EEN JAAR OORLOG
De R.K. Universiteit in een veelbewogen
jaar
Engelsche vliegtuigen
boven Zwitserland
Jaarbeurs te Utrecht
geopend
Overzicht hij de
rectoraatsoverdracht
Het kweeken van eigen
groente
Britsche kanonneerboot tot
zinken gebracht
Mussolini op inspectie
Wat kan er thans nog in
den tuin gebeuren?
Kerkdijk Leven
BENOEMINGEN
DINSDAG 3 JKPTEMBER 1940
n
Drie Britsche vliegtuigen
neergeschoten
Wijziging in Egyptische
kabinet
Kanonnen van vermaard
fregat worden gesmolten
400 doodelijke ongelukken in
de Ver. Staten
Krijgsgevangenen naar
Britsch-Indië?
Misdadigers uitgebroken
De Agrarische beurs
Bevel der politie niet
opgevolgd
N.S.B.-er krijgt voorwaardelijke
gevangenisstraf en geldboete
Car o tine
Prof. Slijpen herdacht
Teruggang studenten
In het Aartsbisdom
Gouden professiefeest
„Na zeven maanden oorlog heb ik nog tien
maal zooveel vertrouwen in de overwinning
als in September. Bij het uitbreken van den
oorlog waren de Duitschers met hun voorbe
reidingen vèr voor op Engeland. Daarom werd
verwacht, dat de vijand hiervan zou profitee-
ren door te probeeren Frankrijk en Engeland
te verpletteren, maar Hitier heeft de aanslui
ting gemist." Aldus sprak de Engelsche minis
ter-president Neville Chamberlain tijdens een
bijeenkomst van den Centralen Raad der Con
servatieve partij op 4 April 1940. Deze uitspraak
kan toch moeilijk anders bewijzen, dan dat de
Britsche regeering wel heel slecht was inge
licht over de Duitsche plannen. Vijf dagen la
ter deden de Duitschers een inval in Dene
marken en Noorwegen, nadat de Geallieerden
een dag te voren mijnen gelegd hadden in de
Noorsche territoriale wateren. Het was een on
derneming, welke buitengewoon riskant scheen.
Want hier waagde Duitschland zich op een
gebied, waar het vrijwel zeker gedwongen zou
worden zijn krachten te meten met de mach
tige Britsche vloot.
In die dagen vroegen velen zich dan ook af,
of Duitschland deze riskante onderneming
moest of kon wagen. Het verloop der ge
beurtenissen heeft het laatste bewezen.
Denemarken gaf zich zonder slag of stoot
over, maar Noorwegen verdedigde zich. De En
gelsche vloot weerde zich geducht, doch kon
niet verhinderen, dat de Duitschers spoedig
Oslo, heel Zuid-Noorwegen en eenige belang-,
rijke havens aan de Noorsche fjordenkust in
handen kregen. Duizenden der Duitsche troe
pen werden door transportvliegtuigen en in
het donker van den nacht door schepen aange
voerd. In het barre Noorden, in de omgeving
van de belangrijke ijzerertshaven Narvik stre
den de Duitsche valschermtroepen en wisten
zich, ondanks dat de Britsche vloot hier een
maal bij een zeeslag een overwinning behaalde,
te handhaven. Wekenlang duurde de strijd bij
Narvik totdat tenslotte de Engelselien, die hier
ook met troepen geland waren, gedwongen wa
ren zich terug te trekken, omdat de strijd
elders in alle felheid ontbrand was. De onder
neming in het Noorden eindigde in een volko
men overwinning der Duitsche wapenen. Wat
onmogelijk scheen, wist Duitschland te berei
ken door een tot nu toe in de krijgsgeschie
denis ongekende nauwe samenwerking van
leger, vloot en luchtwapen.
10 Mei begon het groote Duitsche offensief in
het Westen. Op denzelfden dag viel het Duit
sche leger Nederland, België en Luxemburg
binnen. Vijf dagen lang kende ook ons land de
verschrikkingen van den modernen oorlog; op
15 Mei moest Nederland capituleeren. Tevoren
was de regeering reeds naar Engeland uitge
weken.
Tegen de Duitsche „doorstoot"-taktiek was
niets bestand. Op 25 Mei legde het Belgische
leger de wapens neer, daar de opperbevelhebber
koning Leopold verderen tegenstand nutteloos
achtte. Op 4 Juni werden de resten van het
Britsche expeditieleger. dat den Franschen en
Belgen in Vlaanderen te hulp was gekomen,
met achterlating van alle zware wapenen en
onder groote verliezen, na de verovering van
Duinkerken, uiteindelijk van het vasteland
verdreven.
Frankrijk stond alleen. Tevergeefs deed de
premier Paul Reynaud een hartstochtelijk be
roep op de Ver. Staten, tevergeefs was de ver
vanging van generaal Gamelin door weygand
als opperbevelhebber. 14 Juni rukten de Duit
sche troepen de Fransche hoofdstad binnen,
arie dagen later vroeg de grijze maarschalk
Pétain, die Reynaud als minister-president
was opgevolgd, om wapenstilstand, te meer
daar den lOen Juni ook Italië aan Duitsch-
lands zijde den oorlog was ingegaan en het
offensief op het Alpenfront had geopend. 21
Juni ontving de Führer in het Bosch van Com-
piègne, op dezelfde plaats, waar in 1918 de
Duitschers de wapenstilstandsvoorwaarden der
Franschen hadden moeten onderteekenen, de
Fransche gevolmachtigden en overhandigde
hun de Duitsche voorwaarden voor den wa
penstilstand. 25 Juni zwegen de kanonnen, na
dat ook met de Italianen een wapenstilstands
overeenkomst was tot stand gekomen.
Frankrijk had den oorlog verloren in enkele
weken tijds. Hoe dat mogelijk was? In de eer
ste plaats moeten de Duitsche successen wor
den toegeschreven aan het voortreffelijk moreel
der troepen en aan de bekwamere leiding, maar
daarnaast heeft Pétain op den dag van den
wapenstilstand ook eenige redenen genoemd,
waarom Frankrijks nederlaag onvermijde
lijk was geworden. 1 Mei 1917 telde het Fran
sche leger, ondanks drie moorddadige oorlogs
jaren, 3.280.000 man. Bij den aanvang van den
jongsten slag waren er 500.000 man minder. In
Mei 1918 stonden 85 Britsche divisies aan
Frankrijks zijde, in Mei 1940 waren het er
slechts 10. Frankrijk had thans minder vrien
den, te weinig kinderen, te weinig wapenen en
te weinig bondgenooten. Sedert den wereldoor
log had de genotzucht den geest van offervaar
digheid overwoekerd. Men heeft elke inspan
ning willen vermijden. Thans treft het onge
luk onsDe grijze maarschalk sprak in deze
moeilijke uren harde woorden tot het Fransche
volk, doch zij bevatten niets anders dan de
waarheid.
De laatste phase van den oorlog, de eind
strijd van de as tegen Engeland, is thans be
gonnen. Dagelijks zwermen de Duitsche vlieg
tuigen boven Engeland en bombardeeren vlieg
velden, havens en talrijke militaire doelen. De
Engelsche blokkade wordt met een Duitsche
tegenblokkade beantwoord; de Britsche oor-
«ogs. en handelsvloot voelt met den dag sterker
de enorme beteekenis in dezen oorlog van de
superieure luchtmacht der Duitschers.
In de Middellandsche Zee en Oost-Afrika ver-
swakt Italië de Britsche strategische posities op
den weg naar Indië. Reeds behaalde het een
tweetal successen: den zeeslag in de Jcnische
Zee en de verovering van Britsch SomaJiland
Maken wij de balans op van dit eerste oor
logsjaar, dan zien wij, dat Duitschland en Italië
op het vasteland van Europa de macht volkomen
in handen hebben. Frankrijk is afgedaald tot
een tweede-rangs-mogendheid en Engeland is
naar zijn eilanden teruggedreven. De verhou
ding tusschen Berlijn en Moskou is volkomen
zakelijk; de politieke belangen zijn scherp af
gebakend de jongste gebiedswijzigingen op
den Balkan bewijzen dit duidelijk en de eco
nomische samenwerking tusschen beide landen
breidt zich nog steeds uit.
Ofschoon de oorlog nog in al zijn felheid
voortduurt en de eindbeslissing nog altijd niet is
gevallen, werken zoowel Duitschland als Italië
reeds aan den opbouw van een nieuw Europa.
Want dit is wel zeker: het oude Europa heeft
voor goed afgedaan en een nieuw Europa is in
wording. Hoe dit er uit zal zien valt nog niet
te voorspellen. Moge deze oorlog echter spoedig
eindigen, opdat Europa eindelijk den vrede te
rugkrijge, waarnaar het reeds zoovele jaren ver
langd heeft, een vrede, gebaseerd op rechtvaar
digheid en liefde.
BERN, 3 Sept. (D.N.B.). De staf van het
Zwitsersche leger meldt:
Bij wolkenloozen hemel hebben ook in den
nacht van Maandag op Dinsdag vreemde vlieg
tuigen boven Zwitsersch gebied gevlogen. Waar
genomen werden:
1. Heenreizen op de lijn Bonfol—Genève en
terugreizen op de lijn GenèveChiasso. 2. Heen
reizen op de lijn SimplonHermenance en
terugreizen op de lijn NyonBoncolurt. Alge-
meene vlieghoogte 4000 tot 5000 meter. Aantal
der vliegtuigen ongeveer twintig.
Verscheidene batterijen luchtdoelgeschut tra
den in werking. Ook aan onze Noordelijke grens
heeft een enkel groot vliegtuig veelvuldig ons
rechtsgebied geschonden. Het schijnt op Duitsch
gebied door afweergeschut beschoten te zijn.
Uit den aard en de richting der vluchten viel
wederom een onze neutraliteit schendende be
drijvigheid van Engelsche vliegtuigen op te
maken.
LONDEN, 3 Sept. (D. N.B.) De Britsche ad
miraliteit heeft Maandagavond, volgens Reuter,
den ondergang gemeld van de Britsche kanon
neerboot „Penzance". Het officieele communi
qué van de admiraliteit luidt als volgt:
„De secretaris van de admiraliteit moet tot
zijn leedwezen mededeelen, dat kanonneerboot
„Penzance" door een duikboot is getorpedeerd
en gezonken. De naaste familieleden van de
opvarenden zijn verwittigd."
De kanonneerboot „Penzance" was in 1930
van stapel geloopen en had een waterverplaat
sing van 1025 ton. Haar bewapening bestono
uit twee stukken luchtdoelgeschut van 10.2
c.M., twee kanonnen van 4.7 c.M. en acht ma
chinegeweren. De bemanning bedroeg in vre
destijd honderd personen.
ROME, 3 Sept (D.N.B.). Mussolini heeft
Maandag een bezoek aan Rimini gebracht, waar
nij verscheidene inrichtingen van de wapenin
dustrie, alsmede eenige vacantiekolonies heeft
bezichtigd. Op zijn inspectietocht werd de Duce
overal door de arbeiders, boeren en troepen
langdurig toegejuicht.
BERLIJN, 3 Sept. (D.N.B.) Nachtjagers en
luchtdoelgeschut hebben vannacht drie vijan
delijke vliegtuigen boven het Rijksgebied neer
geschoten. Naar men voorts verneemt, drongen
de Britsche vliegtuigen niet ver door en werd er
geen schade aan militaire doelen aangericht.
LONDEN, 2 Sept. (D. N. B.) Volgens een Reu-
ter-bericht uit Caïro is het Egyptische kabinet
voor de tweede maal gereconstrueerd. De pre
mier en minister van Buitenlandsche Zaken,
Sabry Pasja, heeft, volgens dit bericht, ook de
portefeuille van Binnenlamdsche Zaken op zich
genomen. Nokrasji Pasja wordt minister van
Financiën, terwijl zijn voorganger, Hamid So-
liman, als minister zonder portefeuille in het
kabinet blijft.
GENEVE, 3 Sept. (D.N.B.) Het gebrek aan
ijzer en -irons dwingt thans Engeland, volgens
berichten uit Londen, ook de belangrijkste ge
denkstukken uit de geschiedenis te smelten. Zoo
heeft de graafschapsraad van Folmouth zelfs
besloten de kanonnen van het vermaarde fregat
„Bellerophon" te smelten. Aan dit fregat had
Napoleon zich na den slag bij Waterloo toever
trouwd.
faw 'V..x. V.'
Wit geschilderde houten hekken zullen
op voorstel van het gemeentebestuur
van 's Gravenhage voortaan de plaatsen
aanduiden, waar voetgangers gevaar
loopen te water te raken. Op verschil
lende plaatsen zijn deze hekken in de
Residentie aangebracht (fotoPax-Hoiiaod)
GENÈVE, 3 Sept. (D. N. B.) Volgens een be
richt van de „Times" uit Simla wil Engeland
krijgsgevangenen naar Indië overbrengen. De
noodige voorbereidingen zouden reeds zijn ge
troffen en een aantal Italiaansche krijgsgevan
genen zou zich reeds in een speciaal kamp te
Ahmednagar bevinden.
NEW YORK, 3 Sept. (D.N.B.) Uit de ge-
vangenenkolonie Pine Bluff in Arkansas zijn 36
zware misdadigers uitgebroken, nadat zij een
cipier doodgeschoten en zeven andere cipiers
hadden ontwapend. Met een groote hoeveelheid
vuurwapenen zijn zij in auto's ontkomen.
(Vervolg van pag. 1)
Onder de nieuwe groepen, welke aan deze
Najaarsbeurs deelnemen, trekt allereerst de
schbenengroep de aandacht. Op deze beurs zijn
ook eenige drukkers- en uitgevers-firma's nieu
we verschijningen, terwijl een aantal groepen
bijv. de groep voedings- en genotmiddelen
door het inschakelen van nieuwe onderafdee-
lingen, uitbreiding hebben ondergaan. De bond
Kunst in Industrie heeft op deze beurs op zijn
oude plaats, de vierde verdieping, zijn geregel
de deelneming weder hervat. De aanwezigheid
van inzendingen pp het gebied van vreemde
lingenverkeer en toerisme houdt eveneens ver
band met de bijzondere omstandigheden.
Vroeger hadden deze afdeelingen alleen belang
bij het zomer-seizoen, thans komen, voor het be
zoeken der steden, de wintermaanden meer
in aanmerking en dus deelneming aan de na
jaarsbeurs meer van pas.
Dank zij de medewerking van het Kolonias»
Instituut te Amsterdam, is ook op deze 43ste
Nederlandsche Jaarbeurs de afdeeling Neder-
Oost- en West-Indië weder aanwezig.
Voor de vijfde maal vraagt het Nederlandsche
Jaarbeursinstituut aandacht voor zijn jongste
spruit, de Agrarische Jaarbeurs. Een zeer attrac
tief middelpunt daarvan vormt in het par
terre-gedeelte van het derde Jaarbeursgebouw
de Staatszorginzending van de directie van den
landbouw, waarin een duidelijk beeld gegeven
wordt van hetgeen in ons land geschiedt ter be
vordering van het productie-vermogen van den
bodem, van de verkregen resultaten en van de
mogelijkheden, die zich nog voordoen. Niet min
der belangrijk zijn ook de eigenlijke commer-
cieele inzendingen op deze Najaarsbeurs.
Voor bespiegelingen omtrent toekomstplan
nen op Jaarbeursgebied zijn de tijdsomstan
digheden minder geëigend. De plannen tot
uitbreiidng van het complex Jaarbeursgebou
wen liggen gereed. Het zal van de ontwikke
ling van den algemeenen economischen toe
stand afhangen of op het oorspronkelijk
daartoe gedachte tijdstip na amoveering
van den ouden Stadsschouwburg met den
bouw zal kunnen begonnen worden. Helaas
zal de bouwmeester, die ook het nieuwe
Jaarbeursgebouw ontworpen heeft, ir. J. de
Bie Leuveling Tjeenk, zijn plannen niet meer
verwezenlijkt zien. In Mei j.l. is deze toege
wijde medewerker van het Nederlandsche
Jaarbeurs-instituut te Parijs overleden.
„Groote gebeurtenissen aldus eindigde de j
heer Graadt van Roggen zijn inleiding schrij
ven in snel tempo de geschiedenis van" dezen tijd.
In de wereldgeschiedenis wordt, ook op econo
misch gebied, een nieuwe bladzijde opengeslagen.
Hoe de toekomst er voor de wereld, voor Europa
en voor ons vaderland uiteindelijk uit zal zien,
men kan het gissen, weten doet geen. Maar al
len zijn wij ons hiervan bewust, dat wij staan
temidden van een geweldig groeiproces, dat zich
op economisch gebied in de wereld voltrekt en
dat wij niet blindelings kunnen negeeren, maar
dat wij genoodzaakt zijn rechtuit in de oogen te
zien om er, door er onze beste vermogens voor
in te zetten, onze eigen plaats in te kunnen be
palen. Moge ons volk van de groote gebeurtenis
sen, die de gisting van dezen tijd aankondigt,
niet de speelbal worden, maar in het besef van
werkelijkheid en verantwoordelijkheid, medewer
ker er aan zijn.
Tegenover het machtig wereldgebeuren
zullen w(j in geen geval ons passief, dn geen
geval negatief, maar onvoorwaardelijk actief
hebben te gedragen.
Van deze levenshouding getuigt de 43ste Ne
derlandsche Jaarbeurs met-ter-daad.
De persbijeenkomst werd bijgewoond door
Landrat dr. Joachim, Beauftrager für die Pro-
vinz Utrecht des Reichskommissaris für die be-
setzten Niederl. Gebiete, die bij den aanvang dei
inleiding door den heer Graadt van Roggen na
mens den raad van beheer werd begroet.
Begin Augustus zijn te Naaldwijk moeilijkhe
den ontstaan tusschen de politie aldaar en een
W. A.-afdeeling van de N. S. B., die in een ge
sloten colonne door het dorp marcheerde. Om
dat geen vergunning voor dezen marsch was ge
geven en wanordelijkheden werden gevreesd, gal
een inspecteur van politie bevel, dat de co
lonne uiteen zou gaan. De 20-jarige J. C. van
den N. uit Naaldwijk, onder wiens commando
gemarcheerd werd, weigerde aan dezen politie-
order te voldoen.
De Officier van Justitie bij de Haagsche
rechtbank heeft tegen dezen verdachte 3 maan
den gevangenisstraf geëischt.
De rechtbank veroordeelde Van den N. we
gens het opzettelijk niet voldoen aan het bevel
van een ambtenaar in functie tot een gevan
genisstraf van 1 maand voorwaardelijk met 2
jaren proeftijd, benevens tot 25.— boete, sub
sidiair 10 dagen hechtenis.
NEW YORK, 3 Sept. (DUB.) Tijdens het
jongste weekeinde, dat wegens Labor Day een
dag langer duurde en millioenen menschen naar
buiten lokte, zijn 400 personen door ongelukken
om het leven gekomen. 221 menschen verloren
het leven bij auto-ongelukken.
Het is uit een oogpunt van volksgezond
heid van uitnemend belang, dat juist in het
wintergetijde bij voortduring versche groen
ten beschikbaar zijn, ook voor degenen, %ie
slechts over een bescheiden beurs beschik
ken. Onze tuinbouw zorgt hiervoor in het
algemeen op voortreffelijke wijze, terwijl ook
de zelftuinders op dit gebied niet behoeven
achter te blijven.
Wil men met het kweeken van groenten over
de geheele linie een zoo nuttig mogelijk resul
taat bereiken, dan dienen eenige voorwaarden
in acht te worden genomen. Allereerst moet men
trachten, door een doelbewuste keuze der gewas
sen en door een kundige bemesting een zoo hoog
mogelijke opbrengst van den bodem te verkrij
gen. Tegelijk echter dient men ook de gezins
behoeften en de daaraan verbonden voedings-
eischen in het oog te houden. Derhalve is het
noodzakelijk, een zoodanig teeltplan te ontwer
pen, dat men niet op bepaalde tijdstippen met-
groenten wordt overstroomd, terwijl op andere
oogenblikken geen mogelijkheid tot oogsten
voorhanden is.
Grondbeginsel moet daarom zijn, een zoo-
da nigen verbouw toe te passen, dat men zoo
gelijkmatig mogelijk het geheele jaar door
over versche groenten de beschikking heeft.
Want dit houde men goed in het oog
versche groente is te allen tijde te verkiezen
boven inmaak, ook al mag de kwaliteit daar
van nog zoo, goed zijn.
Ongetwijfeld zullen vele zelfkweekers, die dit
beginsel in toepassing willen brengen, hun
teeltplan aan een grondige herziening moeten
onderwerpen, waarbij zij de noodige voorlichting
niet kunnen ontberen. Te zijner tijd zal de Voe
dingsraad dienaangaande de noodige aanwij
zingen geven. Voor het heden volstaat hij met
enkele beknopte mededeelingen omtrent het
geen thans nog in den moestuin kan geschie
den, teneinde in herfst en winter die groenten
op den disch te kunnen brengen, waarvan het
gebruik in bijzondere mate aan de gezondheid
van het gezin ten goede zal komen.
Ook een goed samengestelde, oordeelkundig
bereide en voor den Hollandschen smaak aan
nemelijke maaltijd zal in het winterhalfjaar al
licht, wat het gehalte aan vitamine A en aan
carotine betreft, gebreken vertoonen. Dit euvel
nu, waarvan men de beteekenis niet moet on
derschatten, kan ten deele worden verholpen,
indien wij zorg besteden aan het gebruiken van
voedingsmiddelen, waarin ruimschoots carotine
voorkomt, het provitamine, dat, vooral wanneer
het tegelijk met vet in onze voeding wordt op
genomen, de kans op een tijdelijk tekort aan
vitamine A vermindert.
Wij moeten dus op zoek naar carotine-bron-
hen, welke de moestuin ons gedurende de win
termaanden kan leveren. Als zoodanig moeten
worden genoemd: boerenkool, wortelen, winter-
spinazie, winterandijvie, bladselderij, spruitjes
en veldsla. Waarbij de peterselie afzonderlijk
dient vermeld vanwege haar hoog carotinege-
halte, wat het zelfs mogelijk maakt, door sim
pele toevoeging van een kleine hoeveelheid van
dit geurige kruid een bestaand tekort in een
maaltijd aan te vullen.
De zelftuinder, die met dit gezichtspunt voor
oogen reeds thans het een en ander wil doen
om de opbrengst van zijn kweekerij aan te pas
sen aan de gezinsbehoeften, kan ook in Septem
ber nog nuttig werk verrichten. In den vollen
grond kunnen nog winter-spinazie en veldsla
worden gezaaid. Deze zij beide winterhard. Ge
wone spinazie is niet tegen vorst bestand, maar
kan, indien direct gezaaid, nog voor den winter
worden geoogst. Onder glas is het nog tijd voor
zaaisels van spinazie, postelein en snijsla. Wie
nog geen boerenkool heeft, kan zich wat plan
ten aanschaffen en die uitzetten. Wil men heel
den winter over versche peterselie en bladselderij
twee uitnemende carotinebronnen beschik
ken, dan moet men de planten nu, ontdaan van
de grootste bladeren, in den kouden bak zetten.
Verder vorstvrij houden en op tijd luchten. Heel
practisch is ook een tonnetje waarin, op onder-
lingen afstand van 10 centimeter, gaten zijn
geboord. Onder het vullen met aarde wordt in
elke opening een plant geplaatst, terwijl aan
de bovenzijde eveneens planten kunnen worden
gezet. Men geeft de aarde regelmatig water, zet
het tonnetje op een vorstvrije lichte plaats en
zorgt er voor, dat, door af en toe te draaien,
alle planten behoorlijk licht krijgen. Spoedig is
de ton met fijn loof overdekt, waarvan geregeld
kan worden gesneden.
Deze wenken zijn uiteraard in de eerste
plaats bestemd voor de zelftuinders, doch
de vaktuinbouw zou aan onze volksgezond
heid een goeden dienst kunnen bewijzen door
zich in zoo ruim mogelijke mate toe te leg
gen op den verbouw van carotine-houdende
groenten voor winterverbruik. In dit ver
band zij nog in het bijzonder de aandacht
gevestigd op de omstandigheid, dat op het
oogenblik veel kasruimte beschikbaar is, die
zich zeer goed eigent voor de cultuur van
peterselie en van bladselderij.
Zooals ieder jaar heeft, bij uitzondering
thans op den eersten Dinsdag in September,
een groot aantal belangstellenden in de
aula maior der R.K. Universiteit te Nij
megen geluisterd naar de verslagrede van
een aftredenden rector-magnificus. Ditmaai
was het prof. mag. dr. G. Kreling O.P., die
van de lotgevallen uit het universitaire
leven in de periode 1939-1940 verslag uit
bracht.
De aftredende rector wijdde, na woorden van
welkom tot de aanwezige bestuursleden der St.
Radboudstichting, curatoren, professoren, be
ambten en studenten en verdere aanwezigen
te hebben gericht, eenige gedachten aan den
oorlog, waarbij hij vermeldde, dat het feit van
den oorlog en de gevolgen daarvan hun stempel
hebben gedrukt op het afgeloopen studiejaar.
Ook toen de oorlog nog buiten onze grenzen
woedde, aldus de rector, bleek onze Uni
versiteit den druk van de omstandig
heden terdege te ondervinden. Er was
een toestand van spanning, die voor vrucht
dragende initiatieven zoowel van professoren
als studenten niet bevorderlijk was. Bovendien
eischte de mobilisatie een groot deel van de
studenten en eenige docenten op, welke ader
lating onze nog zeer jonge Alma Mater danig
verzwakte. Vooral de afwezigheid van zooveel
studenten werkte als een rem. Het studenten
leven moest onherroepelijk op kleinere leest
worden geschoeid, de studentenclubs misten
de drijfkracht van veel ijverige leden. De mo
bilisatie had ook het gevolg, dat de quanti-
tatieve verhouding van de feitelijk studeerende
mannelijke en vrouwelijke studenten abnormaal
werd. Een cynicus merkte met overdrijving op.
dat de Universiteit leek op een Hooger Insti
tuut voor meisjes. Zonder eeniger. schijn var,
vrouwenhaat zal iedereen toegeven dat een
dergelijke wanverhouding het normaal verloop
van het leven in de universitaire gemeenschap
schaadt.
Na 10 Mei werden de omstandigheden be
zwaarlijk, doch prof. Kreling mocht opmer
ken, dat zoowel professoren als studenten
met voorbeeldige zelfbeheersching paniek
stemming en lusteloosheid overwonnen, zoo
dat de colleges zonder onderbreking konden
worden voortgezet.
Als datum van den aanvang van het studie
jaar is vastgesteld de derde Maandag in Sep
tember, op welken datum de rector-magnificus
gewoon was het rectoraat aan zijn opvolger
over te dragen. Om allerlei bezwaren werd deze
datum nu vervroegd. De opening van het nieu
we studiejaar werd bepaald op 3 September en
het slot van het eerste trimester op 1 December.
In de maanden December en Januari worden
geen colleges gegeven. In het vroege begin van
dit studiejaar, door de omstandigheden opge
drongen, ligt tevens de vermaning, om in dezen
tijd, waarin aanleiding bestaat tot onvruchtbare
overpeinzingen en demoraliseerende werkloos
heid, het studiewerk met kracht ter hand te
nemen. Tenslotte hervindt een mensch, die uit
het lood werd geslagen, het best zijn evenwicht
door den invloed van den arbeid.
Spr. gaf hierna verslag van de officieele ge
beurtenissen. O.m. herinnerde hij aan het af
sterven van prof. Al. Slijpen.
Van de stichting af, aldus spr., was Slijpen
als professor aan de Universiteit verbonden.
Maar het was niet vooral om zijn langdurige
werkzaamheid als docent, dat hij onder zijn
collega's en onder de studenten een opmerkelijke
figuur was. Hij was een man van karakter en
van buitengewoon verstandelijken aanleg. Zijn
scherpzinnigheid straalde uit zijn klare oogen en
openbaarde zich in zijn scherp raak woord.
Naar alle kanten zocht zijn buitengewone werk-
drang zich te uiten, zoodat hij niet alleen op
het terrein van het onderwijs zijn sporen naliet
TOeh herdenken wij hem hier slechts om alles,
wat hij voor de R.K. Universiteit, waaraan
zijn hart hing, heeft gedaan. In de vele jaren,
waarin hij als professor doceerde, heeft zijn
bovenal vormende geest aan talrijke classici
iets meegegeven van den scherpen en rechten
vorm, waardoor zijn eigen geest werd gekarak
teriseerd. Bovendien ontvingen velen van dezen
wijzen mensch en edelen priester meer dan we
tenschappelijke opleiding.
Manifeste wetenschappelijke gebeurtenissen
zijn er vanzelfsprekend in verband met de
omstandigheden, waarin wij het laatste jaar
doorbrachten minder talrijk dan gewoon. In
ternationaal contact was bezwaarlijk, zoodat
deelname aan internationale wetenschappelijke
bijeenkomsten tot 'n minimum gereduceerd werd
De spanning en onzekerheid remden publicaties,
die in gewone tijdsomstandigheden zeker van de
pers gekomen zouden zijn. In dit jaar werd vol
daan aan een sedert lang door sommige col
lega's gekoesterden wensch, om door philoso-
phische en theologische conferenties zoowel aan
de studenten als aan andere intellectueelen een
grondiger inzicht te geven in de grondbeginselen
van de katholieke wetenschap en de katholieke
wereldbeschouwing.
Wanneer wij, aldus êe rector in het vervolg
van zijn rede, onze aandacht wenden naar de
studentengemeenschap aan onze universiteit en
beginnen met het getal der in Nijmegen studee
renden, dan blijkt de statistiek van het afgeloo
pen jaar teleurstellend. Met een totaal van 520
blijven wij ver onder het getal van het vorig
jaar, waarin de statistiek het getal 576 noteerde.
In dit jaar werden voor de eerste maal inge
schreven 111 studenten, in 't vorige jaar 125. Op
de 111 nieuwe inschrijvingen waren er 43 meis
jesstudenten, terwijl het vorig jaar van de 125 er
35 meisjesstudenten waren. Een nadere specifi
catie omtrent de getallen voor de verschillende
faculteiten is te lezen in de Jaarboeken van de
Radboudstichting en van de R.K. Universiteit,
waarin de getallen volledig bekend worden ge
maakt. Ook waag ik mij niet, aldus de rector,
aan een gissing naar de redenen van dezen te
ruggang, dan in zoover zeker grootendeéls de
mobilisatie in aanmerking komt. Mijn voorgan
ger noemde als oorzaak, welke sedert eenige
jaren reeds het aantal inschrijvingen drukt, de
regeling der collegegelden. Eenige dagen geleden
werd een beslissing in dien zin genomen.
Alle pogingen werden in het werk gesteld, om
het leven in de door de mobilisatie gehandi
capte studentenclubs op gang te houden. Plan
nen voor een meer intense en systematische
sportbeoefening onder de studenten kregen hun
beslag.
De rector herdacht vervolgens hen, die voor
het Vaderland hun leven gaven.
In het afgeloopen studiejaar bezochten 5285
personen de Leeszaal. Uitgeleend werden 11.949
deelen. Het aantal ten geschenke ontvangen
bceken, dissertaties, brochures enz. bedroeg
5498 stuks.
Wanneer wij terugzien, aldus de rector, over
het studiejaar dat achter ons ligt, en bij de
herinnering hieraan de indrukken voegen van
den huidigen dag, zal wellicht menigeen met
bezorgdheid voor onze Universiteit in de toe
komst zien. Ze zullen zich afvragen, of in der
gelijke omstandigheden de Universiteit de kracht
zal hebben, staande te blijven. Als jong insti
tuut, welks wortels nog Iriet onwrikbaar in den
grond zijn doorgedrongen, moet het immers het
geweld van de stormen met moeite doorstaan.
Wij hebben voor zulke pessimisten, die slechts
denken, wat de angst hun suggereert, één ant
woord: De Universiteit te Nijmegen steunt op
de offervaardigheid van de katholieke Neder
landers. Wanhopen aan de Universiteit betee-
kent wanhopen aan die offervaardigheid Daar
voor bestaat nu minder reden dan ooit. Het is
waar, voor velen zijn de materieele omstandig
heden drukkend geworden en zullen zij mis
schien nog zwaarder gaan wegen. Erger is nog,
dat velen in de bekommernis om het bestaan
den zin en den smaak voor hooger dan tast
baar goed dreigen te verliezen. Maar wij zijn
overtuigd, dat de katholieken in Nederland,
ondanks den last, waarin de gevolgen van den
oorlog hen brengen, voor hun gedachten, bui
ten de sfeer van distributiebonnen, den weg
naar him idealen vrij houden. Wanneer een
christen, die dien naam verdient, nood lijdt,
grijpt hij meer dan anders naar God, naar Chris
tus, en komen de ongeziene en dikwijls verge
ten werkelijkheden var. het rijk van Christus
hem meer nabij. Daarom verkeert de beproe
ving, waarmee Gods voorzienigheid hem be
zoekt, in zegen.
Als Nederlands katholieken dezen zegen
ondervinden, zullen zij meer dan vroeger
hun idealen waardeeren en hun Universi
teit, waarin een groot katholiek ideaal ge
concretiseerd werd, zal er wel bij varen. De
verdieping van geloof en de groei van chris-
telijken zin zullen hen meer bereid maken
tot een offer voor de Universiteit dan voor
heen het geval was, toen te veel van de on
zen in den doezel van een al te gezapig le
ven den geest van Christus verloren. Om
dat de Katholieke Universiteit de christe
lijke waarden door middel van de macht
der wetenschap tracht te handhaven, zal
zij juist in dezen zwaren tijd op den steun
van de katholieke Nederlanders mogen
bouwen.
Niemand mag aan het bestaansrecht van
de Katholieke Universiteit twijfelen, omdat
zij 'de eenheid van het Nederlandsche volk
in den weg zou staan.
Van alle kanten wordt op den Nederland-
schen bodem verzamelen geblazen. Meer dan
vroeger wordt gestreefd naar eensgezindheid
van de zich gemakkelijk splitsende volksgenoo-
ten. Wij saboteeren deze pogingen niet door een
eigenzinnig isolement, want we erkennen met
Kardinaal Mercier, dat wetenschappelijk isole
ment voor den godsdienst even fataal is als voor
de wetenschap. In Nijmegen trekt de weten
schappelijke katholiek zich niet terug in een
vesting, waarin hij zich veilig afsluit van de
buitenwereld. De Nijmeegsche universiteit lijkt
meer op een modern huis, dat met zijn groote,
wijd-open ramen de wereld daarbuiten eer bin
nenhaalt dan afsluit. Weliswaar hebben we de
pretentie een eigen cultuur te bezitten, al we
ten we ons nog ver van het volledig bezit. Maar
daarmee sluiten we ons niet buiten de Neder
landsche gemeenschap.
De Nederlandsche aard en de Nederland
sche cultuur zijn te ruim, om ze aan één
karaktertrek of aan één persoon te binden,
al is het de fascineerende persoonlijkheid
van Calvijn. De pogingen van sommigen
in Nederland om dit te doen, verraden een
benepen kijk op den Nederlander. De katho
lieke cultuurwaarden behooren evenzeer tot
het nationale Nederlandsche goed, als wel
ke andere ook. De katholieke Nederlanders
be tee kenen voor Nederland meer dan bewo
ners van den vaderlandschen gTOnd. Naar
hun eigen Nederlandschen aard hebben zij
in ons vaderland de specifiek-katholieke
waarden tot een onontbeerlijk deel van het
vaderlandsch bezit gemaakt. Wanneer de
Katholieke Universiteit deze katholieke bij
drage aan de Nederlandsche cultuur tracht
te bevestigen en uit te breiden, sluit zij zich
niet buiten de rest van het vaderland. Zij
sluit zich dan veeleer aan bij den opbouw
van ons land.
De rector besloot zijn rede met een woord van
welkom en een zegewensch tot den nieuwen
rector-magnificus.
Na de bijeenkomst werd een korte receptie
gehouden, waarbij velen den nieuwen rector,
prof. Duynstee, hun opwachting maakten.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft
benoemd tot kapelaan te Zwolle (H. Michaël)
den weleerwaarden heer G. F. H. Veldhuis, tot
kapelaan te Zutphen den weleerwaarden heer
G. B. van Dijk en tot kapelaan te Olst den wel
eerwaarden heer F. Th. Janssen (Neom.).
Op 8 September herdenken de zeereerw. Paters
Fr. Somers en J. Bemelmans den dag, waarop
zij een halve eeuw geleden hun eerste klooster
geloften aflegden in de Congregatie der Paters
Montfortanen. De jubilarissen zijn de eerste
Nederlandsche studenten van de Apostolische
School „Ste Marie", in 1883 ce Schimmert door
de Fransche Paters gesticht. Beiden, geboren
te Nuth (L.), de eerste 16 Augustus 1871, de
tweede 28 October 1872, voltooiden hun studies
gedeeltelijk te Schimmert, gedeeltelijk in Canada-
Pater Fr. Somers is thans rector van de eerw.
zusters „Dochters der Wijsheid" te Schimmert,
maar verblijft sedert enkele maanden in het
moederhuis zijner Congregatie te St. Laurent-
sur-Sèvre (Frankrijk). Pater J. Bemelmans is
sedert 1924 overste te Meerssen. Aan de jubila
rissen onze hartelijke gelukwenschen.