n PUNTE 1 j TOMATEN De vrouw en het werk van haar man otten en pannen Onvoordeelige „WARMHOUDEN" Ik 2!ï£ VV°2, WKBSBm Nu en straks Problemen van alle tijden Voor de wijze huisvrouw Pap met Vruchten is n Voedzame toespijs net \jC.O ZOET ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1940 JlilliP BHkIShH - 1; Veel vilt en velours De garneering De Voedingsraad geeft voorlichting. f Maria Montessori o-o Veel vitamine C gaat daardoor verloren o-o Een hapje bij de boterham 'S DE VROUW EN HAAR TIJD Linker foto: Dit middagjurkje met bolero vraagt, van wollen kunstzijde gemaakt, on geveer de helft van het aantal punten dan wanneer het uit wollen stof wordt vervaardigd. Foto hieronder: Hoeden zijn vrij van punten. De bol, dien men dezen winter zal zien dragenin het midden even gedeukt om naar boven wijder uit te loopen. '/VT Herfsthoeden in overvloed. Voor het overige streven we naar: Zooveel mogelijk punten. voor onze waar Augustus staat voor de vrouw in het teeken van de vacantie-rommeligheid en September in het teeken van de naaister. De herfst- en win- tergarderobe moeten herzien en aangevuld en dit seizoen zullen er meer hoofdbrekens gewijd worden aan de herziening van het bezit dan dat er punten gespendeerd zullen worden aan aanvulling. Althans de komende twee maanden. Voor de veertig punten, ons tot No vember toegestaan, kan op z'n hoogst één japon of ensemble worden aangeschaft, want wie wijs is wijdt meer aandacht (en dus punten) aan de onderkleeding. Niemand weet immers in hoeverre wollen camisole, onderjurk van pure zijde in dragen warmer dan kunstzijde en dergelijke ons de komende maanden de warmte zullen moeten geven, die we bij kachel of radia tor niet vinden. Wat de bovenkleeding betreft zullen er voor den winter veel deux-pièces en wollen mantelpakjes voor in huis gebracht worden. Weencn brengt in dit genre zeer fraaie modellen, van een voegzaam jersey weefsel, die ook hier geïmporteerd worden, maar helaas lang niet voor iedere beurs bereikbaar zijn. We moeten met den overjarigen winterman tel toe, het pakje voor in huis wordt dus zoo danig gekozen, dat het. wat kleur en coupe betreft, past bij de winterjas. En verder zal de nieuwe hoed het moeten doen. Goddank dat we ons tenminste, wat den herfst- hoed betreft, mogen uitleven. Van vilt en ve lours zijn ze, ook van het flatteuze zachte fluweel en van antilope: een nieuwe zeer fijne viltsoort, die de soepelheid en den gloed van suède suggereert. De gameering is eenvoudig, bijna sober alsof de ernst der tijden tot mati ging stemt. De modefien hebben weinig verandering on dergaan: de bol blijft hoog en smal toeloopen en meer de aandacht vragend dan de rand de breton, de chasseur, de cloche, ze handhaven zich. met hier en daar een geraffineerde deuk of kneep, die de vlotte lijn nog verhoogen. De baret is er óók weer. Zij mag nu achter op 't hoofd gezet worden maar past u er mee op: niet ieders gezicht verdraagt zoo'n enorme aureool. Als kleuren zien we naast zwart (aangezien het herfst is) alle tinten en tonen bruin, van zacht reebruin tot donker tabac; ook roestbruin in alle variaties van nieuw tot oud roest. Er is bovendien een nieuwe harde kleur blauw, die zich met alle tinten donker bont goed laat combineeren. Nog altijd wordt de hoed vrij vóór op het hoofd gedragen: de bedekking van het achterhoofd, die dezen zomer gevonden werd door de netten, afhangende linten of kapjes, die het kapsel omsloten, wordt bij den herfst- hoed gevormd door een vilten aanhangseltje, dat als een soort schild het achterhoofd be schut. Op welke modellen inspireert de hoedenmode voor den aanstaanden winter zich eigenlijk, vragen we ons af. Er zijn enkele creaties uit Weenen. die gelukkig den weg naar ons land hebben weten te vinden. De Engelsche chapel- lerie mag dan uitgemunt hebben door prima materiaal en de Fransche door een lichtheid van afwerking en een souplesse, die elders niet te vinden is, wat uit Weenen komt is voor de Hollandsche vrouw zeer geschikt, omdat Wee nen een zekere sportieve élégance brengt, die hier graag aanvaard wordt. Gros grain en ribslint in de tint van den hoed het van kleur afstekende lint zien we op de lichte herfsthoeden vormen voldoende gar neering, omdat de modisten met dit eenvoudig materiaal ingenieus weten om te gaan. Gedeel ten van den bol zijn er mee bedekt, soms is het in bogen geknipt, maar dikwijls ontbreekt het geheel omdat een reepje vilt of fluweel of soms ook alleen maar een glimmend ornamentje de geheele versiering vormt. Trouwens met ornamenten, ook in den vorm van een wapen, een embleem, een initiaal werkt men gaarne dezen winter. Op een hoed van haarvilt zagen we de initialen van de draagster, uitgeknipt in velours, een even originecle als coquette garneering. En zou het misschien niet ook wel practisch zijn om het komende seizoen onzen naam buiten op den hoed te hebben, (zooals de heeren der schepping zich aan de binnenzijde van den bol van hun initialen ple gen te voorzien). Of zou 't gevaar denkbeeldig zijn, dat bij de- geringe keuze van modellen van over de grenzen onze hoeden zóó op elkaar zullen lijken, dat we in een restaurant een ver keerden hoed meenemen! Dat de vrouw die met een gerust geweten haar kapsel kan laten zien allerminst tegen de étiquette zondigt door de hoed in de hand te dragen, hebben we immers al meermalen betoogd, hoewel deze al lure meer thuishoort. in den zomer dan in den winter Ook de hoedenspeld heeft nog niet afgedaan; hij mag dus korter en dus minder gevaarlijk zijn dan de hcedenpriem van vroeger, hij bewijst in ons winderig landjè even goede diensten. Bo vendien is de knop, hetzij deze uit een parel of een fijn smeedwerkje of een glimmenden steen bestaat, een aardige versiering. En dan zijn er de veeren. De rechte veer, die langs bol en rand geplant is, zooals op de foto, en die niet eens van een vogel afkomstig hoeft te zijn. Veeren uit fluweel, uit vilt op vilt, uit lak of uit lint blijken een hoedengameering, die minder de sportiviteit suggereert en soms méér chic heeft. Het vroegere toppunt van chic: een heel vogeltje op den hoed zal, naar beweerd wordt, dezen winter weer opgang ma ken. Met recht tot groote ergernis van de ijve- raars voor dierenbescherming, die in hun tijd schrift in de kolommen aan de vrouw gewijd regelmatig te velde trekken tegen deze ijdel- heid, waar wreedheid achter staat evenals het dragen van bont en die uit dit oogpunt een „vegetarische" mode trachten te propagee- ren. A. Bgl. De tijd breekt aan, waarin de vcrsche tomaten wederom in overvloed en tegen lage prijzen verkrijgbaar zijn. Ongetwijfeld zal deze thans populaire vrucht dan weer in velerlei vorm een geziene gast zijn aan onzen dagelijkschen disch. Tomaten zijn gezond en smakelijk, terwijl men ze inzonderheid ook heeft leeren waardee- ren als leverancier van het voor ons lichamelijk welzijn zoo onontbeerlijke vitamine C. Ook be vat de tomaat nog een hoeveelheid provitamine A (carotine). Hoewel de sinaasappel en de ci troen niet geheel door de tomaten zijn te ver vangen, moet, daar wij vrij zeker niet meer over voldoende zuidvruchten zullen kunnen beschik ken, het gebruik van de tomaat als leverancier van deze vitamine toch ten zeerste worden aan bevolen. Bovendien laat ze zich op zoo velerlei manieren smakelijk verwerken, dat het te be grijpen is, dat de huisvrouw ook buiten het zomerseizoen gaarne in den een of anderen vorm over deze vrucht de beschikking heeft. Wij denken o.a. aan de ingeblikte tomaten soep, waarvan de beschikbare voorraad echter nog slechts beperkt is en die dus geleidelijk aan uit den handel gaat verdwijnen. Al te rouwig mogen wij hierover intusschen niet zijn, daar het vitamine C-gehalte van deze soep niet bijster hoog was, terwijl hetgeen al evenmin een te verwaarloozen factor vormde hier toch eigenlijk, uit een oogpunt van voedingswaarde, een onvolledig maal werd geleverd tegen een prijs, die althans in de gezinnen der minder draagkrachtigen slechts voor een volledigen maaltijd kan worden uitgetrokken. Laten wij de verdwijnende tomatensoep in blik dus rusten, dan gaan de gedachten in de eerste plaats uit naar het zelf conserveercn. Het drogen van tomaten, zooals dit b.v. in Italië geschiedt, is niet aanbevelenswaardig en in elk geval voor de huisvrouw te omslachtig. Tomaten in het zout hebben dit nadeel, dat de vruchten bijkans niet te ontzouten zijn, zoo- dat een weinig smakelijk en een vitamine C- arm gerecht overblijft. Tomaten in het zuur en tomaten-jam (ook wel van onrijpe tomaten) zijn eerder als genot middelen te beschouwen, zoodat hiermede slechts kleine hoeveelheden vruchten gemoeid zijn. Zoo komen wij als vanzelf terecht bij het steriliseeren. Hiervoor komen in aanmerking de heele vrucht, de tot moes verwerkte vrucht en het uitgeperste sap. Bij het steriliseeren van heele vruchten heeft men minder ruimteverlies en verkrijgt men een ooglijker product wan neer de tomaten van het schilletje worden ont daan (zie onderstaand recept). De bereiding van moes kan ook zonder gummiring in ge kurkte flesschen tot een goed resultaat leiden. Tomatensap kan in de keuken waardevolle diensten bewijzen voor de bereiding van soepen en sausen: het is verder ook goed te gebruiken als een opwekkende drank. Wie tegen de moeite van het steriliseeren op ziet. zou nog zijn toevlucht kunnen nemen tot de zgn. „Deensche methode" namelijk het rauw inmaken van vruchten onder toevoeging van benzoëzuur natron. Door dezen naam behoeft men zich niet te laten afschrikken, want het betreft hier in wezen een natuurlijk conserveer middel. In Denemarken, Noorwegen en Zweden volgt men namelijk sinds lang de methode om de zgn. „vossenbessen" (roode boschbessen, .Preiszelbeere", vaccinium vitisidaea) een hee- len winter lang goed te houden door ze in potten te doen en met gekookt en daarna af gekoeld water te overgieten. De vruchten be houden op deze wijze hun natuurlijken smaak en geur. Sinds men ontdekt heeft, dat. benzoë zuur natron, dat zich in de bessen bevindt, oor zaak is van het niet bederven, is men er toe gekomen om dit natuurlijke conserveermiddel ook voor het rauw bewaren van andere en zelfs van niet gesuikerde vruchten toe te passen. Daartegen behoeft geen bezwaar te bestaan, mits men in het oog houdt, dat de Denen hun roode boschbessen slechts met mate genieten, zoodat ook voor op deze wijze geconserveerde tomaten een niet te veelvuldig gebruik aanbe veling verdient. Voor het overige houde men. wanneer men wil overgaan tot het op de een of andere wijze conserveeren van tomaten, in het oog, dat ook hier de gulden regel der matiging aanbeveling verdient. Inmaak toch mag in het wintergetijde slechts dienen ter aanvulling van groenten en Zit ge wat krap met het brood, snijd dan dunne sneedjes, het zal lijken of er meer brood is omdat er meer boterhammen zijn. Komt ge daarentegen met de boter niet al te best uit, maak dan de boterhammen flink dik. Op één dikke boterham gaat maar half zooveel boter als op twee dunne. Nu het sla-seizoen weer volop in gang is en ge uw olie niet disponibel kunt stellen om er sla mee aan te maken, zult ge goed doen uw smaak en dien van uw huisgenooten er aan te wennen sla met yoghurt te eten of met hangop. Uw gelaat reinigt ge voortaan met regenwater. Tegenover thee en koffie gaat ge u instellen als de ware fijnproefsters, die drinken thee en koffie ook zonder suiker. Inplaats van toetjes geeft ge pap met stroop. En als ge tenslotte nooit havermout, gort of grutjes eet, laat de kansen, welke die bon u biedt, dan niet aan uw neus voorbijgaan, maar ruil het halve pondje kruidenierswaar tegen een partijtje bruine boonen, die uw buurvrouw zoo overvloedig in haar zaadtuin heeft staan en waarvan de oogst binnenkort zal worden, bin nengehaald. Schuilt er waarheid in het oude gezegde: „Hij reist het veiligst, die alleen reist" wan neer meri het toepast op het huwelijk? Helpt de gemiddelde vrouw haar man mee, carrière te maken of is zij eerder een hinderpaal daartoe? Moet een man, die in het maatschappelijk leven wil slagen, een huwelijk op de lange baan schuiven tot zijn positie veilig is, omdat hij anders de noodzakelijke eenzaamheid, die tot werken aanspoort, mist? Dat zijn allemaal vragen en problemen, die ook en vooral in onzen tijd weer sterk naar voren komen, nu het voor de meeste mannen zooveel moeilijker is, zich een positie te verwerven. Kunnen ze dat beter op hun eentje doen, of is de vrouw bestemd om hem ook daarin een hulp en steun te zijn? Wanneer wij. rond ons zien, zullen we vele gevallen opmerken, waarin een getrouwd man, dikwijls naar eigen getuigenis, ontzaglijk gehol pen wordt in den strijd om het bestaan, wan neer hij weet dat een zonnige glimlach hem wacht, wanneer hij, moe en afgemat, na vol brachten arbeid weer thuis komt; wanneer hij weet dat daar een kameraad is, die met hem meeleeft, wier bemoediging hem beïnvloedt tot steeds grooter krachtsinspanning, wier zorg voor zijn lichamelijk en geestelijk heil hem goed doet en wier geluk zijn hoogste belooning is. Maar ook kunnen wij ons gevallen voorstel len. dat een man zich geremd voelt in zijn werk, omdat hij voor een vrouw, voor een gezin moet zorgen, waarvoor de heele verantwoorde lijkheid op hem rust en geen oogenblik loslaat. Hij kan en mag niets riskeeren, ook niet als hij daardoor misschien grooten vooruitgang kan behalen, hij kan niets of veel minder in zijn zaken steken, omdat het geld noodig is voor het huishouden, kortom, hij is ook in zijn zaken lang niet zoo vrij, als wanneer hij alleen stond en alleen de verantwoordelijkheid voor zichzelf voelde wegen. Het een zoowel als het ander is mogelijk. Het ligt alleen maar aan de vrouw. Zij kan den man immers een blok aan het been zijn, door niets dan aanspraken op hem te doen gelden, maar ook kan zij een aansporing, een bemoediging een inspiratie voor hem zijn. Het gaat er maar om, of en op welke wijze zij met hem en zijn werk meeleeft. Wij hoorden een geval van eenige handelsvertegenwoordigers, die tcgelij kertijd bij een firma waren gekomen, met onge veer dezelfde opleiding en dezelfde omstandig heden. Beiden -waren getrouwd en beiden leken even geschikt voor hun taak. De eerste echter kwam na eenige maanden den ander ver voor uit, hoewel de directie ervan overtuigd was, dat de tweede eigenlijk minstens even goede pres taties zou kunnen verrichten als de eerste. Op zekeren dag kwam de aap uit de mouw. De directeur, een verstandige, vaderlijke raadgever van zijn jonger personeel, had een vertrouwelijk gesprek met hem, en het bleek, dat veel terug te voeren was op de huiselijke omstandigheden. Het is een moeilijke tijd, niet het minst voor handelsvertegenwoordigers, en daarom kan het heel goed gebeuren dat zoo iemand een dag, zelfs dagen heeft, dat elk succesje weg blijft. Wanneef hij dan 's avonds thuis kwam, ver telde de employé, was altijd de eerste vraag van zijn vrouw, of hij veel verkocht had, of hij goed verdiend had. Moest hij dan eerlijk heidshalve wel eens toegeven, dat het een slechte dag was geweest, dan keerde ze zich verontwaardigd van hem af en verweet hem. dat hij zijn vak niet verstond, dat hij wel geen moeite gedaan zou hebben, dat hij nergens voor deugde, dat zijn zwager, zus of zijn neef zoo het toch maar wel voor elkaar kreeg, en dat er in haar huwelijk nog nooit iets anders was geweest dan voortdurend passen en meten om de touwtjes aan elkaar te kunnen knoopen.... De jongeman ging eiken morgen reeds van huis met een angst, dat de avond misschien weer dergelijke onaangenaamheden brenger, zou. By ieder bezoek, dat hij aan zijn klanten bracht, zweefde hem dat schrikbeeld van zijn ontevreden en minachtende vrouw voor oogen, wat maakte dat hij zich terneergeslagen en on zeker voelde en bijna radeloos werd, als de zaken niet zoo vlot schenen te zullen gaan. Hij verloor zijn overtuigingskracht, zijn prettig op treden werd een gewrongen karikatuur, en suc ces bleef inderdaad steeds meer uit. Nu hoeft het nog niet in veel gevallen zoo uitgesproken te gaan als hier. lederen dag echter zijn er vrouwen, die met kleine schimp- scheutjes. een minachtend glimlachje, een ijzig zwijgen, haar twijfel toonen aan de capaciteiten van haar man. Zij ondergraven zijn zelfbewust zijn. ze zorgen dat zulk een man op het laatst zich gaat verbeelden dat het inderdaad zoo is, dat hij wel nergens voor zal deugen en dat hij toch wel nooit iets zal bereiken, en dat het toch wel erg voor zijn vrouw is, dat ze met zoo'n achterlijken nietsnut is getrouwd. Het zit hem dikwijls in een kleinigheid, in een gebrek aan belangstelling, in een critisch trekje in het gezicht, in een kwasi-berustenden zucht Zulke vrouwen zijn in staat, van de flinkste mannen een mislukking te maken, maar nooit zullen ze er zich van bewust zijn, welke groote schuld haar in dit opzicht treft. Over het alge meen kan men de vrouwen verdeelen in twee groepen: zij, die zich één voelen met haar man, zich met haar man vereenzelvigen, en de vrouwen, die zich, als het ware gedwongen door haar natuur, tegen hem keeren, steeds critisch zijn, op alles wat aan te merken hebben. Het groote gewicht voor de carrière van een man van de keuze van zijn echtgenoote is reeds jaren geleden doorgedrongen in verscheidene beroepen. In de diplomatie bijvoorbeeld, bij leger en marine, en eigenlijk overal heeft de vrouw haar rol te spelen als kameraad van haar man. ook naar buiten, in het zakelijke deel van zijn leven. Niets is in staat, het zelfvertrouwen en de energie van een man zoo volkomen te onder graven en te bederven als het zich voortdurend hooren vergelijken met een ander tot zijn nadeel. Een goede vrouw moet in alles een kameraad zijn van haar man, en dat eischt op de allereerste plaats loyaliteit, het hooghouden van den ander, in welke omstandigheden ook. Is er een grondige reden om een aan- of op merking te maken, doe dat dan rustig en onder vier oogen, maar haal uw man niet naar bene den, waar anderen bij zijn, in de allereerste plaats natuurlijk niet de kinderen. Tracht door belangstelling, zonder in vervelende details te treden, op de hoogte te blijven van den gang van zijn zaken, toon hem dat ge meeleeft en meevoelt en ook de moeilijkheden, die zich vooral in dezen tijd kunnen voordoen, begrijpt en billijkt, dat er nu en dan wel eens een minder gelukkige dag tusschendoor zal zijn. Zulk een houding zal hem niet ontmoedigen en hem zijn energie en kracht en hoop ontnemen, maar hem integendeel aansporen, zijn schouders er nog eens extra onder te zetten, omdat hij weet dat zijn overwinning u nog meer plezier zal doen dan hemzelf. Hij moet weten en voelen, dat hij bij zijn vrouw altijd een veilige haven zal vinden, hoe ruw de stormen ook zijn bootje hebben geteisterd. Ontwikkel juist zijn zelfver trouwen, laat hem voortdurend merken, dat u ervan overtuigd bent, dat hij het wel kan dan zult ge heel wat meer bereiken dan door minachting en dagelijksche speldeprikkcn of erger. C. S. fruit, die ook dan in verschen staat verkrijg baar zijn, hetgeen doorgaans in grooteren om vang en in rijker afwisseling het geval pleegt te zijn, dan veelal wordt verondersteld. De lage zomerprijs mag daarom voor de huisvrouw niet de voornaamste reden zijn, die haar tot inma ken brengt. En bovendien is tomatenpuree in blik tot dusver verkrijgbaar tegen zoodanigen prijs, dat het ook uit dien hoofde aanbeveling verdient om eens na te gaan of de kosten van aankoop en het risico bij de bewerking der versche vruchten, samen met den aan een en ander verbonden huiselijken arbeid, in rede lijke verhouding staan tot het nut, dat men met het zelf conserveeren van tomaten kar. bereiken. 1. Steriliseeren van heele tomaten (in flesschen met gummiring) Ontdoe de tomaten van steeltje en kelk blaadjes, overgiet 'ze met kokend water, laat ze daarin één a twee minuten staan en verwijder de velletjes. Leg de vruchten die op deze wijze veel soepeler zijn dan wanneer het schil letje erom blijft zoo dicht mogelijk op elkaar in de flesschen. vul de overblijvende ruimte aan met water tot even boven de vruchten, sluit de flesch op de bekende wijze en sterili seer (of eigenlijk pasteuriseer) ze gedurende een half uur bij een temperatuur van tachtig graden Celsius. 2. Steriliseeren van tomatenmoes (in flesschen met gummiring) Wasch de tomaten, ontdoe ze van steeltje en kelkblaadjes en snijd ze in vierde parten; laat ze in een wijde pan vlug tot moes koken, al of niet onder toevoeging van kruiden (peterselie, selderij, laurierblad, ui. kruidnagel). Breng de massa over in een vergiet en laat het over tollige vocht even uitlekken. (Bewaar dit om afzonderlijk als sap in te maken). Wrijf het dikke gedeelte door een zeef, zoodat de pitten achterblijven, breng het over in de schoonge maakte flesschen, sluit die en steriliseer het moes een half uur bij tachtig graden Celsius. Indien men gesteld is op zeer dikke tomaten puree, dan kan men het gezeefde moes in een breede pan nog eerst wat inkoken. 3. Steriliseeren van tomatenmoes (in gekurkte flesschen) Ga op dezelfde wijze te werk als onder 2. is beschreven. Gebruik echter in plaats van zgn. Week's flesschen in dit geval flesschen of flesch- jes. die met een kurk worden gesloten, desnoods gewone medicijnfleschjes. Giet het al of niet ingekookte, gezeefde moes door een trechter in de fleschjes tot even onder den hals, bind er met een „kruistouw" de uitgekookte kurk losjes op, zet de flesschen op een treefje of op een dubbel gevouwen krant in het kokende water en steriliseer het moes gedurende een half uur. Laat de flesschen iets bekoelen, druk er de kurken stevig in. snijd ze tot aan den rand der flesch bij en dompel ze tweemaal in gesmolten lak of paraffine. Onder een'kruistouw verstaat men twee krui selings over de kurk gelegde touwtjes, die rond den hals met een derde touw worden samen gebonden. Van ieder loshangend touwtje wor den nu de twee uiteinden boven op de kurk samengeknoopt, zoodat gedurende de verhitting de kurk niet van de flesch afvalt. 4. Bewaren van rauw tomatenmoes (Overgenomen uit „Rauw inmaken van bes sen en andere vruchten", uit het Deensch van Ellen Carlsen, vertaald door M. C. Wallis de VriesWijt). Vier kilogram tomaten, vijftig gram zout, vier gram benzoëzuur natron. Wasch de goed rijpe, maar stevige tomaten drie maal, de eerste en de derde maal in schoon water, den tweeden keer in water met wat keu kenzout. Laat ze uitlekken, snijd ze doormidden en maal ze. Zeef de puree en roer ze dan vier a vijf minuten met het zout en het benzoëzuur natron. Vul er de zeer goed (in een sodasopje b.v.) gereinigde flesschen mee en kurk die. Den 31sten Augustus wordt de baan- breekster op het gebied der opvoeding, Dr. Maria Montessorizeventig jaar. Als geen ander heeft deze vromo, die zelf niet gehuwd ivas en geen kinderen heeft gehad, begrepen wat er in het kind omgaat. „Ieder kind", zegt Mon tessori, „heeft tot taak en is bezig in zichzelf den mensch te vormen. De opvoeder moet daarbij helpen, doch niet meer dan strikt noodig is. Het eerste wat de opvoedster te leeren heeft, is zich nederig overtuigd te hou den, dat niet hij of zij de schepper en de vormer van de kinderziel is." De zelfopvoeding is dus de eigenlijke opvoeding, de rol, die de opvoedt stier hierbij speelt is meer passief (leidend, richtinggevend) dan actief. Vanzelf sprekend volgt hieruit voor het onder wijs. dat dit individueel moet zijn inge steld. Bovendien wil Montessori den kinderen niet zoozeer kennis bijbren gen dan wel hun leeren waarnemen, opmerken en handelen. Of men de ideeën van Montessori aan hangt of niet, men zal moeten toegeven, dat het juist in practijk brengen van haar methode in hooge mate afhanke lijk is van de leiding, die het kind daarbij gegeven wordt. Tijdens haar bezoek in ons land heeft Maria Montessori dan ook hier en daar correctie gebracht in de opvoedings methode. zooals die bij het onderwijs naar Hollandsche begrippen was uit gegroeid Onze vaderlandsche zin voor vrijheid had Montessori's ideeën soms ivat al te vrij geïnterpreteerd. Vrijheid behoeft allerminst ongebondenheid te beteeke- nen. Mevrouw Montessori vertoeft thans in Britsch-Indië om ook daar haar on derwij s-methode te propageeren. Het uitbreken van den oorlog verhinderde hgar naar Holland terug te keeren, zooals haar oorspronkelijke plan was. In dezen tijd van rantsoeneering vormen melkgerechten met hur, hooge voedingswaarde een ideale aanvulling voor ietwat schrale maal tijden en derhalve zullen de gedachten van vele huismoeders thans in de eerste plaats uitgaan naar het kostelijke, oud-Hollandsche gerecht: de pap. waarin melk met een of andere graan soort tot een op voedingsgebied niet te over treffen combinatie is saamgevoegd. Mochten deze huismoeders evenwel een echt genoot of opgeschoten zoon of dochter bezitten, die pap „kinderachtig" vinden een meening, die om duistere redenen .in ons land nogal ver spreid is laten zij dan ten strijde trekken tegen dit dwaze idee! Want waarom zou iets wat de natuur ons als voedsel biedt ..kinder achtig" zijn? Ook de baby krijgt tegenwoordig dagelijks sinaasappelsap en toch noemt niemand den sinaasappel een kinderachtige vrucht. Bovendien zijn dergelijke denkbeelden zoo betrekkelijk, want vroeger zou een man het stellig beneden zijn waardigheid hebben gevon den, om in een café vruchtensap te drinken, doch nu andere landen die ook op voedings gebied moderne opvattingen huldigen, het ge bruik van vruchtensappen hebben ingevoerd, schaamt ook geen enkele Nederlander er zich meer voor, om zijn fleschje grape-fruit, sinaas appel- of tomatensap te bestellen. Weg dus met een ongemotiveerd vooroordeel en allen op zijn tijd aan de pap! Er zijn ver schillende prettige variaties te verzinnen, b.v. de volgende: U laat karnemelksche pap met wat suiker of met een weinig van een 'zoetingsmiddel ge mengd in een vlaschaal koud worden. Hierop legt U bijvoorbeeld bessen, die afgehaald, fijn gemaakt en met wat suiker gemengd zijn of roert de bessen er doorheen. Of U gebruikt pruimen, die gehalveerd, gepit en daarna ongeveer vijf minuten worden ge kookt in weinig water met suiker. De kooktijd is afhankelijk van de soort pruimen. Met een schuimspaan haalt men de zacht geworden pruimen uit het vocht en schikt ze op de pap. Het sap wordt met aangemengd aardappelmeel gebonden en over de vruchten gegoten. In den appeltijd bedekt men de pap met appelmoes of men kookt stukjes appel even in de pap mee. Krenten en rozijnen zijn hiervoor ook bij uitstek geschikt, maar gezien de bijzon dere omstandigheden houden wij ons liever bij de beschikbare binnenlandsche producten. Ook kan men alle soorten jam met iets water verdunnen, binden met aardappelmeel en zoo noodig geurig maken met citroensap of citroen zuur (het sap van één citroen is ongeveer gelijk aan vijf gram citroenzuur) en in de pap ver werken. Verschillende pappen kunnen op deze wijze worden toebereid. Enkele lezeressen zullen misschien denken, dat deze bereiding veel tijd en veel geld kost. Zij mogen echter niet vergeten, dat fruit een noodzakelijk Onderdeel van de voeding is en niet duur is. als wij voor de vruchten den juis- ten tijd kiezen. De bereiding eischt gemiddeld tien minuten extra werk. Bovendien zullen deze pap-gerechten door alle huisgenooten als een buitengewone tractatie worden beschouwd. De huisvrouw weet nu al wel, dat vitaminen voor de voeding van groot belang zijn en dat vooral de vitamine C een belangrijke rol ver vult om onze gezondheid op peil te houden. Bekend is verder dat aardappelen hiervan vrij veel bevatten, maar dat de bereidingswijze hier ook grooten invloed uitoefent. Want vitamine C wordt op den duur vernietigd door de zuur stof uit de lucht en wel des te sneller naarmate het voedsel meer wordt verwarmd. Vandaar ook dat het warmhouden of opwarmen van aardap pelgerechten zooals ook van groenten zoo veel mogelijk moet worden vermeden. In verband hiermee verdienen enkele proe ven de aandacht, die wij in de „Umschau in Wissenschaft und Technik" beschreven vonden. In Januari bevatten 100 gram aardappelen ongeveer 10 milligram C-vitamine, voldoende om in een vijfde deel der dagelijksche behoefte van een volwassene te voorzien. Wanneer men deze in de schil stoomt, blijft de waardevolle vitamine bijna geheel aanwezig. Als men echter 100 gram geschilde aardappel neemt, deze 24 uur in het water laat staan, vervolgens kookt en ten slotte nog twee uur lang warm houdt, is nog maar 23 milligram overgebleven. En de helft van dit groote verlies komt op rekening van het „warmhouden". Een andere „proef" bevestigde dit resultaat- Prof. Wendt verrichtte een bloedonderzoek bij jongelui uit twee arbeidskampen, die allen het zelfde voedsel kregen. Toch was er blijkbaar in het eene kamp gebrek aan vitamine C. in het andere niet; aldus leerde de bloedanalyse- En de oorzaak van dit merkwaardige verschijn sel? In het eene kamp werd het eten opgediend, vlak nadat het was gekookt. In het andere werd een paar uur later gegeten en het eten in tusschen op het vuur warmgehouden. Hier nu heerschte gebrek aan C-vitamine. De conclusies zijn, ook voor een Nederlandsche huisvrouw, niet moeilijk te trekken! Een rest gekookte aardappelen, wat melk gekruide vette kaas (ongeveer een ons op acid* aardappelen) zoo noodig wat zout en peper, desgewenscht een stukje boter. Breng de melk aan de kook. Doe er de aard appelen in en laat deze warm worden. Druk -<se fijn en voeg zoo noodig nog wat melk toe. Ver meng de puree met de geraspte kaas en des gewenscht een stukje boter; maak ze op smaak af met wat zout en peper. 0d<y \00° suiker VRAA&T UW WINKELIER OFOROÜ'5' 11 CT. P. ZAKJEGELIJK AAN' 1 POND SUIK^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 8