als kleuren zien we naast zwart (aangezien
het herfst is) alle tinten en tonen bruin, van
zacht reebruin tot donker tabac; ook roestbruin
in alle variaties van nieuw tot oud roest. Er is
bovendien een nieuwe harde kleur blauw, die
zich met alle tinten donker bont goed laat
combineeren. Nog altijd wordt de hoed vrij vóór
op het hoofd gedragen: de bedekking van het
achterhoofd, die dezen zomer gevonden werd
door de netten, afhangende linten of kapjes,
die het kapsel omsloten, wordt bij den herfst-
hoed gevormd door een vilten aanhangseltje,
dat als een soort schild het achterhoofd be
schut.
Op welke modellen inspireert de hoedenmode
voor den aanstaanden winter zich eigenlijk,
vragen we ons af. Er zijn enkele creaties uit
Weenen. die gelukkig den weg naar ons land
hebben weten te vinden. De Engelsche chapel-
lerie mag dan uitgemunt hebben door prima
materiaal en de Fransche door een lichtheid
van afwerking en een souplesse, die elders niet
te vinden is, wat uit Weenen komt is voor de
Hollandsche vrouw zeer geschikt, omdat Wee
nen een zekere sportieve élégance brengt, die
hier graag aanvaard wordt.
Gros grain en ribslint in de tint van den hoed
het van kleur afstekende lint zien we op de
lichte herfsthoeden vormen voldoende gar
neering, omdat de modisten met dit eenvoudig
materiaal ingenieus weten om te gaan. Gedeel
ten van den bol zijn er mee bedekt, soms is het
in bogen geknipt, maar dikwijls ontbreekt het
geheel omdat een reepje vilt of fluweel of soms
ook alleen maar een glimmend ornamentje de
geheele versiering vormt.
Trouwens met ornamenten, ook in den vorm
van een wapen, een embleem, een initiaal werkt
men gaarne dezen winter. Op een hoed van
haarvilt zagen we de initialen van de draagster,
uitgeknipt in velours, een even originecle als
coquette garneering. En zou het misschien niet
ook wel practisch zijn om het komende seizoen
onzen naam buiten op den hoed te hebben,
(zooals de heeren der schepping zich aan de
binnenzijde van den bol van hun initialen ple
gen te voorzien). Of zou 't gevaar denkbeeldig
zijn, dat bij de- geringe keuze van modellen van
over de grenzen onze hoeden zóó op elkaar
zullen lijken, dat we in een restaurant een ver
keerden hoed meenemen! Dat de vrouw die
met een gerust geweten haar kapsel kan laten
zien allerminst tegen de étiquette zondigt
door de hoed in de hand te dragen, hebben we
immers al meermalen betoogd, hoewel deze al
lure meer
thuishoort.
in den zomer dan in den winter
Ook de hoedenspeld heeft nog niet afgedaan;
hij mag dus korter en dus minder gevaarlijk zijn
dan de hcedenpriem van vroeger, hij bewijst in
ons winderig landjè even goede diensten. Bo
vendien is de knop, hetzij deze uit een parel
of een fijn smeedwerkje of een glimmenden
steen bestaat, een aardige versiering.
En dan zijn er de veeren. De rechte veer, die
langs bol en rand geplant is, zooals op de foto,
en die niet eens van een vogel afkomstig hoeft
te zijn. Veeren uit fluweel, uit vilt op vilt, uit
lak of uit lint blijken een hoedengameering,
die minder de sportiviteit suggereert en soms
méér chic heeft. Het vroegere toppunt van
chic: een heel vogeltje op den hoed zal, naar
beweerd wordt, dezen winter weer opgang ma
ken. Met recht tot groote ergernis van de ijve-
raars voor dierenbescherming, die in hun tijd
schrift in de kolommen aan de vrouw gewijd
regelmatig te velde trekken tegen deze ijdel-
heid, waar wreedheid achter staat evenals
het dragen van bont en die uit dit oogpunt
een „vegetarische" mode trachten te propagee-
ren. A. Bgl.
De tijd breekt aan, waarin de vcrsche tomaten
wederom in overvloed en tegen lage prijzen
verkrijgbaar zijn. Ongetwijfeld zal deze thans
populaire vrucht dan weer in velerlei vorm
een geziene gast zijn aan onzen dagelijkschen
disch. Tomaten zijn gezond en smakelijk, terwijl
men ze inzonderheid ook heeft leeren waardee-
ren als leverancier van het voor ons lichamelijk
welzijn zoo onontbeerlijke vitamine C. Ook be
vat de tomaat nog een hoeveelheid provitamine
A (carotine). Hoewel de sinaasappel en de ci
troen niet geheel door de tomaten zijn te ver
vangen, moet, daar wij vrij zeker niet meer over
voldoende zuidvruchten zullen kunnen beschik
ken, het gebruik van de tomaat als leverancier
van deze vitamine toch ten zeerste worden aan
bevolen. Bovendien laat ze zich op zoo velerlei
manieren smakelijk verwerken, dat het te be
grijpen is, dat de huisvrouw ook buiten het
zomerseizoen gaarne in den een of anderen
vorm over deze vrucht de beschikking heeft.
Wij denken o.a. aan de ingeblikte tomaten
soep, waarvan de beschikbare voorraad echter
nog slechts beperkt is en die dus geleidelijk aan
uit den handel gaat verdwijnen. Al te rouwig
mogen wij hierover intusschen niet zijn, daar
het vitamine C-gehalte van deze soep niet
bijster hoog was, terwijl hetgeen al evenmin
een te verwaarloozen factor vormde hier toch
eigenlijk, uit een oogpunt van voedingswaarde,
een onvolledig maal werd geleverd tegen een
prijs, die althans in de gezinnen der minder
draagkrachtigen slechts voor een volledigen
maaltijd kan worden uitgetrokken.
Laten wij de verdwijnende tomatensoep in
blik dus rusten, dan gaan de gedachten in de
eerste plaats uit naar het zelf conserveercn.
Het drogen van tomaten, zooals dit b.v. in
Italië geschiedt, is niet aanbevelenswaardig en
in elk geval voor de huisvrouw te omslachtig.
Tomaten in het zout hebben dit nadeel, dat
de vruchten bijkans niet te ontzouten zijn, zoo-
dat een weinig smakelijk en een vitamine C-
arm gerecht overblijft.
Tomaten in het zuur en tomaten-jam (ook
wel van onrijpe tomaten) zijn eerder als genot
middelen te beschouwen, zoodat hiermede
slechts kleine hoeveelheden vruchten gemoeid
zijn.
Zoo komen wij als vanzelf terecht bij het
steriliseeren. Hiervoor komen in aanmerking de
heele vrucht, de tot moes verwerkte vrucht en
het uitgeperste sap. Bij het steriliseeren van
heele vruchten heeft men minder ruimteverlies
en verkrijgt men een ooglijker product wan
neer de tomaten van het schilletje worden ont
daan (zie onderstaand recept). De bereiding
van moes kan ook zonder gummiring in ge
kurkte flesschen tot een goed resultaat leiden.
Tomatensap kan in de keuken waardevolle
diensten bewijzen voor de bereiding van soepen
en sausen: het is verder ook goed te gebruiken
als een opwekkende drank.
Wie tegen de moeite van het steriliseeren op
ziet. zou nog zijn toevlucht kunnen nemen tot
de zgn. „Deensche methode" namelijk het rauw
inmaken van vruchten onder toevoeging van
benzoëzuur natron. Door dezen naam behoeft
men zich niet te laten afschrikken, want het
betreft hier in wezen een natuurlijk conserveer
middel. In Denemarken, Noorwegen en Zweden
volgt men namelijk sinds lang de methode om
de zgn. „vossenbessen" (roode boschbessen,
.Preiszelbeere", vaccinium vitisidaea) een hee-
len winter lang goed te houden door ze in
potten te doen en met gekookt en daarna af
gekoeld water te overgieten. De vruchten be
houden op deze wijze hun natuurlijken smaak
en geur. Sinds men ontdekt heeft, dat. benzoë
zuur natron, dat zich in de bessen bevindt, oor
zaak is van het niet bederven, is men er toe
gekomen om dit natuurlijke conserveermiddel
ook voor het rauw bewaren van andere en zelfs
van niet gesuikerde vruchten toe te passen.
Daartegen behoeft geen bezwaar te bestaan,
mits men in het oog houdt, dat de Denen hun
roode boschbessen slechts met mate genieten,
zoodat ook voor op deze wijze geconserveerde
tomaten een niet te veelvuldig gebruik aanbe
veling verdient.
Voor het overige houde men. wanneer men
wil overgaan tot het op de een of andere wijze
conserveeren van tomaten, in het oog, dat ook
hier de gulden regel der matiging aanbeveling
verdient. Inmaak toch mag in het wintergetijde
slechts dienen ter aanvulling van groenten en
Zit ge wat krap met het brood, snijd dan
dunne sneedjes, het zal lijken of er meer brood
is omdat er meer boterhammen zijn.
Komt ge daarentegen met de boter niet al
te best uit, maak dan de boterhammen flink
dik. Op één dikke boterham gaat maar half
zooveel boter als op twee dunne.
Nu het sla-seizoen weer volop in gang is en
ge uw olie niet disponibel kunt stellen om er
sla mee aan te maken, zult ge goed doen uw
smaak en dien van uw huisgenooten er aan te
wennen sla met yoghurt te eten of met hangop.
Uw gelaat reinigt ge voortaan met regenwater.
Tegenover thee en koffie gaat ge u instellen
als de ware fijnproefsters, die drinken thee en
koffie ook zonder suiker. Inplaats van toetjes
geeft ge pap met stroop.
En als ge tenslotte nooit havermout, gort of
grutjes eet, laat de kansen, welke die bon u
biedt, dan niet aan uw neus voorbijgaan, maar
ruil het halve pondje kruidenierswaar tegen een
partijtje bruine boonen, die uw buurvrouw zoo
overvloedig in haar zaadtuin heeft staan en
waarvan de oogst binnenkort zal worden, bin
nengehaald.
Schuilt er waarheid in het oude gezegde:
„Hij reist het veiligst, die alleen reist" wan
neer meri het toepast op het huwelijk? Helpt
de gemiddelde vrouw haar man mee, carrière te
maken of is zij eerder een hinderpaal daartoe?
Moet een man, die in het maatschappelijk leven
wil slagen, een huwelijk op de lange baan
schuiven tot zijn positie veilig is, omdat hij
anders de noodzakelijke eenzaamheid, die tot
werken aanspoort, mist? Dat zijn allemaal
vragen en problemen, die ook en vooral in
onzen tijd weer sterk naar voren komen, nu
het voor de meeste mannen zooveel moeilijker
is, zich een positie te verwerven. Kunnen ze
dat beter op hun eentje doen, of is de vrouw
bestemd om hem ook daarin een hulp en steun
te zijn?
Wanneer wij. rond ons zien, zullen we vele
gevallen opmerken, waarin een getrouwd man,
dikwijls naar eigen getuigenis, ontzaglijk gehol
pen wordt in den strijd om het bestaan, wan
neer hij weet dat een zonnige glimlach hem
wacht, wanneer hij, moe en afgemat, na vol
brachten arbeid weer thuis komt; wanneer hij
weet dat daar een kameraad is, die met hem
meeleeft, wier bemoediging hem beïnvloedt tot
steeds grooter krachtsinspanning, wier zorg
voor zijn lichamelijk en geestelijk heil hem
goed doet en wier geluk zijn hoogste belooning
is. Maar ook kunnen wij ons gevallen voorstel
len. dat een man zich geremd voelt in zijn
werk, omdat hij voor een vrouw, voor een gezin
moet zorgen, waarvoor de heele verantwoorde
lijkheid op hem rust en geen oogenblik loslaat.
Hij kan en mag niets riskeeren, ook niet als hij
daardoor misschien grooten vooruitgang kan
behalen, hij kan niets of veel minder in zijn
zaken steken, omdat het geld noodig is voor het
huishouden, kortom, hij is ook in zijn zaken
lang niet zoo vrij, als wanneer hij alleen stond
en alleen de verantwoordelijkheid voor zichzelf
voelde wegen.
Het een zoowel als het ander is mogelijk. Het
ligt alleen maar aan de vrouw. Zij kan den man
immers een blok aan het been zijn, door niets
dan aanspraken op hem te doen gelden, maar
ook kan zij een aansporing, een bemoediging
een inspiratie voor hem zijn. Het gaat er maar
om, of en op welke wijze zij met hem en zijn
werk meeleeft. Wij hoorden een geval van
eenige handelsvertegenwoordigers, die tcgelij
kertijd bij een firma waren gekomen, met onge
veer dezelfde opleiding en dezelfde omstandig
heden. Beiden -waren getrouwd en beiden leken
even geschikt voor hun taak. De eerste echter
kwam na eenige maanden den ander ver voor
uit, hoewel de directie ervan overtuigd was, dat
de tweede eigenlijk minstens even goede pres
taties zou kunnen verrichten als de eerste. Op
zekeren dag kwam de aap uit de mouw. De
directeur, een verstandige, vaderlijke raadgever
van zijn jonger personeel, had een vertrouwelijk
gesprek met hem, en het bleek, dat veel terug
te voeren was op de huiselijke omstandigheden.
Het is een moeilijke tijd, niet het minst voor
handelsvertegenwoordigers, en daarom kan het
heel goed gebeuren dat zoo iemand een dag,
zelfs dagen heeft, dat elk succesje weg blijft.
Wanneef hij dan 's avonds thuis kwam, ver
telde de employé, was altijd de eerste vraag
van zijn vrouw, of hij veel verkocht had, of
hij goed verdiend had. Moest hij dan eerlijk
heidshalve wel eens toegeven, dat het een
slechte dag was geweest, dan keerde ze zich
verontwaardigd van hem af en verweet hem.
dat hij zijn vak niet verstond, dat hij wel geen
moeite gedaan zou hebben, dat hij nergens voor
deugde, dat zijn zwager, zus of zijn neef zoo
het toch maar wel voor elkaar kreeg, en dat
er in haar huwelijk nog nooit iets anders was
geweest dan voortdurend passen en meten om
de touwtjes aan elkaar te kunnen knoopen....
De jongeman ging eiken morgen reeds van
huis met een angst, dat de avond misschien
weer dergelijke onaangenaamheden brenger,
zou. By ieder bezoek, dat hij aan zijn klanten
bracht, zweefde hem dat schrikbeeld van zijn
ontevreden en minachtende vrouw voor oogen,
wat maakte dat hij zich terneergeslagen en on
zeker voelde en bijna radeloos werd, als de
zaken niet zoo vlot schenen te zullen gaan. Hij
verloor zijn overtuigingskracht, zijn prettig op
treden werd een gewrongen karikatuur, en suc
ces bleef inderdaad steeds meer uit.
Nu hoeft het nog niet in veel gevallen zoo
uitgesproken te gaan als hier. lederen dag
echter zijn er vrouwen, die met kleine schimp-
scheutjes. een minachtend glimlachje, een ijzig
zwijgen, haar twijfel toonen aan de capaciteiten
van haar man. Zij ondergraven zijn zelfbewust
zijn. ze zorgen dat zulk een man op het laatst
zich gaat verbeelden dat het inderdaad zoo is,
dat hij wel nergens voor zal deugen en dat hij
toch wel nooit iets zal bereiken, en dat het
toch wel erg voor zijn vrouw is, dat ze met zoo'n
achterlijken nietsnut is getrouwd. Het zit hem
dikwijls in een kleinigheid, in een gebrek aan
belangstelling, in een critisch trekje in het
gezicht, in een kwasi-berustenden zucht
Zulke vrouwen zijn in staat, van de flinkste
mannen een mislukking te maken, maar nooit
zullen ze er zich van bewust zijn, welke groote
schuld haar in dit opzicht treft. Over het alge
meen kan men de vrouwen verdeelen in twee
groepen: zij, die zich één voelen met haar man,
zich met haar man vereenzelvigen, en de
vrouwen, die zich, als het ware gedwongen door
haar natuur, tegen hem keeren, steeds critisch
zijn, op alles wat aan te merken hebben. Het
groote gewicht voor de carrière van een man
van de keuze van zijn echtgenoote is reeds
jaren geleden doorgedrongen in verscheidene
beroepen. In de diplomatie bijvoorbeeld, bij leger
en marine, en eigenlijk overal heeft de vrouw
haar rol te spelen als kameraad van haar man.
ook naar buiten, in het zakelijke deel van zijn
leven.
Niets is in staat, het zelfvertrouwen en de
energie van een man zoo volkomen te onder
graven en te bederven als het zich voortdurend
hooren vergelijken met een ander tot zijn
nadeel. Een goede vrouw moet in alles een
kameraad zijn van haar man, en dat eischt op
de allereerste plaats loyaliteit, het hooghouden
van den ander, in welke omstandigheden ook.
Is er een grondige reden om een aan- of op
merking te maken, doe dat dan rustig en onder
vier oogen, maar haal uw man niet naar bene
den, waar anderen bij zijn, in de allereerste
plaats natuurlijk niet de kinderen. Tracht door
belangstelling, zonder in vervelende details te
treden, op de hoogte te blijven van den gang
van zijn zaken, toon hem dat ge meeleeft en
meevoelt en ook de moeilijkheden, die zich
vooral in dezen tijd kunnen voordoen, begrijpt
en billijkt, dat er nu en dan wel eens een minder
gelukkige dag tusschendoor zal zijn. Zulk een
houding zal hem niet ontmoedigen en hem zijn
energie en kracht en hoop ontnemen, maar
hem integendeel aansporen, zijn schouders er
nog eens extra onder te zetten, omdat hij weet
dat zijn overwinning u nog meer plezier zal
doen dan hemzelf. Hij moet weten en voelen,
dat hij bij zijn vrouw altijd een veilige haven
zal vinden, hoe ruw de stormen ook zijn bootje
hebben geteisterd. Ontwikkel juist zijn zelfver
trouwen, laat hem voortdurend merken, dat u
ervan overtuigd bent, dat hij het wel kan
dan zult ge heel wat meer bereiken dan door
minachting en dagelijksche speldeprikkcn of
erger. C. S.
fruit, die ook dan in verschen staat verkrijg
baar zijn, hetgeen doorgaans in grooteren om
vang en in rijker afwisseling het geval pleegt te
zijn, dan veelal wordt verondersteld. De lage
zomerprijs mag daarom voor de huisvrouw niet
de voornaamste reden zijn, die haar tot inma
ken brengt. En bovendien is tomatenpuree in
blik tot dusver verkrijgbaar tegen zoodanigen
prijs, dat het ook uit dien hoofde aanbeveling
verdient om eens na te gaan of de kosten van
aankoop en het risico bij de bewerking der
versche vruchten, samen met den aan een en
ander verbonden huiselijken arbeid, in rede
lijke verhouding staan tot het nut, dat men
met het zelf conserveeren van tomaten kar.
bereiken.
1. Steriliseeren van heele tomaten
(in flesschen met gummiring)
Ontdoe de tomaten van steeltje en kelk
blaadjes, overgiet 'ze met kokend water, laat ze
daarin één a twee minuten staan en verwijder
de velletjes. Leg de vruchten die op deze
wijze veel soepeler zijn dan wanneer het schil
letje erom blijft zoo dicht mogelijk op elkaar
in de flesschen. vul de overblijvende ruimte
aan met water tot even boven de vruchten,
sluit de flesch op de bekende wijze en sterili
seer (of eigenlijk pasteuriseer) ze gedurende
een half uur bij een temperatuur van tachtig
graden Celsius.
2. Steriliseeren van tomatenmoes
(in flesschen met gummiring)
Wasch de tomaten, ontdoe ze van steeltje en
kelkblaadjes en snijd ze in vierde parten; laat
ze in een wijde pan vlug tot moes koken, al of
niet onder toevoeging van kruiden (peterselie,
selderij, laurierblad, ui. kruidnagel). Breng de
massa over in een vergiet en laat het over
tollige vocht even uitlekken. (Bewaar dit om
afzonderlijk als sap in te maken). Wrijf het
dikke gedeelte door een zeef, zoodat de pitten
achterblijven, breng het over in de schoonge
maakte flesschen, sluit die en steriliseer het
moes een half uur bij tachtig graden Celsius.
Indien men gesteld is op zeer dikke tomaten
puree, dan kan men het gezeefde moes in een
breede pan nog eerst wat inkoken.
3. Steriliseeren van tomatenmoes
(in gekurkte flesschen)
Ga op dezelfde wijze te werk als onder 2. is
beschreven. Gebruik echter in plaats van zgn.
Week's flesschen in dit geval flesschen of flesch-
jes. die met een kurk worden gesloten, desnoods
gewone medicijnfleschjes. Giet het al of niet
ingekookte, gezeefde moes door een trechter
in de fleschjes tot even onder den hals, bind
er met een „kruistouw" de uitgekookte kurk
losjes op, zet de flesschen op een treefje of op
een dubbel gevouwen krant in het kokende
water en steriliseer het moes gedurende een
half uur. Laat de flesschen iets bekoelen, druk
er de kurken stevig in. snijd ze tot aan den
rand der flesch bij en dompel ze tweemaal in
gesmolten lak of paraffine.
Onder een'kruistouw verstaat men twee krui
selings over de kurk gelegde touwtjes, die rond
den hals met een derde touw worden samen
gebonden. Van ieder loshangend touwtje wor
den nu de twee uiteinden boven op de kurk
samengeknoopt, zoodat gedurende de verhitting
de kurk niet van de flesch afvalt.
4. Bewaren van rauw tomatenmoes
(Overgenomen uit „Rauw inmaken van bes
sen en andere vruchten", uit het Deensch van
Ellen Carlsen, vertaald door M. C. Wallis de
VriesWijt).
Vier kilogram tomaten, vijftig gram zout, vier
gram benzoëzuur natron.
Wasch de goed rijpe, maar stevige tomaten
drie maal, de eerste en de derde maal in schoon
water, den tweeden keer in water met wat keu
kenzout. Laat ze uitlekken, snijd ze doormidden
en maal ze. Zeef de puree en roer ze dan vier a
vijf minuten met het zout en het benzoëzuur
natron. Vul er de zeer goed (in een sodasopje
b.v.) gereinigde flesschen mee en kurk die.
Den 31sten Augustus wordt de baan-
breekster op het gebied der opvoeding,
Dr. Maria Montessorizeventig jaar.
Als geen ander heeft deze vromo, die
zelf niet gehuwd ivas en geen kinderen
heeft gehad, begrepen wat er in het
kind omgaat. „Ieder kind", zegt Mon
tessori, „heeft tot taak en is bezig in
zichzelf den mensch te vormen. De
opvoeder moet daarbij helpen, doch
niet meer dan strikt noodig is. Het
eerste wat de opvoedster te leeren
heeft, is zich nederig overtuigd te hou
den, dat niet hij of zij de schepper en
de vormer van de kinderziel is."
De zelfopvoeding is dus de eigenlijke
opvoeding, de rol, die de opvoedt stier
hierbij speelt is meer passief (leidend,
richtinggevend) dan actief. Vanzelf
sprekend volgt hieruit voor het onder
wijs. dat dit individueel moet zijn inge
steld. Bovendien wil Montessori den
kinderen niet zoozeer kennis bijbren
gen dan wel hun leeren waarnemen,
opmerken en handelen.
Of men de ideeën van Montessori aan
hangt of niet, men zal moeten toegeven,
dat het juist in practijk brengen van
haar methode in hooge mate afhanke
lijk is van de leiding, die het kind
daarbij gegeven wordt.
Tijdens haar bezoek in ons land heeft
Maria Montessori dan ook hier en daar
correctie gebracht in de opvoedings
methode. zooals die bij het onderwijs
naar Hollandsche begrippen was uit
gegroeid
Onze vaderlandsche zin voor vrijheid
had Montessori's ideeën soms ivat al te
vrij geïnterpreteerd. Vrijheid behoeft
allerminst ongebondenheid te beteeke-
nen.
Mevrouw Montessori vertoeft thans in
Britsch-Indië om ook daar haar on
derwij s-methode te propageeren. Het
uitbreken van den oorlog verhinderde
hgar naar Holland terug te keeren,
zooals haar oorspronkelijke plan was.
In dezen tijd van rantsoeneering vormen
melkgerechten met hur, hooge voedingswaarde
een ideale aanvulling voor ietwat schrale maal
tijden en derhalve zullen de gedachten van vele
huismoeders thans in de eerste plaats uitgaan
naar het kostelijke, oud-Hollandsche gerecht:
de pap. waarin melk met een of andere graan
soort tot een op voedingsgebied niet te over
treffen combinatie is saamgevoegd.
Mochten deze huismoeders evenwel een echt
genoot of opgeschoten zoon of dochter bezitten,
die pap „kinderachtig" vinden een meening,
die om duistere redenen .in ons land nogal ver
spreid is laten zij dan ten strijde trekken
tegen dit dwaze idee! Want waarom zou iets
wat de natuur ons als voedsel biedt ..kinder
achtig" zijn? Ook de baby krijgt tegenwoordig
dagelijks sinaasappelsap en toch noemt niemand
den sinaasappel een kinderachtige vrucht.
Bovendien zijn dergelijke denkbeelden zoo
betrekkelijk, want vroeger zou een man het
stellig beneden zijn waardigheid hebben gevon
den, om in een café vruchtensap te drinken,
doch nu andere landen die ook op voedings
gebied moderne opvattingen huldigen, het ge
bruik van vruchtensappen hebben ingevoerd,
schaamt ook geen enkele Nederlander er zich
meer voor, om zijn fleschje grape-fruit, sinaas
appel- of tomatensap te bestellen.
Weg dus met een ongemotiveerd vooroordeel
en allen op zijn tijd aan de pap! Er zijn ver
schillende prettige variaties te verzinnen, b.v.
de volgende:
U laat karnemelksche pap met wat suiker
of met een weinig van een 'zoetingsmiddel ge
mengd in een vlaschaal koud worden. Hierop
legt U bijvoorbeeld bessen, die afgehaald, fijn
gemaakt en met wat suiker gemengd zijn of
roert de bessen er doorheen.
Of U gebruikt pruimen, die gehalveerd, gepit
en daarna ongeveer vijf minuten worden ge
kookt in weinig water met suiker. De kooktijd
is afhankelijk van de soort pruimen. Met een
schuimspaan haalt men de zacht geworden
pruimen uit het vocht en schikt ze op de pap.
Het sap wordt met aangemengd aardappelmeel
gebonden en over de vruchten gegoten.
In den appeltijd bedekt men de pap met
appelmoes of men kookt stukjes appel even in
de pap mee. Krenten en rozijnen zijn hiervoor
ook bij uitstek geschikt, maar gezien de bijzon
dere omstandigheden houden wij ons liever bij
de beschikbare binnenlandsche producten.
Ook kan men alle soorten jam met iets water
verdunnen, binden met aardappelmeel en zoo
noodig geurig maken met citroensap of citroen
zuur (het sap van één citroen is ongeveer gelijk
aan vijf gram citroenzuur) en in de pap ver
werken. Verschillende pappen kunnen op deze
wijze worden toebereid.
Enkele lezeressen zullen misschien denken,
dat deze bereiding veel tijd en veel geld kost.
Zij mogen echter niet vergeten, dat fruit een
noodzakelijk Onderdeel van de voeding is en
niet duur is. als wij voor de vruchten den juis-
ten tijd kiezen. De bereiding eischt gemiddeld
tien minuten extra werk. Bovendien zullen deze
pap-gerechten door alle huisgenooten als een
buitengewone tractatie worden beschouwd.
De huisvrouw weet nu al wel, dat vitaminen
voor de voeding van groot belang zijn en dat
vooral de vitamine C een belangrijke rol ver
vult om onze gezondheid op peil te houden.
Bekend is verder dat aardappelen hiervan vrij
veel bevatten, maar dat de bereidingswijze hier
ook grooten invloed uitoefent. Want vitamine
C wordt op den duur vernietigd door de zuur
stof uit de lucht en wel des te sneller naarmate
het voedsel meer wordt verwarmd. Vandaar ook
dat het warmhouden of opwarmen van aardap
pelgerechten zooals ook van groenten zoo
veel mogelijk moet worden vermeden.
In verband hiermee verdienen enkele proe
ven de aandacht, die wij in de „Umschau in
Wissenschaft und Technik" beschreven vonden.
In Januari bevatten 100 gram aardappelen
ongeveer 10 milligram C-vitamine, voldoende
om in een vijfde deel der dagelijksche behoefte
van een volwassene te voorzien. Wanneer men
deze in de schil stoomt, blijft de waardevolle
vitamine bijna geheel aanwezig. Als men echter
100 gram geschilde aardappel neemt, deze 24
uur in het water laat staan, vervolgens kookt
en ten slotte nog twee uur lang warm houdt,
is nog maar 23 milligram overgebleven. En
de helft van dit groote verlies komt op rekening
van het „warmhouden".
Een andere „proef" bevestigde dit resultaat-
Prof. Wendt verrichtte een bloedonderzoek bij
jongelui uit twee arbeidskampen, die allen het
zelfde voedsel kregen. Toch was er blijkbaar
in het eene kamp gebrek aan vitamine C. in
het andere niet; aldus leerde de bloedanalyse-
En de oorzaak van dit merkwaardige verschijn
sel? In het eene kamp werd het eten opgediend,
vlak nadat het was gekookt. In het andere werd
een paar uur later gegeten en het eten in
tusschen op het vuur warmgehouden. Hier nu
heerschte gebrek aan C-vitamine.
De conclusies zijn, ook voor een Nederlandsche
huisvrouw, niet moeilijk te trekken!
Een rest gekookte aardappelen,
wat melk
gekruide vette kaas (ongeveer een ons op acid*
aardappelen)
zoo noodig wat zout en peper,
desgewenscht een stukje boter.
Breng de melk aan de kook. Doe er de aard
appelen in en laat deze warm worden. Druk -<se
fijn en voeg zoo noodig nog wat melk toe. Ver
meng de puree met de geraspte kaas en des
gewenscht een stukje boter; maak ze op smaak
af met wat zout en peper.
0d<y
\00°
suiker
VRAA&T
UW WINKELIER OFOROÜ'5'
11 CT. P. ZAKJEGELIJK AAN' 1 POND SUIK^