Geen
pessimisme
Z.O.-Drente schreeuwt om woningbouw
Welke bonnen zijn geldig?
Jicmd
Ovet
Onhoudbare toestanden in
de gemeente Emmen
4
73
72
115
116
GRU
ÏTERS WAREN:
40
14
27
105
HO
Een Orleans
Kerkelijk LeVen
Jaargetijde Mgr. Aengenent
DONDERDAG 5 SEPTEMBER 1940
KOMKOMMEROOGST
VALT TEGEN
Het koude weer van Augustus
de oorzaak
BOERDERIJBRAND TE
ST. OEDENRODE
Kapitale hofstede in de asch gelegd
Nog 1800 geëvacueerdcn
te Delft
Wat te hunnen gerieve is gedaan
900 kg. cacao in beslag genomen
De sociale nood
FUSIE GRAFISCHE
ORGANISATIES
Eén vakverbond gesticht
NIEUWE NEDERLANDSCHE
FILMS
S t/m 12
Pastoor W. J. Slenders t
PASTOOR P. J. BOEKHORST
Pater Fridolinus Huissen O.F.M.
Zeldzame kloosterjubilea te
Maastricht
Em. Rector P. Baayens f
D. KOOIMAN OVERLEDEN
De provincie Noord-Holland
heeft veel aan hem te danken
Er zijn helaas nog al te veel lieden
in verschillende kringen van ons
volk, dis zich overgeven aan een
louter op persoonlijke veronderstellin
gen gebaseerd pessimisme omtrent de
toekomst van ons land. Hoe gering de
Waarde van zelfs algemeen als geloof
waardig aanvaarde veronderstellingen
kan zijn, heeft helaas het jongste en
heftig bewogen verleden van ons vader
land maar al te duidelijk bewezen. La
ten wij dus niet in den humus van lou
ter veronderstellingen een aanstekelijk
pessimisme kweeken, dat de volkskracht
ondermijnt, den levensdurf en levens
moed verlamt en de toekomst van ons
land inderdaad in gevaar zou kunnen
brengen. Onze dappere en offervaardige
soldaten, die hun leven en hun bloed
voor de toekomst van het vaderland
hebben gegeven en het respect van den
tegenstander hebben verworven, waren
menschen, die zich in het dagelijksch
leven in niets van ons onderscheidden.
waren doodgewone Nederlanders
Piet het vaderlandlievende hart op de
rechte plaats, waar iedere Nederlander
dat hart behoort te dragen. Die plaats
is niet in de schoenen, waarin de defai
tistische pessimisten het laten zinken.
Wij zouden in onzen duren plicht
jegens de gevallenen en hun nagedach
tenis jammerlijk te kort schieten, in
dien wij in minder hachelijke omstan
digheden zouden versagen dan in de
doodszware, waarin zij niet hebben ver
saagd. Wij mogen hun bloedoffer niet
maken tot een nuttelooze gave voor een
volk, dat zulk een offer niet waard zou
blijken. De Rijkscommissaris voor de
bezette gebieden heeft het uitdrukkelijk
verklaard, dat ons volk zijn lot en toe
komst in eigen hand heeft. Welnu, dit
lot en deze toekomst eischen werkelijk
heidszin en vertrouwen, geen pessi
misme.
Wat voor geheel ons volk ten aan
zien van het vaderland en zijn
toekomst geldt, geldt ook voor
de katholieken ten aanzien van hun
Waardevolle en heel het volk ten goede
komende, vaak moeizaam bevochten en
tot stand gebrachte instellingen. Zulk
een instelling is de kroon van ons bij
zonder onderwijs, de R. K. Universiteit
van Nijmegen, waar geloof en weten
schap hand in hand gaan ter bevorde
ring en verdieping van de cultuur, die
Sint Willebrord ons bracht als meest
Waardevol nationaal bezit. Tot hen, die
met al te groote bezorgdheid onder de
huidige moeilijke omstandigheden de
toekomst van de R. K. Universiteit te
gemoet zien, sprak de aftredende rector
magnificus prof. mag. dr. G. Kreling
O.P. bij de rectoraatsoverdracht de vol
gende kloeke en behartigenswaardige
woorden:
„Wij hebben voor zulke pessimisten,
die slechts denken wat de angst hun
suggereert, één antwoord: De Universi
teit te Nijmegen steunt op de offervaar
digheid van de katholieke Nederlanders.
Wanhopen aan de Universiteit betee-
kent wanhopen aan die offervaardig
heid. Daarvoor bestaat nu minder reden
dan ooit. Het is waar, voor velen zijn
de materieele omstandigheden druk
kend geworden en zullen zij misschien
nog zwaarder gaan wegen. Erger is nog,
dat velen in de bekommernis om het
bestaan den zin en den smaak voor
hooger dan tastbaar goed dreigen te
Verliezen. Maar wij zijn overtuigd, dat
de katholieken in Nederland, ondanks
den last, waarin de gevolgen van den
oorlog hen brengen, voor hun gedach
ten, buiten de sfeer van distributiebon-
hen, den weg naar hun idealen vrij hou
den. Wanneer een christen, die dien
haam verdient, nood lijdt, grijpt hij
meer dan anders naar God, naar Chris
tus, en komen de ongeziene en dikwijls
Vergeten werkelijkheden van het rijk
Van Christus hem meer nabij."
Inderdaad, het is den katholiek on
waardig zich zoo door materieele
beslommeringen te laten overmees
teren, dat hij geen oog, geen belang
stelling en geen offer meer zou hebben
voor de groote geestelijke en cultureele
belangen, die aan het instandhouden en
zoo noodzakelijk uitbreiden van de R.K.
Universiteit verbonden zijn. Waar het
getal van hen, die daartoe daadwerke
lijk kunnen bijdragen, geslonken is ten
gevolge van den nood der tijden, rust
op de minder zwaar getroffenen de
onafwijsbare plicht méér te doen dan
zij tot nu toe gedaan hebben. Doen zij
dat niet, dan zouden zij daardoor den
indruk kunnen wekken, dat zij niet veel
Waarde hechten aan het voortbestaan
der R. K. Universiteit, en als zij zelf
dien indruk zouden wekken, hoe zouden
zij dan kunnen en mogen verwachten,
dat anderen de waarde van dat voort
bestaan hooger zouden aanslaan dan zij
Zelve. Indien ooit dan is het thans, nu
de katholieken meer dan voorheen uit
hun soms te straf gehandhaafd isole
ment moeten treden om principieele en
bekwame, karaktervaste mannen te
leveren aan de Nederlandsche volksge
meenschap, allernoodzakelijkst, dat de
R. K. Universiteit in staat wordt gesteld
op zoo breed mogelijk terrein haar
zegenrijken invloed uit te oefenen. Het
zou een indrukwekkend en treffend ge
tuigenis van katholiek Nederland zijn,
indien ondanks de ongunst der tijden,
maar dank zij de katholieke offervaar
digheid, de medische faculteit tot stand
Zou kunnen worden gebracht. Zulk een
praestatle zou in de lijn liggen van het
zwaar geteisterde, maar niettemin
levenskrachtig opveerende Rotterdam.
Zij zou bovendien een weldaad zijn voor
een veel breederen kring dan die der
katholieken alleen, want in de oorlogs
dagen is wel heel duidelijk gebleken, dat
hiet enkel katholieken behoefte heb
ben aan de zegeningen van het geloof,
dat zijn kracht behoudt, wanneer de
wetenschap machteloos staat tegenover
het bedreigde leven. Mét den aftreden
den rector magnificus weigeren wij te
wanhopen. Wij vertrouwen.
De weersgesteldheid in de tweede helft van
de vorige maand heeft, zooals thans blijkt, groot
nadeel toegebracht aan den komkommeroogst
in de Noord-Limburgsche tuinderijen. De ver
wachtingen waren dit seizoen bijzonder hoog
gespannen, als gevolg van het feit, dat de plant
in het begin van het seizoen er bij uitstek goed
voor stond. De vrij langdurige en voor deze
periode van dit jaar ongewone koude heeft in-
tusschen veel nadeel aan de augurkenplantcn
toegebracht. Op de velden zijn de planten die
het voornamelijk van warmte moeten hebben,
grootendeels reeds afgestorven. De totale aan
voer op de Venlosche veilingen blijft daardoor
op het oogenblik beneden het normale. Intus-
schen blijft de mogelijkheid bestaan, dat bij een
snel opkomende warmte-periode de toestand
zich eenigszins in gunstigen zin wijzigt.
Ook koude nachten doen veel nadeel aan de
augurken, die dan spoedig „vlekken" en daar
door voor den export belangrijk aan waaroe in
boeten. De vraag naar augurken overtreft op
het oogenblik reeds het aanbod en de koopers
zoowel voor binnen- als buitenland moeten met
belangrijk kleinere kwantums dan zij plaatsen
kunnen, genoegen nemen.
Deze plotselinge achteruitgang in den oogst
beteekent een belangrijk financieel nadeel voor
de tuinders.
Woensdagavond omstreeks zes uur is in de
buurtschap Olland onder de gemeente St.
Oedenfode brand ontstaan in de kapitale boer
derij van den landbouwer J. Goyarts. De vlam
men grepen met groote snelheid om zich heen,
zoodat het achterhuis weldra in lichte laaie
stond. De brandweer onder leiding van burge
meester jhr. Rijckevorsel van Kessel kon niet
verhinderen dat de vlammen oversloegen naar
de belendende groote landbouwschuur, waarin
de nieuwe oogst was opgeslagen. De hofstede
met stallen en schuur zijn een prooi der vlam
men geworden. Eenige varkens zijn omgeko
men. Het wordt niet onmogelijk geacht dat on
voorzichtigheid van kinderen oorzaak van den
brand is. De schade is bij verzekering gedekt.
Nog steeds bevinden zich 1800 geëvacueerde
Rotterdammers te Delft. Aangezien de huisves
ting en verzorging een kwestie van jaren zal
zijn, werden dezer dagen nieuwe maatregelen
genomen. Momenteel is men zoover, dat men
in vrijwel alle verblijven door middel van
schotten of gordijnen aparte ruimten voor ge
zinnen heeft gemaakt.
De huisvesting en voeding betaalt de ge
meente, die het geld weer van het Rijk terug
ontvangt.
1500 geëvacueerden zijn in de diverse posten
ondergebracht, terwijl er nog 300 bij particu
lieren zijn. De kosten voor de in Delft onder
gebrachte geëvacueerden bedragen per jaar on
geveer f 500.000.
Bijna niemand der geëvacueerden was in het
bezit van goede schoenen. In de Centrale
werkplaats aan de Zuiderstraat is nu een
schoenmakerij ingericht en daarin worden pl.m
20G0 paar oude schoenen weer als nieuw ge
maakt.
Op den weg Venlo-Roermond hebben de rijks
ambtenaren een auto aangehouden, welke 900
kg. cacao vervoerde. Een en ander geschiedde
op illegale wijze. De party cacao, eigendom van
den handelaar H. uit Venlo. werd in beslag ge
nomen en verbeurd verklaard.
In de Drentsche gemeente Emmen verbiyven
driehonderd gezinnen in keeten en krotten.
Honderd woonscheepjes liggen verspreid in de
kanalen van het veengebied dier gemeente, Vyf-
tig of meer woonwagens vormen de permanente
bezetting van het woonwagenkamp. Zes hon
derd en zestien gezinnen wonen in kleine ar
beiderswoningen en boerderijtjes met andere
gezinnen te zamen, terwijl twintig onbewoon
baar verklaarde woningen niet kunnen worden
ontruimd bij gebrek aan betere woongelegen
heid.
Meer dan duizend, meestal groote, gezinnen
zijn in de gemeente gehuisvest op een wijze,
welke voor een geordende samenleving ontoe
laatbaar moet worden geacht.
Wie het hoofddorp van Nederlands uitge
strekte gemeentee bezoekt, krijgt den indruk
van een welvarende plattelandsplaats in een
mooie, boschrijke omgeving en kan niet ver
moeden, dat zij, die hier zetelen om een bevol
king van omtrent 50.000 zielen te besturen, van
oag tot dag te worstelen hebben met veel soci
alen nood.
Er klinkt hier, zoo zei de burgemeester van
Emmen, mr. J. L. Bouma, tot wien het A.N.P.
zich gewend heeft, een nooit ophoudende
schreeuw om woningen. Dat was zoo, toen ik
hier in 1927 kwam en dat is nog zoo, ja, het
wordt met den dag erger,
De particuliere bouwnyverheid legt zich in
hoofdzaak toe op woningen voor menschen, wier
inkomen hen in staat stelt, 'n behooriyke huur
te betalen. In de behoefte aan goedkoope ar
beiderswoningen moet van overheidswege wor
den voorzien. De gemeente is er uiteraard niet
toe in staat en het Rijk heeft weliswaar in den
loop der jaren credieten voor woningbouw toe
gestaan, maar niet zooveel, dat daardoor meer
bereikt kon worden dan het voorkomen van ver
ergering van den toestand. En zelfs dit voorko
men gelukt ons niet langer, tenzij op korten
termijn krachtig wordt ingegrepen.
In de jaren 1927 tot en met 1939 werden ten
behoeve van de keet- en krotopruiming cre
dieten verleend voor het bouwen van in totaal
574 woningen, terwyi op last van het gemeente
bestuur in dienzelfden tijd ongeveer 1200 kee
ten en krotten werden afgebroken, omdat men
beslist de krottenkolonies wilde doen verdwij
nen. Maar de menschen moeten 'n dak boven hun
hoofd hebben en zoo hokt men bij elkaar, daar
om bouwt men toch weer een keet van wat
planken en plaggen, zoo kruipt men desnoods
in een gat in den grond of slaat een planken
optrekje op een oude turfschuit of ziet, al dan
niet met behulp van het armbestuur, aan een
woonwagen te komen. En des te eerder komt
men hiertoe, wijl zulk een „huisvesting" geen
of weinig geld kost en het „eten" in elk geval
nog vóór het „wonen" gaat.
Weet men nu nog, dat de in het tijdvak van
het bouwen der bedoelde 574 arbeiderswoningen
de bevolking der gemeente Emmen steeg van
42.245 tot 48.581 zielen, zoodat alleen daarvoor
aannemende een gemiddelde van vijf zielen
per woning ruim 1000 woningen noodig wa
ren, dan is het volkomen duidelijk, dat er van
een koersen in de richting van oplossing der
moeilijkheden niet gesproken kan worden.
Over het algemeen heeft een plattelandsbe
volking bij voorkeur een eigen woninkje, al is
het nóg zoo bescheiden. Daarom zou het
Drentsche woningprobleem niet in zijn huidigen
omvang bestaan, als de arbeidersbevolking over
wat ruimere middelen beschikte. Maar men
weet in breeden kring, hoe het daarmee ge
steld is. De omvang der werkloosheid in de
veenstreken is te algemeen bekend dan dat wij
daarover nog zouden uitweiden. Vanaf de in
storting van de vorige oorlogsproductie van tuit,
dus sinds 1920 ongeveer, hebben duizenaen ar
beiders geen gewoon werk en geen bevredigend
inkomen gekend, en al is er thans eenige op
luchting gekomen door de nieuwe oorlogs-
drukte in het veen en de werkgelegenheid in
Duitschland, het aantal arbeiders is dermate
gegroeid en de vooruitzichten zijn te onzeker
dan dat daarvan invloed op den eigen woning
bouw kan worden verwacht, vooral, wijl de
meeste gezinnen aanzienlijke bedragen aan win
kelschulden hebben in te halen. Daar komt nog
bij, dat over enkele weken weer de meeste ge
zinshoofden op de werkverschaffing zullen zijn
aangewezen.
Dat beteekent, dat gezinnen van soms tien
kinderen moeten leven van gemiddeld f 13 tot
f 14 per week, zijnde dat het maximale loon.
dat een werkverschaffingsarbeider kan ver
dienen.
De arbeidsbeurs te Emmen heeft een
onderzoek ingesteld naar het levenspeil op
het oogenblik. Zeer zorgvuldig is nagegaan,
hoe het prijsverloop is geweest voor eerste
levensbehoeften. Welnu, men is tot de con
clusie gekomen, dat een arbeidersvrouw
thans f 13.23 noodig heeft om hetzelfde te
koopen, dat zij verleden jaar voor f 10.—
kon verkrijgen. Er is dus een prijsstyging
van ruim dertig procent! De loonen zijn
daarentegen met slechts 10 pet. omhoog
gegaan.
Van de z.g. krotopruimingswoningen zijn de
bouwkosten thans zóó hoog, dat een huur van
f 4.per week noodig is om rente, aflossing
en onderhoud te dekken. En hoe wil een huis
vrouw met een gezin van b.v. zes personen dat
klaar spelen met f 13 in de week inkomen?
Leerzamer evenwel nog dan de becijferingen, i
al werden zy officieel ten gemeentehuize toe
gelicht, was de tocht door de veenstreek zelf.
Emmer-Erfscheidenveen, Emmer-Compascuum.
Barge-Compascuum, Zwartemeer, Klazienaveen.
Erica, Nieuw-Amsterdam, overal was de wo
ning-ellende duidelijk te zien.
En het is dan inderdaad begrijpelijk als bur
gemeester Bouma zegt: „Emmen schreeuwt om
woningbouw!" wy zouden nu nog kunnen ver
tellen van ryen menschen, die de af deeling
volkshuisvesting op het Emmer gemeentehuis
bezoeken.
Van uitzettingen door den deurwaarder als een
„opgezegde" blijft wonen, omdat er niets an
ders is. En van het leed van koude winters in
tochtholen, zonder genoegzame dekking en klee
ding.
Maar de getallen en de enkele aanduidingen
mogen genoeg zijn om te doen begrijpen, dat
hier snel gehandeld moet worden.
In een te Utrecht gehouden buitengewone
algemeene vergadering van den Ned. Grafi-
schen Bond heeft de bondsvoorzitter medege
deeld, dat in de grafische bedrijven in beginsel
overeenstemming is bereikt over de samenvoe
ging van den Alg. Ned. Typografenbond, den
Ned; Grafischen Bond en den Foto-Lithobond
in één vakverbond.
De algemeene vergadering keurde de houding
van de vertegenwoordigers van het hoofdbe
stuur goed en besloot ingevolge art. 24 van de
statuten met algemeene stemmen tot ophef
fing van den bond.
De vertegenwoordigers der genoemde drie
vakbonden waren overeengekomen de bestaan
de rechten van de aangesloten leden ten volle
te zullen handhaven.
In Utrecht zal een districtsbureau van de
nieuwe grafische organisatie worden gevestigd
in de kantoorlokalen van den Ned. Grafischen
Bond. Als vertegenwoordigers van den Ned.
Grafischen Bond in het hoofdbestuur van het
nieuwe vakverbond werden aangewezen de hee-
ren J. Sans te Deventer en C. H. Westdijk te
Utrecht. In den bondsraad zullen zitting ne
men de heeren G. R. Bakker, Den Haag, P. de
Bruin, Leiden, J. Labots, Rotterdam, J. F. Pe-
terse te Tiel en F. H. J. Weber Amsterdam.
In aansluiting op het onlangs versohenen
bericht over het vervaardigen van een viertal
Nederlandsche films door de Haro van Peski
filmproductie, deelt de directie ons thans het
volgende mede.
De eerste film is getiteld „Scherven brengen
geluk". Dit is een licht blijspel zonder eenige
verdere pretentie dan het bieden van een vroo-
lijk amusement. De stof is gebaseerd op tal van
komische verwarringen. De tweede film „Klaas
je Zevenster", naar den beroemden roman van
Jacob van Lennep.
De derde film is getiteld: „Zilveren Vleugels"
en is gebaseerd op het leven van den grooten
Nederlandschen vliegtuig-constructeur Anthony
Fokker. De vierde film is een detective-film en
is getiteld: „Onzichtbare handen".
Van de films „Klaasje Zevenster" en „Zil
veren Vleugels" zullen tevens Duitsche versies
worden gedraaid.
Bon
Kantsoen
Geldigheidsduur
BROOD
2500 gram rogge
brood of
2000 gram ander
brood
2 Sept. t/m 8 Sept.
eventueel 12 Sept.
Broodbonboekje
KOFFIE
of
THEE
half pond koffie
of
half ons thee
t/m 27 September
Algemeen
distributie
bonboekje
SUIKER
1 Kilogram
t/m 27 September
Algemeen
distributie
bonboekje
BOTER
V2 pond per bon
t/m 18 October
Boterkaart
VET
5,6 en 7
8
9, ÏO,
llenl2
pd. margarine
of boter per bon
Vz p. vet of boter
Vz pond boter per
bon met 10 cent
reductie p. pd
t/m 18 October
t/m 18 October
Vetkaart
PETROLEUM
Periode 5
2 liter
t/m 8 September
Zegel
ZEEP
150 gram toilet
zeep of 120 gram
huishoudzeep of
200 gram zachte
zeep of 250 gram
zeeppoeder of 125
gram zeepvlokken
of 250 gram zelf
werkende wasch-
middelen of 200
gr. vloeibare zeep
t/m 24 September
Algemeen
distributie
bonboekje
SCHEERZEEP
50 gram scheer
zeep of één tube
scheercrême of
één pot scheerzeep
t/m 31 December
Scheerzeep
bonnen
BLOEM
of
BAKMEEL
p. tarwebloem
of tarwemeel of
boekweitmeel of
roggebloem of
•.elfrijzendbakmeel
t/m 6 September
Algemeen
distributie
bonboekje
RUST of
RUSTEMEEL
V2 pond
t/m 6 September
Algemeen
distributie
bonboekje
HAVERMOUT
of HAVER
VLOKKEN of
GORT of
GRUTTEN
Vz pond
t/m 6 September
Algemeen
distributie
bonboekje
MAÏZENA of
GRIESMEEL
of PUDDING
POEDER
1 ons
t/m 11 September
Algemeen
distributie
bonboekje
MACARONI oi
VERMICELLI
)f SPAGHETTI
1 ons
t/m 11 September
Algemeen
distributie
bonboekje
Uit de plaats Larache in Spaansch Marokko
komt het bericht dat de bekende Hertog de
Guise, de Fransche troonpretendent, is over
leden. De geschiedenis van een merkwaardige
figuur heeft daarmee een einde gevonden.
Op een oogenblik, dat het Fransche land zich
evenzeer op den drempel van den nieuwen tyd
bevindt als nagenoeg elke andere Europeesehe
staat, zullen velen, vooral in Frankrijk, verrast
zyn door het overlijdensbericht van den Hertog
de Guise, een der meest bekende figuren onder
diegenen, die met meer of minder nadruk rech
ten op den Franschen troon deden gelden. De
laatste jaren verbleef hij in België en den aller
jongsten tijd in Spaansch Marokko, maar het
is nog maar kort geleden, dat „de Graaf" de
Lichtstad in opschudding bracht door plotse
ling weer op te duiken en rechtstreeks van zich
te doen hooren. Frankrijks hoofdstad geniet nu
eenmaal sedert menschenheugenis de reputatie
van de „stad der internationale bezoekers" en
zelfs wanneer vorsten, presidenten of andere
voorname figuren Parijs bezoeken, placht men
daarvan niet al te veel ophef te maken, maar
het bezoek van den Franschen troonpretendent,
precies twee jaar geleden trok toch desondanks
de bijzondere belangstelling, juist omdat het
zoo onverwacht kwam. Was den Hertog Henri
de Guise niet op grond van de wet van 1866
categorisch verboden zy'n vaderland te betre
den?
En om de zaak nog een verrassender accent
te verleenen: de graaf liet het allerminst by
een officieus bezoek, maar hy noodigde een be-
hooriyk aantal persmenschen op een kasteel
„ergens bij Parys" by zich uit en gaf prompt
een verklaring voor zyn verrassend bezoek, niet
dan na een beroep op het vertrouwen van de
journalisten te hebben gedaan met betrekking
tot zyn kortstondige verbiyfplaats. De Hertog
maakte zich ernstig bezorgd om zijn land, welks
strategische positie hy schrikbarend verzwakt
achtte, al erkende hij „dat de Fransche regee
ring haar best gedaan had". De graaf verklaar
de nochtans met bijkans imperatieve nadruk
kelijkheid, dat het noodzakelijk was, opnieuw
met kracht en overtuiging te bouwen aan de
moreele en materieele constructie van het land
en zijn gedachten gingen, aldus de graaf, „bij
voortduring uit naar het land, waarvan hy de
herryzenis hoopte te beleven, zoo al niet van
de monarchie dan toch van Frankrijk"
Voor de zooveelste maal en met denzelfden
nadruk had Henri de Guise daarmee dus weer
te kennen gegeven, hoezeer hij hoopte nog eens
zyn rechtmatige plaats, n.l. die van den „Ko
ning van Frankrijk", te mogen innemen. En
ge zult natuurlijk terstond en niet ten onrechte
vragen: wie was dan deze man en op welke
gronden steunen zijn aanspraken op den troon
van Frankrijk. Daartoe diene dan de volgende
beknopte biografie.
Hertog Jean de Guise stamt af van den Her
tog van Orleans, die door het volk „Philippe
Egalité" werd genoemd en die op zijn beurt
weer de achterkleinzoon was van den zgn. Re
gent, den hertog Philippe van Orleans. Deze
laatste, die de zaken van den minderjarigen
Lodewijk XV „behartigde", leidde een woest en
genotzuchtig leven, dat er sterk toe bijdroeg,
dat het geloof der koningstrouwe burgers aan
het wankelen gebracht werd. Terwijl Philippe
van Orleans nog aan de valbijl ontkwam, werd
Philippe Egalité er het slachtoffer van, want
hoewel hij meehielp Lodewyk XVI onder de
guillotine te brengen, beschuldigde men er hem
toch van naar het koningschap te streven, wat
hem zijn hoofd kostte. Toch werd zyn zoon, na
de vreeselyke dagen der Revolutie, weer koning
en is als Louis-Philippe, de burgerkoning, in de
geschiedenis bekend.
De revolutie van 1848 dwong den Burgerko
ning echter, ten behoeve van zijn kleinzoon,
den Graaf van Parys, afstand te doen. Met
dezen jongeman begon nu de reeks troonpre
tendenten, waarvan de tegenwoordige Hertog
Henri de Guise de laatste is, die steeds op het
moment wachtte, dat Frankrijk weer eens in
een koninkrijk zal veranderen. De bovenge
noemde Comte de Parys speelde, hoewel hij
geen koning werd, toch nog een rol in Frank
rijks geschiedenis. Nadat hy eerst als emigrant
een groot deel van de wereld bereisd had en
zelfs aan den Amerikaanschen Successie-oorlog
deelnam, keerde hy in 1873, na den val van
president Thiers, naar zijn vaderland terug, al
waar hy zich onder den graaf van Chambord
plaatste, dien hy, als zijnde laatste overgeble
ven. telg uit het huis Bourbon, als hoofd van
Frankrijk erkende. Het noodlot wilde evenwel,
dat deze in 1883 kinderloos overleed, waardoor
de Graaf van Parijs automatisch troonpreten
dent van Frankrijk werd. Alle Europeesehe vor
sten ontvingen bericht van zyn nieuwe waar
digheid. Dit, alsmede de groote activiteit der
Fransche royalisten viel zoo weinig in den
smaak der republikeinen, dat in 1886 een wet
uitgevaardigd werd, waarbij het den kroonpre
tendenten voortaan verboden was Fransch
grondgebied te betreden.
Zoo is het dan ook wel te begrijpen, dat men
lichtelijk verbaasd was, dat ondanks het feit,
dat deze wet nog steeds bestaat en van kracht
is. de huidige troonpretendent een onverwacht
bezoek aan Frankrijk gebracht heeft. Deze
jongeman, die in 1908 geboren werd als zoon
van Hertog Jean III de Guise, huwde in 1931
te Palermo met Prinses Isabelle van Orleans
Braganza, uit welk huwelijk reeds vier kinde
ren gesproten zyn. De Graaf van Parijs be
toonde een groote activiteit, welke reeds een
jaar geleden, in November 1937 tot uiting kwam.
Reeds geruimen tijd was het toen bekend, dat
het niet al te best boterde tusschen de „Action
Frangaise" en den Hertog de Guise, die toen
in een manifest verklaarde, dat de royalistische
doctrine alleen en uitsluitend bij het Konink
lijk Huis, dus by hem zelf, berustte. Hij richtte
zich daarby tegen de leerstellingen van Léon
Daudet en Maurras, welke laatste, zooals be
kend is, een sterk voorstander van een abso
lute monarchie is, terwijl de Graaf van Parijs
eerder scheen over te hellen naar een zuiver
democratisch koningschap.
Ook nadien deed de troonpretendent nog vele
malen van zich spreken. In zyn Brusselsche
ballingschap deelde hij 2 jaar geleden mede,
dat hy er van overtuigd was, eens koning van
Frankrijk te zullen worden. Zyn minister-lijst
zou al gereed liggen. Voorts was hy van plan,
de politieke partijen af te schaffen, terwijl de
vrijheid van spreken en schrijven gehandhaafd
zou blyven. Ook zou hy er geen hofhouding op
na houden. Men ziet het, de Graaf had zijn
plannen goed in elkaar zitten. Zijn dood heeft
thans aan vele plannen en illusies een abrupt
einde gemaakt.
Vanwege de jeugdbeweging voor katholieke
actie (Mannelyk jeugdwerk) is in de parochie
kerk van O. L. Vrouw Onbevelkt Ontvongen te
Overveen een jaargetijde gehouden op den sterf
dag van Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent.
De H. Mis werd opgedragen door rector H. M.
van Spanje. Aanwezig waren o.m. rector Th. W.
M. van der Lugt, praeses H. A J. Drost, mr.
Duynstee, dr. W. Dijsselbloem en prof. mr. C.
Romme. Na de H. Mis werd gebeden bij de
bisschoppelijke begraafplaats, welke dien dag
door meerdren werd bezocht.
In Augustus 1.1. werd hij gekozen tot gardiaan
van het klooster en Rector van de Paterskerk
te Nieuwe Niedorp.
Zondag a.s zal het feest op kerkelyke wyze
worden gevierd.
De Zeereerw. heer Pastoor P. J. Boekhorst,
die reeds eenigen tyd geleden rust moest nemen
en daardoor werd opgenomen in het R. K. Zie
kenhuis te Deventer, is daar thans voorzien van
de H. H. Sacramenten der Stervenden
Hedenmorgen is in den leeftijd van 63 jaar
plotseling overleden de zeereerw. heer W. J.
Slenders, pastoor te Ouderkerk aan den Am-
stel. Hij was geboren in 1877 en priester ge-
wyd in 1902. Sinds 1930 was hij pastoor te
Ouderkerk aan den Amstel, als hoedanig hij
voordien in Spanbroek zijn krachten aan de
zielzorg wydde.
De thans ontslapene was geboren te Haar
lem. Na de H. Priesterwijding was zijn eerste
standplaats Voorschoten (30 Aug. 1902). Daarna
werd hy achtereenvolgens benoemd tot kape
laan te Spierdyk, 16 Maart 1907, Gouda (O. L.
Vrouw Hemelvaart), 23 Oct. 1909, Beverwijk (H.
Agatha), 31 Aug. 1912). 10 Januari 1920 werd
hij benoemd tot pastoor te Ilpendam en 18 Sept.
1926 in Spanbroek.
Den 7den September viert Pater Fridolinus
Huissen O.F.M. in het Franciscanerkloostei te
Nieuwe-Niedorp zijn zilveren kloosterfeest.
Geboren te Amsterdam in 1895, ontving hij
in 1915 het kloosterkleed. Na zijn priesterwyding
werd hem opgedragen de prediking! van Missies
en Retraiten Weinig kerken en kapellen in
Nederland zullen er gevonden worden die zijn
welsprekend en bemoedigend woord niet ge
hoord hebben. God alleen weet de rijke vruch
ten van zijn arbeid. Vooral bij het geven van
ziekentridua gaf hy troost en opbeuring.
Herdenkt de Congregatie der Broeders var,
de Onbevlekte Ontvangenis te Maastricht in
November a.s. haar honderdjarig bestaan, Zon
dag 8 September viert men er een viertal zeld
zame professiejubilea. Dan zal broeder Albanus
Cin de wereld Chr. Longayroux, geb. te Amster
dam) zestig jaar tot de congregatie behooren.
Op denzelfden dag vieren hun gouden jubileum
Br. Lucillianus (H. J. Ramakers van Heerlen),
Br. Crescentius (J. C. Coolen van Baexem) en
Br. Laetantius (W. Dijkhoff van Tegelen). Ter
huldiging van den diamanten jubilaris is al
reeds een speciaal comité in het leven geroe
pen.
Te Acht bij Eindhoven is in het klooster,
waar hy werd verpleegd, overleden de Wel-
eerw. heer P. L. Ch. Baayens. em. rector van
het Gesticht Coudewater te Rosmalen.
Hy is 24 Februari 1896 geboren te Boxtel;
priester gewijd 14 Juni 1924; benoemd tot ka
pelaan in Tilburg, Heikant, 22 Aug. 1924, tot
Vicarius van Huize Voorburg te Vught 18 Maart
1927; tot rector van het gesticht Coudewater te
Rosmalen 13 Aug. 1930.
Eervol ontslag om gezondheidsredenen werd
hem 30 Juni 1938 verleend.
In het stadsziekenhuis te Purmerend is, 62
jaar oud, oveneden de heer D. Kooiman, oud
lid van de Tweede Kamer en van Ged. Staten
van Noord-Holand.
Hij was geboren te Wydenes en werd om
streeks 1905 benoemd tot secretaris der ge-
gemeente Maarssén en Maarsseveen. Later werd
hij benoemd tot burgemeester-secretaris van
Wormer en daarna, in 1919, tot burgemeester
van Purmerend, welke gemeente hij vier jaar
bestuurde. Nadien is hij tal van jaren werkzaam
geweest als lid van Ged. Staten van Noord-
Holland; van 1932 tot 1936 was hÜ ljd der
Tweede Kamer voor den Vrijz. Dem. Bond.
Sedert 1 Juli 1S39 bekleedde de heer Kooiman
het ambt van dijkgraaf van het Hoogheem
raadschap Noord-Hollands Noorderkwartier, in
welke functie hij zich deed kennen als voor
stander van concentratie o.a. in de inning der
waterschapslasten.
Tevens was hij lid van de voormalige inter
departementale commissie tot vereenvoudiging
van de gemeente-administratie. Sedert Sep
tember vorig jaar was de heer Kooiman weer
wethouder van Purmerend.