Kamer van Koophandel
I, vpourat n
inv
Laatste Nieuws
Hoffmann von Fallersleben
Sidi el Barrani
werd bezet
Oneenigheid over een
slachthuis
I
STEUNT
li EbT U Noq
qEEN AcUTERLickT?
Eerste bijeenkomst na de oorlogsdagen; rede Van
den heer J. J. Steens
Onze borrel
De dichter die de Neder
landsche volksliederen
opschreef
Wederzijdsche bomaanvallen
brengen verliezen toe
DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1940
STADSNIEUWS
Bijstand, aan gemobiliseerden
De Vestigingswet
RIJKSPOSTSPAARBANK
HAARLEM
Bijna half millioen minder
ingelegd dan terugbetaald
BEVERWIJK
Het onderwijs
Wet op de uitverkoopen
VEILING VAN LANDERIJEN
32 H.A. brachten ruim 120.000 op
De Zaansche aangelegenheid
opnieuw voor den Raad
van State
Ex-Koning Carol zal zich
in Spanje vestigen
LAWNTENNIS
Duinwijck-tennistournooi
In voortuin neergeschoten
Behandeling voor het
Hoog Militair Gerechtshof
Geldkistje verdwenen
Gouverneur van Algiers
in Vichv
Hooge onderscheiding voor
generaal Muti
Ballon gevaar boven Zweden
Onlusten in Madras
Minister Teruzzi op de terugreis
Ital. weermachtsbericht
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Haarlem en omstreken vergaderde
gisterenmiddag in het gebouw der Kamer
aan het Nassauplein.
De voorzitter, de heer J. J. Swens, riep een
speciaal welkom toe tot den heer Th. Hooij,
die het vaderland diende en thans gezond en
wel aanwezig kan zijn. De heer Barendse uit
Aalsmeer> die voor de eerste maal een bijeen
komst bijwoonde, werd eveneens in het wel
komstwoord betrokken.
Op 7 Mei hadden wij onze laatste vergade
ring, aldus de voorzitter, ik sprak toen de hoop
uit, dat de spanning spoedig zou wijken, maar
het is geheel anders geloopen. De oorlog kwam
en ernstige en ingrijpende gebeurtenissen deden
zich voor. Het is mij een genoegen, dat ik alle
leden op twee na die bericht van verhin
dering zonden hier ongedeerd kan begroeten,
en ik hoop, dat ook hun familie in goeden
welstand verkeert.
Staande herdachten de aanwezigen daarna
de in den oorlog gevallenen. De gebeurtenis
sen hebben den toestand voor handel en in
dustrie zeer moeilijk gemaaktj ging de voorzit
ter voort.
Wij moeten echter niet alleen berusten en
aanvaarden, maar aanpakken, herstellen, wat
kapot is gegaan, nieuwe banen zoeken, daar
waar de oude zijn verwoest. Rotterdam is thans
voor ons een lichtend voorbeeld.
De kamer heeft in de afgeloopen maanden
gedaan wat in haar vermogen was om den ge
troffenen van dienst te zijn. Zoo hebben con
ferenties plaats gehad betreffende de vervoers
mogelijkheden en de vervoerscentrales, de
scheepvaart en de bedrijfstarieven. De electri-
citeitsbedrijven van Haarlem en Hillegom trof
fen een regeling betreffende de vastrecht-con
tracten, maar het P.E.N. wilde daar niet aan.
Er is een onderzoek ingesteld naar de mo
gelijkheid om het onderwijs der handelsavond
scholen op de Woensdag- en Zaterdagmidda
gen te doen houden. De yerkregen gegevens
zijn bij den inspecteur van het M. O. inge
diend.
Van het lid, ir. E. C. Dufour was een brief
ingekomen, waarin hij de kamer vaarwel zegde
in verband met zijn gezondheidstoestand Met
leedwezen vernemen wij deze tijding, aldus de
föorzitter. Hij was eerst lid der kamer van
1912 tot 1929 en daarna van 1932 tot heden.
Hij had een helder en kalm oordeel en hij gaf
uitstekende adviezen. Als hij zich voor een zaak
interesseerde bleef hij volhouden tot zij geslaagd
was. Speciaal noemde spr. het scheidende lid
als voorzitter van de commissie tot steun aan
gemobiliseerden en hij wenschte hem een totale
beterschap en een berusting in rust toe.
Goedgekeurd werd een schrijven aan den di
recteur van het postkantoor te IJmuiden be
treffende huisvesting van den P.T.T.-dienst te
IJmuiden.
De voorzitter, de leden en de plaatsvervan
gende leden der bevrachtingscommissie te
Haarlem werden herkozen.
SchipperP. Langendijk en mej. Lelieveld 64,
62; G. Stoutenbeek Jr. en mej. J. Bekker
P. Seignette en mej. V. van Bragt 8—6. 36,
61; W. Seignette en mej A. van Benthem
P. Stoutenbeek en mej. M. Seignette 62, 46,
16; v. d. Laan en mevr. StarreveldJ. Maan
dag en mej. R. van Veen 64, 46, 26; P.
Theelen en mej. H. AardenburgP. Spanjaard
en mej. R. van Ronkel 36, 46.
De wedstrijden worden voortgezet.
J. J. Swens
en opruimingen in het winkelbedrijf behandel
de van 1 September 1939 tot 1 September 1910
totaal 27 aanvragen; 16 vergunningen werden
verleend voor uitverkoop, 4 voor opruimingen.
5 aanvagen werden ingetrokken. Er werden 69
firma's voor de eerste maal en 91 voor
controle en nadere inlichtingen bezocht. Nog
steeds blijft de onduidelijke redactie van de
wet vele moeilijkheden opleveren.
Na het uitbreken van den oorlog zijn geen
aanvragen tot opruimingen meer binnengeko
men.
In een besloten zitting werd de commissie
tot zakelijken bijstand aan gemobiliseerden op
geheven. In het openbaar bracht de voorzitter
echter hulde aan de leden der commissie. Hij
nam dikwijls pesoonlijk kennis van hun werk
zaamheden en constateerde, dat veel narigheid
werd weggewerkt. Ir. Dufour was er de ziei
van, maar ook het oud-lid de heer J. v. d
Burg heeft voortreffelijk werk verricht.
Het succes was in 99 van de 100 gevallen ver
zekerd.
Onder applaus werd besloten den leden der
commissie een hartelijke dankbetuiging te zen
den.
Bij de rondvaag vroeg de heer Stoutenbeek
inlichtingen over de verhoogde omzetbelasting,
die 1 October ingaat. Het was hem niet duide
lijk of de voorraad-goederen daaronder vallen.
Voorzoover er inderdaad een onduidelijkheid
is, zal er een informatie worden ingewonnen
Uitgebracht werd het verslag van de werk
zaamheden der commissie vestigingswet Klein
bedrijf van 1 September 1939 tot 1 September
1940
In behandeling kwamen 63 aanvragen,
waarvan er zeven werden afgewezen en
een werd ingetrokken. In twee van de
zeven gevallen werd hooger beroep aange-
teekend en kreeg de kamer ongelijk. Een
der gevallen betrof een schoenmaker die
geld ter leen ontving van Maatschappelijk
Hulpbetoon. De commissie was van oordeel,
dat niet werd voldaan aan den eisch van
credietwaardigheid, doch het departement
stelde zich op het standpunt, dat het geen
verschil maakte waar men het geld leende.
Het aantal schriftelijk en mondeling gege
ven inlichtingen was zeer groot. Er werden
twaalf vergunningen verleend tengevolge
van mobilisatie en demobilisatie.
De heer Alders vond de kwestie van den
schoenmaker zeer onbevredigend en achtte het
oordeel van de commissie juist.
De heer Klein Schiphorst protesteerde er ook
tegen, dat op deze wijze steuntrekkers gepro
moveerd worden tot neringdoenden. Maatschap
pelijk Hulpbetoon bekijkt de zaak financieel,
maar hier ten koste van een gezond bedrijfs
leven.
De heer Hooij zou een schrijven aan het ge
meentebestuur willen zenden, waarin op het
euvel wordt gewezen.
Op voorstel van den voorzitter werd besloten
de zaak aan te brengen bij de -Vereeniging van
Kamers van Koophandel
In den loop der maand Augustus 1940 werd
aan de Rijkspostspaarbank Haarlem op spaar
bankboekjes ingelegd f 446.466.40 en terugbe
taald f 912.633.71. Derhalve minder ingelegd dan
terugbetaald f 466.167.31.
Het aantal nieuw uitgegeven boekjes be
droeg 68.
Vanwege de K. v. K. werd in het afgeloopen
seizoen alleen een cursus in de Zweedsche taal
georganiseerd. Er wordt een voortgezette cursus
gehouden en bij voldoende deelneming ook een
voor nieuwelingen, echter uitsluitend op ac-n
Zaterdagmiddag.
De commissie ter zake regeling uitverkoopen
De toenmalige minister van Binnenlandsche
Zaken heeft destijds bij den Raad van State
aanhangig gemaakt een verzoek van B. en W.
van Zaandam om te bevorderen, dat aan de
gemeenten Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaan
dijk, Wormerveer, Krommenie, Assendelft,
Westzaan, Oostzaan, Wormer en Jisp een ge
meenschappelijke regeling zou worden opgelegd
inzake gebruik van het openbare slachthuis te
Zaandam.
Gedeputeerde Staten van Noordholland heb
ben destijds namens den minister aan de be
sturen van genoemde gemeenten opgedragen,
nader over een gemeenschappelijke regeling
overleg te plegen. Dit overleg heeft echter niet
tot overeenstemming geleid. Westzaan, Assen
delft en Jisp waren niet bereid tot de voorge
stelde samenwerking.
De bezwaren kwamen in hoofdzaak van de
zijde der slagers, die liever in eigen slachtplaat
sen blijven slachten.
Het gemeentebestuur van Wormerveer, dat
medewerking heeft toegezegd, heeft te kennen
gegeven, dat het meent, niet te mogen verhelen,
dat bij verschillende besprekingen over de za
ken. van dezen keuringskring is gebleken, dat er
een zeker wantrouwen bestaat bij de knngge-
meenten ten opzichte van de centrale gemeente
en dat Zaandam niet altijd den schijn heeft
weten te vermijden, dat het zoo aandrong op
een nauwere samenwerking, om het verlies, dat
voortkwam uit een modern, doch duur slachthuis,
zooveel mogelijk op de kringgemeenten af te
wentelen. Bij de meeste dier gemeenten leeft
daarbij de gedachte, dat de diensten te Zaandam
uit te royale beurs worden beheerd en dat zui
nig beheer onder leiding van Zaandam niet ab
soluut verzekerd is. Het gemeentebestuur van
Wormerveer is dan ook van meening, dat de
voorgestelde gemeenschappelijke regeling alleen
acceptabel is, indien daarin waarborgen wor
den ogenomen, dat de reeds geleden verliezen
buiten de rekening worden gehouden en eenige
controle door de aangesloten gemeenten meer
effectief wordt.
Zaandam heeft daarna nog eenige wijzigingen
voorgesteld, welke door Gedeputeerde Staten
zijn overgenomen. Dit college heeft nu geadvi
seerd, de regeling op te leggen. Met dit advies
vereenigde zich de inspecteur der volksgezond
heid. Hij is van meening, dat de vleeschkeuring
in de Zaanstreek, wanneer alle slachtingen te
Zaandam moeten geschieden, beter zal worden
uitgevoerd*, dan thans mogelijk is. Een groot
aantal kleine slachtplaatsen, waarop goede con
trole moeilijk is, kan daarmede verdwijnen.
De eerste behandeling van deze zaak voer den
Raad van State heeft reeds plaats gehad op 20
September van het vorige jaar. De Raad van
Stat» heeft daarna ambtshalve nadere inlich
tingen ingewonnen. Op grond hiervan heeft het
college aanleiding gevonden, den partijen op
nieuw gelegenheid te geven, zich uit te spreken.
Deze voortgezette behandeling voor de afdeeling
voor de geschillen van bestuur van den Raad
van State heeft heden plaats gehad.
Mr. Th. G. Donner trad op namens de wei
gerachtige gemeenten, namelijk Krommenie,
Jisp en Assendelft. Hij resumeerde als het
door hem veiieden jaar betoogde, dat het
uitgangspunt van Zaandam, dat de vleesch-
keuringsdienst en het slachthuis onafschei-
delijk met elkaar verbonden zijn onjuist
is. Fpn regeling als Zaandam, voorstelt,
zou alleen tè aanvaarden zijn, indien de
voordeelen daarvan overtreffen de bezwa
ren der belanghebbende gemeenten: In dit
verband betoogde pleiter, dat de bijzondere
slachtplaatsen in goede conditie verkeeren en
hier en daar door een verbouwing in overeen
stemming met de wet kunnen worden gebracht
Voor zoover dit nog niet gebeurd is, was dit te
wijten aan de waarschuwende woorden van den
directeur van het Zaandamsche slachthuis, die
betoogde, dat men toch zou worden gedwongen,
te Zaandam te slachten. De betreffende slagers
vreezen ook financieele nadeelen van de voor
gestelde regeling en voorts vreezen zij te zullen
vallen in handen van de grossiers. De invoering
der vleeschdistributie met de beperking der
slachtingen zal ook financieelen invloed hebben
Pleiter achtte het dan ook geraden, groote voor
zichtigheid te betrachten en, alvorens tot een
nieuwe regeling te besluiten, normalere tijden
af te wachten.
De afdeeling zal in deze zaak nader advies
uitbrengen.
Ten overstaan van den plaatsvervangend no
taris W. Boerlage is Woensdagmiddag in het
veilingsgebouw ,,'t Centrum" de openbare ver-
kooping gehouden van ruim 32 H.A. wei- en
hooiland, gelegen nabij den St. Aagtendijk en
den Oude Zeedijk.
De belangstelling voor deze belangrijke veiling
was zeer groot.
Er werd als volgt geboden:
1. Het perceel weiland genaamd „Voorste
Hem", nabij den St. Aagtendijk. groot 4.51.20
H.A. Hoogste bieder P. Liefting, Castricum, met
15.000. Niet gemijnd.
2. Het Zuidwestelijk gedeelte van het wei
land „Achterste Hem", groot 5.41.30 H.A. Hoog
ste bieder N. J. Schuyt, Beverwijk, met 17 850.
Niet gemijnd.
3. Het resteerende gedeelte van het tweede
perceel, groot 5.47.50 H.A. Hoogste bieder P.
Barendregt, Beverwijk, met 18.530. Niet ge
mijnd.
4. Het perceel weiland genaamd „De Kiste-
maker", gelegen aan den St. Aagtendijk, groot
8.34.80 H.A. Hoogste bieder C. Beentjes. Heems
kerk, met 30.000. Niet gemijnd.
De vier perceelen werden hierna in combina
tie gemijnd door den heer Peters, te Bussum,
op 600, waardoor deze combinatie in totaal
op 82.180 stond.
5. Het perceel weiland genaamd ,,De Guiik"
of „Zes Morgen", gelegen aan den Oude Zee
dijk, groot 5.65.10 H.A. Hoogste bieder P. Lief
ting, met 18.150. Niet gemijnd.
6. Het perceel weiland genaamd „Anna Gij-
zen", nabij ben Oude Zeedijk, groot 2.90.60 H.A.
Hoogste bieder J. Vessies, Beverwijk, met
8900. Gemijnd door Velserboer, Assendelft,
op 200.
De slotcombinatie van de zes perceelen,
staande in totaal op 109.790, werd hierna bij
den afslag gemijnd door den makelaar D. Bus,
te Velsen, q.q. op 10.500.
De totaal-opbrengst bedroeg dus 120.290.
Het faillissement van de Weduwe
E. CASTRICUM—VELD te Wijk
aan Zee is geëindigd door het
verbindend worden der eenige
uitdeelingslijst.
De curator,
Mr. H. J. M. TONINO.
Het is wel eens aardig te zien hoe menschen
uit andere landen over sommige van onze ge
woonten denken en wat hen daarin het meeste
treft. Eenige gedachten van dezen aard troffen
wij aan in een artikel in de „Deutsche Zeitung",
waar de opmerkingen van een bier-drinkenden
Duitscher naar aanleiding van ons borreluurtjfe
worden naar voren gebracht.
Als men 's middags tegen een uur of vijf, al
dus de schrijver, met Nederlandsche zaken
vrienden of bekenden op straat loopt, kan men
elk oogenblik verwachten, dat een van hen
vraagt: „Zou je geen trek in een borreltje heb
ben." En voor men er goed over nagedacht
heeft, blijkt al dat de anderen inderdaad trek
in een borreltje hebben.
Bier? Nee geen bier. Alleen een borreltje!
Nu ligt het heelemaal aan de positie, den
smaak of de speciale voorliefde van de vrien
den, waar en hoe de dagelijksche ceremonie van
het borrelen zal gebeuren.
Iemand met een werkelijk goede positie be
hoort een café te bezoeken met gemakkelijk zit
tende meubels, waar men zacht spreekt, ook als
er geen „concert" is en waar een zich geruisch-
loos bewegende ober bedient, die na afloop van
de ceremonie enkele dubbeltjes voor een borrel
in rekening brengt.
Gemoedelijker evenwel is het borrelen aan de
toonbank van een tapperij, een bescheidener
„Ausschank", want dit is waarschijnlijk de
eenige plaats, waar Nederlanders van eiken
stand, religie en politieke levensbeschouwing
ongedwongen met elkander omgaan, bij een
ouwe klare of straffe Catz. De borre; is hier
goedkooper dan in bovengenoemd café; maar
daarbij is het glas dan ook tot den rand toe
vol.
Alleen bijzonder huiselijke menschen drinken
na gedanen arbeid hun borrel thuis, bij moe
der-de-vrouw, trouwens ook onder deze „thuis-
örinkers" zullen er wel zijn, die op weg naar
huis eerst ergens anders gauw nog eenige bor
rels naar binnen spelen, om tot hun vaste aan
tal te komen, dat grooter is dan moeder-de-
vrouw heeft vastgesteld.
Bij het bestellen van den drank, toont iedere
borrelvriend zijn eigen wezen. Daar heeft men
allereerst den oppervlakkigen, onnadenkenden
man, die eenvoudigweg een .klare" dus een
heel gewone jenever bestelt, terwijl daaren
tegen de fijnproever een „oude klare" vraagt
en daarbij zijn lievelingsmerk noemt. Gecom
pliceerder naturen echter moeten hun „slappe
Catz", „kleurlooze Angostura", „straffe groene
Pommeranz" of een ander mengsel van jenever
met enkele druppels van een bepaalde likeur
hebben. En wee den caféhouder, als de kleur
van het mengsel wat helderder of donkerder is
dan de klant gewoon is!
Vol wijding is het oogenblik van den eersten
slok, nadat men elkaar een nonchalant, onoffi
cieel „proost" toegeroepen heeft. Als men aan
den toonbank staat heft men het tot den rand
gevulde glas niet op voor den eersten slok, maar
buigt men zich voorover om met gespitste lip
pen den kop de Duitsche schrijver spreekt
van „die Blume" eraf te drinken, opdat geen
droppel verloren gaat.
Die borrelvrienden, die de jenever ernstig en
bedachtzaam in hun mond laten rondspoelen
om het genot van den drank volledig tot zijn
recht te laten komen, zijn de echte kenners. Tot
zulke menschen moet men nooit spreken, als
hun gesloten mond, hun wat gestulpte lippen
en hun afwezige blik er op wijzen, dat zij juist
bezig zijn met aandacht hun jenever te proe
ven.
Want om antwoord te geven zouden zij het
vocht ineens naar binnen moeten slikken, wat
toch werkelijk al te jammer zou zijn.
Ja, aan den toonbank van een tapperij kan
men zijn menschen leeren kennen; want hier
kan men met ieder, ook zonder aan hem voor
gesteld te zijn, een gesprek aanknoopen, waar
bij vooropgesteld dient te worden, dat men po
litieke of religieuze aangelegenheden pijnlijk
vermijde.
Wil men een rondje geven? Goed, of zelfs
heel graag; maar men moet er dan rekening
mee houden, dat het absoluut niet past, een
door anderen aangeboden rondje te weigeren;
want, zoo luidt de ongeschreven „toonbank-
wet": „Men mag den waard geen schade doen."
Terwijl men in een behoorlijk café een glaasje
jenever fatsoenshalve alleen met den naam
„borrel" mag aanduiden, bestaat er voor het
zelfde artikel in de tapperij een uitgebreide keus
populaire uitdrukkingen, zooals: borrel, keil,
neut, spatje, piereverschrikkertje, hasaebassie
enz. En den klant die een van deze vaktermen
gebruikt, kan men dadelijk herkennen als een
stamgast.
Dat een klant tegelijk bier en borrel bestelt,
komt in een restaurant nooit, in een tapperij
slechts zelden voor en dan is degene die dit
bestelt meestal een zeeman of havenarbeider.
Wil men in een tapperijtje toch een combinatie
van bier en jenever bestellen, dan hoeft men
alleen maar „een kopstoot" te zeggen en de
waard weet wat bedoeld is.
Als men bij het binnenkomen der tapperij
een „tapkastbekende" ontmoet die juist met ge
sloten mond het lokaal verlaat, mag men hem
alleen groeten, maar niet aanspreken. Het zou
namelijk mogelijk zijn, dat de man om ant
woord te geven de rest van den laatsten borrel
zou moeten doorslikken, die hij tot den hoek
van de tweede dwarsstraat in zijn mond pleegt
te houden.
Tot slot drukt de schrijver den Duitscher die
het borreltempo der Hollanders niet bij kan
houden op het hart. zich aan zijn lijfdrank te
houden, daar het Hollandsche bier lang niet
kwaad is.
Gedeeltelijk gecorrigeerd)
BOEKAREST, IS Sept. (D.N.B.)Naar uit be
trouwbare bron verluidt, zal ex-koning Carol
van Roemenië zich niet in Portugal, maar in
Spanje vestigen. De Spaansche regeering heeft
daarvoor toestemming verleend.
(Berichten reeds geplaatst in een
deel van onze vorige oplaag)
„Morgen ga ik ervoor zorgen f*
„O. Ja, da'« waar ook...."
„Ik heb nog geen tijd gehad*
hel
Al die „argumenten" tezamen
helpen tegen bekeuringen
(en i botsingen I) veel
minder goed dan 'n fietsgc&ttt
licht op z'a etntjel.
De wedstrijden van het Duinwijck-tournooi
leverden de volgende uitslagen op:
Heeren-enkelspel afd. A.: KoopmansP. Lan
gendijk 64, 79, 63; J. de WaardG. v. d.
Ploeg 86, 75.
Heeren-enkelspel afd. B.: Modderman—P.
Seignette 6—4, 62; P. SpanjaardJ. Maandag
810, 60, 10—8; G. Zwager Jr.Belinfante
16, 36; FröhlichTh. Maters 28, 36;
BelinfanteTh. Maters 46, 57.
Dames-enkelspel afd. B.: Finale: N. Seignet
teA. Schipper 1311, 46, 62.
Heeren-dubbelspel afd. A. en B.: G. Stouten
beek Sr. en J. MaandagJ. Aardenburg en W
Seignette 3—6, 64, 63; Th. Maters en P.
StoutenbeekBelinfante en Langendijk 26,
3—6, 97; Koopmans en ZwagerVan der
Ploeg en Dingier 2—6, 6—3, 6—4; Seignette en
ModdermanG. Stoutenbeek Jr. en C. Zwager
Jr. 79, 6—4, 6—4; Th. Maters en P. Stouten
beekKoopmans en Zwager 36, 1—6.
Dames-dubbelspel afd. B. finale: A. v Ben
them en V. van BragtT. Groot en N. Seignet
te 7—5, 14—12.
Mixed afd. A ea B; H. Koopmans en mej, A.
Hoffmann von Fallersleben was een Duitsch
dichter, die zich zeer verdienstelijk heeft ge
maakt door vele oude Nederlandsche volkslie
deren aan de vergetelheid te ontrukken.
Prof. Dr. M. R. Reyne, lector in het Neder -
landsch en Zuid-Afrikaansch aan de universi
teit van Berlijn, heeft Fallersleben bezocht en
schrijft vandaar:
In Fallersleben met zijn schilderachtige Ne-
dersaksische huisjes staat, dat is voor ons Ne
derlanders het belangrijkste, het geboortehuis
van Hoffmann von Fallersleben, den dichter
van „Deutschland liber alles" en het „Vlaan
deren boven al". In 1818 toog Hoffmann, aan
gespoord door de gebroeders Grimm, op een
„ontdekkingsreis" naar de Nederlanden. Te
Utrecht ontdekte hij den „Leekenspiegel." Een
schat kostbare oud-Nederlandsche liederen
diepte hij uit de vergetelheid der Bourgondische
bibliotheek te Brussel op.
In gedachten zag ik hem door de straten van
Utrecht, Leiden, Brussel, Gent en Antwerpen
loopen, het hart vol liefde voor de Nederlan
den, die hij in zijn dagboek noemde „een heer
lijk van God gezegend land." Ik zag hem in
mijn verbeelding in gesprek met den vader der
Vlaamsche beweging Jan Frans Willems te
Gent. Ik zag hem als gast in het huis van Con
science visch eten uit de Antwerpsche stads
grachten. Hoffmann von Fallersleben is niet
alleen de opwekker geweest van de Nederland
sche volksdichtkunst en taalstudie, maar- hij
heeft ook aan de wieg gestaan van de Vlaam
sche beweging. Zijn hart was met de Nederlan
den, met name met Vlaanderen.
In Augustus 1936 heeft het stadje Fallersleben
ter eere van den dichter van het Duitsche volks
lied een Hoffmann-von-Fallersleben-gedenk-
week gehouden. Het Nieuwe Duitschland liet
het geboortehuis van den dichter restaureeren.
Er zijn thans een klein museum en een jeugd
herberg in. De belangstelling in Duitschland
voor den dichter neemt geregeld toe. Volksge-
nooten uit alle gouwen ondernemen een pel
grimstocht naar het stedeke.
Hoffmanns verdiensten als geleerde en taal-
vorscher liggen zoowel op Duitsch als op Ne-
derlandsch gebied. In 1821 komt de jonge
Duitsche geleerde te Leiden met beroemde
Nederlanders van zijn tijd, o.m. met Bilderdijk,
Van der Palm en Siegenbeek in aanraking. In
het voorwoord van het groot Middelneder-
landsch Woordenboek dat den Duitschen dich
ter is opgedragen, schreef prof. De Vries: „Gij
hebt u een aanspraak op deze dankbaarheid
verworven, waarvan de nagedachtenis in Ne
derland nimmer zal verflauwen." En Kalff
getuigde in zijn „Geschiedenis der Nederland
sche letterkunde" van hem: „Hoffmann het
eerst maakte de Nederlanders opmerkzaam op
den schat van mooie liederen, die tot dusver
aooor hen verwaarloosd waren."
Later vestigde Hoffmann von Fallersleben
zich te Corvey aan de Weser. Hij hield hier
voeling met Noord- en Zuid-Nederlandsche
letterkundigen en taalgeleerden en trachtte
dezen met de beoefenaars van de Hoogduitsche
letterkunde in verbinding te brengen. In Cor
vey blies Hoffmann von Fallersleben den laat
sten adem uit. Met hem verloor Nederland een
van zijn beste Duitsche vrienden, een man, die
wellicht meer dan iemand anders voor de Ne-
derlandsch-Duitsche cultureele toenadering ge
daan heeft en die het bewijs geleverd heeft,
dat men een goed Duitscher kan zijn en toch
de Nederlanden boven al kan liefhebben.
In verband met deze publicatie van Prof.
Reyne schrijft de heer P. C. Brederode aan
Het Vaderland:
Hoffmann von Fallersleben is ook de dich
ter van de zoo bekende „Loverkens", door on
zen Nicolaï getoonzet. Weinig Nederlandsche
liederen staan m.i. zoo hoog als deze compo
sities.
Ik meen, dat von Fallersleben aanvankelijk,
als grap, de gedichten voor origineele Oud-
Nederlandsche liet doorgaan. Het is te begrij
pen, dat men er dan ingeloopen is.
Een klein voorbeeld moge hier volgen:
TORTELDUVE
Die Tortelduve hor ic claghen,
Si sit alleen met hare pijn,
Si claghet alle nachten en daghen,
Si heeft verloren haer minnekijn.
Wanneer toch salst u weder comen
Ende rusten aan het herte mijn?
Mijn leven is een droevich dromen;
Ic moet die tortelduve sijn.
Deze .Loverkens" behooren tot mijn lieve
lingsliederen. Alle nummers uit den tweeden
bundel zijn zeer bekend, moeten het althans
zijn (een zestal). (Ik zong ze eens alle zes
achter elkaar voor de A.V.R.O.).
Vooral het „Syt ghi mi ver, ic ben u nae" is
van buitengewone bekoring èn om de muziek,
èn om de poëzie.
Op den dertienden Mei werd 's namiddags om
vijf uur in de van Hoeylaan (park Marlot) te
's-Gravenhage alarm gemaakt op het gerucht,
dat in een van de huizen parachutisten aan
wezig zouden zijn.
Bij het onderzoek, daarnaar ingesteld door een
reserve-luitenant der huzaren, een wachtmees
ter en eenige andere militairen, bleek, dat in
het aangegeven perceel geen enkele parachu
tist was te vinden.
Daarna wenschte de luitenant de naastliggen
de huizen te inspecteeren en hij begaf zich met
den wachtmeester daarheen. Op het bellen deed
een oude heer open, tot wien de wachtmeester
onmiddellijk het bevel .Landen omhoog" richt
te. De oude heer gaf, vermoedelijk in zijn be
duusdheid, slechts ten deele aan dit bevel ge
volg, want hij stak een hand omhoog en hield
mt de andere den deurknop vast, hetgeen den
wachtmeester deed vermoeden, dat de heer naar
een revolver greep. Bovendien meende de wacht
meester, dat de oude heer den luitenant op zij
drong. De wachtmeester loste toen een tweetal
revolverschoten en de luitenant meenende, dat
op hemzelf werd geschoten, schoot eveneens.
De oude heer werd zoodanig getroffen, dat hij
korten tijd later in het R. K.Ziekenhuis over
leed.
De krijgsraad te Utrecht, voor welk college
beide militairen zich onlangs adden te ver
antwoorden, sprak den wachtmeester vrij op
grond, dat deze mocht denken, dat de bedoelde
heer kwaad in den zin had en dat in die dagen
van algemeene verwarring en angst voor para
chutisten. deze ook werkelijk op het meest on
verwacht te voorschijn konden komen, terwijl
het begrijpelijk en zelfs in overeenstemming
met beklaagde's plicht werd geacht, dat hij
onmiddellijk handelend is opgetreden toen zijn
meerdere niet werd gehoorzaamd. De inmiddels
tot reserve-ritmeester bevorderde luitenant
werd ter zake van mishandeling tot een maand
gevangenisstraf veroordeeld omdat hij zonder
noodzaak het derde schot op den ouden heer
zou hebben gelost.
Woensdag werden de zaken tegen deze beide
militairen in hooger beroep voor het Hoog Mili
tair Gerechtshof behandeld, welk beroep zoowel
door den veroordeelden officier als door den
auditeur-militair was aangeteekend.
Na langdurig verhoor was het woord aan den
advocaat-fiscaal, die ten aanzien van den
wachtmeester concludeerde tot bevestiging van
het vrijsprekend vonnis en ten aanzien van
den ritmeester tot drie maanden gevangenis
straf, omdat deze zonder eenige bedachtzaam
heid het schot zou hebben gelost. De ritmeester
verdedigde zieh met de opmerking, dat hij zich
niet bewust was op den ouden heer te hebben
geschoten, doch het schot eenvoudig te hebben
gelost in de richting van waar hij veronderstel
de, dat op hemzelf geschoten werd.
Mr. van Es, voor den ritmeester pleitend, gaf
uiting aan de gevoelens van deernis met de na
gelaten betrekkingen van het slachtoffer (den
heer L. W. Taaie) en wees er op, dat het geheele
drama in nauwelijks een halve minuut was ge
schied en dat, waar geen r .ctie op het slacht
offer is gehouden, geenszins bewezen kan worden
geacht, dat de ritmeester, die als een kalm
officier bekend staat, op den heer T. had ge
schoten.
De uitspraak van het Hof volgt later.
De bejaarde mej. D. E. te Rotterdam heeft
bij de oolitie aangifte gedaan van het feit, dat
een geldkistje, bevattende effecten ter waarde
van f 5000.— en een bedrag in geld van f 300.—
uit de overblijfselen van haar vorige woning
in de binnenstad is verdwenen. De politie stelt
w een nauwgezet onderzoek in naar de daders.
GENèVE, 18 Sept. (D.N.B.). Naar uit Vichy
gemeld wordt, is de gouverneur-generaal van
Algiers, admiraal Abrial, aldaar aangekomen
om verslag uit te brengen. Hij heeft besprekin
gen gevoerd met verscheidene leden der regee-
ring en metden gedelegeerde voor Fransch
Afrika, generaal Weygand.
ERGENS IN ITALIË, 18 Sept. (Stefani).
De secretaris van de fascistische partij, gene
raal Muti, heeft den Duitschen ambassadeur,
von Mackensen, ontvangen, die hem namens den
Führer het grootkruis van den Duitschen ade
laar heeft overhandigd.
STOCKHOLM, 18 Sept. (D.N.B.). De Engel-
sehe versperringsballons, die in toenemend aan
tal over Zweden drijven, worden een gebaar
voor het land. De Zweedsche luchtmacht en het
afweergeschut zijn reeds in actie gekomen Met
haar lange kabels hebben de ballons ook den
bekenden zender Motala beschadigd, zooov de
uitzendingen gestaakt moesten worden. Ook de
burgerwacht verleent medewerking bij de be
strijding van het gevaar. Zelfs boven Stockholm
zijn Britsche ballons gezien.
ROME, 18 Sept. (D.N.B.) Te Telicherri in
Madras is het, aldus meldt de Messaggero. tot
anti-Engelsche betoogingen gekomen. De poli
tie greep in. Er ontstonden botsingen, waarbij
twee agenten om het leven kwamen en dertien
personen gewond werden.
NEURENBERG, 18 Sept. (D.N.B.)De Ita-
liaansche minister van Koloniën, Teruzzi, heeft
na een bezichtiging van de stad van den rijks
partijdag, waarbij hij zich geestdriftig over de
verkregen indrukken heeft uitgelaten, tegen den
middag de terugreis naar Rome aanvaard.
ERGENS IN ITALIË, 18 Sept. (Stefani).
Het 103e Italiaansche weermachtsbericht
luidt als volgt:
In Noord-Afrïka hebben de troepen uit
het moederland en die uit Libye laatst
genoemde hebben ook bij deze actie ten
volle hun groote krijgsmansdeugden en hun
volstrekte trouw aan Italië opnieuw be
toond bij de voortzetting van hun zege
vierenden opmarsch Sidi el Barrani bezet,
hemelsbreed op 100 k.m. van de oude grens
van Cyrenaica gelegen, en zij zijn doende
een nieuwe basis en stellingen voor de ach
terhoede te organiseeren. Overal werd het
hardnekkig verzet van den vijand, gesteund
door gepantserde afdeeüngen, gebroken.
Onze luchtmacht heeft zich verscheidene ma
len met bommen en machinegeweervuur in dcB
strijd gemengd. Vijf vijandelijke toestellen van
het type Gloster stortten brandend neer, een
werd vermoedelijk neergeschoten. Vier van onze
toestellen worden vermist.
De vijand heeft nachtelijke aanvallen on
dernomen op Benghazi en Derna, die in de
haven van Benghazi het verlies van een
landingssteiger en een torpedoboot veroor
zaakten, alsmede enkele branden, die men
terstond meester was. Te Derna werd gerin
ge schade aan een mailboot berokkend. Een
vijandelijk vliegtuig werd vermoedelijk neer
geschoten.
Op Malta bombardeerde een formatie „Pic-
chiatelli" (duikbommenwerpers), begeleid doof
jagers, het vliegveld van Micabba, waardoor
brand en aanzienlijke schade ontstond, en ver
nielde op den beganen grond ten minste drie
vliegtuigen. Nadat vijandelijke jagers getracht
hadden zich aan het gevecht met onze escorte"
vliegtuigen te onttrekken, vielen zij de duik
bommenwerpers aan, die op hun beurt eefi
krachtigen tegenaanval deden en twee vijande
lijke toestellen omlaag brachten. Twee van onz»
vliegtuigen worden vermist.
In Oost-Afrika bombardeerde onze lucht
macht Boma (beneden-Soedan), waarbij een
versterking beschadigd en brand in een kam"
pement veroorzaakt werd. Tijdens een verken
ningsvlucht boven Aden werd een vijandelijk
toestel neergeschoten. Het eigen vliegtuig keerde
vervolgens onverlet op zijn basis terug. Te
Sarap Said (ten Noord-Westen van Gallabat)
werd een vijandelijk vliegtuig door onze toestel"
len op den beganen grond vernield.
De vijandelijke luchtaanvallen op Assab, Mas-
saoea, Hermil en Asmara veroorzaakten geen
schade. Te Diredaoea werd iemand gewond e»
geringe schade aan een hotel aangericht. Eefl
vijandelijk toestel werd vermoedelijk door be1
luchtafweergeschut van de marine neergeseho-
ten. Een vijandelijk vliegtuig van het type BleU'
heim. dat zich naar Malta begaf, landde Pef
vergissing op het vliegveld van Pantellaria, wa-af
het overmeesterd werd met de bemanning, o6'
staande uit twee officieren en een onderofficier-
De schipbreukelingen van een Engelsche mail*
boot van 5800 ton, die door een onzer onder*
zeeërs op den Atlantischen Oceaan tot zanked
gebracht; .was, zijn te Lissabon aan land geze-"