Kamer van Koophandel I, vpourat n inv Laatste Nieuws Hoffmann von Fallersleben Sidi el Barrani werd bezet Oneenigheid over een slachthuis I STEUNT li EbT U Noq qEEN AcUTERLickT? Eerste bijeenkomst na de oorlogsdagen; rede Van den heer J. J. Steens Onze borrel De dichter die de Neder landsche volksliederen opschreef Wederzijdsche bomaanvallen brengen verliezen toe DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1940 STADSNIEUWS Bijstand, aan gemobiliseerden De Vestigingswet RIJKSPOSTSPAARBANK HAARLEM Bijna half millioen minder ingelegd dan terugbetaald BEVERWIJK Het onderwijs Wet op de uitverkoopen VEILING VAN LANDERIJEN 32 H.A. brachten ruim 120.000 op De Zaansche aangelegenheid opnieuw voor den Raad van State Ex-Koning Carol zal zich in Spanje vestigen LAWNTENNIS Duinwijck-tennistournooi In voortuin neergeschoten Behandeling voor het Hoog Militair Gerechtshof Geldkistje verdwenen Gouverneur van Algiers in Vichv Hooge onderscheiding voor generaal Muti Ballon gevaar boven Zweden Onlusten in Madras Minister Teruzzi op de terugreis Ital. weermachtsbericht De Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Haarlem en omstreken vergaderde gisterenmiddag in het gebouw der Kamer aan het Nassauplein. De voorzitter, de heer J. J. Swens, riep een speciaal welkom toe tot den heer Th. Hooij, die het vaderland diende en thans gezond en wel aanwezig kan zijn. De heer Barendse uit Aalsmeer> die voor de eerste maal een bijeen komst bijwoonde, werd eveneens in het wel komstwoord betrokken. Op 7 Mei hadden wij onze laatste vergade ring, aldus de voorzitter, ik sprak toen de hoop uit, dat de spanning spoedig zou wijken, maar het is geheel anders geloopen. De oorlog kwam en ernstige en ingrijpende gebeurtenissen deden zich voor. Het is mij een genoegen, dat ik alle leden op twee na die bericht van verhin dering zonden hier ongedeerd kan begroeten, en ik hoop, dat ook hun familie in goeden welstand verkeert. Staande herdachten de aanwezigen daarna de in den oorlog gevallenen. De gebeurtenis sen hebben den toestand voor handel en in dustrie zeer moeilijk gemaaktj ging de voorzit ter voort. Wij moeten echter niet alleen berusten en aanvaarden, maar aanpakken, herstellen, wat kapot is gegaan, nieuwe banen zoeken, daar waar de oude zijn verwoest. Rotterdam is thans voor ons een lichtend voorbeeld. De kamer heeft in de afgeloopen maanden gedaan wat in haar vermogen was om den ge troffenen van dienst te zijn. Zoo hebben con ferenties plaats gehad betreffende de vervoers mogelijkheden en de vervoerscentrales, de scheepvaart en de bedrijfstarieven. De electri- citeitsbedrijven van Haarlem en Hillegom trof fen een regeling betreffende de vastrecht-con tracten, maar het P.E.N. wilde daar niet aan. Er is een onderzoek ingesteld naar de mo gelijkheid om het onderwijs der handelsavond scholen op de Woensdag- en Zaterdagmidda gen te doen houden. De yerkregen gegevens zijn bij den inspecteur van het M. O. inge diend. Van het lid, ir. E. C. Dufour was een brief ingekomen, waarin hij de kamer vaarwel zegde in verband met zijn gezondheidstoestand Met leedwezen vernemen wij deze tijding, aldus de föorzitter. Hij was eerst lid der kamer van 1912 tot 1929 en daarna van 1932 tot heden. Hij had een helder en kalm oordeel en hij gaf uitstekende adviezen. Als hij zich voor een zaak interesseerde bleef hij volhouden tot zij geslaagd was. Speciaal noemde spr. het scheidende lid als voorzitter van de commissie tot steun aan gemobiliseerden en hij wenschte hem een totale beterschap en een berusting in rust toe. Goedgekeurd werd een schrijven aan den di recteur van het postkantoor te IJmuiden be treffende huisvesting van den P.T.T.-dienst te IJmuiden. De voorzitter, de leden en de plaatsvervan gende leden der bevrachtingscommissie te Haarlem werden herkozen. SchipperP. Langendijk en mej. Lelieveld 64, 62; G. Stoutenbeek Jr. en mej. J. Bekker P. Seignette en mej. V. van Bragt 8—6. 36, 61; W. Seignette en mej A. van Benthem P. Stoutenbeek en mej. M. Seignette 62, 46, 16; v. d. Laan en mevr. StarreveldJ. Maan dag en mej. R. van Veen 64, 46, 26; P. Theelen en mej. H. AardenburgP. Spanjaard en mej. R. van Ronkel 36, 46. De wedstrijden worden voortgezet. J. J. Swens en opruimingen in het winkelbedrijf behandel de van 1 September 1939 tot 1 September 1910 totaal 27 aanvragen; 16 vergunningen werden verleend voor uitverkoop, 4 voor opruimingen. 5 aanvagen werden ingetrokken. Er werden 69 firma's voor de eerste maal en 91 voor controle en nadere inlichtingen bezocht. Nog steeds blijft de onduidelijke redactie van de wet vele moeilijkheden opleveren. Na het uitbreken van den oorlog zijn geen aanvragen tot opruimingen meer binnengeko men. In een besloten zitting werd de commissie tot zakelijken bijstand aan gemobiliseerden op geheven. In het openbaar bracht de voorzitter echter hulde aan de leden der commissie. Hij nam dikwijls pesoonlijk kennis van hun werk zaamheden en constateerde, dat veel narigheid werd weggewerkt. Ir. Dufour was er de ziei van, maar ook het oud-lid de heer J. v. d Burg heeft voortreffelijk werk verricht. Het succes was in 99 van de 100 gevallen ver zekerd. Onder applaus werd besloten den leden der commissie een hartelijke dankbetuiging te zen den. Bij de rondvaag vroeg de heer Stoutenbeek inlichtingen over de verhoogde omzetbelasting, die 1 October ingaat. Het was hem niet duide lijk of de voorraad-goederen daaronder vallen. Voorzoover er inderdaad een onduidelijkheid is, zal er een informatie worden ingewonnen Uitgebracht werd het verslag van de werk zaamheden der commissie vestigingswet Klein bedrijf van 1 September 1939 tot 1 September 1940 In behandeling kwamen 63 aanvragen, waarvan er zeven werden afgewezen en een werd ingetrokken. In twee van de zeven gevallen werd hooger beroep aange- teekend en kreeg de kamer ongelijk. Een der gevallen betrof een schoenmaker die geld ter leen ontving van Maatschappelijk Hulpbetoon. De commissie was van oordeel, dat niet werd voldaan aan den eisch van credietwaardigheid, doch het departement stelde zich op het standpunt, dat het geen verschil maakte waar men het geld leende. Het aantal schriftelijk en mondeling gege ven inlichtingen was zeer groot. Er werden twaalf vergunningen verleend tengevolge van mobilisatie en demobilisatie. De heer Alders vond de kwestie van den schoenmaker zeer onbevredigend en achtte het oordeel van de commissie juist. De heer Klein Schiphorst protesteerde er ook tegen, dat op deze wijze steuntrekkers gepro moveerd worden tot neringdoenden. Maatschap pelijk Hulpbetoon bekijkt de zaak financieel, maar hier ten koste van een gezond bedrijfs leven. De heer Hooij zou een schrijven aan het ge meentebestuur willen zenden, waarin op het euvel wordt gewezen. Op voorstel van den voorzitter werd besloten de zaak aan te brengen bij de -Vereeniging van Kamers van Koophandel In den loop der maand Augustus 1940 werd aan de Rijkspostspaarbank Haarlem op spaar bankboekjes ingelegd f 446.466.40 en terugbe taald f 912.633.71. Derhalve minder ingelegd dan terugbetaald f 466.167.31. Het aantal nieuw uitgegeven boekjes be droeg 68. Vanwege de K. v. K. werd in het afgeloopen seizoen alleen een cursus in de Zweedsche taal georganiseerd. Er wordt een voortgezette cursus gehouden en bij voldoende deelneming ook een voor nieuwelingen, echter uitsluitend op ac-n Zaterdagmiddag. De commissie ter zake regeling uitverkoopen De toenmalige minister van Binnenlandsche Zaken heeft destijds bij den Raad van State aanhangig gemaakt een verzoek van B. en W. van Zaandam om te bevorderen, dat aan de gemeenten Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaan dijk, Wormerveer, Krommenie, Assendelft, Westzaan, Oostzaan, Wormer en Jisp een ge meenschappelijke regeling zou worden opgelegd inzake gebruik van het openbare slachthuis te Zaandam. Gedeputeerde Staten van Noordholland heb ben destijds namens den minister aan de be sturen van genoemde gemeenten opgedragen, nader over een gemeenschappelijke regeling overleg te plegen. Dit overleg heeft echter niet tot overeenstemming geleid. Westzaan, Assen delft en Jisp waren niet bereid tot de voorge stelde samenwerking. De bezwaren kwamen in hoofdzaak van de zijde der slagers, die liever in eigen slachtplaat sen blijven slachten. Het gemeentebestuur van Wormerveer, dat medewerking heeft toegezegd, heeft te kennen gegeven, dat het meent, niet te mogen verhelen, dat bij verschillende besprekingen over de za ken. van dezen keuringskring is gebleken, dat er een zeker wantrouwen bestaat bij de knngge- meenten ten opzichte van de centrale gemeente en dat Zaandam niet altijd den schijn heeft weten te vermijden, dat het zoo aandrong op een nauwere samenwerking, om het verlies, dat voortkwam uit een modern, doch duur slachthuis, zooveel mogelijk op de kringgemeenten af te wentelen. Bij de meeste dier gemeenten leeft daarbij de gedachte, dat de diensten te Zaandam uit te royale beurs worden beheerd en dat zui nig beheer onder leiding van Zaandam niet ab soluut verzekerd is. Het gemeentebestuur van Wormerveer is dan ook van meening, dat de voorgestelde gemeenschappelijke regeling alleen acceptabel is, indien daarin waarborgen wor den ogenomen, dat de reeds geleden verliezen buiten de rekening worden gehouden en eenige controle door de aangesloten gemeenten meer effectief wordt. Zaandam heeft daarna nog eenige wijzigingen voorgesteld, welke door Gedeputeerde Staten zijn overgenomen. Dit college heeft nu geadvi seerd, de regeling op te leggen. Met dit advies vereenigde zich de inspecteur der volksgezond heid. Hij is van meening, dat de vleeschkeuring in de Zaanstreek, wanneer alle slachtingen te Zaandam moeten geschieden, beter zal worden uitgevoerd*, dan thans mogelijk is. Een groot aantal kleine slachtplaatsen, waarop goede con trole moeilijk is, kan daarmede verdwijnen. De eerste behandeling van deze zaak voer den Raad van State heeft reeds plaats gehad op 20 September van het vorige jaar. De Raad van Stat» heeft daarna ambtshalve nadere inlich tingen ingewonnen. Op grond hiervan heeft het college aanleiding gevonden, den partijen op nieuw gelegenheid te geven, zich uit te spreken. Deze voortgezette behandeling voor de afdeeling voor de geschillen van bestuur van den Raad van State heeft heden plaats gehad. Mr. Th. G. Donner trad op namens de wei gerachtige gemeenten, namelijk Krommenie, Jisp en Assendelft. Hij resumeerde als het door hem veiieden jaar betoogde, dat het uitgangspunt van Zaandam, dat de vleesch- keuringsdienst en het slachthuis onafschei- delijk met elkaar verbonden zijn onjuist is. Fpn regeling als Zaandam, voorstelt, zou alleen tè aanvaarden zijn, indien de voordeelen daarvan overtreffen de bezwa ren der belanghebbende gemeenten: In dit verband betoogde pleiter, dat de bijzondere slachtplaatsen in goede conditie verkeeren en hier en daar door een verbouwing in overeen stemming met de wet kunnen worden gebracht Voor zoover dit nog niet gebeurd is, was dit te wijten aan de waarschuwende woorden van den directeur van het Zaandamsche slachthuis, die betoogde, dat men toch zou worden gedwongen, te Zaandam te slachten. De betreffende slagers vreezen ook financieele nadeelen van de voor gestelde regeling en voorts vreezen zij te zullen vallen in handen van de grossiers. De invoering der vleeschdistributie met de beperking der slachtingen zal ook financieelen invloed hebben Pleiter achtte het dan ook geraden, groote voor zichtigheid te betrachten en, alvorens tot een nieuwe regeling te besluiten, normalere tijden af te wachten. De afdeeling zal in deze zaak nader advies uitbrengen. Ten overstaan van den plaatsvervangend no taris W. Boerlage is Woensdagmiddag in het veilingsgebouw ,,'t Centrum" de openbare ver- kooping gehouden van ruim 32 H.A. wei- en hooiland, gelegen nabij den St. Aagtendijk en den Oude Zeedijk. De belangstelling voor deze belangrijke veiling was zeer groot. Er werd als volgt geboden: 1. Het perceel weiland genaamd „Voorste Hem", nabij den St. Aagtendijk. groot 4.51.20 H.A. Hoogste bieder P. Liefting, Castricum, met 15.000. Niet gemijnd. 2. Het Zuidwestelijk gedeelte van het wei land „Achterste Hem", groot 5.41.30 H.A. Hoog ste bieder N. J. Schuyt, Beverwijk, met 17 850. Niet gemijnd. 3. Het resteerende gedeelte van het tweede perceel, groot 5.47.50 H.A. Hoogste bieder P. Barendregt, Beverwijk, met 18.530. Niet ge mijnd. 4. Het perceel weiland genaamd „De Kiste- maker", gelegen aan den St. Aagtendijk, groot 8.34.80 H.A. Hoogste bieder C. Beentjes. Heems kerk, met 30.000. Niet gemijnd. De vier perceelen werden hierna in combina tie gemijnd door den heer Peters, te Bussum, op 600, waardoor deze combinatie in totaal op 82.180 stond. 5. Het perceel weiland genaamd ,,De Guiik" of „Zes Morgen", gelegen aan den Oude Zee dijk, groot 5.65.10 H.A. Hoogste bieder P. Lief ting, met 18.150. Niet gemijnd. 6. Het perceel weiland genaamd „Anna Gij- zen", nabij ben Oude Zeedijk, groot 2.90.60 H.A. Hoogste bieder J. Vessies, Beverwijk, met 8900. Gemijnd door Velserboer, Assendelft, op 200. De slotcombinatie van de zes perceelen, staande in totaal op 109.790, werd hierna bij den afslag gemijnd door den makelaar D. Bus, te Velsen, q.q. op 10.500. De totaal-opbrengst bedroeg dus 120.290. Het faillissement van de Weduwe E. CASTRICUM—VELD te Wijk aan Zee is geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. De curator, Mr. H. J. M. TONINO. Het is wel eens aardig te zien hoe menschen uit andere landen over sommige van onze ge woonten denken en wat hen daarin het meeste treft. Eenige gedachten van dezen aard troffen wij aan in een artikel in de „Deutsche Zeitung", waar de opmerkingen van een bier-drinkenden Duitscher naar aanleiding van ons borreluurtjfe worden naar voren gebracht. Als men 's middags tegen een uur of vijf, al dus de schrijver, met Nederlandsche zaken vrienden of bekenden op straat loopt, kan men elk oogenblik verwachten, dat een van hen vraagt: „Zou je geen trek in een borreltje heb ben." En voor men er goed over nagedacht heeft, blijkt al dat de anderen inderdaad trek in een borreltje hebben. Bier? Nee geen bier. Alleen een borreltje! Nu ligt het heelemaal aan de positie, den smaak of de speciale voorliefde van de vrien den, waar en hoe de dagelijksche ceremonie van het borrelen zal gebeuren. Iemand met een werkelijk goede positie be hoort een café te bezoeken met gemakkelijk zit tende meubels, waar men zacht spreekt, ook als er geen „concert" is en waar een zich geruisch- loos bewegende ober bedient, die na afloop van de ceremonie enkele dubbeltjes voor een borrel in rekening brengt. Gemoedelijker evenwel is het borrelen aan de toonbank van een tapperij, een bescheidener „Ausschank", want dit is waarschijnlijk de eenige plaats, waar Nederlanders van eiken stand, religie en politieke levensbeschouwing ongedwongen met elkander omgaan, bij een ouwe klare of straffe Catz. De borre; is hier goedkooper dan in bovengenoemd café; maar daarbij is het glas dan ook tot den rand toe vol. Alleen bijzonder huiselijke menschen drinken na gedanen arbeid hun borrel thuis, bij moe der-de-vrouw, trouwens ook onder deze „thuis- örinkers" zullen er wel zijn, die op weg naar huis eerst ergens anders gauw nog eenige bor rels naar binnen spelen, om tot hun vaste aan tal te komen, dat grooter is dan moeder-de- vrouw heeft vastgesteld. Bij het bestellen van den drank, toont iedere borrelvriend zijn eigen wezen. Daar heeft men allereerst den oppervlakkigen, onnadenkenden man, die eenvoudigweg een .klare" dus een heel gewone jenever bestelt, terwijl daaren tegen de fijnproever een „oude klare" vraagt en daarbij zijn lievelingsmerk noemt. Gecom pliceerder naturen echter moeten hun „slappe Catz", „kleurlooze Angostura", „straffe groene Pommeranz" of een ander mengsel van jenever met enkele druppels van een bepaalde likeur hebben. En wee den caféhouder, als de kleur van het mengsel wat helderder of donkerder is dan de klant gewoon is! Vol wijding is het oogenblik van den eersten slok, nadat men elkaar een nonchalant, onoffi cieel „proost" toegeroepen heeft. Als men aan den toonbank staat heft men het tot den rand gevulde glas niet op voor den eersten slok, maar buigt men zich voorover om met gespitste lip pen den kop de Duitsche schrijver spreekt van „die Blume" eraf te drinken, opdat geen droppel verloren gaat. Die borrelvrienden, die de jenever ernstig en bedachtzaam in hun mond laten rondspoelen om het genot van den drank volledig tot zijn recht te laten komen, zijn de echte kenners. Tot zulke menschen moet men nooit spreken, als hun gesloten mond, hun wat gestulpte lippen en hun afwezige blik er op wijzen, dat zij juist bezig zijn met aandacht hun jenever te proe ven. Want om antwoord te geven zouden zij het vocht ineens naar binnen moeten slikken, wat toch werkelijk al te jammer zou zijn. Ja, aan den toonbank van een tapperij kan men zijn menschen leeren kennen; want hier kan men met ieder, ook zonder aan hem voor gesteld te zijn, een gesprek aanknoopen, waar bij vooropgesteld dient te worden, dat men po litieke of religieuze aangelegenheden pijnlijk vermijde. Wil men een rondje geven? Goed, of zelfs heel graag; maar men moet er dan rekening mee houden, dat het absoluut niet past, een door anderen aangeboden rondje te weigeren; want, zoo luidt de ongeschreven „toonbank- wet": „Men mag den waard geen schade doen." Terwijl men in een behoorlijk café een glaasje jenever fatsoenshalve alleen met den naam „borrel" mag aanduiden, bestaat er voor het zelfde artikel in de tapperij een uitgebreide keus populaire uitdrukkingen, zooals: borrel, keil, neut, spatje, piereverschrikkertje, hasaebassie enz. En den klant die een van deze vaktermen gebruikt, kan men dadelijk herkennen als een stamgast. Dat een klant tegelijk bier en borrel bestelt, komt in een restaurant nooit, in een tapperij slechts zelden voor en dan is degene die dit bestelt meestal een zeeman of havenarbeider. Wil men in een tapperijtje toch een combinatie van bier en jenever bestellen, dan hoeft men alleen maar „een kopstoot" te zeggen en de waard weet wat bedoeld is. Als men bij het binnenkomen der tapperij een „tapkastbekende" ontmoet die juist met ge sloten mond het lokaal verlaat, mag men hem alleen groeten, maar niet aanspreken. Het zou namelijk mogelijk zijn, dat de man om ant woord te geven de rest van den laatsten borrel zou moeten doorslikken, die hij tot den hoek van de tweede dwarsstraat in zijn mond pleegt te houden. Tot slot drukt de schrijver den Duitscher die het borreltempo der Hollanders niet bij kan houden op het hart. zich aan zijn lijfdrank te houden, daar het Hollandsche bier lang niet kwaad is. Gedeeltelijk gecorrigeerd) BOEKAREST, IS Sept. (D.N.B.)Naar uit be trouwbare bron verluidt, zal ex-koning Carol van Roemenië zich niet in Portugal, maar in Spanje vestigen. De Spaansche regeering heeft daarvoor toestemming verleend. (Berichten reeds geplaatst in een deel van onze vorige oplaag) „Morgen ga ik ervoor zorgen f* „O. Ja, da'« waar ook...." „Ik heb nog geen tijd gehad* hel Al die „argumenten" tezamen helpen tegen bekeuringen (en i botsingen I) veel minder goed dan 'n fietsgc&ttt licht op z'a etntjel. De wedstrijden van het Duinwijck-tournooi leverden de volgende uitslagen op: Heeren-enkelspel afd. A.: KoopmansP. Lan gendijk 64, 79, 63; J. de WaardG. v. d. Ploeg 86, 75. Heeren-enkelspel afd. B.: Modderman—P. Seignette 6—4, 62; P. SpanjaardJ. Maandag 810, 60, 10—8; G. Zwager Jr.Belinfante 16, 36; FröhlichTh. Maters 28, 36; BelinfanteTh. Maters 46, 57. Dames-enkelspel afd. B.: Finale: N. Seignet teA. Schipper 1311, 46, 62. Heeren-dubbelspel afd. A. en B.: G. Stouten beek Sr. en J. MaandagJ. Aardenburg en W Seignette 3—6, 64, 63; Th. Maters en P. StoutenbeekBelinfante en Langendijk 26, 3—6, 97; Koopmans en ZwagerVan der Ploeg en Dingier 2—6, 6—3, 6—4; Seignette en ModdermanG. Stoutenbeek Jr. en C. Zwager Jr. 79, 6—4, 6—4; Th. Maters en P. Stouten beekKoopmans en Zwager 36, 1—6. Dames-dubbelspel afd. B. finale: A. v Ben them en V. van BragtT. Groot en N. Seignet te 7—5, 14—12. Mixed afd. A ea B; H. Koopmans en mej, A. Hoffmann von Fallersleben was een Duitsch dichter, die zich zeer verdienstelijk heeft ge maakt door vele oude Nederlandsche volkslie deren aan de vergetelheid te ontrukken. Prof. Dr. M. R. Reyne, lector in het Neder - landsch en Zuid-Afrikaansch aan de universi teit van Berlijn, heeft Fallersleben bezocht en schrijft vandaar: In Fallersleben met zijn schilderachtige Ne- dersaksische huisjes staat, dat is voor ons Ne derlanders het belangrijkste, het geboortehuis van Hoffmann von Fallersleben, den dichter van „Deutschland liber alles" en het „Vlaan deren boven al". In 1818 toog Hoffmann, aan gespoord door de gebroeders Grimm, op een „ontdekkingsreis" naar de Nederlanden. Te Utrecht ontdekte hij den „Leekenspiegel." Een schat kostbare oud-Nederlandsche liederen diepte hij uit de vergetelheid der Bourgondische bibliotheek te Brussel op. In gedachten zag ik hem door de straten van Utrecht, Leiden, Brussel, Gent en Antwerpen loopen, het hart vol liefde voor de Nederlan den, die hij in zijn dagboek noemde „een heer lijk van God gezegend land." Ik zag hem in mijn verbeelding in gesprek met den vader der Vlaamsche beweging Jan Frans Willems te Gent. Ik zag hem als gast in het huis van Con science visch eten uit de Antwerpsche stads grachten. Hoffmann von Fallersleben is niet alleen de opwekker geweest van de Nederland sche volksdichtkunst en taalstudie, maar- hij heeft ook aan de wieg gestaan van de Vlaam sche beweging. Zijn hart was met de Nederlan den, met name met Vlaanderen. In Augustus 1936 heeft het stadje Fallersleben ter eere van den dichter van het Duitsche volks lied een Hoffmann-von-Fallersleben-gedenk- week gehouden. Het Nieuwe Duitschland liet het geboortehuis van den dichter restaureeren. Er zijn thans een klein museum en een jeugd herberg in. De belangstelling in Duitschland voor den dichter neemt geregeld toe. Volksge- nooten uit alle gouwen ondernemen een pel grimstocht naar het stedeke. Hoffmanns verdiensten als geleerde en taal- vorscher liggen zoowel op Duitsch als op Ne- derlandsch gebied. In 1821 komt de jonge Duitsche geleerde te Leiden met beroemde Nederlanders van zijn tijd, o.m. met Bilderdijk, Van der Palm en Siegenbeek in aanraking. In het voorwoord van het groot Middelneder- landsch Woordenboek dat den Duitschen dich ter is opgedragen, schreef prof. De Vries: „Gij hebt u een aanspraak op deze dankbaarheid verworven, waarvan de nagedachtenis in Ne derland nimmer zal verflauwen." En Kalff getuigde in zijn „Geschiedenis der Nederland sche letterkunde" van hem: „Hoffmann het eerst maakte de Nederlanders opmerkzaam op den schat van mooie liederen, die tot dusver aooor hen verwaarloosd waren." Later vestigde Hoffmann von Fallersleben zich te Corvey aan de Weser. Hij hield hier voeling met Noord- en Zuid-Nederlandsche letterkundigen en taalgeleerden en trachtte dezen met de beoefenaars van de Hoogduitsche letterkunde in verbinding te brengen. In Cor vey blies Hoffmann von Fallersleben den laat sten adem uit. Met hem verloor Nederland een van zijn beste Duitsche vrienden, een man, die wellicht meer dan iemand anders voor de Ne- derlandsch-Duitsche cultureele toenadering ge daan heeft en die het bewijs geleverd heeft, dat men een goed Duitscher kan zijn en toch de Nederlanden boven al kan liefhebben. In verband met deze publicatie van Prof. Reyne schrijft de heer P. C. Brederode aan Het Vaderland: Hoffmann von Fallersleben is ook de dich ter van de zoo bekende „Loverkens", door on zen Nicolaï getoonzet. Weinig Nederlandsche liederen staan m.i. zoo hoog als deze compo sities. Ik meen, dat von Fallersleben aanvankelijk, als grap, de gedichten voor origineele Oud- Nederlandsche liet doorgaan. Het is te begrij pen, dat men er dan ingeloopen is. Een klein voorbeeld moge hier volgen: TORTELDUVE Die Tortelduve hor ic claghen, Si sit alleen met hare pijn, Si claghet alle nachten en daghen, Si heeft verloren haer minnekijn. Wanneer toch salst u weder comen Ende rusten aan het herte mijn? Mijn leven is een droevich dromen; Ic moet die tortelduve sijn. Deze .Loverkens" behooren tot mijn lieve lingsliederen. Alle nummers uit den tweeden bundel zijn zeer bekend, moeten het althans zijn (een zestal). (Ik zong ze eens alle zes achter elkaar voor de A.V.R.O.). Vooral het „Syt ghi mi ver, ic ben u nae" is van buitengewone bekoring èn om de muziek, èn om de poëzie. Op den dertienden Mei werd 's namiddags om vijf uur in de van Hoeylaan (park Marlot) te 's-Gravenhage alarm gemaakt op het gerucht, dat in een van de huizen parachutisten aan wezig zouden zijn. Bij het onderzoek, daarnaar ingesteld door een reserve-luitenant der huzaren, een wachtmees ter en eenige andere militairen, bleek, dat in het aangegeven perceel geen enkele parachu tist was te vinden. Daarna wenschte de luitenant de naastliggen de huizen te inspecteeren en hij begaf zich met den wachtmeester daarheen. Op het bellen deed een oude heer open, tot wien de wachtmeester onmiddellijk het bevel .Landen omhoog" richt te. De oude heer gaf, vermoedelijk in zijn be duusdheid, slechts ten deele aan dit bevel ge volg, want hij stak een hand omhoog en hield mt de andere den deurknop vast, hetgeen den wachtmeester deed vermoeden, dat de heer naar een revolver greep. Bovendien meende de wacht meester, dat de oude heer den luitenant op zij drong. De wachtmeester loste toen een tweetal revolverschoten en de luitenant meenende, dat op hemzelf werd geschoten, schoot eveneens. De oude heer werd zoodanig getroffen, dat hij korten tijd later in het R. K.Ziekenhuis over leed. De krijgsraad te Utrecht, voor welk college beide militairen zich onlangs adden te ver antwoorden, sprak den wachtmeester vrij op grond, dat deze mocht denken, dat de bedoelde heer kwaad in den zin had en dat in die dagen van algemeene verwarring en angst voor para chutisten. deze ook werkelijk op het meest on verwacht te voorschijn konden komen, terwijl het begrijpelijk en zelfs in overeenstemming met beklaagde's plicht werd geacht, dat hij onmiddellijk handelend is opgetreden toen zijn meerdere niet werd gehoorzaamd. De inmiddels tot reserve-ritmeester bevorderde luitenant werd ter zake van mishandeling tot een maand gevangenisstraf veroordeeld omdat hij zonder noodzaak het derde schot op den ouden heer zou hebben gelost. Woensdag werden de zaken tegen deze beide militairen in hooger beroep voor het Hoog Mili tair Gerechtshof behandeld, welk beroep zoowel door den veroordeelden officier als door den auditeur-militair was aangeteekend. Na langdurig verhoor was het woord aan den advocaat-fiscaal, die ten aanzien van den wachtmeester concludeerde tot bevestiging van het vrijsprekend vonnis en ten aanzien van den ritmeester tot drie maanden gevangenis straf, omdat deze zonder eenige bedachtzaam heid het schot zou hebben gelost. De ritmeester verdedigde zieh met de opmerking, dat hij zich niet bewust was op den ouden heer te hebben geschoten, doch het schot eenvoudig te hebben gelost in de richting van waar hij veronderstel de, dat op hemzelf geschoten werd. Mr. van Es, voor den ritmeester pleitend, gaf uiting aan de gevoelens van deernis met de na gelaten betrekkingen van het slachtoffer (den heer L. W. Taaie) en wees er op, dat het geheele drama in nauwelijks een halve minuut was ge schied en dat, waar geen r .ctie op het slacht offer is gehouden, geenszins bewezen kan worden geacht, dat de ritmeester, die als een kalm officier bekend staat, op den heer T. had ge schoten. De uitspraak van het Hof volgt later. De bejaarde mej. D. E. te Rotterdam heeft bij de oolitie aangifte gedaan van het feit, dat een geldkistje, bevattende effecten ter waarde van f 5000.— en een bedrag in geld van f 300.— uit de overblijfselen van haar vorige woning in de binnenstad is verdwenen. De politie stelt w een nauwgezet onderzoek in naar de daders. GENèVE, 18 Sept. (D.N.B.). Naar uit Vichy gemeld wordt, is de gouverneur-generaal van Algiers, admiraal Abrial, aldaar aangekomen om verslag uit te brengen. Hij heeft besprekin gen gevoerd met verscheidene leden der regee- ring en metden gedelegeerde voor Fransch Afrika, generaal Weygand. ERGENS IN ITALIË, 18 Sept. (Stefani). De secretaris van de fascistische partij, gene raal Muti, heeft den Duitschen ambassadeur, von Mackensen, ontvangen, die hem namens den Führer het grootkruis van den Duitschen ade laar heeft overhandigd. STOCKHOLM, 18 Sept. (D.N.B.). De Engel- sehe versperringsballons, die in toenemend aan tal over Zweden drijven, worden een gebaar voor het land. De Zweedsche luchtmacht en het afweergeschut zijn reeds in actie gekomen Met haar lange kabels hebben de ballons ook den bekenden zender Motala beschadigd, zooov de uitzendingen gestaakt moesten worden. Ook de burgerwacht verleent medewerking bij de be strijding van het gevaar. Zelfs boven Stockholm zijn Britsche ballons gezien. ROME, 18 Sept. (D.N.B.) Te Telicherri in Madras is het, aldus meldt de Messaggero. tot anti-Engelsche betoogingen gekomen. De poli tie greep in. Er ontstonden botsingen, waarbij twee agenten om het leven kwamen en dertien personen gewond werden. NEURENBERG, 18 Sept. (D.N.B.)De Ita- liaansche minister van Koloniën, Teruzzi, heeft na een bezichtiging van de stad van den rijks partijdag, waarbij hij zich geestdriftig over de verkregen indrukken heeft uitgelaten, tegen den middag de terugreis naar Rome aanvaard. ERGENS IN ITALIË, 18 Sept. (Stefani). Het 103e Italiaansche weermachtsbericht luidt als volgt: In Noord-Afrïka hebben de troepen uit het moederland en die uit Libye laatst genoemde hebben ook bij deze actie ten volle hun groote krijgsmansdeugden en hun volstrekte trouw aan Italië opnieuw be toond bij de voortzetting van hun zege vierenden opmarsch Sidi el Barrani bezet, hemelsbreed op 100 k.m. van de oude grens van Cyrenaica gelegen, en zij zijn doende een nieuwe basis en stellingen voor de ach terhoede te organiseeren. Overal werd het hardnekkig verzet van den vijand, gesteund door gepantserde afdeeüngen, gebroken. Onze luchtmacht heeft zich verscheidene ma len met bommen en machinegeweervuur in dcB strijd gemengd. Vijf vijandelijke toestellen van het type Gloster stortten brandend neer, een werd vermoedelijk neergeschoten. Vier van onze toestellen worden vermist. De vijand heeft nachtelijke aanvallen on dernomen op Benghazi en Derna, die in de haven van Benghazi het verlies van een landingssteiger en een torpedoboot veroor zaakten, alsmede enkele branden, die men terstond meester was. Te Derna werd gerin ge schade aan een mailboot berokkend. Een vijandelijk vliegtuig werd vermoedelijk neer geschoten. Op Malta bombardeerde een formatie „Pic- chiatelli" (duikbommenwerpers), begeleid doof jagers, het vliegveld van Micabba, waardoor brand en aanzienlijke schade ontstond, en ver nielde op den beganen grond ten minste drie vliegtuigen. Nadat vijandelijke jagers getracht hadden zich aan het gevecht met onze escorte" vliegtuigen te onttrekken, vielen zij de duik bommenwerpers aan, die op hun beurt eefi krachtigen tegenaanval deden en twee vijande lijke toestellen omlaag brachten. Twee van onz» vliegtuigen worden vermist. In Oost-Afrika bombardeerde onze lucht macht Boma (beneden-Soedan), waarbij een versterking beschadigd en brand in een kam" pement veroorzaakt werd. Tijdens een verken ningsvlucht boven Aden werd een vijandelijk toestel neergeschoten. Het eigen vliegtuig keerde vervolgens onverlet op zijn basis terug. Te Sarap Said (ten Noord-Westen van Gallabat) werd een vijandelijk vliegtuig door onze toestel" len op den beganen grond vernield. De vijandelijke luchtaanvallen op Assab, Mas- saoea, Hermil en Asmara veroorzaakten geen schade. Te Diredaoea werd iemand gewond e» geringe schade aan een hotel aangericht. Eefl vijandelijk toestel werd vermoedelijk door be1 luchtafweergeschut van de marine neergeseho- ten. Een vijandelijk vliegtuig van het type BleU' heim. dat zich naar Malta begaf, landde Pef vergissing op het vliegveld van Pantellaria, wa-af het overmeesterd werd met de bemanning, o6' staande uit twee officieren en een onderofficier- De schipbreukelingen van een Engelsche mail* boot van 5800 ton, die door een onzer onder* zeeërs op den Atlantischen Oceaan tot zanked gebracht; .was, zijn te Lissabon aan land geze-"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 4