LUISTEREN..
Expositie H. Land
stichting
Winkelsluiting en
verduistering
Abt Joachim
Handel van Nederland
met Zweden
F abrieksaardappelen
voor voedselgebruik
Nederlandsche filmproductie
Gesprek met Mgr. Suijs
GELD- EN GOEDEREN
INZAMELING
ZONDAG 25 AUGUSTUS 1940
CONTACTCOMMISSIE BEPLEIT
EEN „GLIJDENDE SCHAAL"
Wederzijdsche aankoopen voor-
loopig voor M. 3 millioen
Werkgemeenschap van Neder
landsche cineasten
Begrafenis dr. Karei Lamers
In ieder geval reserveering
voor dit doel
Verboden zonder toestemming
van procureur-generaal of
departement van Justitie
M A RIA-OMDRA CH T
TE NIJMEGEN
DISTRIBUTIE
Snelverbinding Langstraat
met het Noorden
Stremming voor de scheepvaart
RAADSLID-STEUNTREKKER
Besluit tot niet-toelating vernietigd
Handel in zaaikoolzaad
Tijdelijke stremming scheepvaart
Mijnen aangespoeld
Ernstig ongeval bij Dronrijp
Een doode, twee gewonden
Slachtoffer van verkeersongeval
Bij aanrijding op slag gedood
Zij aan zij met den heiligen Bonaventura en
de groote Victorijnsche mystieken plaatst
Dante in zijn Paradijs (twaalfde zang) een
hemeling, die in de geschiedenis van de Ka
tholieke Kerk zooal geen ketter dan toch een
sectevader moet heeten:
11 calavrese abate Giovacchino
Di spirito profetico donato.
Dit is „de Calabreesche abt Joachim, begaafd
met een profetischen (of voorspellenden) geest."
Moet men het aan toeval wijten, dat Dante de
Calabreesche afkomst van den vader der
Joachimieten vermeldt? Calabrië is een woest
bergland, door doodarme boeren bewoond. Na
tuur en leven zijn er grimmig. Het comfort der
beschaving was er in de twaalfde eeuw nog
heelemaal niet doorgedrongen; de menschen
leefden er als halve wilden. Hun ideeën waren
woest en kantig als hun bergen. De afronding
en evenwichtige geslotenheid van het scho
lastieke denken vond bij hen geen toegang,
maar zij waren uiterst vatbaar voor de mee-
sleepende pracht van Apocalyptische verbeel
dingen. Gelijk geïsoleerden gewoonlijk, hadden
zij een zonderling-pathetische voorstelling van
de bedorvenheid der groote wereld. Alle ver
wilderde bekoringen, die opkwamen in hun pri
mitieven geest, verplaatsten zij als werkelijk
heid naar de gebieden, waar weelde heerschte.
Uit dit volk kwam de Abt Joachim voort. Hij
was te Piore in Calabrië geboren in 1137 en
trad in de orde van de Cisterciënsers, die hij
voor een deel rigoureus hervormde. Voordat
hij als eenvoudig leekenbroeder intrad, schijnt
hij het Heilig Land te hebben bezocht. Zijn
secretaris, Lucas, later aartsbisschop van Co-
senza, verhaalt dat hij op deze reis den Tabor
beklom en hier zijn eerste visioen kreeg. Nog
als leekenbroeder begon hij voor het volk te
prediken. Daar dit in strijd was met de kerke
lijke voorschriften, werd hij priester gewijd.
Hartstochtelijk legde hij zich toe op de studie
van de Heilige Schriftuur. Zijn wetenschappe
lijk werk is geheel Bijbelkundig. Het omvat een
„Concordia novi et veterius Testamenti" (te Ve
netië gedrukt in 1519), een verklaring van den
Apocalyps (1527) en het „Psalter met tien sna
ren" (1527). In 1178 werd hij abt van het
Cisterciënserklooster te Corazzo, maar de last
van de kloosterzorg was hem te zwaar, zoodat
hij van Paus Lucius III ontheffing uit zijn
waardigheid vroeg en verkreeg. Hij bleef echter
„abt Joachim" genoemd tot den dag van heden.
Na zijn ontslag leefde hij als een kluizenaar
en het staat vast, dat hij heilig leefde. Drie
pausen, Lucius III, Urbanus III en Clemens III
hebben hem hun goedkeuring en eerbied voor
zijn levenswijze betuigd en zijn werk gezegend.
Koning Richard I van Engeland, die hem in
1190 te Messina ontmoette, eerde hem als een
Godgezant. Doch het Generaal Kapittel zijner
Orde riep hem in 1192 ter verantwoording we
gens ongehoorzaamheid. Hij had leerlingen
rond zich verzameld en het gaf geen pas, dat hij
met deze leerlingen in geregelde kloosterge
meenschap leefde. Iemand, die geweigerd heeft,
abt te zijn, moet niet optreden als leider eerier
ongeorganiseerde gemeenschap. Zoo stichtte hij
de abdij van Flora, maar deed in 1200 het be
stuur over aan een opvolger en trok zich weer
als kluizenaar terug. Hij stierf in 1202.
Deze abt Joachim was een geboren dichter,
een natuurlijk geïnspireerde, die echter (onder
onbewusten invloed wellicht van de Arabische
mystici) de inspiratie kunstmatig opwekte. Zoo
als de Muzelmansche djelal-eddins te Konya
in geestverrukking geraakten tijdens het
draaiende dansen, dat de cosmische beweging
van den sterrenhemel nabootste, 'n motief, dat
ook bij negers en Indianen voorkomt in hun
erotische poëzie en dat in Vondels „Adam in
Ballingschap" in volle heerlijkheid wordt toe
gepast, zoo verhevigde de abt Joachim zijn
geestelijk waarnemingsleven door psalmo-
diëerend te zingen.
Hij zelf vertelt daarover in zijn „Psalter met
tien snaren":
„De menschen weten tegenwoordig niet meer,
Welk een kracht er uitgaat van het psalmge
zangIn vroeger dagen speurde ik angstig
naar den zin van Gods woorden, en ik meende
te kunnen doordringen tot de kennis van de
waarheid door volhardende lectuur. Maar ter
wijl ik brandde van verlangen om de beteekenis
te vatten door ijverig lezen, scheen het dat zij
werd weggedragen op de vleugels van den
Wind en mij altijd verder ontvluchtte. Doch
toen ik, gestuwd door een vurigen geestesdrang,
om Gods wil vreugde vond in het zingen van
de psalmen, openbaarde mij dit eenzame
psalmodiëeren menige waarheid uit de Heilige
Schriftuur, die ik tevoren niet in staat was ge
weest te begrijpen."
Zingen behoort dan ook volgens Joachim tot
de essentieele godsdienstplichten van den mon
nik en hij beweert: „de ware kloosterling noemt
niets het zijne, behalve zijn luit." Met deze
zienswijze moet men rekening houden bij de
Verklaring der psychologie van „Gods minne-
streel", den heiligen Franciscus. De gedachte,
dat het geestelijk leven wordt gestimuleerd door
de mechanische verrichting van daden, die oor
spronkelijk uit de geestverrukking voort
kwamen, als dansen, zingen, in een kring rond-
loopen, het lichaam kastijden, houdt nauw ver
band met verscheidene practijken van primi
tieve volkeren en ze werd in de negentiende
eeuw opnieuw opgenomen ln de zoogenaamde
„roestheorie", volgens welke de functie der
irrationeele zielsvermogens in werking kan
borden gebracht door verrichtingen, die aldra
de rede benevelen. Zooals gezegd, maakten de
Arabieren van dergelijke middelen gebruik en
bun invloed op het middeleeuwsche Europa is
Srooter geweest dan men tot heden toe dacht.
Het psalmodieeren van den abt Joachim was
Vrel zulk een „roesmiddel", dat hem in staat
stelde, de rationeele vooringenomenheid van
den studeerenden lezer prijs te geven om door
te dringen tot een gevoelsverwantschap met
den geïnspireerden psalmist.
Zijn verbeelding begon dan zelfstandig te
berken en de grimmige Calabrees, die hij was,
onder het psalm zingen nieuwe, grandioos-
Bfimmige werkelijkheden, die hij voor Gods
°Penbaringen hield. Daar hij buitengewoon
Vroom en begenadigd leefde, zag hij deze mis-
leidende visioenen toch binnen een mystieke
°rde, die in zichzelf niet verwerpelijk was. Zijn
eigen geschriften werden dan ook nooit veroor
deeld door de Kerk, die vooral in de veertiende
eeuw streng optrad tegen zijn leerstellingen,
zoodra die door anderen werden overgenomen
en propagandistisch misbruikt. Wij mogen
aannemen, dat de Kerkelijke Overheden met
den Paus aan het hoofd de rauwe openbarings-
poëzie van den Calabrischen abt hebben ge
waardeerd voor hetgeen zij inderdaad was: een
krachtige natuurlijke gemoedsuitstorting van een
dichterlijk hoogbegaafde persoonlijkheid. Doch
de Kerk verzette zich, toen deze poëzie werd
vereenzelvigd met een leerstellig stelsel. Tegen
den abt Joachim had zij weinig bezwaar, want
zij begreep, dat hij een buitengewoon mensch
was, maar tegen de Joachimieten trad zij met
toenemende strengheid op. (Men zou met een
vergelijking uit onze dagen kunnen zeggen,
dat Nietzsche in menig opzicht een stimulee-
rende persoonlijkheid mag heeten, terwijl de
Nietzscheanen, die zijn inspiraties practisch
toepassen, over het algemeen slechte philoso-
phen zijn, die het wijsgeerig denken allerminst
bevorderen. De abt Joachim bezat, doch dan
streng binnen de orde der katholieke geloofs
gemeenschap, iets van diezelfde temperament
volle uitzonderlijkheid, waardoor Nietzsche
zich van de vak-philosophen onderscheidde).
Wat openbaarde nu de abt Joachim? Hij
meende, dat de geschiedenis der wereld moest
bestaan uit drie even lange tijdperken: het
Rijk des Vaders, durende van Adam tot Chris
tus, dat was, volgens zijn berekening, 1260
jaren; het Rijk des Zoons, van Christus' ge
boorte tot ongeveer het jaartal 1260; het Rijk
des Heiligen Geestes of het Derde Rijk, dat
na 1260 zou aanbreken en geheel nieuw zou
zijn.
In het eerste rijk heerschte de vreeze Gods,
in het tweede het geloof, in het derde zou de
liefde heerschen.
Het eerste rijk was dat der dienstbaarheid,
het tweede dat der kinderlijke gehoorzaamheid,
het derde zou het rijk der vrijheid zijn.
Gedurende het eerste rijk was de gehuwde
staat de hoogste, gedurende het tweede de
priesterstaat, gedurende het derde rijk zou de
kloosterstaat de hoogste zijn.
Het Heilig Boek van het eerste rijk was het
Oude Testament, dat van het tweede rijk was
het Nieuwe Testament. Het derde rijk kreeg als
heilig boek het „Evangelium Aetemum" van
Joachim a Fiore, zijn profetisch openbarings-
boek, waarin hij dit alles uiteenzet en hét
utopische derde rijk beschrijft.
Deze poëtische visie op de wereld-ontwikke
ling had grooten invloed, die ook voortduurde,
toen het jaartal 1260 achter den rug was, zon
der dat de aangekondigde verandering intrad.
Tot diep in de zeventiende eeuw werd het
Evangelium Aeternum herdrukt. (Een Fran-
sche uitgave van den tekst verscheen nog on
langs bij Rieder te Parijs). Bij de boeren in
Calabrië bleef de abt Joachim lang vereerd als
een heilige kluizenaar, boetgezant en profeet.
Toen echter de Joachieten of Joachimieten
zich van deze visie meester maakten om er in
de kerk mee te ageeren, voornamelijk tegen
den Paus en de gevestigde kerkelijke instellin
gen, werden hun boeken veroordeeld. Eerst te
gen het einde van de dertiende eeuw was hun
secte haar invloed kwijt, doch de poëtische taal
van abt Joachim, zoomede de herinnering aan
zijn vroom leven, werkte na bij de dichters in
de Italiaansche taal, met name bij Fra Jaco-
pone da Todi en verzwakt bij Dante. Dit
verklaart ook beider houding tegen paus Boni-
facius VIII, tegen wien Jacopone hekeldichten
schreef en die door Dante in de hel werd ge
plaatst (evenals trouwens paus Celestinus V,
die door de Kerk is heilig verklaard).
Anti-kerkelijke beoordeelaars spelen dit alles
vaak uit tegen de Pauselijke macht. Er blijkt
echter uit, dat de Katholieke Kerk buitenge
woon verdraagzaam is geweest ten opzichte der
dichterlijke inspiratie van haar begaafde kinde
ren. Slechts wanneer deze natuurlijke gaven
werden misbruikt als openbaringen, die ge
loofwaardiger zouden zijn dan de leerstellingen
der waarheid, trad zij gestreng op. Zij laat
groote vrijheid aan menschelijke gaven: haar
gedrag ten opzichte van abt Joachim bewijst
het. Doch zij stelt grenzen. Dit toonde zij in
haar optreden tegen de Joachimieten.
Veel vreemde stemmen klinken ons dikwijls in het oor,
Zij vragen luid en dringend, bevélend om gehoor;
Zij vragen vaak met aandrang om toegang tot ons brein,
Maar wie zal ons bewijzen dat zij betrouwbaar zijn?
Veel van die stemmen zingen een zoo bedrieglijk lied,
Dat reeds 't verstand het luist'ren naar zulk een stem verbiedt.
Een stem, die steeds terug komt en t'overreden tracht,
Krijgt al te vaak bij velen een al te groote macht.
Dan is 't een wijze regel, die 't luisteren verbiedt;
Met menschelijke vrijheid strijdt zulk een voorschrift niet.
Maar luistert wèl naar één stem, die worde nooit gesmoord:
De stem van het geweten, een stem, die ieder hoort.
Wij kunnen haar verdooven, negeeren keer op keer,
Die stem zal nimmer zwijgen, zij maant ons telkens wéér.
Naar d i e stem moet men luist'ren, want in den zwaarsten strijd
Zal z ij den weg steeds wijzen, geeft z ij slechts zekerheid.
HERMAN KRAMER
Naar het Handelsblad verneemt, is overeen
gekomen, dat Nederland zoowel als Zweden
voorloopig voor M 3.millioen bij elkander zul
len koopen, welk bedrag dan via de Duitsche
clearing zal worden verrekend.
Natuurlijk kunnen oude verplichtingen niet
voor vereffening binnen het kader van de voor-
loopige overeenkomst in aanmerking komen.
Het genoemde bedrag heeft uitsluitend betrek
king op productenleveringen.
Hoewel dus de clearing via Berlijn wordt af
gewikkeld zullen de handelstransacties recht
streeks tusschen Nederlandsche en Zweedsche
firma's tot stand komen.
Op initiatief van den nieuwen directeur der
filmmaatschappij „Cinetone", deri heer TheP
Güsten is een werkgemeenschap van Neder
landsche cineasten gevormd, welke als leden
heeft de heeren Ernst Winar, C H. Tuijn,
Kees Strooband, Otto van Neyenhoff, Theo
Güsten C. A. Huguenot van der Linden en H.
Josephson, terwijl tot lid van den productie-
raad gekozen zijn de heeren Jan Tennissen,
Gerard Rutten en Jan Koelinga. Deze werk
gemeenschap stelt zich voor, de mogelijkheden,
welke het voorprogramma in de bioscopen
biedt, levensvatbaarheid te geven en deze voor
exploitanten en publiek aantrekkelijk te maken.
Het werkprogramma dezer gemeenschap om
vat de productie van tien documentaire films
over onderwerpen, welke cultureel en artistiek
waardevol ep van nationaal belang zijn, ter
wijl de werkwijze der gemeenschap aldus is,
dat ieder werkstuk de individueele schepping
van een harer leden wordt. Met de productie
van deze films is reeds een begin gemaakt.
Vrijdagmorgen is te 's-Hevtogenbosch de
plechtige H. Uitvaartdienst gehouden voor wij
len den heer dr. Karei H. C. Lamers. De H.
Mis van Requiem werd gecelebreerd d t r pas
toor G. A. M. v. d. Kant met assistentie van
kapelaan Ras en pater Adam, kapelaan der St.
Annakerk. Aan het zij-altaar werd een H. Ms
gecelebreerd door den heerbroer, pastoor Lameis
uit Velddiel.
Onder de talrijke aanwezigen, die den over
ledene de laatste eer bewezen waren oud-leden
van de Gezondheidscommissie, het bestuur dei-
sociëteit Amicitia, een deputatie van het perso
neel der N.V. Chemische Pharmaceutische fa
brieken Dr. Lamers en Dr Indemans. Na de
liturgische plechtigheden werd de absoute ver
richt door pastoor Van der Kant, waarna de
droeve stoet zich op weg begat naar het R.K.
kerkhof te Orthen waar de begrafenis geschied
de.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
in oorlogstijd deelt het volgende mede:
Het ligt in de bedoeling, een gedeelte der an
ders voor industrieele verwerking bestemde
aardappelen zoo noodig voor de voeding der
bevolking te bestemmen of in ieder geval voor
dit doel te reserveeren.
Hiervoor zal worden bestemd in de Eerste
plaats een gedeelte van de geel-vleezige aard
appelen. Deze aardappelen worden ook in an
dere jaren dikwijls voor consumptiedoeleinden
verkocht.
Verbouwers, die in het bezit zijn van een uit-
poot- of maalvergunning voor fabrieksaardap
pelen en die een gedeelte van deze aardappe
len voor consumptiedoeleinden wenschen te
reserveeren, dienen, als zij willen profiteeren
van het nader te noemen sorteer- en bewaar-
loon. daarvan zoo spoedig mogelijk een opgave
te doen aan de Nederlandsche Aardappelmeel
centrale te Veendam, op een bij deze centrale
aan te vragen formulier.
Deze centrale zal bepalen, welk deel van de
aangeboden aardappelen voor deze bewaring
kan worden toegelaten.
Het risico van het bewaren is voor den ver
bouwer; de aardappelen zullen moeten voldoen
aan normale eischen voor consumptie-aardap
pelen, o.a. maat 35/65, vrij van vuur en roest,
terwijl misvormde en z.g. bonken evenmin wor
den toegelaten.
Bij accoordbevinding zal de genoemde cen
trale voor bewaring tot 1 Maart 1941 een sor
teer- en bewaarloon garandeeren van 1,40
per 100 kg. De garantie geldt alleen, indien en
zoolang de aardappelen in geschikten toestand
voor consumptie verkeeren.
Het zal den verbouwer veroorloofd zijn, deze
aardappelen voor 1 Maart 1941 voor consump
tiedoeleinden te verkoopen. Als de aardappelen
voor 1 Maart 1941 niet zijn verkocht, zal de
centrale of de door haar aan te wijzen instan
tie het recht hebben de aardappelen voor con
sumptie over te nemen voor 3,15 per 100 kg.
Bij eventueele afname na 1 Maart 1941 zal aan
den houder een bewaarloon per week overeen
komstig een later voor zandaardappelen vast
te stellen bewaarloon worden gegeven.
Als de aardappelen 1 Maart of later niet
(Van onzen correspondent)
De vicaris van de Heilig-Land-Stichting, mgr.
Arn. Suijs, was zoo welwillend mij te woordje
staan bij verschillende vragen, die ik hem
stelde.
Vicaris, zoo luidde de eerste vraag, in
hoeverre ligt er verband tusschen deze tentoon-
tselling en de Heilig-Land-Stichting?
„Op gevaar af, dat men over mij zal zeggen
„Cicero pro domo sua" zal ik antwoorden",
aldus de vicaris.
„Voorop zij gezegd, niet de Heilig-Land-
Stichting houdt een tentoonstelling en niet de
Heilig-Land-Stichting heeft deze uitgenoodigd
om hier haar tenten op te slaan, maar men
heeft de Heilig-LandrStichting gevraagd hier
in de Basilica de tentoonstelling te mogen hou
den."
Daar waren natuurlijk redenen voor.
Welke?
„Als een cultureele tentoonstelling zich wil
aandienen, ziet zij uit naar zooveel mogelijk be
langstelling. Welnu, wat een volk komt er op
de Heilig-Land-Stichting. Menschen van alle
richtingen en allerlei landen. En waar het
christelijke cultuur betreft, n.l. het volop bele
ven van christelijke beginselen op sociaal ge
bied, zoekt zij daarvoor een geschikt milieu.
Zulk een tentoonstelling nu kan nergens in
Nederland beter gehouden worden, dan dtór,
waar wij het land van Christus bezitten, zoo
als in geen ander. Zij solliciteerde dan naar de
groote overdekte ruimte der gedeeltelijk afge
bouwde Basilica. De bouw van deze werd door
de regeering mede begonnen en zal ongetwij
feld ook door de regeering mede voltooid wor
den. Als is zij een voornaam onderdeel der
Heilig-Land-Stichting, wat haar ruimte be
treft. beoogt zij deze dienstbaar te maken aan
alle gezonde sociale bewegingen, die Gods ver
heerlijking zoeken en de ontwikkeling, verhef
fing en veredeling van ons volk. U bemerkt wel.
zij zet haar poorten wijd genoeg open."
En, vicaris, beantwoordt nu deze tentoon
stelling aan uw verwachting?....
„Wat het materieele betreft, in een paar we
ken zoo iets er neer tooveren, is voorzeker knap
werk. Wat het ideëeele betreft, dat gaat hier
wel een beetje schuil onder bergen van sommen
en cijfers, die 't hebben over enorme bespa
ringen, uitkeeringen enz. enz. 't Is alles toegift
Het Rijk Gods, daar gaat 't om. Maar dat
moest, van onder de korenmaat, meer naar vo
ren komen."
Kunt u mij ook zeggen, vicaris, hoe 't
komt, dat Nederland hier meestal zoo talrijk en
Nijmegen zoo gering vertegenwoordigd is?
„Staat dat wel zoo vast?.... Wie bedoelt U,
de leiders of het volk?Voor zooverre er
iets van waar mocht zijn, denk ik hier aan het
Evangelie. Zijn stad- of huisgenooten nu altijd
uw beste vrienden? Waren profeten in eigen
land steeds geëerd?"
De cultuur van 'n dertig jaar terug, vica
ris, had deze ook invloed op de wording der
-stichting?.
„Nu, niet zoozeer de cultuur, maar meer het
gebrek aan cultuur. De groote onwetendheid in
zake godsdienst en het oppervlakkige beleven
ervan, hetwelk leidde tot misbruik en excessen."
In hoeverre, vicaris, had de stichting in
vloed op 't individueele cultureele leven?
„Daarover zouden onze paters boekdeelen kun
nen schrijven. Eiken dag hoort men hier uit
den mond der menschen van allerlei richting
uitingen als deze: van 't geen hier geboden
wordt, zou iedereen op de hoogte moeten zijn,
ook al bestrijdt hij het christendom voor mij
heeft zich vandaag een nieuwe wereld ge
opend tvat een Evangelisatie zonder weerga
deze slaat in bij ieder weldenkend mensch
wij buitenstaanders bemerken hier, dat wij al
len zoekenden zijn en iets te kort komen."
En, vicaris, op het sociale cultureele le
ven?
„Veronderstel, een rondgang bestaande uit
Katholieken, Protestanten, Joden, Socialisten,
Communisten enz. Deze treedt de Oostersche
herberg binnen. Men verklaart, wat niet een
Joodsch priester, niet een Leviet, maar wel een
afgedwaalde Samaritaan praktisch begreep.
Voor de menschen ligt dan veraanschouwelijkt,
dat voor 't sociale, cultureele leven de geest
van 't Christendom op de eerste plaats neer
komt op praktische onderlinge lidlde. Geluk
kig, ons volk verstaat dat.
Zij betreedt het rechthuis van de Joden en de
Romeinen. Zij kunnen zich daar voorstellen de
houding van Christus tegenover het gezag van
eigen volk en het gezag der Romeinsche bezet
ting. Zijn zwijgen en Zijn spreken. Tegenover
beiden trad Christus op voor het ideëele, voor
de waarheid."
In hoeverre, vicaris, bevordert de stich
ting ook den ontwikkelingsgang van profane en
religieuze kunst?
„De observator van ons Bijbelsch Openlucht
Museum brengt ont hier in aanraking met. cul
turen van volken, duizenden jaren terug. Inte
ressant, na te gaan de origine van architec
tonische lijnen, in verband met den overgang
van het tenten-leven naar het leven in vaste
woningen, van rots-woningen naar woningen
boven den grond, van de tabernakel-tent in de
woestijn naar den tempel de origine van
mozaïekwerken na te gaan versieringen met
leem, met vlechtwerk het bijeenbrengen van
kunst uit andere landen in een nationaal, ja
een internationaal monument, als Jerusalems
tempel.
Of het bouwen en versieren in Oosterschen
trant, ook bü ons volk inslaat, vraag dat maar
eens aan ieder onbevooroordeelde, die het Ce-
nakel en de Basilica betreedt."
Wat verwacht u, vicaris, dat de Heilig-
Land-Stichting op cultureel gebied nog zal
uitwerken?
„Als men hier een tijd werkzaam is, dan
staat men perplex van de milde tegemoet
komende houding van het publiek maar
ook staat men perplex van zooveel onwe
tendheid bij zooveel goeden wil, onwetend
heid op ideëel, op geestelijk gebied.
Wil het geschiedenis worden, wat
Leo XIII in een zijner encyclieken voor
spelde, n.l. een beleving van het Evangelie,
zooals zich nog nooit heeft voorgedaan, dan
moet ieder onzer op de eerste plaats het
Evangelieboek bezitten en lezen, daarbij
moeten wij niet schromen, alle zich opdoen
de groote vraagstukken van onzen tijd eer
lijk onder de oogen te zien. Wij bieden gaar
ne ieder de gelegenheid deze toe te lichten
en stellen slechts de voorwaarde, niet zich
zelf te zoeken, maar de verheerlijking van
God, Die liefde is.
Onwetendheid moet dus bestreden wor
den onder ons zelf, onze eigene kringen en
daarbuiten, anders zakken wij steeds dieper
den afgrond in. En, aangezien wij allen
vurig naar betere tijden verlangen, moet
het ons aller lust en leven zijn, onzen geest
hooger op te voeren.
Dat vraagt een offer van ons, maar zon
der Offer zou de wereld niet gered zijn."
P.S. In onze vorige beschouwing over de H
Landstichting is een pijnlijke vergissing ge
slopen, n.l. een Ethiopiër werd in een Ephe-
siër, en een Pliilippus in een Faulus omge
doopt.
voor consumptie worden gereserveerd, dan zal
de Nederlandsche Aardappelmeelcentrale aan
den houder een sorteer- en bewaarpremie van
1,40 per 100 kg uitkeeren en tevens er voor
zorgen, dat de aardappelen kunnen worden ver
malen. Voor de te verwerken aardappelen zal
ten minste een prijs van 1,75 per 100 kg over
eenkomstig de normale voorwaarden, door de
fabriek, die de aardappelen verwerkt, worden
uitgekeerd.
Mocht blijken, dat reserveering tot 1 Maart
niet noodig is en de verkoop als consumptie
aardappelen voor 10 December 1940 niet moge
lijk is, dan zal de genoemde centrale het recht
hebben, tegen het einde der fabrieksaardappel
campagne, doch uiterlijk op 10 December 1940,
zich van de aangegane verplichtingen te ont
slaan, onder toekenning van een vergoeding
voor sorteer- en bewaarloon van 1,per 100
kg.
Openbare geld- en goedereninzamelingen,
in den ruimsten zin des woords, mogen vol
gens een Verordening van den Rijkscom
missaris voortaan slechts worden gehouden
met toestemming van den procureur-gene
raal, of, indien de inzameling in het ressort
van meer dan één gerechtshof wordt gehou
den, van het departement van Justitie
De toestemming kan afhankelijk worden ge
steld van de vervulling van voorwaarden.
Van inzameling is ook sprake, wanneer, on
der mededeeling, dat d? opbrengst (ontvangst,
winst) geheel of ten deele in het algemeen be
lang of voor liefdadige doeleinden aangewend
zal worden, een prestatie in geld of goederen
wordt gevraagd, waartegenover of in het geheel
geen tegenprestatie staat of slechts een dus
danige, waarvan de waarde in geenerlei ver
houding tot het gepresteerde staat; de toe
treding tot een vereeniging of de ondersteuning
(bevordering) van een vereeniging of stichting
wordt verzocht, indien uit het verzoek daartoe
op te maken is, dat het den verzoeker uitslui
tend te doen is om de aan de toetreding of
de ondersteuning (bevordering) verbonden pres
taties in geld of goederen; goederen verkocht
of bijeenkomsten op het gebied van kunst,
sport of anderszins gehouden worden; loterijen
of kansspelen (Ausspielungen) gehouden wor
den.
De bekende Maria-omdracht te Nijmegen,
welke gewoonlijk 's Zondags na Pinksteren wordt
gehouden, was tengevolge van de tijdsomstan
digheden uitgesteld. Thans mag deze omdracht,
met toestemming der betrokken autoriteiten,
Zondag 8 Sepember met allen luister in Nij
megen weer gehouden worden. De omdracht is
bedoeld als een openbare hulde aan de Ko
ningin van den Vrede. Alle sociale en katho
lieke organisaties van Nijmegen nemen er
jaarlijks aan deel.
De Contact-Centrale uit de drie Midden
standsbonden, de Raad voor het Grootwinkel
bedrijf en de drie samenwerkende bedienden
organisaties hebben, naar ,,Het Volk" meldt,
een nota gezonden aan het departement van
Economische Zaken met verzoek, maatregelen
te willen nemen ten aanzien van de winkelslui
ting in de witermaanden.
In deze nota wordt gezegd, dat het, met het
oog op de verduistering noodzakelijk zal zijn
de bepalingen van de Winkelsluitingswet buiten
werking te stellen. Een landelijke regeling ver-
dienst daarbij de voorkeur boven plaatselijke of
regionale regelingen.
Het zal overweging verdienen het sluitings
uur afhankelijk te maken van het tijdstip van
zensondergang in dier voege, dat zoodra de zon
vóór 19-30 ondergaat, het sluitingsuur valt op
een tijdstip vóór 20 uur en wel zoodanig, dat,
naarmate de zonsondergang vroeger is. het
sluitingsuur wordt vervroegd, totdat 18 uur is
bereikt.
Het wordt van belang geacht, het terugloo-
pen van het sluitingsuur sprongsgewijze, b.v.
met een kwartier in een periode van 14 dagen
te doen geschieden.
De volgende schaal wordt daarom voorge
steld
alt zonsondergang tusschen 19.35 en 19.20
uur, sluiting 20 uur;
valt zonsondergang tusschen 19.20 en 19.05
uui, sluiting 19.45 uur;
valt zonsondergang tusschen 19.05 en 18.50
uur, sluiting 19.30 uur;
valt zonsondergang tusschen 18.50 en 18-35
uur, sluiting 19.15 uur;
valt zonsondêrgang tusschen 18.35 en 18.30
uur, sluiting 19 uur, enz.
Ir. deze regeling zou plaats ingeruimd kun
nen worden voor de mogelijkheid van onthef
fing of uitzondering voor de weken van St. Ni-
colaas en Kerstmis.
Met betrekking tot de sociale positie van het
winkelpersoneel kan worden overwogen, dat de
vervroegde sluiting in het algemeen aan den
vrijen avond ten goede komt. Een compensatie
wordt billijk geacht; zij zou kunnen worden ge
vonden in een inkorting van de pauze, in uiter.
ste gevallen tot het wettelijk minimum van er
half uur.
In verband met de omstandigheid, dat vele
eigenaren van met oiie gestookte centrale ver-
warmings- en andere ketels voorloopig de nog
in hun bezit zijnde voorraden olie zulen kun
nen gebruiken en dat bedrijven (b.v. bakkers)
nog voor een gedeelte hunner brandstofbehoefte
olie-toewijzingen ontvangen, is de vraag gere
zen, of zij een der formulieren a. tot en met e.
voor het verkrijgen van vaste brandstoffen die
nen in te vullen.
Dit moet inderdaad geschieden, doch in alle
gevallen dient op het formulier te worden ver
meld, dat voorloopig nog, hetzij geheel hetzij
gedeeltelijk, met olie zal worden gestookt.
De hetreffende formulieren zijn verkrijgbaar
gesteld bij de plaatselijke distributiediensten.
De Kamers van Koophandel en Fabrieken voor
Oost-Noord-Brabant te Eindhoven, voor de Lang
straat te Waalwijk en die te 's-Hertogenbosch
hebben zich tot de directie der Nederlandsche
Spoorwegen gewend ter verkrijging van een snel-
verbinding over de Langstraatsche lijn (Den
Bosch-Lage Zwaluwe) met Den Haag en de an
dere Zuid- en Noord-Hollandsche centra.
Van de zijde van den Rijkswaterstaat wordt
medegedeeld, dat de scheepvaart door sluis no. 7
van de Zuid-Willemsvaart ten behoeve van het
verwisselen van sluisdeuren, volledig gestremd
zal zijn op Maandag 26 Augustus van 7 tot 17
uur of zooveel korter als mogelijk of zooveel
langer als noodig zal blijken.
De raad der gemeente Maastricht had beslo
ten, een candidaat-raadslid niet toe te laten
als raadslid, op grond hiervan, dat hij sedert
jaren krachtens de gesubsidieerde steunregeling
ondersteuning geniet en voorts in dienst der
gemeente administratieve werkzaamheden ver
richt bij de distributie van goedkoope levens
middelen ten behoeve van werkloozen en ter
zake een belooning geniet, welke is vastgesteld
op 40 pet. van de steunnorm voor uitgetrokken
werkloozen, zoodat hij beschouwd moet worden,
in dienst der gemeente werkzaam te zijn op
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht,
waarmede het raadslidmaatschap onvereenig-
baar is
Na een bij Ged. Staten van Limburg inge
steld beroep heeft dit College de door appellant
aangevoerde bezwaren ongegrond verklaard.
Van deze uitspraak is het candidaat-lid in
beroep gekomen, waana bij besluit van den Se
cretaris-Generaal van de departement van Bin-
neniandsche Zaken van 19 Juli 1940 met ver
nietiging van het bestreden besluit van Gen
Staten van Limburg, apellant alsnog tot lid van
den raad der gemeente Maastricht werd toe
gelaten.
Hierbij werd overwogen: „dat zoowel de be
slissing van den raad der gemeente Maastricht
als de uitspraak van Ged. Staten de gronden
inhouden, waarop zij berusten, zoodat zij niet
geacht kunnen worden, niet met redenen te zijn
omkleed;
dat ten aanzien van de zaak zelve hier,
naar de voorschriften der verordening ex art.
134, tweede lid der Ambtenarenwet 1929, tot
vaststelling van bepalingen betreffende in
dienstneming door de gemeente Maastricht van
personeel op arbeidsovereenkomst, geen in
dienstneming op arbeidsovereenkomst naar
burgerlijk recht heeft plaats gehad, zoodat de
apellant niet valt oneer de bepaling van art.
25, laatste lid, der gemeentewet; dat hjj even
min kan worden geacht de betrekking te be-
kleeden van ambtenaar in den zin van art 25,
eerste lid onder dezer wet; dat hier weliswaar
ten opzictte van het gemeentebestuur eene ver
houding van afhankelijkhèid bestaat, doch cat
deze voortvloeit uit des appellants positie van
steuntrekker, waarin geen verandering is ge
bracht door de omstandigheid, dat hij bij de
distributie van goedkoope levensmiddelen met
eenige werkzaamheden is belast, waarvoor hem
een belooning is toegekend in den vorm van een
De'.centage van den steun; dat hij als gemeente
steuntrekker niet van het lidmaatschap v«n
den raad is uitgesloten; dat het bestreden be
sluit mitsdien niet kan worden gehandhaafd-"
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in
Oorlogstijd deelt mede, dat de getroffen zaai
zaadregeling voor granen en peulvruchten,
waarbij alleen door den Nederlandschen -Alge-
meenen Keuringsraad goedgekeurd zaaizaad
mag worde nverhandeld, niet geldt voor kool
zaad. Hiervan mogen dus, behalve de door dezen
dienst goedgekeurde zaaizaden, niet goedge
keurde partijen als zaaizaad verhandelr wor
den.
Dehandei kan zich ter verkrijging van zaai
koolzaad in verbinding stellen met deiy-^provin-
cialen voedselcommissaris.
De teler kan zich voor bestelbonnen en ge-
leidebiljetten wenden tt den plaatselijken bu
reauhouder.
De teelt van koolzaad als groenvoedergewas
is toegestaan.
De hoofdingenieur-directeur van den Rijks
waterstaat in de directie Nooiü-Brabant deelt
mede, dat de scheepvaart door sluis 7 van de
Zuid-Willemsvaart wegens het verwisselen van
sluisdeuren volledig gestremd zal zijn op Maan
dag 26 Augustus van 7 uur tot 17 uur of zooveel
korter als mogelijk of langer als noodig zal
blijken.
Aan het strand te Ouddorp (Zuid-Holland)
zijn Zaterdagmorgen vijftien mijnen aange
spoeld,
Vrijdag heeft op den Rijksweg te Dronrijp
zich een ernstig-auto-ongeval voorgedaan. Een
auto. waarin drie aardappelhandelaars waren
gezeten, slipte en botste tegen een boom. De
bestuurder, de heer J. Bouman, uit Voorburg,
liep een kaakfractuur op. De heer E. Luttmer
Sr., uit Stadskanaal, bekwam zeer ernstige ver
wondingen, terwijl zijn zoon, de heer E. Lutt
mer Jr., uit Harlingen, eveneens gewond werd.
Alle gewonden werden naar het Diaconessen-
huis te Leeuwarden overgebracht, waar de heer
E. Luttmer Sr. Zaterdag is overleden.
Zaterdagmiddag is de 63-jarige huiseigenaar
C. van Samsbeek te Nijmegen, die aan doof
heid lijdt, slachtoffer geworden van een ver
keersongeluk. Hij reed op de fiets over den
Weurtschenweg in de richting van de Voor-
staplaan en had er geen erg in, dat een zware
autobus hem achterop reed. Hij wilde den hoek
van een straat omslaan en reed toen juist
voor den auto. welke hem aanreed Hij werd
op slag gedood.
Het stoffelijk overschot is naar het St. Ca-
nisiusziekenhuis te Nijmegen overgebracht. Den
chauffeur treft geen schuld.
Zaterdagavond omstreeks 6 uur is te Katwijk
aan Zee in de Secretaris Varkevisserstraat de
ongeveer 80-jarige krantenbezorger G. van
Bruggen, die per fiets zijn werk deed door een
vrachtauto aangereden.
De aanrijding kwam zoo ernstig aan, dat Van
Bruggen op slag dood was.