Geen pessimisme Z.O.-Drente schreeuwt om woningbouw Welke bonnen zijn geldig? Jicmd Ovet Onhoudbare toestanden in de gemeente Emmen 4 73 72 115 116 GRU ÏTERS WAREN: 40 14 27 105 HO Een Orleans Kerkelijk LeVen Jaargetijde Mgr. Aengenent DONDERDAG 5 SEPTEMBER 1940 KOMKOMMEROOGST VALT TEGEN Het koude weer van Augustus de oorzaak BOERDERIJBRAND TE ST. OEDENRODE Kapitale hofstede in de asch gelegd Nog 1800 geëvacueerdcn te Delft Wat te hunnen gerieve is gedaan 900 kg. cacao in beslag genomen De sociale nood FUSIE GRAFISCHE ORGANISATIES Eén vakverbond gesticht NIEUWE NEDERLANDSCHE FILMS S t/m 12 Pastoor W. J. Slenders t PASTOOR P. J. BOEKHORST Pater Fridolinus Huissen O.F.M. Zeldzame kloosterjubilea te Maastricht Em. Rector P. Baayens f D. KOOIMAN OVERLEDEN De provincie Noord-Holland heeft veel aan hem te danken Er zijn helaas nog al te veel lieden in verschillende kringen van ons volk, dis zich overgeven aan een louter op persoonlijke veronderstellin gen gebaseerd pessimisme omtrent de toekomst van ons land. Hoe gering de Waarde van zelfs algemeen als geloof waardig aanvaarde veronderstellingen kan zijn, heeft helaas het jongste en heftig bewogen verleden van ons vader land maar al te duidelijk bewezen. La ten wij dus niet in den humus van lou ter veronderstellingen een aanstekelijk pessimisme kweeken, dat de volkskracht ondermijnt, den levensdurf en levens moed verlamt en de toekomst van ons land inderdaad in gevaar zou kunnen brengen. Onze dappere en offervaardige soldaten, die hun leven en hun bloed voor de toekomst van het vaderland hebben gegeven en het respect van den tegenstander hebben verworven, waren menschen, die zich in het dagelijksch leven in niets van ons onderscheidden. waren doodgewone Nederlanders Piet het vaderlandlievende hart op de rechte plaats, waar iedere Nederlander dat hart behoort te dragen. Die plaats is niet in de schoenen, waarin de defai tistische pessimisten het laten zinken. Wij zouden in onzen duren plicht jegens de gevallenen en hun nagedach tenis jammerlijk te kort schieten, in dien wij in minder hachelijke omstan digheden zouden versagen dan in de doodszware, waarin zij niet hebben ver saagd. Wij mogen hun bloedoffer niet maken tot een nuttelooze gave voor een volk, dat zulk een offer niet waard zou blijken. De Rijkscommissaris voor de bezette gebieden heeft het uitdrukkelijk verklaard, dat ons volk zijn lot en toe komst in eigen hand heeft. Welnu, dit lot en deze toekomst eischen werkelijk heidszin en vertrouwen, geen pessi misme. Wat voor geheel ons volk ten aan zien van het vaderland en zijn toekomst geldt, geldt ook voor de katholieken ten aanzien van hun Waardevolle en heel het volk ten goede komende, vaak moeizaam bevochten en tot stand gebrachte instellingen. Zulk een instelling is de kroon van ons bij zonder onderwijs, de R. K. Universiteit van Nijmegen, waar geloof en weten schap hand in hand gaan ter bevorde ring en verdieping van de cultuur, die Sint Willebrord ons bracht als meest Waardevol nationaal bezit. Tot hen, die met al te groote bezorgdheid onder de huidige moeilijke omstandigheden de toekomst van de R. K. Universiteit te gemoet zien, sprak de aftredende rector magnificus prof. mag. dr. G. Kreling O.P. bij de rectoraatsoverdracht de vol gende kloeke en behartigenswaardige woorden: „Wij hebben voor zulke pessimisten, die slechts denken wat de angst hun suggereert, één antwoord: De Universi teit te Nijmegen steunt op de offervaar digheid van de katholieke Nederlanders. Wanhopen aan de Universiteit betee- kent wanhopen aan die offervaardig heid. Daarvoor bestaat nu minder reden dan ooit. Het is waar, voor velen zijn de materieele omstandigheden druk kend geworden en zullen zij misschien nog zwaarder gaan wegen. Erger is nog, dat velen in de bekommernis om het bestaan den zin en den smaak voor hooger dan tastbaar goed dreigen te Verliezen. Maar wij zijn overtuigd, dat de katholieken in Nederland, ondanks den last, waarin de gevolgen van den oorlog hen brengen, voor hun gedach ten, buiten de sfeer van distributiebon- hen, den weg naar hun idealen vrij hou den. Wanneer een christen, die dien haam verdient, nood lijdt, grijpt hij meer dan anders naar God, naar Chris tus, en komen de ongeziene en dikwijls Vergeten werkelijkheden van het rijk Van Christus hem meer nabij." Inderdaad, het is den katholiek on waardig zich zoo door materieele beslommeringen te laten overmees teren, dat hij geen oog, geen belang stelling en geen offer meer zou hebben voor de groote geestelijke en cultureele belangen, die aan het instandhouden en zoo noodzakelijk uitbreiden van de R.K. Universiteit verbonden zijn. Waar het getal van hen, die daartoe daadwerke lijk kunnen bijdragen, geslonken is ten gevolge van den nood der tijden, rust op de minder zwaar getroffenen de onafwijsbare plicht méér te doen dan zij tot nu toe gedaan hebben. Doen zij dat niet, dan zouden zij daardoor den indruk kunnen wekken, dat zij niet veel Waarde hechten aan het voortbestaan der R. K. Universiteit, en als zij zelf dien indruk zouden wekken, hoe zouden zij dan kunnen en mogen verwachten, dat anderen de waarde van dat voort bestaan hooger zouden aanslaan dan zij Zelve. Indien ooit dan is het thans, nu de katholieken meer dan voorheen uit hun soms te straf gehandhaafd isole ment moeten treden om principieele en bekwame, karaktervaste mannen te leveren aan de Nederlandsche volksge meenschap, allernoodzakelijkst, dat de R. K. Universiteit in staat wordt gesteld op zoo breed mogelijk terrein haar zegenrijken invloed uit te oefenen. Het zou een indrukwekkend en treffend ge tuigenis van katholiek Nederland zijn, indien ondanks de ongunst der tijden, maar dank zij de katholieke offervaar digheid, de medische faculteit tot stand Zou kunnen worden gebracht. Zulk een praestatle zou in de lijn liggen van het zwaar geteisterde, maar niettemin levenskrachtig opveerende Rotterdam. Zij zou bovendien een weldaad zijn voor een veel breederen kring dan die der katholieken alleen, want in de oorlogs dagen is wel heel duidelijk gebleken, dat hiet enkel katholieken behoefte heb ben aan de zegeningen van het geloof, dat zijn kracht behoudt, wanneer de wetenschap machteloos staat tegenover het bedreigde leven. Mét den aftreden den rector magnificus weigeren wij te wanhopen. Wij vertrouwen. De weersgesteldheid in de tweede helft van de vorige maand heeft, zooals thans blijkt, groot nadeel toegebracht aan den komkommeroogst in de Noord-Limburgsche tuinderijen. De ver wachtingen waren dit seizoen bijzonder hoog gespannen, als gevolg van het feit, dat de plant in het begin van het seizoen er bij uitstek goed voor stond. De vrij langdurige en voor deze periode van dit jaar ongewone koude heeft in- tusschen veel nadeel aan de augurkenplantcn toegebracht. Op de velden zijn de planten die het voornamelijk van warmte moeten hebben, grootendeels reeds afgestorven. De totale aan voer op de Venlosche veilingen blijft daardoor op het oogenblik beneden het normale. Intus- schen blijft de mogelijkheid bestaan, dat bij een snel opkomende warmte-periode de toestand zich eenigszins in gunstigen zin wijzigt. Ook koude nachten doen veel nadeel aan de augurken, die dan spoedig „vlekken" en daar door voor den export belangrijk aan waaroe in boeten. De vraag naar augurken overtreft op het oogenblik reeds het aanbod en de koopers zoowel voor binnen- als buitenland moeten met belangrijk kleinere kwantums dan zij plaatsen kunnen, genoegen nemen. Deze plotselinge achteruitgang in den oogst beteekent een belangrijk financieel nadeel voor de tuinders. Woensdagavond omstreeks zes uur is in de buurtschap Olland onder de gemeente St. Oedenfode brand ontstaan in de kapitale boer derij van den landbouwer J. Goyarts. De vlam men grepen met groote snelheid om zich heen, zoodat het achterhuis weldra in lichte laaie stond. De brandweer onder leiding van burge meester jhr. Rijckevorsel van Kessel kon niet verhinderen dat de vlammen oversloegen naar de belendende groote landbouwschuur, waarin de nieuwe oogst was opgeslagen. De hofstede met stallen en schuur zijn een prooi der vlam men geworden. Eenige varkens zijn omgeko men. Het wordt niet onmogelijk geacht dat on voorzichtigheid van kinderen oorzaak van den brand is. De schade is bij verzekering gedekt. Nog steeds bevinden zich 1800 geëvacueerde Rotterdammers te Delft. Aangezien de huisves ting en verzorging een kwestie van jaren zal zijn, werden dezer dagen nieuwe maatregelen genomen. Momenteel is men zoover, dat men in vrijwel alle verblijven door middel van schotten of gordijnen aparte ruimten voor ge zinnen heeft gemaakt. De huisvesting en voeding betaalt de ge meente, die het geld weer van het Rijk terug ontvangt. 1500 geëvacueerden zijn in de diverse posten ondergebracht, terwijl er nog 300 bij particu lieren zijn. De kosten voor de in Delft onder gebrachte geëvacueerden bedragen per jaar on geveer f 500.000. Bijna niemand der geëvacueerden was in het bezit van goede schoenen. In de Centrale werkplaats aan de Zuiderstraat is nu een schoenmakerij ingericht en daarin worden pl.m 20G0 paar oude schoenen weer als nieuw ge maakt. Op den weg Venlo-Roermond hebben de rijks ambtenaren een auto aangehouden, welke 900 kg. cacao vervoerde. Een en ander geschiedde op illegale wijze. De party cacao, eigendom van den handelaar H. uit Venlo. werd in beslag ge nomen en verbeurd verklaard. In de Drentsche gemeente Emmen verbiyven driehonderd gezinnen in keeten en krotten. Honderd woonscheepjes liggen verspreid in de kanalen van het veengebied dier gemeente, Vyf- tig of meer woonwagens vormen de permanente bezetting van het woonwagenkamp. Zes hon derd en zestien gezinnen wonen in kleine ar beiderswoningen en boerderijtjes met andere gezinnen te zamen, terwijl twintig onbewoon baar verklaarde woningen niet kunnen worden ontruimd bij gebrek aan betere woongelegen heid. Meer dan duizend, meestal groote, gezinnen zijn in de gemeente gehuisvest op een wijze, welke voor een geordende samenleving ontoe laatbaar moet worden geacht. Wie het hoofddorp van Nederlands uitge strekte gemeentee bezoekt, krijgt den indruk van een welvarende plattelandsplaats in een mooie, boschrijke omgeving en kan niet ver moeden, dat zij, die hier zetelen om een bevol king van omtrent 50.000 zielen te besturen, van oag tot dag te worstelen hebben met veel soci alen nood. Er klinkt hier, zoo zei de burgemeester van Emmen, mr. J. L. Bouma, tot wien het A.N.P. zich gewend heeft, een nooit ophoudende schreeuw om woningen. Dat was zoo, toen ik hier in 1927 kwam en dat is nog zoo, ja, het wordt met den dag erger, De particuliere bouwnyverheid legt zich in hoofdzaak toe op woningen voor menschen, wier inkomen hen in staat stelt, 'n behooriyke huur te betalen. In de behoefte aan goedkoope ar beiderswoningen moet van overheidswege wor den voorzien. De gemeente is er uiteraard niet toe in staat en het Rijk heeft weliswaar in den loop der jaren credieten voor woningbouw toe gestaan, maar niet zooveel, dat daardoor meer bereikt kon worden dan het voorkomen van ver ergering van den toestand. En zelfs dit voorko men gelukt ons niet langer, tenzij op korten termijn krachtig wordt ingegrepen. In de jaren 1927 tot en met 1939 werden ten behoeve van de keet- en krotopruiming cre dieten verleend voor het bouwen van in totaal 574 woningen, terwyi op last van het gemeente bestuur in dienzelfden tijd ongeveer 1200 kee ten en krotten werden afgebroken, omdat men beslist de krottenkolonies wilde doen verdwij nen. Maar de menschen moeten 'n dak boven hun hoofd hebben en zoo hokt men bij elkaar, daar om bouwt men toch weer een keet van wat planken en plaggen, zoo kruipt men desnoods in een gat in den grond of slaat een planken optrekje op een oude turfschuit of ziet, al dan niet met behulp van het armbestuur, aan een woonwagen te komen. En des te eerder komt men hiertoe, wijl zulk een „huisvesting" geen of weinig geld kost en het „eten" in elk geval nog vóór het „wonen" gaat. Weet men nu nog, dat de in het tijdvak van het bouwen der bedoelde 574 arbeiderswoningen de bevolking der gemeente Emmen steeg van 42.245 tot 48.581 zielen, zoodat alleen daarvoor aannemende een gemiddelde van vijf zielen per woning ruim 1000 woningen noodig wa ren, dan is het volkomen duidelijk, dat er van een koersen in de richting van oplossing der moeilijkheden niet gesproken kan worden. Over het algemeen heeft een plattelandsbe volking bij voorkeur een eigen woninkje, al is het nóg zoo bescheiden. Daarom zou het Drentsche woningprobleem niet in zijn huidigen omvang bestaan, als de arbeidersbevolking over wat ruimere middelen beschikte. Maar men weet in breeden kring, hoe het daarmee ge steld is. De omvang der werkloosheid in de veenstreken is te algemeen bekend dan dat wij daarover nog zouden uitweiden. Vanaf de in storting van de vorige oorlogsproductie van tuit, dus sinds 1920 ongeveer, hebben duizenaen ar beiders geen gewoon werk en geen bevredigend inkomen gekend, en al is er thans eenige op luchting gekomen door de nieuwe oorlogs- drukte in het veen en de werkgelegenheid in Duitschland, het aantal arbeiders is dermate gegroeid en de vooruitzichten zijn te onzeker dan dat daarvan invloed op den eigen woning bouw kan worden verwacht, vooral, wijl de meeste gezinnen aanzienlijke bedragen aan win kelschulden hebben in te halen. Daar komt nog bij, dat over enkele weken weer de meeste ge zinshoofden op de werkverschaffing zullen zijn aangewezen. Dat beteekent, dat gezinnen van soms tien kinderen moeten leven van gemiddeld f 13 tot f 14 per week, zijnde dat het maximale loon. dat een werkverschaffingsarbeider kan ver dienen. De arbeidsbeurs te Emmen heeft een onderzoek ingesteld naar het levenspeil op het oogenblik. Zeer zorgvuldig is nagegaan, hoe het prijsverloop is geweest voor eerste levensbehoeften. Welnu, men is tot de con clusie gekomen, dat een arbeidersvrouw thans f 13.23 noodig heeft om hetzelfde te koopen, dat zij verleden jaar voor f 10.— kon verkrijgen. Er is dus een prijsstyging van ruim dertig procent! De loonen zijn daarentegen met slechts 10 pet. omhoog gegaan. Van de z.g. krotopruimingswoningen zijn de bouwkosten thans zóó hoog, dat een huur van f 4.per week noodig is om rente, aflossing en onderhoud te dekken. En hoe wil een huis vrouw met een gezin van b.v. zes personen dat klaar spelen met f 13 in de week inkomen? Leerzamer evenwel nog dan de becijferingen, i al werden zy officieel ten gemeentehuize toe gelicht, was de tocht door de veenstreek zelf. Emmer-Erfscheidenveen, Emmer-Compascuum. Barge-Compascuum, Zwartemeer, Klazienaveen. Erica, Nieuw-Amsterdam, overal was de wo ning-ellende duidelijk te zien. En het is dan inderdaad begrijpelijk als bur gemeester Bouma zegt: „Emmen schreeuwt om woningbouw!" wy zouden nu nog kunnen ver tellen van ryen menschen, die de af deeling volkshuisvesting op het Emmer gemeentehuis bezoeken. Van uitzettingen door den deurwaarder als een „opgezegde" blijft wonen, omdat er niets an ders is. En van het leed van koude winters in tochtholen, zonder genoegzame dekking en klee ding. Maar de getallen en de enkele aanduidingen mogen genoeg zijn om te doen begrijpen, dat hier snel gehandeld moet worden. In een te Utrecht gehouden buitengewone algemeene vergadering van den Ned. Grafi- schen Bond heeft de bondsvoorzitter medege deeld, dat in de grafische bedrijven in beginsel overeenstemming is bereikt over de samenvoe ging van den Alg. Ned. Typografenbond, den Ned; Grafischen Bond en den Foto-Lithobond in één vakverbond. De algemeene vergadering keurde de houding van de vertegenwoordigers van het hoofdbe stuur goed en besloot ingevolge art. 24 van de statuten met algemeene stemmen tot ophef fing van den bond. De vertegenwoordigers der genoemde drie vakbonden waren overeengekomen de bestaan de rechten van de aangesloten leden ten volle te zullen handhaven. In Utrecht zal een districtsbureau van de nieuwe grafische organisatie worden gevestigd in de kantoorlokalen van den Ned. Grafischen Bond. Als vertegenwoordigers van den Ned. Grafischen Bond in het hoofdbestuur van het nieuwe vakverbond werden aangewezen de hee- ren J. Sans te Deventer en C. H. Westdijk te Utrecht. In den bondsraad zullen zitting ne men de heeren G. R. Bakker, Den Haag, P. de Bruin, Leiden, J. Labots, Rotterdam, J. F. Pe- terse te Tiel en F. H. J. Weber Amsterdam. In aansluiting op het onlangs versohenen bericht over het vervaardigen van een viertal Nederlandsche films door de Haro van Peski filmproductie, deelt de directie ons thans het volgende mede. De eerste film is getiteld „Scherven brengen geluk". Dit is een licht blijspel zonder eenige verdere pretentie dan het bieden van een vroo- lijk amusement. De stof is gebaseerd op tal van komische verwarringen. De tweede film „Klaas je Zevenster", naar den beroemden roman van Jacob van Lennep. De derde film is getiteld: „Zilveren Vleugels" en is gebaseerd op het leven van den grooten Nederlandschen vliegtuig-constructeur Anthony Fokker. De vierde film is een detective-film en is getiteld: „Onzichtbare handen". Van de films „Klaasje Zevenster" en „Zil veren Vleugels" zullen tevens Duitsche versies worden gedraaid. Bon Kantsoen Geldigheidsduur BROOD 2500 gram rogge brood of 2000 gram ander brood 2 Sept. t/m 8 Sept. eventueel 12 Sept. Broodbonboekje KOFFIE of THEE half pond koffie of half ons thee t/m 27 September Algemeen distributie bonboekje SUIKER 1 Kilogram t/m 27 September Algemeen distributie bonboekje BOTER V2 pond per bon t/m 18 October Boterkaart VET 5,6 en 7 8 9, ÏO, llenl2 pd. margarine of boter per bon Vz p. vet of boter Vz pond boter per bon met 10 cent reductie p. pd t/m 18 October t/m 18 October Vetkaart PETROLEUM Periode 5 2 liter t/m 8 September Zegel ZEEP 150 gram toilet zeep of 120 gram huishoudzeep of 200 gram zachte zeep of 250 gram zeeppoeder of 125 gram zeepvlokken of 250 gram zelf werkende wasch- middelen of 200 gr. vloeibare zeep t/m 24 September Algemeen distributie bonboekje SCHEERZEEP 50 gram scheer zeep of één tube scheercrême of één pot scheerzeep t/m 31 December Scheerzeep bonnen BLOEM of BAKMEEL p. tarwebloem of tarwemeel of boekweitmeel of roggebloem of •.elfrijzendbakmeel t/m 6 September Algemeen distributie bonboekje RUST of RUSTEMEEL V2 pond t/m 6 September Algemeen distributie bonboekje HAVERMOUT of HAVER VLOKKEN of GORT of GRUTTEN Vz pond t/m 6 September Algemeen distributie bonboekje MAÏZENA of GRIESMEEL of PUDDING POEDER 1 ons t/m 11 September Algemeen distributie bonboekje MACARONI oi VERMICELLI )f SPAGHETTI 1 ons t/m 11 September Algemeen distributie bonboekje Uit de plaats Larache in Spaansch Marokko komt het bericht dat de bekende Hertog de Guise, de Fransche troonpretendent, is over leden. De geschiedenis van een merkwaardige figuur heeft daarmee een einde gevonden. Op een oogenblik, dat het Fransche land zich evenzeer op den drempel van den nieuwen tyd bevindt als nagenoeg elke andere Europeesehe staat, zullen velen, vooral in Frankrijk, verrast zyn door het overlijdensbericht van den Hertog de Guise, een der meest bekende figuren onder diegenen, die met meer of minder nadruk rech ten op den Franschen troon deden gelden. De laatste jaren verbleef hij in België en den aller jongsten tijd in Spaansch Marokko, maar het is nog maar kort geleden, dat „de Graaf" de Lichtstad in opschudding bracht door plotse ling weer op te duiken en rechtstreeks van zich te doen hooren. Frankrijks hoofdstad geniet nu eenmaal sedert menschenheugenis de reputatie van de „stad der internationale bezoekers" en zelfs wanneer vorsten, presidenten of andere voorname figuren Parijs bezoeken, placht men daarvan niet al te veel ophef te maken, maar het bezoek van den Franschen troonpretendent, precies twee jaar geleden trok toch desondanks de bijzondere belangstelling, juist omdat het zoo onverwacht kwam. Was den Hertog Henri de Guise niet op grond van de wet van 1866 categorisch verboden zy'n vaderland te betre den? En om de zaak nog een verrassender accent te verleenen: de graaf liet het allerminst by een officieus bezoek, maar hy noodigde een be- hooriyk aantal persmenschen op een kasteel „ergens bij Parys" by zich uit en gaf prompt een verklaring voor zyn verrassend bezoek, niet dan na een beroep op het vertrouwen van de journalisten te hebben gedaan met betrekking tot zyn kortstondige verbiyfplaats. De Hertog maakte zich ernstig bezorgd om zijn land, welks strategische positie hy schrikbarend verzwakt achtte, al erkende hij „dat de Fransche regee ring haar best gedaan had". De graaf verklaar de nochtans met bijkans imperatieve nadruk kelijkheid, dat het noodzakelijk was, opnieuw met kracht en overtuiging te bouwen aan de moreele en materieele constructie van het land en zijn gedachten gingen, aldus de graaf, „bij voortduring uit naar het land, waarvan hy de herryzenis hoopte te beleven, zoo al niet van de monarchie dan toch van Frankrijk" Voor de zooveelste maal en met denzelfden nadruk had Henri de Guise daarmee dus weer te kennen gegeven, hoezeer hij hoopte nog eens zyn rechtmatige plaats, n.l. die van den „Ko ning van Frankrijk", te mogen innemen. En ge zult natuurlijk terstond en niet ten onrechte vragen: wie was dan deze man en op welke gronden steunen zijn aanspraken op den troon van Frankrijk. Daartoe diene dan de volgende beknopte biografie. Hertog Jean de Guise stamt af van den Her tog van Orleans, die door het volk „Philippe Egalité" werd genoemd en die op zijn beurt weer de achterkleinzoon was van den zgn. Re gent, den hertog Philippe van Orleans. Deze laatste, die de zaken van den minderjarigen Lodewijk XV „behartigde", leidde een woest en genotzuchtig leven, dat er sterk toe bijdroeg, dat het geloof der koningstrouwe burgers aan het wankelen gebracht werd. Terwijl Philippe van Orleans nog aan de valbijl ontkwam, werd Philippe Egalité er het slachtoffer van, want hoewel hij meehielp Lodewyk XVI onder de guillotine te brengen, beschuldigde men er hem toch van naar het koningschap te streven, wat hem zijn hoofd kostte. Toch werd zyn zoon, na de vreeselyke dagen der Revolutie, weer koning en is als Louis-Philippe, de burgerkoning, in de geschiedenis bekend. De revolutie van 1848 dwong den Burgerko ning echter, ten behoeve van zijn kleinzoon, den Graaf van Parys, afstand te doen. Met dezen jongeman begon nu de reeks troonpre tendenten, waarvan de tegenwoordige Hertog Henri de Guise de laatste is, die steeds op het moment wachtte, dat Frankrijk weer eens in een koninkrijk zal veranderen. De bovenge noemde Comte de Parys speelde, hoewel hij geen koning werd, toch nog een rol in Frank rijks geschiedenis. Nadat hy eerst als emigrant een groot deel van de wereld bereisd had en zelfs aan den Amerikaanschen Successie-oorlog deelnam, keerde hy in 1873, na den val van president Thiers, naar zijn vaderland terug, al waar hy zich onder den graaf van Chambord plaatste, dien hy, als zijnde laatste overgeble ven. telg uit het huis Bourbon, als hoofd van Frankrijk erkende. Het noodlot wilde evenwel, dat deze in 1883 kinderloos overleed, waardoor de Graaf van Parijs automatisch troonpreten dent van Frankrijk werd. Alle Europeesehe vor sten ontvingen bericht van zyn nieuwe waar digheid. Dit, alsmede de groote activiteit der Fransche royalisten viel zoo weinig in den smaak der republikeinen, dat in 1886 een wet uitgevaardigd werd, waarbij het den kroonpre tendenten voortaan verboden was Fransch grondgebied te betreden. Zoo is het dan ook wel te begrijpen, dat men lichtelijk verbaasd was, dat ondanks het feit, dat deze wet nog steeds bestaat en van kracht is. de huidige troonpretendent een onverwacht bezoek aan Frankrijk gebracht heeft. Deze jongeman, die in 1908 geboren werd als zoon van Hertog Jean III de Guise, huwde in 1931 te Palermo met Prinses Isabelle van Orleans Braganza, uit welk huwelijk reeds vier kinde ren gesproten zyn. De Graaf van Parijs be toonde een groote activiteit, welke reeds een jaar geleden, in November 1937 tot uiting kwam. Reeds geruimen tijd was het toen bekend, dat het niet al te best boterde tusschen de „Action Frangaise" en den Hertog de Guise, die toen in een manifest verklaarde, dat de royalistische doctrine alleen en uitsluitend bij het Konink lijk Huis, dus by hem zelf, berustte. Hij richtte zich daarby tegen de leerstellingen van Léon Daudet en Maurras, welke laatste, zooals be kend is, een sterk voorstander van een abso lute monarchie is, terwijl de Graaf van Parijs eerder scheen over te hellen naar een zuiver democratisch koningschap. Ook nadien deed de troonpretendent nog vele malen van zich spreken. In zyn Brusselsche ballingschap deelde hij 2 jaar geleden mede, dat hy er van overtuigd was, eens koning van Frankrijk te zullen worden. Zyn minister-lijst zou al gereed liggen. Voorts was hy van plan, de politieke partijen af te schaffen, terwijl de vrijheid van spreken en schrijven gehandhaafd zou blyven. Ook zou hy er geen hofhouding op na houden. Men ziet het, de Graaf had zijn plannen goed in elkaar zitten. Zijn dood heeft thans aan vele plannen en illusies een abrupt einde gemaakt. Vanwege de jeugdbeweging voor katholieke actie (Mannelyk jeugdwerk) is in de parochie kerk van O. L. Vrouw Onbevelkt Ontvongen te Overveen een jaargetijde gehouden op den sterf dag van Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent. De H. Mis werd opgedragen door rector H. M. van Spanje. Aanwezig waren o.m. rector Th. W. M. van der Lugt, praeses H. A J. Drost, mr. Duynstee, dr. W. Dijsselbloem en prof. mr. C. Romme. Na de H. Mis werd gebeden bij de bisschoppelijke begraafplaats, welke dien dag door meerdren werd bezocht. In Augustus 1.1. werd hij gekozen tot gardiaan van het klooster en Rector van de Paterskerk te Nieuwe Niedorp. Zondag a.s zal het feest op kerkelyke wyze worden gevierd. De Zeereerw. heer Pastoor P. J. Boekhorst, die reeds eenigen tyd geleden rust moest nemen en daardoor werd opgenomen in het R. K. Zie kenhuis te Deventer, is daar thans voorzien van de H. H. Sacramenten der Stervenden Hedenmorgen is in den leeftijd van 63 jaar plotseling overleden de zeereerw. heer W. J. Slenders, pastoor te Ouderkerk aan den Am- stel. Hij was geboren in 1877 en priester ge- wyd in 1902. Sinds 1930 was hij pastoor te Ouderkerk aan den Amstel, als hoedanig hij voordien in Spanbroek zijn krachten aan de zielzorg wydde. De thans ontslapene was geboren te Haar lem. Na de H. Priesterwijding was zijn eerste standplaats Voorschoten (30 Aug. 1902). Daarna werd hy achtereenvolgens benoemd tot kape laan te Spierdyk, 16 Maart 1907, Gouda (O. L. Vrouw Hemelvaart), 23 Oct. 1909, Beverwijk (H. Agatha), 31 Aug. 1912). 10 Januari 1920 werd hij benoemd tot pastoor te Ilpendam en 18 Sept. 1926 in Spanbroek. Den 7den September viert Pater Fridolinus Huissen O.F.M. in het Franciscanerkloostei te Nieuwe-Niedorp zijn zilveren kloosterfeest. Geboren te Amsterdam in 1895, ontving hij in 1915 het kloosterkleed. Na zijn priesterwyding werd hem opgedragen de prediking! van Missies en Retraiten Weinig kerken en kapellen in Nederland zullen er gevonden worden die zijn welsprekend en bemoedigend woord niet ge hoord hebben. God alleen weet de rijke vruch ten van zijn arbeid. Vooral bij het geven van ziekentridua gaf hy troost en opbeuring. Herdenkt de Congregatie der Broeders var, de Onbevlekte Ontvangenis te Maastricht in November a.s. haar honderdjarig bestaan, Zon dag 8 September viert men er een viertal zeld zame professiejubilea. Dan zal broeder Albanus Cin de wereld Chr. Longayroux, geb. te Amster dam) zestig jaar tot de congregatie behooren. Op denzelfden dag vieren hun gouden jubileum Br. Lucillianus (H. J. Ramakers van Heerlen), Br. Crescentius (J. C. Coolen van Baexem) en Br. Laetantius (W. Dijkhoff van Tegelen). Ter huldiging van den diamanten jubilaris is al reeds een speciaal comité in het leven geroe pen. Te Acht bij Eindhoven is in het klooster, waar hy werd verpleegd, overleden de Wel- eerw. heer P. L. Ch. Baayens. em. rector van het Gesticht Coudewater te Rosmalen. Hy is 24 Februari 1896 geboren te Boxtel; priester gewijd 14 Juni 1924; benoemd tot ka pelaan in Tilburg, Heikant, 22 Aug. 1924, tot Vicarius van Huize Voorburg te Vught 18 Maart 1927; tot rector van het gesticht Coudewater te Rosmalen 13 Aug. 1930. Eervol ontslag om gezondheidsredenen werd hem 30 Juni 1938 verleend. In het stadsziekenhuis te Purmerend is, 62 jaar oud, oveneden de heer D. Kooiman, oud lid van de Tweede Kamer en van Ged. Staten van Noord-Holand. Hij was geboren te Wydenes en werd om streeks 1905 benoemd tot secretaris der ge- gemeente Maarssén en Maarsseveen. Later werd hij benoemd tot burgemeester-secretaris van Wormer en daarna, in 1919, tot burgemeester van Purmerend, welke gemeente hij vier jaar bestuurde. Nadien is hij tal van jaren werkzaam geweest als lid van Ged. Staten van Noord- Holland; van 1932 tot 1936 was hÜ ljd der Tweede Kamer voor den Vrijz. Dem. Bond. Sedert 1 Juli 1S39 bekleedde de heer Kooiman het ambt van dijkgraaf van het Hoogheem raadschap Noord-Hollands Noorderkwartier, in welke functie hij zich deed kennen als voor stander van concentratie o.a. in de inning der waterschapslasten. Tevens was hij lid van de voormalige inter departementale commissie tot vereenvoudiging van de gemeente-administratie. Sedert Sep tember vorig jaar was de heer Kooiman weer wethouder van Purmerend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5