Van drie ravenzwarte vogels in
een exotische wereld
Het Italiaansche offensief langs
de kust van Egypte
LANGS ZANDVLAKTEN, HOOGTEN EN
VENNEN IN ONS NATIONALE PARK
Ontmoetingen met herten
en Mouflonschapen
Regeering te Cairo in
een moeilijke positie
Het Engelsch-Egyptisch
verdrag van 1936
De Oostzaner en zijn
logé 's
Ontmoeting in het Kol.
Instituut
Roosevelt onderteekent
dienstplichtontwerp
Naar overeenkomst van
V.S. met Australië?
Schoonheid Van hosschen
en Jeneüerbesheide
Kerkdijk leven
DINSDAG 17 SEPTEMBER 1940
DE POLITIEKE BOTSING
IN DEN HAAG
Politie-agenten in vrijheid gesteld
Middelbaar Onderwijs aan
het I.V.U.N.
Boonen aan de veilingen
R.K. LEERGANGEN
Begrafenis dr. Ph. L. M. M.
Taminiau
BENOEMING IN HET
AARTSBISDOM
Kiel gelegd 'voor groot slagschip
te Philadelphia
Contingent der Nationale
Garde opgeroepen
Actie voor afstaan van „vliegende
forten' aan Engeland
Zal Churchill mandaat van
Lagerhuis verlengen?
Belgische „regeering"
ontbonden
Op onze verkenningen door het Nationale
Park „De Hooge Veluwe", dat wij in de heerlijk-
Zonnige eerste Septemberweek_ bezochten, be
steedden wij een geheelen dag'aan een wandel-
zwerftocht dwars over de hei en door de zand
verstuivingen met zooveel genot, dat wij den
lezer alleszins kunnen aanraden bij gelegen
heid ons voorbeeld te volgen. Maar ook kunnen
Wij hem aanbevelen het natuur-reservaat eens
in alle richtingen op de fiets te doorkruisen.
Er zijn hier mooie rijwielpaden, die ons met
alle vormen van landschapsschoon in aanra
king brengen. Bovendien doen deze ons vlug
eèn of ander plekje bereiken, waar de fiets
kan worden neergezet en een kleine verkenning
te voet moet worden ondernomen in het om-
tingende gebied.
Men heeft aldus uitstekend gelegenheid ver
schillende „planten-gemeenschappen" te be
zien, waarvan wij reeds melding maakten. Het
Pad langs de Deelensche Wasch, dit mooie ven
netje met de blanke abeelenpracht langs den
rand, voert ons door droge hei of ook vochtiger
heidevelden met rijke begroeiing. Op de droge
hei domineert natuurlijk onze Calluna, begin
September druk bezocht door de bijen uit de hier
°P vele plaatsen neergezette korven. Daarlus-
schen bloeien dan nog de bescheiden, maar fijn-
gevormde gele vlindertjes der kruipbrem, ter-
Wijl heldergele sterretjes van de ganzerik, sa-
toen met groene en grijze mosplakkaten, de
rUimten tusschen de heistruiken verder opvul
len. En licht ziet men hier ook bij zonnig weer
een hagedisje, dat u met de heldere kraaloog
jes aanstaart, om bij de minste verdachte be
weging van onzen kant tusschen mos of wor
tels weg te schieten. Nu, er loopen hier op een
Zonnedag torren, vliegen en andere insecten ge-
hoeg rond om het diertje aan voedsel te hei-
Pen. En daarom ook ziet men hier op zonnige,
Zandige plaatsen, zooals langs de ruiterpaden,
overal de trechtertjes van de mierenleeuwlar
ven, onder in deze listig gevormde valkuilen
Wachtende op een argelooze mier, die plotse
ling naar beneden zal tuimelen, om dan als wel
kome buit te worden leeggezogen.
Het loont zeker ook de moeite in het oostelijk
gebied eens een stuk vochtige, veenachtige hei
te doorkruisen. De aanwezigheid van meer water
In den bodem wordt al dadelijk zichtbaar door
het verschijnen der bleek-paarse dophei-klok
jes, en der lange, stijve bladsprieten en bloei-
stengels van het Molinia-gras, de bekend pijpe-
strootjes. Als u onder den druk der omstan
digheden weer een oud-vaderlandschen Gouwe-
haar bent gaan rooken, zijn hier doorstekers
genoeg te vinden!
Steeds mopier wordt de veenheide, naar
mate wij meer naar een der blinkende ven
netjes afdalen. Hier schitteren als edel-
steenen de diep-blauwe gentiaan-klokjes,
hier geurt de munt en blinken heldere parels
op de blaadjes der zonnedauw: ontijdig graf
voor menig argeloos insect. Libellenvleugels
blikkeren aan alle kanten, en juist als wij
de schoonheid van deze kleurige vliegers be
wonderen, doet een zwaar vleugelgeklap ons
W'eer opzien in de richting, waar een korhoen
Werd opgejaagd. Dan weer zien we een heele
familie wilde eenden rondzwemmen in een
plas, die achter een heuvelkam zichtbaar
wordt. Die zijn daar nu veiliger dan vorigen
winter, toen hier zeearenden rondzwierven,
en de opgejaagde eenden bovendien nog kans
liepen te worden gegrepen door een havik,
die op eenigen afstand zijn kans zat af te
Wachten!
Hier ziet men ook, waar een zandpad de heide
doorsnijdt, tallooze sporen van herten, reeën en
°°k mouflon-schapen, die in het beschuttende
duister naar de vtenplas-fo zijn afgedaald om
hun dorst te lesschen en tevens den watervoor
raad in te nemen, welke een herkauwer noodig
heeft, die overdag op de heide, in bossehen en
Zandverstuivingen zijn voedsel moet zoeken, of
daar het groen verteert, dat des nachts in la-
Sere gedeelten werd afgegraasd.
Als men dan ook deze dieren overdag te zien
*il krijgen kan men wel het best de fiets er-
Sens neerzetten in het droge westelijke gebied
van het Oud-Reemster Zand hoewel men zich
dan tevens terdege dient te oriënteeren om het
trouwe stalen ros later weer te kunnen terugvin
den! Maar zulk een tocht loont de moeite ruim
schoots, al kan het een warm ploeteren worden,
bergop-bergaf door het mulle zand. Hier ziet
dien ook overal planten een taaien strijd voe-
ren om in de stuivende massa's toch neg wortel
be kunnen schieten. Mossen en korstmossen win
den langzaam terrein, samen met enkele harde
Glassoorten, die ook veel droogte kunnen ver
dragen. Kromgegroeide dennen en eiken bekro-
hen vaak de toppen of vullen de dalen en doen
allerlei hoeken ontstaan, waar het wild over
dag graag wegschuilt. En zoo kan het den zwer-
Ver overkomen, dat hij op vrij korten afstand
een kudde herten ziet grazen, en zelfs, als de
w'nd gunstig is, zoodat de dieren geen „lucht"
^i'Ügen, minutenlang door den kijker het slanke
Profiel der wijfjes en het machtige gewei der
Plannetjes kan bewonderen. Tot plotseling een
der dieren onraad bespeurt, en alle met de
Groote, vochtige oogen den vreemdeling aan
staren. Oogenblikken van onvergelijkelijk na-
tuurgenot ook als de heele kudde met sier-
•i.ike sprongen wegvlucht achter een bescher
menden heuvelkam.
Als men in dit wilde gebied diep genoeg
doordringt zal men ook het beroemde Jenc-
Verbessenbosch bereiken, dat alleen al de
moeite van een wandeling door het rulle
zand zeker beloont. Een vrij groot gebied ten
Zuidoosten van Otterloo is nog dicht be-
pecoratieve schoonheid van Jeneverbessen
in het eenzame reservaat ten Zuiden van
Otterloo
(foto V.K.P.)
dekt met dezen merkwaardigen inheemschen
conifeer, die zoo zeldzaam stijlvol zijn ke
gelvormige, vertakte vormen tegen den he
mel afteekent. De Juniperus groeit hier me
tershoog en bij honderden rijen zich de don
kergroene, stekelige kronen over de golven
de heidevlakten. Dit is een landschapsbeeld
van unieke schoonheid, dat een echt natuur
liefhebber bij een bezoek aan ons nationale
reservaat niet gaarne zal willen missen.
Maar ook de bossehen der Hooge Veluwe ver
dienen volop zijn aandacht. Daarvoor echter kan
hij beter de terreinen opzoeken buiten de „wild
baan": dat is hej; uitgestrekte zuidelijke deel,
waar het groote wild vrij' grazen mag. Want dit
vreet het grootste gedeelte weg van het lage
groen, dat nog hier en daar wil opschieten.
Zeer opvallend is dan ook bijvoorbeeld het ver
schil tusschen de bossehen bij den Franschen
Berg, die binnen en buiten het hek liggen. Waar
het wild komt grazen is de bodem doodsch en
dor: een eentonig naaldendek. Maar in het af
gesloten deel, waar de wandelpaden de hellin
gen beklimmen en afdalen, vindt men een prach
tige begroeiing, die meerdere „étages" omvat.
Het is het natuurlijke eiken-berkenbosch der
hooge zandgronden, daj hier nog in ongeschon
den vorm bewaard bleef. Eiken, berken en lijs
terbes bedekken de glooiingen. Van de laatste
gloeien alom de oranjeroode bessen, verlokkend
voedsel voor vele vogels die hiervan eten en zoo
tevens de harde zaden zullen verspreiden. Deco
ratief zijn zeker ook de bessen aan de kamper
foeliestengels: bochtige liahen die hoog opklim
men tusschen het hout. En lager vindt men
om maar een greep te doen statige adelaars
varens, boschbessen met de laatste vruchten,
de sierlijke, immergroene vossenbes met zijn
witte bloemklokjes, eveneens nog bloeiende val-
sche salie, en ook veel bessen van het dalkruid,
dat in de lente hier de hellingen met zijn
bloempjes heeft overdekt.
Als men door deze plantenweelde rondzwerft
geniet men tevens van de prachtigste vergezich
ten over de Veluwe, zoowel naar het Zuiden waar
de eindelooze heidevelden tot in nevelige verten
wegdeinen, als in andere richtingen, waar de
wind de toppen der dennen doet ruischen. Het
dennenbosch in dit noordelijk deel van ons Na
tionale Park vormt ook een heerlijk terrein
voor wandel- en fietstochten.
Een rit van Hoenderloo naar Otterloo,
over Sint Hubertus en de Pampelt, als de
ochtendzon nog wordt gevangen in de zilve
ren nevels tusschen de stammen, brengt een
zeldzame bekoring met zich mee. Ook in
den nazomer, wanneer bonte zwammen den
bodem kleuren, rijpe bramen lokkend langs
de greppels staan en in het. vruchtpluis der
wilgenroosjes het jonge zonlicht met sneeuw-
witten glans wordt weerkaatst.
Zulk een goed onderhouden dennenbosch met
veel onderhout, tevens door sparren, berken en
ander hout afgewisseld, is inderdaad bijzonder
mooi. Niet alleen dat: Het is ook een natuurlij
ker en gezonder vorm van begroeiing dan het
eentonige alléén-dennenbosch. De bodem blijft
opener, verzuurt niet zoo licht en allerlei voor
het dennenhout schadelijke insecten kunnen
zich minder goed ontwikkelen, juist omdat ook
vele andere boomen en planten aanwezig zijn.
Ook leven in zulk een gevarieerd bosch veel meer
vijanden van rupsen en larven, zooals bijvoor
beeld zangvogels of ook mierèn zijn. U ziet: de
boschbouw omvat lleel wat problemen van theo
retisch en practisch nut en het is dan ook te
begrijpen dat hier uitgebreid biologisch onder
zoek wordt verricht. Maar daarover schrijven
we een andermaal wel eens uitvoeriger.
Wij hebben hier slechts enkele' grepen uit
het rijke natuurleven der onvolprezen „Hooge
Veluwe" kunnen doen. Wel willen wij nog ver
melden het onvergetelijke afscheid bij ons Sep-
temberbezoek aan dit natuurreservaat. Wij
fietsten na zonsondergang van de Deelensche
Wasch zuidwaarts, rustig rijdende, omdat op
zoo'n kalmen, blanken avond, als alle gerucht
gaat verstillen, men als vanzelf vaart mindert
om stillekens een ongekenden vrede te onder
gaan. Toen zagen wij in de verstuivingen van
het Deelensche Zand een flinke kudde mouflons
grazen. De dieren trokken langzaam oost
waarts, en prachtig waren de gekromde horens
der rammen waar te nemen in het late licht
De geheele kudde bood in deze omgeving een
beeld van vrij dierenleven, dat in den mensch,
die anders gewoon is alleen stadsmuren te zien,
weer een weldadig heimwee naar de ongerepte
schoonheden der natuur weet op te wekken
beter nog: deze schoonheden opnieuw doet ^er"
leven.
Maar schooner nog is de herinnering aan de
hertenkudde, die wij verderop ontmoetten. Sche
mering viel al over de heide, zoodat de paarse
gloed der bloemen met den blauwgrijzen doom,
die langzaam uit den bodem omhoogsteeg, tot
een teergetinten sluier samensmolt. Een heu
velkam teekende zich voor ons reeds bijna zwart
af tegen den nog bleek-lichtenden westelijken
hemel.
Toen zagen wij daarop plotseling, op vrij
korten afstand, de sierlijke contouren afge-
teekend van een aantal herten, die langzaam
grazend voortgingen. Een mannetjeshert
stond in het midden, en richtte den fieren
kop met het breede gewei speurend naar ons
toe zoodat het nobele silhouet hiervan in
scherpe lijnen zichtbaar werd. Was het won
der dat wij toen terugdachten aan de legen
de van St. Hubertus, den feilen jager, die
zich tot hooger leven bekeerde, nadat hij
tusschen de geweitakken van een achter
volgd hert een kruis had zien oprijzen?
Zoo ook kan nu nog de omgang met deze
heerlijke natuur voor een aandachtig en
juist gestemd toeschouwer worden: een weg
om God beter te vinden.
M. fi.
Naar het A.N.P. verneemt, zijn de politie
agenten, die Zaterdag 7 September j.l. in de
Balistraat te Den Haag revolverschoten hadden
gelost op eenige leden van de weer-afdeeling
der N.S.B., waardoor de W.A.-man Peter Ton
werd gedood en eenige andere nationaal-socia-
listen werden gewond, en die deswege in voor-
loopig arrest zijn gehouden, weder in vrijheid
gesteld, nu bij den hoofdcommissaris van po
litie een verzoekschrift daartoe van de moeder
en de zuster van den gedoode, zoomede van
diens W.A.-vendel, was ingekomen, in welk
verzoekschrift tevens uiterste clementie voor
deze agenten werd bepleit.
Op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Don
derdag 23, 24, ,25 en 26 September as. wordt
aan het Instituut voor Uitgebreid Nijverheids
onderwijs der Sint Josephs Gezellen Vereeni-
ging aan de Stadhouderskade No. 51 te Am
sterdam Zuid, des avonds van 7 tot 9 uur een
inschrijving gehouden van nieuwe cursisten,
die wenschen te worden opgeleid voor de vol
gende beroepen; Bouwkundig Opzichter, Bouw
kundig Teekenaar of Uitvoerder van bouwwer
ken, Leeraar bij het Nijverheidsonderwijs in
het Bouwkundig Teekenen (Akte N3) en in het
Timmeren (Akte Nb).
In samenwerking met den R.K. Bond voor
Bouwpatroons wordt ook een opleiding gege
ven voor het examen „Vestigings-eischen Bouw-
patroon" voor de technische bekwaamheid.
In samenwerking met den RJK. Bond van
Schilderspatroons „Sint Lucas" wordt een op
leiding verzorgd voor het examen „Vestigings-
eischen Schilderspatroon", voor welk examen
in Augustus 1940 twee/derde deel van het aan
tal onzer candidaten is geslaagd.
De lessen aan het Instituut worden 2 a 3
avonden per week gegeven. Het lesgeld be
draagt vOor het eerste lesjaar f 1.50 per week,
terwijl voor de benoodigde boeken met een be
drag van f8.— kan worden volstaan.
Het cursusgeld voor den schilderscursus be
draagt f 2 per week, het gebruik van materialen
inbegrepen en bij voldoende deelname.
De aanmelding voor de nieuwe cursussen
kan ook schriftelijk geschieden aan reeds ge
noemd adres der school.
De nieuwe cursussen vangen aan in het be
gin der maand October a.s.
De nieuwe cursisten, ook zij die zich schrif
telijk hebben aangemeld, worden eind Septem
ber voor een vergadering opgeroepen, in welke
bijeenkomst alle inlichtingen zullen worden
gegeven en een uiteenzetting van de onderwijs
methode.
Het behoeft geen betoog, dat een middelbaar
technische ontwikkeling voor hen die aanleg
en ambitie hebben tot studeeren, alleszins aan
bevelenswaardig is.
Moge deze oproep bij vele jongemannen weer
klank vinden om tot een besluit te komen alles
in het werk te stellen om hun kennis te ver-
grooten om later in het maatschappelijke leven
een leidende functie te kunnen bekleeden.
Door arbeidskennis komen arbeidsvaardigheid
en arbeidsliefde.
De Ned. Groenten en Fruit Centrale heeft
aan de veilingen medegedeeld, dat met ingang
van Maandag 16 September geen boonen meer
voor rekening dezer Centrale ten behoeve van
de zouterjj worden afgenomen.
Alle niét voor export afgenomen boonen val
len derhalve onder de binnenlandsche ophoud
en vergoedingsprijzen en komen bij doordraai
ter beschikking van de afdeeling Distributie.
Het 29ste cursusjaar der R.K. Leergangen te
Tilburg zal worden geopend' Zaterdag 21 Sep
tember met een plechtige Hoogmis om 10 uur in
de St. Jozefkerk, waarna de rector het jaarver
slag 19391940 zal uitbrengen en dr. H. H.
Knippenberg een openbare les zal geven over:
„Roman en Novelle in Nederland na 1880."
Te Tilburg is onder overweldigende belang
stelling ter aarde besteld het) stoffelijk over
schot van dr. Ph. L. M. M. Taminiau, in leven
geneesheer te dier stede. Als slippendragers
fungeerden dr. F. S. P. van Buchem, C. H. Kuit
en C. Postma namens het bestuur van de af
deeling Tilburg van de Ned. Mij. tot bevordering
der Geneeskunst en dr. J. Goossens namens het
bestuur van het Algemeen Afdeelingszieken-
fonds. Onder de talrijken, die in den stoet
kerk- en grafwaarts gingen, waren mr. J. van
e Mortel, burgemeester van Tilburg, de wet-
ïouders H. Eijkemans, mr. Scheidelaar, L.
anssen en H. van Dullemen, de heer H. M.
J. Blomjous, lid van de Eerste Kamer, leden
an het hoofdbestuur van de Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst, de administra-
eur en het personeel van het Afdeelingszieken-
onds en van het Ziekenverplegingsfonds Noord-
rabant, deputaties van het bestuur der Tilb.
Ver. tot bestrijding van de Tuberculose, de heer
Mannaerts, voorzitter van de Kamer van Koop
handel, en anderen. De ruime St. Jozefkerk was
geheel bezet. Na de plechtige H. Requiemmis
volgde de ter aardebestelling op het kerkhof
aan de Oisterwijksche Baan. De baar ging be-
olven onder kransen. Aan de groeve heeft nog
het woord gevoerd dr. J. A. Klein Swormink
uit Breda, die namens de Ned. Mij. tot bevor
dering der Geneeskunst getuigde van de sym
pathie, die de thans overledene genoot in dezen
kring. Dr. .F. S. P. van Buchem, vice-voorzitter
van de afdeeling Tilburg van bovengenoemden
kring, prees hem als een man van groote be
gaafdheden, die het vertrouwen van zijn pa
tiënten en de hoogachting van zijn collega's
had. Dr. Postma sprak namens het bestuur van
het afdeelingsziekenfonds, wiens eerste en eeni
ge voorzitter dr. Taminiau is geweest, en zei,
dat, deze met onvergelijkelijke energie en werk
kracht dit fonds heeft uitgebouwd tot een mo
del-fonds in Nederland. Hij heeft zijn stempel
gedrukt op heel het ziekenfondswezen in Ne
derland.
De oudste zoon, de heer Ph. F. A. M. Tami-
riau, dankte voor de eer, zijn vader bewezen.
Zijne Hoogwaardige Excellentie de Aartsbis
schop van Utrecht heeft benoemd tot pastoor
te Bekkum den zeereerwaarden heer J. A.
Kempers.
Als ochtendzon glanst tusschen denne-
ttammen en in het vruchtpluis der
wilgenroosjes
(foto V.K.P.)
„Het zou kunnen zijn, dat op zeker oogenblik
aan den Londenschen hémel een bom ontploft,
die wellicht nog grooter uitwerking heeft dan de
laatste bommen op Londen en uit een telegram
zou bestaan uit de Egyptische stad Alexandrië.
Welken inhoud dit telegram heeft, kan thans nog
niet worden gezegd, maar men kan het wel
raden
Het was Ansaldo, de bekende politieke mede
werker van het Italiaansche blad „Telegrafo",
die de vorige week bovenstaande raadselachtige
woorden tijdens een radio-rede tot de Italiaan
sche weermacht sprak. Lang is de wereld echter
over de beteekenis van deze woorden niet in het
onzekere gebleven. Het Italiaansche weer-
machtsbericht van Zondag j.l., waarin melding
werd gemaakt van het belangrijke feit, dat
vooruitgeschoven Italiaansche afdeelingen de
Egyptische grens hadden overschreden, bracht
reeds de oplossing van Ansaldo's raadsel. En
de Engelsche mededeeling, dat de Britsche troe
pen Solloem, dat in Egypte ligt, hadden opge
geven; welk bericht in het Italiaansche leger-
bericht van Maandag werd bevestigd, bewijst,
dat de Italiaansche opmarsch tegen Egypte ls
begonnen en dat de troepen hier reeds hun
eerste succes hebben kunnen boeken.
De Egyptische regeering te Cairo komt nu
wel in een zeer moeilijke positie. Tot dusver
trachtte zij een zekere neutraliteit te handha
ven ten einde het land buiten den oorlog te
houden, maar de jongste operaties aan de Egyp
tische grens dwingen Cairo thans kleur te be
kennen.
Toen Mussolini op den avond van den lOen
Juni aan het Italiaansche volk mededeelde, dat
de Italiaansche oorlogsverklaring aan de am
bassadeurs van Engeland en Frankrijk was over
handigd, zeide hij in het vervolg van zjjn rede
letterlijk: „nu de teerling is geworpen en onze
wil de brug achter ons heeft verbrand, verklaar
ik plechtig, dat Italië niet het voornemen heeft
andere volkeren, die aan Italië ter zee en te
land grenzen, in het conflict mee te sleepen.
Mogen Zwitserland, Joego-Slavië, Turkije, Egyp
te en Griekenland acte nemen van deze woor
den".
Na de Italiaansehe oorlogsverklaring verbrak
Cairo wel de diplomatieke betrekkingen met
Rome, maar verder ging de Egyptische regee
ring niet. Egypte beschouwde zich dus niet in
oorlog met de as-mogendheden. Engeland zat
evenwel niet stil. Beschikte het niet over een
bezettingsleger, vlootsteunpunten en vliegvel
den in het land van den Nijl? Indien ooit, dan
zou toch nu de waarde hiervan moeten blijken.
Intusschen ging Engeland voort zijn strijdkrach
ten in dit gebied te versterken, zonder dat
Egypte kans zag dit te verhinderen.
Weliswaar roerden de nationalistische ele
menten, die fel tegen Engeland gekeerd zijn,
zich geducht, zóó geducht zelfs, dat zij een ka
binetscrisis veroorzaakten, maar Engeland zette
zijn wil door.
Eerst thans blijkt duidelijk, hoe Egypte door
het verdrag van Augustus 1936, dat het land een
schijnbare onafhankelijkheid schonk, met han
den en voeten aan Engeland gebonden is. Het
is in dit verband wellicht interessant, enkele ar
tikelen van dit verdrag hier af te drukken.
Artikel 1 luidt: „De militaire bezetting van
Egypte door de strijdkrachten van Zijne Ma
jesteit 'den Koning en Keizer is ten einde." Dan
gaat het verder; in de plaats van den Hoogen
Commissaris komt een gezant. Egypte zal ver
zoeken als lid tot den Volkenbond te worden toe
gelaten. Bondgenootschapsverdrag. In geval van
oorlog zullen door den koning van Egypte aan
den koning van Engeland op Egyptischen bodem
alle faciliteiten en elke steun ter beschikking
worden gesteld „inclusief het gebruik van zijn
havens, vliegterreinen en verkeerswegen", tot
welke laatste ook alle telegraaf-, telefoonlijnen
en kabels gerekend worden. En verder: „Tot
het tijdstip, waarop beide verdragsmogendheden
overeenkomen, dat hét Egyptische leger in staat
is op eigen kracht de vrijheid en volledige vei
ligheid van het Suez-kanaal te garandeeren,
machtigt Zijne Majesteit, de Egyptische Koning.
Zijne Majesteit den Koning en Keizer, troepen
op Egypitschen bodem in de omgeving van het
Suez-kanaal te stationneerenAcht jaar
lang zullen zich Engelsche strijdkrachten in de
buurt van Alexandrië ophouden. Na 20 jaar zal
de kwestie der Engelsche bezetting aan een
nieuw onderzoek onderworpen worden. De sterk
te der Britsche troepen in de kanaalzone zal
10.000 man en 400 piloten niet te boven gaan,
waarbij hulp- en administratiepersoneel niet
meegeteld is. De Britsche troepen worden uit
hun tegenwoordige posities in Egypte (buiten
de kanaalzone) teruggetrokken, nadat de Egyp
tische regeering het beraamde wegen- en spoor
wegprogram heeft uitgevoerd."
Zooals men ziet heeft Engeland door dit ver
drag Egypte volkomen in zijn macht. Egypte
zou zich het liefst byiten den strijd houden en
dat weet Mussolini. Dat is ook de reden waar
om de Italiaansche pers herhaaldelijk verklaart,
dat Italië Egyptische onafhankelijkheid niet wil
aantasten. Nog dezer dagen werd van gezag
hebbende Italiaansche zijde aan United Press
medegedeeld, dat Italië, ondanks het offensief
tegen Solloem, niet van plan is Egypte den oor
log te verklaren. Italië voert slechts oorlog tegen
de Engelsche strijdkrachten in Egypte, echter
niet tegen Egypte zelf.
Men kan niet toelaten, dat Egypte gebruikt
wordt als een tegen Italië gericht steunpunt
en daarom zijn de Italiaansche troepen Egypte
binnengedrongen. Men zou het huidige offen
sief kunnen beschouwen als een „de facto-
oorlog" tegen Egypte, doch „de jure" gaat het
niet om den oorlog tegen Egypte zelf.
Nog weet men niet hoe de Egyptische regee
ring op het binnenvallen van de Italiaansche
troepen in Egyptisch gebied zal reageeren, doch
dit is wel zeker: Italië is vast besloten de Engel
sche vesting aan den Nijl op te ruimen; mét,
zonder of tegen Egypte.
Hoe waren ze hier verdoold in die exoti
sche wereld van het Amsterdamsche Kolo
niaal Museum, deze drie zwarte mannetjes
vogels, één oudere en twee jongen? Men had
ons ingefluisterd, ze kwamen ergens achter
Elburg vandaan, voor het eerst in Amster
dam, hadden tot den dag van gisteren geen
electrische tram gezien en geen film. Een
oogenblik meenden wij hen te moeten be
nijden en ware het al niet te laat, hen toe
te roepen toch te blijven waar zij waren.
Maar zij stonden daar nu eenmaal midden
in Amsterdam, gedrieën in hun kerkezwart,
de vader met flonkering van gouden knoo-
pen onder de kin, de jongens wat oudeman-
netjesachtig in hun lange zwarte broekjes,
de petten plak-vastgekleefd boven hun looze
eekhoornsnuitjes. Toen hebben wij het won
der geënterd.
Ze kwamen van Doornspijk.
„Zijn de brummels al riepe?" vroegen we, heel
onze Veluwsche dialect-kennis verzamelend.
- De oudste jongen knikte; het was zoo wied.
We liepen sameij op. Er bleek nu ook een vierde
bij het gezelschap te zijn, die er de leiding had.
Dat was een Oostzaner, waar de drie Doorn
spijkers bij logeerden. Is ons volk bodenstandig
of niet? De grond, de atmosfeer, ze maken toch
maar de menschen. Kon het Veluwsche heidorp
met zijn schralen bodem en den schemer van zijn
dennenbosschen beter geteekend zijn dan door
die schriele, wat stakige naar binnen gegroeide
knapen met hun zwijgzame monden en dat ge
heimzinnig licht in hun donkeren kolenbranders-
blik. De Oostzaner daarentegen was welgedaan
en gul als de uier van een koe, die op melken
staat. Ofschoon ook hij zich stemmig had ge
kleed, werd het dof-lakensche in zijn uiterlijk
toch volkomen overstemd door het volvette en
roomige van zijn wezen, zoo open als het wijde
waterland, dat hem had voortgebracht. Toch
was er niets week of gezapigs aan hem. Daar
voor zorgde zijn kin, een echte Hollandsche boe-
renkin, breed als een bastion en zoo hard als
een bikkel.
De Oostzaner stond dichter bij de cultuur
dan zijn ravenzwarte logé's. Hij had zelfs
den goeden smaak om met hen naar 't Ko
loniaal Instituut te trekken, iets wat helaas
maar bij weinig Amsterdammers pleegt op te
komen. En zij genoten daar. Zij liepen niet
jachtig zaal in, zaal uit, van vitrine naar
vitrine, maar gaven alles zijn tijd en de aan
dacht, die het verdiende. Die rust moest
de Oostzaner hebben gewonnen bij zijn her
kauwende koeien, die concentratie leerden ze
in Doornspijk van zoo'n roodgepluimd eek
hoorntje dat een eikel pelt. Zij keken naar
de dingen en bestudeerden de détails, zij
wisselden een woord en keken nog eens en
zij gingen geen stap verder aleer zij van alles
het fijne wisten.
Wij hadden het gevoel, dat net Koloniaal Mu
seum de dertig jaren van zijn bestaan op dit
viertal had gewacht, of de al te zeldzame en
haastige belangstelling van het Amsterdamsche
publiek aan zijn beteekenis zoo zonder meer
voorbij was gegaan en of het nu pas de deuren
van zijn exotische wereld wijd open zette voor
deze vier bescheiden genieters, simpele zonen
van een groot koloniseerend volk, die hier de
volheid hunner belangstelling brachten. En de
Oostzaner mocht al voorkeur toonen voor buffel
en karbouw, de heidedorpers voor de wijzen van
bewerking van den ruwen grond, zij waren eens
gezind in het besnuffelen van alles wat hun de
geheimen onthulde omtrent herkomst en eersten
verschijningsvorm van koffie en thee, van cacao
en rubber, van specerijen, die dagelijks bij hen
op tafel komen. Misschien dat hun oogen schrijn
den van de kleurenweelde dier vreemde, verre,
Oostersche wereld, die hen ook tegengrijnsde uit
honderden zot-booze maskers, waar de Oostza
ner braaf.om lachte, maar die de Doornspij
kers wel stilletjes beroerden, omdat de bossehen
nu eenmaal meer geheimen hebben dan pas ge
maaid hooiland. En de oudste jongen stond lang
stil bij het Balineèsche hanengevecht, zijn oogen
strak en lichtend als van de bruine knapen op
Bali,'in spanning neergehurkt.
Het Koloniaal Instituut is een uitnemend
gastheer. Niet zoodra had het wonder gerucht
van de drie heidedorpers, die nog nimmer een
film zagen, officieele regionen bereikt of daar
kwam de uitnoodiging aan de Veluwers om hier
dan in het Instituut eens mee kennis te maken.
De invitatie werd gretig aanvaard en weinige
oogenblikken later zat het gezelschap in de
groote aula, waar Mr. A. Hustinx persoonlijk zijn
kleurenfilm „Kleur en Glorie onzer Tropen" van
de Stoomvaart Maatschappij Nederland kwam
draaien en toelichten.
„Geef je ooren te hooren" zei de Oostzaner
gastheer tot de Doornspijkers.
Geruischloos schoven de gordijnen dicht. In
de groote, donkere zaal begon het filmapparaat
te snorren. Kleurige beelden vulden het doek.
Voor de verbaasde oogen van het drietal groei
de de betoovering van de uitreis van het groote
schip, de „Johan van Oldenbarneveld", naar
het verre Indië. De Doornspijkers gaven geen
kik. Des te gretiger echter becommentarieerde de
Oostzaner de wisselende tafreelen: „Allemaal
parfect!" en ,,'t is een pracht."
Bij het ronddienen van aperitieven aan boord
van het mailschip juichte hij„Ha, de kokteil
Het toeristische uitstapje der passagiers naar de
pyramiden ontlokte hem de ontboezeming: „Ik
zie zoo'n juffrouw liever dan het smoel van die
kameel". De tempels op Ceylon maakten hem
even stil: „Tjonge wat zit er een kunstwerk in
zoo'n ding". Maar op Sabang uitte hij den vreug
dekreet: „Daar leit 'domme 'n koei ook" en het
geheele eiland kreeg een pluim, zijnde „mooier
dan bij een kippeboer".
De laatste beelden vergleden van het doek.
Open schoven de gordijnen. In het daglicht
knipperden de Doornspijkers met hun oogen.
Zij zaten er wat vreemd en verwezen met) hun
lakensche petten en zoo heelemaal in het zwart.
Zij zeiden weinig.
De Oostzaner praatte honderd uit. Hij dankte
uitbundig den heer Hustinx en k'lopte ztfn jong-
sten logé vaderlijk op den schouder: „Ja, nou
heeft ie een echte film gezien en nou is ie
straks de held bij zijn kornuiten in Doornspijk."
De jongen schudde zijn hoofd: „Dè. gleuve ae
toch niet. Voor de gekstekerie, zullen ze zeggen."
Hoever liggen Amsterdam en Doornspijk he
melsbreed van elkaar?
WASHINGTON, 17 Sept. (D.N.B.). Pre
sident Roosevelt heeft het ontwerp op den
militairen dienstplicht onderteekend. Hij
heeft bepaald dat de 16de October geldt
als datum van inschrijving der burgers, die
onder de wet vallen. Een eerste contingent
van 75.000 man zal vier weken na de in
schrijving worden opgeroepen.
Aan het einde van het jaar zal het aantal
recruten 400.000, in het voorjaar 900.000 be
dragen. Gehuwden zullen Voorloopig niet wor
den opgeroepen. Bij de 400.000 man aan het
einde van 1940 zullen 36.000 negers zijn, die af
zonderlijke regimenten zullen vormen. Ook
voor de luchtmacht zullen in het vervolg kleur
lingen worden opgeroepen.
Bij de onderteekening van het ontwerp heeft
Roosevelt een formeele verklaring afgelegd,
waarin hij de invoering van den algemeenen
dienstplicht een verrijking van het Ameri-
kaansche burgerrecht noemde. Het democrati
sche beginsel van gelijke rechten en gelijke
plichten komt in de wet tot uiting.
Uit New York wordt bericht dat op de
marinewerf te Philadelphia de kiel ls ge
legd voor een' slagschip van 45.000 ton.
Eenige weken geleden is men te Brooklyn
begonnen met den bouw van een zuster
schip.
Op haar jaarvergadering te New York heeft
de „Steuben Society of America" onder meer
besloten te strijden tegen iedere propaganda,
die de Vereenigde Staten in een overzeeschen
oorlog zou kunnen verwikkelen. Er is een reso
lutie aangenomen waarin gewaarschuwd wordt
tegen verstrikkende bondgenootschappen en
militaire hulptoezeggingen." De vereeniging
stelt voor, dat Frankrijk en Engeland hun
eilanden op het Westelijk Halfrond afstaan in
afbetaling op de schulden uit den Wereldoor
log.
Naar verder wordt bericht is gisteren in het
geheele land het eerste contingent der natio
nale garde opgeroepen, in totaal 60.000 man.
Deze manschappen zullen een jaar in dienst
blijven. De garde, die tot dusverre onder de
jurisdictie van de afzonderlijke staten stond,
moet thans in het bondsleger worden opgeno
men. Het is de bedoeling, dat de leden der
garde de dienstplichtigen opleiden.
WASHINGTON, 17 Sept. (DH.B.). Minister
Huil heeft gisteren een langdurig onderhoud
gehad met den Britschen ambassadeur lord
Lothian, en den Australischen gezant Casey.
Associated Press meent te weten, dat de moge
lijke gevolgen van de Japansche houding ten
aanzien van Fransch Indo-China besproken
zijn.
Volgens geruchten zou een verdedigings
overeenkomst tusschen de Vereenigde Sta
ten en Australië, naar het voorbeeld van
die tusschen de Vereenigde Staten en Ca
nada, overwogen worden.
Volgens bericht uit New York is te St. Johns
op New Foundland met den Amerikaanschen
kruiser St. Louis een vlootcommissie onder lei
ding van vice-admiraal Greenslade aangeko
men. Deze commissie heeft tot taak. geschikte
terreinen te zoeken voor de vloot- en lucht-
bases, welke Engeland op grond van de onlangs
gesloten overeenkomst aan Amerika zal af
staan.
Zooals verder wordt bericht, maakt thans
de commissie voor de verdediging van
Amerika ook reclame voor het afstaan -van
25 z.g.n. „vliegende vestingen" aan Enge
land. Deze propagandacampagne is Maan
dag in den Senaat zeer scherp door
isolationisten aangevallen. De democraat
Clark gaf uiting aan de vrees, dat de voor
standers van een dergelijke handelwijze
niet tevreden zullen zijn met het afstaan
Van bombardementsvliegtuigen, maar op
zekeren dag ook zullen verlangen dat slag
schepen en troepen worden gezonden.
STOCKHOLM, 17 Sept. (D.N.B.) Churchill
zou, volgens berichten uit Londen, het voorne
men hebben, het mandaat van het huidige La
gerhuis te verlengen. Normaliter zou de zittings
periode van het Lagerhuis op 20 September
geëindigd zijn. In buitenlandsche kringen te
Londen verklaart men dit voornemen van
Churchill daarmede, dat hij in elk geval een
volksuitspraak uit den weg wil gaan.
GENEVE, 17 Sept. (D.N.B.) Naar uit Vichy
gemeld wordt, ls de naar Fransch gebied ge
vluchte Belgische emigrantenregeering ont
bonden.