Van drie ravenzwarte vogels in een exotische wereld Het Italiaansche offensief langs de kust van Egypte LANGS ZANDVLAKTEN, HOOGTEN EN VENNEN IN ONS NATIONALE PARK Ontmoetingen met herten en Mouflonschapen Regeering te Cairo in een moeilijke positie Het Engelsch-Egyptisch verdrag van 1936 De Oostzaner en zijn logé 's Ontmoeting in het Kol. Instituut Roosevelt onderteekent dienstplichtontwerp Naar overeenkomst van V.S. met Australië? Schoonheid Van hosschen en Jeneüerbesheide Kerkdijk leven DINSDAG 17 SEPTEMBER 1940 DE POLITIEKE BOTSING IN DEN HAAG Politie-agenten in vrijheid gesteld Middelbaar Onderwijs aan het I.V.U.N. Boonen aan de veilingen R.K. LEERGANGEN Begrafenis dr. Ph. L. M. M. Taminiau BENOEMING IN HET AARTSBISDOM Kiel gelegd 'voor groot slagschip te Philadelphia Contingent der Nationale Garde opgeroepen Actie voor afstaan van „vliegende forten' aan Engeland Zal Churchill mandaat van Lagerhuis verlengen? Belgische „regeering" ontbonden Op onze verkenningen door het Nationale Park „De Hooge Veluwe", dat wij in de heerlijk- Zonnige eerste Septemberweek_ bezochten, be steedden wij een geheelen dag'aan een wandel- zwerftocht dwars over de hei en door de zand verstuivingen met zooveel genot, dat wij den lezer alleszins kunnen aanraden bij gelegen heid ons voorbeeld te volgen. Maar ook kunnen Wij hem aanbevelen het natuur-reservaat eens in alle richtingen op de fiets te doorkruisen. Er zijn hier mooie rijwielpaden, die ons met alle vormen van landschapsschoon in aanra king brengen. Bovendien doen deze ons vlug eèn of ander plekje bereiken, waar de fiets kan worden neergezet en een kleine verkenning te voet moet worden ondernomen in het om- tingende gebied. Men heeft aldus uitstekend gelegenheid ver schillende „planten-gemeenschappen" te be zien, waarvan wij reeds melding maakten. Het Pad langs de Deelensche Wasch, dit mooie ven netje met de blanke abeelenpracht langs den rand, voert ons door droge hei of ook vochtiger heidevelden met rijke begroeiing. Op de droge hei domineert natuurlijk onze Calluna, begin September druk bezocht door de bijen uit de hier °P vele plaatsen neergezette korven. Daarlus- schen bloeien dan nog de bescheiden, maar fijn- gevormde gele vlindertjes der kruipbrem, ter- Wijl heldergele sterretjes van de ganzerik, sa- toen met groene en grijze mosplakkaten, de rUimten tusschen de heistruiken verder opvul len. En licht ziet men hier ook bij zonnig weer een hagedisje, dat u met de heldere kraaloog jes aanstaart, om bij de minste verdachte be weging van onzen kant tusschen mos of wor tels weg te schieten. Nu, er loopen hier op een Zonnedag torren, vliegen en andere insecten ge- hoeg rond om het diertje aan voedsel te hei- Pen. En daarom ook ziet men hier op zonnige, Zandige plaatsen, zooals langs de ruiterpaden, overal de trechtertjes van de mierenleeuwlar ven, onder in deze listig gevormde valkuilen Wachtende op een argelooze mier, die plotse ling naar beneden zal tuimelen, om dan als wel kome buit te worden leeggezogen. Het loont zeker ook de moeite in het oostelijk gebied eens een stuk vochtige, veenachtige hei te doorkruisen. De aanwezigheid van meer water In den bodem wordt al dadelijk zichtbaar door het verschijnen der bleek-paarse dophei-klok jes, en der lange, stijve bladsprieten en bloei- stengels van het Molinia-gras, de bekend pijpe- strootjes. Als u onder den druk der omstan digheden weer een oud-vaderlandschen Gouwe- haar bent gaan rooken, zijn hier doorstekers genoeg te vinden! Steeds mopier wordt de veenheide, naar mate wij meer naar een der blinkende ven netjes afdalen. Hier schitteren als edel- steenen de diep-blauwe gentiaan-klokjes, hier geurt de munt en blinken heldere parels op de blaadjes der zonnedauw: ontijdig graf voor menig argeloos insect. Libellenvleugels blikkeren aan alle kanten, en juist als wij de schoonheid van deze kleurige vliegers be wonderen, doet een zwaar vleugelgeklap ons W'eer opzien in de richting, waar een korhoen Werd opgejaagd. Dan weer zien we een heele familie wilde eenden rondzwemmen in een plas, die achter een heuvelkam zichtbaar wordt. Die zijn daar nu veiliger dan vorigen winter, toen hier zeearenden rondzwierven, en de opgejaagde eenden bovendien nog kans liepen te worden gegrepen door een havik, die op eenigen afstand zijn kans zat af te Wachten! Hier ziet men ook, waar een zandpad de heide doorsnijdt, tallooze sporen van herten, reeën en °°k mouflon-schapen, die in het beschuttende duister naar de vtenplas-fo zijn afgedaald om hun dorst te lesschen en tevens den watervoor raad in te nemen, welke een herkauwer noodig heeft, die overdag op de heide, in bossehen en Zandverstuivingen zijn voedsel moet zoeken, of daar het groen verteert, dat des nachts in la- Sere gedeelten werd afgegraasd. Als men dan ook deze dieren overdag te zien *il krijgen kan men wel het best de fiets er- Sens neerzetten in het droge westelijke gebied van het Oud-Reemster Zand hoewel men zich dan tevens terdege dient te oriënteeren om het trouwe stalen ros later weer te kunnen terugvin den! Maar zulk een tocht loont de moeite ruim schoots, al kan het een warm ploeteren worden, bergop-bergaf door het mulle zand. Hier ziet dien ook overal planten een taaien strijd voe- ren om in de stuivende massa's toch neg wortel be kunnen schieten. Mossen en korstmossen win den langzaam terrein, samen met enkele harde Glassoorten, die ook veel droogte kunnen ver dragen. Kromgegroeide dennen en eiken bekro- hen vaak de toppen of vullen de dalen en doen allerlei hoeken ontstaan, waar het wild over dag graag wegschuilt. En zoo kan het den zwer- Ver overkomen, dat hij op vrij korten afstand een kudde herten ziet grazen, en zelfs, als de w'nd gunstig is, zoodat de dieren geen „lucht" ^i'Ügen, minutenlang door den kijker het slanke Profiel der wijfjes en het machtige gewei der Plannetjes kan bewonderen. Tot plotseling een der dieren onraad bespeurt, en alle met de Groote, vochtige oogen den vreemdeling aan staren. Oogenblikken van onvergelijkelijk na- tuurgenot ook als de heele kudde met sier- •i.ike sprongen wegvlucht achter een bescher menden heuvelkam. Als men in dit wilde gebied diep genoeg doordringt zal men ook het beroemde Jenc- Verbessenbosch bereiken, dat alleen al de moeite van een wandeling door het rulle zand zeker beloont. Een vrij groot gebied ten Zuidoosten van Otterloo is nog dicht be- pecoratieve schoonheid van Jeneverbessen in het eenzame reservaat ten Zuiden van Otterloo (foto V.K.P.) dekt met dezen merkwaardigen inheemschen conifeer, die zoo zeldzaam stijlvol zijn ke gelvormige, vertakte vormen tegen den he mel afteekent. De Juniperus groeit hier me tershoog en bij honderden rijen zich de don kergroene, stekelige kronen over de golven de heidevlakten. Dit is een landschapsbeeld van unieke schoonheid, dat een echt natuur liefhebber bij een bezoek aan ons nationale reservaat niet gaarne zal willen missen. Maar ook de bossehen der Hooge Veluwe ver dienen volop zijn aandacht. Daarvoor echter kan hij beter de terreinen opzoeken buiten de „wild baan": dat is hej; uitgestrekte zuidelijke deel, waar het groote wild vrij' grazen mag. Want dit vreet het grootste gedeelte weg van het lage groen, dat nog hier en daar wil opschieten. Zeer opvallend is dan ook bijvoorbeeld het ver schil tusschen de bossehen bij den Franschen Berg, die binnen en buiten het hek liggen. Waar het wild komt grazen is de bodem doodsch en dor: een eentonig naaldendek. Maar in het af gesloten deel, waar de wandelpaden de hellin gen beklimmen en afdalen, vindt men een prach tige begroeiing, die meerdere „étages" omvat. Het is het natuurlijke eiken-berkenbosch der hooge zandgronden, daj hier nog in ongeschon den vorm bewaard bleef. Eiken, berken en lijs terbes bedekken de glooiingen. Van de laatste gloeien alom de oranjeroode bessen, verlokkend voedsel voor vele vogels die hiervan eten en zoo tevens de harde zaden zullen verspreiden. Deco ratief zijn zeker ook de bessen aan de kamper foeliestengels: bochtige liahen die hoog opklim men tusschen het hout. En lager vindt men om maar een greep te doen statige adelaars varens, boschbessen met de laatste vruchten, de sierlijke, immergroene vossenbes met zijn witte bloemklokjes, eveneens nog bloeiende val- sche salie, en ook veel bessen van het dalkruid, dat in de lente hier de hellingen met zijn bloempjes heeft overdekt. Als men door deze plantenweelde rondzwerft geniet men tevens van de prachtigste vergezich ten over de Veluwe, zoowel naar het Zuiden waar de eindelooze heidevelden tot in nevelige verten wegdeinen, als in andere richtingen, waar de wind de toppen der dennen doet ruischen. Het dennenbosch in dit noordelijk deel van ons Na tionale Park vormt ook een heerlijk terrein voor wandel- en fietstochten. Een rit van Hoenderloo naar Otterloo, over Sint Hubertus en de Pampelt, als de ochtendzon nog wordt gevangen in de zilve ren nevels tusschen de stammen, brengt een zeldzame bekoring met zich mee. Ook in den nazomer, wanneer bonte zwammen den bodem kleuren, rijpe bramen lokkend langs de greppels staan en in het. vruchtpluis der wilgenroosjes het jonge zonlicht met sneeuw- witten glans wordt weerkaatst. Zulk een goed onderhouden dennenbosch met veel onderhout, tevens door sparren, berken en ander hout afgewisseld, is inderdaad bijzonder mooi. Niet alleen dat: Het is ook een natuurlij ker en gezonder vorm van begroeiing dan het eentonige alléén-dennenbosch. De bodem blijft opener, verzuurt niet zoo licht en allerlei voor het dennenhout schadelijke insecten kunnen zich minder goed ontwikkelen, juist omdat ook vele andere boomen en planten aanwezig zijn. Ook leven in zulk een gevarieerd bosch veel meer vijanden van rupsen en larven, zooals bijvoor beeld zangvogels of ook mierèn zijn. U ziet: de boschbouw omvat lleel wat problemen van theo retisch en practisch nut en het is dan ook te begrijpen dat hier uitgebreid biologisch onder zoek wordt verricht. Maar daarover schrijven we een andermaal wel eens uitvoeriger. Wij hebben hier slechts enkele' grepen uit het rijke natuurleven der onvolprezen „Hooge Veluwe" kunnen doen. Wel willen wij nog ver melden het onvergetelijke afscheid bij ons Sep- temberbezoek aan dit natuurreservaat. Wij fietsten na zonsondergang van de Deelensche Wasch zuidwaarts, rustig rijdende, omdat op zoo'n kalmen, blanken avond, als alle gerucht gaat verstillen, men als vanzelf vaart mindert om stillekens een ongekenden vrede te onder gaan. Toen zagen wij in de verstuivingen van het Deelensche Zand een flinke kudde mouflons grazen. De dieren trokken langzaam oost waarts, en prachtig waren de gekromde horens der rammen waar te nemen in het late licht De geheele kudde bood in deze omgeving een beeld van vrij dierenleven, dat in den mensch, die anders gewoon is alleen stadsmuren te zien, weer een weldadig heimwee naar de ongerepte schoonheden der natuur weet op te wekken beter nog: deze schoonheden opnieuw doet ^er" leven. Maar schooner nog is de herinnering aan de hertenkudde, die wij verderop ontmoetten. Sche mering viel al over de heide, zoodat de paarse gloed der bloemen met den blauwgrijzen doom, die langzaam uit den bodem omhoogsteeg, tot een teergetinten sluier samensmolt. Een heu velkam teekende zich voor ons reeds bijna zwart af tegen den nog bleek-lichtenden westelijken hemel. Toen zagen wij daarop plotseling, op vrij korten afstand, de sierlijke contouren afge- teekend van een aantal herten, die langzaam grazend voortgingen. Een mannetjeshert stond in het midden, en richtte den fieren kop met het breede gewei speurend naar ons toe zoodat het nobele silhouet hiervan in scherpe lijnen zichtbaar werd. Was het won der dat wij toen terugdachten aan de legen de van St. Hubertus, den feilen jager, die zich tot hooger leven bekeerde, nadat hij tusschen de geweitakken van een achter volgd hert een kruis had zien oprijzen? Zoo ook kan nu nog de omgang met deze heerlijke natuur voor een aandachtig en juist gestemd toeschouwer worden: een weg om God beter te vinden. M. fi. Naar het A.N.P. verneemt, zijn de politie agenten, die Zaterdag 7 September j.l. in de Balistraat te Den Haag revolverschoten hadden gelost op eenige leden van de weer-afdeeling der N.S.B., waardoor de W.A.-man Peter Ton werd gedood en eenige andere nationaal-socia- listen werden gewond, en die deswege in voor- loopig arrest zijn gehouden, weder in vrijheid gesteld, nu bij den hoofdcommissaris van po litie een verzoekschrift daartoe van de moeder en de zuster van den gedoode, zoomede van diens W.A.-vendel, was ingekomen, in welk verzoekschrift tevens uiterste clementie voor deze agenten werd bepleit. Op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Don derdag 23, 24, ,25 en 26 September as. wordt aan het Instituut voor Uitgebreid Nijverheids onderwijs der Sint Josephs Gezellen Vereeni- ging aan de Stadhouderskade No. 51 te Am sterdam Zuid, des avonds van 7 tot 9 uur een inschrijving gehouden van nieuwe cursisten, die wenschen te worden opgeleid voor de vol gende beroepen; Bouwkundig Opzichter, Bouw kundig Teekenaar of Uitvoerder van bouwwer ken, Leeraar bij het Nijverheidsonderwijs in het Bouwkundig Teekenen (Akte N3) en in het Timmeren (Akte Nb). In samenwerking met den R.K. Bond voor Bouwpatroons wordt ook een opleiding gege ven voor het examen „Vestigings-eischen Bouw- patroon" voor de technische bekwaamheid. In samenwerking met den RJK. Bond van Schilderspatroons „Sint Lucas" wordt een op leiding verzorgd voor het examen „Vestigings- eischen Schilderspatroon", voor welk examen in Augustus 1940 twee/derde deel van het aan tal onzer candidaten is geslaagd. De lessen aan het Instituut worden 2 a 3 avonden per week gegeven. Het lesgeld be draagt vOor het eerste lesjaar f 1.50 per week, terwijl voor de benoodigde boeken met een be drag van f8.— kan worden volstaan. Het cursusgeld voor den schilderscursus be draagt f 2 per week, het gebruik van materialen inbegrepen en bij voldoende deelname. De aanmelding voor de nieuwe cursussen kan ook schriftelijk geschieden aan reeds ge noemd adres der school. De nieuwe cursussen vangen aan in het be gin der maand October a.s. De nieuwe cursisten, ook zij die zich schrif telijk hebben aangemeld, worden eind Septem ber voor een vergadering opgeroepen, in welke bijeenkomst alle inlichtingen zullen worden gegeven en een uiteenzetting van de onderwijs methode. Het behoeft geen betoog, dat een middelbaar technische ontwikkeling voor hen die aanleg en ambitie hebben tot studeeren, alleszins aan bevelenswaardig is. Moge deze oproep bij vele jongemannen weer klank vinden om tot een besluit te komen alles in het werk te stellen om hun kennis te ver- grooten om later in het maatschappelijke leven een leidende functie te kunnen bekleeden. Door arbeidskennis komen arbeidsvaardigheid en arbeidsliefde. De Ned. Groenten en Fruit Centrale heeft aan de veilingen medegedeeld, dat met ingang van Maandag 16 September geen boonen meer voor rekening dezer Centrale ten behoeve van de zouterjj worden afgenomen. Alle niét voor export afgenomen boonen val len derhalve onder de binnenlandsche ophoud en vergoedingsprijzen en komen bij doordraai ter beschikking van de afdeeling Distributie. Het 29ste cursusjaar der R.K. Leergangen te Tilburg zal worden geopend' Zaterdag 21 Sep tember met een plechtige Hoogmis om 10 uur in de St. Jozefkerk, waarna de rector het jaarver slag 19391940 zal uitbrengen en dr. H. H. Knippenberg een openbare les zal geven over: „Roman en Novelle in Nederland na 1880." Te Tilburg is onder overweldigende belang stelling ter aarde besteld het) stoffelijk over schot van dr. Ph. L. M. M. Taminiau, in leven geneesheer te dier stede. Als slippendragers fungeerden dr. F. S. P. van Buchem, C. H. Kuit en C. Postma namens het bestuur van de af deeling Tilburg van de Ned. Mij. tot bevordering der Geneeskunst en dr. J. Goossens namens het bestuur van het Algemeen Afdeelingszieken- fonds. Onder de talrijken, die in den stoet kerk- en grafwaarts gingen, waren mr. J. van e Mortel, burgemeester van Tilburg, de wet- ïouders H. Eijkemans, mr. Scheidelaar, L. anssen en H. van Dullemen, de heer H. M. J. Blomjous, lid van de Eerste Kamer, leden an het hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, de administra- eur en het personeel van het Afdeelingszieken- onds en van het Ziekenverplegingsfonds Noord- rabant, deputaties van het bestuur der Tilb. Ver. tot bestrijding van de Tuberculose, de heer Mannaerts, voorzitter van de Kamer van Koop handel, en anderen. De ruime St. Jozefkerk was geheel bezet. Na de plechtige H. Requiemmis volgde de ter aardebestelling op het kerkhof aan de Oisterwijksche Baan. De baar ging be- olven onder kransen. Aan de groeve heeft nog het woord gevoerd dr. J. A. Klein Swormink uit Breda, die namens de Ned. Mij. tot bevor dering der Geneeskunst getuigde van de sym pathie, die de thans overledene genoot in dezen kring. Dr. .F. S. P. van Buchem, vice-voorzitter van de afdeeling Tilburg van bovengenoemden kring, prees hem als een man van groote be gaafdheden, die het vertrouwen van zijn pa tiënten en de hoogachting van zijn collega's had. Dr. Postma sprak namens het bestuur van het afdeelingsziekenfonds, wiens eerste en eeni ge voorzitter dr. Taminiau is geweest, en zei, dat, deze met onvergelijkelijke energie en werk kracht dit fonds heeft uitgebouwd tot een mo del-fonds in Nederland. Hij heeft zijn stempel gedrukt op heel het ziekenfondswezen in Ne derland. De oudste zoon, de heer Ph. F. A. M. Tami- riau, dankte voor de eer, zijn vader bewezen. Zijne Hoogwaardige Excellentie de Aartsbis schop van Utrecht heeft benoemd tot pastoor te Bekkum den zeereerwaarden heer J. A. Kempers. Als ochtendzon glanst tusschen denne- ttammen en in het vruchtpluis der wilgenroosjes (foto V.K.P.) „Het zou kunnen zijn, dat op zeker oogenblik aan den Londenschen hémel een bom ontploft, die wellicht nog grooter uitwerking heeft dan de laatste bommen op Londen en uit een telegram zou bestaan uit de Egyptische stad Alexandrië. Welken inhoud dit telegram heeft, kan thans nog niet worden gezegd, maar men kan het wel raden Het was Ansaldo, de bekende politieke mede werker van het Italiaansche blad „Telegrafo", die de vorige week bovenstaande raadselachtige woorden tijdens een radio-rede tot de Italiaan sche weermacht sprak. Lang is de wereld echter over de beteekenis van deze woorden niet in het onzekere gebleven. Het Italiaansche weer- machtsbericht van Zondag j.l., waarin melding werd gemaakt van het belangrijke feit, dat vooruitgeschoven Italiaansche afdeelingen de Egyptische grens hadden overschreden, bracht reeds de oplossing van Ansaldo's raadsel. En de Engelsche mededeeling, dat de Britsche troe pen Solloem, dat in Egypte ligt, hadden opge geven; welk bericht in het Italiaansche leger- bericht van Maandag werd bevestigd, bewijst, dat de Italiaansche opmarsch tegen Egypte ls begonnen en dat de troepen hier reeds hun eerste succes hebben kunnen boeken. De Egyptische regeering te Cairo komt nu wel in een zeer moeilijke positie. Tot dusver trachtte zij een zekere neutraliteit te handha ven ten einde het land buiten den oorlog te houden, maar de jongste operaties aan de Egyp tische grens dwingen Cairo thans kleur te be kennen. Toen Mussolini op den avond van den lOen Juni aan het Italiaansche volk mededeelde, dat de Italiaansche oorlogsverklaring aan de am bassadeurs van Engeland en Frankrijk was over handigd, zeide hij in het vervolg van zjjn rede letterlijk: „nu de teerling is geworpen en onze wil de brug achter ons heeft verbrand, verklaar ik plechtig, dat Italië niet het voornemen heeft andere volkeren, die aan Italië ter zee en te land grenzen, in het conflict mee te sleepen. Mogen Zwitserland, Joego-Slavië, Turkije, Egyp te en Griekenland acte nemen van deze woor den". Na de Italiaansehe oorlogsverklaring verbrak Cairo wel de diplomatieke betrekkingen met Rome, maar verder ging de Egyptische regee ring niet. Egypte beschouwde zich dus niet in oorlog met de as-mogendheden. Engeland zat evenwel niet stil. Beschikte het niet over een bezettingsleger, vlootsteunpunten en vliegvel den in het land van den Nijl? Indien ooit, dan zou toch nu de waarde hiervan moeten blijken. Intusschen ging Engeland voort zijn strijdkrach ten in dit gebied te versterken, zonder dat Egypte kans zag dit te verhinderen. Weliswaar roerden de nationalistische ele menten, die fel tegen Engeland gekeerd zijn, zich geducht, zóó geducht zelfs, dat zij een ka binetscrisis veroorzaakten, maar Engeland zette zijn wil door. Eerst thans blijkt duidelijk, hoe Egypte door het verdrag van Augustus 1936, dat het land een schijnbare onafhankelijkheid schonk, met han den en voeten aan Engeland gebonden is. Het is in dit verband wellicht interessant, enkele ar tikelen van dit verdrag hier af te drukken. Artikel 1 luidt: „De militaire bezetting van Egypte door de strijdkrachten van Zijne Ma jesteit 'den Koning en Keizer is ten einde." Dan gaat het verder; in de plaats van den Hoogen Commissaris komt een gezant. Egypte zal ver zoeken als lid tot den Volkenbond te worden toe gelaten. Bondgenootschapsverdrag. In geval van oorlog zullen door den koning van Egypte aan den koning van Engeland op Egyptischen bodem alle faciliteiten en elke steun ter beschikking worden gesteld „inclusief het gebruik van zijn havens, vliegterreinen en verkeerswegen", tot welke laatste ook alle telegraaf-, telefoonlijnen en kabels gerekend worden. En verder: „Tot het tijdstip, waarop beide verdragsmogendheden overeenkomen, dat hét Egyptische leger in staat is op eigen kracht de vrijheid en volledige vei ligheid van het Suez-kanaal te garandeeren, machtigt Zijne Majesteit, de Egyptische Koning. Zijne Majesteit den Koning en Keizer, troepen op Egypitschen bodem in de omgeving van het Suez-kanaal te stationneerenAcht jaar lang zullen zich Engelsche strijdkrachten in de buurt van Alexandrië ophouden. Na 20 jaar zal de kwestie der Engelsche bezetting aan een nieuw onderzoek onderworpen worden. De sterk te der Britsche troepen in de kanaalzone zal 10.000 man en 400 piloten niet te boven gaan, waarbij hulp- en administratiepersoneel niet meegeteld is. De Britsche troepen worden uit hun tegenwoordige posities in Egypte (buiten de kanaalzone) teruggetrokken, nadat de Egyp tische regeering het beraamde wegen- en spoor wegprogram heeft uitgevoerd." Zooals men ziet heeft Engeland door dit ver drag Egypte volkomen in zijn macht. Egypte zou zich het liefst byiten den strijd houden en dat weet Mussolini. Dat is ook de reden waar om de Italiaansche pers herhaaldelijk verklaart, dat Italië Egyptische onafhankelijkheid niet wil aantasten. Nog dezer dagen werd van gezag hebbende Italiaansche zijde aan United Press medegedeeld, dat Italië, ondanks het offensief tegen Solloem, niet van plan is Egypte den oor log te verklaren. Italië voert slechts oorlog tegen de Engelsche strijdkrachten in Egypte, echter niet tegen Egypte zelf. Men kan niet toelaten, dat Egypte gebruikt wordt als een tegen Italië gericht steunpunt en daarom zijn de Italiaansche troepen Egypte binnengedrongen. Men zou het huidige offen sief kunnen beschouwen als een „de facto- oorlog" tegen Egypte, doch „de jure" gaat het niet om den oorlog tegen Egypte zelf. Nog weet men niet hoe de Egyptische regee ring op het binnenvallen van de Italiaansche troepen in Egyptisch gebied zal reageeren, doch dit is wel zeker: Italië is vast besloten de Engel sche vesting aan den Nijl op te ruimen; mét, zonder of tegen Egypte. Hoe waren ze hier verdoold in die exoti sche wereld van het Amsterdamsche Kolo niaal Museum, deze drie zwarte mannetjes vogels, één oudere en twee jongen? Men had ons ingefluisterd, ze kwamen ergens achter Elburg vandaan, voor het eerst in Amster dam, hadden tot den dag van gisteren geen electrische tram gezien en geen film. Een oogenblik meenden wij hen te moeten be nijden en ware het al niet te laat, hen toe te roepen toch te blijven waar zij waren. Maar zij stonden daar nu eenmaal midden in Amsterdam, gedrieën in hun kerkezwart, de vader met flonkering van gouden knoo- pen onder de kin, de jongens wat oudeman- netjesachtig in hun lange zwarte broekjes, de petten plak-vastgekleefd boven hun looze eekhoornsnuitjes. Toen hebben wij het won der geënterd. Ze kwamen van Doornspijk. „Zijn de brummels al riepe?" vroegen we, heel onze Veluwsche dialect-kennis verzamelend. - De oudste jongen knikte; het was zoo wied. We liepen sameij op. Er bleek nu ook een vierde bij het gezelschap te zijn, die er de leiding had. Dat was een Oostzaner, waar de drie Doorn spijkers bij logeerden. Is ons volk bodenstandig of niet? De grond, de atmosfeer, ze maken toch maar de menschen. Kon het Veluwsche heidorp met zijn schralen bodem en den schemer van zijn dennenbosschen beter geteekend zijn dan door die schriele, wat stakige naar binnen gegroeide knapen met hun zwijgzame monden en dat ge heimzinnig licht in hun donkeren kolenbranders- blik. De Oostzaner daarentegen was welgedaan en gul als de uier van een koe, die op melken staat. Ofschoon ook hij zich stemmig had ge kleed, werd het dof-lakensche in zijn uiterlijk toch volkomen overstemd door het volvette en roomige van zijn wezen, zoo open als het wijde waterland, dat hem had voortgebracht. Toch was er niets week of gezapigs aan hem. Daar voor zorgde zijn kin, een echte Hollandsche boe- renkin, breed als een bastion en zoo hard als een bikkel. De Oostzaner stond dichter bij de cultuur dan zijn ravenzwarte logé's. Hij had zelfs den goeden smaak om met hen naar 't Ko loniaal Instituut te trekken, iets wat helaas maar bij weinig Amsterdammers pleegt op te komen. En zij genoten daar. Zij liepen niet jachtig zaal in, zaal uit, van vitrine naar vitrine, maar gaven alles zijn tijd en de aan dacht, die het verdiende. Die rust moest de Oostzaner hebben gewonnen bij zijn her kauwende koeien, die concentratie leerden ze in Doornspijk van zoo'n roodgepluimd eek hoorntje dat een eikel pelt. Zij keken naar de dingen en bestudeerden de détails, zij wisselden een woord en keken nog eens en zij gingen geen stap verder aleer zij van alles het fijne wisten. Wij hadden het gevoel, dat net Koloniaal Mu seum de dertig jaren van zijn bestaan op dit viertal had gewacht, of de al te zeldzame en haastige belangstelling van het Amsterdamsche publiek aan zijn beteekenis zoo zonder meer voorbij was gegaan en of het nu pas de deuren van zijn exotische wereld wijd open zette voor deze vier bescheiden genieters, simpele zonen van een groot koloniseerend volk, die hier de volheid hunner belangstelling brachten. En de Oostzaner mocht al voorkeur toonen voor buffel en karbouw, de heidedorpers voor de wijzen van bewerking van den ruwen grond, zij waren eens gezind in het besnuffelen van alles wat hun de geheimen onthulde omtrent herkomst en eersten verschijningsvorm van koffie en thee, van cacao en rubber, van specerijen, die dagelijks bij hen op tafel komen. Misschien dat hun oogen schrijn den van de kleurenweelde dier vreemde, verre, Oostersche wereld, die hen ook tegengrijnsde uit honderden zot-booze maskers, waar de Oostza ner braaf.om lachte, maar die de Doornspij kers wel stilletjes beroerden, omdat de bossehen nu eenmaal meer geheimen hebben dan pas ge maaid hooiland. En de oudste jongen stond lang stil bij het Balineèsche hanengevecht, zijn oogen strak en lichtend als van de bruine knapen op Bali,'in spanning neergehurkt. Het Koloniaal Instituut is een uitnemend gastheer. Niet zoodra had het wonder gerucht van de drie heidedorpers, die nog nimmer een film zagen, officieele regionen bereikt of daar kwam de uitnoodiging aan de Veluwers om hier dan in het Instituut eens mee kennis te maken. De invitatie werd gretig aanvaard en weinige oogenblikken later zat het gezelschap in de groote aula, waar Mr. A. Hustinx persoonlijk zijn kleurenfilm „Kleur en Glorie onzer Tropen" van de Stoomvaart Maatschappij Nederland kwam draaien en toelichten. „Geef je ooren te hooren" zei de Oostzaner gastheer tot de Doornspijkers. Geruischloos schoven de gordijnen dicht. In de groote, donkere zaal begon het filmapparaat te snorren. Kleurige beelden vulden het doek. Voor de verbaasde oogen van het drietal groei de de betoovering van de uitreis van het groote schip, de „Johan van Oldenbarneveld", naar het verre Indië. De Doornspijkers gaven geen kik. Des te gretiger echter becommentarieerde de Oostzaner de wisselende tafreelen: „Allemaal parfect!" en ,,'t is een pracht." Bij het ronddienen van aperitieven aan boord van het mailschip juichte hij„Ha, de kokteil Het toeristische uitstapje der passagiers naar de pyramiden ontlokte hem de ontboezeming: „Ik zie zoo'n juffrouw liever dan het smoel van die kameel". De tempels op Ceylon maakten hem even stil: „Tjonge wat zit er een kunstwerk in zoo'n ding". Maar op Sabang uitte hij den vreug dekreet: „Daar leit 'domme 'n koei ook" en het geheele eiland kreeg een pluim, zijnde „mooier dan bij een kippeboer". De laatste beelden vergleden van het doek. Open schoven de gordijnen. In het daglicht knipperden de Doornspijkers met hun oogen. Zij zaten er wat vreemd en verwezen met) hun lakensche petten en zoo heelemaal in het zwart. Zij zeiden weinig. De Oostzaner praatte honderd uit. Hij dankte uitbundig den heer Hustinx en k'lopte ztfn jong- sten logé vaderlijk op den schouder: „Ja, nou heeft ie een echte film gezien en nou is ie straks de held bij zijn kornuiten in Doornspijk." De jongen schudde zijn hoofd: „Dè. gleuve ae toch niet. Voor de gekstekerie, zullen ze zeggen." Hoever liggen Amsterdam en Doornspijk he melsbreed van elkaar? WASHINGTON, 17 Sept. (D.N.B.). Pre sident Roosevelt heeft het ontwerp op den militairen dienstplicht onderteekend. Hij heeft bepaald dat de 16de October geldt als datum van inschrijving der burgers, die onder de wet vallen. Een eerste contingent van 75.000 man zal vier weken na de in schrijving worden opgeroepen. Aan het einde van het jaar zal het aantal recruten 400.000, in het voorjaar 900.000 be dragen. Gehuwden zullen Voorloopig niet wor den opgeroepen. Bij de 400.000 man aan het einde van 1940 zullen 36.000 negers zijn, die af zonderlijke regimenten zullen vormen. Ook voor de luchtmacht zullen in het vervolg kleur lingen worden opgeroepen. Bij de onderteekening van het ontwerp heeft Roosevelt een formeele verklaring afgelegd, waarin hij de invoering van den algemeenen dienstplicht een verrijking van het Ameri- kaansche burgerrecht noemde. Het democrati sche beginsel van gelijke rechten en gelijke plichten komt in de wet tot uiting. Uit New York wordt bericht dat op de marinewerf te Philadelphia de kiel ls ge legd voor een' slagschip van 45.000 ton. Eenige weken geleden is men te Brooklyn begonnen met den bouw van een zuster schip. Op haar jaarvergadering te New York heeft de „Steuben Society of America" onder meer besloten te strijden tegen iedere propaganda, die de Vereenigde Staten in een overzeeschen oorlog zou kunnen verwikkelen. Er is een reso lutie aangenomen waarin gewaarschuwd wordt tegen verstrikkende bondgenootschappen en militaire hulptoezeggingen." De vereeniging stelt voor, dat Frankrijk en Engeland hun eilanden op het Westelijk Halfrond afstaan in afbetaling op de schulden uit den Wereldoor log. Naar verder wordt bericht is gisteren in het geheele land het eerste contingent der natio nale garde opgeroepen, in totaal 60.000 man. Deze manschappen zullen een jaar in dienst blijven. De garde, die tot dusverre onder de jurisdictie van de afzonderlijke staten stond, moet thans in het bondsleger worden opgeno men. Het is de bedoeling, dat de leden der garde de dienstplichtigen opleiden. WASHINGTON, 17 Sept. (DH.B.). Minister Huil heeft gisteren een langdurig onderhoud gehad met den Britschen ambassadeur lord Lothian, en den Australischen gezant Casey. Associated Press meent te weten, dat de moge lijke gevolgen van de Japansche houding ten aanzien van Fransch Indo-China besproken zijn. Volgens geruchten zou een verdedigings overeenkomst tusschen de Vereenigde Sta ten en Australië, naar het voorbeeld van die tusschen de Vereenigde Staten en Ca nada, overwogen worden. Volgens bericht uit New York is te St. Johns op New Foundland met den Amerikaanschen kruiser St. Louis een vlootcommissie onder lei ding van vice-admiraal Greenslade aangeko men. Deze commissie heeft tot taak. geschikte terreinen te zoeken voor de vloot- en lucht- bases, welke Engeland op grond van de onlangs gesloten overeenkomst aan Amerika zal af staan. Zooals verder wordt bericht, maakt thans de commissie voor de verdediging van Amerika ook reclame voor het afstaan -van 25 z.g.n. „vliegende vestingen" aan Enge land. Deze propagandacampagne is Maan dag in den Senaat zeer scherp door isolationisten aangevallen. De democraat Clark gaf uiting aan de vrees, dat de voor standers van een dergelijke handelwijze niet tevreden zullen zijn met het afstaan Van bombardementsvliegtuigen, maar op zekeren dag ook zullen verlangen dat slag schepen en troepen worden gezonden. STOCKHOLM, 17 Sept. (D.N.B.) Churchill zou, volgens berichten uit Londen, het voorne men hebben, het mandaat van het huidige La gerhuis te verlengen. Normaliter zou de zittings periode van het Lagerhuis op 20 September geëindigd zijn. In buitenlandsche kringen te Londen verklaart men dit voornemen van Churchill daarmede, dat hij in elk geval een volksuitspraak uit den weg wil gaan. GENEVE, 17 Sept. (D.N.B.) Naar uit Vichy gemeld wordt, ls de naar Fransch gebied ge vluchte Belgische emigrantenregeering ont bonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5