Meineed gesproken?
rouw die in het
donker kwam
Brandstoffen voor
den winter
de
ZOMER 1940
DE ZAAK VAN DEN BABY
Rectores-magnifici der
Universiteiten
VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1940
LUCHTBESCHERMERS
WAREN DRONKEN
OORLOGSSCHADE TE
MIDDELBURG
DE KUNST WORDT
GESTEUND
Tweehonderd militaire dekens
gestolen
Kerkelijk leven
H.H. WIJDINGEN
Gerechtelijk onderzoek ingesteld
UITTOCHT UIT WOON
WAGENKAMP
Waar zal nu het winter
verblijf zijn?
VERZORGINGSHUIS TE
GRONINGEN
Verbouwing en uitbreiding
Ergerlijk gedrag gestraft
GEVANGENISSTATISTIEK
Cijfers over 1938
GERUSTSTELLING AAN
DE SCHIPPERS
Dahlia-tentoonstelling
te Schiedam
DOOR SYDNEY HORLER
PLUNDERING TE
ROTTERDAM
Personèelraad bij de N. S.
Archivaris van Oss overleden
EEN. HONDERDJARIGE
Cominissie ter bespoediging van
vergoeding
Zij die 1 October hun 20 pet. nog
niet hebben, zullen stellig
voorrang hebben
J. C. M. van Nieuwenhovén-
Stempels overleden
Getuigenverhoor bij contra
enquête
MEDEDEELINGEN OVER
BELASTINGHEFFING
Rotterdamsch Philharmonisch
Orkest krijgt f 10.000
Nationale Padvindersraad
Geen contact meer met het Boy
Scouts Int. Bureau
Fourier bij den Opbouwdienst
staat terecht
Doodelijke val
Bij de paters Assumptionisten
Het Oude Maasje wordt afgesloten
In de duisternis verdronken
RETRA1TEN
Seppe
Voor het gerechtshof te Arnhem stond Don
derdag terecht de 27-jarige koopman O. B. B.
dit Eibergen. Tegen dezen had de Politierechter
ie Zutphen zes weken hechtenisstraf gevorderd,
Waartegen B. in appèl was gegaan. De kwestie
Was deze: B. zou, om een eigen zaak in manu
facturen te kunnen beginnen, van zekeren Th.
K., die bediende was in den textiel-engros-
handel van S., goederen hebben aangenomen,
terwijl hij wist, dat K. deze goederen door dief
stal verkregen had. De zaak tegen K. werd
feeds èenigen tijd geleden te Zutphen behan
deld, waarbij K. toen verklaarde viermaal een
Sending te hebben verzonden en daarvoor drie
kwart van den grossiersprijs in rekening ge
bracht te hebben. Verdachte B., die toen getui-
6e was, verklaarde eensluidend.
Ter terechtzitting voor het Hof, dus na het
aangeteekende appèl, luidden de verklaringen
èn van B èn van K. geheel anders. K., als
getuige gehoord, zeide nu, slechts tweemaal een
rending verstuurd te hebben en van B. den vol
len prijs te hebben ontvangen. Na deze zeer
tegenstrijdige verklaringen ging het Hof in
raadkamer.
Bij de heropening der zitting waarschuwde
be president K. voor het uitspreken van een
meineed en begon andermaal met het verhoor
Getuige K. zeide nu èn voor den rijksveldwach
ter èn voor den politierechter zeer zenuwachtig
Seweest te zijn. „Ik was heelemaal in de war".
Een der raadsheeren merkte op, dat men, als
trien in de war is, mogelijk wel iets weglaat,
•baar toch niet iets gaat fantaseeren met da
tum, hoeveelheid en bedrag precies.
De procureur-generaal zeide, een gerechterlijk
Onderzoek te willen instellen naar de mogelijk
heid. dat getuige K. een meineed gesproken zou
hebben.
Bij de voortzetting van het onderzoek zei ver
dachte dat het geenszins zijn bedoeling geweest
Was, K.'s patroon te benadeelen en naar ver-
dachtes meening was dit dan ook niet gebeurd
„Waarom, zoo vroeg een der raadsheeren,
hebt u dan aan S. een som van f 70.als
Schadevergoeding betaald?"
„Ik had iets verkeerds gedaan" zeide B.,
>.maar ik kan niet zeggen wat. Ik zag de moge
lijkheid om van rechtsvervolging af te komen
daarom betaalde ik".
Ook verdachte B., die voor den Zutphenschen
Politierechter verklaard had, viermaal zendin
gen te hebben ontvangen, trok thans deze ver-
blaringen in en zeide, pertinent te weten, dat
hij slechts tweemaal goederen ontvangen had.
De procureur-generaal eischte een nader on
derzoek, waarna de president de zaak in han
den van den rechtercommissaris stelde.
In Rotterdam hebben verscheidene bewoners
van het woonwagenkamp aan den Nieuw Ter-
bregscheweg het bevel gekregen, het kamp te
Verlaten en naar elders uit te wijken. Het gold
diegenen, die geen vaste bewoners van 'net kamp
Waren en derhalve dienden gerekend te worden
tot de- marskramers zonder vaste woonplaats,
aan wie bh verordening van den Rijkscommis
saris het binnen de bepaalde kustzone uitoe
fenen van hun beroep is ontzegd.
De vaste bewoners mogen blijven.
Het vertrek heeft nog al wat voeten in de
aarde gehad, temeer daar de zoogenaamde losse
zwervers zich al aardig hadden ingeburgerd en
sich er reeds half en half op hadden voorbe
eld, in het kamp te „overwinteren".
B. en W. van Groningen hebben een voorstel
bij den raad ingediend betreffende de verbou
wing
en uitbreiding van het Verzorgingshuis.
Heeds in November 1938 werd een plan goed
gekeurd, doch de geneeskundige inspecteur van
ae Volksgezondheid had speciale wenschen ge
bit met betrekking tot de inrichting van een
afzonderlijke afdeeling voor T.B.C.-patiënten.
In deze voordracht wordt van het gewijzigde
Pjan thans uitvoerig mededeelirlg gedaan, waar
bij nog verscheidene andere herzieningen ko-
j^en. De meerdere kosten zijn begroot op f 46.000.
~e oorspronkelijke raming bedroeg f 117.600.
^oorts wordt nog gerekend op 25 procent extra
cten in verband met prijsstijgingen. De totale
bcgrooting wijst daardoor thans een bedrag van
204.500 aan.
Donderdagochtend heeft de keuring plaats
gehad, terwijl 's middags te twee uur de ten
toonstelling werd geopend door den voorzitter
van de Algemeene Nederlandsche Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer, mr. dr. L. N.
Deckers, waarbij ook het woord werd gevoerd
door den voorzitter van de Nederlandsche
Dahlia-vereeniging, den heer J. P. Ch. Dix.
Voor deze tentoonstelling was een speciaal
eere-comité samengesteld, waarvan de burge
meester van Schiedam, mr, dr. P. L, van Haa-
ten, het voorzitterschap bekleedt.
Voor den kantonrechter te Amersfoort, mr, D.
J. W. Muller Massis, stonden twee leden van den
luchtbeschermingsdienst uit Barneveld, H. en
Van V. terecht, omdat zij in zekeren nacht tij
dens de uitoefening van hun functie dronken
op den openbaren weg waren aangetroffen en
daarbij tevens rumoer hadden gemabkt. Ook
hadden zij voorbijgangers lastig gevallen en hun
om rookartikelen gevraagd.
De ambtenaar van het O. M., mr. Louet Feis-
ner, vond het optreden van deze verdachten bui
tengewoon ergerlijk. Tegen Van V., die bij de
politie ongunstig bekend staat, eischte hij de
maximumstraf, f 15 subs. 15 dagen, en tegen H.,
die door zijn metgezel overgehaald zou zijn, f 12
subs. 12 dagen.
Dekantonrechter veroordeelde beiden conform
den eisch.
De bij de Algemeene Landsdrukkerij versche
nen gevangenisstatistiek over 1938 (in een pu
blicatie met de crimineele statistiek en de sta
tistiek van de toepassing der kinderwetten),
bewerkt door het Centraal Bureau voor de
Statistiek, bevat veel wetenswaardigs omtrent
de bevolking in de strafgestichten en omtrent
het onderwijs, den arbeid, het gedrag der ge
vangenen, de toepassing en den afloop van
voorwaardelijke invrijheidstelling en den eco-
nomischen toestand van ontslagen gevangenen.
De totale bevolking in de gestichten tezamen
in den loop der laatste jaren aanwezig ge
weest, welke belangrijk gestegen was, daalde
in 1936, 1937 en 1938. In de jaren 1934 tot en
met 1938 waren in totaal aanwezig 40.657,
48.583, 45.131, 41.287 en 39.281 personen. De
mannelijke bevolking bedroeg in de jaren 1937
en 1938 resp. 39.965 en 38.029, de vrouwelijke
1.322 en 1.252. De vermindering van het totaal
aantal personen in 1938 met 2.006 werd uit
sluitend veroorzaakt door de daling van het
aantal personen in de huizen van bewaring
(1937 29.376, 1938 27.040). Er werden wederom
minder tot subsidiaire hechtenis veroordeelden
in de huizen van bewaring opgenomen; ook het
aantal preventief gedetineerden verminderde.
De totale bevolking in de strafgevangenissen
nam toe: 1936 tot en met 1938 resp. 8.309, 8.723
en 9.217.
Van de 957 personen ten aanzien van wie een
beslissing omtrent al of niet voorwaardelijke
invrijheidstelling werd genomen, werden 215 of
ruim 22 pet. voorwaardelijk in vrijheid ge
steld. De afloop van de gevallen van v.i. was
ook in 1938 zeer gunstig: in 89 pet. der geval
len verliep dep roeftijd zonder dat tot herroe
ping der v.i. werd besloten.
Het aantal gegijzelden bedroeg in 1938 slechts
13.
De gepubliceerde geruststelling aan de schip
pers dat zij namelijk des nachts normaal hun
beroep kunnen uitoefenen geldt niet alleen
voor de kuststreek, maar voor het geheele ge
bied, waar het uitgaansverbod tusschen tienen
en vieren geldt
Donderdag is in de groote tentoonstellingshal
Van de „Poiyantlia" te Schiedam de dahlia
tentoonstelling begonnen, welke telkenjare wordt
Georganiseerd door de Nederlandsche Dahlia-
vereeniging, in samenwerking met de vaste keu
ringscommissie van de Nederlandsche Maat-
'ehappij voor Tuinbouw en Plantkunde.
Deze expositie is steeds het hoogtepunt van<
net dahlia-seizoen. De inzenders zijn slechts die
Meekers en particulieren, die op de normale
t^rioüieke keuringen van den dahlia-proeftuin
e Haarlem de hoogste onderscheidingen behaal
den en op grond daarvan waardig geacht worden
?eel te nemen aan het groote concours om de
°°gste prijzen van het seizoen
43 Nadruk verboden
■Volgens je eigen opvatting, bedoel je zeker,"
erbeterde Pandervell. „Nee, ik denk dat ik er
Iets anders op moet vinden. Indien ik nog een
J*'eede opmerking mag maken, geachte Staden-
,'eld, dan zou ik willen zeggen dat je de dingen
.e Weinig en détail beschouwt. Ik kan nog niet
Goed vergeten, hoe we al een fortuin van Holi-
LaV te pakken hadden kunnen hebben en dat
nu in volle vrijheid is en dientengevolge
tegenheid heeft zijn vrienden van den Gehei-
jjrii Dienst van zijn avontuur op de hoogte te
Jcllen. Het lijkt me het verstandigste dat je nu
"laar verdwijnt, Stadenmield; ik verwacht be-
Ga door de achterdeur, als je er tenmin-
6een bezwaar tegen hebt." -
De ander trok zijn wenkbrauwen te zamen,
Gehoorzaamde evenwel zonder verdere tegenwer
ken.
Gedurende de tien minuten welke verliepen
*°ordat zijn bediende de komst aankondigde
v?11 het verwachte bezoek, sliep Pandervell
jhikbaar. Hij had zijn sigaret weggeworpen,
^föde in zijn stoel achterover en sloot de oogen.
Drie jongemannen uit Rijswijk waren 14 Mei
met een personenauto naar Rotterdam gereden,
om er een familielid te bezoeken en na afloop
hadden zij een rondrit door de stad gemaakt.
Zij waren bij hotel Central op de Kruiskade
terecht gekomen, dat aan de achterzijde brand
de. Zij waren naar binnen gegaan en hadden
er wat meubelstukken weggehaald en in den
auto geladen. Donderdag hadden zij zich voor de
Rotterdamsche rechtbank te verantwoorden.
De officier van Justitie, mr. Meischke, noemde
het optreden der jongelieden zeer ergerlijk. Re
kening houdende met het feit, dat twee der
mannen reeds met de justitie in aanraking zijn
geweest, eischte hij tegen elk der mannen een
jaar en drie maanden gevangenisstraf.
De verdedigers, mr. de Haan, mr. Blok en
mr. Dijker, bepleitten clementie.
Uitspraak 26 September.
ff
ff
De Personeelraad bij de Nederlandsche Spoor
wegen heeft als opvolger van den heer H. J.
van Braambeek, die met 1 September is afge
treden als voorzitter, tot waarnemend voorzitter
benoemd den heer G. Janstra.
Vrij onverwachts is te Oss in den leeftijd van
56 jaar overleden de heer J. M. Cunen, archi
varis dier gemeente.
De begrafenis geschiedt Zaterdag te half tien.
Een dergelijke houding placht hij altijd aan te
nemen, wanneer hü over het een of andere pro
bleem nadacht. En niettegenstaande alles opper
vlakkig beschouwd vrij gemakkelijk leek. viel het
toch niet te ontkennen, dat het meisje Insall
in werkelijkheid een uiterst moeilijk vraagstuk
vormde.
De bediende die binnentrad gaf een bekenden
naam op. Het volgende oogenblik werd een
vrouw van gevorderden leeftijd binnengelaten.
„Hector," begon ze dadelijk, „ik moet vandaag
iets hebben."
Pandervell keek haar met een verbaasde uit
drukking in de oogen aan. Het was zijn gewoon
te een studie van verschillende menschen te ma
ken en deze vrouw interesseerde hem nog steeds,
niettegenstaande ze reeds lang geleden zijn sla
vin was geworden. Te oordeeleh naar den glim
lach om zijn lippen, amuseerde hij zich gewel
dig over haar optreden, een amusement dat niet
van wreedheid ontbloot was.
„Het is nog niet altijd gezegd dat we krijgen
kunnen, wat we begeeren," antwoordde hij. Er
was een cynische klank in zijn stem.
De vrouw kwam naderbij. Haar gelaat dat
heel veel aan dat van een roofvogel deed den
ken ze stond bekend als de leelijkste vrouw
van Londen was bloedrood.
„Ik zeg je, dat ik wanhopig ben. Hector,"
bracht ze schor uit. Hij scheen eenigszins onder
den indruk te geraken van haar optreden.
„Waarom is het je ditmaal te doen," vroeg hij.
„Geld ofwitte sneeuw?"
„Alle twee!! Oh, God, hoe afschuwelijk en ver
nederend is het bij jou daarom te moeten smee-
Met groot verlangen zien wij
ieder jaar uit naar den zomer, het
zonnige jaargetijde, de periode van
heerlijke fiets- en wandeltochten
naar bosch en hei, den tijd van
aangenaam verpoozen aan het
strand en in de duinen. Als het
zonnetje ons overlaadt met zijn
warme stralen, dan bruist het in
ons, dan ademen wij het leven in
met volle teugen, dan willen wij
vrij zijn om te dwalen door de
mooie natuur, dan worden er
plannen gemaakt voor de vacantie,
voor enkele dagen van ongestoord
genot, voor enkele dagen van los
staan van de dagelijksche sleur.
Wanneer de zomer reeds lang
voorbij is en wij onze foto-album
opslaan, dan kunnen ivij nog zoo
echt nagenieten van den zoovecl-
sten onvergetelijken zomer.
Thans nadert wederom een zo
mer zijn einde, ook nu hebben wij
gefietst en gewandeld, ook nu zijn
wij op vacantie geweest, doch hoe
geheel anders was alles dit jaar....
ook deze zomer zal onvergetelijk
zijn.
Vandaag is de heer Jan van Hemmen te
Haren (Gr.) honderd jaar geworden.
De burgemeester van Middelburg heeft den
gemeenteraad medegedeeld, dat aan B. en W.
is gebleken, dat bij de voorbereiding van rege-
wegens oorlogsgeweldschade ernstig is overwo
gen een zeker percentage van de op 9 Mei j.l.
geldende verkoopwaarde van de verwoeste pan
den te vergoeden.
Aangezien de verkoopwaarde van woningen
en winkelpanden slechts een gedeelte van de
herbouwwaarde uitmaakt, hebben B. en W. een
commissie in het leven geroepen, ten einde op
zeer korten termijn een rapport oj? te stellen
betreffende de verkoopwaarde van panden in
de gemeente in verband met de herbouwwaar
de. De commissie hoopt binnen eenige weken
haar rapport gereed te hebben.
De gemeenteraad besloot verder in verband
met de gebeurtenissen tot instelling van een
gemeentelijk grondbedrijf. De raad stelde een
crediet van 45000. gulden beschikbaar voor aan
schaffing van nieuw brandweermateriaal en
aanvaardde een voorstel van B. en W. tot het
verleenen van een gratificatie aan door oor
logsgeweld getroffen gemeente-personeel, wel
ke voor gehuwden een maand en voor onge-
huwden een halve maand salaris zal bedragen.
De Bond van Nederlandsche Handelaren In
Brandstoffen schrijft:
Bij een groot deel van de bevolking bestaat
nog steeds groote vrees, dat men het kwan
tum kolen, waarop men recht heeft, niet zal
ontvangen. Met allen nadruk moge er daarom
ter geruststelling de aandacht op worden ge
vestigd, dat men er niet de minste schade van
zal ondervinden, wanneer men op 1 October
zijn twintig procent niet in huis zou hebben.
Er is wel in de bladen door het Rijkskolenbu-
reau medegedeeld, dat degenen, die hun twin
tig procent vóór 1 October niet hebben ont
vangen, na dien datum geen recht meer heb
ben op levering van deze hoeveelheid of het
resteerende gedeelte daarvan, doch het schijnt
de aandacht van velen te zijn ontgaan, dat in
dezelfde publicatie vermeld werd, dat dezulken
daarvan geen schade zullen ondervinden, om
dat „rekening zal worden gehouden met den
dan aanwezigen voorraad bij de verbruikers".
Op deze laatste mededeeling moge alle
nadruk vallen. Afnemers die op 1 October
dus hun twintig procent niet mochten
hebben ontvangen, worden niet ten
achter gesteld bij degenen, die dat wel
hebben ontvangen. Zij zullen bij de per
1 October in werking tredende distributie
regeling o.i. stellig den voorrang hebben,
terwijl degenen, die reeds hun twintig pro
cent ontvingen, dan zullen moeten wachten,
totdat ieder zijn deel heeft ontvangen.
Er komt op 1 October een nieuwe regeling,
welke rekening houdt met de vraag of en hoe
veel men tot dien datum al dan niet ontvangen
heeft.
In veTband met het bovenstaande moge nog
worden verzocht, van de handelaren niet het
onmogelijke te vragen. Het kan nu wel als een
vaststaand feit worden aangenomen, dat het
niet mogelijk zal zijn, iedereen vóór 1 October
zijn twintig procent te bezorgen. Maar dit be
hoeft geen enkelen verbruiker zorgen te baren,
omdat dit door de in te voeren distributierege
ling vanzelf in orde .komt. Ieder blijve daarom
bij zijn ouden leverancier, aangezien men dan
zijn rechtmatig aandeel zal ontvangen.
In het St. Jansziekenhuis te Laren is op
56-jarigen leeftijd na het ondergaan van een
operatie overleden de Larensche kunstschilder es
mevr. J. C. M. van Nieuwenhoven-Stempels. Zij
was geboren op 10 Mei 1884 te Dordrecht on
bezocht de Academie van Beeldende Kunsten
Zooals regds in het kort is medegedeeld, is
dezer dagen de enquête gesloten, welke gehouden
is in verband met het door het Haagsche ge
rechtshof gewezen arrest met betrekking tot de
procedure tusschen twee families om het bezit
van een baby, in welk arrest aan de familie S.
was opgedragen, te bewijzen, dat het lijkje, dat
op 30 Mei in de puinhonpen bij de Bethlehem-
kliniek te 'sGravenhage gevonden is, dat was
van een kind, toebehoorende aan een moeder,
die op zaal 9 lag.
Voor het getuigenverhoor had de procureur
der familie S„ mr. Van Oven, nog drie getuigen
gedagvaard, van wie er slechts één verschenen
was, namelijk zuster Volutiana, die in Mei j.l.
werkzaam was in bovengenoemde kliniek. Mr.
Van Oven zag af van het hooren der beide an
dere getuigen.
Zuster Volutiana verklaarde, dat zij gedurende
de laatste dagen van Mei bemerkte, wanneer zij
zich in de verloskamer bevond, welke onder
zaal 9 gelegen is, dat haar van de puinhoopen
achter het gebouw een onaangename lucht te
gemoet kwam. Zij deelde dit mede aan den
rechercheur Jurgens. Op 30 Mei is zij met den
heer Jurgens en een inspecteur gaan zoeken
met het resultaat, dat zij diep in den puinhoop,
onderaan, onder brokken steen, een kinderlijkje
bedolven vond. Onder het lijkje lag een wieg-
kleed. Getuige kon echter niet zeggen, van welke
zaal een en ander afkomstig was. Wel was het
lijkje gekleed in kleertjes, welke in de kliniek
alleen op zaal 8 en 9 gebruikt worden. Een
kindje uit de couveuseijzaal kon het niet zijn,
want dan zou "het een trui aan gehad moeten
hebben. Bovendien is die zaal, op een paar ge
sprongen ruiten na, geheel ongerept gebleven.
Na den bominslag heeft getuige opruimings-
werk op de zalen gedaan. Op zaal 15 (boven
zaal 9) waren alle bedden en wiegen nog aan
wezig. De wiegen stonden zelfs nog op hun voet
stuk. Van deze zaal was alleen het balkon af
geslagen. Hierop stond bed, noch wieg. De
overige zalen, behalve zaal 9, waren in zooverre
alle ongerept gebleven, dat zich de wiegen en
bedden daar nog in bevonden.
Bij de hierna gehouden contra-enquête had
mr. ir. Smalhout, de procureur van de familie
ken." Ze hief haar handen op en bedekte
daarmede haar gelaat. Deze woorden schenen
geenerlei effect te bereiken. In zijn schandelijk
beroep had hij al verscheidene van deze typen
ontmoet.
„Waarom laat je me wachten?" ging de be
zoekster voert. „Heb ik je vroeger niet genoeg
voordeelen aangebracht?" Ze keek de luxueus
gemeubelde kamer rond en daarna zag ze hem
weer aan.
„En je werd er ook voor betaald." Zijn cynis
me had nu plaats gemaakt voor openlijke grof
heid. Pandervell had haar niet grooter minach
ting kunnen toonen wanneer hij haar een slag in
het gezicht had toegediend.
„Je kent mijn condities," ging hij bedaard
voort. „Ik ben altijd .bereid een behoorlijk be
drag te betalen voor iets van waarde."
Haar lippen openden zich, waardoor een stel
scherpe tanden zichtbaar werd. Haar glim
lach was zoo afschuwelijk dat zij op een roof
dier geleek. Pandervell scheèn daarvan evenwel
niets meer te bemerken. Deze vrouw, die zich
in de hoogste kringen bewoog, had hem men-
schenzielen gebracht.... welke hij evenwel
als gewone koopwaar beschouwde.
„Heb je me nog wat aan te bieden?" vroeg
hij. „We kunnen op het oogenblik best iets ge
bruiken."
„Ik moet onmiddellijk een bedrag van vijf
honderd pond hebbenen- wat sneeuw," luid
de het antwoord.
„Dat kun je met pleizier krijgen, indien er
eerst iets van jouw kant is gedaan."
„Speel toch in Godsnaam niet met me, Pan-
Van der W., vier getuigen gedagvaard.
Mevr. W. P. Oosterveen, een zuster van mevr.
Van der W„ werd het eerst gehoord. Zij had
mevr. Van der W. tweemaal, terwijl zij in de
Bethlehem-kliniek lag, opgezocht en toen haar
baby gezien. Na den bominslag zag zij het kind
herhaaldelijk meer en zij twijfelde er geen
oogenblik aan, of haar zuster was in het bezit
van haar eigen kind. De oogen van het Kind
aldus deze getuige zijn geheel die van
mijn eigen kinderen en ik herken er een eigen
aardigheid van onze familie in. Het eene oog
is namelijk iets kleiner dan het andere, het is
alsof de pupil niet in het midden zit. Ook heeft
het kind een naar buiten staand knietje, een
eigenschap, die in de familie Van der W. voor
komt. Dit had haar zuster haar in de kliniek
verteld en later heeft getuige dit ook ten huize
van haar zuster gezien. Een vlekje, dat het kind
op den neus had, veroorzaakt door een druppel
zilvernitraat, had getuige later ook gezien, toen
het kind thuis was.
Mevr. W. P. J. van der Winden, schoonzuster
van den heer Van der W., had diens zuster een
keer in de kliniek bezocht in gezelschap van de
vorige getuige. Na de ramp kwam getuige ten
huize van de familie Van der W. en twijfelde
er ook niet aan, of dit was hetzelfde kind, dat
zij in de kliniek gezien had. Ook deze getuige
heeft ïia de kliniek het vlekje op den neus van
het kind gezien. Toen het kind thuis was, heeft
zij er niet op gelet of dit vlekje er nog was.
Wèl had getuige gezien, dat het kind een naar
buiten staand knietje had. Zoowel getuige's man
als diens broer, partij Van der W., hebben een
dergelijke knie. Getuige vond, dat het kind
precies de oogen van haar schoonzuster had.
Tenslotte werd nog gehoord een broer van me
vrouw Van der W„ de heer J. G. Berkhout.
Ongeveer vijf uur na de geboorte van het kind
is hij in de kliniek geweest. Hij heeft toen ge
zien, dat het kind een donker vlekje op den
neus had, en het viel hem ook op, dat het haar
doorliep over de wang naast de ooren. Later,
op 10 Mei, is zijn zuster met een kind ten huize
van de ouders van getuige gekomen en hij heeft
daar bij dat kind denzelfden haargroei en het
zelfde vlekje op den neus waargenomen.
Mr. Smalhout zag af van het hooren van de
vierde getuige.
De contra-enquête was daarmede ook afge-
loopen. waarop de raadsheer-commissaris de
zaak verwees naar de rol van het Hof ter plei
dooi-bepaling.
Zooals bekend, zal Zaterdagmiddag a.s. op
nieuw worden gepleit.
dervell," barstte ze los. „Ik heb op het oogenblik
niets te verkoopenhij wordt wantrouwend
och, nee, niet ten opzichte van mij, maar te
genover de menschen, die hem omringen....
Zelfs zijn privé-secretarissen hebben het ont
dekt.
„Het spijt me heel erg dat je bezoek dan nut
teloos is geweest," gaf hij te kennen.
„Je moet me wat geld geven," smeekte ze
weer. „Het kan me niets schelen wat ik verdei
heb te doen."
„In dat geval zouden we een zekere zaak kun
nen regelen," zei Pandervell. „Ken je een meis
je.. Valerie Insall geheeten?"
De bezoekster leunde zwaar in haar stoel ach
terover.
HOOFDSTUK XIX
Een weddenschap
„Ik drink op een inkomen van duizend pond
per jaar," zei George Grainger glimlachend. So-
mers knikte en hief zijn glas op. De twee man
nen hadden na hun korte kennismaking vriend
schap gesloten, en ze konden al geweldig goed
met elkander overweg.
Ze zaten samen in „De Blauwe Beer" een
kleine bar, die zich aan het einde van Mount
Street bevond. Romanschrijvers waren van oor
deel, dat in deze gelegenheid altijd een zekere
„atmosfeer" was te vinden, daar men er ver
schillende interessante typen kon aantreffen. De
bewuste gelegenheid werd getrouw bezocht door
butlers, chauffeurs, mannen en vrouwen van de
onderwereld enz. enz. Detectives brengen er ook
te Rotterdam, waar zij les kreeg van wijlen den
heer Ferd. Oldewelt.
In 1907 trad zij in het huwelijk met den
kunstschilder Willem van Nieuwenhoven, waar
na zij zich eerst vestigde in het Brabantsche
schilidersdorp Heeze. In 1910 vestigde zij zich
te Laren (N.H.). Zij legde zich voornamelijk
toe op het schilderen van bloemen.
De begrafenis geschiedt a.s. Maandag op de
algemeene begraafplaats te Laren.
De druk van de belastingen op het inkomen
en het vermogen is de laatste jaren wel sterk
toegenomen. In het artikel „Inkomsten-, vermo
gens- en gemeentefondsbeiasling 1940'1941",
voorkomende in de zoo juist verschenen afleve
ring van het maandschrift van het Centraal
Bureau voor de Statistiek wordt hierop nog eens
bijzonder de aandacht gevestigd.
Van deze drie belastingen wordt de sterkste
toeneming aangetroffen bij de gemeentefonds
belasting, omdat, behalve de 25 opcenten, die
ten behoeve van het Werkloosneidssubsidie-
fonds en de opcenten, die hoogstens ten getale
van 75 rechtstreeks ten behoeve van de gemeen
ten mogen worden geheven, over 1939/1940 nog
15 en over 1940/1941 nog 50 opcenten worden ge
heven ten behoeve van het Rijk. De wisselende
aantallen opcenten voor de gemeenten zijn oor
zaak, dat er over 1936/1937 tot en met 1938/1939
naast gemeenten met 25 opcenten ook gemeen
ten zijn, waar 100 opcenten worden geheven.
Over 1939/1940 liggen de grenzen tusschen 40 en
115 en over 1940/1941 tusschen 7-5 en 150. Over
het laatste jaar wordt dit hoogste' aantal op
centen geheven in 749 van de 1054 gemeenten.
Slechts 12 gemeenten hebben zich voor deze be
lasting in de le klasse, 43 gemeenten in de 2de
klasse en alle overige in de 3e klasse gerang
schikt.
Gegevens voor de afzonderlijke gemeenten
zijn opgenomen in een geschrift van bovenge
noemd bureau, getiteld „Hoeveel belasting betaal
ik over 1940/1941?" Daar in dit boekje ook de
tarieven van bovenvermelde belastingen zijn
opgenomen, kan met behulp van deze gegevens
voor elk willekeurig inkomen of vermogen de
juistheid worden nagegaan van den belasting
aanslag voor het op 1 Mei aangevangen belas
tingjaar.
Een aantal bijzonderheden betreffende alle
overige door het Rijk, de provincie en de ge
meenten geheven belastingen zullen verder wor
den opgenomen in de binnenkort verschijnende
meer uitgebreide publicatie van ditzelfde bu
reau: „Belastingdruk in Nederland 1940/1941".
Naar wij vernemen, heeft het bestuur van
het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest van
den waarnemend secretaris-generaal van het
departement van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen bericht ontvangen, dat het met ingang
van 1 Januari 1940 een vast rijkssubsidie van
f 10.000.per jaar zal ontvangen, waardoor
deze instelling in de rij der door het Rijk ge
subsidieerde orkesten is getreden.
Het vaste jaarlijksche rijkssubsidie voor de
Haarlemsche orkestvereeniging is verhoogd met
f 2500.
Verder is aan alle orkesten bericht, dat het
Rijk bereid is in den komenden winter 20 pro
cent van de salarissen van de orkestleden te
garandeeren, mits de besturen zelf, eventueel
met steun van de plaatselijke en provinciale
overheden, voor de resteerende 80 procent in
staan.
Aan de gevestigde tooneelgezelschappen is
medegedeeld, dat van rijkswege maatregelen tot
bevordering en steun van de Nederlandsche
dramatische kunst in overweging zijn. In ver
band hiermede is hun vanwege het departement
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een
aantal vragen gesteld.
De Nationale Padvindersraad heeft aan een
toonaangevende Duitsche instantie, die in nau
we verbinding staat met de Duitsche jeugdlei-
ding, de verklaring afgegeven, dat de raad
van Mei 1940 af op geenerlei- wijze in contact
heeft gestaan met het Boy Scouts International
Bureau in Londen. De Nationale Padvindersraad
heeft, nadat Nederland door de Duitsche weer
macht bezet is, het standpunt ingenomen, dat
het internationale contact tusschen de padvin-
dersvereenigingen der verschillende landen ver
broken is. In verband met den nieuwen toe
stand ziet de Nationale Padvindersraad nog
slechts de mogelijkheid van het oprichten van
een nieuwe internationale jeugdvereeniging,
waarbij alle landen zich zouden kunnen aan
sluiten.
De hoogleeraar dr. ir. C. J. van Nieuwenburg
is voor het studiejaar 1940-1941 benoemd tot
rector-magnificus van de technische hooge-
school te Delft.
De hoogleeraar dr. H. R. Kruyt is voor het
studiejaar 1940—1941 benoemd tot rector-mag
nificus van de rijksuniversiteit te Utrecht
De hoogleeraar dr. A. W. Bijvanck is voor het
studiejaar 1940—1941 benoemd tot rector-magni
ficus van de rijksuniversiteit te Leiden.
Anderhalf jaar gevangenisstraf eischte de of
ficier van justiitie by de Haarlemsche rechtbank
tegen een sergeant-fourier, die in den avond van
den 24stcn Juni ruim tweehonderd dekens uil
een rustkamer in een school had gestolen en deze
had getracht te verkoopen aan een man, met
wien hij in een café had kennis gemaakt.
De fourier was in den avond van den 24sten
Juni in een café in de Smedestraat in gesprek
geraakt met een Haarlemmer, die hem vroeg:
„Kan je me niet eens wat leveren. Je loopt er
geen gevaar mee. Het blijft onder ons."
„Ik kan je wel wat dekens bezorgen", ant
woordde de fourier.
„Goed", zei de koopman, „daarvan kan ik er
wel duizend gebruiken, ik betaal je 1,25 het
stuk".
Er was ook een derde man in 't complot, een
broodbezorger, die den sergeant-fourier kende
uit zijn diensttijd. Hij zou helpen met 't opladen
van de dekens. Enf aat deed hij dan ook op den
afgesproken avond. Samen met den fourier ver
brak hij het hangslot van de rustkamer en met
vereende krachten werd de deur geforceerd.
Voor de school stond een speciaal voor deze
gelegenheid gecharterde vrachtauto, waarmede
het staatseigendom naa- den opkooper werd ver
voerd.
De afspraak was gemaakt, dat de opkooper
dienzelfden avond nog in het bekende café 100
zou geven en den dag daarop de rest. In het
café was de opkooper niet te vinden. En toen de
fourier hem den volgenden dag tegen het lyf
liep, zei de man de dekens niet te willen hebben.
„Die kwaliteit kan ik niet gebruiken; kom ze
maar weer terug halen!"
Dat was natuurlijk vrijwel onmogelijk geweest;
het gevolg was, dat de diefstal met braak uit
lekte en Donderdag stonden de drie misdadi
gers in het verdachtenbankje van de Haarlem
sche rechtbank.
Een kapitein van den Opbouwdienst, bij wien
de fourier voorloopig was ingedeeld, kon geen
onverdeeld gunstige getuigenis over dezen man
afleggen. Men haa hem in algemeenen zin reeds
voor den diefstal tegen dezen fourier gewaar
schuwd.
De Officier eischte tegen den broodbezorger-
medeplichtige een gevangenisstraf van 9 maan
den en tegen den heler, die van beroep kellner
bleek té zijn'eenzelfde straf als welke hij tegen
den fourier had geëischt n.l. een jaar en zes
maanden.
Onder Elspeet is mevr. Van Engelan.'Visch,
die met haar man fietste, konten te vallen en
zón rngelukig terecht gekomen, dat zij op slag
dnod was.
Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, bisschop van
I s-Hertogenbosch zal Zaterdag, 21 September,
in de kapel van het Groot-Seminarie te Haaren
het H. Subdiakonaat toedienen aan Fr. Michaël
Lindeman, Zwolle; Fr. Johannes Sibum, Hen
gelo; Fr. Sylvester v. d. Weerden, Someren;
Fr. Gerardus Ulijn, Utrecht; en aan Fr. Xave-
rius Pallenberg, 's Gravenhage. van het theo
logisch studiehuis der P.P. Assumptionisten te
Bergeyk (N.-Br.).
In Noord-Brabant is een begin gemaakt met
de afsluiting van het oude Maasje. Arbeiders
uit diverse plaatsen in midden-Brabant zijn bij
dit werkobject ingeschakeld.
Een 59-jarige man uit de Van Gohstraat te
's Gravenhage, is tengevolge van de duisternis
met zijn fiets in het water van de Soestdijk-
schekade in Den Haag geraakt en verdronken.
vaak een bezoek, doch deze heeren worden zwij
gend bediend. „De Blauwe Beer" wenscht zich
op een zeker peil te houden en verkiest zaken
zooveel mogelijk buiten te sluiten.
Daar Somers het bijzonder genoeglijk vond.
wanneer hij klaar was met zijn bezigheden iets
van het leven te zien zooals hij het noemde, ver
eerde hij de bewuste gelegenheid zoo nu en
dan eens met zijn tegenwoordigheid. Bovendien
was de bar dicht in de buurt. George Grainger
kende het café even goed als de vele andere die
zich in West-End bevonden.
„Ja, je baas is allemachtig aardig," kondigde
de chauffeur aan. „Ik heb toch waasachtig niet
zooveel voor hem gedaanen wat denk je
dat hij me gisterenavond gaf? Een bankbiljet
van tien pond. Hij is vast eenig in zijn soort
dat verzeker ik je."
De oud-gediende boog zich dicht tot den spre
ker over.
„Ik weet heusch niet wat hem is overkomen,"
zei hij. „Voordat „die vreemde dingen" voorvie
len, dacht hij aan niets anders dan sport en nog
eens sport, en nu schijnt hij bijna al zijn tijd te
besteden aan het opsporen van misdadigers. En
dat zou ik nu nog niet zoo erg vinden, wanneer
hij me met hem mee liet gaan. Het eenige wat
hij echter gisterenavond tegen me zei was dat
ik een beetje op moest letten, dat er geen onge-
wenschte personen in de flat kwamen. Natuur
lijk is er' een vrouw in het spel," voegde Somers
er grimmig aan toe. „hoewel hij me er mets va'i
gezegd heeft."
George dronk achter elkaar zijn glas leeg er)
liet er nog eentje inschenken.
1417 September: Meisjes.
18—21 September: Jongelingen.
2124 September: H. Familie (Roosend.).
2427 September: Dames.
29 September: Gereserveerd.
14 October: Meisjes (Verloofden).
5—8 October: K.A.J.V. (B.D.W.V.).
1215 October: Gereserveerd.
1518 Oct.: Gehuwde vrouwen.
19—22 October: J. W. (B.D.W.V.).
2225 Oct. St. Rafaël.
2528 October: St. Christoffel e.a. heeren.
291 Nov.: Meisjes.
Wat dacht je dan anders." grinnikte hij. „Je
kunt er wel zeker van wezen dat er een vrouw
bij betrokken is. Dat wil zeggen ze is nog jong
enhet mooiste, liefste schepseltje dat er op
de wereld bestaan kan."
„Groote goedheid," mompelde Somers. „Als
dat zoo is, wat moet er dan van my worden?"
„Wat bedoel je? Dat meisje zal heusch niets
met jou te maken willen hebben. Dacht je dat
soms?"
„Oh, niet?" riep hij minachtend uit. „Ik kan je
dan wel vertellen dat oude Kolonel Trotter, die
in 1919 aan het hoofd van ons regiment stond
stapelgek werd gemaakt door zoo n mooi schep
seltje. Ik zou het niet goed kunnen verdragen
als mijn meester precies' zoo werd als hij."
Grainger schudde heftig met het hoofd.
„Je hoeft je over juffrouw Insall heusch niet
bezorgd te maken." antwoordde hü. „Ze is een
keurig meisje, en ik verzeker je dat ze met den
deftigsten heer zou kunnen trouwen."
„Zoolang ze het mijn meneer maar niet las
tig maakt, mag ze wat mij betreft nemen wien
ze wil."
George glimlachte veelbeteekenend.
„Ik heb er niets op tegen een weddenschap
aan te gaanLuister goed naar me, vriend
Ik wed dat zij en je baas binnen zes maanden
getrouwd zünmisschien wel binnen drie
maanden. Het is meer dan een mensch kan ver
dragen bij dat mooie meisje te wezen én niet
van haar te houden."
Somers keek den spreker onderzoekend aan.
'iWordt vervolgd.)